8 minute read

IN PROFIEL

Next Article
EDITO

EDITO

Gert Heylen (rechts) is sitedirecteur van Aperam Genk. Bernard Hallemans (links) is CEO van Aperam Stainless Europe en ondervoorzitter van VKW Limburg.

“DE INDUSTRIE ZAL DUURZAAM ZIJN OF NIET ZIJN.”

De staalsector verduurzamen is een bijzonder ambitieus project. Aperam wil als producent van roestvast staal tot de koplopers behoren en daarbij speelt de site in Genk een belangrijke rol. Tegelijk is het bedrijf een van de grotere energieverbruikers van ons land. Hoe kijken Gert Heylen, sitedirecteur, en Bernard Hallemans, topman van Aperam Europa, naar de race richting CO2-neutraliteit? Valt duurzaamheid te rijmen met economische slagkracht?

Het eerste wat opvalt als je voorbij het industriële domein van Aperam in Genk rijdt, is het immense zonnepanelenpark in opbouw. Met 50.000 zonnepanelen wordt dit het op een na grootste zonnepanelenpark van België, goed voor 20.300 MWh zonne-energie en een jaarlijkse vermindering van 7.300 ton CO2.

Aperam Genk is één van de grootste inoxfabrieken in Europa. Het startte in 1961 onder de naam ALZ. Vanaf 2006 werd het onderdeel van ArcelorMittal dat in 2011 zijn roestvast staalsegment verzelfstandigde in Aperam, dat in Europa zes industriële vestigingen telt, waarvan twee in België. De beursgenoteerde groep maakt sinds enkele jaren ook deel uit van de Bel20. Gert Heylen was in de Genkse fabriek hoofd van de koudwalserij toen hij in 2015 Bernard Hallemans opvolgde als plantmanager. Hallemans schoof door naar een internationale functie en leidt nu de Europese inoxvestigingen.

Wat Genk anders maakt

Aperam produceert vlak roestvast staal in Genk en Châtelet. Waarin is de site in Genk gespecialiseerd? Gert Heylen: “Wereldwijd zijn we een van de weinige fabrieken die in staat zijn om roestvast staal van twee meter breed te produceren. We vertrekken hoofdzakelijk van schroot dat we recycleren door het te verhitten en in plakken roestvast staal gieten. Zo’n plak heeft een dikte van ongeveer twintig centimeter en weegt ruim dertig ton. Die plakken gaan per trein en boot naar de site in Châtelet waar ze worden warmgewalst tot een einddikte van twee tot twaalf millimeter. In onze koudwalserij krijgt het product zijn definitieve afmeting en oppervlaktekwaliteit.”

Het Genkse roestvast staal komt terecht in industriële toepassingen, zoals silo’s voor opslag of transport, maar ook in (vaat)wasmachines, auto’s, potten en pannen, bestek.

RELEVANT BLIJVEN IN DE WERELD VAN MORGEN IS DE INZET.

Gert Heylen, sitedirecteur van Aperam Genk: “Onze duurzaamheidsinspanningen maken van ons een aantrekkelijke werkgever en die troef spelen we uit.”

Gert Heylen: “Een groot aandeel van de Genkse productie gaat naar onze geïntegreerde servicecenters die op de lokale markt, dichtbij de eindgebruiker, hun klanten in een breed gamma van roestvast staal voorzien. Daarnaast werken we ook rechtstreeks voor industriële eindklanten.”

De uitdaging: vitaal blijven op je 60e

Bernard Hallemans: “Het mooie aan roestvast staal is dat het eindeloos recycleerbaar is, zonder verlies aan kwaliteit. Dat maakt het één van de meest duurzame materialen van de toekomst. Ons product vertrekt vanuit roestvast staalschroot dat we zelf recycleren. Het is dus sustainable by design en made for life.”

60 jaar inox maken levert een mooie voorsprong op. Toch komt vandaag meer dan de helft van het roestvast staal uit Azië, waar het grotendeels geproduceerd wordt op basis van gedolven chroom en nikkelertsen. Bernard Hallemans: “Om op die manier roestvast staal te maken, heb je veel meer energie nodig en krijg je een grotere CO2-voetafdruk. Vooral in Indonesië en China is er de laatste jaren zeer veel productiecapaciteit bijgekomen. Aziatische import vertegenwoordigt vandaag 20 tot 30 procent van de Europese markt. Het vrijwaren van onze concurrentiepositie ten opzichte van staal dat aan dumpingprijzen geïmporteerd wordt van elders in de wereld waar produceren veel goedkoper en met minder zorg voor het klimaat gebeurt, is een permanente uitdaging.”

Er stáán in de wereld

Hoe je als Europees bedrijf weerwerk biedt? Bernard Hallemans: ”Het is essentieel dat Europa voor een eerlijk speelveld op wereldschaal zorgt. Toch kijken we in de eerste plaats naar onszelf. We proberen om in Europa de meest competitieve te zijn voor alle producten die we verkopen. Ten tweede willen we producten leveren die onderscheidend zijn. Vandaag zijn er wereldwijd maar drie spelers die staal van twee meter breed kunnen produceren.”

Gert Heylen: “In Genk loopt ook een belangrijk investeringsprogramma waarbij we oudere machines vervangen door nieuwe productielijnen en inzetten op automatisatie en robotisering. Die nieuwe lijnen zijn efficiënter, milieuvriendelijker en hebben een lager verbruik. Samen met kostenbesparingen en het optimaliseren van onze productmix houden we zo onze concurrentiepositie en de bedrijfsresultaten op orde. Bovendien is de ligging van onze fabriek een voordeel: centraal in Europa en dicht bij de bronnen van schroot en onze belangrijkste afzetmarkten.”

Bernard Hallemans: “Tegelijk zijn onze 1200 mensen een grote sterkte. Hun kennis en commitment blijken telkens weer een cruciale factor om succesvol te

evolueren. Dat geeft ook vertrouwen aan de aandeelhouders om in Genk te blijven investeren.”

Stijgende energieprijzen in de race naar nul uitstoot

Om gerecycleerd schroot om te smelten tot nieuw roestvrij staal verbruiken de fabrieken in Genk en Châtelet samen honderden gigawattuur elektriciteit op jaarbasis. Hoe zwaar weegt de forse stijging van de energieprijzen? “Voor ons is elektriciteit, samen met de lonen en na de grondstoffenprijs, één van de belangrijkste kosten. De hoge gas- en elektriciteitsprijzen zetten het concurrentievermogen onder druk omdat de prijzen niet overal in de wereld even fors stijgen. Die stijgende energiekosten doorrekenen aan klanten is onvermijdelijk om niet aan slagkracht te verliezen. Anderzijds zijn we wel wat beschermd omdat een deel van ons elektriciteitsverbruik gedekt wordt door eigen productie uit hernieuwbare bronnen.”

Aperam wil tegen 2050 klimaatneutraal zijn. Ook richting 2030 hanteert het scherpe klimaatdoelstellingen. Het zonnepark is daarin een belangrijke stap. 97% van de opgewekte energie zal gebruikt worden in de eigen productie. Eerder investeerde Aperam ook al in windmolens. Bernard Hallemans: “Qua duurzaamheid is Genk de beste leerling in de Aperam-klas. Sinds 1997 werkt de fabriek rond duurzaam waterverbruik. Regenwater vangen we op en gebruiken we in de productie. Ook het koelwater wordt gerecycleerd. Er is ook zwaar geïnvesteerd in warmterecuperatie, wat maakt dat we hier al twee tot drie stappen verder staan dan de meeste spelers in de markt.” Of ook waterstof als oplossing op tafel ligt om te komen tot emissievrij inox? “Uiteraard kijken we daarnaar, maar zowel technisch als praktisch zijn er nog obstakels. Kapitaal, verbeeldingskracht en knowhow zijn nodig om een en ander economisch en ecologisch rendabel te maken. Die twee gaan hand in hand.”

Bernard Hallemans, CEO van Aperam Stainless Europe: “De interactie met onze stakeholders zorgt er mee voor dat we scherp blijven en verder verduurzamen.”

WERELDWIJD IS GENK DE REFERENTIE VOOR HET DUURZAAM PRODUCEREN VAN ROESTVAST STAAL.

Gert Heylen (rechts) is sitedirecteur van Aperam Genk. Bernard Hallemans (links) is CEO van Aperam Stainless Europe en ondervoorzitter van VKW Limburg.

Oog voor alle stakeholders

De prestaties van Genk inspireerden de andere Europese sites om een duurzaam tandje bij te steken. Als eerste roestvast staalproducent in de wereld behaalde de stainless Europe-divisie het ResponsibleSteelTM-certificaat, waarmee ze voldoet aan de hoogste normen inzake duurzaam, maatschappelijk verantwoord ondernemen.

De voortrekkersrol van de Genkse site is ook een troef in de war for talent. Gert Heylen: “Onze duurzaamheidsinspanningen maken van ons een aantrekkelijke werkgever en die troef spelen we uit. Zo bieden we jonge ingenieurs via een talentenprogramma mooie trajecten aan om zich te ontplooien en met ons aan de kar te trekken.”

Ook met andere stakeholders voert Aperam een actieve dialoog. Gert Heylen: “We zijn actief in een deel van de wereld waar mensen en industrie dichtbij elkaar leven. Dat brengt verantwoordelijkheden mee. Waarom doen we wat we doen? Hoe verzoenen we economie met ecologie? Waarom is bepaalde infrastructuur nodig? Hoe zetten we het traject naar duurzaamheid in? Helder en transparant communiceren naar al onze stakeholders, inclusief buurtbewoners, is essentieel. Een open lijn houden, doen we ook letterlijk. De site in Genk is 24/24 en 7/7 bemand, dat geeft het voordeel dat we makkelijk telefonisch bereikbaar zijn voor mensen die met vragen zitten of een probleem willen melden. Zodra de coronapandemie voorbij is, starten we ook terug met onze milieudagen, waarbij buren en stakeholders welkom zijn om met ons in dialoog te gaan.”

Bernard Hallemans: “Die interactie is positief. Het zorgt ervoor dat we scherp blijven en elke keer een stapje verder gaan om onze impact te verlagen. Ik denk dat er geen enkele fabriek van roestvast staal zo hard gemonitord wordt als die van Genk met meetpunten in en rond de fabriek. Duurzaam ondernemen is écht het doel, niet iets dat er een beetje bij komt. Dat verhaal willen we zelf ook graag brengen. De markt van roestvast staal groeit elk jaar nog met vijf procent. Dat is omgerekend drie keer de capaciteit van deze fabriek. Relevant blijven in de wereld van morgen, is de inzet. De industrie, dus ook Aperam, zal duurzaam zijn, of niet zijn.”

APERAM IN CIJFERS

• Bel20-bedrijf, producent van roestvast staal

• Opgericht in 1961

• Omzet 2020: 3,6 miljard euro

• Aantal werknemers site Genk: 1180

• De 5 Aperam-vestigingen voor inox in Europa produceerden in 2020 samen 1,05 miljoen ton roestvast staal

This article is from: