
VOORWOORD

VOORWOORD
Snoeien is een van mijn favoriete tuinklusjes. Het geeft enorm veel voldoening om een heester die uit model is geraakt, weer te fatsoeneren. Of om de afgedragen en dode takken uit de frambozenstruiken te knippen. Het resultaat is een framboos met frisgroene, jonge scheuten die volgend jaar vruchten gaan leveren.
Snoeien voelt wellicht alsof je de natuur naar je hand wilt zetten, en dat is in deze tijd van milieuvriendelijk tuinieren misschien een bedenkelijk uitgangspunt. Toch is snoeien juist duurzaam, omdat je op deze manier je planten gezond en vitaal houdt, waardoor ze langer meegaan.
Snoeien is niet alleen een kwestie van ‘in toom houden’. Het stimuleert nieuwe groei, bevordert bloei en vruchtzetting, en zorgt voor sterkere bomen en planten die er ook nog eens mooier uitzien.
Het kan gebeuren dat je door de verkeerde takken weg te halen een jaartje minder bloemen of fruit krijgt. Dat is jammer, maar geen ramp – een jaar later kun je je fout weer goedmaken.
Goed snoeien heeft dus alleen maar voordelen, en in deze special laten we zien hoe je dat aanpakt. Want snoeien is iets wat veel tuiniers toch een beetje spannend vinden. Mensen zijn bang het verkeerd te doen en daarmee hun boom of heester te verpesten.
Nu is het zelden zo dat een plant voorgoed verminkt raakt door verkeerd snoeien. Het duurt soms even, maar vaak herstelt de natuur de schade vanzelf. Het kan gebeuren dat je door de verkeerde takken weg te halen, een jaartje minder bloemen of fruit krijgt. Dat is jammer, maar geen ramp – een jaar later kun je je fout weer goedmaken.
In deze special leren we je precies hoe je dat doet. We vertellen je alles over het snoeien van alle bomen, struiken en planten die in je tuin staan: van hortensia tot lavendel, en van taxushaag tot blauweregen. Rozen komen uiteraard ook uitgebreid aan bod, en tuinbaas Bartjan Bakker van Kasteeltuinen Arcen geeft nog wat extra tips uit de praktijk.
Om je op weg te helpen, vind je in deze editie ook een handige snoeikalender. Daarmee zie je in één oogopslag wat je wanneer kunt aanpakken. Want snoeien draait niet alleen om hóe je het doet, maar vooral ook om wanneer. Timing is vaak het halve werk.
Veel plezier met lezen, leren en vooral: lekker snoeien!
Kristel Engelen
Facebook.com/tuinseizoenmagazine / Instagram.com/tuinseizoenmagazine / www.tuinseizoen.com
Snoeien is een special van TuinSeizoen en een uitgave van Vipmedia Publishing & Services
Adjunct-hoofdredacteur: Kristel Engelen
Hoofdredacteur: Jacqueline Leenders
Eindredactie: Monique van der Voort
Redactie: Jacqueline Leenders
Kristel Engelen Annemarie Görts
Redactie TuinSeizoen: redactie.tuin@vipmedia.nl
Voor Nederland:
Postbus 7272, 4800 GG Breda Voor België: Komiteitstraat 46-52, 2170 Merksem. www.tuinseizoen.com
Mediaconsultant:
Dorien van Dijk
Tel. 06 / 19 65 27 49 of (0031) 76 – 530 17 29 dorien@vipmedia.nl
Marc Cruyplant
Tel. Nederland: 076 - 530 17 27 Tel. België: 03 / 645 53 02 marc@vipmedia.nl
Marketing: Chiara van Roeyen
Directie: Michel Florisson (verantwoordelijk uitgever)
Edwin Fijnaut (commercieel directeur)
Distributie losse verkoop: Aldipress BV (Nederland) AMP NV (België)
Vormgeving: Iris Verheijen
Druk: PreVision Graphic Solutions BV
Abonnementen en bestellingen:
Voor Nederland: tel. 076 - 530 17 18
Voor België: tel. 03 / 645 42 94
e-mail: abo.tuin@vipmedia.nl
Oude nummers van TuinSeizoen en andere specials kun je bestellen via www.vipwinkel.nl
6 SNOEIEN? ZO BEGIN JE
8 HET JUISTE GEREEDSCHAP
10 ZO GEBRUIK JE HET GEREEDSCHAP
11 PRAKTISCHE TIPS
12 ROZEN
19 ROZENTIPS VAN TUINBAAS BARTJAN BAKKER
28 HEESTERS ALGEMEEN
30 BLADVERLIEZENDE HEESTERS
32 BLADHOUDENDE HEESTERS
34 LAVENDEL
35 FORSYTHIA
36 HORTENSIA’S
42 VRAGEN OVER HEESTERS SNOEIEN
80 HAGEN & VORMSNOEI
20 SIERBOMEN SNOEI JE ZO
24 ABC-BOMEN
25 MAGNOLIA, JAPANSE SIERKERS, SIERAPPEL, AMBERBOOM & KRENTENBOOMPJE
26 VRAGEN OVER BOMEN SNOEIEN
56 CLEMATIS & ANDERE KLIMMERS
62 BLAUWEREGEN
66 FRUITBOMEN
72 KLEINFRUIT
76 DRUIVEN
78 VRAGEN OVER FRUIT SNOEIEN
46 VASTE PLANTEN & CHELSEA CHOP
50 ZOMERBLOEIERS & TERRASPLANTEN
54 SIERGRASSEN
86 GAZON MAAIEN
98 GAZONKALENDER
ALLE SNOEIKLUSJES HANDIG PER MAAND OP EEN RIJ
Kijk op pagina 90
Goed snoeien zorgt voor mooiere bloemen en een gezonde plant.
Veel tuinliefhebbers lijden aan snoei-angst. Snoeien zou ingewikkeld zijn en door verkeerd te knippen, zou je de boom of heester voorgoed verpesten. In deze snoeispecial worden de meest gestelde vragen over snoeien beantwoord en helpen we je stap voor stap op weg om je heesters nog mooier te maken en je fruitbomen nog productiever!
Voordat je aan een snoeiklus begint, is het belangrijk om te beseffen waarom je snoeit. Wil je meer bloemen aan je blauweregen? Wil je meer pruimen aan je boom? Wil je dat je hortensia niet te groot wordt? Wil je dat je lavendel er weer fris en gezond uit gaat zien? Weten waarom je snoeit, maakt de klus al eenvoudiger.
WAT KAN ER FOUT GAAN?
Helemaal zonder risico is snoeien niet. Snoei je je forsythia op het verkeerde moment, dan moet je het een jaartje zonder bloemen stellen. En snoei je te veel takken uit je appelboom, dan kan er een woud van waterlot ontstaan. Maar echt onherstelbaar is de schade maar zelden. De boom of heester herstelt zich in de regel wel, maar
niet altijd. Snoei je een lavendelstruikje tot op het kale hout, dan loopt de plant niet meer uit en kan je lavendel op de composthoop.
GENOEG REDENEN OM TE SNOEIEN
Om de groei in te perken
Door te snoeien kun je je plant klein houden. Dit werkt echter niet altijd, door te snoeien kun je juist de groei stimuleren. In deze special lees je daar alles over.
Eeuwige jeugd
Door een drastische snoeibeurt kun je de plant verjongen en kan de plant alle energie richten op gezonde groei.
Strak in het pak
Regelmatig snoeien zorgt ervoor dat je hagen mooi strak en gestroomlijnd zijn.
Haagplanten lenen zich ook vaak voor vormsnoei. Zo kun je van een beuk een mooie boog maken. Fijn vertakte heesters kun je in een gedetailleerde vorm knippen. Laat je fantasie er maar op los, van alles is mogelijk: van kegels en spiralen tot allerlei dieren.
Meer bloemen en vruchten
Het correct snoeien van een vruchtboom of -struik levert meer en mooiere vruchten op. Uitgebloeide bloemen wegknippen kan er voor zorgen dat de plant nieuwe bloemen maakt. Dat geldt onder andere voor dahlia’s en doorbloeiende rozen.
Om de plant gezond te houden
Door dode of zieke takken en delen weg te knippen kunnen ziektes zich niet verspreiden en blijven de planten gezond.
Goed snoeiwerk kun je alleen leveren met goed snoeigereedschap.
Het is handig om een kleine collectie snoeigereedschap aan te schaffen zodat je altijd het juiste materiaal voor de juiste klus klaar hebt liggen.
SNOEISCHAREN
Een goede snoeischaar is vaak het eerste wat je koopt als tuinier. Er zijn twee basismodellen:
• Bypass snoeischaar
Dit is de klassieke snoeischaar waarbij de twee messen langs elkaar glijden. De schaar maakt een zuivere snede waardoor de plant snel herstelt. Deze schaar wordt gebruikt voor levend hout, bijvoorbeeld voor rozen, lavendel en vaste planten. Wordt ook wel papegaaibek snoeischaar genoemd.
• Aambeeld snoeischaar
Bij deze schaar drukt één mes tegen een plat aambeeld. Je gebruikt dit model alleen voor hard, dood hout zoals oude takken en afgestorven delen van een struik. De schaar werkt dan krachtiger dan een bypass snoeischaar en je hebt minder inspanning nodig. Gebruik de aambeeld snoeischaar nooit voor levend hout want dat kan dan kneuzen.
Deze twee basismodellen zijn er in verschillende uitvoeringen. Zo staat er op de verpakking voor welke diameter de snoeischaar geschikt is, bijvoorbeeld voor takken tot 2 centimeter. Sommige scharen liggen wat lichter in de hand of zijn speciaal geschikt voor linkshandigen of voor mensen met kleine handen. Sommige merken leveren ook losse onderdelen zodat je bijvoorbeeld de veren kunt vervangen. Berg snoeischaren altijd schoon en droog op en breng af en toe een druppeltje olie aan op de bewegende delen.
TAKKENSCHAAR
Een takkenschaar met lange armen is ideaal voor dikkere takken tot ongeveer 4-5 centimeter. Ook hier heb je weer de keuze tussen een model met aambeeld of met papegaaibek. Er zijn ook takkenscharen met uitschuifbare armen voor een grotere reikwijdte.
BLOEMENSCHAAR
Voor het fijnere tuinwerk kun je een bloemenschaar aanschaffen. Deze compacte, lichte schaar is perfect voor het knippen van bloemen, dunne twijgjes en het snoeien van bijvoorbeeld kamerplanten. Knip er geen dikkere takken mee, dat is slecht voor de levensduur van het schaartje.
HEGGENSCHAAR
Wil je handmatig de heg knippen, dan heb je een heggenschaar nodig. Je hebt ze met rechte bladen en met bladen die licht gekarteld zijn. Bij dit type blijven de takken beter op hun plaats tijdens het knippen. De bladen zijn wel iets lastiger te slijpen. Ook bij de heggenscharen heb je weer verschillende modellen, zoals met telescopische armen, zodat je gemakkelijker de bovenkant van de heg kunt snoeien.
SNOEIZAAG
Voor dikkere takken of moeilijk bereikbare plekken kan een snoeizaag handig zijn. Een gewone houtzaag werkt ook, maar een snoeizaag is vaak handzamer en heeft grovere tanden geschikt voor levende takken. Je hebt daardoor minder kans op schade aan de bast. Het blad is gebogen of smal en vaak inklapbaar.
ELEKTRISCH GEREEDSCHAP
Aangedreven gereedschap kan het werk een stuk lichter maken. Accugereedschap is tegenwoordig favoriet bij veel tuiniers. Licht, stil, draadloos en voldoende krachtig voor de meeste klussen. Denk aan accu-heggenscharen of kettingzagen voor dikker hout. De techniek is zo ver dat je met een paar volle accu’s een hele middag vooruit kunt. Sommige merken zorgen ervoor dat dezelfde accu op al het tuingereedschap van hetzelfde merk past. Elektrische snoeigereedschappen met snoer zijn vooral handig als je altijd dicht bij een stopcontact werkt, zoals in een stadstuin of bij het snoeien van hagen langs het huis. Ze zijn lichter dan benzinevarianten, maar beperken je bewegingsvrijheid. Benzinegereedschap is krachtig, luid en bedoeld voor de grote, zware klussen: volwassen bomen, hoge hagen of professioneel werk. Ideaal voor het grove werk, maar minder geschikt voor de doorsnee achtertuin.
Gebruik de juiste beschermingsmiddelen, vooral als je werkt met zwaar gereedschap. Denk aan een veiligheidsbril, handschoenen, stevige schoenen en gehoorbescherming.
TIP
Ontsmet je snoeischaar regelmatig met alcohol. Zo voorkom je dat je ziektes verspreidt.
Telescopische heggenschaar
Telescopische takkenschaar
Als je snoeigereedschap op de juiste manier gebruikt, krijg je het beste resultaat. Wij geven bij elk type gereedschap wat tips en tricks.
SNOEISCHAAR
• Maak een gladde, zo klein mogelijke snoeiwond.
• Snoei indien mogelijk net boven een knop.
• Zorg ervoor dat je de stengel niet kneust of beschadigt. Als dit toch gebeurt, dan snoei je wat lager om de beschadiging te verwijderen. Check ook of je de juiste snoeischaar gebruikt.
• Probeer niet een te dikke stengel door te knippen, maar gebruik een snoeizaag.
• Knip niet door ziek hout, knip altijd in gezond hout en verwijder alle aangetaste delen.
• Knip een lange tak in gedeelten af om te voorkomen dat het hout splijt.
• Knip in één keer de tak door om te voorkomen dat de tak kneust of draait.
• Draai de takkenschaar niet bij het knippen, anders beschadig je de stam.
• Wees voorzichtig bij het uitvouwen van het zaagblad, want het is zeer scherp.
• Maak eerst een ondiepe zaagsnede onder aan de tak om te voorkomen dat hij afscheurt.
• Zaag niet van opzij of van onderaf de tak door, de zaag zal zich eerder vastklemmen.
• Wrik niet aan de zaag als hij vastzit. Licht de tak voorzichtig op om de zaagwond open te maken en de zaag te verwijderen.
* Wees niet bang. Zelfs al doe je het verkeerd, de plant zal zich meestal wel herstellen. Een te veel gesnoeide plant is dikwijls gezonder dan een plant die nooit gesnoeid wordt.
* Denk na voor je snoeit. Bekijk het geheel zo nu en dan van een afstandje, terwijl je bezig bent. Dit is vooral belangrijk als je een plant in een bepaalde vorm wilt snoeien.
* Gebruik voor elke klus het juiste gereedschap.
Meer weten over snoeien? Kijk op https://tuinseizoen.com/category/ snoeien/ of scan de QR-code.
GOEDE START
Als je nieuwe rozen of een haag plant, is het slim om de takken wat in te korten. De plant heeft daardoor minder voedsel nodig en kan zich sneller herstellen van de ‘schrik’ van het planten. Bij de aanplant raakt het wortelgestel altijd wat beschadigd, hoe zorgvuldig je ook te werk gaat.
JAARLIJKS VERNIEUWEN
Deze snoeitechniek is geschikt voor planten die bloeien op scheuten die hetzelfde jaar gevormd zijn, zoals bij de vlinderstruik. Deze planten bloeien vanaf midden zomer. De uitgebloeide takken van het vorige jaar worden sterk teruggesnoeid zodat alle energie naar de nieuwe scheuten gaat en deze uitbundig zullen gaan bloeien.
LICHT EN LUCHT
Groeien er te veel takken door het hart van de plant en krijgen deze takken daardoor weinig licht? Dun de heester dan wat uit en zorg voor meer licht en lucht in het hart van de plant. Hierdoor wordt de kans op ziektes ook kleiner. Bovendien zal de plant beter bloeien. Bij de boerenjasmijn (Philadelphus) werkte deze methode heel goed.
Door op de juiste manier te snoeien, stimuleer je bepaalde planten om extra zijscheutjes te maken. Deze scheutjes zullen in het volgende seizoen bloemen en vruchten produceren. Vooral appelbomen en blauweregen hebben veel baat bij deze techniek.
Hoewel snoeien de beste manier lijkt om een plant klein te houden, kan ook het tegenovergestelde gebeuren: de plant gaat veel meer nieuwe scheuten maken. Als je een heester snoeit om hem klein te houden, reken er dan op dat de plant steeds opnieuw gesnoeid moet worden. Het is verstandig om, voordat je een heester of boom koopt, goed na te kijken hoe groot het exemplaar uiteindelijk wordt. Een paardenkastanje is bijvoorbeeld niet geschikt voor een kleine tuin. Je kunt zo’n boom wel wanhopig blijven snoeien, maar echt mooi wordt hij er niet van. Veel beter is het om meteen een kleinblijvende en langzaam groeiende boom te kiezen zoals een Japanse esdoorn. Het spreekt vanzelf dat het karakter van een plant verandert als hij steeds gesnoeid wordt. Neem bijvoorbeeld een beukenhaag. Snoeien bevordert een snelle groei, maar een beukenhaag lijkt absoluut niet op een beukenboom. Een andere manier om bomen in toom te houden is knotten. Denk maar aan de knotwilg. Maar je kunt een boom ook in een bepaalde vorm leiden en snoeien, zoals bij een leilinde en een dakplataan. De zomersnoei van appels, peren en andere fruitbomen zal de groei afremmen. Of liever gezegd, het zal de groei van korte stengels, de sporen, stimuleren in plaats van de groei van lange stengels die later de takken vormen. Aan de sporen komen de bloemknoppen en dat is belangrijk voor een goede oogst. Wintersnoei bij fruitbomen bevordert de algehele groei en heeft een ander effect op dezelfde boom. Wintersnoei wordt gedaan om de boom een goede vorm te geven, zomersnoei bevordert de fruitopbrengst.
Rozen snoeien is minder lastig dan het lijkt. Houd een paar basisregels in acht, laat je niet intimideren door een te wild uitgegroeide struik en bedenk dat er weinig mis kan gaan. Een roos verdraagt stevige snoei en herstelt zich vrij gemakkelijk.
Een roos snoeien is niet noodzakelijk, maar de struik wordt er wel mooier van. Laat je het snoeien achterwege, dan wordt de struik steeds groter, terwijl de bloemen juist kleiner worden en dat willen we meestal niet. Daarom halen we elk jaar de kleine, iele takjes weg en dunnen we de struik flink uit. De roos stopt vervolgens alle energie in de overblijvende takken die flink zullen groeien en mooie, grote bloemen gaan vormen. Jonge struiken snoei je altijd sterk voor een krachtige groei. Het is voldoende om drie takken over te houden. Oudere struiken hebben een groter en sterker wortelgestel en daarom mag je vijf takken laten staan die ook wat langer mogen zijn. In het algemeen geldt: hoe dieper je snoeit, hoe groter de bloemen worden. Snoei je wat minder diep, dan krijg je meer, maar kleinere bloemen. Verder knip je alleen in het groene hout, de bruine takken lopen niet meer uit. Haal ook altijd alle zieke, zwakke, beschadigde en kruisende takken weg, zodat de struik gezond blijft.
HET
Een rozentak knip je altijd af nét boven een naar buiten wijzend ‘oog’, maar wat is een ‘rozenoog’ nu precies? Een rozenoog is een klein, rood puntje op een twijg. Dit puntje kan uitgroeien tot een nieuwe tak. Soms zie je dat het takje al begint te groeien, soms is het oog nog erg ‘plat’ en spreken we van een ‘slapend oog’. Bij rozen worden de zijknoppen aangelegd in de oksel van een blad of op de plek waar een blad aan de stengel heeft gezeten. De richting waarin het oog wijst, geeft aan naar welke kant de nieuwe scheut zal groeien. Een oog dat aan de binnenzijde van de tak zit, groeit uit tot een scheut in de richting van het hart van de plant . Dat willen we liever niet, want het hart van een roos moet open blijven. De wind moet er doorheen kunnen blazen om schimmels te voorkomen. Een dichtgegroeid hart zorgt ook voor takken die kunnen kruisen en schuren waardoor de plant wondjes krijgt die een toegangspoort vormen voor ziekten. Daarom snoei je altijd net boven een oog dat naar buiten wijst zodat het hart open en luchtig blijft.
PERKROZEN SNOEIEN
Tot de gewone perkrozen behoren grootbloemige theehybriden, trosrozen, minia-
tuurrozen en minifloribunda’s. Zeker als ze in grote perken groeien, kun je ze in het najaar snel fatsoeneren door ze met een heggenschaar op 40 cm terug te knippen. In maart snoei je ze dan nog een keer volgens onderstaande stappen:
1 Snoei eerst dood hout weg. Ook takken die langs elkaar schuren of dwars door het hart groeien, knip je weg, net als iele takjes. Houd drie tot vijf takken over, of zeven bij sterk groeiende struiken.
2 De resterende takken worden nu op zo’n 5 ogen (ongeveer 8-15 cm hoogte) ingekort. Kijk op de stengel naar de geleding, die je herkent aan de dwarsstreepjes. Op elk van die plekken zit een oog, een rood puntje.
3 Zoek een oog dat naar de buitenkant van de struik wijst, dan groeit de tak straks die kant op. Knip 1 cm boven dat oog – knip je te dichtbij dan verdroogt het oog snel, terwijl te lange stompjes gemakkelijk in zullen rotten.
4 Geef je rozen na het snoeien voeding om opnieuw krachtig uit te kunnen groeien. Strooi een handje (koe)mestkorrels rondom de struik en werk die lichtjes in de grond. Wat extra compost vindt je roos ook heerlijk.
Rozen hebben veel voeding nodig. Geef na de voorjaarssnoei een organische meststof zoals gedroogde koemest en geef daarna in mei-juni nog wat speciale rozenmest. Kijk voor de juiste dosering op de verpakking.
Door kruisende takken weg te knippen, houd je het hart van de struik open, zodat de wind er lekker doorheen kan waaien. Na regen droogt het blad dan sneller op en dat maakt de kans op schimmelziekten kleiner.
De meeste rozen snoei je tussen begin en eind maart - wat vroeger na een zachte winter, wat later als het lang koud blijft. Het beste snoeimoment is vlak voordat de roos gaat uitlopen. Je kunt dit zien aan de ogen die al wat opzwellen. Eerder snoeien is niet aan te raden, want de roos is dan nog in rust. De sapstroom is nog niet op gang gekomen waardoor het voor de roos lastiger is om de snoeiwond te sluiten. Vocht kan in de wond dringen en als dit vocht tijdens vorst bevriest, sterft een deel van de plant af. Later snoeien, als de struik al wat uitloopt, kan wel maar is eigenlijk zonde. De roos steekt energie in het vormen van twijgen die je vervolgens weer weghaalt. Bovendien zal de roos dan later gaan bloeien. In principe mag je zo’n 6 tot 8 weken na de snoei de eerste bloemen verwachten.
WELKE ROZEN SNOEI JE IN MAART?
Voor sommige rozen is maart niet de beste snoeitijd, bijvoorbeeld oude heesterrozen die eenmalig bloeien op het oude hout (Alba-, Gallica-, Damascener-, Centifolia- en mosrozen), en de rambler- of liaanrozen; deze groepen snoei je in de zomer, direct na de bloei. Maar voor de andere rozen is maart de beste tijd.
PERKROZEN Doorbloeiende rozen zoals grootbloemige rozen, theehybriden en trosrozen (polyantha, floribunda), die je niet alleen in perken, maar ook in de border kunt gebruiken.
ENGELSE ROZEN (David Austinrozen) Doorbloeiende rozen met sterk gevulde bloemen, vaak aan doorbuigende stengels. Snoei ze als bij perkrozen (pagina 14), maar hogere vormen kun je ook wat langer laten: als je ze met een derde tot de helft inkort, vormen ze een verhout gestel en wordt de struik hoger; de zware bloemen raken dan minder snel de grond.
DOORBLOEIENDE HEESTERROZEN Een groep die zowel lage als hoge struiken omvat en vaak even breed als hoog wordt. Snoei de lage heesterrozen net als perkrozen. Snoei de hogere vormen, waaronder muskusrozen (moschatahybriden) en parkrozen, minder diep: verwijder dood hout, dun de struik eventueel uit tot op 4 à 7 krachtige (liefst jonge) takken; snoei bij de overgebleven oudere takken de bloemtrossen van vorig jaar weg en kort deze takken met een derde in.
BODEMBEDEKKENDE ROZEN Sterke rozen met een spreidende groeiwijze. Snoei ze om de drie jaar terug, dat kan zelfs met de heggenschaar. Dit levert een extra bossige, dichte groei op.
MINIATUURROOSJES Leuke roosjes voor in potten en bakken. Dun ze uit en knip ze tot op 5 à 8 cm terug.
BOTANISCHE ROZEN Veel ‘wilde’ rozen en afstammelingen hiervan, zoals ‘Canary Bird’ en ‘Geranium’, verdragen snoei minder goed (al kunnen de rugosa-rozen wat meer hebben). Verwijder wel dood en beschadigd hout en dun de struik wat uit als hij te dicht wordt. Bij oude struiken kun je een oude, sterk verhoute tak laag bij de grond wegsnoeien om de struik te verjongen, dat stimuleert de vorming van nieuwe basisscheuten.
STAMROZEN Dit zijn struik- en perkrozen die boven op een stammetje zijn geënt; de kroon wordt dus op dezelfde manier gesnoeid: op 4 à 5 ogen, dus 10 tot 15 cm boven de entplaats. Bij treurrozen op stam die goed zijn uitgegroeid, snoei je de takken om en om terug op 3 à 5 ogen, de overgebleven takken halveer je in lengte.
KLIMROZEN EN RAMBLERROZEN Snoei klimrozen (ook wel leirozen genoemd) in het voorjaar, maar ramblerrozen direct na de bloei.
Het beste snoei je je roos vlak voordat hij gaat uitlopen. Na 6 tot 8 weken zal hij dan beginnen te bloeien.
Om sterke rozen te krijgen, worden ze in de regel geënt op een onderstam van een wilde roos. Die wilde onderstam vormt soms zelf nieuwe uitlopers. Deze wilde scheuten komen uit de grond en zien er heel anders uit dan de rest van de roos. Vaak zijn deze valse scheuten lichtgroen en hebben ze veel stekels. Ze ontsieren de rozenstruik en zorgen ervoor dat de roos minder goed groeit, omdat de groeikracht in de wilde scheuten gaat zitten. Afknippen is zinloos, want dan komen de scheuten gewoon weer terug. Beter is het om wat aarde weg te halen en de scheut van de plant af te scheuren.
Sommige rozen vormen in het najaar prachtige bottels. Die bottels verschijnen alleen als je de bloemen niet wegknipt.
Ruim snoeiafval altijd meteen op om te voorkomen dat ziekten en plagen zich verspreiden.
Klim- of leirozen zijn niet hetzelfde als ramblers, die erg groot kunnen worden. Beide groepen worden dan ook op een eigen manier gesnoeid.
KLIM- OF LEIROZEN
Dit zijn geweldige bloeiers om muren en schuttingen mee aan te kleden. De groei gaat eigenlijk in twee stappen. Eerst vormen ze lange nieuwe scheuten, de gesteltakken, waarop in de volgende jaren zijtakjes ontstaan waaraan de bloemen komen. Die lange onvertakte uitlopers vormen dus het bloeihout voor de komende jaren; probeer ze daarom zoveel mogelijk te behouden en bind ze een beetje horizontaal aan voor de rijkste bloei.
De oudere hoofdtakken hebben afgelopen jaar al bloeiende zijtakjes gevormd. Jaarlijks worden die zijtakjes in het voorjaar ingekort, waarna ze weer uitlopen en opnieuw zullen bloeien.
Als een hoofdtak al een paar jaar oud is, knip hem dan terug net boven een lage nieuwe (onvertakte) scheut die zijn plaats kan innemen. Ook kun je een oude hoofdtak in november/december laag bij de grond wegknippen; dat stimuleert nieuwe groei vanuit de basis. Op die manier wordt je klimroos niet te groot en houd je hem jong, waardoor hij het rijkste bloeit.
KLIMROOS SNOEIEN IN STAPPEN
1 Knip dood en dun hout weg, net als takken die de verkeerde richting opgroeien. Knip hier en daar een oude tak weg, net boven een jongere uitloper. Dat houdt je klimroos zowel in toom als vitaal.
2 Kort alle zijtakken op de hoofdtakken in tot op 3 à 4 ogen. Hieruit zullen nieuwe zijscheuten ontstaan waarop de bloemen worden gevormd. Bind tot slot onvertakte jonge scheuten aan het klimrek aan.
ZOMERSNOEI BIJ RAMBLERS
Deze onstuimig groeiende liaanrozen maken meterslange hoofdtakken, waarop veel lange zijtakken ontstaan. Hierop worden in juni tuilen vol kleine, vaak heerlijk geurende bloemetjes gevormd. Ramblers snoei je niet in het voorjaar maar pas in de zomer, direct na de bloei. Trek bij dit stekelige klusje stevige handschoenen aan.
Houd aan de basis niet meer dan vier of vijf hoofdtakken aan: als het er meer zijn, snoei dan een of twee van de oudste takken weg. Ramblers vormen heel veel topgroei, snoei daarom ook enkele takken bovenin terug op een lagere nieuwe lange uitloper.
Het is vaak lastig om de afgeknipte takken eruit te krijgen. Begin onderaan en werk omhoog, knip alle zijtakken van de oude tak los en trek ze voorzichtig stukje bij beetje tussen de resterende takken uit.
TUINBAAS BARTJAN BAKKER VAN KASTEELTUINEN ARCEN:
Bartjan Bakker is tuinbaas van Kasteeltuinen Arcen. Samen met zijn ploeg is hij verantwoordelijk voor het onderhoud van de tuinen, waaronder het Rosarium, waar zo’n 230 verschillende soorten rozen groeien.
HOE PAKKEN JULLIE HET SNOEIEN
VAN ROZEN AAN?
Bartjan: “Wekelijks worden de uitgebloeide en bijna uitgebloeide bloemen weggeknipt om de bloei te bevorderen en om ervoor te zorgen dat de roos er beter uitziet. Daarnaast zien we graag groene, jonge bladeren. Daarom worden de rozen aan het eind van de winter tot 10 centimeter boven de grond teruggesnoeid. Zodoende is er veel fris groen in het voorjaar. Deze wijze van snoeien zorgt er wel voor dat er een flinke bemestingsbehoefte is.”
WAT IS VOOR JULLIE HET DOEL VAN
HET SNOEIEN?
Bartjan: “We snoeien omdat rozen bloeien op eenjarig hout. Bovendien vinden we het belangrijk dat de rozen op ooghoogte of lager bloeien. Mensen kijken het liefst neer op rozen. Maar we snoeien vooral voor een betere bloei.”
WANNEER EN HOE BEMESTEN JULLIE?
Bartjan: “Voor rozen is twee keer per jaar bemesten het fijnst. Begin winter, net na de bladval van bomen, bemesten we met dierlijke, oude mest. Tussen de mest blijft het wat warmer, deze temperatuur be-
schermt het hart van de plant en de grond bevriest niet. In het voorjaar bemesten we met organische mest. Kasteeltuinen Arcen werkt daarnaast met biostimulanten*) om planten sterker te maken.”
HEB JE NOG ROZENTIPS VOOR ONZE LEZERS?
Bartjan: “Rozen zijn gevoelig voor ziekten als meeldauw en roest. Check bij aanschaf de resistentie tegen deze ziekten. Soorten met een ADR- of Excellence-keurmerk zijn vaak weerbaarder tegen ziekten. En wat betreft het snoeien: het uitdunnen van struiken kan grondscheuten stimuleren, deze stengels zijn dikker en zorgen voor een vollere struik.”
*) Biostimulanten zijn stoffen van natuurlijke oorsprong die de groei en vitaliteit van planten verbeteren. Ze helpen de plant bijvoorbeeld om voedingsstoffen beter op te nemen. Denk bij biostimulanten aan micro-organismen en aminozuren.
Kasteeltuinen Arcen is het grootste bloemen- en plantenpark van Nederland, gelegen rondom een historische buitenplaats met het 17e eeuws Kasteel Arcen. Gelegen in het pittoreske dorpje Arcen, te midden van de Maasduinen in NoordLimburg, is het park sinds 31 mei 1988 geopend voor bezoekers. De tuinen beslaan ruim 32 hectare en zijn verdeeld in meer dan 15 verschillende tuinen, waaronder het barokke Rosarium. Het Rosarium is onderverdeeld in 10 tuinen met bijzondere thema’s, zoals de Klimrozen Tuin, de Winners Tuin (met prijswinnende rozen) en de Klassieke Rozentuin. Elk jaar wordt in juni het Rozenfestijn gehouden en kun je genieten van duizenden bloeiende rozen.
Het park is geopend van eind maart tot begin november, dagelijks van 10.00 tot 18.00 uur. Kijk op www.kasteeltuinen.nl voor meer informatie.
Veel bomen hebben van zichzelf een mooie vorm en daar hoef je dan ook niks aan te doen. Soms is het wel zinvol om een boom enigszins in model te brengen, dat geldt zeker voor vormbomen zoals lei- en dakbomen.
De eerste regel voor bomen is eigenlijk: kies een boom die past bij je tuin. Als je een boom koopt die heel erg groot wordt, dan kun je wel proberen om de boom via snoei klein te houden, maar meestal pakt dat niet zo goed uit. Je hebt veel snoeiwerk en het snoeien gaat ten koste van de mooie, natuurlijke vorm van de boom. Heb je een boom gekozen die past bij het formaat van je tuin, dan nog kan snoeien nodig zijn als onderhoud (bijvoorbeeld om zieke en kruisende takken te verwijderen), om de bloei of vruchtzetting te stimuleren of om de vorm te veranderen. Dat laatste gebeurt bijvoorbeeld als je de boom wil opkronen. Dit houdt in dat je de zijtakken verwijdert tot de hoogte waarop de kroon mag beginnen. Hierdoor wordt de stam beter zichtbaar en ontstaat er ruimte onder de boom. Een te dichte kroon kun je uitdunnen door er een paar takken uit te halen zodat er meer licht in komt en er een meer open structuur ontstaat.
VOLWASSEN BOMEN
Als bomen volgroeid zijn hebben we er meestal geen omkijken meer naar, maar het kan soms nodig zijn ze licht te snoeien om hun mooie vorm te behouden.
• Ongelijke groei is waarschijnlijk het meest voorkomende probleem, maar dat is eenvoudig te corrigeren door die takken weg te halen die in de weg zitten. Knip of zaag deze takken af net boven een uitloper. Probeer ook de reden van de scheve groei te ontdekken. Vaak krijgt de boom
aan één kant meer licht; kijk of daar iets aan gedaan kan worden.
• Twee toppen zorgen voor een dubbele stam, de vork is dan een kwetsbare plek. Haal één tak weg bij de splitsing en laat de boom zelf de balans herstellen door sterke takken te produceren aan de overgebleven tak.
• Wildopslag, scheuten die bij veredelde bomen op de onderstam ontstaan, moeten verwijderd worden omdat deze lelijk zijn en voedingsstoffen van de boom wegnemen.
• Waterloten zijn sterk groeiende scheuten die zich ontwikkelen uit knoppen op de stam of op zijtakken van oude bomen of bomen waarvan te veel takken in één keer zijn weggesnoeid. Verwijder deze waterloten in een zo vroeg mogelijk stadium.
• Verwijder zieke en dode takken op tijd om te voorkomen dat ze bij een storm uit de boom waaien en schade veroorzaken.
te hoogte bereikt heeft. Zorg er vervolgens voor dat er een mooie evenwichtige kroon ontstaat, dun deze uit als hij te vol wordt.
MEERSTAMMIGE BOOM
Dit is een goede vorm voor bomen met mooie schors, zoals Prunus serrula (Tibetaanse sierkers), berken en sommige esdoorns, bijvoorbeeld Acer davidii. Ook Amelanchier lamarckii (krentenboompje) is heel geschikt. Het duurt wat langer voordat deze vorm bereikt is. Het is ook een goede snoeimethode om op een kleine oppervlakte met weinig bomen een bosje te creëren. Kies een jonge plant uit en knip de hoofdtak op een hoogte van 30-45 centimeter af. Er zullen snelgroeiende zijscheuten verschijnen. Dun deze uit tot er, bij voorkeur, een oneven aantal over is. Drie tot maximaal vijf zijtakken is een goed aantal. Wees kritisch en zoek de best geplaatste takken uit. De rest haal je weg.
Als deze takken groeien, moeten ze tot op
Kies een boom die past bij het formaat van je tuin. Dat beperkt het snoeiwerk.
Als je er zelf een wilt kweken, moet je met een jonge treurboom beginnen die nog geen zijtakken heeft. Leid de jonge boom langs een stok en verwijder alle zijtakken die verschijnen totdat de boom de gewens-
een derde teruggeknipt worden. Er zullen nu veel zijscheuten ontstaan, waarvan in het tweede seizoen alle zijtakken worden afgeknipt. Hierdoor ontstaan er 1,50 tot 2 meter lange zijtakken zonder zijscheuten als meerdere stammen aan dezelfde boom. In de volgende jaren moeten alle onge-
Beschadigde takken, bijvoorbeeld door storm, haal je weg.
Wilgen zijn perfect om te knotten.
wenste takken afgeknipt worden, samen met alle kruisende takken.
LEUK OM TE PROBEREN: TERUGZETTEN
Bepaalde bomen kun je eventueel terugsnoeien tot net boven de grond. Dit zorgt ervoor dat de boom opnieuw uitloopt met een groot aantal takken. Deze techniek heet terugzetten. Essen, kastanjes, hazelnoten en wilgen kunnen op deze wijze gesnoeid worden om bonenstaken of hout voor afrasteringen te krijgen. Door deze snoeiwijze ontstaat er een heester met vele stammen en dat kan in kleine tuinen voor een boseffect zorgen.
BOMEN KNOTTEN
Knotten komt op hetzelfde neer als terugzetten, alleen worden de takken niet bij de grond afgeknipt maar boven aan de (voorheen afgezaagde) stam, zodat er een geknotte boom overblijft. In het voorjaar ontstaan er dan snel weer nieuwe scheuten. Knot de boom vervolgens elke twee tot vijf jaar zodat er boven aan de stam een dikke knot ontstaat. Een van de beste bomen om te knotten is de wilg en wel speciaal Salix alba. Veel cultivars hebben mooi gekleurde twijgen, zoals Salix alba ’Vitellina’; hoe meer hij geknot wordt, hoe meer twijgen er komen en hoe mooier hij ’s winters is. Zelf een knotwilg maken? Neem ’s winters een verse wilgensliet (dit is een afgesnoeide scheut van een knotwilg), haal hier de zijtakjes vanaf en zet deze tot 1 m diep in de (bij voorkeur vochtige) grond. Deze ‘stok’ zal in het voorjaar vanzelf uitlopen. Haal de
zijtakjes weg maar laat de scheuten aan de top zitten. Zaag of knip na twee jaar de ‘stok’ af op de gewenste hoogte, de hoogte waarop na verloop van tijd de knot zich zal ontwikkelen. Na circa vier jaar kun je de boom voor de eerste keer knotten.
Laanbomen zoals platanen worden dikwijls gekandelaberd omdat ze anders veel te groot worden. Ook wordt hiermee voorkomen dat er te zware takken ontstaan die af kunnen breken en ongelukken kunnen veroorzaken. Bij kandelaberen worden ’s winters alle zijscheuten van de hoofdtakken afgeknipt, en deze hoofdtakken
worden vervolgens ingekort zodat de boom een framewerk van takstompen vormt. De scheuten die uit deze takstompen groeien, worden regelmatig afgeknipt voordat ze te groot en hinderlijk worden. Het resultaat is een boom met takkenframe dat doet denken aan de armen van een kandelaar, vandaar deze naam. Deze techniek wordt vaak toegepast bij bomen langs wegen en pleinen. Vooral in Frankrijk is deze snoeivorm erg populair.
LEIBOMEN
Leien zijn in elkaar gevlochten bomen, die samen een haag op poten vormen. Linden, platanen, beuken, fruitbomen en
Bij sommige bomen en klimmers komt de sapstroom al rond de kortste dag op gang. Als je ze in januari of later snoeit, kunnen de wonden sterk bloeden en dit verzwakt de plant. Zomersnoei is bij deze soorten het beste omdat de snoeiwonden dan snel sluiten, maar een enkele tak verwijderen kan nog vóór de kerst. De letters ABC vormen een handig ezelsbruggetje om de belangrijkste bloedende soorten te kunnen onthouden:
A Acer (esdoorn) bloedt gemakkelijk, snoei ruim vóór kerst. Let ook op het model, een brede groeier laat zich niet tot een opgaande vorm knippen.
B Betula (berk) kan een hoge boom worden, haal bijtijds wat van de onderste takken weg als je meer licht in de tuin wilt.
C Carpinus (haagbeuk, als haag en als boom) snoei je ruim vóór kerst. Als je een haag sterk wilt terugzetten, doe dat dan in twee jaar (één kant per keer).
Druiven (Vitis, ook siervormen) snoei je het best voor eind december. Verderop in deze special vind je een artikel over druiven snoeien. Ook een kiwi (Actinidia) snoei je bijtijds, net als de klimplant Actinidia kolomikta met roze en witte vlekken op het blad. De notenboom (Juglans) bloedt zo sterk dat je de snoei hiervan beter tot de nazomer uitstelt.
Haagbeuk (Carpinus) kun je ook als een haag op stam snoeien.
haagbeuken kun je voor dit doel gebruiken. Een haag op poten maak je door drie- tot vierjarige bomen langs een rij palen te planten waartussen bamboestokken of draden zijn gespannen. Plant de bomen in de herfst ongeveer 2,50 meter uit elkaar tegen een stevige paal. Alle takken die lager uit de stam groeien dan de laagste rij draden knip je af, ook overtollige, verkeerd geplaatste takken snoei je weg; andere takken bind je horizontaal aan. Deze takken kunnen in elkaar gevlochten worden als ze lang genoeg zijn.
Als de gewenste vorm is bereikt, moet je elk jaar blijven snoeien, net zoals je bij een gewone haag zou doen. Haal alle ongewenste zijscheuten die uit de stam groeien weg. Voor een snel resultaat kun je ook reeds gevormde leibomen kopen.
BOMEN IN DAKVORM
Omdat een plataan goed reageert op snoei en je de jonge takken uitstekend kunt leiden, is deze boom heel geschikt als groene parasol. Je hebt er wel wat werk aan, want een plataan is van nature een sterke groeier, die in de loop van het seizoen veel opgaande scheuten vormt. Om je dakplataan in model te houden, snoei je die scheuten elk jaar terug tot op 2 centimeter van de gesteltakken. Doe dit net voordat het bruine blad afvalt of tijdens de rustperiode in de winter. Is de groei erg sterk, kort dan de eenjarige scheuten rond juni alvast met de helft in.
Platanen zijn het bekendst, maar ook linde (Tilia europaea ‘Pallida’ of ‘Euchlora’) is geschikt. Linde heeft mooie, hartvormige
bladeren en een geurige bloei in juni. Het is bovendien een bijenmagneet. Moerbei (Morus alba ‘Fruitless’) is ook geschikt. De brede bladeren vormen snel een dicht dakje. Kies wel voor deze vruchtloze variant want de vruchtjes kunnen lelijke vlekken veroorzaken die je nooit meer uit je kleding krijgt.
BOLCATALPA SNOEIEN
De trompetboom (Catalpa bignonioides) is een grote boom die bloeit met grote, witte bloemen en die in de herfst lange bruine peulen maakt. Prachtig maar voor veel tuinen helaas te groot. In plaats daarvan wordt vaak de bolcatalpa aangeplant. De bolcatalpa is een knotboom die geen bloemen en dus ook geen peulen geeft. Je snoeit hem jaarlijks op een vorstvrije dag aan het eind van de winter, in februari of begin maart. De snoei lijkt op die van de knotwilg: je knipt alle takken van het voorgaande jaar weg maar laat ongeveer 5 centimeter staan zodat de boom nog kan uitlopen.
Verreweg de meeste sierbomen hoef je niet te snoeien, behalve dus om een bepaald effect te krijgen, zoals een bolvorm of een dakvorm. Deze vijf populaire bomen snoei je zo:
1 MAGNOLIA (ZOALS MAGNOLIA SOULANGEANA) Bij voorkeur niet snoeien; indien nodig na de bloei (mei–juni), alleen dode of verkeerd groeiende takken verwijderen. Magnolia’s herstellen langzaam van snoei. De snoeiwond kan leiden tot schimmelinfecties en bloeden. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de stermagnolia.
2 JAPANSE SIERKERS (PRUNUS SERRULATA) Snoei is zeer beperkt nodig. Verwijder alleen dode of beschadigde takken direct na de bloei (mei–juni).
3 SIERAPPEL
(ZOALS MALUS ‘RED SENTINEL’)
In de winter of het vroege voorjaar (januari t/m maart) kun je de kroon wat uitdunnen en verwijder je zieke, dode en kruisende takken.
4 AMBERBOOM (LIQUIDAMBAR STYRACIFLUA)
Over het algemeen geen snoei nodig. Verwijder dode of scheefgroeiende takken in de winterrustperiode (januari en februari).
5 KRENTENBOOMPJE (AMELANCHIER LAMARCKII)
Direct na de bloei (mei) kun je het krentenboompje wat in vorm snoeien. Verwijder ook zieke, dode en kruisende takken en houd de struik open zodat de wind kan circuleren.
Een BOOM snoeien kan een lastige klus zijn. Werk veilig en gebruik een stevige ladder. Bij twijfel kun je beter een professional inschakelen.
ELK JAAR STERVEN ER IN ONZE
MOOIE JAPANSE ESDOORN WEL
EEN PAAR TAKKEN AF. HOE KOMT
DIT EN WAT KAN IK ERTEGEN DOEN?
KAN IK DE DODE TAKKEN GEWOON AFKNIPPEN?
Het gaat hier waarschijnlijk om verwelkingsziekte ofwel Verticillium, een schimmelziekte die vanuit de bodem via de wortels de plant binnendringt. Is een plant eenmaal aangetast, dan zorgt dit voor verstopping van de vaten. De sapstroom wordt dan onderbroken, waardoor takken verwelken en afsterven. Bij de Japanse esdoorn – en ook bij grootbloemige clematissen – komt deze ziekte regelmatig voor. Helaas is er niet veel tegen te doen. Belangrijk is om de aangetaste takken eruit te knippen. Knip daarbij net iets in het gezonde hout en zorg dat je daarna de snoeischaar ontsmet (bijvoorbeeld met brandspiritus) om verdere aantasting te voorkomen.
Tegen verwelkingsziekte is niet veel te doen. Knip in ieder geval de aangetaste takken eruit.
OP SOMMIGE GESTELTAKKEN VAN
MIJN DAKPLATAAN ZIJN HALVERWE
GE OMHOOG WIJZENDE KNOESTEN ONTSTAAN. KAN IK DIE ONGESTRAFT
AFZAGEN, EEN PAAR CENTIMETER BOVEN DE GESTELTAK?
Die knoesten ontstaan door de jaarlijkse snoei die nodig is om een dakplataan in vorm te houden en zijn juist karakteristiek voor dit type boom. Bij een dakplataan of andere leiboom snoei je tussen november en februari alle takken die zich afgelopen seizoen hebben gevormd, helemaal terug. Kies hiervoor een vorstvrije dag uit, want dan helen de snoeiwonden beter. De knoesten afzagen is geen goed idee, het zou enorme snoeiwonden geven waardoor ziektekiemen makkelijker de boom binnen kunnen dringen. De knoesten zitten bovendien vol met slapende knoppen, die in het voorjaar uitlopen waardoor er weer een mooi vol bladerdek ontstaat.
IK HEB EEN OUDE SERING DIE NIET MEER GOED BLOEIT. KAN IK HEM SNOEIEN VOOR EEN BETERE BLOEI? EN WELKE MEST KAN IK HET BESTE GEVEN?
Dit probleem met sering horen we vaak. Dat is eigenlijk wel bijzonder, want een sering is gemakkelijk en groeit bijna overal. Daarom zag je de sering ook vaak bij boerderijen staan en er werden vaak bloemen van geknipt voor de vaas. Dit is gunstig, want hierdoor ontstaan vanzelf weer zijloten en daar komen uiteindelijk de nieuwe bloemen aan. Tegenwoordig snoeien we de sering meestal niet en dat zorgt ervoor dat deze steeds minder bloei geeft. Snoei hem daarom jaarlijks vlak na de bloei.
Een sering met achterstallig onderhoud kun je drastisch snoeien om te verjongen. Zaag de stammen dan tussen november en maart af tot zo’n 20-50 cm boven de grond maar laat goede, jonge scheuten zitten. Natuurlijk gaat dat de eerste paar jaar wel ten koste van de bloemen. Vind je dit al te drastisch? Knip dan om de paar jaar een derde van de oude stammen helemaal terug. Dat een sering niet wil bloeien, ligt overigens niet altijd aan de snoei. Het kan ook zijn dat je mest met te veel stikstof geeft. Dit geeft een enorme groei wat ten koste gaat van de bloei. Strooi daarom bij voorkeur langzaam werkende, organische mest, dan voorkom je sowieso een overdosis stikstof.
IK WIL WAT TAKKEN VAN MIJN MAGNOLIA AFKNIPPEN VOOR IN DE VAAS. MAAR KAN DAT EIGENLIJK WEL OF IS DAT NIET GOED VOOR DE BOOM?
Als de boom voldoende bloeitakken heeft, zou je er best een paar kunnen afknippen. Doe dat dan liefst net voordat de knoppen opengaan. Magnolia heeft vrij taai hout, gebruik dus een scherpe snoeischaar; daarmee krijg je ook mooiere snoeiwonden die goed kunnen dichtgroeien. Ook belangrijk; een magnolia heeft een karakteristieke groeivorm, zorg dat deze behouden blijft. Voordat je het weet, haal je de vorm eruit en is de boom verminkt. Je moet weten dat een magnolia langzaam groeit en in principe niet of amper hoeft te worden gesnoeid. Normaal gesproken verwijder je in meijuni – na de bloei – alleen beschadigde of kruisende takken. Zelf zou ik nooit bloeitakken uit mijn magnolia knippen. In de tuin gaan de bloemen bovendien langer mee dan binnen in de vaas.
Een magnolia heeft een karakteristieke groeivorm, zorg dat deze behouden blijft.
LIEUWE WESTRA IS TUINADVISEUR BIJ TUINKEUR EN HEEFT JARENLANGE ERVARING ALS HOVENIER. IN DEZE RUBRIEK BEANTWOORDT HIJ SNOEIVRAGEN VAN TUINLIEFHEBBERS.
WIJ HEBBEN EEN PRACHTIGE ROZE
SIERKERS IN ONZE TUIN, DEZE IS NU ZO’N 12 M HOOG. ONZE BUREN GEVEN AAN DAT WE DEZE MOETEN SNOEIEN OM HEM VOLLER TE LATEN WORDEN. IK VIND HEM ZELF AL HEEL
MOOI VOL EN OOK HET MODEL VAN DE BOOM VIND IK MOOI. WAT KAN IK HET BESTE DOEN? WEL OF NIET SNOEIEN? EN INDIEN WEL, MOET ER DAN VAN ELKE TAK EEN STUKJE AF, ZODAT HIJ TOCH ZIJN MODEL BEHOUDT? EN MOET ER DAN OOK VAN DE BOVENKANT EEN STUK AF?
Van sierkersen zijn ontzettend veel soorten en cultivars, maar vermoedelijk is dit een cultivar van Prunus serrulata - de gewone Japanse sierkers - die in het voorjaar zo uitbundig bloeit. Deze soort heeft niet veel snoei nodig. Het is voldoende om alleen af en toe licht te snoeien om de boom in vorm te houden, bijvoorbeeld als er een lange tak uit de kroon schiet. Ook laagzittende takken zou je weg kunnen halen als je dat mooier vindt. Snoeien doe je bij een sierkers direct na de bloei. Zorg daarbij voor goed en scherp gereedschap. Jullie zijn tevreden over de groeivorm van de sierkers, dus waarom zou je dan gaan snoeien? Drastisch snoeien door dikke takken in te korten, gaat vaak ten koste van het model van de boom. Wil je toch flink snoeien zorg er dan voor dat je geen ‘kapstokken’ krijgt. Kort de takken zorgvuldig en met beleid in, zodat de vorm van de sierkers behouden blijft.
IN MIJN TUIN STAAT EEN GINKGO BILOBA VAN TWINTIG JAAR OUD. IK WIL ER GRAAG EEN PAAR TAKKEN UIT VERWIJDEREN, DIE ZOVER NAAR BENEDEN HANGEN DAT JE ER NIET ONDERDOOR KUNT LOPEN. WANNEER KAN IK DEZE BOOM HET BESTE SNOEIEN? IK WIL DE TAKKEN VLAKBIJ DE STAM WEGHALEN, KAN DAT?
Een Ginkgo, ook wel Japanse notenboom genoemd, kun je goed in vorm snoeien als deze jong is, daarna is snoeien niet meer nodig en zelfs af te raden. Oudere exemplaren, zoals deze, herstellen erg slecht na een snoeibeurt. Bedenk dus goed of het echt wel nodig is om te snoeien. Je doet de boom er beslist geen plezier mee, en, snoei je op het verkeerde moment, dan kan de boom gaan bloeden waardoor deze verzwakt. Wil je de takken toch snoeien, doe dit dan in meerdere snoeibeurten, waarbij je elk jaar één tak weghaalt, zodat de boom minder belast wordt. Snoei de takken dicht bij de stam weg en doe dat in de winter, tussen november en februari, als de sapstroom vrijwel stil ligt. Nooit tijdens een vorstperiode.
Heesters zijn prachtige blikvangers in de tuin, maar zonder jaarlijkse snoei kunnen ze al snel uit de kluiten groeien en hun vorm verliezen. Bovendien zorgt een regelmatige knipbeurt ervoor dat ze rijk blijven bloeien. Er zijn grofweg twee soorten heesters: bladverliezende heesters, die in de winter hun blad verliezen, en wintergroene soorten die het hele jaar door groen blijven.
BEELD: SHUTTERSTOCK
Voordat we dieper ingaan op het snoeien van heesters, is het handig om eerst even stil te staan bij het verschil tussen een heester en een boom. Ze vragen namelijk om een heel andere aanpak met de snoeischaar! Een makkelijke vuistregel: draagt een stam, of meerdere stammen, een kroon? Dan heb je te maken met een boom. Heesters daarentegen blijven meestal kleiner, hebben geen duidelijke stam en groeien vanuit de basis met meerdere takken omhoog. Zelfs een kleine Japanse esdoorn op stam valt dus onder de bomen, net als een imposante eik! Heb je net een heester geplant? Door de eerste jaren gericht te snoeien, kun je hem een mooie, evenwichtige vorm geven. Denk aan symmetrie: het oogt niet alleen fraaier, maar helpt de plant ook om zich gezond te ontwikkelen. Takken die naar binnen groeien, kun je beter weghalen om ruimte en licht in het hart van de plant te houden.
Een handige tip die je vaak hoort: snoei in de vorm van een wijnglas. Zo groeien de takken sierlijk naar buiten, rondom een open midden. Vooral bij krachtig groeiende heesters is dat een mooi uitgangspunt.
Het beste tijdstip om de snoeischaar in een bladverliezende heester te zetten, is afhankelijk van de bloeiperiode van de plant.
LATE ZOMER-, HERFST- EN WINTERBLOEIERS
Heesters die aan het eind van de zomer en in de herfst bloeien en heesters die de volgende winter bloeien, moeten begin voorjaar gesnoeid worden. Ze bloeien op hout dat in één seizoen gegroeid is en daarom moet de plant in het voorjaar en in de zomer zoveel mogelijk takken vormen om zo rijk mogelijk te bloeien. In de zomer bloeit onder andere vlinderstruik (Buddleja davidii), terwijl het meloenboompje (Chimonanthus praecox) al in januari of februari bloeit.
VOORJAARS- EN ZOMERBLOEIERS
Voor heesters die in het voorjaar bloeien zoals ribes en forsythia, en alle andere heesters die vóór de langste dag bloeien is de beste snoeitijd direct na de bloei. Dan heeft de plant voldoende tijd om nieuwe bloeitakken voor volgend jaar te vormen. Planten als cotoneaster, en sommige Berberis- en Viburnumsoorten vormen een uitzondering omdat ze dikwijls een nabloei
hebben of mooie bessen of zaden geven. Zij hoeven nagenoeg niet gesnoeid te worden, haal aan het eind van de winter alleen zo nodig zieke en dode takken weg. Kruisende takken mag je ook altijd wegsnoeien.
DOORBLOEIERS
Heesters die bijna onafgebroken bloeien zoals Fuchsia magellanica mag je aan het eind van de winter snoeien. Knip alle afge-
storven stengels tot net boven de grond af of tot waar je gezonde, groene delen ziet. Jonge scheuten kun je tot op 10-20 cm terugsnoeien om een compacte en bossige groei te stimuleren.
VERJONGINGSSNOEI
Is een heester totaal uit vorm geraakt? Dan kun je hem met een verjongingssnoei weer helemaal opfrissen.
De vlinderstruik (Buddleja davidii) mag je elk jaar fors snoeien. Doe dat in maart of april, maar niet als het vriest, want dan kan de heester flink invriezen. Knip alle takken tot op 30-50 cm van de grond af, liefst een paar centimeter boven de nieuwe scheuten. Door ver terug te knippen, bevorder je de groei van sterke nieuwe scheuten die grote bloemtrossen zullen dragen en later bloeiende zijscheuten. De snoei zorgt er ook voor dat de plant op ooghoogte bloeit, zodat je de mooie bloemtrossen én de vlinders goed kunt zien. Op dezelfde manier snoei je ook Caryopteris, Perovskia en Kaapse fuchsia (Phygelius).
Vlinderstruik
De meest directe aanpak, vooral bij krachtig groeiende struiken, is om alle takken terug te knippen tot zo’n 30 centimeter boven de grond. Dit klinkt drastisch, maar het zorgt voor een sterke, gezonde hergroei en een volledig verjongde plant.
Wil je het liever wat geleidelijker aanpakken? Dan kun je ook in fases snoeien:
1 Begin met het verwijderen van dood hout en kruisende takken.
2 Knip vervolgens de helft van de overgebleven takken terug tot net boven een gezonde knop, dicht bij de grond.
3 Het jaar daarna snoei je de rest op dezelfde manier terug.
Zo geef je de struik de kans om zich te vernieuwen zonder hem helemaal kaal te knippen.
HEESTERS IN POTTEN SNOEIEN
Heesters die in potten groeien, kun je in principe op dezelfde manier snoeien als heesters in de vollegrond. Wel is het goed om rekening te houden met de beperkte ruimte voor de wortels. Omdat potplanten
Een uit vorm geraakte heester fris je weer op met verjongingssnoei.
niet te groot mogen worden, snoei je ze vooral om de groei te beheersen in plaats van te stimuleren. Ook wortelsnoei kan nodig zijn als de plant te groot wordt of minder goed groeit. Til de kluit uit de pot, schud voorzichtig zoveel mogelijk oude grond van de wortels en knip de wortels tot ongeveer de helft terug. Let erop dat je de gezonde wortels zo min mogelijk beschadigt. Plant de heester daarna terug in verse potgrond. Boven de grond snoei je zoals je gewend bent, maar met iets meer aandacht voor vorm: haal een paar takken volledig weg om de plant luchtig en in verhouding te houden.
De felrode takken van rode kornoelje (Cornus alba) zijn een blikvanger in de winter. Om die takken zo mooi rood te houden, snoei je in maart, of als de bladeren net uit gaan lopen, alle takken bijna tot op de grond toe af. Op dezelfde manier snoei je andere kornoeljes met gekleurde takken zoals Cornus sanguinea ‘Midwinter Fire’ en C. stolonifera ‘Flaviramea’.
De pruikenboom (Cotinus) hoef je niet te snoeien maar het is wel de moeite waard. De bladeren worden twee keer zo groot als aan een niet-gesnoeide heester en de kleur is voller. Knip bijvoorbeeld Cotinus coggygria ‘Royal Purple’ helemaal terug in de winter. Het blad zal dan schitterend paarsrood van kleur zijn. Als C. ‘Grace’ dezelfde behandeling krijgt worden de bladeren mooi groot en paars met groen.
Wintergroene heesters geven vorm en kleur, het hele jaar door. Een lichte snoeibeurt is voldoende om ze mooi te houden.
Groenblijvende heesters zoals taxus, laurier (Laurus nobilis) en Japanse hulst (Ilex crenata) zijn geschikt voor vormsnoei en worden elders in deze snoeispecial uitgebreid besproken. In dit artikel beperken we ons tot de overige groenblijvers. Sommige houden perfect hun vorm, andere moeten juist regelmatig gesnoeid worden. De meeste groenblijvende heesters kunnen het beste eind winter of direct na de bloei gesnoeid worden. Groenblijvende heesters hebben de neiging om een dichter bladerdek te krijgen dan bladverliezende heesters, maar het is niet nodig ze open te snoeien om er meer licht en lucht in te laten circuleren. Het hoofddoel is om de heester zijn natuurlijke vorm te laten behouden en bij bloeiende of vruchtdragende heesters om zoveel mogelijk bloemen of vruchten te krijgen.
ZO GA JE TE WERK
Onderhoudssnoei is de meest voorkomende vorm van snoei en houdt simpelweg in dat je uitgebloeide bloemen, oud hout en zieke of zwakke takken verwijdert. Deze aanpak is geschikt voor bloeiende heesters die bloeien
in het voorjaar, de zomer of het najaar en kan meestal op elk moment worden uitgevoerd, mits het niet vriest.
Een mooi voorbeeld is de schijnhulst (Osmanthus delavayi), die in het voorjaar bloeit met heerlijk geurende witte bloemen. Zodra de bloei voorbij is:
• Knip zwakke of beschadigde takken weg.
• Verwijder takken die kruisen of tegen elkaar schuren.
• Takken die rijk hebben gebloeid? Kort ze in tot boven een knop die naar buiten wijst.
• Is de struik wat te vol? Dun hem dan lichtjes uit door hier en daar een tak weg te nemen.
Deze manier van snoeien is ideaal voor groenblijvende, rijkbloeiende heesters die verder weinig onderhoud vragen.
Groot uitgegroeide, groenblijvende heesters als laurierkers kunnen een tweede leven krijgen door een stevige verjongingssnoei. Het is een forse ingreep, maar in bijna alle gevallen zal de heester het prima overleven. Deze snoeibeurt wordt over drie groeiseizoenen verdeeld.
Sommige planten hebben de neiging om terug te keren naar hun oorspronkelijke, ‘gewone’ vorm. Dit noemen we terugsporten.
Bijvoorbeeld: een bontbladige heester zoals hulst kan plots takken ontwikkelen met volledig groene bladeren. Deze groene takken wijken af van het bonte uiterlijk en verdringen soms zelfs de bonte delen. Om dit te voorkomen, is het belangrijk om zulke takken helemaal tot aan de basis terug te snoeien. Dit verschijnsel ontstaat doordat veel bonte planten zijn ontstaan uit spontane mutaties (sporten) van de oorspronkelijke soort. Zulke cultivars zijn genetisch minder stabiel, waardoor ze soms terugvallen naar hun oorspronkelijke, groene vorm.
JAAR 1 - de basis zetten
• Snoei de hele struik eind winter terug tot ongeveer 45 tot 60 cm boven de grond.
• Verwijder ook alle dunne en zwakke takken.
• Laat uiteindelijk vijf tot zes stevige stompen staan.
• De plant zal daarna krachtig uitlopen met veel nieuwe scheuten.
JAAR 2 - orde scheppen
• Dun het woud aan nieuwe scheuten uit.
• Laat per stomp twee tot maximaal drie sterke scheuten staan.
• Verwijder de rest, zodat licht en lucht weer bij de kern kunnen.
JAAR 3 - opbouw en vertakking
• Top de overgebleven scheuten: knip de uiteinden eruit om de vorming van zijscheuten te stimuleren.
• Zo ontstaat een vollere, compacte struik met een frisse structuur.
Andere planten die ook goed op zo’n snoeibeurt reageren zijn Viburnum tinus, Mahonia en Photinia
ZONDER ZORG
Er zijn groenblijvende heesters die goed groeien zonder enige snoei, hoewel de meeste wel goed zullen reageren op verjongingssnoei als ze oud geworden zijn.
Andere groenblijvende heesters groeien heel erg langzaam en hoeven nooit gesnoeid te worden.
Portugese laurier (Prunus lusitanica) Hoewel deze laurier goed gesnoeid kan worden, is het meestal niet nodig.
Kalmia Een groenblijvende heester, die je nooit hoeft te snoeien.
Sarcococca Laat deze heester maar gewoon met rust.
Peperboompje (Daphne) Alle groenblijvende Daphnes kunnen niet tegen snoeien. Spaanse brem (Genista hispanica) Een plant die van nature een mooie vorm houdt.
ONGELIJKE GROEI HERSTELLEN
Een enkele keer groeit een heester scheef of ontwikkelt hij zich niet geheel naar wens. De eerste reactie zal zijn om de te lange takken af te knippen, zodat de plant weer in evenwicht lijkt. Sterke snoei heeft echter sterke groei tot gevolg; de te lange takken die worden ingekort zullen nog harder gaan groeien.
Het geheim is om juist de zwakke takken te snoeien en de te lange nauwelijks. Eerst zal de heester er niet bepaald mooi uitzien, maar wees gerust, na één groeiseizoen heeft het evenwicht zich hersteld.
• Probeer te bedenken hoe je de heester graag zou willen hebben en snoei met dit beeld in je achterhoofd.
• Doe regelmatig een stapje achteruit om het resultaat van het werk van een afstandje te bekijken.
• Voel je niet verplicht om je planten te snoeien. Als je het niet nodig vindt, doe het dan niet. Er is nog nooit een heester doodgegaan omdat hij niet gesnoeid werd.
Grootbladige heesters, zoals laurierkers en sommige hulstsoorten, komen beter tot hun recht als je ze snoeit met een snoeischaar in plaats van een heggenschaar. Hoewel een heggenschaar de plant niet direct schaadt, worden er vaak veel bladeren slordig doorgesneden. Dit geeft een rommelig en rafelig uiterlijk. Met een snoeischaar kun je daarentegen preciezer werken en takken netjes knippen zonder het blad te beschadigen. Het kost misschien wat meer tijd, maar het eindresultaat ziet er veel verzorgder uit en dat is de moeite waard!
Van een jonge Camellia met een stevige hoofdtak moet de bovenste zijtak teruggesnoeid worden als deze even sterk lijkt te worden als de hoofdtak. Het doel is een evenwichtige plant te krijgen met één sterke hoofdtak waaruit de zijtakken zullen groeien. De beste tijd om te snoeien is net voordat de groei begint in het voorjaar. Het wil nog wel eens voorkomen, dat de hoofdtak niet stevig is en maar een paar zijtakjes heeft. Knip dan de top net boven een goed zichtbare knop af. De plant zal dan sterke zijtakken produceren die het gestel van de plant gaan vormen. Wees niet bang ook bij volgroeide planten te snoeien en alle zwakke en kruisende takken af te knippen boven een naar buiten wijzende knop. Deze werkwijze is ook geschikt voor snelgroeiende rododendrons en hulst met een open groeiwijze.
Lavendel is een compacte heester die je het best twee keer per jaar snoeit. Zo blijft de plant bossig, fris en rijkbloeiend.
Zonder snoei valt lavendel makkelijk uit elkaar en krijgt hij een dorre, versleten uitstraling. Regelmatig snoeien verlengt de levensduur en zorgt voor een mooiere vorm.
VOORJAARSSNOEI
De meest voorkomende lavendelsoort, Lavandula angustifolia, snoei je flink terug in het vroege voorjaar, liefst in maart. Knip de stengels terug tot circa 15 centimeter boven de grond, maar zorg dat er nog wat grijsgroen blad aan elke stengel zit. Snoei nooit in het verhoute deel, want dat loopt slecht of helemaal niet meer uit. Een heggenschaar is hiervoor prima te gebruiken.
NAJAARSSNOEI
Na de bloei, meestal in september, krijgt lavendel een lichte snoeibeurt. Verwijder alle uitgebloeide bloemen en breng de plant weer wat in model. Ook dit kun je met een heggenschaar doen. De plant groeit dan nog even door en vormt een frisse, groene pol voor de winter. Net als in het voorjaar: snoei nooit tot in het dode hout.
In maart herhaal je vervolgens weer de stevige voorjaarssnoei.
NIEUWE LAVENDEL PLANTEN
Heb je net een jonge lavendel gekocht?
Top deze in het eerste voorjaar een paar keer. De bloei zal dat jaar iets minder zijn,
TIP
Hoe later je snoeit, hoe later de lavendel bloeit.
maar de plant wordt wel voller en vertakt zich beter. Dat is goed voor de lange termijn.
OUDE LAVENDEL OPKNAPPEN
Is je lavendel al jaren niet gesnoeid? Dan is hij waarschijnlijk flink verhout en moeilijk in model te krijgen. Dode of dorre delen mag je wegknippen. Zie je nieuwe scheuten in het midden van de plant? Geef die licht door de afgestorven delen te verwijderen. Soms red je de struik zo nog. Maar als er geen nieuwe groei te zien is en de plant vooral uit hout bestaat, is vervangen vaak de beste keuze.
De forsythia is een echte blikvanger in het vroege voorjaar, met zijn uitbundige, felgele bloemen. Wil je elk jaar van die rijke bloei genieten? Dan is het belangrijk om deze heester op het juiste moment en op de juiste manier te snoeien.
WAAROM SNOEIEN?
Forsythia bloeit op takken die het jaar ervoor zijn gevormd. Zonder snoei groeit de struik uit tot een wirwar van lange, kale takken met alleen aan de toppen wat bloemen. De plant wordt dan te groot, valt open in het midden en verdringt andere struiken in de tuin. Regelmatig snoeien houdt de struik compact, vitaal en mooi in vorm, met bloemen verspreid over de hele plant.
WANNEER SNOEIEN?
Snoei direct na de bloei, meestal in april of mei. Zo heeft de plant genoeg tijd om in de zomer nieuwe takken te vormen waarop hij het jaar erop weer zal bloeien. Snoei bij voorkeur voor 21 juni – dit is cruciaal, omdat forsythia alleen bloeit op het hout dat vóór de zomer gevormd is.
HOE SNOEI JE?
1 Gebruik een takkenschaar of handzaag voor de dikkere takken. Verwijder 2 tot 3 van de oudste takken helemaal onderaan, vlak bij de grond of net boven een sterke uitloper.
2 Laat 3 tot 5 gezonde, jonge takken staan. Die zorgen volgend jaar voor bloemen.
3 Knip met een snoeischaar alle dunne, slappe twijgjes weg die geen toegevoegde waarde meer hebben.
Ben je te laat met snoeien? Doe het dan alsnog vóór eind juni. Zo geef je de nieuwe scheuten nog de kans om voldoende te groeien voor de winter.
HERKEN OUD EN JONG HOUT
Kijk goed naar je forsythia: de oudste takken zijn dik, vertakt, en hebben een bruine, houtige bast. Deze zijn vaak twee jaar of ouder. Jonge, veelbelovende takken zijn wat dunner, groeien recht omhoog en hebben een frissere kleur. Helemaal onderaan zie je soms nieuwe scheuten opkomen en die laat je zeker staan.
Door elk jaar na de bloei de oudste takken weg te knippen en jong hout de ruimte te geven, houd je je forsythia vitaal en rijkbloeiend.