Theorie
Leonie van Ginkel Leonie van Ginkel is gz-psycholoog bij Accare, kennislijn voedingsstoornissen, eetstoornissen en obesitas. Ze is supervisor VGCt en werkt veel met patiënten met obesitas.
exposure bieden, om te leren dat er niets ergs gebeurt als je bijvoorbeeld iets hards eet. Of als je iets eet wat niet zo makkelijk wegspoelt. Onlangs vertelde een collega dat zij EMDR had gegeven aan een jongetje dat bang was om sla te eten, want dat was een keer in zijn keel blijven hangen. De EMDR had heel goed gewerkt. Het ging als een trein en toen zei het jongentje dat hij dacht dat hij nu wél sla kon eten. Dan is de weg vrij om het ook écht te gaan doen.”
En de mensen met weinig interesse in eten?
Leonie: “Zij leren om meer ‘met hun hoofd’ te gaan eten. We maken verschil tussen buikhonger en hoofdhonger. Buikhonger voel je echt, dan heb je zin in eten. Bij hoofdhonger is het meer dat je weet dat het tijd is om te eten. Die patiënten wil je meer structuur en regelmaat bieden en alerter maken voor lichaamssignalen. Daarnaast leren ze grotere porties te eten en het volle gevoel dat daarbij komt beter te verdragen.”
Vaak is sprake van een wachttijd. Hoe overbrug je die, je hebt toch meteen een behandeling nodig?
Leonie: “Als het om ondervoeding gaat, kan een diëtist helpen om te zien hoe je toch voeding binnen kan krijgen. Bijvoorbeeld met medische bijvoeding, of iets anders dat veel calorieën bevat.” Renate: “Er bestaan ook EETteams, die sneller toegankelijk zijn. Zelf zit ik in een EETteam in Groningen en Leonie in Assen. De EETteams zijn regionale samenwerkingen tussen een diëtist, fysiotherapeut, preverbaal logopedist en psycholoog. Zij kunnen kinderen vaak snel zien en tips en advies geven. Dat kan soms al afdoende zijn. Als meer nodig is, volgt een intensiever traject bij een ggz-instelling. Hetzelfde geldt voor obesitas: hoewel het een lichamelijk probleem is en daardoor ook niet in de DSM staat, zien we vaak dat het heel goed met cognitieve gedragstherapie aangepakt kan worden.”
“DE ASSOCIATIE MET EEN BORD KAN AL NEGATIEF ZIJN” 36 VGCt magazine | december 2023
Valt ARFID te voorkomen?
Renate: “Ik denk van niet, maar het helpt wel als we met elkaar kijken hoe je een maaltijd zo positief mogelijk benadert. Dat je ouders ondersteunt, zodat ze weten hoe een normale eetontwikkeling eruitziet. Sommige ouders maken zich enorme zorgen als hun peuter een keer geen avondeten wil. Of een periode bijna geen groenten eet. Dan is het goed om te weten dat dat onderdeel van een gezonde ontwikkeling is. Probeer het gezellig te houden, laat het kind zoveel mogelijk positieve leerervaringen opdoen. En heb vertrouwen dat het goedkomt zonder dwingen of dreigen.” Leonie: “Maar trek ook op tijd aan de bel als een kind bijvoorbeeld alleen maar hoogcalorische voeding binnenkrijgt. Hoe ouder je kind, des te langer het geleden is dat hij ooit spruitjes gegeten heeft. Wennen aan dat sensorische is ook van belang; de achterstand is enorm als een kind pas met veertien jaar gaat oefenen. Dan heeft het misschien al jarenlang geen groenten gegeten.”
Wat moet er tot slot écht nog even gezegd worden?
“De boodschap die we willen meegeven is dat er zeker wat aan ARFID te doen valt.”