Patiënteninformatie: cognitieve gedragstherapie bij boulimia nervosa

Page 1

Informatie over een effectieve behandeling bij boulimia nervosa, voor de mensen die het betreft en hun omgeving.

COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE BIJ BOULIMIA NERVOSA

Cognitieve gedragstherapie (CGT) leert je om anders tegen moeilijke situaties aan te kijken en om daar anders mee om te gaan. De therapie gaat over gedachtes en gedrag, ofwel denken en doen. De eerste stap is om de klacht in kaart te brengen. Daarna werk je met de therapeut samen om je doelen te bereiken. Je onderzoekt in welke mate je gedachtes en gedrag helpend zijn. Dat doe je door samen na te denken

en vooral door dingen uit te proberen. Vaak blijkt dat de situatie niet zo negatief is als je denkt (verwacht), maar je moet het eerst ervaren om het te geloven. Door deze aanpak verminderen je klachten. Je wordt sterker, voelt je veiliger en hebt meer controle. De mensen om je heen zijn ook belangrijk in de therapie en worden waar mogelijk betrokken om verder te komen.

brochure
‘Voor mij was CGT een fundament om mijn herstelproces in gang te zetten’

WAT IS BOULIMIA NERVOSA EN WANNEER HEB JE HULP NODIG?

Wat is boulimia nervosa?

Boulimia nervosa is een eetstoornis waarbij iemand last heeft van eetbuien en het compenseren hiervan. Er is sprake van een eetbui als je een grote hoeveelheid voedsel in een relatief korte tijd eet en als je daarbij controleverlies ervaart. Uit angst om hierdoor aan te komen, ga je de eetbui compenseren door bijvoorbeeld te braken, te laxeren of extreem te sporten. Ook ga je lijnen om te proberen je gewicht onder controle te houden. Dit leidt uiteindelijk weer tot een volgende eetbui. Zo ontstaat een vicieuze cirkel die de obsessie met eten, niet eten en compenseren vergroot. Als je moeite hebt met het omgaan met emoties, kan dat ook nog van invloed zijn op het ontstaan van eetbuien.

Mensen met boulimia nervosa beoordelen zichzelf grotendeels op basis van hun uiterlijk of gewicht, en de controle die hierop wordt uitgeoefend. Vaak hebben mensen met boulimia een gezond gewicht, waardoor aan de buitenkant niet te zien is dat er mogelijk een probleem met eten is.

Wanneer heb je hulp nodig?

Heb je last van eetbuien en compensatiegedrag (braken, laxeren of bovenmatig sporten) en ben je heel bang om aan te komen? Beheersen eten, uiterlijk en gewicht je gedachtes? Dan heb je mogelijk boulimia nervosa. Je hebt hulp nodig als je eetgedrag je normale, dagelijkse bezigheden belemmert.

Twijfel je of je hulp nodig hebt? Bespreek het met je huisarts.

Hoe ontstaat boulimia nervosa?

Er is niet één specifieke oorzaak aan te wijzen, maar er zijn wel risicofactoren die de kans vergroten dat iemand boulimia nervosa ontwikkelt. Genetische factoren of omgevingsfactoren kunnen invloed hebben (bijvoorbeeld als gezinsleden vaak aan de lijn doen of als je gepest bent). Ook zijn er mogelijk psychische factoren; je hebt bijvoorbeeld weinig zelfvertrouwen, je bent perfectionistisch of je vindt het moeilijk om je emoties te uiten.

In Nederland krijgen naar schatting 1 à 2 mensen per 100 inwoners boulimia nervosa, 90 tot 95% van hen is meisje/vrouw.

‘Het kan je leven flink gaan beheersen’
!

HOE GAAT COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE IN ZIJN WERK?

Wat is cognitieve gedragstherapie?

Cognitieve gedragstherapie onderzoekt de samenhang tussen gebeurtenissen, gevoelens, gedachten en gedrag. Het is een actieve therapie, waarbij je onderzoekt wat je klachten precies zijn en wat ze beïnvloedt. CGT is evidence based: uit onderzoek blijkt dat de behandeling werkt bij het verminderen van verschillende soorten klachten. Als je wilt weten of de CGT-behandeling wordt vergoed, kun je het beste contact opnemen met je zorgverzekeraar. Soms is een combinatie van therapie en medicijnen nodig. Wat voor jou het beste is, bekijk je samen met je behandelaar.

Wat kun je verwachten van een behandeling? Boulimia nervosa wordt meestal poliklinisch behandeld. Bij zeer ernstige klachten kan ook een deeltijdbehandeling of klinische behandeling overwogen worden. Een CGT-behandeling is gericht op afname van de eetbuien en het compensatiegedrag, en het aanpakken van instandhoudende mechanismen zoals de overwaardering van lichaamsvorm en gewicht, strikte dieetregels en emotieregulatieproblemen.

Je gedachtes over je lichaamsvorm of gewicht zorgen ervoor dat je bang bent om aan te komen. Met je therapeut bespreek je daarom eerst waarom je wilt veranderen. Je onderzoekt je gedachtes rondom eten en je gaat werken aan gedragsverandering. Dat doe je stap voor stap en samen met de therapeut; jij als expert van jezelf en de therapeut als expert op het gebied van CGT en eetstoornissen. Je krijgt onder andere uitleg over hoe eetstoornissen werken.

Wel of geen medicatie?

Er is enig bewijs dat medicatie helpt. SSRI’s (een vorm van antidepressiva) zijn effectief in het terugbrengen van het aantal eetbuien per week. Als de CGTbehandeling en/of antidepressiva geen effect hebben, noemt de zorgstandaard dat behandeling met Topiramaat overwogen kan worden.

Het kan zijn dat je angst in het begin toeneemt omdat je tegen de eetstoornisgedachtes ingaat. Maar hoe meer je oefent, hoe verder de angst afneemt. Je werkt ook aan een gezond en volwaardig eetpatroon en je leert omgaan met honger- en verzadigingsgevoelens. Je krijgt uitleg over hoe je meer grip kan krijgen op eetbuien en compensatiegedrag en hoe je daarmee kan stoppen.

Een belangrijk deel van de behandeling gaat over hoe je de controle over je lichaamsvorm, je gewicht en je eetpatroon minder belangrijk gaat vinden. Je werkt aan een beter zelfbeeld en vermindering van psychosociale problemen. Aan het einde van de behandeling maak je ten slotte een terugvalpreventieplan.

Naast CGT krijgen sommige mensen ook medicijnen voorgeschreven om hen te helpen minder eetbuien te krijgen.

‘Zo leer je dat gevoelens en gedrag vooral bepaald worden door wat je denkt over een gebeurtenis’
?

WAT KOMT ER KIJKEN BIJ COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE?

Over de behandeling

De behandeling (individueel of in groepen) varieert van 12 tot 20 sessies. De sessies duren meestal 45 tot 60 minuten. Hoeveel sessies er precies nodig zijn, hangt af van de ernst van je klachten. Het kan zijn dat sommige klachten niet helemaal verdwijnen. De behandeling kan je dan wel helpen om er minder last van te hebben.

Over de therapeut

Meestal krijg je cognitieve gedragstherapie van een therapeut die psycholoog is. Dat is iemand die een studie psychologie aan de universiteit heeft afgerond. Het is belangrijk dat je vertrouwen hebt in je therapeut en dat je samen tot goede afspraken komt over de behandeling. Vind je dingen niet prettig gaan in de behandeling?

Dan mag je dat altijd zeggen. Of vraag om een andere therapeut als je er samen niet uitkomt.adissitas doloren discimusdae. Nam explici liciis sendicium alit officabo. unt ut et exernatus

Hoe vind je een geschikte therapeut?

Wil je er zeker van zijn dat de behandeling goed wordt gegeven? Ga dan naar een behandelaar die ingeschreven staat bij de VGCt. Dan krijg je een therapeut die goed opgeleid en nageschoold is. Vraag je huisarts ernaar of zoek in het VGCt-register op de VGCt-website.

Vereniging voor Gedrags- en Cognitieve therapieën Aan de informatie uit deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend. Meer informatie: vgct.nl - info@vgct.nl

vgct.nl
‘Samen maken jullie een plan om in balans te blijven en controle te houden’
ACH-0823

ERVARINGEN VAN PATIËNTEN MET BOULIMIA NERVOSA

Heel, heel langzaam kreeg ik de regie terug over mijn eigen leven

Suus Bertrams is ervaringsprofessional bij Ixta Noa. Ze heeft in het verleden zelf boulimia nervosa gehad en wil hier haar verhaal graag delen.

“Mijn eetstoornis is ontstaan toen ik ongeveer twaalf jaar oud was. Als klein kind voelde ik al dat er voor mij thuis weinig ruimte was en hield ik mijn emoties binnen. Alleen de leuke dingen deelde ik, verder liep ik op eieren om te voorkomen dat ik iemand tot last zou zijn. Op school werd ik veel gepest, wat maakte dat ik graag onzichtbaar wilde zijn en zo min mogelijk ruimte wilde innemen. Op de middelbare school ging het pesten door. Ik begon vaker te sporten als afleiding en raakte steeds meer geobsedeerd door voedsel. Ik probeerde zo gezond mogelijk te eten, onthield me van lekkere dingen en in mijn hoofd was ik de hele dag aan het plannen wat ik mocht gaan eten. Ik merkte onbewust dat de focus op het eten ervoor zorgde dat ik de nare gevoelens en gebeurtenissen minder voelde.

Pijn

Rond mijn dertiende kreeg ik een chronische vorm van dagelijkse hoofdpijn en drie jaar later de ziekte van Lyme. Ik had veel pijn maar ik kon mezelf niet meer afremmen in het sporten. Ik vond mezelf niet de moeite waard om goed voor te zorgen en in plaats daarvan richtte ik me op de ander. Vanaf mijn vijftiende zette ik me in als activiste in binnenen buitenland en voor allerlei doelen: voor dieren, klimaat en vluchtelingen. Ik woonde in een kraakpand. In die jaren ben ik vaak blootgesteld aan geweld, meervoudig seksueel misbruik, leed en vele arrestaties. Deze gebeurtenissen hebben ervoor gezorgd dat ik complexe PTSS ontwikkelde. De eetstoornis werd steeds sterker omdat ik die hard nodig had om overeind te blijven.

Van anorexia naar boulimia

Tegen de tijd dat ik 23 was, lag ik een groot deel van de dag in bed. Ik was lichamelijk en geestelijk compleet uitgeput. Dit is het moment geweest waarop mijn eetstoornis verschoof van anorexia naar boulimia. Mijn lijf was op en wat ik gegeten had kon ik niet meer compenseren met overmatig bewegen. Hierdoor liepen ook mijn emoties op en zocht ik manieren om die te reguleren. Dit deed ik door veel te eten, daarna te braken en pogingen om mezelf uit te hongeren. Mijn dagen waren nu gevuld met eten, braken, niet-eten en me nutteloos voelen. ’s Nachts sliep ik niet. Ik voelde me schuldig naar de wereld en tot last naar mijn huisgenoten en dat zorgde ervoor dat ik hulp wilde gaan zoeken.

Help!

Via de huisarts werd ik doorverwezen voor een opname bij Centrum voor Eetstoornissen Ursula. Ik vond het heel eng om te beginnen met

‘Voor mij was cognitieve therapie, een fundament om mijn herstelproces in gang te zetten. Ik kreeg inzicht in de gedachtes waaruit de eetstoornis bestond en praktische handvatten om kleine stappen te zetten richting herstel. Dit was eerst nodig vóór ik de diepte in kon om de onderliggende problemen aan te pakken.’

therapie. Ik was bang dat de emoties me zouden overspoelen en de eetlijst ervoor zou zorgen dat ik alleen maar meer eetbuien kreeg en gigantisch veel zou aankomen. In het begin werd mijn eetstoornis inderdaad even sterker. Dit kwam onder andere doordat ik me meer begon te identificeren met de eetstoornis. Het voelde alsof ik dit ‘geheim’ niet meer hoefde te bewaren, omdat het nu toch bekend was dat ik die diagnose had.

Naarmate de behandeling vorderde, kwam ik erachter dat de eetlijst me nou juist een houvast gaf om toe te werken naar een normaal eetpatroon en weer grip te krijgen op mijn eetbuien en het stoppen met braken. Doordat mijn lijf voldoende voedingstoffen binnenkreeg, vielen de eetbuien weg, omdat die voornamelijk voortkwamen uit ondervoeding/honger. Het gevolg daarvan was weer dat ik minder braakte, wat mij hoop en motivatie gaf om helemaal te gaan stoppen. In de therapie leerde ik hoe ik op andere manieren dan eetbuien en braken kon omgaan met mijn spanning en emoties. Een belangrijke manier was dat ik leerde om te delen wat erin me omging en contact te zoeken wanneer ik vastliep. Dit is een lange weg geweest, maar elke keer dat het lukte, kreeg de eetstoornis minder ruimte. Het delen heeft me ook een belangrijk inzicht gegeven, namelijk dat vertellen hoe het echt met je gaat niet hoeft te betekenen dat mensen gillend wegrennen. Integendeel; mijn vriendschappen werden gelijkwaardiger en kregen meer diepgang. Ik werd niet meer ontzien, omdat mijn vrienden vertrouwen kregen dat ik me meer kon uitspreken en eerlijk kon zijn hoe het echt met me ging.

Daarnaast leerde ik terugkijken. Vooruitkijken maakte me namelijk wanhopig, omdat ik nog zoveel beren zag op de weg die ik nog moest afleggen. Ik kon me toen niet voorstellen dat het beter zou worden en dat ik gelukkig kon zijn met chronische ziekte en pijn. Door elke keer terug te kijken, zag ik hoeveel stappen ik al had gezet en dat ik niet stil stond wat ik altijd dacht. Dit gaf me elke keer wat kracht en hoop om verder te gaan. Daarnaast hielp het vertrouwen van mijn vrienden dat het beter ging worden, net zoals humor, zelfspot en afleiding. Afleiding zoeken voelde toen nutteloos, iets waarvan de dingen niet beter zouden worden. Maar terugkijkend is het juist dat vele afleiding zoeken geweest wat er vaak voor zorgde dat ik door durfde te gaan. Het leidde af van de pijn die mijn herstelproces me vaak gaf. Zoals het verdragen van een vol gevoel en pijnlijke emoties/herinneringen. Ook het gevoel dat ik zelf soms weer een klein stukje regie kon pakken, gaf me kracht om door te gaan.

Lotgenoten

In de groepstherapie kreeg ik van anderen terug hoe ze me zagen. Dit strookte totaal niet met mijn eigen zelfbeeld. Alle kaartjes, positieve opmerkingen en complimenten hebben geholpen om heel langzaam anders naar mezelf te gaan kijken; het werkte als een soort tegengif

‘Het delen heeft me ook een belangrijk inzicht gegeven, namelijk dat vertellen hoe het echt met je gaat niet hoeft te betekenen dat mensen gillend wegrennen.’

voor mijn negatieve zelfbeeld en zelfstigma. Het lotgenotencontact en meer inzicht in mijn eigen verhaal droegen hier ook aan bij. Ik zag namelijk de rest van mijn groep als normale, krachtige mensen, die op dat moment aan het worstelen waren met psychische kwetsbaarheden. Maar dat maakte ze nog niet gek en zwak. Door mijn directe naasten te informeren over mijn diagnoses en verhaal, merkte ik ook dat hun vooroordelen rondom verschillende psychische kwetsbarenheden minder werden. Dit versterkte mijn gevoel dat ik niet gek was.

Tijdens de therapie kregen de gevoelens van schuld en schaamte vaak de overhand. Bij psychomotore therapie kwam ik erachter dat de schuld- en schaamtegevoelens beschermers waren om de angst, de pijn en het gemis niet te hoeven voelen. Dit inzicht zorgde ervoor dat ik de schuld- en schaamtegevoelens als een soort signaalfunctie kon gaan gebruiken. Wanneer dit opspeelde, zat er waarschijnlijk pijn, angst of verdriet onder. Dit maakte dat ik steeds meer grip op mijn emoties ging krijgen. Het voelde niet meer als een zwarte brij die boven mij hing, maar als iets concreets waar ik wat mee kon. De gevoelens van wanhoop werden hierdoor minder en ik kreeg het gevoel dat ik steeds iets meer grip kreeg op de situatie.

Therapiereis

Mijn therapiereis begon in de eetstoorniskliniek, waar ik onder andere begonnen ben met het uitdagen van eetstoornisgedachten en mijn negatieve lichaamsbeleving. Ook ging ik eetregels doorbreken, uitdagingen met verboden producten aan en kreeg ik inzicht in waarom ik de eetstoornis nodig had. Daarna kwam er ruimte om een traumabehandeling te volgen. Ook ben ik nog een intensieve behandeling aangegaan voor mijn persoonlijkheidsstoornis en vervolgens ambulant doorgegaan. Mijn focus lag toen op het opnieuw inrichten van mijn leven naast de therapie en op ontdekken wie ik was en wilde zijn zonder de eetstoornis. Door meer in het leven te staan, kwam er ruimte voor zingeving, liefde en plezier en had ik mijn negatieve copingen steeds minder nodig.

Herstel

Voordat ik in behandeling ging, kon ik me totaal niet voorstellen dat ik ooit eetstoornisvrij zou zijn. Maar nu ben ik heel dankbaar dat ik herstel een kans heb gegeven, omdat ik nu een leven leid dat ik niet zou willen missen, ondanks de uitdagingen en het verdriet die er soms ook zijn. Ik ben nu moeder, getrouwd en ik heb een gezonde relatie met eten. Ik zet mijn ervaringen uit mijn verleden in om anderen hoop en empowerment te geven. Ik heb geen destructieve stemmen meer in mijn hoofd en kan naar mezelf kijken met compassie en mildheid. Het misbruik heeft wel onzichtbare littekens achtergelaten, maar ik heb in de loop van de tijd een manier gevonden om hier niet meer dagelijks last van te hebben.

.’
‘Ik heb nu een gezonde relatie met eten

Terugkijkend was cognitieve therapie voor mij een fundament om mijn herstelproces in gang te zetten. Ik kreeg inzicht in de gedachtes waaruit de eetstoornis bestond en praktische handvatten om kleine stappen te zetten richting herstel. Dit was éérst nodig en hielp me om stap voor stap ook mijn andere problemen aan te pakken. ”

MEER INFORMATIE OVER BOULIMIA NERVOSA

Nuttige websites

https://www.firsteetkit.nl

www.proud2bme.nl Dit is een platform voor mensen met een eetstoornis. Hier vind je onder andere een forum, een spreekuur en een chat. Ook bedoeld voor naasten.

Stopmetwachten.nl Wat je kunt doen terwijl je (of je kind) op de wachtlijst staat voor een behandeling.

www.99gram.nl Voor jongeren; alles over eten, gewicht en uiterlijk

https://stichtingkiem.nl/ouderbijeenkomst Voor ouders van een kind met een eetstoornis die aan voorfase behandeling staat

Boeken

Overwin je eetbuien. Christopher Fairburn (2016). Nieuwezijds BV Uitgeverij

Patiëntenverenigingen

http://www.ixtanoa.nl: een organisatie voor en door mensen die ervaring hebben met een psychische kwetsbaarheid

https://stichtingkiem.nl

https://DalisayRecovery.nl

https://www.stichting-jij.nl Ervaringsdeskundige hulp voor jongeren en volwassenen met een eetprobleem of eetstoornis.

https://www.leontienhuis.nl

https://isa-power.nl

www.weet.info: een Nederlandse patiëntvereniging voor eetstoornissen.

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.