
5 minute read
Als het heavy wordt, kom je met light niet ver: Het triple-piramidemodel
Als het heavy wordt, kom je met light niet ver: Het triple-piramidemodel
In omgevingsprojecten blijven mensen vaak op hun informatiehonger zitten. Als projecten heel dichtbij komen, is een briefje in de bus niet genoeg. Hoe kan je inschatten hoeveel informatie je stakeholders nodig hebben?
Door Sebastiaan Miermans & Bart Derison
____
Het klassieke model van de omgekeerde informatiepiramide gaat bij omgevingscommunicatie niet op. Met een groot project in de achtertuin geldt niet meer dat weinig mensen veel info willen en veel mensen weinig info. Omgevingsprojecten vragen dus om specifieke modellen. Betrokkenheid van je doelgroep en impact van het project spelen in omgevingsprojecten namelijk een veel grotere rol om de juiste communicatiemiddelen te selecteren. Hier kan het triple-piramidemodel de oplossing bieden. We nemen je stap voor stap mee.
____
Veel impact, veel informatie

Bij een nieuw verkeerscirculatieplan of de aanleg van een windmolenpark heb je vaak meteen in beeld wie de impact voelt. Soms is het ook minder helder, dan zijn het buurtbewoners, maar ook ondernemers of de natuurvereniging die jouw project niet graag ziet komen. Ze hebben allemaal een plaats in de impactpiramide. En die plaats bepaalt hoeveel en hoe vaak zij informatie van jou verwachten. Onderaan de piramide staan degenen die veel impact ondervinden. Helemaal bovenaan zij die nauwelijks impact voelen.
De omgekeerde piramide

Pal tussen die twee tegen elkaar schurende piramides zit hun spiegelbeeld. Een omgekeerde piramide die de betrokkenheidsafstand laat zien die een doelgroep ervaart. Wie onteigend wordt omwille van jouw project voelt extreem veel impact en is dus heel erg dicht betrokken. Dat vermenigvuldigt zijn informatiebehoefte. Die stakeholder staat helemaal onderaan de drie piramides.
Vier betrokkenheidsniveaus

Hoe kan je die betrokkenheidsafstand inschatten? Er zijn grofweg vier betrokkenheidsniveaus. Helemaal onderaan, in de punt van de piramide, snijdt jouw project het diepst in de leefwereld van mensen. Hier zit iedereen die financieel of emotioneel getroffen wordt, bijvoorbeeld door een onteigening of ernstige overlast voor zijn onderneming. Net daarboven zit iedereen die hinder of ongemak ondervindt. Niet leuk, maar het kan erger. Een niveau hoger kom je uit bij doelgroepen met een tegengesteld belang. Denk aan een natuurvereniging of buurtcomité die jouw project niet ziet zitten. Dat kan lastig zijn, maar de betrokkenheid wordt toch weer iets minder.
En op het vierde betrokkenheidsniveau zitten doelgroepen die zich ongelijk behandeld voelen of denken dat andere groepen meer voordeel of minder nadeel ondervinden. Met een moeilijk woord heet dat relatieve deprivatie. Je merkt het: in omgevingsprojecten bestaat nul impact niet. En elke groep vraagt een eigen informatieaanpak.
Individualiseringsas: van abstract naar concreet

Dwars door de impactpiramide loopt ook een verticale individualiseringsas. Hoe lager de impact, hoe abstracter je doelgroep wordt. Wie zijn woning verliest, ken je persoonlijk. Naarmate de betrokkenheidsafstand groter wordt, wordt de doelgroep steeds abstracter. Het zijn niet langer personen, maar een straat, een wijk, of een groep.
Tip: Als je iemand met voor- en achternaam kent, is dat een goede indicatie over zijn plaats in de impactpiramide.
Doe-het-zelf: het triple-piramidemodel in werking

Hoe kan jij de piramides toepassen op jouw project? Start met het samenroepen van het omgevingsteam. Hoe meer kennis aan tafel, hoe beter. Doorloop daarna de volgende stappen.
1. Doorloop de vier betrokkenheidsniveaus van de omgekeerde middelste piramide. Maak longlists per niveau: mensen, wijken, verenigingen, actiegroepen. Ga maar los. Selecteer per niveau de relevante stakeholders en plaats ze op het overeenkomstige betrokkenheidsniveau.
Tip: Doe dit op een digitaal Miro-bord. Ideaal om veel informatie toch leesbaar te houden.
2. Als je dat allemaal weet, dan verschuif je je blik naar links, de impactpiramide. Stel de vraag: wat is de impact van mijn project per overeenkomstig betrokkenheidsniveau? Dat doe je het beste door per niveau in de impactpiramide een archetype voor ogen te houden. De oer-onteigende, de oerinwoner van een aangrenzende straat en de oer-ondernemer die drie maanden lang zijn parkeerplaats verliest.
Tip: Kan ook op een digitaal Miro-bord, maar het werkt even goed door de vijf, zes of meer archetypes telkens op een groot vel papier één gezicht, naam en omschrijving te geven.
3. Maak de link met de informatiepiramide: welke informatieverwachting heeft deze oer-groep? Daar link je elk archetype aan de informatiekanalen die voldoen aan de diepgang, frequentie en vorm die jouw oer-groep nodig heeft. Dat gaat van wekelijkse keukentafelgesprekken, over een algemene inloopavond tot digitale omleidingsplannetjes. Op deze manier werk je gestructureerd per betrokkenheidsniveau en impactklasse een communicatieaanpak uit voor je omgevingsproject.
Niets is voor altijd
Bedenk dat de betrokkenheid tijdens een project kan verschuiven. Iemand die eerst weinig impact ervaart, kan in een volgende projectfase opeens toch sterker betrokken worden. Doe deze oefening na elke projectmijlpaal opnieuw. Je hoeft niet iedereen te verplichten tot het vijfgangenmenu. Erger is dat je mensen met honger naar huis stuurt.
____
Illustraties: Duane Roe