6 minute read

Tête-à-tête | De Einsteintelescoop: een universum aan kansen

Rob van Dun, CEO van Calculus en Tom Vandeput, gedeputeerde voor Economie en voorzitter van POM Limburg.

Nu al zorgt de Einsteintelescoop voor innovatie en boeiende samenwerkingen die een boost geven aan Limburg als hoogtechnologische kennisregio.

De Einsteintelescoop: een universum aan kansen

Rob van Dun, CEO van Calculus, weet het: de mogelijke komst van de Einsteintelescoop biedt nu al een universum vol mogelijkheden. Met boeiende partnerships binnen en buiten de sector. Waar liggen de kansen voor Limburgse bedrijven? Rob van Dun en gedeputeerde voor Economie en voorzitter van POM Limburg Tom Vandeput gaan in gesprek.

De ene dag voor de klas staan, de andere dag als hobby nieuwe cloudoplossingen bedenken. Lange tijd pendelde Rob tussen twee levens. Tot Tomorrowland interesse toonde in de technologie die Rob en zijn vrienden/partners hadden ontwikkeld om het energie- en waterverbruik in het festivaldorp op afstand te monitoren en te besturen.

De hobby werd een broodwinning en Calculus zag het levenslicht. Zes jaar later is Calculus één van de bedrijven die nu al inzetten op de mogelijke komst van de Einsteintelescoop.

Wat houdt dit Europese project precies in?

TOM VANDEPUT: “De Einsteintelescoop is een ultramodern observatorium waar baanbrekend onderzoek zal gebeuren naar zwaartekrachtgolven en de oorsprong van het heelal. De driehoekige telescoop wordt zo’n 300 meter onder de grond gebouwd. In 2026 beslist de Europese Unie waar het observatorium komt: in de Maas-Rijnregio of in Sardinië. De komst van de telescoop levert onze regio twee miljard euro aan investeringen en 1.500 jobs op. Samen met Vlaams minister van innovatie Jo Brouns, gouverneur Jos Lantmeeters en de Vlaamse coördinator Hans Plets zijn we met POM Limburg en het provinciebestuur trekker om dit innovatiecentrum binnen te halen. Met Nederland, Luik en Duitsland bereidt POM Limburg bedrijven alvast voor om aan dit project mee te werken.”

Op welke manier is Calculus bij de Einsteintelescoop betrokken?

ROB VAN DUN: “Wij zijn gespecialiseerd in het meten en analyseren van gegevens rond energieverbruik, wind, temperatuur en waterafvoer. In de ondergrondse buizen van de telescoop zijn omgevingsfactoren, zoals temperatuur van cruciaal belang. Wij ontwikkelden een nieuw cloudplatform om de temperatuur zeer nauwkeurig te monitoren. De temperatuurmeting zelf, op basis van geluidsgolven, gebeurt door het Nederlandse bedrijf Innovation Handling. POM Limburg bracht ons in contact met elkaar en ondersteunde ons om de ontwikkeling op de rails te krijgen.”

Waarom zijn jullie op de kar gesprongen en wat betekent dit voor jullie business?

ROB VAN DUN: “Wij houden van problemen oplossen (lacht). Data van gevoelige sensortechnologie tegen hoge snelheid en met een hoge graad van nauwkeurigheid meten en interpreteren, is een innovatie die in het verlengde ligt van waar we al mee bezig waren. Vroeg of laat zou deze ontwikkeling dus wel op onze radar gekomen zijn. Ontwikkelen vraagt brains en tijd, als jonge start-up denk je twee keer na over hoe je die inzet. Maar het Einsteinproject triggerde en bracht alles in een stroomversnelling. De impact? We hebben er een geweldige referentie bij. Dankzij het partnership met Innovation Handling kunnen we ook nieuwe marktsegmenten aanboren. In de voeding of farmacie heb je immers ook kritische processen waar betere data en dashboards een nog betere monitoring en bediening van machines op afstand mogelijk maken. Bovendien kunnen we deze ontwikkeling integreren in IoT-gebouwbeheer waarmee je o.a. het energie- en waterverbruik, de luchtkwaliteit, de CO2-uitstoot in gebouwen op afstand kan bewaken, beheren, verbeteren en zo klimaatproof kan maken.”

Netwerken zijn essentieel om innovatie te realiseren en er commercieel voordeel uit te halen.

Kunnen alleen hightechbedrijven een graantje meepikken van dit project?

TOM VANDEPUT: “Om de installaties te bouwen, te onderhouden en uit te baten is er enorm veel lokale kennis en kunde nodig uit veel verschillende sectoren. In de eerste plaats hightechbedrijven en start-ups binnen de maak- en sensorindustrie, en bedrijven die werken rond fijnmechanica, sensoren, AI en precisietechnologie. Daarnaast is er veel traditioneel vakmanschap nodig. Sectoren waarin Limburg sterk is, zoals de bouwsector, kunnen hier een heel belangrijke rol spelen en diensten aanbieden. De innovaties die nu al uit dit project voortvloeien, zullen ook in heel wat sectoren doorsijpelen. Op die manier krijgen bedrijven de kans om hun processen en producten naar een hoger niveau te tillen, inzichten te verwerven en nieuwe markten te verkennen.”

Calculus is niet het eerste Limburgse bedrijf dat nu al inzet op de bouw van de telescoop?

TOM VANDEPUT: “Klopt. Aperam en Werkhuizen Hengelhoef stapten in een consortium met het Duitse lasbedrijf FEF en de Universiteit van Aken om het ondergrondse buizensysteem te ontwikkelen. Start-up Agrippa ontwikkelde een beveiligingssysteem dat via AI waterlekken in de telescoop opspoort. Jansen the Building Company bouwt testopstellingen van de clean rooms. UHasselt is uiteraard ook sterk betrokken.”

Moonshot thinking op Limburgse bodem! Gaan we zo de technologische en economische ontwikkeling boosten?

ROB VAN DUN: “We mogen echt wel trots zijn op het kennispotentieel in deze regio. Maar het is cruciaal om die kennisontwikkeling te blijven stimuleren. In het drielandenpunt zie je heel veel nieuwe ontwikkelingen op een kleine oppervlakte. We hebben straffe universiteiten en straffe bedrijven. De mogelijke komst van de Einsteintelescoop brengt verbindingen tussen disciplines tot stand en tussen spelers die mekaar anders niet of niet snel tegen het lijf zouden lopen. Zeker ook voor jonge bedrijven gaan er zo nieuwe deuren open. Soms letterlijk. Er is enorm veel bedrijvigheid over de grens in Nederland en Duitsland, en toch raken veel bedrijven daar niet overheen. We zitten op amper 20 kilometer en kennen elkaar niet! Met een gedeeld project zoals dit, verdwijnt de koudwatervrees. Je krijgt een introductie en dat werkt als een duwtje in de rug. Toegegeven, de eerste keer dat ik over de Einsteintelescoop las, dacht ik ook: zwarte gaten bestuderen, tof, maar wat zijn we daar nu eigenlijk mee? Maar als je kijkt naar wat CERN in Genève in gang gezet heeft en welke nevenontwikkelingen en producten daaruit voortgekomen zijn, dan kan je niet anders dan besluiten: we moeten ervoor gaan! Netwerken zijn essentieel om innovatie te realiseren en er commercieel voordeel uit te halen. Waar je veel slimme mensen bij elkaar zet, ontstaan interessante dingen.”

TOM VANDEPUT: “Precies. Het ecosysteem dat we nu creëren, zal sterk bijdragen aan een hefboomeffect. Door samenwerkingsverbanden op te zetten, zal de opgedane kennis zijn weg vinden naar andere sectoren en zullen de toepassingen alsmaar ruimer worden. Zelfs als de telescoop niet naar hier komt, hoeft dat dus geen ontgoocheling te zijn. POM Limburg zet hoe dan ook alles op alles om onze kandidatuur te versterken.”

In 2026 beslist Europa over de locatie. Hoe groot is de kans dat we het halen?

TOM VANDEPUT: “Onze regio heeft sterke troeven, zoals de aanwezigheid van kennisinstellingen en hightechbedrijven. Met het ET2SMEs-project bieden POM Limburg en partners uit de deelregio’s hun actieve steun aan. Ook het feit dat we de kandidatuur met drie landen samen indienen, speelt in ons voordeel. Natuurlijk weegt ook het financiële plan door. Om dit rond te krijgen, zijn we in overleg met onze buurlanden. Nederland kwam nu al met 42 miljoen over de brug en reserveert 870 miljoen euro voor als de telescoop effectief komt.”

This article is from: