

SPECTACULAIRE JURA
Van het Canal du Rhône au Rhin loopt het spectaculairste stuk door het noorden van de Jura. Je vaart op dit gedeelte het meest van de tijd op de rivier de Doubs, afgewisseld met af en toe een stukje Rhône-Rijnkanaal. In de noordelijke Jura kom je eigenlijk doorlopend ogen tekort om de indrukwekkende omgeving in je op te nemen. Veel mooier gaat het niet worden…

2

Openingsfoto: De must-see van Dôle is de 16e-eeuwse Collégiale Notre-Dame. 2 De glas-inloodramen van het Collégiale Notre-Dame kunnen ons wel bekoren. 3 Net buiten Dôle begint het Canal du Rhône au Rhin bepaald lommerrijk.
We halen de boot op in Dôle, een gezellig Frans provinciestadje met 25.000 inwoners. Het traject dat we gaan varen is een ‘aller et retour’ van Dôle naar Baume-les-Dames. In het oostelijk deel van Midden-Frankrijk dus, tamelijk dicht bij Zwitserland. Waar we normaal liever niet heen en terug varen verwachten we er deze keer – door de mooie omgeving –geen problemen mee te zullen hebben. Voor de overnachtingen hebben we verschillende plaatsen uitgezocht en daarmee op voorhand al gezorgd voor variatie. De maatschappij, die de boot beschikbaar stelt wil vooraf graag weten of wij wel ervaren ‘piloten’ zijn, want dat is hun voorwaarde
www.motorboot.com 60
voor de Doubs. Als ze zijn gerustgesteld krijgen we hun vlaggenschip mee, een 15 meter lange Octo FLy C.
SLUIZEN
Verhalen over varen in Frankrijk kenmerken zich meestal door beschrijvingen van sluispassages. Die zullen we daarom zoveel mogelijk achterwege laten, maar niet na te melden dat het er 62 waren. Nieuw is dat de sluiswachters – op een enkeling na – naar huis zijn geautomatiseerd. Alle pleziervaarders krijgen een afstandsbediening mee om zelf de sluizen te bedienen. Met behulp van het kastje komt het water op het gewenste niveau te staan en gaan de sluisdeuren
open. In elke sluis zit een blauwe en een rode stang. De blauwe dient om het schutproces in werking te stellen. De rode is bedoeld voor panieksituaties (iemand overboord in de sluis bijvoorbeeld) en stopt het schutproces onmiddellijk. Er moet daarna wel een mecanicien komen om het geheel weer op gang te krijgen. De blauwe stang zit altijd links maar – naar goed Frans gebruik – een enkele keer ook wel eens rechts. Al te veel routine is daarom niet per definitie handig. En bij het omhoog schutten is er dus geen sluiswachter meer om je landvast even om een bolder te leggen, wat soms best lastig kan zijn. Gelukkig functioneert de afstandsbediening doorgaans prima, dat dan weer wel. Dat je in dit land doorlopend moet schutten, komt doordat je met je boot nu eenmaal geen watervallen of stroomversnellingen kunt passeren. Je schut dan even naar het kanaal ernaast en vaart verderop weer de rivier op.
DÔLE
Omdat we als rechtgeaarde Hollanders te vroeg op de vertrekplaats zijn, hebben we de tijd eerst het stadje te bekijken. Dôle ontstaat in de 13e eeuw bij een oversteekplaats van de Doubs. In de 15e eeuw is het de hoofdstad van Bourgondië, zetel van het parlement en huisvest het een universiteit. In latere eeuwen vergaat het de stad wat minder goed. We halen eerst even de fietsen op bij de boot en maken een rondje. De ‘must-see’ van Dôle is de 16e-eeuwse Collégiale Notre-Dame. De kerk en de toren zijn prachtig en van binnen kunnen de glas-in-lood ramen ons ook wel bekoren. We fietsen langs het Hotel-deDieu en het geboortehuis van Louis Pasteur. Zonder deze man zouden we waarschijnlijk nog steeds gesteriliseerde melk drinken.
Als de tijd nadert voor onze afspraak om de boot op te halen, fietsen we naar de haven. Na de gebruikelijke instructie vertrekken we meteen voor
een korte tocht naar de eerstvolgende serieuze plaats. Dit eerste gedeelte varen we niet op de rivier maar op het Canal du Rhône au Rhin, dat we verder kortweg ‘canal’ zullen noemen. Aan boord is de guide fluvial van Éditions du Breil, een buitengewoon gedetailleerde vaarkaart. Gewapend met de kaart en de afstandsbediening wennen we snel aan de afmetingen van de boot. Dat is van belang omdat de jaagpaden langs het canal de breedte van de vaarweg onder bruggen sterk beperken. Met joysticks voor de bediening van de boeg- en de hekschroef is de Octo Fly gelukkig gemakkelijk manoeuvreerbaar.
ROCHEFORT-SUR-NENON
Het eerste deel van het canal is bij vlagen oogstrelend. Als we ons doel bereiken zijn we onder de indruk van de rotswand waaraan de plaats haar naam dankt. Er is een gezin bezig de wand te beklimmen en we kijken even naar hun professionele uitrusting en
3

NICHOLS
We hebben de trip van dit artikel gemaakt met een Octo Fly C, het 15 meter lange vlaggenschip van het Franse Nichols. Het bedrijf bouwt zijn eigen boten en verhuurt die niet alleen in Frankrijk maar ook in Nederland en Duitsland en zelfs in Portugal, Hongarije en Ierland. In Frankrijk hebben ze meer dan tien bases, dus kun je het hele land verkennen. De boten zijn ontworpen voor twee tot twaalf personen, comfortabel en gemakkelijk te besturen. Bij sommige typen krijg je er zelfs een zwembad bij. Je vindt in het aanbod altijd wel iets van je keuze, zowel qua omvang als qua prijs. Een vaarbewijs is niet nodig en je bent vrij om de route te kiezen die je wilt. www.bootverhuur-nicols.nl

aanpak. Inmiddels is het canal hier overgegaan in de Doubs. Op de kaart zien we dat we de bakboordzijde van het water moeten aanhouden. Borden op de oever en aanwijzingen in de kaart geven aan hoe ver je uit de kant moet blijven. We nemen alle aanwijzingen in acht en proberen een ligplaats te vinden. Als we die menen gevonden te hebben blijkt dat, om onduidelijke redenen, een paar lokale Fransen uiterst onwelgevallig. Ze wijzen ons wel een alternatieve plek. Dat betekent dat we wat verder moeten fietsen dan we van plan waren, maar daar kunnen we goed mee leven. We hebben het restaurant waar we gaan eten vooraf gereserveerd. Dat geeft niet alleen de zekerheid van een plekje maar ook de bevestiging dat
PAL NAAST EEN FRAAIE WATERVAL VOEGEN WE ONS WEER OP DE RIVIER
het restaurant nog bestaat en geopend is. Op het Franse platteland word je op dat gebied nogal eens verrast en dat willen we zien te voorkomen.
De volgende morgen varen we nog even terug om de zogenoemde ‘écluse de garde’ beter te bekijken. Dat is een openstaande keersluis die wordt ingezet als het water op de Doubs teveel stijgt. Je vaart er door een nauwe bocht. Later moeten we
4 Bij Ranchot worden canal en rivier slechts gescheiden door een smal muurtje.
4
grinniken dat we hiervoor terug zijn gegaan, want we gaan nog talloze van deze openstaande keersluizen passeren.
SAINT-VIT
We varen door en komen door het gehucht Orchamps. Ook daar is weer een nauwe passage in een bocht. Voor de vernauwing zien we een verkeersbord dat we nog niet eerder hebben gezien: een vierkant bord met

www.motorboot.com
een rode rand en een grote zwarte stip in het midden. In de wegwijzer voor vaarverkeersborden vinden we dat het ‘verplicht claxonneren’ betekent. Als we ons keurig aan die regel houden, komt ons dat wel op een moordlustige blik van een Franse jonge moeder te staan … Als we even verderop weer van de Doubs naar het canal schutten, varen we daarna op een gedeelte waar canal en rivier slechts worden gescheiden door een smal muurtje. Peilverschillen heb je natuurlijk doorlopend, maar hier neem je ze wel heel bewust waar. We komen door Ranchot, waar we op de terugweg willen overnachten. Aan bakboord ligt een doorgang onder alweer een bij klimmers populaire rotswand. De naar het schijnt aantrekkelijke tunnel manifesteert zich naar ons toe als een groot en gapend zwart gat. Pal naast een fraaie waterval voegen we ons weer op de rivier. Op het traject naar Saint-Vit blijft de Doubs een schilderachtige aanblik bieden. We gaan er steeds langzamer door varen en genieten van fantastisch natuurschoon en af en toe een dorpje. We overnachten aan een ponton op de kortst mogelijke afstand van Saint-Vit. Dit is met 5.000 inwoners een serieus forensendorp van Besançon en biedt daardoor gelukkig de nodige faciliteiten. Het dorp ligt een flink stukje hoger dan de rivier, dus duurt de fietstocht erheen een hele tijd en is de terugtocht in een vloek en een zucht voorbij.
GROTTEN EN CHATEAUS
De volgende vaardag heeft als bestemming Besançon. Om er te komen ligt in de vaarweg de eerste tunnel van deze route. Maar eerst varen we langs Osselle, dat bekendheid geniet door een hier al in de 16e eeuw ontdekte druipsteengrot. Die ligt op drie kilometer van de dichtstbijzijnde ankerplaats en kan in het seizoen meerdere malen per dag worden bezichtigd. Daarna voert de vaarweg een paar kilometer over een smal ge-

KLOKKENTORENS VAN DE COMTÉ
Als je op de Doubs vaart kun je ze niet missen: de geglazuurde tegels op de top van de klokkentorens. Over de oorsprong ervan bestaat onenigheid. Waar sommige deskundigen het als een oud Italiaans fenomeen zien, schrijven anderen het toe aan de pastor van ene Stanislaus Leszczynski. Deze voormalige Koning van Polen was rond 1750 Hertog van Lotharingen en had een aartsbisschop als geestelijk verzorger. De laatste - voluit Antoine-Clériadus de Choiseul-Beaupré - wilde zijn baas een plezier doen en werkte de klokkentorens af met een Pools dak. En dat zou een enorme hausse in gang gezet hebben: er moeten maar liefst zo’n 700 van zulke torens zijn!
deelte van het canal. Zodra we naast een waterval weer de Doubs op varen, komen we langs een papierfabriek met een hoge schoorsteen. Het zegt veel dat zo’n industrieel geval in dit gebied bij wijze van uitzondering opvalt! We varen door met af en toe adembenemend uitzicht op dorpjes op de heuvels waaraan we voorbijtrekken. Aan stuurboord menen we in de plaats Boussières een heus chateau te ontwaren, maar het blijkt om een moderne kapitale villa te gaan. Voor ons gevoel maakt dat overigens geen wezenlijk verschil, het gebouw ziet er oogstrelend uit.
TUNNEL
We zijn daar nog maar net van bekomen als we stuurboord uit de Tunnel van Thoraise gaan opzoeken. De onderdoorgang – genoemd naar het naastliggende dorp – dateert uit 1810 en heeft een lengte van 185 meter. Dat valt qua lengte nogal mee zodat we gemoedelijk aan het fenomeen tunnel kunnen wennen. Waar je een primair functioneel vaartraject verwacht, is er door twee architecten bij de renovatie in 2008 een ‘belevenis’ van gemaakt. De ingang en de uitgang worden gemarkeerd door watergordijnen. Met de afstandsbediening

www.motorboot.com 64
COMITÉ DU TOURISME
Het regionale toerisme van de Bourgogne valt onder dit comité. In de regio zijn talloze boten te huur, in alle soorten en maten. Op de kanalen en rivieren in dit deel van Frankrijk kun je wekenlang met een boot uit de voeten. De kanalen waren vroeger geschikt om te ‘jagen’ en hebben dus een jaagpad. Daar zijn op grote schaal fraaie fietspaden van gemaakt. En het gebied leent zich uitstekend om te wandelen en om paard te rijden. Als je dan ook nog liefhebber bent van wijn en van cultuur, mag de streek helemaal bovenaan op de wensenlijst. www.bourgondie-toerisme.com
zet je de eerste stil. In de tunnel geeft een lichtlijn voldoende zicht en met een beetje geluk detecteert het tweede watergordijn je schip tijdig. Zo niet, dan word je gewoon heel erg nat. De breedte oogt bij het binnenvaren nogal krap maar blijkt in de praktijk royaal voldoende. Kort na de tunnelpassage worden we weer de Doubs op geleid en hebben we aan bakboord de ruïne van het Château de Montferrand. Het kasteel dateert uit 1230 en de oude muren zijn merendeels overwoekerd. Dat is niet onlogisch want het fort was al in de 17e eeuw een ruïne. Maar het vergt nog altijd weinig fantasie om te bedenken waarom het destijds juist hier was gebouwd: de ligging hoog op de heuvel aan de Doubs is onmiskenbaar strategisch.
5 De breedte oogt bij het binnenvaren nogal krap, maar blijkt in de praktijk royaal voldoende.
6 In de aanloop naar Besançon slingert de Doubs door bergachtig gebied.
7 De ruïnes van het uit 1230 daterende Château de Montferrand.

BETONNING
Onze aandacht wordt getrokken door een vijftal rode boeien aan bakboord. Logisch natuurlijk, we varen stroomopwaarts. Ze markeren een gedeelte waar het volgens de guide fluvial opvallend gevaarlijk is door een rotsachtige ondiepte. Zowel in de kaart als op de wal worden we erop attent gemaakt dat we minstens 20 meter uit de kant moeten blijven. Daar zorgen we voor en varen door na de dubbele sluis van Rancenay langs de plaatselijke aanlegkade. Een hele rij overwegend roestige binnenvaartschepen heeft de kade in beslag genomen. We zijn inmiddels zo gewend aan prachtige vergezichten dat de aanblik van iets minder fraais ons eigenlijk verrast. Of je ook snel verwend bent! Als we even later weer op de rivier varen, blijkt dat we veel vaker betonning aantreffen en dat vinden we niet onprettig. Het geeft een comfortabeler gevoel dan wanneer je alle informatie uit de kaart moet halen. M Volgende keer: van Besançon naar Baume-les-Dames

GOED OM TE WETEN
In ieder geval fietsen meenemen of huren. Besef dat het Franse platteland leeg is: een bakker op loopafstand is niet vanzelfsprekend. Restaurants zijn er niet altijd meer of zijn gesloten; in elk geval op zondag en maandag. 220V is vaak uitsluitend beschikbaar als je walstroom hebt. Neem tuinhandschoenen mee: het touwwerk kan ruw zijn. En neem een verrekijker mee voor de fraaie vergezichten!