

Het drinkwater
paspoort van...

AANTAL GLAZEN
KRAANWATER PER DAG:
ik drink door de dag heen vooral veel kopjes koffie. Tot 98% van elke kop koffie bestaat uit water, tellen jullie dat ook mee?
OP HET GEBIED VAN
DRINKWATER BEN IK TROTS: op de uitzonderlijk hoge kwaliteit van ons eigen drinkwatersysteem in vergelijking met andere landen om ons heen.
MIJN SPEERPUNT VOOR
HET WATERBELEID IS: het blijven waarborgen van voldoende en schoon (drink)water.
ALS IK AAN DRINKWATER
DENK, DAN: krijg ik dorst.
Naam: Aant Jelle Soepboer
Functie: Tweede Kamerlid NSC
Leeftijd: 35

Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen
Op 13 januari presenteerden IPO en Vewin samen met minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen 2023-2030.

Nieuwe directeur Oasen
Kennismaking met Arjan Driesprong, sinds 1 juni 2024 directeur van drinkwaterbedrijf Oasen.
20
6

Bronkwaliteit
Koen Zuurbier (PWN) en Willem van Pol (WML) over de kwaliteit van de bronnen voor de drinkwaterproductie.
14

Waterlunch Brussel
Tijdens de Waterlunch van Vewin en de Unie van Waterschappen gingen acht Europarlementariërs in gesprek over de actuele uitdagingen voor de Nederlandse watersector.
24
Inhoudsopgave
Verder in dit nummer
Kort nieuws 4 - Evaluatie KRW 5 - Drinkwaterbeeld: PWN 11
Duurzaam: WMD 12 - De drinkwaterplek van Roos Herselman 18
Waterpoort 23 - Bestrijdingsmiddelen 26 - Achterspiegel 28
YVONNE JAKOBS NIEUWE DIRECTEUR DRINKWATER BIJ WATERNET
Op 1 maart is Yvonne Jakobs gestart als nieuwe directeur Drinkwater bij Waternet. Daarmee treedt zij ook toe tot het Bestuur van Vewin. Jakobs was hiervoor werkzaam bij de gemeente Amsterdam als directeur Stadswerken.
Als directeur Drinkwater van Waternet is zij verantwoordelijk voor de kwaliteit en de continuïteit van de drinkwatervoorziening van Amsterdam en omgeving. Ook heeft zij als belangrijke taak het vormen van een duurzame en robuuste drinkwaterorganisatie.


TARIEVENOVERZICHT DRINKWATER 2025

Vewin heeft het Tarievenoverzicht drinkwater 2025 online gepubliceerd. Deze publicatie geeft een compleet overzicht van alle per 1 januari 2025 geldende tarieven voor aansluiting en levering van drinkwater in Nederland. Het overzicht is gemaakt in samenwerking met de drinkwaterbedrijven.
Het tarievenoverzicht geeft allereerst uitleg over het drinkwatertarief. Hoe is dit tarief opgebouwd en hoe zit het met provinciale grondwaterheffingen en verbruiksbelastingen (btw en Belasting op Leidingwater)? Welk aandeel hebben belastingen in de totale prijs van drinkwater?
De tarievenregelingen zijn de kern van de publicatie. Van elk van de tien Nederlandse drinkwaterbedrijven is precies na te lezen wat de details van hun regeling zijn, zoals bijvoorbeeld aansluitkosten, verbruikskosten en heffingen.
Bekijk hier het Tarievenoverzicht drinkwater 2025:

Nederland moet snel meer werk maken van verbetering kwaliteit drinkwaterbronnen
Op 4 februari heeft de Europese Commissie haar evaluatierapport gepubliceerd over de implementatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in de EU-lidstaten. Het rapport benadrukt dat er aanzienlijke verbeteringen nodig zijn om de Europese wateren tegen 2027 in een betere ecologische en chemische toestand te brengen.
Uit de evaluatie blijkt dat slechts 39,5% van de oppervlaktewaterlichamen in de EU een goede ecologische toestand heeft en slechts 26,8% voldoet aan de chemische normen. Om de waterkwaliteit te verbeteren, doet de Commissie aanbevelingen aan de lidstaten zoals strengere naleving van wetgeving, betere financiering van waterbeheermaatregelen en het meer terugdringen van chemische vervuiling en waterverbruik.
Specifieke conclusies en aanbevelingen voor Nederland Voor Nederland concludeert de Commissie dat de meeste oppervlaktewaterlichamen niet in goede toestand zijn. Voor grondwaterlichamen is de situatie positiever; het grootste deel is wel in goede toestand. Dit geldt helaas niet voor het grondwater dat gebruikt wordt om drinkwater van te maken. Uit de Tussenevaluatie KRW die in Nederland is uitgevoerd, blijkt ook dat maar een klein deel van de (grond-) waterlichamen voor drinkwaterproductie in goede toestand is. Ook worden er steeds meer lage concentraties van een cocktail van chemische stoffen in gevonden. Nederland krijgt specifieke aanbevelingen: meer ambitie tonen en sneller actie ondernemen om de doelen van de KRW te halen.
Verbetering kwaliteit drinkwaterbronnen noodzakelijk Uit zowel het evaluatierapport van de Commissie als de Tussenevaluatie KRW blijkt dat er nog grote uitdagingen zijn om de KRW-doelen te halen. De druk op de kwaliteit van de drinkwaterbronnen door verontreinigingen afkomstig uit de landbouw, industrie en huishoudens is de laatste jaren toegenomen. Drinkwaterbedrijven worden gedwongen steeds meer te zuiveren.
Vewin pleit ervoor dat de overheid extra maatregelen neemt om de kwaliteit van drinkwaterbronnen veilig te stellen: - stem de toelating van stoffen (zoals bestrijdingsmiddelen) beter af op de KRW-doelen; - scherp het actualiseren van vergunningen aan voor lozingen van zorgwekkende stoffen (ZZS) en PFAS; - en versterk toezicht en handhaving met een focus op drinkwaterbronnen.
Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen

Gezamenlijk plan tegen dreigend drinkwatertekort
Op 13 januari presenteerden IPO en Vewin samen met minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat het
Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen 2023-2030. Dit plan heeft als doel de beschikbaarheid van drinkwater in Nederland veilig te stellen.

Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen
Aanleiding voor het gezamenlijke actieprogramma is de Kamerbrief van april 2023, waarin een dreigend tekort van ruim 100 miljoen m³ drinkwater in 2030 werd gesignaleerd. De situatie is sindsdien niet verbeterd: snelle en gezamenlijke actie is daarom noodzakelijk om de drinkwatervoorziening voor de toekomst te waarborgen.
Landelijke steun nodig voor regionaal maatwerk IPO en Vewin hebben in samenwerking met IenW gezamenlijk het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen ontwikkeld, met regionale en landelijke afspraken over versnelde vergunningprocedures, betere ruimtelijke inpassing van drinkwaterlocaties en het bevorderen van kennisdeling. Daarnaast wordt gewerkt aan het aanwijzen van nieuwe drinkwaterbronnen en het versnellen van vergunningprocedures. In veertien regio’s zijn actieplannen opgesteld, die in kaart

brengen wat er per gebied nodig is om de drinkwaterbeschikbaarheid te waarborgen. Deze plannen bevatten concrete maatregelen, zoals het aanwijzen van geschikte locaties voor drinkwaterwinning en het aanpakken van regionale knelpunten. Ze laten ook zien dat veel uitdagingen niet op regionaal niveau kunnen worden opgelost en dat landelijke ondersteuning nodig is. Complexe, langdurige vergunningprocedures en concurrerende belangen in de openbare ruimte blijken daarbij in het hele land de grootste knelpunten. De oorzaak daarvan is de drukte in de openbare ruimte en de lastige inpassing in de leefomgeving. De precieze knelpunten kunnen echter per regio verschillen.
Vergunningsaanvragen versnellen
Vergunningverlening is afhankelijk van bestaande procedures, waaronder die via de Omgevingswet. Deze wet biedt diverse mogelijkheden om het proces van vergunningsaanvragen te versnellen. Zo kunnen gemeenten met de coördinatieregeling meerdere besluiten bundelen in één procedure, wat zorgt voor meer efficiëntie. Daarnaast kunnen zij, in plaats van een omgevingsplanwijziging, een toestemming voor afwijking van het omgevingsplan verlenen, wat een kortere voorbereidingsprocedure vereist.
Ook wordt een handreiking ontwikkeld om gemeenten te ondersteunen bij het vroegtijdig integreren van drinkwaterbelangen in bouwprojecten. Deze helpt bij het beter afstemmen van plannen op het water- en bodemsysteem en de beschikbaarheid van drinkwater. Door deze en andere instrumenten uit het Actieprogramma effectief te gebruiken, kan de doorlooptijd van vergunningsaanvragen aanzienlijk worden verkort.
IPO: ‘Drinkwater is belangrijk landelijk thema’
Martijn Dadema presenteerde het Actieprogramma op 13 januari namens het Interprovinciaal Overleg (IPO). Hij is daar portefeuillehouder Drinkwater, samen met zijn collega Sjaak Simonse: ‘De provincies erkennen het grote belang van drinkwater voor onze samenleving. Wij ondersteunen dit op drie manieren: voldoende drinkwater voor alle toepassingen, schoon drinkwater, en zuinig omgaan met drinkwater. Bij het opstellen van de regionale actieplannen kwamen wij samen met Vewin tot de conclusie dat landelijke steun nodig is om de beschikbaarheid van bronnen voor de drinkwaterproductie in 2030 en daarna te garanderen. Gelukkig deelt de minister deze visie en heeft hij zijn steun toegezegd, bijvoorbeeld bij de integratie van drinkwaterbelangen in nationale beleidsprogramma’s en het verkorten van besluitvormingstrajecten.’
Leren van problemen bij energietransitie
Dadema: ‘We staan allemaal aan de lat: gemeenten, waterschappen, provincies, Rijkswaterstaat en de rijksoverheid. We hebben ook iedereen nodig, juist omdat drinkwater zo’n breed thema is. De situatie verschilt per regio, dus je zult dan ook regionaal moeten kijken wie wat kan doen. Daarbij willen we leren van de problemen met netcongestie bij energie, om te voorkomen dat er soortgelijke knelpunten ontstaan voor de levering van drinkwater. Wij vragen het rijk om hier rekening mee te houden bij het vormgeven van het wettelijk kader voor de beschikbaarheid van drinkwaterbronnen.’
Martijn Dadema.
‘Uiteindelijk is voldoende schoon drinkwater een zaak van ons allemaal. Vandaar ook dat wij gebruikers – particulier én zakelijk – oproepen om zuinig en verstandig om te gaan met het beschikbare drinkwater. Want water dat je niet gebruikt, hoef je ook niet te winnen en te zuiveren.’
Hoe ziet de toekomst van deze samenwerking eruit?
Dadema: ‘Ik ben trots op wat we binnen anderhalf jaar voor elkaar hebben gekregen: gerichte actieplannen voor alle regio’s en een landelijk actieprogramma, mét steun van de rijksoverheid. Nu is het zaak om door te pakken: in de regio’s de plannen uitwerken en uitvoeren, en de vinger aan de pols houden voor wat betreft de vorderingen. De uitdaging zal zijn: elkaar scherp houden bij de implementatie. Natuurlijk zullen we daar af en toe discussie over hebben, bijvoorbeeld over zaken zoals ‘zwaarwegend openbaar belang’, de zorgplicht of de leveringsplicht, maar dat hoort erbij. We zijn partners en we willen vooral naar oplossingen zoeken en niet naar knelpunten. Dit programma loopt tot 2030, maar ook daarna blijft de vraag naar water toenemen, houdt de klimaatverandering aan en zal de schaarste aan drinkwater niet snel verdwijnen. We zien nu al de eerste knelpunten, zoals bedrijven die geen nieuwe drinkwateraansluiting kunnen krijgen of rechtszaken over natuurbehoud versus wateronttrekking. We moeten dus volle vaart door op de ingeslagen weg, niets doen is geen optie. Ik ben optimistisch: de wil is er bij alle betrokkenen, daar ben ik van overtuigd!’
Dadema besluit: ‘Ik vind het belangrijk om blijvend aandacht te vragen voor onze trits rondom drinkwater: ‘voldoende, schoon en minder gebruiken’. De wettelijke kaders zijn op orde. Voor ‘voldoende water’ hebben we nu dit Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwater-bronnen, voor ‘schoon’ hebben we de regels van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en voor besparen zijn afspraken gemaakt in het Nationaal Plan van Aanpak Drinkwaterbesparing. Al deze elementen moeten we in samenhang blijven benoemen om de balans te behouden. Het is zaak om vooral niet te gaan ‘cherry picken’, maar constructief en voortvarend aan de slag te gaan. Het gaat immers over de Nederlandse drinkwatervoorziening, een eerste levensbehoefte voor onszelf en onze kinderen en kleinkinderen.’
Vewin: ‘Nu actie nodig’
Voorzitter Pieter Litjens van Vewin presenteerde namens de drinkwaterbedrijven op 13 januari samen met Martijn Dadema en minister Madlener in Den Haag het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen. ‘Ik ben enorm blij met de aanwezigheid van de minister van IenW bij die lancering. Het geeft aan hoezeer het belang van dit onderwerp leeft op het ministerie en het helpt ons om het hoofd te bieden aan deze problematiek. Regietafels van provincies en de drinkwaterbedrijven hebben de afgelopen anderhalf jaar regionale plannen opgesteld om de beschikbaarheid van bronnen voor drinkwater te verbeteren, door knelpunten te identificeren en drempels weg te nemen. Gaandeweg werd duidelijk dat hulp vanuit de centrale overheid essentieel is om dit te verwezenlijken. Het is daarom goed om te zien dat de minister de urgentie van voldoende beschikbaarheid van bronnen voor de drinkwaterproductie erkent en daarbij wil helpen. We moeten nu doorpakken om te voorkomen dat er in 2030 een drinkwatertekort is in Nederland, zoals het RIVM in 2023 voorspelde.’

Welke knelpunten moeten als eerste worden opgelost?
Litjens: ‘Een eerste hobbel is al opgeruimd: de minister heeft op verzoek van Vewin voor de komende paar jaar de WACC-regeling aangepast, waardoor drinkwaterbedrijven makkelijker externe financiering voor grote investeringen kunnen krijgen. Meest in het oog springende knelpunt nu is de vergunningverlening voor uitbreiding of nieuwbouw van winningen en productielocaties.‘
‘Ook de optimalisatie van bestaande vergunningen is een belangrijk aandachtspunt. Dit soort trajecten duurt lang tot zeer lang, door bestuurlijke of politieke complexiteit van de besluitvorming. Dit komt vaak doordat meerdere belangen in de openbare ruimte moeten worden afgewogen, zoals landbouw, natuurbehoud, bedrijfsleven, klimaatadaptatie en energietransitie.’
Pieter Litjens.
Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen
‘Maar soms zijn de administratieve procedures echt onnodig lang en is er tijdwinst te behalen door efficiëntere processen. Juist daarbij kan het ministerie helpen, net zoals bij het aanwijzen van nieuwe waterlichamen voor de winning van oppervlaktewater voor de drinkwaterproductie.’
Wie moeten nu uitvoering geven aan het Actieprogramma?
Litjens: ‘De plannen in de 14 regio’s vormen samen met de landelijke afspraken met de minister van IenW het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen. Nu is het zaak om de voornemens uit te voeren. Via de regietafels monitoren de provincies, de drinkwaterbedrijven en het ministerie de voortgang. Waar nodig zullen deze partijen in de regio’s moeten bijspringen om knelpunten weg te nemen. Behalve vergunningverlening is hierbij ook netcongestie een belangrijk aandachtspunt. Voor de uitbreiding van bestaande zuiveringen of de bouw van nieuwe productielocaties zijn uiteraard ook tijdig energieaansluitingen nodig. De hulp van de minister van IenW kan daarbij zeer welkom zijn.’

Barry Madlener.
Dit programma loopt tot 2030, wat gebeurt er daarna?
Litjens: ‘De problematiek van voldoende beschikbaarheid van drinkwaterbronnen is niet over vijf jaar opgelost, dit vergt structurele, langjarige actie. De vraag naar drinkwater blijft toenemen door de groei van de bevolking en de economie. Daarom is aandacht voor waterbesparing ook zo belangrijk. De drinkwaterbedrijven stimuleren hun afnemers actief om zuiniger om te gaan met drinkwater. Met zakelijke afnemers wordt nauwkeurig onderzocht welke kwaliteit water nodig is voor welk doel. Hiermee voorkomen we dat hoogkwalitatief drinkwater onnodig wordt gebruikt voor laagwaardige toepassingen, zoals de koeling van serverparken.’
‘Samen met alle stakeholders werken we aan een landelijke drinkwaterstrategie en een robuuster watersysteem, toegerust voor de uitdagingen van de toekomst. Daarin moeten verschillende locaties voor de drinkwatervoorziening een plek krijgen: strategische reserves, waterlichamen voor de inname van oppervlaktewater, waterberging, intreken infiltratiegebieden, grondwaterbeschermings- en waterwingebieden, leidingtracés, productielocaties en distributienetwerken. Volgens de Drinkwaterwet dragen bestuursorganen zorg voor de duurzame veiligstelling van de drinkwatervoorziening. Dit geldt als een ‘dwingende reden van groot openbaar belang’ bij het uitoefenen van hun bevoegdheden. Ik ben ervan overtuigd dat we dit samen met onze partners voor elkaar kunnen krijgen, maar het gaat niet vanzelf: we moeten nu echt aan de slag!’
‘We kennen ons land allemaal als een land waar er water in overvloed is’, verklaarde minister Barry Madlener van IenW bij de presentatie van het Actieprogramma. ‘Ik vind het dan ook niet uit te leggen dat het RIVM toch heeft moeten concluderen dat, als we niets doen, er in 2030 een drinkwatertekort ontstaat. Dus gaan we er juist wél iets aan doen. Ik ben enorm trots op alle betrokkenen die acties hebben afgesproken waardoor er ook in 2030 voldoende drinkwater is. Dit zijn namelijk geen makkelijke keuzes: als een provincie een gebied aanwijst voor drinkwaterwinning, levert dat beperkingen op voor andere gebruikers. Ondanks het grote belang van drinkwater is dit elke keer weer een moeilijke afweging.’
‘Trots op alle betrokkenen.’
Drinkwaterbeeld

Volledig elektrische gestuurde boring
Eind 2024 voerde PWN de eerste volledig elektrische gestuurde boring uit voor een 1 km lange drinkwatertransportleiding tussen Heemskerk en Wijk aan Zee. Deze leiding is nodig, omdat PWN hier een extra drinkwaterproductielocatie bouwt in verband met de groeiende vraag naar drinkwater. De boring is elektrisch uitgevoerd vanwege de duurzaamheidsambities en om stikstofdepositie in het omliggende duingebied te voorkomen.
Het project is een belangrijke stap richting de duurzaamheidsambitie van PWN om in 2050 CO₂-neutraal te zijn.

Bijna alles is bruikbaar

Als enige drinkwaterbedrijf in Nederland houdt WMD Drinkwater zich bezig met het reviseren van gebruikte watermeters. De meters krijgen bij WMD een nieuw leven. Ze worden na verwisseling bij klanten naar de vestiging van WMD in Annen gebracht. Daar worden ze uit elkaar gehaald. Kapotte onderdelen, een rubber en een keerklep worden vervangen. De rest wordt schoongemaakt en hergebruikt. Zandstralen, coaten, wassen, in elkaar zetten,
testen, ijken, zegelen en ze zijn weer als nieuw. Klaar om opnieuw bij klanten te worden geïnstalleerd.
Zeven medewerkers verzorgen dit duurzame hergebruik van watermeters. Jaarlijks gaat het om ruim 18.000 meters. Minder dan tien procent van de ingeleverde watermeters moet worden vervangen, omdat er bijvoorbeeld schade is.

De afdeling is een samenwerking van WMD met UWV Werkplein Drentsche Aa. Het UWV levert een deel van de mankracht, veelal met een afstand tot de arbeidsmarkt. Daarmee snijdt het mes aan twee kanten.
Voor WMD Drinkwater is duurzaam omgaan met goederen een kernactiviteit. Afval bestaat eigenlijk niet. Weggooien is zonde. Hergebruik van watermeters past daar uitstekend in.

Waterkwaliteit

Strategisch adviseur Koen Zuurbier (PWN): ‘Striktere bronaanpak zeer zorgwekkende stoffen is nodig’.
‘Een strenge bronaanpak is bewezen succesvol’
Strategisch beleidsadviseur Willem van Pol (WML): ‘Gemiddeld 120 dagen per jaar innamestop uit de Maas’.

Nederland beschikt over een beperkt aantal bronnen voor de productie van drinkwater: grondwater (goed voor ruwweg 60% van ons drinkwater), oppervlaktewater (39%) en duinwater (1%). De waterkwaliteit van deze bronnen is belangrijk voor ons drinkwater en bepaalt welke zuiveringsinspanning een drinkwaterbedrijf moet leveren. Waar lopen de drinkwaterbedrijven tegenaan op het gebied van bronkwaliteit en hoe gaan zij hiermee om?

PWN: ‘Bronaanpak werkt!’
Drinkwaterbedrijf PWN in Noord-Holland is een bijna puur ‘oppervlaktewater’bedrijf. Strategisch adviseur Koen Zuurbier: ‘Wij maken 95% van ons drinkwater van Rijnwater, uit het IJsselmeer en het Lekkanaal. Grond- en duinwater zijn goed voor de resterende 5%. We hebben één grondwaterwinning, in het Gooi. Het grondwater is hier zó zuiver dat we het niet hoeven te behandelen. Gewoon oppompen en distribueren, uniek in Nederland.’
Nieuwe verontreinigingen
‘Van een afstand gezien is de kwaliteit van het oppervlaktewater de afgelopen decennia verbeterd. In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw waren de Rijn en de Maas open riolen, waar het schuim regelmatig op stond. Dat is echt wel veranderd: probleemstoffen zoals bepaalde pesticiden zijn door een gerichte bronaanpak afgenomen of verdwenen. Gelukkig reageert het oppervlaktewatersysteem relatief snel op bronmaatregelen, binnen enkele jaren zelfs. Het slechte nieuws is dat er wel de nodige nieuwe ongewenste stoffen voor in de plaats zijn gekomen, vooral op het gebied van medicijnresten en chemische stoffen, zoals PFAS.’
Intensievere zuivering ‘Gevolg is dat we toch steeds intensiever moeten zuiveren, bijvoorbeeld met membraanfiltratie. Een bijkomende factor daarbij is de klimaatverandering. In droge perioden is door de lagere afvoer de concentratie van verontreinigingen in het rivierwater hoger. Daardoor moeten wij in zo’n periode een grotere zuiveringsinspanning leveren. Het probleem met vooral de opkomende stoffen is dat ze makkelijk oplosbaar zijn in water en al bij lage concentratie schadelijk. We noemen dat PMT-stoffen: persistent, mobiel en toxisch. Dat soort stoffen verwijderen lukt niet met de traditionele zuivering via zandfilters of duinpassage.’
Wat moet er gebeuren om deze trend te keren?
Zuurbier: ‘Er moet een striktere bronaanpak komen voor zeer zorgwekkende stoffen, het liefst een wereldwijd totaalverbod. Dat wordt lastig, maar we zien gelukkig binnen de EU goede initiatieven op het gebied van PFAS. Daarnaast moeten er beheersmaatregelen worden genomen op de punten waar deze stoffen geconcentreerd in het milieu komen, zoals vuilstorten. Verder moeten toezicht op en handhaving bij indirecte lozingen via het riool beter. Bij een recente pilot in Noord-Holland bleek dat dit niet op orde is: veel bedrijven weten zelf niet eens dat ze PFAS lozen en de omgevingsdienst heeft niet de kennis en de capaciteit om hierop goed toe te zien. De inhaalslag die Rijkswaterstaat momenteel maakt bij het controleren van de vergunningen voor directe lozingen van PMT-stoffen in het oppervlaktewater, mag van ons wel wat worden versneld.’
Een ander aspect van de brede bronaanpak is volgens Zuurbier een strenger toelatingsbeleid voor chemische stoffen, dat rekening houdt met het drinkwaterbelang: ‘Preventie is de weg voorwaarts: door te investeren in preventieve maatregelen bij de bron helpen we niet alleen drinkwater, maar ook de voedselvoorziening en de natuur.’
‘Bronaanpak levert relatief snel resultaten op’
Wat kan een drinkwaterbedrijf doen om een goede bronaanpak te ondersteunen?
Zuurbier: ‘Wij kunnen vooral helpen inzichtelijk te maken wat er wel en niet goed gaat, en dit ondersteunen met feiten en kennis. Totdat de bronnen schoner zijn, zullen wij het maximale uit onze zuiveringen moeten halen. Dat kost ruimte, energie, water en veel geld. Nog afgezien van de haalbaarheid vanwege bijvoorbeeld netcongestie en stikstofproblematiek.’
PWN heeft ook te maken met een groeiende vraag naar drinkwater. ‘Om hieraan te voldoen en de kwaliteit van het drinkwater te kunnen blijven garanderen, hebben wij de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in productie-uitbreiding op basis van omgekeerde osmose ofwel RO. Zo maken wij straks een kwart van ons drinkwater op basis van RO, terwijl het beleid juist is dat we naar eenvoudigere zuiveringen toe moeten, door te werken aan schone bronnen.’ Het uitgangspunt voor PWN blijft daarom bescherming van de bronnen. ‘Want wat er niet inkomt, hoef je er ook niet uit te zuiveren’, aldus Zuurbier.
Koen Zuurbier (PWN).
WML: ‘Meer aandacht voor vergunningverlening’
‘WML is qua bronnen een echt gemengd bedrijf, met ongeveer 75% grondwater en 25% oppervlaktewater’, aldus afdelingshoofd Onderzoek & Advies Willem van Pol. ‘Naast diep en ondiep grondwater gebruiken wij oppervlaktewater uit de Maas. Verder kopen we drinkwater uit Duitsland, waarvan de bron oppervlaktewater uit de Eifel is.’
Vergrijzing van grondwater
Het diepe grondwater in Limburg is goed beschermd door één of twee kleilagen: ‘Over de kwaliteit daarvan maken we ons minder zorgen dan over de ondiepe bronnen, die zo’n beschermende kleilaag missen. Een aantal van onze ondiepe bronnen is extra kwetsbaar, zoals de winning uit kalksteenpakketten in Zuid-Limburg. Vooral in deze gebieden hebben we te maken met uitspoeling van nitraat als gevolg van de landbouw. We zien veel ‘vergrijzing van het water’: allerlei diffuse antropogene verontreinigingen, zoals PFAS, medicijnresten, bestrijdingsmiddelen en afbraakproducten daarvan. Wij hebben al zuiveringen moeten uitbreiden wegens deze stoffen, met alle extra beheer en kosten van dien. Tot nu toe is dat mogelijk met actiefkool-filters, maar voor PFAS zullen we op termijn wellicht membraanfiltratie moeten gaan toepassen. Dat kost niet alleen meer energie en dus geld, maar levert ook een reststroom op, die wij niet zomaar kunnen lozen. Daarnaast is voor deze extra zuiveringsstap veel water nodig, waardoor de totale wateronttrekking 20% groter wordt.’
Innamestops Maaswater
Bij de inname van oppervlaktewater uit de Maas heeft WML last van industriële lozingen van ongewenste stoffen: ‘Berucht is de lozing van pyrazool, in 2015. Dat leidde tot een innamestop van vele maanden. Andere probleemstoffen zijn: PFAS, medicijnresten en bestrijdingsmiddelen. In totaal kunnen wij gemiddeld 120 dagen per jaar geen water uit de Maas innemen. De trend over de afgelopen jaren is dat de last aan ongewenste stoffen hoog is en niet afneemt. Ook de klimaatverandering heeft negatieve effecten op de waterkwaliteit. De Maas is een regenrivier die langdurige perioden van lage afvoeren kent, waardoor weinig verdunning van de lozingen plaatsvindt. De gehaltes aan ongewenste stoffen in het rivierwater zijn dan relatief hoog.’
Oplossingen
Van Pol: ‘Ik zie drie oplossingsrichtingen: duidelijke en strikte regelgeving, betere handhaving en toezicht, en het uitvoeren van gerichte maatregelen. Er zullen in ieder geval voor grondwaterbeschermings- en waterwingebieden strengere regels moeten komen over welke stoffen daar wel en niet zijn toegestaan. Wij zien in die gebieden graag een grondwatervriendelijke landbouw, die rekening houdt met de drinkwatervoorziening. Een betere invulling van de zorgplicht dus. Verder is voorkomen altijd beter dan genezen, dus pleiten wij ervoor dat bepaalde stoffen niet meer gebruikt mogen worden. Zeker niet zolang niet bekend is welk effect ze op het
‘Drinkwaterbelang meewegen bij planvorming’
grondwater hebben. Ook bij de toelating van bestrijdingsmiddelen moet het drinkwaterbelang veel zwaarder wegen dan nu het geval is. Voor ons blijft het voorzorgprincipe het uitgangspunt.’
Inzicht in lozingsvergunningen ‘Verder zullen bij lozingen het toezicht en de handhaving door gemeenten, waterschappen en Rijkswaterstaat, al dan niet via de omgevingsdiensten, moeten worden verbeterd. Lozingsvergunningen moeten actueel zijn, en er moet voldoende controle worden uitgevoerd. Wij zouden ook graag inzicht willen hebben in welke stoffen precies worden geloosd.’
Bronaanpak ‘Als drinkwaterbedrijf pleiten wij voor het behalen van de KRW-doelen. We werken binnen de samenwerking Schone Maaswaterketen, met waterschappen, Rijkswaterstaat en andere drinkwaterbedrijven samen aan kennisontwikkeling over bronaanpak. Het veiligstellen van de drinkwatervoorziening is in de Drinkwaterwet als ‘dwingende reden van groot openbaar belang’ aangemerkt. Overheden moeten daarom vanuit hun wettelijke zorgplicht in hun bestuurlijke afwegingen en de instrumenten die ze inzetten, het drinkwaterbelang zwaar meewegen. We hebben immers allemaal groot belang bij schone bronnen voor de drinkwatervoorziening.’

Willem van Pol (WML).
De drinkwaterplek van...
Roos Herselman

‘Bijdragen aan het verhaal van de drinkwaterproductie’
Als junior communicatieadviseur bij Dunea houdt Roos Herselman (24) zich onder andere bezig met interne communicatie, zoals het personeelsmagazine. Voor dat werk komt zij op allerlei verschillende plekken binnen het drinkwaterbedrijf. ‘Als Rotterdams stadsmeisje vind ik de duinen echt een prachtige plek!’
Waarom heb jij gekozen voor de watersector?
‘Ik heb mijn hbo-opleiding gevolgd aan de School voor Journalistiek in Utrecht. Tijdens mijn studie ben ik gaan freelancen voor Indebuurt Rotterdam en na mijn afstuderen heb ik parttime op de redactie gewerkt. Ik was toe aan een volgende stap, waarbij ik geen afscheid hoefde te nemen van mijn passie, schrijven. Die kans kreeg ik bij Dunea. Tijdens het sollicitatiegesprek bleek hier een flinke journalistieke uitdaging te liggen, waar ik graag m’n tanden in wilde zetten. Daarbij vind ik het verhaal van de drinkwaterproductie bij Dunea, via duininfiltratie, echt superinteressant en leuk om uit te dragen. Natuur is hier een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsactiviteiten. En dat ik een bijdrage kan leveren aan een maatschappelijk relevant product zoals drinkwater was voor mij een extra reden om voor deze baan te kiezen.’
Wat maakt deze plek voor jou zo bijzonder? ‘Ik ben hier bij een stuifkuil, vlak achter de zeereep. Je zou het niet meteen zeggen, maar dit is een belangrijke plek in het drinkwaterproductieproces bij Dunea. Wij infiltreren oppervlaktewater uit de Afgedamde Maas in Brabant via een lange transportleiding in de duinen bij onder andere Scheveningen. De passage door het duinzand zorgt voor een natuurlijke voorzuivering van het water. Het duingebied is dus heel belangrijk voor ons en daar zorgen we dan ook goed voor. Dunea beheert in totaal 2.240 hectare natuurgebied.’
‘ Kerven en stuifkuilen ’

‘In 2015 zijn in de duinen van Meijendel vijf inkepingen gemaakt in de eerste duinenrij. Deze zogeheten kerven stimuleren landschappelijke en natuurlijke processen. Ze moeten zorgen voor een dynamische zeereep, met meer verstuiving en aanvoer van strandzand naar het achterliggende gebied. Dit zand is kalkhoudend en gaat de verzuring van het duin tegen. Daardoor neemt de ecologische kwaliteit van het gebied toe en wordt het duinsysteem gezonder en robuuster. Uiteindelijk komt dit de natuurlijke voorzuivering van het aangevoerde rivierwater ten goede. Bij Dunea gaan natuurbeheer en drinkwaterproductie hand in hand. Als wij goed voor de duinen zorgen, zorgen zij goed voor ons.’
Nieuwe directeur Oasen

‘Als
drinkwaterbedrijf moet je 15 jaar vooruitkijken
’
Arjan Driesprong: ‘Omgevingsmanagement steeds belangrijker’.
Arjan Driesprong is sinds
1 juni 2024 directeur van Oasen. Dit drinkwaterbedrijf in het Groene Hart kenmerkt zich door oevergrondwater als belangrijkste bron (via oeverinfiltratie) en heeft op een aantal zuiveringsstations ook reverse osmosis (RO) als zuiveringsmethode. Hoe ziet Driesprong de opgave van de drinkwatervoorziening in zijn verzorgingsgebied: het midden en oosten van Zuid-Holland en het zuidwesten van Utrecht?
Driesprong was eerder onder andere hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, directeur Beheer Infrastructuur van de provincie Zuid-Holland en directeur Netwerkontwikkeling bij Rijkswaterstaat. ‘Ik ben van huis uit jurist en milieukundige en ben altijd werkzaam geweest in het publieke domein, in de sfeer van governance. In veel van mijn werk speelden infrastructuur, mobiliteit, assetmanagement en water een belangrijke rol. In mijn laatste functie bij Rijkswaterstaat had ik ook veel contact met de drinkwater-bedrijven en leerde ik de sector van dichtbij kennen.’
Welke uitdagingen ziet u voor Oasen in de komende jaren?
Driesprong: ‘Zoals alle drinkwaterbedrijven heeft ook Oasen te maken met knelpunten op het gebied van waterkwantiteit en -kwaliteit. De vraag in ons verzorgingsgebied neemt toe, onder andere door woningbouwplannen. Uiteraard zetten we in op drinkwaterbesparing, maar desondanks is de prognose dat de vraag blijft groeien. Op het gebied van kwaliteit van onze bronnen is de situatie zorgelijk. Oasen produceert drinkwater vooral via winning van ondiep grondwater, dat geïnfiltreerd is uit de Lek. Omdat we steeds meer ongewenste stoffen uit de landbouw en de industrie tegenkomen in onze bronnen, is Oasen enkele jaren geleden al deels overgestapt naar membraan-
filtratie of reverse osmosis, RO. Hiermee filter je 100% van alle stoffen uit het water, waardoor je in principe puur water overhoudt. Om daar vervolgens drinkwater van te maken, voegen we nog enkele mineralen toe. Om de uitdagingen op kwantitatief en kwalitatief gebied het hoofd te bieden, breiden wij onze zuiveringen uit. De investeringen in ons netwerk zullen de komende decennia bijna verdubbelen.’
Een andere uitdaging waarmee Oasen te maken heeft op het gebied van waterkwaliteit, is verzilting. ‘De Lek heeft een open verbinding met de Noordzee en we zien in droge perioden met lage rivierafvoer de laatste jaren de zouttong vanuit zee steeds verder het binnenland in trekken. Ook daarop zullen we onze zuiveringen moeten aanpassen. Daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen, want de doorlooptijden voor de uitbreiding van een bestaande vergunning of een nieuwe productielocatie zijn lang. Gelukkig hebben wij voor de korte en middellange termijn nog wel enige ruimte in onze productievergunningen. Maar voor een nieuwe winning moet je wel zo’n 15 jaar uittrekken, in verband met alle benodigde procedures voor een zorgvuldige belangenafweging in de schaarse openbare ruimte. Dat betekent dat je als bedrijf ver vooruit moet kijken.’
‘Forse investeringen nodig’
Aandacht voor omgevingsmanagement Specifieke opgaven voor Oasen de komende jaren zijn: projecten uitvoeren, assetmanagement en vooral omgevingsmanagement, aldus Driesprong: ‘Dit bedrijf is vanouds nogal technisch georiënteerd en minder gericht op de omgeving. Dat zal echt anders worden op het moment dat we moeten gaan uitbreiden: dan zul je intensieve contacten moeten onderhouden met de stakeholders en de bewoners in de regio. Ik ben na mijn start als directeur dan ook bewust eerst langsgegaan bij de 21 gemeenten in ons verzorgingsgebied, om kennis te maken en te praten over de verschillende opgaven die er voor hen en ons spelen. Verder zijn de provincies Zuid-Holland en Utrecht voor ons cruciale partners, die richting kunnen geven in allerlei ruimtelijke processen.’
Uitbreiding én vervanging
‘Ook de samenwerking met collegadrinkwaterbedrijven is belangrijk: ons netwerk is nu al gekoppeld aan de leidingen van Dunea, Evides en Vitens. Ik verwacht dat de behoefte aan operationele samenwerking, waarbij we elkaar kunnen helpen in geval van droogte of andere nood, zal toenemen. Behalve uitbreiding van onze infrastructuur wegens vraagtoename en de noodzaak voor een intensievere zuivering, moet ook een groot deel van onze leidingen en zuiveringen worden vervangen omdat ze ‘einde levensduur’ zijn. Verder willen we de bestaande watermeters in ons hele gebied gaan vervangen door ‘slimme’ exemplaren. Dit levert informatie op over onze assets én ons drinkwater, waardoor we het netwerk en de productie kunnen optimaliseren. Dit alles brengt wel de nodige uitdagingen met zich mee, met name op het gebied van ICT en financiën. Gelukkig heeft de minister de drinkwaterbedrijven onlangs in staat gesteld om iets meer eigen vermogen op te bouwen, waardoor we ook meer ruimte hebben om kapitaal aan te trekken voor onze investeringen.’
‘Oasen is een maatschappelijk bedrijf’

Waar bent u trots op bij Oasen?
Driesprong: ‘Dit relatief kleine drinkwaterbedrijf, met zo’n 300 werknemers en 800.000 klanten, kenmerkt zich door korte lijnen en een enorme betrokkenheid op de inhoud. Iedereen focust zich op dat ene doel: de productie en distributie van onberispelijk drinkwater. We zijn een maatschappelijk bedrijf en het gaat hier om optimalisatie, niet om winst. Ook de grote mate van klantgerichtheid valt op; we lopen hard voor onze afnemers en scoren een 8,7 op klanttevredenheid.’
Wat doet u als u niet werkt?
Driesprong: ‘Ik ben getrouwd met Astrid, we hebben twee zoons van 21 en 23 jaar. Naast m’n werk bij Oasen ben ik onder andere voorzitter van Leidingenstraat Nederland, de beheerder van het ondergrondse leidingentracé tussen de havens van Rotterdam, Moerdijk, Zeeland en Antwerpen. Ook zit ik in de Raad van Toezicht van de Stichting Werelderfgoed Kinderdijk en bij een regionale omroep. Verder fluit ik jeugdwedstrijden bij een lokale voetbalvereniging en tennis, zing en voetbal ik graag.’
Arjan Driesprong.

Waterpoort: informatieve ontbijtsessie over tussenevaluatie Kaderrichtlijn Water
Op 29 januari vond het Waterpoort-ontbijt plaats in Nieuwspoort. Deze informatieve sessie voor Tweede Kamerleden en hun beleidsmedewerkers stond in het teken van de tussenevaluatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Een brede vertegenwoordiging uit de Tweede Kamer was aanwezig.
De belangrijkste bevindingen en inzichten uit de tussenevaluatie werden besproken door Maaike Ritzen (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat). Pieter Litjens (Vewin) uitte zijn zorgen over de uitdagingen met betrekking tot de kwaliteit van de drinkwaterbronnen en benadrukte wat er nodig is vanuit Den Haag en de regio om de KRW-doelen te behalen.
Vanuit de Unie van Waterschappen lichtte Sander Mager de zorgen en inspanningen toe van de waterschappen. VNO-NCW, Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat deelden hun visie via een video-boodschap.
Tessa Rötscheid (Utrecht Centre for Water, Oceans and Sustainability Law) presenteerde tot slot de mogelijke consequenties als de KRW-doelen niet worden gehaald. Dit zorgde voor waardevolle inzichten en discussie onder de aanwezigen.
Europa Waterlunch

Water op het menu in het Europees Parlement
Vewin organiseerde afgelopen december samen met de Unie van Waterschappen de Waterlunch in het Europees Parlement. Acht – voornamelijk nieuwe –Europarlementariërs van verschillende politieke partijen schoven aan. Ze gingen met Vewin in gesprek over de uitdagingen voor de Nederlandse watersector, de impact en kansen van bestaand en nieuw EU-beleid, en het verstevigen van de onderlinge samenwerking.
Vewin stelde tijdens de lunch de drinkwatersector voor en benoemde daarbij de uitdagingen, dreigende knelpunten en actuele bedreigingen. Op Europees niveau worden de komende jaren belangrijke besluiten genomen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld over de PFAS-restrictie, de Richtlijn Bodemmonitoring, de herziening van de Richtlijn Prioritaire Stoffen en de Grondwaterrichtlijn, en ook de evaluatie van de Nitraatrichtlijn.
Europese Strategie voor Waterweerbaarheid
‘Denk na over grensoverschrijdende samenwerking op het vlak van waterbeschikbaarheid’
Daarnaast heeft Vewin het belang benadrukt van de aankomende Europese Strategie voor Waterweerbaarheid. Met deze strategie, die de Europese Commissie wil publiceren in het tweede kwartaal van 2025, hoopt Vewin dat water hoger op de politieke agenda terechtkomt. De Commissie werkt de komende tijd verder aan de voorbereiding van de strategie, onder andere door middel van een consultatie. Tegelijkertijd werkt het Europees Parlement aan een resolutie om de Commissie van input te voorzien. Vewin grijpt beide trajecten aan om de input van de Nederlandse drinkwatersector in te brengen, ook via de diverse Europese koepelorganisaties waarbij Vewin is aangesloten.

Grensoverschrijdende samenwerking
Volgens Vewin moet deze Strategie voor Waterweerbaarheid vooral een middel zijn om EU-wetgeving die aan water en milieu is gerelateerd – denk aan landbouw en industriële stoffen – op elkaar af te stemmen, met als basis de Kaderrichtlijn Water (KRW). Hierbij moeten bronbeleid en het ‘vervuiler-betaalt’-principe het uitgangspunt zijn. Ook moet worden nagedacht over grensoverschrijdende samenwerking op het vlak van waterbeschikbaarheid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het delen van informatie in het gehele stroomgebied voor wat betreft watergebruik, en onttrekkingen en aanpassingen aan het waterbeheer die benedenstrooms invloed kunnen hebben.
Deze Waterlunch laat zien dat de politieke belangstelling voor het thema water in Europa toeneemt. Aan de lunch namen de volgende EP-leden deel: Jeannette Baljeu (VVD), Ingeborg ter Laak (CDA), Sander Smit (BBB), Dirk Gotink (NSC), Gerben-Jan Gerbrandy (D66), Marit Maij (GroenLinks-PvdA), Sebastiaan Stöteler en Sebastian Kruis (beiden PVV). Daarnaast waren ook hun politieke medewerkers aanwezig.
‘Stem aan water en milieu gerelateerde EU-wetgeving op elkaar af, met als basis de Kaderrichtlijn Water (KRW)’
’Aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in drinkwaterbronnen blijft zorgwekkend’

KWR onderzocht de aanwezigheid van resten van bestrijdingsmiddelen in het milieu en publiceerde onlangs het rapport ‘Bestrijdingsmiddelen in Nederlandse bronnen voor drinkwater (2018-2022)’. Het rapport toont aan dat bestrijdingsmiddelen nog steeds een aanzienlijke druk uitoefenen op de kwaliteit van Nederlandse drinkwaterbronnen. Hoewel de belasting op oppervlaktewater licht lijkt af te nemen, neemt de druk op grondwaterbronnen juist toe.
Uiterlijk in 2027 moet Nederland voldoen aan de normen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW) en moeten alle aangewezen gronden oppervlaktewateren een goede chemische kwaliteit hebben. Nederland is verplicht om water dat bestemd is voor drinkwaterproductie te beschermen, zodat de kwaliteit niet verslechtert en de zuiveringsinspanning voor de productie van drinkwater vermindert. Uit de Tussenevaluatie KRW 2024 blijkt dat de verschillende bronnen voor drinkwater nog altijd onder druk staan van uiteenlopende stoffen, waaronder bestrijdingsmiddelen.
Bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewater Er zijn 156 verschillende bestrijdingsmiddelen of metabolieten gevonden bij de negen innamepunten van oppervlaktewater voor drinkwaterproductie. Bij alle innamepunten werd de norm voor bestrijdingsmiddelen op meerdere momenten overschreden.

‘Veel normoverschrijdingen van bestrijdingsmiddelen’
KWR ontwikkelde dit factsheet over bestrijdingsmiddelen:

Bestrijdingsmiddelen in grondwater
In 40% van de grondwaterwinningen voor drinkwaterproductie zijn resten van bestrijdingsmiddelen gevonden. In de helft van deze grondwaterwinningen zorgden resten van bestrijdingsmiddelen voor normoverschrijdingen.
Ook in grondwaterwinningen troffen de onderzoekers een diversiteit aan verschillende stoffen aan. Vooral de – vaak ondiepere – freatische winningen, waarbij grondwater niet wordt beschermd door een slecht doorlatende bodemlaag zoals klei, zijn kwetsbaar.
‘Onderzoek toont urgentie
van bronaanpak aan’
Actie nodig vanuit overheden, burgers en boeren
Zonder aanvullende maatregelen is het onvermijdelijk dat drinkwaterbedrijven steeds méér inspanningen moeten leveren om aan de normen uit het Drinkwaterbesluit te voldoen. Dit is dus in strijd met het doel van de KRW. Het KWR-onderzoek onderstreept de urgentie van een brede aanpak om de verontreiniging bij de bron aan te pakken. Dit kan door het toelatingsbeleid voor bestrijdingsmiddelen aan te scherpen en ruimtelijke keuzes te maken om de uitstoot van bestrijdingsmiddelen naar bodem en water te verminderen. Ook is er meer aandacht nodig voor toezicht en handhaving van bestaande maatregelen en moet de bewustwording van agrariërs en burgers over de geboden en verboden rond het gebruik van bestrijdingsmiddelen worden vergroot.
COLOFON
Waterspiegel is een periodieke uitgave van Vewin, de Vereniging van waterbedrijven in Nederland. Waterspiegel brengt nieuws, achtergronden en opinies uit de wereld van (drink)water en aanverwante sectoren.
WWW.VEWIN.NL
HOOFDREDACTEUR
Madelon Vink, vink@vewin.nl
REDACTIE
Arjen Frentz, Hans de Groene, Madelon Vink, Patricia van der Linden, Noortje van Zijl, Philip Reedijk redactiewaterspiegel@vewin.nl
INTERVIEWS EN EINDREDACTIE
Philip Reedijk
FOTOGRAFIE
Michelle Muus, Tom Pilzecker, Wendy Bronkhorst (PWN), Marcel Jurian de Jong (WMD), Waternet. Shutterstock.
ABONNEMENTEN EN ADRESWIJZIGINGEN
Waterspiegel wordt gratis toegezonden aan mensen die beroepsmatig betrokken zijn bij de watersector. Adreswijzigingen kunt u sturen naar info@vewin.nl. Verzoeken om een abonnement zijn ter beoordeling van de hoofdredactie: redactiewaterspiegel@vewin.nl.
Artikelen uit deze uitgave mogen worden overgenomen na toestemming van de uitgever. De gebruikte foto’s zijn bedoeld als illustratie en hoeven niet de beschreven situatie letterlijk weer te geven. De redactie heeft zijn uiterste best gedaan om alle copyright-houders van gebruikt beeldmateriaal op te sporen. Indien u meent dat u rechthebbende bent, kunt u zich bij ons melden.
Waterspiegel wordt verzonden in een seal van biofolie. Deze mat-transparante folie is binnen 90 dagen volledig composteerbaar en mag dus in de GFT-bak. Biofolie is gemaakt van de reststoffen van maisproducten en aardappelzetmeel.
Achterspiegel

De tijd dringt; zet alles op alles om de KRW-doelen te halen
• Geef prioriteit aan het verbeteren van de kwaliteit van drinkwaterbronnen.
• Zorg voor extra capaciteit, kennisontwikkeling en financiering bij omgevingsdiensten, toegespitst op de aanpak van lozingen.
• Scherp vergunningen aan, gericht op minimaliseren van emissies van ZZS en PFAS.
• Geef verbetering van drinkwaterbronnen prioriteit in de aanpak ‘Ruimte voor Landbouw en Natuur’.
• Maak het halen van KRW-doelen en de doelen voor nitraat en bestrijdingsmiddelen bij drinkwaterbronnen onderdeel van maatregelenprogramma’s voor specifieke gebieden.
• Stem normen voor toelating van stoffen, zoals bestrijdingsmiddelen, beter af op KRW-normen.
• Zet steviger in op effectief toezicht en handhaving, met focus op de bescherming van drinkwaterbronnen.