Herfst 2024

Natuurbeheer en erfgoed De schaapherder is terug op Heidestein
Wegwijs in het Panbos Balans tussen natuur en bezoeker
Erfgoed in nood Kevers knagen molens stuk
Natuurbeheer en erfgoed De schaapherder is terug op Heidestein
Wegwijs in het Panbos Balans tussen natuur en bezoeker
Erfgoed in nood Kevers knagen molens stuk
Het is alsof deze boom op zijn tenen loopt. Een balanceeract: de stam een beetje scheef, de wortels op zoek naar houvast.
Toch staat deze grove den hier in het Panbos bij Zeist al meer dan honderd jaar stevig in het zand. Hij ontkiemde bovenop een stuifduin. In de loop der jaren spoelde en waaide het zand
tussen de wortels weg. De boom moest met zijn wortels steeds dieper graven om bij water en voedingsstoffen te komen. Dit wortelkunstwerk is het resultaat: de wonderboom.
De wonderboom is een vliegden: deze grove den is door de wind in het stuifzand van het Panbos gewaaid. Hij staat vrij en is daardoor veel breder en
grilliger dan een den in het bos. De wortels lijken wel gemáákt om op te klimmen en te klauteren, maar toch is dat niet zo’n goed idee. Klimmen beschadigt de bast, waarna schimmels en insecten het hout aantasten. Daarom plaatste Utrechts Landschap een hek. Zodat we nóg honderd jaar van deze wandelende boom kunnen genieten.
Pak je de fiets of de auto? Voor een natuurorganisatie als Utrechts Landschap lijkt de keuze vanzelfsprekend. Fietsen is goed voor je gezondheid én voor de natuur. Maar de aanleg van een fietspad dwars door natuurgebied Lage Grond? Dat zorgt binnen onze organisatie voor discussie. We willen dat zo veel mogelijk Utrechters de fiets pakken, ook naar onze natuurgebieden. Maar we zijn geen voorstander van een asfaltstrook door een aaneengesloten natuur- en rustgebied.
Kiezen voor natuur is soms verrassend ingewikkeld en schijnbaar tegenstrijdig. Hoe geef je de natuur de juiste stem?
Nog zo één: de gemeente De Bilt deed een beroep op ons om grond te mogen gebruiken voor windmolens. Windenergie is natuurlijk duurzaam. In onze bedrijfsvoering proberen we voorloper te zijn - daarom is onze nieuwe werkschuur in Amerongen energieneutraal. Maar een windmolen op een steenworp afstand van een goedwerkend ecoduct in een kleinschalig historisch landschap met uilen en vleermuizen… wat zou jij doen? We hebben de gemeente laten weten dit plan niet te ondersteunen.
Of de ingewikkelde keuze waarop we stuitten tijdens de restauratie van historische molens. Laten we het hout wegknagen door de bonte knaagkever of bestrijden we het beestje? Er bestaat geen milieu- en diervriendelijke bestrijdingsmethode. Maar het feit dat er van de honderden molens die Utrecht ooit had nog maar enkele tientallen bewaard zijn gaf de doorslag: we kozen voor behoud van de monumentale molens. Je leest erover in dit magazine.
Net als over de keuze die we maakten vanwege de komst van de wolf in Utrecht. In onze gebieden werken we inmiddels met gescheperde schaapskudden. We namen afscheid van onze vaste kudde op Heidestein, maar kregen er prachtig immaterieel erfgoed voor terug.
Als Beschermer kan je er op rekenen dat we bij onze keuzes niet over één nacht ijs gaan. We wikken en wegen - en zetten het belang van de natuur en erfgoed daarbij voorop. En als het kan, vragen we jullie met ons mee te denken. Dat deden we bijvoorbeeld in het Panbos, waar wandelaars en Beschermers ons de weg wezen naar een nieuw padenplan!
Zo behouden we natuur en erfgoed
De schaapherder is door UNESCO bestempeld als "immaterieel erfgoed"
Een herder die met zijn schapen dwaalt over de heidevelden bij Zeist. Dat klinkt als pure nostalgie, maar het is zeker niet alleen romantiek, weet boswachter Jacqueline van Dam. ‘Als herder kom je heel wat hobbels tegen, denk maar aan de wolf en blauwtong. Intussen blijft schapenbegrazing hier een optimale vorm van natuurbeheer, waarmee we ook nog eens cultureel erfgoed in stand houden. Mooi toch?’
‘Als je de herder met de kudde onverwacht ontmoet op de halfopen heidevelden, waan je je terug in de tijd.’
‘Ooit hoorde de herder bij Heidestein en het aangrenzende Bornia’, vertelt Jacqueline. ‘Je kunt het je nu niet meer voorstellen, maar de Utrechtse Heuvelrug was in de achttiende en negentiende eeuw een open landschap met uitgestrekte heidevelden. Die werden begraasd door schaapskudden, gehoed door een herder met honden, ofwel “gescheperd”. Stel je voor: de herder liep met zijn schapen onder weidse luchten, en ver daarachter, aan de horizon, kon je de Domtoren zien!’
Het oorspronkelijke heidelandschap wemelde van de bijzondere planten- en diersoorten, legt Jacqueline enthousiast uit. ‘Het was zeker geen monotone heidevlakte, maar kleinschalig, afwisselend, halfopen. Een mozaïek van schraallandjes, heide, stukjes dennenbos vol korstmossen en traditionele akkertjes. Allerlei dieren kon je er tegenkomen: levendbarende hagedis, zandhagedis, en vogels als de geelgors, gekraagde roodstaart, tapuit, boomleeuwerik, nachtzwaluw en grauwe klauwier. Zelfs de duinpieper was er te vinden. Bruine vuurvlinders, grote parelmoervlinders, heivlinders en kommavlinders dansten er rond.’ De schaapherder met zijn kudde was een belangrijk onderdeel van dit ecosysteem, en hield het landschap gevarieerd en halfopen. Niet zo gek dus, dat de schaapherder inmiddels door de UNESCO tot “immaterieel erfgoed” is bestempeld.
Drentse heideschapen op Heidestein
Inmiddels is de Utrechtse Heuvelrug grotendeels bebost. Gelukkig kom je her en der nog wel uitgestrekte heidevelden tegen, zoals op Heidestein. ‘Daar’, zo vertelt Jacqueline, ‘stond tientallen jaren een kleine kudde Drentse heideschapen binnen een groot, omrasterd gebied, waar ze vrij konden grazen. Het leuke was dat ze elke zondag bij de schaapskooi werden gevoerd door vrijwilligers, samen met het publiek. Het was een favoriet uitje voor veel inwoners van Zeist.’
In ruim 30 jaar heeft begrazing door de vrijlopende kudde gezorgd voor een waardevol heideterrein. 'Door veranderende omstandigheden kiezen we nu voor een gescheperde kudde. Omdat de herder met zijn honden bepaalt hoe en waar de schapen grazen, is ook deze vorm van begrazing goed voor de biodiversiteit.’
Wandelend mozaïek Utrechts Landschap zet in andere terreinen al sinds 2008 gescheperde kuddes in. Jacqueline: ‘De schapen krijgen precies zoveel ruimte dat ze de zaailingen van Amerikaanse vogelkers, grove
den en berk en de uitlopers van braam eten, maar jonge heideplantjes laten staan. De kudde houdt de vergrassing en verbossing tegen, zorgt voor variatie in hoge en lage, dichte en open vegetatie. Ook ontstaan er meer geleidelijke overgangen tussen bos en open terrein. Eigenlijk wordt het een wandelend mozaïek: intensief en minder intensief begraasde plekken, van jaar tot jaar verschillend.’
Maar ook op een andere manier dragen schapen bij aan de biodiversiteit. Omdat ze verschillende heidegebieden begrazen, verspreiden ze zaden en insecten via hun vacht en hun mest. ‘Zo zijn ze een soort mobiele ecologische verbinding! We overwogen daarom al een tijdje om ook op Heidestein een gescheperde kudde in te zetten.’
Wolf
Door komst van de wolf op de Utrechtse Heuvelrug besloot Utrechts Landschap tot de overstap naar een gescheperde kudde. ‘De wolf is natuurlijk een prachtige ontwikkeling voor een gezond ecosysteem. Maar tegelijk willen we wel goed zorgen voor onze kudde. Die moest elke dag in een vangkraal met een wolfwerend raster gelokt worden, met een bakje brokjes. Dat is nogal arbeidsintensief en zonder onze vrijwilligers hadden we dat nooit voor elkaar gekregen. Met een gescheperde kudde gaat dat een stuk makkelijker, omdat de herder met zijn honden de schapen zo bij elkaar drijft.’
‘Omdat de schapen verschillende heidegebieden begrazen, verspreiden ze zaden en insecten via hun vacht en hun mest; een soort mobiele ecologische verbinding!’
Meer schapen nodig
Ook blauwtong, de gevreesde schapenziekte, sloeg toe in 2023 (zie kader). ‘Een lijdensweg voor schapen’, zegt Jacqueline hoofdschuddend. ‘We hadden hier bij de schaapskooi een soort veldhospitaal ingericht voor de zieke
Blauwtong is een ziekte van schapen en andere herkauwers, zoals geiten en runderen. Het blauwtongvirus wordt overgebracht door de beet van kleine mugjes, de zogeheten knutten. Besmette dieren krijgen zwellingen in de kop, waaronder een gezwollen en in ernstige gevallen zelfs blauwe tong. De schapen lopen kreupel, liggen veel en eten niet meer. Getroffen dieren kunnen herstellen, maar helaas gaan er ook veel dood. De schapen zijn afgelopen voorjaar gevaccineerd tegen blauwtong. Deze vaccinatie lijkt helaas nog niet afdoende om verspreiding van de ziekte te voorkomen.
dieren. Verschillende beesten moesten we laten inslapen, een enkele kwam er bovenop. De kudde slonk aanzienlijk. Maar voor de natuur hadden we juist meer schapen nodig.’
Dat was het moment waarop Utrechts Landschap in gesprek ging met herder Clemens Oude Groeniger. ‘Hij werkt met zijn kuddes al in meer van onze gebieden. Hij wilde wel proberen om onze kudde Drentse heideschapen samen te voegen met zijn kudde Veluwse heideschapen, al is dat helaas uiteindelijk niet gelukt (zie kader “Onder de hoede van Clemens”). Voor de vrijwilligers is er nog steeds werk te doen, om de herder te ondersteunen. Ze kunnen bijvoorbeeld rasters controleren en de kudde loslaten vanuit de wolfwerende nachtkraal.’
Levend schilderij
Op zondagen is de kudde niet meer standaard bij de schaapskooi te vinden. Het voeren door het publiek is daarmee helaas verleden tijd. ‘Anderzijds maakt het een wandeling over Heidestein juist extra leuk’, verzekert Jacqueline. ‘Als je de herder met de kudde onverwacht ontmoet op de halfopen heidevelden, waan je je terug in de tijd. Alsof je zo een levend schilderij binnenwandelt. Bezoekers zijn ook altijd heel enthousiast over een ontmoeting met de kudde. En ik ook, iedere keer weer. We dragen bij aan meer biodiversiteit én houden cultureel erfgoed in stand. Precies de twee zaken die de kern van onze missie vormen. Mooier kan het toch niet?’
Clemens Oude Groeniger wilde best proberen om de Drentse heideschapen, die op Heidestein liepen, onder zijn hoede te nemen. Hoeden is niet alleen heel goed voor de biodiversiteit, maar ook voor de schapen, licht de herder toe. ‘Als herder heb je tijdens het hoeden continu zicht op je schapen. Als ik schapen zie waar wat mee is, haal ik ze uit de kudde zodat we ze op stal kunnen verzorgen. Na een paar dagen kunnen ze meestal weer terug de kudde in.’
Honden, dat is even wennen Een bijzondere kant van het werken als herder is de samenwerking met zijn honden. ‘Zoals iemand op kantoor niet zonder laptop kan, zo zijn voor mij mijn honden onmisbaar. Ze lopen om de kudde heen en brengen die op mijn aanwijzingen naar de gewenste plek, terwijl ik voor de schapen het veilige punt blijf.’
Om de Drentse heideschapen samen te kunnen voegen met zijn kudde Veluwse heideschapen, moest Clemens de schapen laten wennen aan de honden. 'Met honden hadden de Drentjes nog geen ervaring. Voor het wennen heb ik de meest ervaren hond gekozen. Dat ging wonderbaarlijk goed. Het zit de schapen blijkbaar in de genen om als kudde te reageren op de honden. Na twee keer kon ik al met de Drentjes heen en weer lopen. Vervolgens heb ik in stapjes onze Veluwse heidechapen toegevoegd en zo de kudde opgebouwd.’
Drentjes waaieren uit
Maar uiteindelijk bleken de Drentse heideschapen toch niet lekker te integreren in de grote kudde. ‘Als ze loslopen in het grote omrasterde gebied van 75 hectare’, legt Clemens uit, ‘dan blijven de Veluwse heideschapen altijd wel een beetje bij elkaar in de buurt. Maar de Drentjes zijn niet gewend om in een kudde te leven, en verspreiden zich in kleine groepjes over het hele gebied. Het kost dan te veel tijd om alle schapen weer bij elkaar te krijgen.’
De Drentse heideschapen zijn in juli dan ook verhuisd naar het Goois Natuurreservaat. Op Heidestein en Bornia lopen dus voortaan alleen nog de Veluwse heideschapen van Clemens. ‘Op een bepaalde manier is dat ook wel weer mooi, want dat is het ras dat van oudsher niet alleen op de Veluwe, maar ook op de Utrechtse Heuvelrug graasde. Je ziet ze bijvoorbeeld op de schilderijen van de wereldberoemde Anton Mauve, van schaapskuddes op de hei in Laren, eind negentiende eeuw. Levende cultuurhistorie dus!’
Van Heidestein naar heuvelrug
De kudde van Clemens begraast allerlei gebieden op de Utrechtse Heuvelrug. ‘We leggen flinke afstanden af met de kudde. We gaan bijvoorbeeld lopend van Heidestein naar de Krakeling, dan door Soesterberg naar landgoed De Paltz, en vervolgens via de Vliegbasis Soesterberg naar de Willem Arntzhoeve in Den Dolder. Voor mij als herder is er niets mooier dan zo, samen met de schapen en de honden, bij te dragen aan het behoud en herstel van de natuur.’
De familie De Wetstein Pfister heeft sinds 1906 veel in landgoed Heidestein geïnvesteerd: ze verbeterden de waterhuishouding en legden een theehuis aan, met een ijskelder eronder. Ook zijn er nog resten te vinden van twee smalspoorlijntjes. In 1974, nu 50 jaar geleden, schonk de familie landgoed Heidestein aan Utrechts Landschap. Herken je Heidestein nog terug? Bekijk de verrassende historie van Heidestein online: www.utrechtslandschap.nl/historisch-heidestein
Hans de Kroon is toegetreden tot de Raad van Toezicht van Utrechts Landschap. Hij volgt Hens Runhaar op. Hans de Kroon, hoogleraar ecologie, is bij het grote publiek met name bekend door zijn onderzoek naar de teloorgang van insecten. Hans Brug, voorzitter van de Raad van Toezicht van Utrechts Landschap: ‘Hans de Kroon levert vanuit zijn wetenschappelijk onderzoek een belangrijke bijdrage aan het maatschappelijk debat. Dat past naadloos bij Utrechts Landschap, dat op basis van deskundigheid natuur een stem geeft.’
Ook in de natuurgebieden van Utrechts Landschap lopen wolven. Zorg ervoor dat je goed voorbereid op pad gaat. Op onze website vind je de meest actuele informatie en antwoord op veelgestelde vragen over de wolf: www.utrechtslandschap.nl/wolf
Utrechts Landschap heeft bij Driebergen twee stukken natuur verworven van gezamenlijk zo’n 8 hectare. Het gaat om een stuk bos van 4,5 hectare in het Driebergse Bos en een historisch parkbos van 3,6 hectare van de vroegere buitenplaats Beukenstein. Het Driebergse Bos is een gemengd bos met loofbomen en naaldbomen. Het perceel grenst direct aan bestaande gebieden van Utrechts Landschap en is onderdeel van het Natuur Netwerk Nederland. ‘Aaneengesloten natuurgebieden zijn goed voor de biodiversiteit’, zegt Saskia van Dockum, directeur-rentmeester van Utrechts Landschap. ‘Bovendien vormt dit stuk bos een verbinding tussen de percelen die we in 2022 hebben aangekocht.’ Park Beukenstein behoorde oorspronkelijk tot de gelijknamige buitenplaats in Driebergen. Het park is rond 1910 aangelegd door de bekende landschapsarchitect L.A. Springer. Hij maakte een ontwerp in late landschapsstijl, met vijvers, bospartijen en slingerpaden. Rondom de witte villa – die begin jaren zeventig plaatsmaakte voor het huidige rusthuis – werd een tuin in Japanse stijl aangelegd.
HEUVELRUG MET
VECHTPLASSEN
Ingeklemd tussen de A27 en De Bilt ligt de Voorveldse Polder. Het is een belangrijke schakel tussen de natuurgebieden van de Utrechtse Heuvelrug en van de Kromme Rijn en Lek. In dit gebied ontwikkelen we samen met onder meer de Provincie Utrecht en de gemeente De Bilt hoogwaardige natuur. De werkzaamheden in het westelijk deel van de Voorveldse Polder zijn inmiddels afgerond. Het werk bestond voornamelijk uit het afgraven van grond om zo bijzonder nat schraalland te ontwikkelen. Een ideale voedingsbodem voor orchideeën, dotterbloem en stijve ogentroost. Naast het afgraven van grond worden bomen aangeplant en komt er een vlonder, waar mensen kunnen genieten van het landschap en de vogels die het gebied moet aantrekken.
RASTER BESCHERMT DASSEN OP DE KURK
Dassen die proberen de weg over te steken, dat heeft regelmatig fatale aanrijdingen tot gevolg. Op de Kurk, een klein natuurgebiedje in Driebergen, is dit voorjaar een raster geplaatst om te voorkomen dat dassen de drukke weg op gaan. De dieren probeerden hier regelmatig via een smal dammetje over te steken, maar belandden dan op de door sloten omringde wetering. Boswachter Maarten den Hartigh: ‘In het nabijgelegen natuurgebied de Woerd worden dassen gemonitord, dit jaar zijn daar al twee jonge dassen gespot. Van april tot en met juni is een cruciale periode voor dassen omdat jongen dan nog bij de moeder zogen.’ Het gaat goed met dassen op de Utrechtse Heuvelrug, de populatie stijgt. Het raster op de Kurk is één van de maatregelen die Utrechts Landschap neemt om de dieren te beschermen.
‘Ik hou van het vroege voorjaar. Het is altijd spannend wat er weer boven de grond komt.’
Tekst Lotty Nijhuis Foto's André Russcher
Achter ’t Winkeltje van Oostbroek in De Bilt ligt een stukje kleurenpracht verscholen. Hier ontdek je pijnstillende papaver, groeien vergeten groenten en geurt de zilverkaars weeïg zoet – onweerstaanbaar voor vlinders. Een groep van bijna dertig enthousiaste vrijwilligers plant en wiedt, creëert en boetseert in de kloostertuin van Landgoed Oostbroek. Zo werkt ook Mieke Vink al bijna 25 jaar met liefde in deze tuin.
Als Mieke op woensdagochtend van haar fiets stapt en naar de tuin wandelt, het gekwetter van talloze vogels in haar oren, blijft ze altijd even staan. Door haar oogharen neemt ze het tafereel in zich op. Hoe staat de tuin erbij, wat komt er tot bloei? Stoort er wat? Daar begint iets behoorlijk uit de kluiten te groeien. En kijk, in die hoek wel erg veel paars. Volgend jaar een dotje roze of geel erbij misschien? Alsof ze werkt aan een schilderij.
Heerlijk met je handen werken
Mieke Vink houdt van schilderen –landschappen, abstracte kunst – en van tuinieren. Als kind moest ze al meehelpen in de tuin. Zakgeld? Dan eerst maar even met de grasmaaier rond. Eenmaal volwassen, zelf trots bezitter van een flinke tuin, groeide de liefde voor tuinieren. ‘Ik heb vooral geleerd om een tuin te organiseren. Ik weet helemaal niet zoveel van planten. Maar ik vind het heerlijk om buiten te zijn en met m’n handen te werken. Schoffelen, wieden. En dan genieten van het resultaat.’
Bijna 25 jaar geleden had ze in haar vrije tijd net een opleiding tuinarchitectuur afgerond, toen ze in het ledenblad van Utrechts Landschap een oproep zag: wie wil
meedenken over de inrichting van de kloostertuin op landgoed Oostbroek? Dat leek Mieke wel wat.
Een historische kloostertuin
Op de plek waar nu landgoed Oostbroek ligt, stichtten twee riddermonniken begin twaalfde eeuw een klooster. Compleet met een nutstuin vol geneeskrachtige kruiden en voedingsgewassen.
Zo’n tuin moest het worden, vond Mieke, met vakken met elk een eigen thema: geneeskrachtige kruiden, Bijbelse planten, geurende planten, verfkruiden en ga zo maar door. Ze kreeg de vrije hand, zolang de grasmaaier het gazon goed kon blijven maaien en de kosten binnen de perken bleven.
Club van doeners
Sindsdien onderhoudt een actieve groep vrijwilligers de tuin. Eens per week, op woensdagochtend, steken ze de handen uit de mouwen. Een club
van doeners, in stilte aan het werk. Zo lijkt het althans. Maar, zo zegt Mieke: ‘Het is een groep met heel veel humor. We kunnen heel erg lachen met elkaar. De groep vrijwilligers bestaat uit verschillende leeftijden en achtergronden.’
Vergaderingen beperken ze tot twee per jaar. De tuin nog kaal als een onbeschilderd doek, starten ze in maart samen op: wat gaan we dit jaar doen in de tuin? ‘Ik hou van het vroege voorjaar. Het is altijd spannend wat er weer boven de grond komt.’ Aan het eind van het seizoen evalueren ze wat ze volgend jaar anders willen aanpakken.
Ontspannen inspanning
Het oorspronkelijk ontwerp van Mieke en haar collega is in grote lijnen intact gebleven: de zichtlijnen en thema’s staan nog steeds overeind. Wat wel veranderde, is de creatieve vrijheid van de vrijwilligers. ‘Het is allemaal losser en uitbundiger geworden. Dat vind ik leuk.’
Eén van de vrijwilligers experimenteert met nieuwe planten. Wat goed groeit in zijn potten en bakken krijgt een plekje in de tuin. Utrechts Landschap laat hen daarbij vrij. ‘Dat werkt gewoon het beste. Het is een zelfsturende toestand, zonder hiërarchie. Er is geen druk. Dat is heel fijn als je vrijwilliger bent.’
Zo schilderen ze samen verder aan een kleurrijk tafereel op Oostbroek. Ontspannen inspanning. Zelfs in Italië op een terrasje zit ze nog onkruid te trekken, lacht Mieke. Nog voor ze weer thuis is denkt ze: ha, lekker, volgende week mag ik weer! ‘Het is bijna een verslaving.’
Jan en Jos Cirkel zijn vijftig jaar getrouwd. Ter ere daarvan doneerden zij – met dank aan de gasten van hun feest – € 795 aan Utrechts Landschap voor de aanplant van bomen.
Jan: ‘Wij hebben altijd in Dordrecht gewoond, maar zijn allebei opgegroeid in het Gooi. Sinds 1982 hebben wij een vakantiehuis in Hollandsche Rading. De streek is ons heel dierbaar. Als je vijftig jaar getrouwd bent, heb je alles al. We vonden het mooi om iets te doen voor de natuur. Van bomen ben ik altijd weer onder de indruk. We maakten eens een wandeling op de Utrechtse Heuvelrug. Als je dan van bosrijk gebied de bebouwing inloopt, voel je de warmte op je vallen. Zo besef je steeds weer hoe belangrijk bomen zijn voor ons (leef)klimaat. En wie weet hoe deze boompjes uitgroeien? Het is een heel mooie gedachte om iets te doen dat verder reikt dan je aardse bestaan.’
Actieve club, die stichting MTB Heuvelrug. En niet alleen op de fiets. De mountainbikers staken de handen uit de mouwen om veel onderhoud aan de paden zelf uit te voeren. Tien jaar lang potte het geld aardig op. MTB Heuvelrug besloot het te doneren aan het groene doel: ruim één miljoen euro voor de natuur en het landschap op de Utrechtse Heuvelrug.
De mountainbikeroutes op de Utrechtse Heuvelrug zijn populair. Op die paden kunnen mountainbikers zorgeloos genieten, zonder andere recreanten of kwetsbare natuur te storen. Jaarlijks betalen gebruikers € 7,50. Geld dat bedoeld is voor onderhoud, maar vaker ten goede komt aan de natuur. MTB Heuvelrug droeg afgelopen jaren bijvoorbeeld al bij aan de aanleg van een dassentunnel, bloemrijke akkerlanden en het mindervalidenpad over het Leersumse veld.
In juni ontvingen wij 140 gulle gevers op Oostbroek bij het Lentesouper. Onder het genot van een hapje en een drankje vertelden we hen over het werk en de organisatie. Dit werd erg gewaardeerd. De komende jaren wil Utrechts Landschap voor meerdere groepen Beschermers exclusieve bijeenkomsten organiseren –als dank voor hun steun aan Utrechts Landschap.
De Utrechtse Studenten Scouting U.F.O.-Stam bestaat vijf jaar – en een eerste lustrum, dat moet natuurlijk gevierd worden! Daarbij haalde U.F.O.-Stam € 1847 op voor Utrechts Landschap. Met die mooie bijdrage planten we later dit jaar nieuwe bomen. Leden van de scouting konden als dank een jaar gratis Beschermer worden.
Hij had de vakprijs kunnen besteden aan een tentoonstelling of boek, maar besloot te schenken aan Utrechts Landschap. Paul Achterberg won de Bijhouwerprijs voor zijn oeuvre als landschapsarchitect. 25 duizend euro, die hij verdubbelde voor een fonds op naam. Utrechts Landschap mag het geld gebruiken om bomen te planten.
‘Ik wilde de prijs graag persoonlijk houden. Daarom heb ik het fonds naar mijn vader genoemd: het Jan Achterberg Fonds. Hij is jong gestorven, ik heb hem maar tien jaar gekend. Dit fonds gaat over verleden en toekomst. Ik ben nu zeventig. De bomen die we aanplanten zullen weer tientallen jaren groeien.’
Paul woont in Rotterdam. Veertig jaar werkte hij aan landschapsarchitectuur in de stad. ‘Het grensvlak tussen stad en land heeft me altijd geboeid. Misschien wel vanuit mijn jeugd, toen mijn ouders ons als kind vanuit Utrecht op de fiets meenamen naar Loosdrecht of de Ridderoordse bossen.’
De boswachter stelde voor om de eerste boom– een moerascipres – te planten op landgoed Oostbroek. Erg toepasselijk, want de stad Utrecht zit om de hoek. ‘De bomen daar groeien wel veertig meter hoog. Je moet er toch niet aan denken dat dat gebied verstedelijkt? Ecologie, cultuurhistorie en toegankelijk voor iedereen: ik leef daar helemaal van op.’
van Dockum (links), Paul Achterberg (rechts)
Een fonds op naam is een doel binnen een goed doel. Via het fonds op naam bepaalt u zelf waaraan het geld wordt besteed. Heeft u ook interesse in het doneren bij leven via een fonds op naam of wilt u op een andere wijze een grote gift doen? Neem contact op met Florian Hupkes, hoofd fondsenwerving via 06-33249425 of f.hupkes@utrechtslandschap.nl
De Spengense Molen bij Kockengen stond meer dan een jaar stil vanwege problemen met de lasnaden van de molenroeden. Tijdens inspectie bleek er meer aan de hand: de bonte knaagkever zat in het hout! Het is een van de vele Utrechtse molens met dit dubbele probleem. Hoe behouden we deze monumenten voor de toekomst? Vrijwillige molenaar Pieter Lemmens vertelt wat er komt kijken bij het herstel.
Tekst Florence Tonk Foto's André Russcher
Hij is sinds 1978 vrijwillig molenaar bij de Spengense Molen en blijft gefascineerd door het werken met “die grote houten machine.” Daarbij geniet Pieter van de seizoenen in de polder. ‘Het is een heerlijke omgeving met een mooie horizon rondom, zeker bij de Spengense Molen. Je hebt rondom polder en dat uitzicht maakt indruk.’
Zeventien molens stilgezet Utrechtse molens zoals de Spengense zijn iconen in ons cultuurlandschap en geliefd bij wandelaars, fietsers én buurtbewoners. Maar bij een controle in 2022 werd ontdekt dat er problemen waren met de lasnaden van de roeden. Pieter: ‘Een bedrijf gespecialiseerd in molenonderhoud heeft de lasnaden ultrasoon doorgemeten en die bleken veel te dun.’
De roeden waren oud, ze stamden nog uit de jaren zestig en tachtig en moesten worden vervangen. Toen dezelfde meting bij meer molens werd gedaan en bleken ook daar de roeden te zwak. Daarom heeft Utrechts Landschap in 2022 zeventien molens stilgezet. Noodzaak, aldus Pieter: ‘De veiligheid moet gegarandeerd zijn voor vrijwilligers en het publiek.’
Vraatschade van bonte knaagkever
Inmiddels zijn de roeden van onder meer de Oukoper Molen, Oog in 't Zeil, Molen ’t Hoog- en Groenland, molen De Valk en de Kortrijkse Molen vervangen en draaien weer op de wind. Net als die van de Spengense Molen. Pieter: ‘Begin april is het werk opgeleverd en is onze molen ook vaak weer draaiend te zien.’ Helaas bleek er nóg een probleem te zijn: de bonte knaagkever at de Spengense Molen van binnenuit op. ‘Aan de buitenkant zie je dit in eerste instantie niet omdat daar nog aardig wat hout overblijft. Maar als je die eikenhouten balken van 150 jaar oud uit elkaar haalt dan ziet het eruit als een slecht gebakken ontbijtkoek: hol vanbinnen. Als het hout maar een beetje vochtig is, dan is dat het paradijs op aarde voor die beesten. Eigenlijk zijn het de larven die zich volvreten, dat is het feitelijke probleem. Het is ongelooflijk om te zien, de zwaarste balken worden aangetast door de larven. En dan moet je de molen stilzetten, want het is een machine, geen statisch object. Dragende houtconstructies zijn dan heel kwetsbaar.’
Meer schade voorkomen
Er bleek zoveel schade aan de molen dat er flinke herstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd. De onderzetel en de trap werden vervangen. Ook verschillende dragende houten balken zijn geheel of gedeeltelijk vernieuwd. Utrechts Landschap doet al jaren pogingen om de knaagkever in monumenten, zoals de Spengense Molen, te bestrijden. Molenaar Pieter: ‘Dat blijkt nog niet zo eenvoudig. Daarom is de knaagkever nu aangepakt met gas waarmee het insect en zijn larven worden
gedood. De molen is in juni met een soort grote poncho hermetisch afgesloten: à la de kunstenaar Christo, die hele gebouwen inpakte. De gasbehandeling duurt een dag of twee waarna gefaseerd werd ontgast met een speciaal aangelegde schoorsteen die het gas hoger in de lucht brengt.’ Bezoekers konden in de eerste helft van juni niet bij de molen komen, aldus Pieter. ‘Je moet dit heel serieus nemen, niemand mag risico lopen.’
Stoere werker
Pieter en zijn collega-molenaars Chiel Meinema en John van Schaik zijn erg betrokken bij het hele proces. ‘Het is best een vak apart, vrijwillig molenaar zijn. De molen is je vriend maar kan ook je vijand zijn. Het ziet er lieflijk uit in het landschap, maar bij wind en regen in de polder is een molen een stoere werker en raak je onder de indruk van het ding. Dan zie je de natuur met een machine samenkomen, zoals dit al vele eeuwen lang is gegaan.’ Dankzij de gasbehandeling is de molen weer behouden voor de toekomst. En daarvoor is veel waardering. ‘Mensen uit de omgeving die erop uitkijken komen langs en roepen: mooi, hij draait weer!’
Wipwatermolen
Poldermolen
Bouwjaar 1841
1 roede
2 askop
3 bovenwiel
4 bovenrondsel
5 onderzetel
6 koker
7 gevlucht
8 waterwiel
9 schepradkast 10 scheprad 11 wateras 12 wielbak 13 kap 14 bovenas 15 bovenzetel
16 vangbalk
17 staartbalk
18 koningsspik
19 trap
20 vangtouw
21 onderrondsel
22 kruirad
23 kruipaal
Legenda
(voornamelijk) ijzer of staal (voornamelijk) hout beton ander materiaal
Meer molens kampen met de verwoestende gevolgen van de bonte knaagkever. Door klimaatverandering is er 's winters minder vorst. De larven overleven de zachte winters en vreten zich steeds verder in de monumentale houten constructies.
Help voorkomen dat onze molens van binnenuit worden opgegeten. Ieder bedrag is welkom. Doneer via www.utrechtslandschap.nl/molens of op NL 27 RABO 0102071020 t.n.v. Utrechts Landschap, o.v.v. Molens.
doneer direct via de QR-code
Buiten verkleuren de bomen, de geur van herfstbladeren komt je tegemoet. Trek je wandelschoenen aan en ga lekker naar buiten. Ga bijvoorbeeld mee met een van onze vrijwillige gidsen, en laat de geschiedenis en de bijzondere natuur nog meer tot leven komen! Reserveer op www.utrechtslandschap.nl.
Tot 12 oktober op woensdag- en zaterdagmiddag, 13.30 – 15.00 uur
Rij mee met de Bosboemel
Maak deze herfst een rit door het Amerongse Bos met de Bosboemel. De Bosboemel is speciaal opgezet voor iedereen met een mobiele beperking. Met deze elektrisch aangedreven golfkar kunnen zes passagiers genieten van de prachtige herfstkleuren in het bos, terwijl een gids alles vertelt over de natuur en de geschiedenis.
Zondag 8 september, 13 oktober, 10 november, 14.00 – 16.00 uur
Natuurwandeling landgoed De Paltz
Landgoed De Paltz, ontworpen in 1867, bestaat uit beukenlanen, zichtassen, waterpartijen, een statige villa, een koetshuis en een herderswoning. En wat dacht je van een doolhof met in het midden een kluizenaarsgrot? De gids vertelt je er alles over.
Bijna elke zaterdag. Kijk voor alle data en tijden op onze website
Natuurwandeling Blauwe Kamer
In de Blauwe Kamer heeft het water van de Nederrijn vrij spel. De natuur in de Blauwe Kamer is dankzij overstromingen voortdurend in beweging. De dynamiek van de rivier zorgt voor hoogteverschillen en trekt bijzondere planten en dieren aan. Geniet onder leiding van een gids van deze bijzondere natuur!
Zaterdag 5 oktober, 19 oktober, 13.00 – 15.00 uur Fietsen over de historische Vliegbasis Vliegbasis Soesterberg, ooit in gebruik bij de Koninklijke Luchtmacht, heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een uniek natuurgebied. Onze gidsen nemen je mee op een fietsexcursie van ruim 10 kilometer, ook langs delen en gebouwen die niet vrij toegankelijk zijn, met de focus op het militaire erfgoed. Voor natuurliefhebbers is er ook de excursie Fietsen in de natuur op de Vliegbasis.
Zaterdag 5 oktober, 26 oktober, 14.00 – 16.00 uur
Natuurwandeling Plantage Willem III
Op de glooiende flanken van Plantage Willem III liggen diverse smeltwaterdalen uit de laatste ijstijd. Een daarvan is dankzij de heide-uitbreiding weer prachtig te zien. Ook vind je hier een van de grootste droge schraalgraslanden van Utrecht: een bijzonder natuurtype met zeldzame soorten. Geniet onder leiding van een gids van deze prachtige natuur!
Zaterdag 5 oktober, 10.00 – 16.00 uur 10 jaar Herfstmarkt Amerongen
De herfstmarkt in Amerongen bestaat 10 jaar! Daarom is er nog meer te beleven en te zien dan voorgaande jaren. Doe mee aan een leuke herfstworkshop, wandel met een gids het Amerongse Bos in, struin langs de ambachtelijke en natuurlijke producten, en geniet van verse soep en pannenkoeken met meel van Molen Maallust. Voor kinderen is er een verrassende speurtocht naar boskabouters. Zij kunnen knutselen, broodjes bakken of een kijkje nemen bij het poppentheater in de onlangs gerestaureerde derde tabaksschuur op het terrein.
Zaterdag 5 oktober, 7 december, 09.30 – 12.00 uur
Natuurwandeling Landgoed Niënhof
Landgoed Niënhof is de Parel van Bunnik. Dit kleine, relatief onbekende landgoed biedt een verrassend afwisselend landschap. Samen met een gids struin je kriskras door het gebied waardoor je de rijkdom ten volle kunt ervaren. Het is een beleving waarbij je telkens weer verrast wordt.
Tip: Ben je met een grote groep? Reserveer dan een groepsrondleiding op maat via www.utrechtslandschap.nl/groepen.
Tot 26 oktober elke vrijdag en zaterdag twee rondleidingen per dag
Rondleiding Kasteel Loenersloot
Deze rondleiding leidt je van diep in de kelders van Kasteel Loenersloot tot boven op de donjon, rond 1200 gebouwd! Ook in het naastgelegen kasteelpark is er eens per maand een rondleiding.
Zaterdag 19 oktober, 07.30 – 09.30 uur
Vogelexcursie op Landgoed Heidestein
Op Heidestein komen veel verschillende vogels voor. Wil je weten hoe je vogels kunt herkennen aan bijvoorbeeld hun geluid of hun vliegbewegingen? Wandel dan met ervaren gidsen mee. Neem je verrekijker mee en de gidsen vertellen je waar je welke vogel moet zoeken .
Vrijdag 22 november, zaterdag 23 november, 10.00- 11.30 uur
Herfstwandeling door park
Over-Holland
In de Gouden Eeuw bouwden rijke Amsterdammers buitenverblijven langs de Vecht. Over-Holland is zo’n goed bewaard gebleven buiten. Tijdens deze wandeling kom je meer te weten over de cultuurhistorie en natuur. Dankzij de afwisseling van bos, zichtlanen en hakhout is Over-Holland een walhalla voor vogels, beestjes en in dit jaargetijde ook voor paddenstoelen.
Kijk voor de complete agenda op www.utrechtslandschap.nl d
Tekst Marjel Neefjes
Foto’s Renk Ruiter, Jan de Jong, Cees van Dij
Het is net weer droog, en boswachter Alex Westerman neemt ons mee naar de herfstige geuren en de prachtige tinten rood, geel en oranje in het Amerongse Bos. We beklimmen de Amerongse Berg en duiken daarna de Amerongse Bovenpolder in. Van de top met het hoge, droge bos, naar de natte, open uiterwaarden. Hoeveel afwisseling kun je krijgen op een rondje van 6 kilometer?
Onze wandeling begint meteen goed. Vanaf bezoekerscentrum de Tabaksschuur volgen we een prachtig paadje tussen de akkers, omzoomd door meidoornhagen. ‘De akkers hier links hebben we ingezaaid met winterrogge. We zaaien dunner dan een boer zou doen. Dat geeft volop ruimte voor wilde akkerkruiden’, vertelt Alex. ‘Het graan laten we 's winters deels staan, daar komen de akkervogeltjes van peuzelen, zoals kneuen en geelgorzen.’
Dode boom vol leven
Aan het eind van het pad slaan we rechtsaf een indrukwekkende laan in, met aan weerszijden een dubbele rij beuken. ‘Helaas hebben de droge zomers een paar jaar geleden hun tol geëist’, vertelt Alex. ‘Er gaat dus wel eens een boom dood, maar voor de natuur heeft dat ook zo zijn voordelen. In en op zo’n dode boom leven allerlei beestjes, vogels, vleermuizen en paddenstoelen.’ Plotseling blijft Alex staan: ‘Kijk, daar vliegen twee spechten! Die eten de beestjes onder de schors, en maken gaatjes in zo’n dode boom. En in een dode beuk hier vlakbij woont een bosuil!’
Verderop is zelfs een hele beukenlaan afgesloten. ‘De oude beuken staan op instorten, dus het wordt te gevaarlijk voor wandelaars. Maar voor vleermuizen zijn die aftakelende bomen een walhalla!’
Zicht op de Rijn
Het steile stuk van het bos hoorde ooit bij Kasteel Amerongen en wordt De Keuken genoemd. Alex: ‘Als je vroeger op het kasteel wilde weten wat je ging eten die avond, zei de kasteelheer: dat ligt er maar aan wat er in De Keuken is.’ Als de laan weer naar beneden buigt, slaat de route rechtsaf. ‘Maar we gaan heel even linksaf, naar het uitzichtpunt, met een bankje. Kijk, je kunt in de Rijn de stuw bij Wijk bij Duurstede zien liggen!’
Na een flinke klim bereiken we de top van de Amerongse Berg. ‘69 meter boven NAP’, weet Alex. ‘En als we straks bij de uiterwaard zijn, zitten we nog maar op 6 meter. Dus we maken best wat hoogtemeters tijdens deze wandeling.’
Omgekeerde inktvis
Vlak voor restaurant Mas Montagne – overigens een uitstekende plek voor een warme chocolademelk –
Sluipen verboden
Wij mensen kunnen het maar niet laten, sluippaadjes maken. Maar voor de natuur is het niet al te best, legt Alex uit. ‘Elk sluippaadje verkleint de rustige plekken van het bos. Dus hebben we er de afgelopen tijd heel veel dichtgezet, om bijvoorbeeld reeën en vleermuizen rust te gunnen.’
moeten we zeker even de octopus-den bewonderen rechts van het pad. ‘Kijk nou toch, die is een meter boven de grond vertakt in wel tien zijtakken. Net een omgekeerde inktvis!’ Iets verderop lopen we via een sleuf dwars door een nagebouwde grafheuvel. ‘Het wemelt hier op de heuvelrug van de grafheuvels. Ze zijn meer dan 2500 jaar oud.’
We dalen geleidelijk af via wat lichte, jonge eikenlanen, en komen dan ineens weer in een donker beukenbos. Als we daarna de provinciale weg oversteken, breekt het landschap open en zien we links molen ‘t Wissel liggen. ‘Die ziet er nu nog kaal uit, maar binnenkort krijgt hij zijn nieuwe wieken en kan hij weer draaien’, licht Alex toe.
Rivierbosje
Rechtdoor zien we de Amerongse Bovenpolder, maar wij duiken rechts het bos in, via een prachti kronkelpaadje tussen weg en uiterwaard. Al is het maar een smalle bosstrook, dit rivierbosje is heel typerend voor zo’n steile overgang van heuvelrug naar uiterwaard, zoals hier. Het heet ook wel hardhoutooibos, en wemelt van de zeldzame soorten, zoals het slangenlook. Overigens is dit paadje niet altijd toegankelijk, waarschuwt Alex: ‘Bij hoogwater kan hier op het pad wel een meter water staan!’
Nederrijn
De helling rechts van ons wordt steeds steiler, en uiteindelijk beklimmen we de trappen naar alweer een panoramisch punt: het uitzichtplateau van de Bovenpolder. Uitkijkend over het handvormige eiland in het kwelmoeras in de Bovenpolder zien we een zilverreiger opvliegen, richting de torens en de wapperende vlaggen van kasteel Amerongen die net boven de bomen uitsteken.
Utrecht
Route
Amerongse Bos, route Hoog en Laag, blauw gemarkeerd (6 km). Verkorte variant, rood gemarkeerd (3,4 km).
STARTPUNT
Bezoekerscentrum
Tabaksschuur, Veenseweg 8, 3958 ET Amerongen (geopend woensdag, zaterdag en zondag van 13.00 tot 16.00 uur).
Amerongen
amerongen
PARKEREN
Parkeerplaats Sportcomplex
De Burgwal in Amerongen.
HONDEN
Op een deel van de wandeling mogen honden los. Verder moeten ze aan de lijn.
OPENBAAR VERVOER
Vanaf bushalte Amerongse Berg is het startpunt 7 minuten lopen.
Amerongse Bos
Kasteel Amerongen
Amerongse
Bovenpolder
Zonnige
Weer terug de provinciale weg over, lopen we richting de Tabaksschuur waar we onze wandeling begonnen. Vlak daarvoor zien we een klein veldje waar vrijwilligers tabaksplanten verbouwen. ‘Van 1650 tot 1960 werd in dit gebied tabak geteeld. Daar was de zonnige zuidhelling van de heuvelrug heel geschikt voor. De bladeren werden aan latten geregen en in de tabaksschuur te drogen gehangen. En nu is die schuur een mooie plek voor ons bezoekerscentrum.’ Dat komt mooi uit, want met al die hoogtemeters in onze kuiten zijn we wel toe aan een kopje koffie! N225
Utrechts Landschap is dé beschermer van natuur en erfgoed in provincie Utrecht. We zijn opgericht in 1927. Onze natuur en erfgoed is letterlijk dicht bij Utrechters. We kopen natuurgebieden aan, ontwikkelen ze als het nodig is, maar vooral: we beheren natuur voor altijd. Die prachtige natuurgebieden zijn stuk voor stuk toegankelijk voor alle inwoners van onze provincie en voor hen die buiten Utrecht wonen. Daarnaast hebben we belangrijk monumentaal erfgoed onder onze hoede: meerdere landgoederen met opstallen, 23 molens en Kasteel Loenersloot.
Ons werk wordt mogelijk gemaakt door ruim 800 vrijwilligers, 37.000 Beschermers en de steun van de provincie Utrecht, de Nationale Postcode Loterij en bedrijfsvrienden. Op landelijk niveau werken we samen met de andere provinciale Landschappen onder de naam LandschappenNL.
Goudvink
Aalberts Bouw bv
Bolt Advocaten
Bosscherwaarden B.V.
Cannondale
Copijn Boomspecialisten
De Advocaten van Van Riet
De Waal Beheer o.g. Utrecht B.V.
DierenPark Amersfoort
DUIC
FIGI & Slot Zeist
Greenway Logistics
Handelsbanken
Hermans & Schuttevaer
Notarissen N.V.
K3Delta
MPI NutriPharma BV
ONVZ Zorgverzekeraar
Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie
RISK Groep
Schoenmakerij Paul den Ouden
Stichtse Cricket en Hockeyclub (SCHC)
Universitair Medisch Centrum Utrecht
Universiteit Utrecht
Van Gent Autobedrijf
VIOS Bouwgroep B.V.
Vitens
Zilverreiger
Agterberg B.V.
Ans de Wijn Bedrijfshuisvesting
Blaauwendraat
Bosselaar & Strengers Advocaten
BPD
Carel Nengerman Fonds
Door Training & Coaching
Exclusiva
Golfbaan Kromme Rijn
Herfst & Helder
Hoefakker hoveniers
Landgoed ISVW
MacCarwash
Meijerink Wegenbouw B.V.
Mens Zeist B.V.
Natuurbalans Limes Divergens
Ouwehands Dierenpark Rhenen
Rabobank Utrecht e.o.
Rutges Vernieuwt, onderhoud & renovatie
Solar Art
Sparkles
Stolwijk Registeraccountant
Sweco
Van den Pol Elektrotechniek
Van der Valk De Biltsche Hoek
Van Grafhorst notarissen
Van Ree Accountants
Van Vliet Kastanjehout
Van Zoelen bv Vink Schilderwerken
Vrumona B.V.
Wijkontwikkelingsmaatschappij
Kerckebosch B.V.
Koperwiek
A.F. v/d Kuil Installatiebedrijf
Amos Milieutechniek
BHM Solar
Communicatieadviseur Lynsey Dubbeld
De Goede Zaak
Drieklomp Makelaars
Hallo Mondo Grafisch & digitaal ontwerp
Hoffland BV
IJssel en Veldzicht BV
Kendes Rentmeesters & Adviseurs B.V.
Konstruktiebedrijf Roodenburg
Zeist
Loonwerkersbedrijf Van Ettekoven
Luxury Love
Methologic BV
Nedergear
Noorman Kozijnen
Ponsen Communicatie
Restaurant het Jagerhuys
Telecom Raadgevers
The Lime Tree
Timpanon Re-integratie BV
Utrechtse Golfclub De Pan Virga ICT Services
VOB schilders- & glaszettersbedrijf
Zevenmijls BV
Molenvrienden
Rietdekkersbedrijf Gebr. Visser
Van der Valk Breukelen
Verbij Hoogmade BV
Tabaksschuur Amerongen
Veenseweg 8, Amerongen Parkeren sportcomplex De Burgwal. Wo, za, zo 13.00-16.00 uur
Blauwe Kamer
De Blaauwe Kamer 14, Wageningen. Di t/m vr 14.0016.00 uur. Za, zo en feestdagen 13.00-16.00 uur
Koetshuis Beerschoten
De Holle Bilt 6, De Bilt
Dagelijks open van 10.00 tot 17.00 uur. In de zomer in het weekend tot 20.00 uur.
Schaapskooi Heidestein
Parkeren aan de Hoog Kanje in Zeist (omgeving Binnenbos/ scholen). Volg vanaf daar de bordjes. Zo 11.00-16.30 uur
Molen De Hoop
Dorpsstraat 106, Loenen aan de Vecht. Za 11.00-16.30 uur
Stichting Het Utrechts Landschap Postbus 121 3730 AC De Bilt 030 – 220 55 55 www.utrechtslandschap.nl info@utrechtslandschap.nl facebook.com/utrechtslandschap Instagram.com/utrechtslandschap @UtrLandschap
Steun natuur en erfgoed in de provincie Utrecht en word Beschermer. Meld je aan via www.utrechtslandschap.nl/bescherm of bel 030-220 55 55.
De Beschermersbijdrage kun je overmaken naar rekeningnummer NL 27 RABO 0102 0710 20.
Een gift kun je overmaken naar rekeningnummer NL 27 RABO 0102 0710 20. www.utrechtslandschap.nl/doneer
Mijn Utrechts Landschap valt drie keer per jaar op de mat bij Beschermers van Utrechts Landschap.
Jaargang 50, nummer 2
Redactie
’t Winkeltje van Oostbroek
Oranjerie landgoed Oostbroek Bunnikseweg 45a, De Bilt Di t/m vr 12.30-15.30 uur Za, zo 11.00-16.30 uur
Koetshuis Stoutenburg
Stoutenburgerlaan 4, Stoutenburg (Leusden). Wo, za, zo 12.30-16.30 uur
Van november t/m februari op woensdag gesloten.
HOERA! AL 50 JAAR MIJN UTRECHTS LANDSCHAP OP DE DEURMAT!
Joosje Bellwinkel, Suzanne Hendriks, Florian Hupkes, Markus Feijen, Kim Slaats, Paul Vesters
Art direction, vormgeving & illustraties
Hallo Mondo, Utrecht
Coördinatie en eindredactie
Communicatiebureau de Lynx, Wageningen
Productiebegeleiding
Mailtraffic, Zwolle
Druk
Zalsman, Zwolle
Foto cover Das, WildMedia
Het papier waarop Mijn Utrechts Landschap is gedrukt is 100% chloorvrij en draagt het FSC-keurmerk omdat het een combinatie is van materiaal uit FSC-gecertificeerde bossen, FSC Controlled Wood en/of gerecycled materiaal. Duurzaam
Een groepje hardlopers
jaagt elkaar op over de smalle paadjes. Honden dartelen uitgelaten in het zand en kinderen rennen om de iconische wonderboom die hoog op z’n wortels staat.
Het is een typische zaterdagochtend in het Panbos. Een goedbezocht natuurgebied aan de rand van De Bilt. In de loop van de tijd zijn hier veel sluippaden ontstaan. Dat ging ten koste van de natuur. Leerling-boswachter Frans-Jan Snoek licht toe hoe Utrechts Landschap een deel van de paden opnieuw inrichtte en hoe het gebied er na twee seizoenen bij ligt. In het Panbos wisselen hoge dennen, dichtbegroeide hellingen, dikbemoste plekjes en open zandvlaktes elkaar af. De afgelopen jaren, met name in de coronaperiode, is het druk in het Panbos. ‘Er is een wirwar van allerlei sluippaden ontstaan’, vertelt Frans-Jan, ‘en dat ging ten koste van de rust voor vogels en zoogdieren.’
Beschermer Eveline woont in de buurt en ontving de oproep om mee te doen aan de padenverkiezing. Ze koos voor de route van oost naar west. ‘Ik vind het pad dat parallel loopt aan het brede pad supermooi. Het is een smal paadje dat wat hoger ligt, waarop je van oost naar west loopt. Ik vind het erg leuk hoe Utrechts Landschap deze inspraak organiseerde en de informatie gaf over hoe en waarom de paden werden heringericht.’
Keuze voor natuur ‘Onze eerste zorg is het natuurbehoud in het gebied. Het terugbrengen van rust voor de das, grondbroedende vogels zoals de houtsnip, en insecten zoals de bosmier. Dus moest een groot deel van de sluippaden dicht’, vertelt Frans-Jan, ‘Tegelijkertijd willen we graag tegemoetkomen aan de wensen en behoeften van bezoekers in onze gebieden. Daarom legden we begin dit jaar drie verschillende padenplannen voor’. De routes verschilden van elkaar, maar het uitgangspunt was gelijk: ongeveer tachtig procent van de sluippaden zou worden gesloten, twintig procent wordt toegevoegd aan de bestaande wandelpaden.
Langs de pioniers
Bezoekers, omwonenden en Beschermers uit de omgeving brachten hun stem uit. De keuze was duidelijk: behoud het kronkelende pad met hoogteverschillen dat van oost naar west loopt. Een mooie keuze, vindt Frans-Jan. ‘Deze nieuwe route leidt langs jeneverbesstruiken en enorme grove dennen van 150 jaar oud. Je wandelt langs de pioniers uit de tijd dat dit nog allemaal stuifzand was.’
Onzichtbaar
Het nieuwe padenplan is begin 2024 gerealiseerd. Het nieuwe smalle pad dat van oost naar west door het bos slingert, is niet te onderscheiden van al eerder aangelegde wandelpaden. En waar is de rest van die wirwar aan sluippaden gebleven? Frans-Jan: ‘Die kan je dus niet meer zien! De ingangen hebben we versperd door onder meer Douglasspar en vogelkers omver te trekken. Dat zijn exoten die toch al zouden worden verwijderd. Daarna deed de natuur de rest. Zie je wel?’ Eerlijk gezegd niet. Maar dat is nou nét de bedoeling.
Mierensnelweg
Niet zo aaibaar, wel heel belangrijk in het bosecosysteem: insecten! In het rustige deel van het Panbos zijn veel grote mierenhopen te vinden. De mierenhopen worden bewoond door de kale bosmier, die de bijzondere gewoonte heeft paadjes tussen oude en nieuwe mierenhopen te maken. Deze “mierensnelwegen” verbinden de mierenhopen. De grote hoeveelheid mierenhopen is bijzonder en een indicatie van een hoge biodiversiteit.
Verzamelnaam
Dé rode bosmier bestaat niet. Het is een verzamelnaam voor vier soorten: de zwartrugbosmier, de behaarde bosmier, de kale bosmier en de stronkmier.
Rode bosmieren leven in gigantische nesthopen van naalden van dennen en sparren, aan de rand van het bos. Hier valt genoeg zonlicht om de hoop warm te houden. In en onder de mierenhoop ligt een ingenieus gangenstelsel, waarin honderdduizenden goed georganiseerde mieren leven.
graadmeter voor gezonde natuur
Pakweg 9 millimeter lang is �ie, de rode bosmier. Klein, ijverig én van grote betekenis: hoe meer rode bosmieren, hoe gezonder het bos.
Rode bosmieren zijn kwetsbaar. Hun leefgebied moet voedsel rijk zijn, met een goede balans tussen zonlicht en schaduw, droogte en vocht. Alleen in een gezond bos gedijen ze goed. Zo zijn ze een graadmeter van de natuur.
Zorgvuldig beheer
Als Utrechts Landschap gaan we heel zorgvuldig om met locaties waar nesthopen liggen. We zorgen dus voor rust en werken aan een gezond bos. Want we weten hoe nauw het komt voor deze soort.
Rangen en standen
In één kolonie leven meerdere bosmierkoninginnen. Zij leggen hun leven lang eitjes. Er zijn speciale eitjes, waaruit gevleugelde koninginnen en mannetjesmieren komen. Én ze leggen gewone eitjes, waaruit werksters komen, die het nest beschermen en de larven voeden.
Luizen melken
Mieren leven in een symbiose met bladluizen. Door met hun voelsprieten op het achterlijf van de bladluizen te trommelen, scheiden die suikerrijk sap af. Hier zijn de mieren verslaafd aan. Dit sap wordt luizenmelk of honingdauw genoemd.
Snelweg
De vaste route naar de boom waar bosmieren de luizen “melken”, ziet er uit als een snelweg. Een onafgebroken stroom is het, van komende en gaande mieren, die de luizenmelk naar de larven in de nesthoop brengen.
Rode bosmieren zijn alleseters, die zich tegoed doen aan allerlei insecten, rupsen en slakken. Zo dragen ze bij aan het ecologische evenwicht en voorkomen ze insectenplagen.