
‘Snel en ‘grenzeloos’ nadenken over duurzaam watersysteem’
Co Verdaas, Deltacommissaris
‘Snel en ‘grenzeloos’ nadenken over duurzaam watersysteem’
Co Verdaas, Deltacommissaris
KRAANWATER PER DAG:
4 tot 6, maar ik drink ook relatief veel koffie, waar natuurlijk heerlijk schoon drinkwater voor nodig is. En thee in de avond!
DRINKWATER BEN IK TROTS:
op de beschikbaarheid en hoge kwaliteit van drinkwater in Nederland. Tijdens de vakantie, afhankelijk van waar je bent, merk je dat dit niet vanzelfsprekend is. Daar mogen we trots op zijn en alle mensen, die dat mogelijk maken, voor danken.
het garanderen van voldoende schoon water. Water moet geen luxeproduct worden, maar iedereen moet er gebruik van kunnen maken om te drinken, te recreëren en voor productie. Daarvoor zijn innovaties en slimme methoden nodig, waar we als land een naam in hoog te houden hebben.
denk ik aan de heerlijke smaak van het Veluwse drinkwater, maar ook de luxe dat in Nederland drinkwater vanzelfsprekend is.
Naam: Peter de Groot
Functie: Tweede Kamerlid VVD
Leeftijd: 44
Op weg naar een duurzaam watersysteem
De vernieuwde Deltascenario’s laten zien dat de druk op het watersysteem verder zal toenemen. Het huidige watersysteem kan straks niet meer alle functies compleet ondersteunen. Deltacommissaris Co Verdaas pleit voor snel en ‘grenzeloos’ nadenken over oplossingen.
Waterkwaliteit onder druk
Waar lopen de drinkwaterbedrijven tegenaan op het gebied van de kwaliteit van grond en oppervlaktewater en hoe gaan zij hiermee om? 18
8
Commissiedebat Water
Drinkwater en de beschikbaarheid en kwaliteit van drinkwaterbronnen kwamen uitgebreid aan bod tijdens het Commissiedebat (CD) Water van 24 september. 13
De strategische rol van water in Europa
De nieuwe strategische agenda van de EU biedt verschillende mogelijkheden om de perspectieven van de (drink)watersector te verbinden met andere belangen, aldus Pär Dalhielm, voorzitter van koepelorganisatie EurEau.
Verder in dit nummer
Talkshow Drinkwateragenda 4 – Drinkwaterbeeld: WBG 7 – Duurzaam: Waternet 16
28
De drinkwaterplek van Demi Kamminga 22 – Kennismaking met Vivienne Frankot 24
Kort nieuws 31 – Achterspiegel 32
Onze drinkwatervoorziening staat onder druk, hoe kunnen we het tij keren? Begin september organiseerde Vewin over dit onderwerp een online talkshow met politici en drinkwaterdirecteuren.
Met de presentatie van de nieuwe Drinkwateragenda, traditioneel een week voor Prinsjesdag, vroegen de drinkwaterbedrijven aandacht voor de acties die nodig zijn voor de toekomst van het drinkwater. Onder leiding van Splinter Chabot spraken Lies van Aelst (Eerste Kamerlid SP), Rob van Dongen (Brabant Water), Arjan Driesprong (Oasen), Wim Drossaert (Dunea) en Hans de Groene (Vewin) over de beschikbaarheid van drinkwaterbronnen. Daarna praatten Lies van Aelst, Ines Kostić (Tweede Kamerlid PvdD), Pieter Litjens (Vewin) en Annette Ottolini (Evides) door over de kwaliteit van bronnen en de toekomst van ons drinkwater.
Beschikbaarheid en kwaliteit van bronnen onder druk De vraag naar drinkwater blijft stijgen. Maar de beschikbaarheid van drinkwaterbronnen staat onder druk. Vewin hoopt dat het kabinet snel aan de slag gaat met zijn ambitie om de vitale infrastructuur, waaronder de watervoorraad, zeker te stellen. Want wat betekent dat concreet? Op die vraag hebben de tien drinkwaterbedrijven snel een antwoord nodig. Zonder snelle actie ontstaan in steeds meer regio’s knelpunten. Daarnaast vraagt Vewin om meer duidelijkheid over de reikwijdte van de in de Drinkwaterwet verankerde leveringsplicht van drinkwaterbedrijven en de daarbij horende zorgplicht van overheden.
Alle drinkwaterbedrijven hebben voor 2030 extra productiecapaciteit nodig. Hoe gaan zij om met de juridische en bestuurlijke obstakels die ze hierbij tegenkomen? Hoe maken ze duidelijk dat ze geen nieuwe versie willen van de energiecrisis, maar dan rondom water? SPsenator Lies van Aelst wijt dit aan een gebrek aan gevoelde urgentie. ‘De druk op de stroomvoorziening zagen we ook al lang aankomen en dan opeens is het crisis. Voor het drinkwater wordt die urgentie nog te weinig gevoeld. (...) De partijen die aan de macht zijn, kiezen voor bedrijvigheid of ze schuiven de keuze voor zich uit met ‘nog maar een onderzoek, een werkgroep of een postitsessie’.’
Nu actie nodig van de politiek Niet alleen de hoeveelheid, maar ook de afnemende kwaliteit van de waterbronnen is belangrijk. Om die kwaliteit te waarborgen, moeten we ze beter beschermen tegen de vervuiling door landbouw, industrie en huishoudens. Het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet is op dit vlak weinig ambitieus en dat baart Vewin zorgen. Nog steeds zijn bijvoorbeeld niet alle vergunningen voor bedrijven die in de Maas lozen, onder de loep genomen. In heel veel gevallen is niet bekend wat er
precies in het oppervlaktewater terechtkomt. Ines Kostić begrijpt dit niet. ‘Maar het past bij Den Haag. Iedereen is gewend dat alles stroperig en traag gaat en lijkt dat ook te accepteren’, aldus het Tweede Kamerlid voor de Partij voor de Dieren. ‘Ik vind dat we wel wat peper kunnen gebruiken. Degenen die ons leiden, geven nu nog te vaak prioriteit aan grote economische belangen, maar daar moeten we voorbij kijken. Dat wil ik ook gaan inbrengen bij het debat over water dat we binnenkort in de Tweede Kamer gaan voeren.’
Ook SPsenator Lies van Aelst vindt dat economische belangen te vaak de doorslag geven. ‘Het is nu nog zo dat de vervuiler de winst krijgt en dat het collectief daarvoor betaalt.’ Volgens haar is een van de oplossingen om alle vergunningen opnieuw te beoordelen. Bedrijven kunnen nu vaak met een hele lappendeken van zeer oude vergunningen hun gang gaan.
Hoopgevend
Vewinvoorzitter Pieter Litjens heeft er vertrouwen in dat de drinkwaterbedrijven schoon en gezond drinkwater kunnen blijven leveren. ‘Maar wel tegen hogere kosten en meer inspanning.’ En daarmee snijdt de sector zichzelf eigenlijk in de vingers, is de slotanalyse. ‘Er werken veel slimme mensen in de sector die altijd wel een oplossing weten te vinden. Maar we kunnen het systeem niet eeuwig blijven oprekken, zoals we ook in onze Drinkwateragenda aangeven.’
Heeft u de talkshow gemist of wilt u deze nog eens terugkijken?
Van de talkshow is een online magazine gemaakt met een verslag van de gesprekken aan tafel.
WBG laat met de campagne ‘De waterwinnaars’ aan haar klanten zien hoe gemakkelijk het is om kleine of grote besparingen te doen. En dat, als iedereen dat doet, miljoenen liters per dag kunnen worden bespaard. Samen komt iedereen in beweging. Bekijk ook: dewaterwinnaars.nl
De in april van dit jaar gepubliceerde vernieuwde
Deltascenario’s laten zien dat de druk op het watersysteem hoog is en verder zal toenemen. In de toekomst kunnen we met het huidige watersysteem niet meer alle functies volledig ondersteunen. Deltacommissaris Co Verdaas pleit voor snel en ‘grenzeloos’ nadenken over oplossingen.
‘
n opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en de deltacommissaris zijn onlangs de Deltascenario’s uit 2017 geactualiseerd. Ze laten – op basis van gradaties in de klimaatverandering – vier mogelijke toekomstbeelden zien, die samenhangen met de mate waarin mondiaal de uitstoot van broeikasgassen wordt teruggedrongen en met sociaal-economische ontwikkelingen, zoals bevolkingsgroei, economische groei en ruimtelijke ontwikkelingen. Delta commissaris Co Verdaas over het integrale beeld van de wateropgaven die daaruit voortkomen: zoetwaterbeschikbaarheid, wateroverlast en waterveiligheid. En vooral over de vraag: komt er een tekort aan drinkwater?
Verdaas: ‘De scenario’s geven aan wat ons mogelijk te wachten staat. Ook in de meest milde versie, waarin we wereldwijd de Parijse klimaatdoelen behalen, zien we dat de extremen van nu het normaal van de toekomst zijn. En zelfs al weten we op korte termijn de uitstoot van broeikasgassen verregaand te reduceren, dan nóg zullen we decennia lang te maken hebben met klimaatverandering en de gevolgen daarvan. Het Deltaprogramma richt zich op water
veiligheid én zoetwaterbeschikbaarheid. Met het HWBP kunnen we qua veiligheid even vooruit en hoeven we niet binnen een paar jaar ingrijpende keuzes te maken. Waterbeschikbaarheid is door de snelle veranderingen in klimaat en maatschappij een vraagstuk geworden dat nú onze aandacht vraagt en actie vereist. We zijn toe aan een herijking van het bestaande watersysteem.’
De Deltascenario’s geven aan dat zoetwaterbeschikbaarheid niet overal en altijd meer vanzelfsprekend is…
Verdaas: ‘Dat klopt, maar ik wil dat beeld wel nuanceren. Er komt jaarlijks een enorme hoeveelheid water ons land in, via de rivieren en als neerslag. Vanuit de gedachte van veiligheid was ons watersysteem er altijd op gericht dat water zo snel mogelijk af te voeren. Daar zijn ook goede redenen voor: er waren vroeger nauwelijks langdurige droge perioden en WestNederland ligt voor een groot deel onder NAP. We willen niet dat die badkuip volloopt. Dat moet in de toekomst anders, we kunnen ons niet meer permitteren kostbaar water ongebruikt naar zee te laten stromen. We zullen het beter moeten vasthouden in ons gebied, aan de oppervlakte en in de bodem. Dat betekent dus het realiseren van waterbuffers, waar we water in de natte periode van het jaar opslaan voor drogere tijden. En daarvoor zullen politieke keuzes moeten worden gemaakt.’
‘Er spelen op het macroniveau van het watersysteem verschillende zaken: waterveiligheid, wateroverlast en zoetwaterbeschikbaarheid. Er is in principe voldoende water, maar we zien door verschillende oorzaken toch krapte. De vraag naar water neemt toe door bevolkingsgroei, een groeiende economie en toenemend watergebruik per persoon in met name de warme en droge perioden. Er zal een meer houdbare balans moeten worden gevonden in het watersysteem, waarbij recht wordt gedaan aan de belangen van alle waterfuncties en gebruikers. Ik ben ervan overtuigd dat we dat kunnen oplossen, zoals we in het verleden ook andere uitdagingen op het gebied van watermanagement het hoofd hebben geboden. Er is een palet aan mogelijke oplossingen, waaronder: meer water vasthouden door vernatten van de natuur, bij droogte prioriteiten aanbrengen in de verdeling van water over verschillende functies (drinkwater, landbouw, natuur, tegengaan verzilting), zuiniger omgaan met water en wat mij betreft ook nadenken over staffels in de beprijzing van grotere hoeveelheden afgenomen (drink)water.’
‘Om de politiek te helpen bij de benodigde keuzes, willen we met alle partners in kaart brengen wat de situatie op het gebied van vraag en aanbod van water is, hoe zich dat verhoudt ten opzichte van de Deltascenario’s op (middel)lange termijn en welke keuzes er dan zijn. Het garanderen van de leveringszekerheid van drinkwater is een gelaagd vraagstuk, maar ik ben er 100% van overtuigd dat Nederland dit aankan, we hebben ook een reputatie hoog te houden op dit gebied. Als deltacommissaris vervullen wij hierbij de rol van onafhankelijk adviseur die feiten en kennis aandraagt voor de politieke besluitvorming en oog heeft voor de lange termijn.’
‘Er is een nieuwe, houdbare waterbalans nodig’
‘De drinkwatervoorziening is vanuit het belang van volksgezondheid en welzijn een belangrijke watervrager, een eerste levensbehoefte. Voor de totale productie van drinkwater voor alle Nederlanders is nog geen 2% van het water nodig dat jaarlijks ons land binnenkomt. Dus het moet wel gek lopen als het niet lukt om dat voor de toekomst op een duurzame en evenwichtige manier te organiseren. Maar dat vraagt wel om de inspanning van alle betrokken stakeholders, niet in de laatste plaats de drinkwaterbedrijven zelf.’
Wat adviseert u drinkwaterbedrijven om in dat kader te doen?
Verdaas: ‘Laat – geredeneerd vanuit het drinkwatersysteem – zien wat per samenhangende regio een volhoudbare zoetwaterbalans is, indachtig maatgevende omstandigheden, zoals de watervraag van andere gebruikers, langdurige droge perioden en de toenemende druk op de ruimte. En breng in beeld hoe je elkaar en andere stakeholders over en weer kunt helpen als dat nodig is. Een soort coherent en duurzaam totaalplaatje van vraag en aanbod, een helicopterview voor nu en in de toekomst.’
‘De drinkwatersector heeft z’n zaakjes al ruim 150 jaar zeer goed voor elkaar, maar de omstandigheden veranderen nu sneller dan we een tijdje geleden met z’n allen hebben voorzien. We zullen moeten meebewegen, niets doen is geen optie. We lopen op tegen de grenzen van het systeem en moeten wat mij betreft grenzeloos gaan denken, out of the box. Zonder taboes, even los van organisatorische of technische belemmeringen. Vergeet even alles wat je tot nu toe hebt gedaan en schets een drinkwatervoorziening zoals je die op dit moment, met alle kennis van nu, zou ontwerpen. Wat is er nodig om een toekomstbestendig, klimaatrobuust watersysteem in te richten, dat de leveringszekerheid op langere termijn garandeert en dat ook andere belangen evenwichtig kan bedienen? Wat is de meest robuuste drinkwatervoorziening als je over de grenzen van de afzonderlijke drinkwaterbedrijven heen kijkt? Wat kun je samen oppakken? Welke oplossingen komen in beeld? Probeer van elkaar te leren en dingen samen te doen.’
‘Overigens moeten we ook het innovatieve vermogen van de drinkwatersector niet onderschatten. Er wordt continu hard gewerkt aan nieuwe technieken om drinkwater te produceren, bijvoorbeeld uit brak water of effluent van waterzuiveringen. Ook streeft de sector ernaar om zoveel mogelijk water te besparen en de drinkwaterproductie nóg meer circulair te maken. Tegelijkertijd loopt men wel tegen grenzen aan, bijvoorbeeld op het gebied van vergunningen of de verslechterende kwaliteit van grond en oppervlaktewater, dat besef ik heel goed.’
‘Het watersysteem is een complex samenspel van belangen, tegen de achtergrond van veiligheid, het voorkomen van wateroverlast en het waarborgen van waterbeschikbaarheid. Dus kijk elkaar en de andere stakeholders goed in de ogen en ga voor het gemeenschappelijk belang. Laat per samenhangende regio zien wat een duurzame balans is, met inachtneming van zaken zoals de ruimtelijke druk en de belangen van andere watergebruikers. We zullen ‘alle monsters in de bek moeten kijken’, anders gaan we het niet redden. In het verre verleden hebben de inwoners van onze delta de koppen bij elkaar gestoken om zich te verdedigen tegen het water en ik weet dat we dit nu weer kunnen, ook al gaat het nu om de beschikbaarheid van water.’
Als u het heeft over het aanpassen van de ruimtelijke inrichting, wat verwacht u dan van de drinkwaterbedrijven?
Verdaas: ‘Dat is feitelijk een onderdeel van het grotere perspectief waar ik het hiervoor over had. Het in 2023 door de minister van IenW geïntroduceerde beginsel ‘water en bodem sturend’ in de ruimtelijke ordening begint langzamerhand handen en voeten te krijgen. De drinkwaterbedrijven kunnen helpen dit begrip verder inhoud te geven door – gebaseerd op hun cijfers over vraag en aanbod – input te leveren bij de ontwikkeling en invulling van gemeentelijke en provinciale ruimtelijke plannen. Er is natuurlijk een sterke samenhang met vraagstukken rondom verstedelijking en woningbouw. De miljoen nieuw geplande woningen moeten wel allemaal worden aangesloten op het drinkwaternet en dat vraagt dus uitbreiding van de capaciteit. Ook zullen we rekening moeten houden met een toenemende verziltingsdruk in onze riviermondingen en in de diepe polders in het westen. Al met al zaak om vooruit te kijken en een evenwichtig handelingsperspectief te ontwikkelen. Feitelijk schrijven we samen aan een nieuw hoofdstuk in het grote verhaal over onze delta.’
‘Ik verwacht dat we in heel Nederland, daar waar dat kan, flink gaan vernatten. En als dat niet voldoende oplevert, kunnen we kijken naar andere mogelijkheden, zoals technische oplossingen en water besparen. Dat móét en zál lukken, het belang van een duurzame en betrouwbare drinkwatervoorziening staat niet ter discussie.’
Op 24 september vond het Commissiedebat (CD) Water plaats. Minister Madlener debatteerde met Tweede Kamerleden over uiteenlopende wateronderwerpen. Drinkwater en de beschikbaarheid en kwaliteit van drinkwaterbronnen kwamen uitgebreid aan bod.
Waterbeschikbaarheid
Hidde Heutink (PVV) bepleitte dat Nederland geen tekort aan drinkwater heeft, maar aan vergunningen. Hij vroeg de minister de provincies en drinkwaterbedrijven te helpen. Pieter Grinwis (CU) steunde dit pleidooi: ‘Wanneer gaan de provincies de drinkwatersector vergunningen geven zodat zij drinkwater kunnen leveren en wat gaat de minister hieraan doen?’ Peter de Groot (VVD) stelde dat mensen zich geen zorgen moeten maken over drinkwater. ‘Er moet meer productiecapaciteit voor drinkwater komen.’
Minister Madlener opende zijn bijdrage met het drinken van een glas kraanwater en benadrukte dat iedereen wil kunnen vertrouwen op het drinkwater, tegen een acceptabele prijs. Hij gaf aan trots te zijn op het Nederlandse drinkwater. De minister onderkende het probleem van vergunningen en werkt samen met IPO en Vewin aan een Actieprogramma om de benodigde 100 miljoen m3 te vinden.
Kwaliteit drinkwaterbronnen Mpanzu Bamenga (D66) stelde dat het kabinet werk moet maken van schoon en gezond water en wil een verbod op PFAS. De minister gaf aan te streven naar een zo breed mogelijk PFASverbod in Europa, want voor Nederland heeft dat volgens hem geen zin. ‘Lozingen van PFAS pakken we hard aan’, aldus de minister. Hij wil naar nul lozingen van PFAS in Nederland. Cor Pierik (BBB) en Aant Jelle Soepboer
(NSC) zeiden het onrealistisch en economisch onwenselijk te vinden om duizenden PFASstoffen te verbieden. Ines Kostić (PvdD) en Geert Gabriëls (GroenLinksPvdA) vroegen wat er gebeurt met de waterkwaliteitsdoelstellingen uit het NPLG nu dit plan verdwenen is. Gabriëls sprak de minister aan als ‘coördinerend minister voor water’, vroeg wat hij gaat doen aan waterkwaliteit, en hoe hij in overleg gaat met minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, LVVN. De minister zei dat er een alternatieve aanpak voor landelijk gebied komt van LVVN. In grote lijnen zet dit kabinet de ingezette weg wat betreft de Kaderrichtlijn Water voort, maar wel met aanpassingen.
Waterbesparing
Volgens Heutink (PVV) moet het kabinet ‘wegblijven uit de badkamer van de burger’, waar het gaat om waterbesparing. De Groot (VVD) was voorstander van hergebruik waar dat kan, extra vergunningen voor drinkwater blijven nodig. Minister Madlener gaf aan door te gaan met het Nationaal Plan van Aanpak Drinkwaterbesparing, het gaat hier over ‘bewustwording’. Grinwis (CU) vroeg wanneer gebruik van regen en circulair water wettelijk mogelijk wordt binnen het Bouwbesluit. De minister antwoordde dat hij met de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening bekijkt wat kan, maar vooral inzet op vergroten van het aanbod. Effecten op de volksgezondheid moeten goed bekeken worden.
Tarieven, belastingen en WACC
Heutink (PVV) zei geen voorstander te zijn van luxetarieven en vond dat het drinkwater betaalbaar moet blijven. De minister stelde niet voor belastingverhogingen te zijn en gaf aan dat prijsverhogingen niet werken om te besparen. Hij wil het tarief niet verhogen. Gabriëls (GroenLinksPvdA) vroeg de minister waarom hij niets aan de Belasting op Leidingwater (BoL) voor grootverbruikers doet. De minister gaf aan voor het Wetgevingsoverleg (november) hierop te reageren, hij wenst voor burgers geen verhoging.
Grinwis (CU) vroeg, vanwege de financiële beperkingen van drinkwaterbedrijven door de WACC (vermogenskostenvoet), wanneer de minister de Drinkwaterregeling vaststelt. De Groot (VVD) verwees naar een eerdere motie die verzocht om spoedige helderheid voor de drinkwaterbedrijven. De minister gaf aan de regeling goedgekeurd te hebben en in overleg te zijn met de partners over aanpassing van de WACC op langere termijn.
Door bevolkingsgroei in de regio Amsterdam en de klimaatverandering groeit de vraag naar drinkwater. De manier waarop Waternet nu drinkwater produceert, levert in 2035 niet genoeg op voor die vraag. Om in de toekomst iedereen in de regio te kunnen voorzien van voldoende drinkwater, zoekt Waternet naar nieuwe bronnen. Daarvoor sloeg Waternet ook de handen ineen met Waterschap Amstel,
Gooi en Vecht. Het waterschap kampt namelijk met een natuurprobleem in de Horstermeerpolder: brak grondwater dat als kwelwater naar boven komt. Dit zoutere water is niet goed voor de natuur en de landbouw in het gebied.
Het is Waternet gelukt om van het brakke water drinkbaar water te maken. Sinds mei 2024 zet een
proefinstallatie het brakke water om in zoet, drinkbaar water. Na het oppompen wordt met omgekeerde osmose zout uit het water gehaald. Dit ‘oerwater’ bevat geen vervuilende stoffen. De proef loopt nog tot en met eind 2025. In opdracht van de gemeente Amsterdam wordt bekeken hoe er drinkwater gemaakt kan worden van het brakke kwelwater en voor het
waterschap hoe de waterkwaliteit in de polder verbeterd kan worden. Zo kan het brakke water een toekomstige drinkwaterbron worden én komt het niet meer in de natuur terecht.
Waterkwaliteit bronnen onder druk
Manager Kwaliteit Henk Brink (WMD): ‘Antropogene verontreinigingen nemen toe in aantal en ernst’.
Nederland beschikt over een beperkt aantal bronnen voor de productie van drinkwater: grondwater (goed voor 60% van ons drinkwater), oppervlaktewater (39%) en duinwater (1%). De waterkwaliteit van deze bronnen is belangrijk voor de kwaliteit van ons drinkwater en bepaalt welke zuiveringsinspanning een drinkwaterbedrijf moet leveren. Waar lopen de drinkwaterbedrijven tegenaan op het gebied van bronkwaliteit en hoe gaan zij hiermee om?
Waterkwaliteit
WMD: ‘We zien meer stoffen in ons grondwater’
Drinkwaterbedrijf WMD in Drenthe produceert jaarlijks op twaalf locaties uit grondwater zo’n 35 miljoen kubieke meter drinkwater, voor ruim 200.000 huishoudens en bedrijven. De helft van deze winningen is kwetsbaar, doordat zich in de ondergrond geen afsluitende kleilaag bevindt. Hierdoor kunnen verontreinigingen die vanaf het maaiveld de bodem inzakken, het grondwater bereiken, aldus manager Kwaliteit Henk Brink. ‘Dat is jammer, want grondwater is eigenlijk de mooiste bron, omdat dat vaak heel oud is en hygiënisch veilig, door de zuiverende grondpassage. In Emmen, op de Noordbargeres, hebben wij twee kwetsbare winningen, waar we bijna een derde van onze totale hoeveelheid drinkwater produceren. Hier komen we stoffen tegen afkomstig van de landbouw, de industrie en huishoudens: bestrijdingsmiddelen, industriële stoffen zoals EDTA en nylon componenten en inmiddels ook sporen van nieuwe chemische stoffen zoals PFAS en medicijnresten. Het aantal stoffen én de hoeveelheden per stof in de bronnen nemen toe en dat baart ons om twee redenen zorgen. Ten eerste zijn er enorme investeringen nodig om onze zuiveringen aan te passen om deze ongewenste stoffen uit het ruwe water te zuiveren. En ten tweede zien we dat er stoffen voorkomen die we wel kunnen verwijderen uit het grondwater, maar waarvoor er nog geen goede oplossing is voor de reststroom.’
De zuiveringen van WMD zijn vanwege het oorspronkelijk zeer schone grondwater ingericht op het verwijderen van ijzer, mangaan, ammonium en hardheid. Brink: ‘Maar door de toename van antropogene verontreinigingen in de afgelopen 30, 40 jaar, moeten we steeds meer geavanceerde technieken toepassen om het water te zuiveren.
‘Wat er niet in zit, hoef je er ook niet uit te zuiveren ’
Hiermee zijn forse investeringen gemoeid: zo hebben we al 10 miljoen euro geïnvesteerd in een actief koolinstallatie. Daar hebben we er nu één van, maar dat moeten er straks wellicht meer worden. Als we ook alle opkomende stoffen moeten kunnen verwijderen, zijn dan nog weer aanvullende processen nodig. Om dit te kunnen financieren, ontkomen we de komende jaren dan ook niet aan forse tariefstijgingen.’
Lichtpuntje
De zorgen stapelen zich op in Drenthe: ‘Naast de bestaande problemen kennen we een aantal verontreinigingen die ‘onderweg’ zijn in de bodem en die in meerdere winningen voor problemen gaan zorgen. We verwachten te hoge gehaltes PFAS in de toekomst, waardoor we mogelijk grote extra zuiveringsinspanningen moeten gaan doen. Nitraat is nu nog geen groot probleem in onze bronnen, maar als er niets verandert, zal het dat wel worden. Daarom kiezen wij voor een bronaanpak en samenwerking met boeren, de provincie en andere stakeholders. Via natuurontwikkeling en geoptimaliseerde landbouwmethoden bij kwetsbare winningen willen we de uitspoeling van nitraat naar het grondwater terugdringen. Met traditionele landbouwmethoden lukt dat niet. Dus voor de bescherming van ons grondwater is een landbouwtransitie echt noodzakelijk.’
Actievere rol
Tegelijkertijd bereidt WMD zich voor op een actievere eigen rol, zowel door het versterken van de functie van omgevingsmanagement, als door strategische grondaankopen rondom bestaande winningen. ‘Door een goede inrichting in de omgeving van onze bronnen kunnen grondwaterbescherming en waterbeschikbaarheid heel goed hand in hand gaan. Ons streven blijft het voorkomen van verontreiniging door bronbeleid: ‘Wat er niet in zit, hoef je er ook niet uit te zuiveren’.’
Evides: ‘Hele systeem rondom waterkwaliteit snel waterdicht maken’
Rona Vink is manager Technologie en Bronnen bij Evides Waterbedrijf: ‘Wij produceren jaarlijks 151 miljoen kubieke meter drinkwater voor zo’n 2,5 miljoen inwoners van ZuidwestNederland. Om onze kwetsbaarheid te beperken, gebruiken we verschillende bronnen: oppervlaktewater uit de Bergsche Maas en uit het Haringvliet, en grondwater uit de Brabantse Wal en het Eiland van Dordrecht. Zo’n 90% van ons drinkwater wordt geproduceerd uit oppervlaktewater. De kwaliteit van deze bronnen verbetert de afgelopen jaren niet en daar maken wij ons grote zorgen om. Het gaat daarbij vooral om het oppervlaktewater, maar zelfs in het diepere grondwater treffen wij inmiddels bestrijdingsmiddelen aan.’
Toename van verontreinigingen
‘In het oppervlaktewater zien wij toenemende verontreinigingen door stoffen uit de industrie en de landbouw. In het Maaswater gaat het vooral om industriële stoffen zoals PFAS, trifluorazijnzuur en dioxaan, en bestrijdingsmiddelen uit de landbouw. Dit is in strijd met de Kaderrichtlijn Water (KRW), die een chemisch schoon en gezond oppervlaktewater eist en een afnemende zuiveringsinspanning. In de praktijk moeten wij juist meer moeite doen om het water uit onze bronnen geschikt te maken voor consumptie.’
Wat moet er gebeuren om deze trend te keren?
‘De beste aanpak blijft voorkomen in plaats van genezen. Er is nu echt een stevige inzet nodig van alle partijen, langs verschillende sporen. Allereerst moet je het voorzorgsprincipe toepassen: kijken naar de effecten van een stof voor mens, dier en milieu, en hoe bezwaarlijk toelating van die stof is voor de drinkwatervoorziening. In het geval van PFAS gaat het om een forever chemical: persistent, mobiel en toxisch. Dan moet je zo snel mogelijk in Europees verband een verbod op lozing en productie organiseren. Nu toetsen we die schadelijkheid pas achteraf.’
Toelating en toezicht op de schop
‘Ook moet er veel zorgvuldiger worden gekeken naar de toelating van stoffen: die is nu onvoldoende afgestemd op het waterkwaliteitsbeleid. De normen voor toelating van bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen zijn minder streng dan de waterkwaliteitsnormen in de KRW. Na toelating moeten vergunningverlening, monitoring, toezicht en handhaving adequaat worden geregeld: vergunningen moeten sneller worden geactualiseerd en er moet een goed beeld zijn van welke stoffen waar worden geloosd. Feitelijk moet je dit hele
‘Drinkwaterbelang beter borgen in de afwegingen op het gebied van RO’
systeem ‘waterdicht’ maken. Tot slot is het noodzakelijk dat het drinkwaterbelang beter geborgd wordt in de afwegingen die diverse overheden maken op het gebied van ruimtelijke ordening.’
Wat kun je als drinkwaterbedrijf doen om een goede bronaanpak te ondersteunen?
Vink: ‘Evides probeert het drinkwaterbelang bij beleidsontwikkelende en vergunningverlenende overheden onder de aandacht te brengen. Het is belangrijk dat het effect op de waterkwaliteit wordt meegenomen in alle ruimtelijke plannen en vergunningen. In het uiterste geval kan dit een gang naar de rechter betekenen. Daarnaast zijn wij actief in het samenwerkingsverband Schone Maaswaterketen, samen met partijen zoals Rijkswaterstaat, de provincies en de waterschappen.’
Welke extra investeringen in zuivering zijn bij jullie aan de orde?
Vink: ‘Vooropgesteld: we slagen er in Nederland nog steeds in om zeer betrouwbaar en schoon drinkwater te produceren. Vanwege de PFASproblematiek hebben wij onze zuiveringsinspanning moeten verhogen. De actief koolfilters worden nu frequenter gereactiveerd, waardoor we 50% meer PFAS uit het water kunnen verwijderen. Maar dat kost wel twee keer zoveel als vroeger. Daarnaast verwachten wij de nieuwe zuiveringen van Baanhoek en de Wrange uit te breiden met een membraanfiltratiestap: het gaat daarbij om een lange realisatietijd en grote investeringen. Ook leidt het tot een hogere exploitatielast en footprint. Allemaal kosten die bij de eindgebruiker terechtkomen, terwijl eigenlijk de vervuiler zou moeten betalen.’
‘De techniek achter de drinkwaterproductie boeit me gewoon!’
Als magazijnbeheerder zorgt Demi Kamminga (24) samen met haar collega’s onder andere voor de bevoorrading van de monteurs van WMD. Hoe is ze daar terechtgekomen?
Waarom heb jij gekozen voor de watersector? ‘Ik woon in Assen en fietste regelmatig langs het kantoor van WMD. Ik besefte dat je drinkwater eigenlijk gewoon als vanzelfsprekend beschouwt, terwijl er een hele technische wereld achter schuil moet gaan. Tijdens mijn studie Logistiek Supervisor aan het Alfa College in Hoogeveen zocht ik een stageplek voor mijn eerste jaar. Dus toen er een advertentie van WMD langskwam, heb ik meteen gereageerd. Die eerste stageperiode vond ik superinteressant. In mijn tweede jaar ben ik bij een ander bedrijf gaan kijken, maar in m’n laatste jaar wilde ik toch weer naar WMD. Ik heb naast het logistieke werk in het magazijn ook andere kanten van het bedrijf leren kennen, bijvoorbeeld door meeloopdagen met projectleiders. In het kader van mijn afstudeeropdracht heb ik daar een
verbetervoorstel voor geschreven. Tegen het einde van mijn stage kwam er een vacature waar ik op heb gesolliciteerd en ik ben in maart dit jaar aangenomen!’
Wat maakt deze plek voor jou bijzonder?
‘Ik heb bewust gekozen voor een baan met een technische achtergrond, dat boeit me gewoon enorm. Welke materialen zijn er nodig, hoe worden ze gebruikt, wat doen ze er precies mee, dat vind ik interessant. In ons centrale magazijn in Assen en in twee kleinere locaties in Emmen en Hoogeveen hebben wij alle materialen en
gereedschappen die de monteurs nodig hebben voor hun werk. We zorgen voor de inkomende en uitgaande goederenstromen, de opslag en het voorraadbeheer. Het is onze taak alles klaar te zetten, zodat de monteurs goed voorbereid op pad gaan en alles bij zich hebben om hun werk te doen. Zo zorgen we er samen voor dat er overal drinkwater uit de kraan blijft komen. In het magazijn werken we prettig samen, in een klein team van drie collega’s. Ik heb veel vrijheid om m’n werk in te vullen en ik leer nog elke dag.’
‘Ik heb hier echt m’n plek gevonden! Drinkwater is een mooi product, waar de nodige techniek bij komt kijken en daar draag ik graag aan bij.’
‘
Begin 2022 nam Vivienne Frankot als directeur van het Drentse drinkwaterbedrijf WMD het stokje over van haar voorganger. Hoe staat WMD er inmiddels voor en welke uitdagingen spelen er in deze regio?
Na haar studies bedrijfskunde, bedrijfseconomie en een postdoc Registeraccountant aan de Rijksuniversiteit Groningen werkte Vivienne Frankot vanaf 1991 ruim acht jaar in verschillende functies bij accountantskantoor Deloitte. Als openbaar accountant voerde ze in die tijd enkele opdrachten uit voor WMD. Daarna heeft ze zo’n twaalf jaar op projectbasis gewerkt voor adviesbureau EY, onder andere aan het opzetten van een interimmanagementafdeling. Ook was ze actief als zelfstandig adviseur op het gebied van financiën en control. ‘Ik kom oorspronkelijk uit het westen, maar heb echt heel bewust gekozen voor het noorden, een perfecte streek om te wonen en te werken. Ik kende de drinkwatersector al een beetje en vond dat best een mooie wereld, WMD stond al op mijn radar. In 2017 had toenmalig directeur Leo Hendriks een vacature op financieel gebied en toen was 1 en 1 al snel 2. Zijn aanbod leek goed te passen bij mijn situatie toen, en ik ging in 2018 aan de slag als manager Finance en Control. De bedoeling was dat ik in een paar jaar orde op zaken zou stellen bij WMD en weer verder zou gaan. Maar dat is anders gelopen: ik heb het hier enorm goed naar m’n zin en wil niet meer weg. Mijn functie breidde zich al snel uit met taken op het gebied van ICT, HRM en klanten, en ik werd manager Klant en Bedrijfsondersteuning. Bij het vertrek van Leo medio 2022 heb ik zijn functie ad interim waargenomen en sinds januari 2023 ben ik officieel directeurbestuurder.’
Hoe gaat het met WMD?
Frankot: ‘Het gaat goed met ons, we zijn de afgelopen jaren gegroeid, in afzet en ook in personeelsgrootte. We hebben een nieuwe visie ontwikkeld, de bedrijfsstructuur vereenvoudigd en afscheid genomen van nietdrinkwateractiviteiten. Alle hoofdpijndossiers zijn afgewikkeld en WMD is financieel stabiel en toekomstbestendig. We zijn sinds dit jaar weer een 100% drinkwaterbedrijf en focussen geheel op onze primaire taak, de drinkwatervoorziening voor ruim 200.000 particuliere en zakelijke klanten in dit gebied.’
Hoe ziet de toekomst van WMD eruit, wat speelt er in jullie regio?
Frankot: ‘Het was een aantal jaren geleden niet voorzien, maar de economie en de bevolking in ons verzorgingsgebied groeien, en WMD ontwikkelt volop mee. Er worden hier veel nieuwe huizen gebouwd en we zien dat de drinkwatervraag toeneemt, een trendbreuk met het verleden. Dat heeft meteen gevolgen voor onze organisatie, want we hebben op redelijk korte termijn aanvullende bronnen, vergunningsruimte en productie en distributiecapaciteit nodig – en extra mensen. Het is hier niet meer ‘business as usual’. Ons bedrijf transformeert in een snel tempo. In het afgelopen jaar zijn we gegroeid van 200 tot ruim 250 medewerkers, een toename van 25%. WMD verandert van een relatief kleine beheerder van wat we hier noemen ‘de spullenboel’, naar een innovatieve, dynamische club mensen die zich proactief stort op de uitdagingen waar we ons voor gesteld zien. Onder andere op het gebied van omgevingsmanagement hebben we grote stappen gemaakt, omdat we zien dat het steeds belangrijker is om een actieve rol te spelen richting andere stakeholders.’
Wat zijn de actuele vraagstukken in de drinkwatersector en meer specifiek bij WMD?
Frankot: ‘Net zoals veel andere drinkwaterbedrijven zijn er hier grote uitdagingen op het gebied van de kwaliteit én de kwantiteit van water. We hebben altijd gewerkt met een operationele reserve van 10%, waardoor we vraaggroei op korte termijn kunnen opvangen. Ook is er een nietoperationele reserve van 10%, die op langere termijn kan worden aangesproken. We zien dat de vergunningen voor het oppompen van grondwater – onze enige bron – inmiddels best een uitdaging vormen. We beschikken over vergunningen die voldoende zijn voor de huidige watervraag. Binnen die vergunningen gebruiken we soms niet de totale vergunde ruimte, dus daar is nog ruimte voor uitbreiding. Maar dan moet je wel je productie en distributiecapaciteit opvoeren en daar zijn dan weer bouw en omgevingsvergunningen voor nodig. Ook dat zijn tegenwoordig zeer langdurige trajecten, onder andere door personeelstekort bij de vergunningverlenende instanties, zoals de provincie of een gemeente. En je moet nog een ingenieursbureau en een aannemer zien te vinden die tijd hebben voor zo’n project.’
‘Voor een van onze grotere waterwinlocaties, in Assen, is in het verleden een bestuurlijke afspraak gemaakt om de winning om natuurredenen tot
Vivienne Frankot, algemeen directeur WMD.
50% te reduceren. Het ging daarbij om mogelijke verdrogingseffecten op een Natura 2000gebied in de omgeving. We onderzoeken nu mogelijkheden om weer de volledige capaciteit van deze winning te gebruiken zonder negatieve gevolgen voor de natuur, bijvoorbeeld door toepassing van mitigerende maatregelen in de waterhuishouding. Ook zo’n traject kost veel tijd en aandacht. Datzelfde geldt voor het aanvragen van de nieuwe vergunningen, die op termijn ook zeker nodig zijn.’
Zorgen over kwaliteit grondwater
‘Op kwalitatief gebied zijn ongeveer de helft van onze winningslocaties kwetsbaar voor verontreiniging vanuit de landbouw, de industrie en de stedelijke omgeving. Het gaat daarbij om ‘oude’ verontreinigingen, die al enige tijd onderweg zijn door de bodem, én om nieuwere stoffen die vanaf het maaiveld de bodem intrekken en het grondwater bereiken. We maken ons daar voor de toekomst wel zorgen over. We verwachten dat we steeds meer aanvullende en geavanceerde zuiveringsmethoden zullen moeten toepassen. Dat is het tegenovergestelde van wat de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van ons vraagt, namelijk om drinkwater te maken met een zo eenvoudig mogelijke zuivering.’
Uitbreiding en vervanging van infrastructuur
een maximum aan, zeker als we straks de financieringsruimte binnen de regels van het ministerie van IenW volledig hebben gebruikt. Ook wijzelf en onze aandeelhouders willen de prijzen niet onnodig laten stijgen.’
Trots op WMD
Frankot: ‘Drinkwater is voor mij het mooiste product, essentieel voor volksgezondheid, welzijn en welvaart van mensen. Werken bij WMD is geweldig, met fijne, gemotiveerde collega’s die 24/7 klaarstaan en die mij inspireren er elke dag weer voor te gaan. Ons gezamenlijke doel: een gezond, duurzaam bedrijf dat continu betrouwbaar, lekker en betaalbaar drinkwater levert aan haar klanten, nu en in de toekomst. En daar draag ik heel graag mijn steentje aan bij!’
‘Aanpassen aan snel veranderende omstandigheden’
‘Behalve de uitbreidingen door de groeiende vraag en de extra zuiveringsstappen door de slechtere kwaliteit van het grondwater, ligt hier ook een flinke vervangingsopgave van het bestaande productie en distributienetwerk. Er zijn dus grote investeringen nodig om de drinkwatervoorziening in ons gebied voor de toekomst veilig te stellen. Dat betekent ook dat de eerder ingezette prijsstijging van drinkwater de komende jaren zal aanhouden. Daar zit wel
‘Water is een basisvoorwaarde om de langetermijndoelen van de EU te bereiken’
ind juni werd de nieuwe strategische agenda van de Europese Unie aangenomen. De plannen bieden verschillende mogelijkheden om de perspectieven van de (drink)watersector te verbinden met andere belangen, aldus Pär Dalhielm, voorzitter van koepelorganisatie EurEau. Wat is er nodig voor een robuuste drinkwatervoorziening, en wat kunnen we de komende jaren van de EU verwachten?
Elke vijf jaar, rond de Europese Parlementsverkiezingen, stellen EUleiders de politieke prioriteiten voor de toekomst vast, voordat de nieuwe Europese Commissie wordt benoemd. De strategische agenda 20242029 (aangenomen door de Europese Raad op 27 juni 2024) schetst de prioriteiten en strategische oriëntaties van de EU en vormt de leidraad voor het werk van de EUinstellingen voor de komende vijf jaar. De agenda streeft ernaar om Europa soevereiner te maken, beter voorbereid op de uitdagingen van vandaag en morgen, tegen de achtergrond van een veranderend mondiaal landschap en toenemende instabiliteit.
Pär Dalhielm is voorzitter van EurEau, de Europese Federatie van Nationale Verenigingen van Waterdiensten, waarvan Vewin en de Unie van Waterschappen lid zijn: ‘We zien drie pijlers in de strategische agenda van de EU: een Europa dat vrij en democratisch is, sterk en veilig, en welvarend en concurrerend. Om goed voorbereid te zijn op de toekomst, moet de EU – meer dan ooit – beseffen dat water een cruciale strategische hulpbron is. Water is daarom nauw verbonden met de nieuwe strategische agenda.’
Drinkwater speelt een cruciale rol op gebieden zoals welzijn, klimaatadaptatie, energietransitie, recycling van hulpbronnen en veerkracht. Dalhielm: ‘De watersector streeft ernaar om leidinggevend te zijn in het ontwikkelen van Europa tot een klimaatneutrale, circulaire, slimme en robuuste samenleving. Om dit te bereiken, hebben we vijf belangrijke voorwaarden geformuleerd in het waterdomein: een regelgevend kader; langetermijnfinanciering en middelen; een bekwaam personeelsbestand en maatschappelijke erkenning; innovatieve oplossingen en motivatie om te veranderen; en het voorkomen van vervuiling bij de bron. Water moet beter worden beschermd in elke fase van zijn cyclus – van bron tot kraan. Er moeten ook voldoende middelen beschikbaar worden gesteld voor investeringen in een robuuste en veilige drinkwatervoorziening en de infrastructuur ervan. Bovendien moet er meer maatschappelijke erkenning komen voor de cruciale rol die de (drink)watervoorziening speelt in het vormgeven van een vrij, democratisch, duurzaam, concurrerend en veerkrachtig Europa. Om dit te bereiken moet de (drink)watersector nog meer samenwerken met Europese, nationale, regionale en lokale beleidsmakers. Sommige EUinstellingen zijn zich nog onvoldoende bewust van de urgentie van waterkwesties. Water is een enabler, een basisvoorwaarde om de meeste langetermijndoelen van de EU te bereiken.’
Actuele thema’s
In de praktijk is het strategische belang van water al duidelijk, aldus Dalhielm: ‘We zien nu al concurrentie tussen watergebruikers over de hoeveelheid en/of kwaliteit van water, zowel tussen sectoren zoals landbouw, industrie en drinkwaterbedrijven, als tussen landen. Het voorzien in voldoende water voor alle Europeanen, voor alle toepassingen, is een grote uitdaging. Het heeft dringende aandacht en actie van beleidsmakers nodig, als we een gezonde, sterke, concurrerende en veilige samenleving willen zijn.’
‘De EU moet beseffen dat water een cruciale strategische hulpbron is’
Andere belangrijke actuele thema’s voor de sector zijn de voortdurende herziening van de chemische regelgeving REACH en een verbod op PFAS. Dalhielm: ‘Opkomende chemicaliën, nitraten en pesticiden in bronnen voor drinkwaterproductie zijn een groot en acuut probleem dat nu moet worden aangepakt.’
Hij vervolgt: ‘De EU moet belangen zoals voedselzekerheid en toegang tot bepaalde grondstoffen afwegen tegen andere belangen zoals volksgezondheid, veiligheid en duurzaamheid.’
Water Resilience Strategy
Een andere relevante ontwikkeling is de verminderde focus op de Green Deal, gecombineerd met de beloofde Water Resilience Strategy. Dalhielm: ‘Voorzitter Von der Leyen heeft meerdere keren aangegeven dat er langetermijnmaatregelen zullen worden ingevoerd om de hoeveelheid en kwaliteit van water te waarborgen. Eind juli hebben 21 lidstaten – waaronder Nederland – de Commissie opgeroepen om dit plan te versnellen, gezien de ernst van de problemen rond droogte, overstromingen en waterkwaliteit. Wij onderschrijven deze urgentie volledig. Als de EU het water beter beheert – zowel kwantitatief als kwalitatief – zullen we ook beter voorbereid zijn op de gevolgen van klimaatverandering: tot 80% van de klimaatrampen zijn watergerelateerde problemen. Daarom hebben maatregelen in de watersector bijna altijd positieve effecten op klimaatadaptatie en veerkracht.’
‘Klimaatadaptatie is wateradaptatie’
Wat doet EurEau om het belang van een robuuste drinkwatervoorziening te benadrukken?
Dalhielm: ‘De belangrijkste instelling om onze boodschap bij te verkondigen, is de Commissie en tegelijkertijd is het ook noodzakelijk voor EurEauleden om samen te werken met hun respectieve nationale beleidsmakers en vertegenwoordigers in het Europees Parlement.’
‘Het is cruciaal om samen te werken met andere belanghebbenden in de communicatie met de EUinstellingen. Door anderen te laten beseffen dat we overlappende belangen hebben, kunnen we meer bereiken dan door alleen te werken. Ook proberen we onze argumenten te koppelen aan de strategieën van de Commissie, de Raad of andere belanghebbenden. Om dit te doen, is het essentieel om te weten wat er binnen deze organisaties gebeurt en wat je van hen kunt verwachten. Onze sector is relatief klein naast landbouw of farmaceutica, maar is van vitaal belang. Dat betekent dat we op de lange termijn bruggen en coalities moeten bouwen, met de nadruk op wat we gemeen hebben in plaats van wat ons verdeelt. Je hoeft het niet overal over eens te zijn. Maar het kan helpen om het over dit onderwerp eens te zijn met de ene belanghebbende, en over dat onderwerp met een andere. En soms moeten we gewoon duidelijk zijn over onze belangen en het met elkaar eens zijn dat we het oneens zijn.’
‘Lang verhaal kort: water is een strategische hulpbron en moet altijd als zodanig worden behandeld. Het meest urgente probleem op dit moment is het invoeren van een verbod op PFAS, omdat dit in veel landen een groot probleem is. Daarnaast moet de Commissie ook snel de Water Resilience Strategy publiceren.’
De drinkwater en energiesector hebben afspraken gemaakt over de afstand tussen ondergrondse warmtenetten en drinkwaterleidingen om thermische beïnvloeding te voorkomen. Uitgangspunt is dat er een minimale afstand van 1,5 meter moet zijn tussen ondergrondse warmtenetten en drinkwaterleidingen, met de mogelijkheid om voor een beperkt deel tot 1 meter afstand uit elkaar te liggen. Een hogere temperatuur kan de kwaliteit van het drinkwater negatief beïnvloeden. De overeenkomst is bedoeld om risico‘s voor de drinkwatervoorziening te minimaliseren en een veilige, duurzame energievoorziening te ondersteunen in de toekomst.
Bekijk de overeenkomst
Sam Collot d'Escury (directeur Energie Nederland, links) en Hans de Groene (directeur Vewin).
COLOFON
Waterspiegel is een periodieke uitgave van Vewin, de Vereniging van waterbedrijven in Nederland. Waterspiegel brengt nieuws, achtergronden en opinies uit de wereld van (drink)water en aanverwante sectoren.
WWW.VEWIN.NL
HOOFDREDACTEUR
Madelon Vink, vink@vewin.nl
REDACTIE
Arjen Frentz, Hans de Groene, Madelon Vink, Patricia van der Linden, Noortje van Zijl, Philip Reedijk redactiewaterspiegel@vewin.nl
INTERVIEWS EN EINDREDACTIE
Philip Reedijk
FOTOGRAFIE EN ILLUSTRATIES
Maas Com municatie/Tom Pilzecker, Agnes Bos Fotografie, Dany Brix, David Jagersma, Adobe Stock, Vewin, Shutterstock, ANP Hollandse hoogte / Phil Nijhuis, Dirk Hol
ABONNEMENTEN
Waterspiegel wordt gratis toegezonden aan mensen die beroepsmatig betrokken zijn bij de watersector. Adreswijzigingen sturen naar info@vewin.nl. Verzoeken om een abonnement zijn ter beoordeling van de hoofdredactie: redactiewaterspiegel@vewin.nl.
NEDERLAND DREIGT DEADLINE TE MISSEN
Bestrijdingsmiddelen nog steeds bedreiging voor kwaliteit drinkwaterbronnen
FACTSHEET 4 — SEPTEMBER 2024
Drinkwaterwinningen
Bestrijdingsmiddel(en) aanwezig boven de norm
Bestrijdingsmiddel(en) aanwezig boven 75% van de norm
Artikelen uit deze uitgave mogen worden overgenomen na toestemming van de uitgever. De gebruikte foto’s zijn bedoeld als illustratie en hoeven niet de beschreven situatie letterlijk weer te geven. De redactie heeft zijn uiterste best gedaan om alle copyright-houders van gebruikt beeldmateriaal op te sporen. Indien u meent dat u rechthebbende bent, kunt u zich bij ons melden.
Bedreiging van de waterkwaliteit
Bestrijdingsmiddelen worden gebruikt voor het beschermen van gewassen tegen ziekten en plagen, en voor het bestrijden van plaagdieren en andere schadelijke organismen binnen en buiten de landbouw. Een deel van de bestrijdingsmiddelen komt na gebruik ook terecht in het grond- en oppervlaktewater. Dit zorgt op veel locaties voor een verslechtering van de waterkwaliteit van drinkwaterbronnen.
Volgens de KRW moet uiterlijk in 2027 de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater op orde zijn. Nederland is verplicht om water dat bestemd is voor drinkwaterproductie te beschermen zodat de kwaliteit niet afneemt én de zuiveringsinspanning voor de productie van drinkwater vermindert. In grond- en oppervlaktewater bestemd voor drinkwater mag de concentratie per werkzame stof in een bestrijdingsmiddel, of humaan toxicologisch relevant afbraakproduct hiervan, niet hoger zijn dan 0,1 µg/L. In het grondwater geldt daarnaast dat de som van alle bestrijdingsmiddelen niet boven 0,5 µg/L uit mag komen.
Bestrijdingsmiddelen niet of in lage concentatie aangetroffen
Nederland dreigt de deadline van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027 te missen, doordat bestrijdingsmiddelen in drinkwaterbronnen een aanhoudend probleem vormen. Vewin publiceerde een factsheet die aantoont dat deze stoffen boven de norm worden aangetroffen in oppervlakte en grondwater. Een betere waterkwaliteit vraagt om aanscherping van het toelatingsbeleid, versterkt toezicht en meer bewustwording over het gebruik van bestrijdingsmiddelen.
Waterspiegel wordt verzonden in een seal van biofolie. Deze mat-transparante folie is binnen 90 dagen volledig composteerbaar en mag dus in de GFT-bak. Biofolie is gemaakt van de reststoffen van maisproducten en aardappelzetmeel.
UITGEVER
Bestrijdingsmiddelen boven de norm
Bekijk de factsheet
Ondanks alle inspanningen rondom gebruiksvoorschriften en Europese en Nederlandse wetgeving en beleid, vormen bestrijdingsmiddelen in een groot deel van de winningen voor drinkwaterproductie een probleem. In vrijwel alle oppervlaktewaterwinningen en in een deel van de grondwaterwinningen worden bestrijdingsmiddelen boven de norm aangetroffen1 Daarnaast vinden we op steeds meer plekken in het grondwater lagere concentraties van verschillende bestrijdingsmiddelen.
Philip Reedijk, Maas Communicatie Maaskade 38, 3071 NB Rotterdam, 010 – 404 80 41, www.maascommunicatie.nl
In het regeerprogramma zet het kabinet in op een toekomstbestendige drinkwatersector. Vewin onderstreept het belang daarvan, maar mist concrete actie. Die is echter hoognodig voor de toekomst van ons drinkwater.
Waar het gaat om de beschikbaarheid van drinkwaterbronnen, moet het drinkwaterbelang wanneer nodig daadwerkelijk prioriteit krijgen, maar hiervoor ontbreekt ieder concreet voornemen. Vewin is daarnaast bezorgd over de kabinetsambities voor een betere waterkwaliteit. Het regeerprogramma kondigt aan ‘stappen te zetten’, dit doet onvoldoende recht aan de urgentie. Extra maatregelen zijn hard nodig voor verbetering van de kwaliteit van drinkwaterbronnen. Lees de volledige reactie van Vewin: