Leidraad mei 2025

Page 1


Leidraad

FOCUS OP KINDEREN

Een studie, twee wegen

‘DE PRAKTIJK IS ZOVEEL LEUKER’

Schrijver Jeroen Windmeijer

Ik ben altijd wel ergens in mijn werk verstopt’

tribuut

Homunculus loxodontus

Ziek, zwanger of zomaar: de homunculus loxodontus, oftewel zeeolifant, in de hal van het LUMC is een veel gefotografeerd object. Ook hoogleraar ouderenparticipatie en public health Tineke Abma (hier niet op de foto) bezorgt hij nog dagelijks een glimlach. ‘Ik vind hem koddig, lief en aaibaar. Je ziet dat hij mensen vertedert. Er is altijd wel een kind of een ouder die er een selfie mee neemt. In de kille omgeving die een ziekenhuis nu eenmaal is en waar mensen vaak in onzekerheid verkeren, is dit een ankerpunt.’

Het LUMC heeft volgens Abma een kunstcollectie om trots op te zijn – met nog 2599 andere werken. Er is een eigen galerie met vier exposities per jaar, maar ook in alle gangen, het trappenhuis en op de poli’s zijn sculpturen en schilderijen te vinden. Recent is de kunstbeleving onderzocht, via observaties, 19 diepte-interviews met patiënten en hun naasten, en meer dan honderd vragenlijsten. De onderzoekers hadden een voorkeur verwacht voor figuratieve, ‘veilige’ werken: landschappen of bloemen. Maar de oordelen bleken veel uitgesprokener. ‘Iemand prees juist een heel abstract werk, omdat, zei hij: “dat er een beetje uitziet als een ruïne, en zo voel ik me ook.”’

Zo zie je maar, zegt Abma: kunst kan ruimte geven aan emoties die er in de spreekkamer niet is. Zelf gebruikt ze het ook in het onderwijs aan geneeskundestudenten. ‘Goed kijken naar

De Aardappeleters van Van Gogh bevordert hun diagnostische vaardigheden en empathie.’

In het ziekenhuis is de kunst er vooral om zijn schoonheid. Die biedt troost of afleiding in de wachtkamer. Met als kampioen van het rustig en gemoedelijk wachten de zeeolifant.

Leidraad

○ Tribuut / 2

○ Annetje aan het woord / 5

○ Nieuws / 6

○ Eén studie, twee wegen / 12

○ Interview

Schrijver Jeroen Windmeijer / 14

○ Geven

LUF Kinderfonds / 18

○ In de familie

De Van Bemmelens / 20

○ De jonge wetenschapper

Quentin Jalabert / 30

○ Werkplek van

Freddie van Mierlo / 35

○ 450 jaar jong / 36

○ Signalen / 38

○ Sleuteldragersdiner / 40

○ Terug in de banken

Chris De Waele / 41

○ Lezen, luisteren, doen / 42

COLOFON

Leidraad is een uitgave van de Universiteit Leiden, afdeling Alumnirelaties/Strategische Communicatie & Marketing. Het magazine wordt kosteloos verspreid onder alumni en relaties van de universiteit. Voor andere belangstellenden is een abonnement op aanvraag beschikbaar.

Uitgever: Universiteit Leiden, Renée Merkx, directeur Strategische Communicatie & Marketing

Hoofdredacteur: Lilian Visscher, directeur Alumnirelaties en Leids Universiteits Fonds

Concept: Fred Hermsen (Maters en Hermsen)

Eindredactie: FC Tekst

– Job de Kruiff en Nienke Ledegang Art direction en vormgeving: Maters en Hermsen – Stephan van den Burg, Marjolijn Schoonderbeek

Lithografie: Studio Boon

Tekst: Fred Hermsen, Malou van Hintum, Marijn Kramp, Job de Kruiff, Nienke Ledegang, Martijn van Lith, Wilke Martens, Nicolline van der Spek, Annette Zeelenberg

Foto cover: Martin Dijkstra, Academiegebouw, Leiden

Beeld: ANP, Patrice Börger, Martin Dijkstra, Rosalie van der Does, Taco van der Eb, Annemarie Gorissen, Aad Goudappel, Hielco Kuipers, Daniel Jones, Simon Lenskens, Rob Overmeer, Marius Roos, Monique Shaw

Drukwerk: Dex

Coördinatie Universiteit Leiden: Wendy Persson

Reacties: 071-5274050 of contact@leidraad.leidenuniv.nl

LinkedIn: Alumni Universiteit Leiden

Twitter: @leidenalumni

Website: www.universiteitleiden.nl/alumni

Oplage: 85.250

Adreswijziging?

Laat het ons weten via universiteitleiden.nl/ alumnigegevens, of stuur een e­mail naar wijziging@alumni.leidenuniv.nl

Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen, foto’s en illustraties uit Leidraad is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Universiteit Leiden kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele zet­ of drukfouten.

Annetje aan het woord

Ik mocht een plantje in de grond zetten in de tuin van onze vestiging aan de Haagse Schouwburgstraat. Een geweldig initiatief van onze eigen studenten, die de versteende plek wilden vergroenen en daarvoor in actie kwamen. Voor mij is het meer dan een simpel plantje, het staat symbool voor de initiatiefrijke en veerkrachtige generatie van de toekomst. Deze generatie staat in ons jubileumjaar centraal binnen de universiteit. Niet alleen onze studenten, maar in het bijzonder ook kinderen en jongeren. De jeugd is onze toekomst en we vinden het belangrijk dat we met ons onderzoek bijdragen aan uitdagingen die hen aangaan. En die zijn er volop. Lees deze Leidraad en je komt ze allemaal tegen: de zorgen over oorlog, klimaat, mentaal welzijn, online dreiging. Als je er bij stilstaat, kun je er somber van raken. Toch wil ik er heel graag het positieve verhaal tegenoverstellen. Iedere dag zie ik de daadkracht bij jonge mensen om mij heen. Zij zijn het die in de benen komen, die grote onderwerpen agenderen en er de straat voor op gaan. Jonge mensen zwengelen zo het debat over grote thema’s aan, niet alleen binnen de universiteit, maar ook in de samenleving. Het wemelt bij ons bovendien van de bottom-up initiatieven, bijvoorbeeld voor mentaal welzijn. En juist daarom kan ik zo genieten van zo’n project als de tuin in Den Haag. Want in de complexe werkelijkheid waarin de generatie van de toekomst opgroeit, zie ik veel moois gebeuren. En dat moeten we koesteren, want dat geeft hoop.

Annetje Ottow is voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Leiden in actie

tegen bezuinigingen

Medewerkers en studenten van de Universiteit Leiden trapten maandag 10 maart de estafettestaking af van de Nederlandse universiteiten tegen de kabinetsbezuinigingen. Dat deden ze met een manifestatie op de Garenmarkt.

Ondertussen heeft van de Leidse faculteiten vooral Geesteswetenschappen al de nodige bezuinigingen op stapel

staan, nog los van het kabinetsbesluit. Studies als Frans, Koreaans en Italiaans stonden even ter discussie maar konden worden gered doordat de financiele situatie minder zorgelijk is dan even het geval leek. De opleidingen die nu nog met sluiting worden bedreigd, zijn de researchmasters African Studies en Latin American Studies en de joint master European Politics and Society.

Manon Uphoff gastschrijver

De Utrechtse schrijver Manon Uphoff is vanaf najaar 2025 de nieuwe gastschrijver van de Universiteit Leiden. Als gastschrijver 2025 gaat Uphoff een bijdrage leveren aan verschillende vakken die vanuit de bacheloropleiding Nederlandse taal en cultuur worden verzorgd over schrijven. Manon Uphoff (1962) is niet alleen schrij-

ver, maar ook scenarist en beeldend kunstenaar. Haar rijke literaire oeuvre, dat niet alleen bestaat uit romans, maar waarin ook novellen en ver halen een promi nente plaats heb ben, werd in 2020 bekroond met de Charlotte Köhler Prijs.

Timo Kos nieuw lid van college

van bestuur

Timo Kos is sinds 1 maart de nieuwe vicevoorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Leiden.

Kos was eerder als vicevoorzitter in het College van Bestuur bij Saxion Hogeschool met zo’n 27.000 studenten en 3.000 medewerkers verantwoordelijk voor het onderwijs, onderwijsondersteuning en ICT. In Leiden verzet hij de bakens een beetje, zo licht hij toe: ‘Ik houd me als vicevoorzitter onder andere bezig met financiën, vastgoed, ICT en onderzoeksinfrastructuur, HRM en (fysieke) veiligheid op de universiteit, en heb daarnaast de Campus Den Haag in mijn portefeuille. Maar we zijn als CvB uiteindelijk gezamenlijk verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de hele universiteit. Daar kan ik met wat ik doe en aan ervaring meebreng zeker mijn bijdrage aan leveren en dat vind ik belangrijk.’

Kos brengt in elk geval één vernieuwing met zich mee: hij maakt vlogs over zijn werk als CvB-lid, die hij deelt op zijn eigen LinkedIn-account.

Uitverkochte jubileumeditie Alumnidies

Helemaal uitverkocht was het, het diesfestival voor alumni op zaterdag 8 februari. Deze bijzondere lustrumeditie werd gevierd in een afgeladen Kamerlingh Onnes Gebouw én in het Academiegebouw, en had een bijzondere line-up.

Journalist Twan Huys ging in gesprek met Bartjan Wegter en Willemijn Aerdts over veiligheid en terrorismebestrijding, alumnus Mike Boddé speelde en besprak klassieke muziek, postdoc Liselore

Tissen vertelde over deep fake in de kunst.

Er was ook vermaak, zoals een kennismaking met de mogelijkheden van kunstmatige intelligentie en een rondleiding door het Academiegebouw op krakende oude trapjes, langs de togakamer en het torentje.

Op de dag van de dies kregen álle alumni wereldwijd een bijzondere boodschap van alumnus Armin van Buuren, waarin hij hen feliciteerde met de verjaardag van hun alma mater. Met de viering van de 450e

dies natalis is het lustrumjaar van de Universiteit Leiden officieel van start gegaan.

Alvast voor in de agenda: volgend jaar is het diesfestival op zaterdag 7 februari.

Leidse universiteit en stad profiteerden van kolonialisme

Met onderwijs en onderzoek droeg de universiteit vroeger bij aan kolonialisme en slavernij. Ook stadsbestuurders, handelaren en andere inwoners van Leiden hadden een actieve rol in koloniale netwerken.

Een jaar lang onderzochten Leidse historici aan de hand van archieven,

bronnen en onderzoeken het koloniale en slavernijverleden. Dat deden ze in opdracht van het college van bestuur van de universiteit en het gemeentebestuur van Leiden. Het vooronderzoek schetst hoe de universiteit betrokken was. Bijvoorbeeld door het opleiden van theologen, juristen en ambtenaren die in de koloniën gingen wer-

ken. Wetenschappers droegen bij aan kennis over de koloniën, mede door juridisch onderzoek en studies van talen en culturen. Sommige bestuurders waren actief binnen de kamers van de VOC en WIC die verantwoordelijk waren voor slavenhandel. Tot het midden van de 19e eeuw waren er slechts enkele kritische tegengeluiden. College -

voorzitter Annetje Ottow liet in een eerste reactie weten: ‘Vanzelfsprekend is het confronterend om te zien wat voor rol een deel van onze voorgangers gespeeld heeft in deze pijnlijke geschiedenis, maar dit vooronderzoek was hard nodig.’ Het college van bestuur beraadt zich nu op de vervolgstappen.

‘ Tijdens de Holocaust kreeg de zorg voor kinderen haar diepste betekenis’

Geboorte is een wetmatigheid, en al duizenden jaren worden pasgeboren kinderen met zorg omringd. Hoe beïnvloedt de historische context dit proces? Die vraag staat centraal in het onderzoeksproject van historica Sarah Cramsey, dat zich richt op zorg en vroege kinderopvang in Centraal- en Oost-Europa. ‘Ik verzamel zoveel mogelijk kennis over de eerste duizend dagen van een mensenleven.’

arah Cramsey is bijzonder hoogleraar Geschiedenis van Centraal-Europa, migratie en diaspora’s en tijdens eerder onderzoek naar de jaren 30 en 40 van de vorige eeuw ontstond haar belangstelling voor de zorg voor de allerkleinsten. ‘Tijdens de Holocaust kreeg de zorg voor kwetsbaren haar diepste betekenis en invulling. Want in deze gitzwarte periode bleek meer dan ooit hoe mensen er toch altijd voor kiezen om kwetsbaren te beschermen. Ouders die hun kind in de armen van vreemden drukten, mensen die zich ontfermden over Joden, kinderen, zieken, ouderen… – ook al liepen ze daardoor grote risico’s. Die ultieme opoffering bestond óók, naast alle wreedheden en de ontmenselijking van de Holocaust. Ik zie het als mijn taak om diepgravend onderzoek te doen naar hoe zorg, juist in de donkerste perioden van het menselijk bestaan, haar meest essentiële betekenis krijgt.’

Een jongetje krijgt bij zijn terugkeer uit concentratiekamp Buchenwald kersen van vrijwilligers, 1945.

Leidraad

Vorig jaar publiceerde ze haar eerste boek over veranderende ideeën over de Joodse gemeenschap in Polen en Tsjechoslowakije in de jaren 30 en 40 van de vorige eeuw. Haar onderzoek leverde nieuwe inzichten op, bijvoorbeeld over de manier waarop de nazi’s zelfs kinderen inzetten als middel om mensen te misleiden en te kalmeren. Zo beschreef ze hoe in 1943 een nazi-functionaris in het Joodse getto van Warschau nieuw beleid aankondigde: Joodse kinderen zouden gaan profiteren van meer groenten, de heropening van scholen en de aanleg van nieuwe speelplaatsen. Dat deed de alarmbellen rinkelen bij leden van de Joodse Gevechtsorganisatie, zoals verzetsleidster Zivia Lubetkin, die vermoedde dat er misschien een deportatie op handen was. Ze waren wijzer geworden nadat een jaar eerder vergelijkbare maatregelen waren aangekondigd. Toen werden een paar maanden later meer dan 250.000 Joodse mannen, vrouwen en kinderen afgevoerd naar vernietigingskamp Treblinka.

Kinderen als middel voor de nazi’s

‘Sinds ik zelf moeder ben, ben ik mij er bewuster van geworden dat alle mensen in alle tijden te maken hebben met de zorg voor jonge kinderen. Dat fascineerde mij en daarom besloot ik om mijn onderzoek breder te trekken in tijd en geografische ruimte. Waar mijn focus in eerder onderzoek lag op de periode 1936-1945, is dat in mijn huidige onderzoek de periode van 1905 tot 2004. Dat laatste jaar is niet willekeurig gekozen, maar een interessant eindpunt van de studie. Het was het jaar waarin de meeste van de landen die ik onderzoek toegetreden waren tot de EU. Centraal staat het gebied dat kort voor de Eerste Wereldoorlog tot het Habsburgse Rijk behoorde – heel Zuidoost-Europa. De vraag die ik wil beantwoorden is: is de tijdloze ervaring die hoort bij het krijgen van kinderen en de zorg voor deze kinderen toch specifiek voor een bepaalde periode en voor bepaalde culturen? Een moeder aan het begin van de vorige eeuw had dezelfde zorgen, twijfels en gevoelens als een moeder nu. Maar er zijn ook verschillen, ingegeven door opvattingen of omstandigheden. Dat is relevant, want als je die blootlegt, kun je een eerlijker discussie voeren over wat er beter of slechter is, en wat wérkt in de zorg voor kinderen. Dat kan bijvoorbeeld beleidsmakers helpen.’

Veel invalshoeken

Door haar keuze voor het in verschillende staten uiteengevallen Habsburgse Rijk bestudeert Cramsey een groot aantal verschillende etniciteiten en politieke systemen. Ze somt op: ‘Van liberalisme, socialisme, fascisme en communisme tot de islam, het christendom en jodendom. Ook interessant: de technologische vooruitgang in juist die periode is ongekend. Heeft dat invloed op de zorg voor jonge kinderen, bijvoorbeeld omdat bepaalde zorgtaken eenvoudiger worden? Dat is een van de dingen die uit mijn onderzoek moeten blijken.’

Cramsey benadrukt dat haar onderzoek niet bestaat uit één onderzoeksvraag. ‘Dat is meestal niet wat historisch

‘ Zorg is een belangrijk onderwerp, het zegt zoveel over onze manier van leven’

onderzoek doet. Wij beschrijven, we leggen vast wat niemand eerder vastlegde, en laten daarmee verbanden en ontwikkelingen zien. Over de eerste 1000 dagen van kinderen is weinig geschreven. Ouders en verzorgers schrijven weinig op. Ja, misschien over hoeveel melk een kind dronk of dat er tandjes doorkwamen, maar voor de grotere verbanden en inzichten zijn ze te moe’, lacht Cramsey, die zelf twee jonge kinderen heeft.

‘Maar zorg is wél een heel belangrijk onderwerp van onderzoek’, vervolgt ze. ‘Het zegt zoveel over onze manier van leven. Het gaat over familiebanden, over samenlevingen, over medische kennis, technologische vooruitgang, feminisme… Er zijn veel aannames die bepalen hoe wij zorg waarderen, en vervolgens regelen. Een voorbeeld is het zwangerschapsverlof. De consensus is dat baby’s moedermelk nodig hebben, en dat de moeder dus thuis moet zijn in de eerste periode. Dat is heel mooi, maar dat heeft wel consequenties. We zien dat in landen waar moeders recht hebben op een relatief lang verlof zij minder goed terugkeren in hun werk.’

De basis voor verder onderzoek

De studie is ook een startsein voor verder onderzoek. Mede daarom zit er wat Cramsey betreft bijna geen beperking op de thema’s die zij en haar onderzoekers bestuderen. ‘Het onderzoek gaat over zorg in de breedste zin van het woord. Eén van de thema’s is materiële ontwikkelingen. Denk aan de ontwikkeling van de babyfles, poedermelk, de wegwerpluier… Een ander aspect dat we onderzoeken is speelruimte. De komst van speeltuinen heeft de openbare ruimte enorm veranderd. Moet je je voorstellen: in Boedapest was er in 1907 één officiële speelplaats, in de jaren 70 van de vorige eeuw waren dat er 1400. Speeltuinen hebben invloed op de manier waarop kinderen en hun ouders of verzorgers interactie met de stad hebben. Dat ruimtelijke aspect is interessant, en heeft ook een heel sociologische kant: speeltuinen zijn een soort mini-samenlevingen waarin kinderen en ouders van allerlei achtergronden samenkomen. Dan gaat het dus ook over gelijkheid, en over elkaar leren kennen buiten bestaande patronen en zuilen om.

Sarah Cramsey

1982 geboren in de VS

2004 Bachelor Geschiedenis en Religiewetenschappen, Williamsburg

2006 Master Joodse Studies, Oxford

2010 Master Geschiedenis, Californië

2014 Promotie Joodse Studies, Californië

Sinds 2020 Universitair docent Judaïsme en Diaspora Studies, Leiden

Sinds 2022 Bijzonder Hoogleraar CentraalEuropese Studies, Leiden

Verder besteden we aandacht aan de ontwikkelingen in de zorg na 1989. Er waren toen belangrijke innovaties op het gebied van zwangerschapsverlof en thuisbevallen, maar ook veel medisch-technologische ontwikkelingen, zoals de komst van het echo-apparaat. De rol van bijvoorbeeld verloskundigen is toen erg veranderd.’

De toekomst van kinderen

Cramsey neemt even een korte adempauze – ze realiseert zich dat haar nieuwe onderzoek veelomvattend is. En dat in een gebied dat zich uitstrekt over een regio van Salzburg tot Sarajevo en Szczecin. ‘Ik vind het gewoon nodig dat dit onderzoek er komt. Juist in tijden zoals deze, waarin jonge ouders zich massaal afvragen hoe de toekomst van hun kinderen eruitziet.’

Dan komt Cramsey toch weer terug op de periode die ze eerder al bestudeerde, de oorlogsjaren. ‘We herdenken dezer dagen het einde van de Tweede Wereldoorlog. Dat is heel goed, het is belangrijk om te blijven herdenken en te benadrukken dat we dit nooit meer willen. Ik lever hopelijk een bijdrage door te laten zien dat we de Holocaust niet kunnen duiden als we voorbijgaan aan de aandacht die er altijd is geweest voor de allerkleinsten. En aan het feit dat vrouwen leven bleven schenken, als een fact of life. Oók in de meest barre omstandigheden. De onbaatzuchtige zorg die zich juist in de oorlog manifesteerde, is troostrijk in tijden van terreur, ook nu nog. Zorg gaat over de mensheid en menselijkheid. Aan mij de taak om de bewijzen daarvan en de verhalen daarover bij elkaar te brengen.’

Meer Leids onderzoek

Surrealisme en Holocaust

De Leidse historica Kate Brackney beschrijft in Surreal Geographies hoe de Holocaust sinds 1945 is voorgesteld in kunst, literatuur, en film. Ze stelt dat Holocaustbewustzijn niet alleen historisch of feitelijk is opgebouwd, maar ook sterk wordt beïnvloed door visuele cultuur en abstracte representaties. Dit onderzoek richt zich op hoe latere generaties de leegte en het trauma van de Holocaust proberen te begrijpen via metaforen, droombeelden en vervreemdende esthetiek. Brackney concludeert dat deze verschuiving naar surrealistische representaties een manier is om met onzegbare gruwel en collectief trauma om te gaan, maar ook het risico met zich meebrengt dat de realiteit van het historische lijden vervaagt.

Babylab

Het Babylab Leiden is een onderzoeksproject van de onderzoeksgroep Opvoeding & Ontwikkeling. Dit project richt zich op het begrijpen van de vroege ontwikkeling van baby’s, met name hoe ze leren, verwachtingen vormen over de wereld, begrip ontwikkelen en sociale interacties aangaan. Een voorbeeld is het Many Babies 2: Theory of mind­ project Daarin wordt onderzocht of kinderen van 2 tot 3 jaar oud kunnen anticiperen op het gedrag van anderen door rekening te houden met de kennis die deze personen wel of niet hebben over een situatie.

één studie twee wegen

Waar een studie toe kan leiden:

Rechten

Sylvia Kuit (51)

Concernjurist gemeente Schiedam

CV

1991-1997 Rechten, Universiteit Leiden 1997-2003 Advocaat bij De Bok Roijers Gasseling Advocaten en VQ Advocaten 2004-2024 Advocaat in maatschap Knoester & Kuit Advocaten 2024-nu Fulltime concernjurist gemeente Schiedam

Waarom koos je voor Rechten?

‘Ik had een tante die advocaat was en me verhalen vertelde over het vak. Dat heeft bijgedragen aan mijn keuze. Sowieso had ik een positief beeld van het beroep: iets kunnen betekenen voor mensen die het moeilijk hebben. Maar het was niet zo dat ik altijd al de droom had om advocaat te worden. De studie sprak me ook aan vanwege de breedte ervan.’

Pakte die studie uit zoals je hoopte?

‘In het eerste jaar niet, dat was erg algemeen. Naarmate de studie vorderde vond ik het gelukkig steeds interessanter worden. Dat kwam vooral doordat het steeds praktijkgerichter werd. Ik heb tijdens mijn studie twee stages gelopen en die hebben mijn enthousiasme om in dit vak verder te gaan aangewakkerd. Daarna stond mijn pad vast.’

Toch ben je een paar jaar geleden van dat pad afgeweken.

‘Ja, ik ben zo’n 27 jaar als advocaat werkzaam geweest, waarvan twintig jaar in een maatschap met mijn man. We hadden een praktijk aan huis, dat werkte heel goed. Je hebt je gezin in de buurt en kunt toch veel werken. Toen de kinderen begonnen uit te vliegen en ik tijdens corona veel alleen bezig was, begon het te kriebelen. Ik miste vooral collega’s om me heen. Via een vriendin stuitte ik op een vacature bij de gemeente Schiedam, waar ik eerst parttime juridisch adviseur werd in het jeugdrecht. Inmiddels werk ik fulltime als algemeen concernjurist met als specialisme het jeugdrecht.’

En hoe bevalt dat, bij de gemeente?

‘Veel beter dan ik ooit had gedacht. Van werken bij een gemeente bestaat het beeld dat het saai en traag is, maar ik zie veel hardwerkende, enthousiaste en talentvolle mensen. Het was een warm bad –en dat is het nog. Ook inhoudelijk zit ik op mijn plek. Als advocaat was ik onder andere bezig met jeugdrecht en ik vind het waardevol om daar vanuit een ander perspectief weer actief in te zijn. Mijn hart ligt in het sociaal domein, daar kun je veel betekenen voor met name kwetsbare mensen.’

Ivo Pieters (53)

Advocaat en echtscheidingsmediator

1991-1997 Rechten, Universiteit Leiden 1997-1998 Stafjurist en gerechtssecretaris, Gerechtshof Den Haag 1999-nu Advocaat, echtscheidingsmediator en bijzondere curator, Groenendijk & Kloppenburg Advocaten 2012-nu (Kinder)rechterplaatsvervanger, Rechtbank Rotterdam 2019-nu Raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Wat wilde je worden toen je klein was?

‘Profvoetballer. Dat is helaas net niet gelukt, al heb ik het wel geschopt tot het WK voor advocaten, in 2002 op Malta. Mijn vader bracht mij, toen mijn voetbaldroom niet haalbaar bleek, op het spoor van mijn studie. Hij was rechter. En ik ben inderdaad in zijn voetsporen getreden, want naast mijn functie als advocaat ben ik plaatsvervangend rechter in Rotterdam en raadsheer in Arnhem. Dan draag ik de toga die ik van mijn vader heb overgenomen, dat voelt heel speciaal.’

Ben je door je werk anders gaan kijken naar mensen en relaties?

‘Ik heb vooral gemerkt dat de lijn tussen liefde en haat flinterdun kan zijn. Daarom is het zo belangrijk om bij echtscheidingszaken vroeg aangesloten te zijn. Vaak loop je als jurist achter de feiten aan: je komt in beeld wanneer de boel al uit de hand is gelopen. Terwijl je juist het verschil kunt maken in de fase dat mensen elkaar nog iets gunnen. Door korte lijnen met hulpverleners, gedragsdeskundigen en andere professionals, kun je een hoop ellende voorkomen.’

Zijn er rechtszaken waar je met een speciaal gevoel op terugkijkt?

‘Ik stond eens een jongeman bij die een studiebijdrage van zijn ouders eiste die zij hem niet wilden geven. Ik zal nooit vergeten hoe hij na de zaak met bloemen op mijn stoep stond. Een gast van 18, 19, die zelf dat bosje was gaan halen. Dat heeft wel indruk gemaakt, het laat toch zien wat je kunt betekenen voor iemand.’

Welk advies heb je voor mensen die nu rechten studeren?

‘Doe zoveel mogelijk praktijkervaring op. De studie kan best taai zijn, maar de praktijk is zoveel leuker. Doe dus vooral op verschillende plekken werkervaring op. En daarbij: geniet van je studentenleven, want ook sociale vaardigheden zijn in dit werk van groot belang. Als Augustijn heb ik dat zelf ook zo ervaren. Dat ik werk voor het kantoor dat is gestart door Piet Aalberse, medeoprichter van Augustinus, is een mooi toeval.’

‘Op inspiratie wacht ik niet, die tref ik aan door gedisciplineerd te werken’

Bestsellerauteur Jeroen Windmeijer (56) koos pas zes jaar geleden definitief voor een bestaan als schrijver. Hij zette de stad Leiden en de universiteit op de kaart als locatie voor zinderende thrillers. Vanaf zijn werkplek aan het Rapenburg struint hij met zijn gestaag groeiende oeuvre inmiddels de hele wereld af.

Nadat Jeroen Windmeijer zijn proefschrift over straatmuzikanten uit

Ecuador met succes heeft verdedigd, lopen zijn ouders geëmotioneerd door het atrium van het FSW-gebouw. Verleden, heden, verstilling en trots vechten om aandacht. Precies hier in dit gebouw had hun zoon dertig jaar eerder nog gevochten voor zijn leven. Amper vijf maanden oud was de kleine Jeroen geveld door een hersenvliesontsteking. Artsen in Delft hadden hem al opgegeven (‘Aan het eind van deze dag kunnen we hem kisten’, zei zijn behandelaar), maar zijn ouders lieten het zover niet komen, en Jeroen werd onder stil protest van de Delftse artsen overgebracht naar gebouw 5 van het Academisch Ziekenhuis Leiden. ‘Iedere dag voerde mijn moeder me stiekem bij met Brinta, ’s ochtends stak ze een kaarsje aan en ’s avonds kreeg ik een paar druppeltjes Lourdeswater op mijn voorhoofd geplengd. Ze was er heilig van overtuigd dat Maria mijn leven heeft gered.’

Toch drukte het katholieke geloof geen zwaar stempel op zijn jeugd. ‘In Pijnacker heb ik de nadagen van de verzuiling meegemaakt. We hadden nog onze eigen bakkers, slagers en kruideniers, en in de winter voerden katholieke kinderen sneeuwballengevechten met de protestanten.’

Maar het geloof deed de familie Windmeijer er een beetje bij, zo vat hij samen: ‘Zondagochtend naar de kerk, ’s middags weer voetballen, en we hadden geen bijbel in huis.’

Hij schetst: ‘Mijn vader was leraar Duits aan de Paulusmavo in Delft, Mijn moeder verdiende wat geld bij als coupeuse, maar had eigenlijk haar handen al vol aan het gezin en het wasgoed van vijf sportende zonen. Iedere week pluisde ze de kranten uit op kortingscoupons. Dat loonde, want er gingen per dag al snel drie broden en drie kilo aardappelen doorheen.’ De broers waren na school onzichtbaar voor zijn ouders: slootjespringen, voetballen, vissen. ‘Harmonieus en veilig, zou je kunnen zeggen. Niet bepaald een goudmijn voor een roman.’

Pausmobiel

Die veiligheid vond Jeroen ook op het gymnasium van het Stanislas College in Delft. Zijn vierde klas telde vijftien kinderen; een hechte club van serieuze lezers die in hun vrije tijd studium generale-lezingen van de TU Delft bezochten.

‘Voor de 25 boeken op onze eindlijst konden we kiezen uit de zestig boeken die we al gelezen hadden.’ Op zijn vijftiende verzette Jeroen voor het eerst de bakens. Hij beëindigde zowel zijn lidmaatschap van de voetbalclub, waar hij zich een vreemde eend in de bijt begon te voelen, als van de katholieke kerk. ‘Dat had te maken met de reactie van paus Johannes II op zijn moordaanslag in 1981. Hij verkondigde dat hij was gered doordat Maria kogels had afgewend, maar verscheen in de jaren erna wel in een pausmobiel met pantserglas. Ik vroeg me af: als de vader van het geloof al twijfelt, hoe geloofwaardig is dan dat geloof?’ Een periode van herbezinning volgde. De middelbare scholier ging mediteren en volgde yogalessen. ‘De vrouw die dit verzorgde was hindoeïstisch maar gaf me ook een boekje over Jezus. Ze was niet dogmatisch. Nog steeds mediteer ik iedere dag drie kwartier.’

Geborgen en toch vrij

Na zijn middelbareschooltijd vertrok Jeroen naar Amsterdam, waar hij Wijsbegeerte ging studeren. ‘Een bevrijdende ervaring; ik kon er bijvoorbeeld zonder scheve blikken te krijgen uitzien hoe ik wilde.’ Zo wierp hij de benauwdheid van het dorp van zich af, maar miste hij tegelijkertijd de geborgenheid ervan. ‘Ik ging nauwelijks uit – dronk en rookte ook niet – en vereenzaamde thuis op mijn kamer. Als ik wel eens langsging bij oud-klasgenoten die in Leiden studeerden, voelde ik: dit is een echte stad, maar je bent hier niet anoniem. Geborgen en toch vrij.’ Na een tussenjaar in een kibboets en als druivenplukker in Frankrijk, koos hij voor een Leidse studierichting waarin de mens centraal stond – Culturele Antropologie – en kreeg hij de kans om de kamer van een mede-druivenplukker over te nemen aan de Morsweg. Jeroen kreeg hier direct de smaak te pakken, schreef zich in bij voetbalclub RCL en studeerde in een straf ritme van negen tot vijf in de UB, waarna hij samen met studiegenoten de Bak of de mensa in Augustinus opzocht. Zijn vrije uren bracht hij door voor het dartbord van de WW, op de dansvloer van Augustinus, waar hij kort lid van was, of op het terras van Meneer Jansen. ‘En in het LVC natuurlijk, de voorloper van Nobel. Ik vond mijn draai in de alternatieve scene.’

Jeroen

Windmeijer

GEBOREN in 1969, groeide op in Pijnacker

VOLTOOIDE het gymnasium aan het Stanislas College in Delft STUDEERDE Wijsbegeerte (1 jaar in Amsterdam), en voltooide de studies Culturele Antropologie (met een specialisatie in Latijns-Amerika) en Wereldgodsdiensten aan de Universiteit Leiden

PROMOVEERDE in 2001 in Leiden op onderzoek naar Etniciteit als Strategie, over Ecuadoriaanse straatmuzikanten

WAS boekverkoper, reisleider en docent, begon in 2015 te schrijven om in 2019 definitief te kiezen voor het schrijversvak

BEKEND GEWORDEN door zijn thrillers; mysterieuze fictie met historische en religieuze thema’s, zijn vijf trilogieën verschenen in vijf talen

Begin jaren negentig kreeg Jeroen een vriendin, zij was voorzitter van de christelijke studentenvereniging Ichtus. Hij sloot zich daar zelf ook bij aan en ging zelfs huis-aanhuis evangeliseren; een nederig makende ervaring. Jeroen herinnert zich: ‘Aan het Rapenburg trok een student een raam op de eerste verdieping omhoog en kieperde een emmer water over me heen. “Ik doop je opnieuw”, riep hij triomfantelijk uit. Ik kon erom meelachen.’

Zijn religieuze heropleving duurde zo’n vijf jaar. Tijdens veldonderzoek op het platteland van Bolivia verbleef de student op vierduizend meter hoogte bij een inheemse gemeenschap. ‘Ik sliep op strozakken in een voorraadschuur, en één keer per maand haalde ik mijn post op in La Paz. God was de enige met wie ik Nederlands kon praten.’ Jeroen werd peetvader van de zoon in zijn gastgezin, en bij diens doop zag hij hoe een Italiaanse priester zijn gehoor uitkafferde omdat de gemeenschap naast christelijke overtuigingen ook het traditionele natuurgeloof in stand hield. ‘Pacha Mama gaat uit van reprociteit: je mag niet meer

nemen dan iets of iemand kan geven. Ik vond dat prachtig, maar de priester dacht anders over het samensmelten van twee geloven: “Jullie zullen branden in de hel”, foeterde hij.’ Terug in Nederland besprak Jeroen zijn nare herinnering met een dominee, die – samen met een aantal ouderlingen - tot zijn ontzetting de kant van de priester koos. Zo begon Jeroen Windmeijer als ongelovige aan zijn promotietijd bij het Centrum Niet Westerse Studies in 1995.

Straatmuzikanten

Wat bleef was een grenzeloze fascinatie voor het vroege Christendom en het Nieuwe Testament. ‘Er liggen standaard drie boeken op mijn nachtkastje: een roman, een thriller en een boek over het geloof. Drie zaken die je ook terugvindt in mijn eigen boeken.’ Als promovendus bestudeerde de antropoloog straatmuzikanten die vanuit Otavalo in Ecuador West-Europa overspoelden. ‘In de jaren negentig mocht je drie maanden in een Europees land verblijven, om vervolgens weer voor drie maanden naar een

Veldwerk in Bolivia

ander land te verkassen. Binnen de Europese Unie kan dat allang niet meer, waardoor je deze kleurrijke muzikanten nu nauwelijks meer tegenkomt.’ In 2001 promoveerde hij op zijn onderzoek naar ‘etniciteit als strategie’ en drie jaar later verscheen zijn proefschrift in een gepopulariseerde vorm onder de titel Poncho’s, panfluiten en paardenstaarten

Nog steeds kwam het niet in zijn hoofd op om als professioneel schrijver aan de slag te gaan, ook al legde hij bijvoorbeeld zijn reiservaringen al vast in dagboeken. ‘Nee, ik denk dat mijn betrekkelijk eenvoudige afkomst daarin een rol speelde. Schrijvers zaten op de top van de Olympus, ik hoorde daar voor mijn gevoel niet bij.’ Dus werkte hij bij Kooyker, waar hij de vrouw ontmoette met wie hij in 2006 een dochter kreeg, en met wie hij 21 jaar samen zou blijven. Ook was hij reisleider voor reisorganisatie Djoser in onder meer Egypte, Mexico, Guatemala, Belize en Venezuela. Hij werkte zes jaar als docent Nederlands als Tweede Taal en na een studie Wereldgodsdiensten en de eenjarige postdoctorale lerarenopleiding Godsdienst verdiende hij zijn boterham als ‘niet-gelovig docent godsdienst en maatschappijleer’ op achtereenvolgens het Bonaventuracollege en het Visser ’t Hooft Lyceum in Leiden.

Witte vlekken

Pas bij het lezen van Dan Browns De Da Vinci Code kreeg Jeroen Windmeijer de inval van zijn leven. Hij dacht: ‘Waarom zou je zo’n boek niet gewoon over Leiden kunnen schrijven? Er is immers geen hard bewijs dat Petrus in Rome begraven ligt. Als we nou eens van onze sleutelstad zijn laatste rustplaats maken?’ Hij dook onder in deze materie, ontdekte een aantal witte vlekken in het bestaande onderzoek en bedacht een hoofdpersoon, een Leids universitair docent, die samen met een student op een groot geheim stuitte. Om zich heen wilden mensen dat geheim koste wat kost bewaren, met als gevolg een dode in het spel, zoals in al zijn thrillers. ‘Maar die dode is in feite een bijzaak, wat mijn boeken onderscheidt van de meeste andere thrillers.’ De schrijver kent een ijzeren werkmansdrift: drie maanden onderzoek, drie maanden schrijven, drie maanden redactie en drie maanden vormgeving en druk. In de laatste fase van een boek is hij alweer begonnen met het onderzoek van het volgende. Zijn eerste uitgave, De bekentenissen van Petrus, werd verzorgd door de Leidse Uitgeverij Primavera Pers, en lag eerst alleen op de tafel bij boekhandels De Kler en Kooyker. In de eerste twee weken gingen er duizend exemplaren van over de toonbank, en het aantal bleef maar oplopen. Een boekverkoper van De Kler wees uitgeverij Harper Collins Holland op dit bijzondere succes, waarna het balletje pas echt begon te rollen. Bij deze internationale uitgeverij groeide in ruim tien jaar tijd zijn oeuvre uit tot vijf trilogieën. Drie over de stad Leiden en Delft, twee

‘ Waarom zou je zo’n boek niet gewoon over Leiden kunnen schrijven?’

over respectievelijk Bolivia en Peru. De edities over Leiden geven vaak een mysterieuze betekenis aan Leidse historische locaties en spelen zich af in het academische milieu. Inmiddels zijn er meer dan 350 duizend boeken van Jeroen Windmeijers hand verkocht en worden zijn – zoals hij het zelf noemt – religieuze thrillers vertaald in meer dan vijf talen. ‘Zes jaar geleden kon ik mijn baan als leraar opzeggen. En ja, dat voelt heel goed, hier op de zolderruimte die ik aan het Rapenburg huur. Hier zit ik iedere werkdag van negen tot vijf achter mijn bureau, genietend van het uitzicht op prachtige oude stadstuinen. Het voelt een beetje zoals ik me ooit iedere dag in de UB als student meldde. Wachten op inspiratie doe ik hier niet hoor, die tref ik aan door gedisciplineerd te werken.’

Zijn werk wordt in Nederland niet tot het literaire genre gerekend, in het buitenland ligt dat anders. ‘Daar is meer literaire waardering voor thrillers, met name in Engeland. Ik lig daar niet wakker van. Mijn inspiratie haal ik uit de contacten die ik wereldwijd leg. Iedere dag stroomt mijn inbox vol, en zo lees ik dat mijn werk diepe impact kan hebben op lezers. Dat merk ik ook bij de lezingen die ik geef. Ik voer daar mooie gesprekken met doorsnee Nederlanders, van bouwvakker en verpleegster tot leden van bijbelleesgroepen en onlangs de hoogleraar Religiewetenschappen, die me vertelde dat Dan Brown heilige huisjes omver wil schoppen, en ik de stof eraf wil schudden met onwaarschijnlijke inzichten.’

Lourdes

Op de slotvraag of hij ooit nog zichzelf centraal zal zetten in zijn boeken, zegt hij: ‘Ik ben altijd wel ergens in mijn werk verstopt. De hoofdpersonen lijken bijvoorbeeld een beetje op mij, onderzoekende en conflict mijdende personages. Hoofdpersoon Jan Willem Pijnacker in De Offers is zelfs een regelrechte verwijzing. Maar inderdaad, emotioneel blijf ik op afstand. Dat verandert waarschijnlijk in mijn nieuwe project, de beschrijving van een roadtrip die ik naar Lourdes ga maken, op zoek naar de herkomst van het flesje water dat ooit mijn leven zou hebben gered. Nu dicht ik die eer nog toe aan de stad Leiden, maar misschien brengt mijn lieve moeder zaliger me wel op andere gedachten.’

geven

Alles op alles

voor de generatie van de toekomst

In het jubileumjaar 2025 kijkt de Universiteit Leiden niet alleen terug, maar juist ook vooruit. Daarom krijgt de generatie van de toekomst extra aandacht. In het LUF Kinderfonds staat Leids onderzoek voor kinderen en jongeren centraal. Dat onderzoek draait vaak om kinderen die extra kwetsbaar zijn, bijvoorbeeld door een onveilige thuissituatie, mentale problemen of levensbedreigende ziekte.

Betere zorg voor kinderen bij ingrijpende medische behandeling

Steeds meer kinderen genezen na een ingrijpende behandeling zoals een hartoperatie of stamceltransplantatie. Maar daarna zijn hun problemen nog niet voorbij. Veel kinderen en gezinnen houden langdurig last van de medische en psychosociale gevolgen. Arno Roest is kindercardioloog en Anne de Pagter is kinderarts-hematoloog. Samen onderzoeken zij hoe kinderen en gezinnen betere zorg en begeleiding kunnen krijgen tij -

dens en na een hoogcomplexe behandeling. Roest: ‘Acht op de tien kinderen ervaren langetermijngevolgen na een zware medische behandeling. Zij hebben last van angsten, trauma of rouw. Kinderen kunnen niet goed meekomen op school, bij het sporten of later in hun werk. We moeten kinderen en hun ouders voorbereiden op wat hen te wachten staat tijdens en na een behandeling.’

In onze snel veranderende wereld worden kinderen geconfronteerd met steeds complexere uitdagingen. Dat vraagt om structurele oplossingen gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek.

Leidse wetenschappers vanuit verschillende disciplines hebben de kennis en expertise om het verschil te maken.

Dat kan echter niet zonder steun van schenkers: lufkinderfonds.nl

Ervaringsdeskundigen helpen jongeren met mentale problemen
Geef kinderen een stem bij uithuisplaatsing

In Nederland krijgen een half miljoen kinderen jeugdzorg. En jaarlijks zijn er bijna 10.000 kinderen die te maken krijgen met een gedwongen uithuisplaatsing.

Anouk Goemans is bijzonder hoogleraar jeugdhulp en jeugdbescherming en onderzoekt hoe de stem van kinderen beter gehoord kan worden bij uithuisplaatsing. ‘Zo onderzoeken we de rol van een steunfiguur voor kinderen bij een uithuisplaatsing. Die vertolkt de stem van het kind, legt uit wat er gebeurt en behartigt de belangen van het kind.’ Kinderen die zelf ervaringsdeskundig zijn krijgen een belangrijke rol in het onderzoek. Hun aanbevelingen zullen samen met wetenschappelijke kennis leiden tot advies voor beleidsmakers en professionals en een praktische tool voor jeugdigen en professionals.’

Een groeiende groep jongeren zit vanwege complexe mentale problemen in een vicieuze cirkel van wanhoop. Denk aan depressie, eetstoornissen, zelfbeschadiging en trauma. Laura Nooteboom werkt als senior onderzoeker bij de subafdeling kinder- en jeugdpsychiatrie van het LUMC (Curium). Samen met onderzoeker Carolijn de Beer en hoogleraar Robert Vermeiren onderzoekt zij de inzet van ervaringsdeskundige jongeren. Nooteboom: ‘Door te spreken met een ervaringsdeskundige van hun leeftijd, krijgen jongeren weer het gevoel ergens bij te horen. We werken interdisciplinair en met verschillende jeugdhulpen GGZ-instellingen. Daardoor wordt het echt een verandering in de praktijk.’

in de familie

‘Voorvader kreeg zelfs een straatnaam’

Haar zoon Jeroen Martijn studeert nu Geschiedenis in Leiden. En zelf haalde Clara Clay op latere leeftijd haar eerstegraads lerarenbevoegdheid aan de Leidse universiteit. ‘Als je mij dat dertig jaar geleden had voorspeld, had ik je heel raar aangekeken.’ Het vervult haar met trots dat zij en haar zoon de lange lijn van de Van Bemmelens, want dat is haar meisjesnaam, voortzetten aan de Universiteit Leiden. Want al generaties lang speelt de Leidse universiteit een belangrijke rol in de familie Van Bemmelen. Naar haar betovergrootvader, professor in de chemie Jacob Maarten van Bemmelen, is zelfs een straat vernoemd in de Leidse Professorenwijk. Deze aimabele man gaf les aan onder anderen Lorentz en Kamerlingh Onnes. Clara’s moeder, die onlangs is overleden, kon geweldig over de familiegeschiedenis vertellen. Haar huis

herbergt veel bijzondere portretten en documenten die de komende periode geïnventariseerd moeten worden. ‘Mijn grootvaders aftreden tijdens de oorlog bijvoorbeeld, hij weigerde het Duitse regime te erkennen. Maar ook zijn aftekening als rector magnificus, dat werd hij na de oorlog, en bijzondere uitgaven van het verzet. Het ligt hier allemaal nog in mijn moeders huis.’

Over haar opa gaat een mooie anekdote rond in de familie. ‘Tijdens een van zijn colleges Strafrecht ergerde hij zich aan het kabaal op de gang. Dus hij liep de gang op en sommeerde de mensen niet zoveel herrie te maken. “Weet u wel tegen wie u het heeft?” kreeg hij als antwoord. “Dat maakt mij niet uit”, antwoordde mijn opa. “Al was het de koningin!” Je voelt ’m al aankomen. Het was dus de prinses, Juliana.’

Kinderen

Kinderen zijn een belangrijk onderwerp van onderzoek. Want er is ons veel aan gelegen om ze veilig en gezond te laten opgroeien. Leidse wetenschappers dragen met hun bevindingen hun steentje bij aan bijvoorbeeld mentaal welbevinden, gezondheid of kansengelijkheid. Een blik op de generatie van de toekomst.

‘Denk aan de kinderen bij al je besluiten’

Hoogleraar Ton Liefaard zet zich al vanaf de start van zijn wetenschappelijke carrière in om de positie van kinderen te verbeteren. In zijn onderzoek hebben kwetsbare kinderen zelf ook een stem. Sinds 2012 bekleedt hij aan de universiteit leiden de unicef leerstoel kinderrechten. Die is uniek in de wereld.

at de Universiteit Leiden vooralsnog de enige is met zo’n leerstoel, komt waarschijnlijk doordat hier al vroeg veel belangstelling was voor het jeugdrecht.

Nadat alle landen – op de VS na – het Kinderrechtenverdrag van 1989 hadden ondertekend, besloot Leiden om het jonge vakgebied Jeugdrecht samen met de VN-Kinderrechtenorganisatie verder te ontwikkelen. In 2012 konden studenten voor het eerst de master Jeugdrecht volgen en sinds 2015 is er ook een Engelstalige master Internationale Kinderrechten, twee programma’s die verder nergens worden aangeboden. De studenten komen na hun afstuderen op allerlei plekken terecht: de rechtbank, de advocatuur, het instituut Kinderombudsman, het maatschappelijk middenveld, kinderrechtenorganisaties, ministeries, internationale organisaties zoals Unicef, UNHCR (de VN Vluchtelingenorganisatie), de Europese Commissie, de Raad van Europa.

Familierelaties

Liefaard en zijn team doen juridisch onderzoek waarin ze kijken hoe wetgeving en recht-

spraak zich verhouden tot internationale kinderrechten. Daarnaast doen ze interdisciplinair onderzoek waarbij ze sociaalwetenschappelijke methoden gebruiken. Zo hebben ze onlangs op de eilanden Bonaire, Saba en Eustatius onderzoek gedaan naar familierelaties. Liefaard: ‘Dit gaf per eiland een goed beeld van familierelaties, de spanningen en problemen, en wat Nederland zou kunnen doen om vrouwen- en kinderrechten te beschermen.’ Liefaard en zijn collega’s werken nu op verzoek van de eilanden verder met praktische aanbevelingen uit het onderzoek: hoe zou de politieke agenda moeten worden, hoe kunnen professionals met dit thema verder?

Geduld en realiteitsbesef Dat vrijwel alle landen het Kinderrechtenverdrag hebben ondertekend, betekent niet dat kinderrechten ook overal hoog op de agenda staan. Maar omdat het verdrag bijna universeel wordt

Liefaard tijdens een gastles van Meet the Professor op een basisschool.

Hoe kUn je werken aan kinderrechten in een land waar de overheid niet fUnctioneert?

omarmd, kun je wel elke overheid aanspreken op haar commitment, zegt Liefaard. ‘Daarom kun je het in de moeilijkste omstandigheden en met de akeligste overheden over kinderen hebben.’

Altijd aan tafel proberen te komen, hoe verschrikkelijk een regime ook is; het is niet per se het beeld waarmee internationale studenten naar Leiden komen. Liefaard: ‘Soms zie je in je leslokaal dromen uit elkaar spatten. Internationale studenten hebben vaak idealen die ze in hun eigen land willen verwezenlijken. Ze willen daar kinderen helpen die kwetsbaar zijn. Al vrij snel beseffen ze in welke realiteit dat zou moeten gebeuren, en dan schrikken ze enorm. Want hoe kun je werken aan kinderrechten in een land waar de overheid niet functioneert, waar het maatschappelijk middenveld niet mag bestaan?’

Liefaard spoort hen aan reëel te blijven over wat ze kunnen betekenen. ‘Blijf geduldig, ga altijd het gesprek aan, ook met de overheid, hanteer een langetermijnperspectief. Dan kun je betekenisvolle dingen doen, voor de kinderen van nu en morgen.’

Alle beleid treft ook kinderen

Over de stand van de kinderrechten in Nederland is Liefaard niet onverdeeld positief. ‘We hebben een heel prettig land om in op te groeien. Het is veilig, het is antiautoritair, er zijn goede scholen. Kinderen kunnen spelen op straat, ze hebben een gevoel van vrijheid. Maar als je zorg nodig hebt, als je niet in Nederland geboren bent of als je in aanraking komt met justitie, spelen ineens allerlei factoren een rol waardoor een kinderleven helemaal niet zo vrij en blij is. Systemen die niet leveren wat zou moeten. Kinderen die klem zitten tussen instanties en professionals.’

En wat vaak wordt vergeten: dat beslissingen die niet direct over kinderen gaan, wel een

Ton Liefaard

Ton Liefaard (1978) werkt sinds 2012 als hoogleraar aan de Universiteit Leiden.Naast zijn werkzaamheden als Unicefhoogleraar was hij onder meer lid van de afdeling Advies van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, de Staatscommissie Herijking Ouderschap en de International Advisory Board van de wereldwijde VN-studie over kinderen die van hun vrijheid zijn beroofd. Hij zit in redacties van verschillende (inter)nationale tijdschriften over kinderrechten.

negatief effect op kinderen kunnen hebben. Hij noemt als voorbeeld gezinnen die werden afgesloten van water omdat ze de rekening niet konden betalen. Dat mocht niet van de rechter, die daarbij verwees naar het Kinderrechtenverdrag. Liefaard: ‘Als je kinderrechten serieus neemt, moet je ervoor zorgen dat je kinderen voldoende in beeld hebt op het moment dat jouw beslissing, beleid of handelen, kinderen direct of indirect raken. En betrek kinderen zelf bij het vinden van oplossingen.’

FOCUS OP

Tegen de vape

Vapen is ongezond, verslavend en voor jonge tieners dé opstap naar roken. De Leidse longpatholoog Danielle Cohen voert daarom strijd tegen de vape.

Steeds gewoner

Van alle scholieren tussen 12 en 16 jaar heeft 24,6% weleens een vape gebruikt. In groep 7 en 8 van de basisschool is dat 8,2%, bleek uit onderzoek in 2023. Danielle Cohen: ‘Dit is het gevolg van de sluwe marketing van de industrie. Ik zou er zelf ook ingetrapt zijn als ik nu 13 jaar was.’

Wat wordt er al tegen gedaan?

Longschade en lood

Vapen verstoort de immuunfunctie in de long, met longontstekingen en een hogere kans op een klaplong tot gevolg. Ook komen zware metalen in het lichaam terecht via de gloeidraad die nodig is om de vloeistof te verdampen. Zo belanden deeltjes lood en cadmium

Jong gevapet…

Twee van de drie kinderen die vapen gaan ook roken.

Lange termijn

De schadelijkheid van vapen op lange termijn is nog niet precies bekend. Onder meer doordat het vaak jaren duurt voordat een kanker zichtbaar is. De e-sigaret is nog jong. Toch is er genoeg kennis om de lange termijn niet af te wachten. Nicotineverslaving door vapen verstoort de ontwikkeling van het tienerbrein. Dit is onherstelbaar en veroorzaakt problemen, van concentratiestoornissen tot een hogere kans op depressie.

Het verkopen van e-sigaretten aan minderjarigen, online-ver koop en alle smaakjes behalve tabakssmaak zijn al verboden in Nederland. In de praktijk kunnen tieners via dealers aan vapes (ook met smaakjes) komen. Noodkreten van ouders, artsen en scholen zijn inmiddels opgepikt door de politiek. Staatssecretaris Karremans (Jeugd, Preventie en Sport) presenteerde in maart een actieplan tegen

huis, het initiatief voor een speciaal lespakket voor middelbare scholen: ‘Vapen #jouwkeuze’. Dat wijst kinderen op de schadelijkheid van vapes en op de beïnvloe -

‘Het feit dat artsen van alle specialismen dit in hun vrije tijd doen, laat zien dat er een grote bereidheid is om in actie te komen.’ Meer info: vapenjouwkeuze.nl

Motivatie beter begrijpen

Waarom wordt de een razend enthousiast van een ingewikkelde legpuzzel en geeft de ander het al op bij het idee alleen? Dit soort vraagstukken vindt Anna van Duijvenvoorde, hoogleraar Ontwikkelingspsychologie, uitermate boeiend. Haar neurocognitief onderzoek richt zich op hoe jongeren leren en de rol die motivatie hierin speelt.

Je doet uiteenlopend onderzoek naar tieners. Van leren in groepen tot jongeren in coronatijd. Is er een rode draad in jouw onderzoekswerk?

‘Mijn focus ligt op hoe jongeren leren, beslissingen nemen en omgaan met sociale en emotionele uitdagingen. Dit wordt vaak in verband gebracht met de ontwikkeling van het brein tijdens de adolescentie. Of het nu gaat om de invloed van peer-interacties of de impact van een wereldwijde pandemie, mijn doel is steeds om te begrijpen hoe jongeren groeien en hoe hun sociale omgeving en hun gedrag het welbevinden beïnvloedt.’

Hoe biedt neurocognitief onderzoek daar inzicht in?

‘Ik onderzoek met neurowetenschappelijke technieken, zoals hersenscans, de samenhang tussen hersenprocessen en cognitieve vaardigheden en gedrag. Dus hoe veranderingen in het brein bijdragen aan leren, besluitvorming en emotie, en hoe dit verschilt tussen individuen en leeftijdsgroepen. Neurocognitief onderzoek kan ons helpen te begrijpen waarom iets werkt en biedt daarom waardevolle inzichten.’

FOCUS OP Kinderen

Motivatie heeft jouw bijzondere interesse. Waarom?

‘Motivatie is de drijvende kracht achter veel van ons gedrag. Het speelt een rol in leerprocessen en in de keuzes die mensen maken. Het beïnvloedt niet alleen hoe hard iemand werkt aan een taak, maar ook hoe mensen omgaan met tegenslagen, hoe ze leren van feedback, en hoe ze doelen stellen en nastreven. Het brein kiest graag de makkelijke weg en probeert inspanning te vermijden. Terwijl moeite doen voor iets, iets waardevoller maakt voor ons en een beter gevoel geeft. Die tegenstelling vind ik erg boeiend. Waarom vindt de een een moeilijke legpuzzel fantastisch en geeft de ander het al op bij het idee? Door motivatie beter te begrijpen kunnen we effectievere manieren ontwikkelen om jongeren te ondersteunen in hun groei en ontwikkeling.’

Hoe staat het ervoor met de ontwikkeling van jongeren?

‘Belangrijke bevindingen zijn dat motivatie en sociale context sterk samenhangen met leerprestaties en emotioneel welzijn. Jongeren zijn bijvoorbeeld gemotiveerder wanneer ze samenwerken met leeftijdsgenoten en wanneer ze positieve feedback ontvangen. Als je met deze kennis naar het onderwijs kijkt zie je wel wat er anders kan. Wat het mentale welzijn betreft, is het beeld gemengd. Veel jongeren ervaren uitdagingen zoals verhoogde stress en druk om te presteren, vooral in onzekere tijden zoals tijdens de coronacrisis. Sommige jongeren kunnen daarmee overweg, andere niet. Er is echt ruimte voor het beter begrijpen van de sociale en emotionele behoeften van jongeren.’

Hoe doe je dat?

‘Door een klimaat te creëren waarin jongeren zich veilig en gehoord voelen. Ons onderzoek draagt bij aan beleid. Zo hebben we met een Europese expertgroep onderbouwde beleidsaanbevelingen en richtlijnen opgesteld om de uitdagingen op het gebied van welzijn van jongeren en docenten aan te pakken. Hierin staan elf aanbevelingen voor schoolleiders, docenten en opvoeders. Door het onderwerp EU-breed aandacht te geven wordt het welzijn van jongeren en hun docenten belangrijk en zorgen we ervoor dat er actie op wordt ondernomen. Welke actie, dat verschilt van land tot land en van school tot school. Maar het doel is verhogen van de motivatie en verminderen van stress.’

Anna van Duijvenvoorde promoveerde in 2013 aan de UvA op feedbacksignalen en het nemen van risico’s tijdens de adolescentie. In Leiden deed ze haar postdoctorale onderzoek. In 2014 werd ze benoemd tot universitair docent en in 2019 tot universitair hoofddocent. Ze werkt nu als hoogleraar Ontwikkelingspsychologie.

‘ Spreek kinderen niet alleen aan op hun problemen’ aldus

alumnus Dennis

‘Als psycholoog bij MentaalBeter richt ik me op het mentaal welzijn van kinderen vanaf 6 jaar. Bij de jongsten zien we vaak hevige emoties als angst, boosheid, verdriet... Als behandelaar kijk ik bij ieder kind altijd naar de context en hoe iemand daar mee omgaat. Wat speelt er thuis? Wat speelt er op school? Verander je iets in de interactie met die context, dan lukt het vaak goed – en sneller – om moeilijkheden aan te pakken. Vertrouwen is daarin belangrijk. Het kind moet weer vertrouwen krijgen in zichzelf en in zijn omgeving. Dat is goed mogelijk: van nature zijn kinderen weerbaarder dan we misschien denken, en dan bedoel ik dat ze veerkrachtig zijn. Het is wel zaak dat de omgeving, inclusief de hulpverlening, de focus kan verleggen van problemen naar oplossingen. Focus ook op wat wél lukt. Spreek een kind met ADHD dat zijn impulsen van half negen tot drie op school moet beheersen, niet alleen aan wanneer het niet lukt, maar kijk en benoem ook hoe vaak het wél lukt. Vier de successen die je samen met het kind behaalt. Benoem ze, voel ze. Dat vergroot het vertrouwen en maakt kinderen weerbaarder en trotser.’

DENNIS DEGENS (28)

2018-2019 Woonbegeleider Kind&Jeugd 20192021 Master of Science Clinical Child and Adolescent Psychology, Leiden 2019-2021 Ambulant begeleider voor kinderen en adolescenten met een ontwikkelingsstoornis 2021-heden Psycholoog (Kind & Jeugd) bij MentaalBeter

Problemen hebben meestal een voorgeschiedenis’

aldus alumnus Harmen

‘Had iemand een stoornis of verstandelijke beperking ten tijde van het ten laste gelegde? Dat wil de rechter soms laten onderzoeken bij een verdachte. Ik doe dit als pro Justitia rapporteur onder meer bij jongeren. De kernvraag is: is er een verband tussen de stoornis of verstandelijke beperking en het ten laste gelegde? Zo ja, dan moet je niet alleen straffen maar ook behandelen. Dat er in veel gevallen sprake is van een psychische aandoening, zie ik onder andere in mijn werk op de observatieafdeling van jeugdinrichting Teylingereind. De meeste jongeren daar hebben een belaste voorgeschiedenis, ze groeiden bijvoorbeeld op met huiselijk geweld of hebben ouders met een dergelijke voorgeschiedenis. Gedurende hun levensloop zie je dan vaak gedragsproblemen ontstaan, die soms te relateren zijn aan hechtingsproblematiek en niet zelden een voorloper zijn van een persoonlijkheidsstoornis. Ook na een door de rechter verplichte behandeling worden deze jongeren vaak geen modelburgers. Een enkeling zie ik terug in het Pieter Baan Centrum, waar volwassen verdachten worden onderzocht. Aan de andere kant zie ik ook heel veel van de jonge ren die ik in Teylingereind heb onderzocht níét terug.’

HARMEN VAN

DEN DORPEL (38) 2005-2009 Pedagogische Wetenschappen, Leiden 2009-2010 Master Forensische Orthopedagogiek, Amsterdam 2010-2018 Pedagogisch medewerker en behandelcoördinator, F.C. Teylingereind 2018-2020 GZ-psycholoog, observatieafdeling Teylingereind 2020-heden rapporteur pro Justitia jeugd (sinds 2024 ook volwassenen)

FOCUS OP Kinderen

Maak tiener weerbaar tegen misleidende informatie’

Het is een zorg van veel ouders: het online gedrag van hun tieners. Ontwikkelingspsycholoog Ili Ma onderzoekt de vatbaarheid van tieners en jongvolwassenen voor misinformatie. Ze zet zich in om hen weerbaarder te maken tegen de soms ernstige gevolgen ervan.

li Ma: ‘Bij veel maatschappelijke ont wikkelingen van deze tijd speelt het probleem van onjuiste informatie een grote rol. Dit kan bijvoorbeeld bijdra gen aan toenemende polarisatie. Dit geldt des te meer voor tieners, omdat zij opgroeien met de digitale wereld waar misinformatie steeds vaker voorkomt. Toch is er tot nu toe relatief weinig aandacht voor deze groep. Mijn voornaamste doel is om in kaart te brengen wat jongeren vatbaar maakt voor misinformatie en middelen te ontwikkelen die hen weerbaar maken. Denk hierbij aan het onderwijzen van kritisch denken, afgestemd op de digitale omgeving.

Influencers

‘Tieners bevinden zich in een vormende fase waarin ze hun identiteit en wereldbeeld vormen. Misinformatie kan dat proces beïnvloeden. Studies uit de VS laten bijvoorbeeld zien dat complottheorieën steeds meer worden geaccepteerd, vooral onder jongeren die veel tijd doorbrengen op sociale media. Daarom is het belangrijk hen te ondersteunen in het ontwikkelen van een kritische houding ten opzichte van informatie.

Daarnaast spelen influencers een belangrijke rol in de informatie die tieners dagelijks tegenkomen. Steeds meer jongeren ondergaan bijvoorbeeld cosmetische ingrepen, zoals buikwandcorrecties. Sommige influencers wekken onterecht de indruk dat zulke ingrepen eenvoudig en zonder risico’s zijn. Er zijn geen snelle oplossingen voor dit probleem. Onderwijs speelt een cruciale rol in het bevorderen van kritisch denken, en een beter begrip van de digitale wereld en algoritmen. Daarnaast is het van belang dat er wetten komen om jongeren beter te beschermen, bijvoorbeeld tegen gepersonaliseerde advertenties.’ Volgens Ili Ma is het belangrijk dat we tieners niet onderschatten. ‘Jongeren zijn slim en opmerkzaam en kunnen met de juiste ondersteuning leren kritisch om te gaan met informatie en verslavende mechanismen.’

Ili Ma promoveerde in 2017 aan de Radboud Universiteit op de interactie tussen motivatie en inhibitie bij adolescenten met en zonder ADHD. Daarna werkte ze als postdoctoraal onderzoeker aan het Donders Instituut, waar ze sociaal leren onderzocht. In 2020 werd ze universitair docent bij Ontwikkelings- en Onderwijspsychologie in Leiden.

‘ Van werken met kinderen krijg ik energie’ aldus

alumna Izel

‘Op de kinderafdeling van Noordwest Ziekenhuisgroep in Alkmaar behandel ik kinderen van 0 tot 18 jaar. Het werken met kinderen is heel verrassend en uitdagend, ik krijg er energie van. Bij oudere patiënten kun je bij lichamelijk onderzoek meestal goed uitleggen wat je gaat doen, maar bij jonge kinderen is dat vaak anders. Als arts moet je het vertrouwen van het kind zien te winnen, bijvoorbeeld door er een spelletje van te maken. Of door de ouders in te schakelen om het kind tijdens het onderzoek af te leiden. Het onvoorspelbare van kinderen vind ik leuk. Soms komen ze heel scherp uit de hoek. Zo vroeg laatst een klein meisje naar de panda-pen die ze vanaf een afstand al in mijn jaszak zag zitten. Natuurlijk maak ik ook schrijnende gevallen mee, bijvoorbeeld met ernstig zieke kinderen. Binnen het ziekenhuis ben ik als arts-onderzoeker betrokken bij de Pegasus study, een internationale studie naar invasieve groep A-streptokokken infecties op de kinderleeftijd. Na corona zagen we een toename van deze infecties. We onderzoeken waar dit door komt en waarom sommige kinderen er zo ziek van worden. Daar zijn wel theo rieën over, maar het definitie ve antwoord hebben we nog niet.’

IZEL OZMEN (26) 2016-2019 Bachelor Genees kunde, Universiteit Leiden 2019-2023 Geneeskunde, coschappen regio Leiden 20232024 dergeneeskunde en neonato logie, Zaans Medisch Centrum. 2024-heden ANIOS Kinder geneeskunde en neonato en arts-onderzoe ker, Noordwest Ziekenhuisgroep.

Geheim is niet altijd meer geheim

de jonge wetenschapper

Quentin Jalabert

Inlichtingendiensten brengen steeds vaker informatie naar buiten. Wat voorheen geheim was, wordt nu door henzelf getwitterd. Quentin Jalabert (25) doet onderzoek naar de dynamieken achter deze onthullingen.

Waar inlichtingendiensten vroeger een bastion van geheimzinnigheid waren, brengen ze steeds vaker zelf informatie naar buiten. Aan het Institute of Security and Global Affairs (ISGA), gevestigd aan de Campus Den Haag, richt de relatief jonge onderzoeksgroep Intelligence and Security zich op de vraag waarom. Voor zijn PhD doet Quentin Jalabert onderzoek naar het besluitvormingsproces achter deze onthullingen. Daarbij richt hij zich op zijn vaderland, Frankrijk. ’Sinds de inval van Rusland in Oekraïne zijn openbare onthullingen, bijvoorbeeld op X in een stroomversnelling geraakt, zowel het aantal onthullingen als het tempo ervan. Er is behoefte om te begrijpen waarom dat zo is. Wat denken inlichtingendiensten hieruit te halen? Is het gewoon een vorm van communicatie? Hoe verhouden ze zich tot het publiek? En op welke manier geven ze informatie vrij?’

Intellectueel Frans milieu

Jalabert groeide op in een ‘bijna stereotiep intellectueel Frans milieu’, waarin zijn ouders met vrienden gesprekken voerden over marxisme en hun kinderen leerden om kritisch na te denken. Toch spoorden ze hem niet aan een wetenschappelijke carrière na te jagen. ‘Ze steunden me in mijn studiekeuze, maar zeiden ook eerlijk dat ze niet de financiële middelen hadden om mij lang te laten studeren’, legt Jalabert uit. ‘Ook waren ze bang dat de concurrentie te groot was om een baan aan de uni-

versiteit te vinden. Maar toen ik stageliep bij een denktank, wees een van de supervisors me op de mogelijkheid om fondsen aan te vragen. Eigenlijk had ik promoveren al uit mijn hoofd gezet toen ik me realiseerde dat het wél kon.’

Deadlines om fondsen aan te vragen waren verstreken, dus besloot Jalabert na het behalen van zijn master International Security in Parijs eerst een jaar te gaan werken. ‘Ik kreeg een baan bij een consultancybureau’, zegt hij. ‘Dat leek me een goede optie, ik had immers een studieschuld terug te betalen. Maar in mijn vrije tijd was ik nog bezig met onderzoeksprojecten. Zo reisde ik in 2023 naar Oekraïne. Ik wilde van jonge Oekraïners zelf horen hoe het is om in oorlog te leven en schreef daar artikelen over. De belangrijkste les die ik van hen leerde? Pacifisme is een privilege. Het is heel makkelijk om tegen oorlog te zijn als het niet jouw huis is dat gebombardeerd wordt.’

Niets te

verliezen

Zijn consultancybaan vond Jalabert niet echt leuk, dus besloot hij het erop te wagen toen hij op LinkedIn de vacature tegenkwam voor de PhD-plek aan het ISGA. ‘Als ik het niet werd, had ik mijn baan nog’, zegt hij. ‘Als ik het wel werd, kon ik me volledig op een nieuw onderzoeksveld storten. Ik had niets te verliezen.’ Zijn eerste jaar aan de Haagse campus is goed bevallen. ‘Het kan overweldigend zijn om naar een nieuw land te verhuizen en iets compleet nieuws te doen, maar ik vind het heerlijk om iedere dag naar kantoor

te gaan voor mijn literatuurstudie. En er werken hier zoveel interessante wetenschappers, ieder gesprek tijdens de lunch is leerzaam.’

Op de dag van het interview krijgt Jalabert te horen dat hij door kan: tijdens de evaluatie van zijn eerste jaar kreeg hij een officiële go. De komende jaren zal hij zich storten op de inlichtingendiensten in Frankrijk. ‘Sinds Intelligence Research in de jaren vijftig opkwam, ligt de focus op de Angelsaksische wereld. Die theorieën kun je niet zomaar toepassen op Frankrijk, omdat de socio-politieke en juridische context anders is. Ook de intelligence zelf is anders door cultuurspecifieke kenmerken. Zo is er in Frankrijk bijvoorbeeld minachting voor spionnen, omdat de staat van oudsher zelf veel invloed heeft op het sociale leven. Maar in Engeland worden ze eerder als helden gezien, kijk maar naar James Bond.’

Wat als... inlichtingen misleidend zijn?

Inlichtingendiensten kunnen om verschillende redenen informatie naar buiten brengen. Bijvoorbeeld als waarschuwing, zegt Jalabert. Het doel kan ook normerend zijn: landen kwalijk gedrag laten veranderen. Maar inlichtingen kunnen ook doelbewust misleidend zijn. De inval van de VS in Irak in 2003 heeft het beeld dat inlichtingen “wel waar moeten zijn” doen kantelen. De massavernietigingswapens die Saddam Hoessein zou hebben, werden nooit gevonden. ‘Sindsdien zijn landen alerter dat inlichtingen gebruikt kunnen worden voor politieke doeleinden.’

Voor de klas

Studenten en wetenschappers van Universiteit Leiden leveren op allerlei manieren bijdragen aan het basis- en voortgezet onderwijs. Daarmee brengen ze kennis over. Ook doen ze zelf ervaring op met lesgeven.

Voorzichtig zet Anna (5) met haar potlood een paar rode streepjes in het vakje met een ‘u’. Voor haar ligt een vel papier met daarop vakjes met verschillende letters, waaronder een paar ‘n-en, a’s en ‘u’s’. Het is moeilijk om alle u’s te herkennen, vooral de -n lijkt verraderlijk veel op de focus-letter van vandaag. ‘Goed zo, je kleurt de ‘u’ rood’, bemoedigt de juf. Ze geeft woorden aan wat Anna aan het doen is, om op die manier de woordenschat van het meisje en de andere kinderen in het groepje te verrijken.

De ‘juf’ die op een laag kleuterstoeltje bij Anna aan tafel zit is Jane Versluis, Leidse masterstudent Orthopedagogiek. Eigenlijk is het deze ochtend haar taak om haar collega-studenten te observeren terwijl ze hun vaste groepje kleuters begeleiden bij allerlei opdrachtjes. ‘Na de les geef ik dan tijdens onze intervisie feedback op wat ik bij hen heb gezien, dat is leerzaam voor iedereen.’ Ze loopt twee ochtenden in de week stage op basisschool De Regenboog in het Haagse Laakkwartier, bij wat in de wandelgangen ‘het taalproject’ is gaan heten. Het taalproject, ofwel ‘Kinderen van

de stad’, is een samenwerking tussen Universiteit Leiden en rkbs De Regenboog, waarbij masterstudenten Pedagogische Wetenschappen leerlingen met een taalachterstand begeleiden. De Regenboog heeft een hoog percentage leerlingen van wie Nederlands niet de moedertaal is. Een deel van hen spreekt bij aankomst op school zelfs nog helemaal geen Nederlands, vertelt Anne Floor Lubbers, coördinator van het taalproject. ‘Hoe meer taal ze horen, hoe meer taal ze leren. Als de kinderen een fout maken, geven de studenten correcte taal terug, dus zonder rechtstreeks te verbeteren. Ze breiden simpele zinnen uit en reiken nieuwe woorden aan. Dat gebeurt terwijl ze met hun groepje opdrachten doen die gewoon tot het curriculum behoren.’

‘Directe taalfeedback’ is daarbij het sleutelwoord, want één student kan gerichter focussen op de individuele behoeften van vijf kinderen dan de docent die vijfentwintig kleuters tegelijk moet begeleiden. Lubbers: ‘We coachen de studenten intensief tijdens hun stage, zodat ze in een latere baan, bijvoorbeeld als orthopedagoog, meer vaardigheden bezitten om met deze complexe groep kinderen om te gaan.’

Coole wetenschappers

Vloeibare stikstof is magisch: superkoud, maar eenmaal opgewarmd gaat het borrelen en maakt prachtige rookslierten. Fascinerend, vooral voor kinderen. De stikstof is de basis van de wetenschapsshows van Stichting Rino. Leidse studenten, de showmasters, staan voor de klas. De ingrediënten: bijzondere proefjes, experimenten, oh’s en ah’s. ‘En wetenschapscommunicatie’, zegt Gabriël Smits, voorzitter van Rino en scheikundestudent. ‘Veel kinderen hebben het idee dat de wetenschap saai is, maar wij laten zien hoe cool het is om wetenschapper te zijn.’

Stichting Rino, een initiatief van en door studenten, organiseert op 17 juni Wetenschapswonder, een grote voorstelling voor kinderen uit groep 7. Aanmelden: wetenschapswonder.nl stichtingrino.nl

Leidraad

Klimaat aan de casinotafel

Gokken met je kennis over het klimaat – dat gebeurt bij het Klimaatcasino, een serious game voor jongeren in het mbo. Joeri Reinders, docent bij het Leiden University College: ‘Aan een echte casinotafel testen de spelers via quizvragen hun kennis over het klimaat. Bij elke vraag zetten ze fiches in. Tijdens het spel, dat wordt begeleid door een wetenschapper, ontstaan hele discussies over goede en foute antwoorden. Daar is het ons om te doen: jongeren laten nadenken over het klimaat.’ j.b.reinders@ luc.leidenuniv.nl

Boek een gastles

Is de filmheld Indiana Jones nou een typische archeoloog, of zit het net even anders? Leerlingen van 5 en 6 vwo krijgen antwoord op deze vraag in een gastles Archeologie. Elke Leidse faculteit heeft haar eigen aanbod aan gastlessen, met onderwerpen als: Robots en religie, Puzzelen met taal, Woorden als wapens in politiek Den Haag, Het brein in de adolescentie, Stress en Van Darwin tot DNA. universiteitleiden.nl/gastlessen

Maatschappij en universiteit

‘De universiteit ziet het als haar verantwoordelijkheid om de wetenschap naar de maatschappij te brengen’, zegt Hanny Gijsman, projectmanager wetenschapsoriëntatie bij het Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsonderzoek en Nascholing (ICLON) van de Universiteit Leiden. ‘Dat betekent ook dat mensen weten wat wetenschap is, hoe het werkt en dat de uitkomst van onderzoek bijvoorbeeld niet ‘zomaar een mening’ is.’ Bij dat streven horen ook de vele initiatieven om kennis te delen met leerlingen op basis -

scholen en in het voortgezet onderwijs. ‘Daarbij zijn vaak studenten betrokken. Voor hen is het een mooie manier om uit te vinden of ze het leuk vinden om in het onderwijs te werken en om er misschien hun beroep van te maken.’ Het PAL-project vindt Gijsman een goed voorbeeld. Studenten maken als PAL (Persoonlijk Assistent van de Leraar) kennis met het onderwijsvak. Ze ondersteunen docenten in het basis- en voortgezet onderwijs en geven extra aandacht aan de leerlingen die dat nodig hebben. Sem Grootscholten, nu universitair

docent Bestuurskunde, deed mee aan PAL terwijl hij aan zijn masterscriptie werkte. ‘Op een middelbare school in Leiden hielp ik de docent vooral om corona-leerachterstanden weg te werken. Ik heb het altijd al leuk gevonden om kennis over te dragen, zo heb ik ook tien jaar lang bijles gegeven. Maar dit was de eerste keer dat ik in een klas werkte, en dat beviel goed. En natuurlijk kwam deze ervaring goed van pas toen ik naar mijn huidige baan solliciteerde.’ universiteitleiden.nl/ wetenschapsknooppunt iclon.nl

werkplek van Freddie van Mierlo

De eerste keer dat hij als parlementslid voet over de drempel zette van the Palace of Westminster was surreal. ‘Alsof ik buiten mezelf getreden was. Die donderdag waren de verkiezingen geweest, vrijdag was de uitslag bekend, maandag werd ik op kantoor verwacht.’

Freddie van Mierlo is sinds juli vorig jaar parlementslid in the House of Commons, waar hij de inwoners van ‘zijn’ kiesdistrict Henley and Thame vertegenwoordigt. De half­Nederlandse Van Mierlo (‘inderdaad, verre familie van die andere politicus’) deed een masterstudie in Leiden om zijn roots te leren kennen, maar keerde terug naar Engeland om daar voor de liberaaldemocratische partij aan de slag te gaan. ‘Ik ben mijn hele leven al geïnteresseerd in politiek. Toen ik op die maandagochtend voor het eerst mijn nieuwe werkplek binnenliep was dat spannend en tegelijk wonderlijk vertrouwd. Ik kende veel mensen

van gezicht, en het House of Commons was zoals ik het kende van tv.’

In het begin had hij nog geen eigen kantoor. ‘De prominenten en oudgedienden krijgen een mooie kamer in het paleis, maar er zijn ook modernere kantoren verder weg. Ik heb meteen gezegd dat ik het niet erg vind om in een kantoor buiten het paleis te zitten. Dat heb ik ook gekregen. Prima om af en toe een sprint naar het House of Commons te moeten trekken.’

The Palace of Westminster is een plek vol traditie en stokoude gebruiken. ‘Ik waardeer ze enorm. Je voelt hier de geschiedenis, en dat je onderdeel bent van een lange traditie. Het is een van de oudste parlementen in de wereld. Dat ik daar als een van de 650 parlementsleden op die groene bankjes mag plaatsnemen en mijn mensen mag vertegenwoordigen, voelt als een enorm privilege.’

MA European Studies 2012-2013

7 feb, 15:00u, Pieterskerk

450 jaar jong

Meer dan 68 jaar nadat ze in Leiden kwam studeren (Rechten en Sociologie) was prinses Beatrix eregast bij de 450ste dies van ’s lands oudste universiteit. De bijzondere verjaardag werd gevierd met onder meer een extra groot cortège, een fanfare, een oratie over de academische vrijheid, een speciaal geschreven rap en een jubileumquiz. Ook werden drie eredoctoraten verleend.

Zelf is Beatrix behalve alumnus ook eredoctor van de Universiteit Leiden. Op de foto maakt ze haar entree in de Pieterskerk, naast collegevoorzitter Annetje Ottow. Achter hen burgemeester Peter Heijkoop (links) en commissaris van de koning Wouter Kolff. De rode vierkantjes die veel aanwezigen op hun toga droegen zijn een symbool van verzet tegen de dreigende onderwijsbezuinigingen.

FOTO:
MONIQUE SHAW

signalen

universiteitleiden.nl/agenda

ALUMNI-ACTIVITEIT

Masterclass

dinsdag 20 mei

Leiderschap in crisissituaties: hoe jij het verschil kan maken! Door reputatie- en crisisadviseur Alex de Vries, in het KOG. universiteitleiden.nl/ masterclass

HORTUS

PLANTEN & PLANETEN

het hele jaar

De tentoonstelling Planten & Planeten is het resultaat van een mooie interdisciplinaire samenwerking tussen de Hortus en het instituut Sterrewacht. De expositie gaat over de geschiedenis en toekomst van het leven op planeet aarde en is inbegrepen bij een Hortusticket. plantenenplaneten.nl

JONGE ALUMNI NETWERK

Internationale Veiligheid: wat kan ik met mijn Leidse diploma? Zomerborrel

22 mei

Met de toenemende spanning op het wereldtoneel groeit de vraag naar professionals die zich inzetten voor internationale veilig-

heid. Tijdens deze bijeenkomst deelt onder anderen prof.dr. Frans Osinga zijn visie over de mogelijkheden die jouw Leidse diploma biedt op dit gebied.

eind juni

Eind juni organiseert het Jonge Alumni Netwerk een zomerborrel. Meer details en activiteiten: universiteitleiden.nl/ alumni/jan

GEESTESWETENSCHAPPEN

Agenda

22 mei

Letter en Geest-lezing over Schrijversmythen door hoogleraar Neerlandistiek Sander Bax. universiteitleiden.nl/ letter-en-geest

24 mei

Lustrumviering Engels in het Lipsiusgebouw, 10.30-17.00 uur edu.nl/wm3cc

27 mei

Lezing door Professor Tahera Qutbuddin (Oxford) in het kader van de jaarlijkse Leidse lezing over Arabische taal en cultuur. universiteitleiden.nl/en/events

12 juni

Lezing Leidse bespiegelingen: Kunst die ons aanzet tot denken. edu.nl/dhvha

2 september

Bert van Selmlezing: "Avenue verruimt de blik" door Esther Op de Beek. edu.nl/qh3bc

HORTUS

Science cafés vanaf 16 mei

De Hortus heeft in 2025 als jaarthema Plant en mens. Onderdeel daarvan is een reeks science cafés over verschillende plantenfamilies (16 mei, 6 juni, 8 aug, 26 sep en 8 okt). Bezoekers kunnen hier meer leren over ambachtelijk gebruik van planten én zelf hun kennis delen. hortusleiden.nl/plant-en-mens

Voorstelling van Euripides’ Hecuba, voorjaar 2023

WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN

REN JE MEE?

21 juni

In estafettevorm

4 x 4,5 kilometer

Over het Bio Science Park

Ook de Leiden Science Run krijgt een speciale editie vanwege 450 jaar Universiteit Leiden. Alumni zijn welkom om deel te nemen. Het goede doel waar je voor kunt rennen is het LUF Kinderfonds. universiteitleiden.nl/leidensciencerun

GEESTESWETENSCHAPPEN

40 jaar toneeltraditie

20 en 21 juni

Sinds 1985 voeren studenten van de opleiding Griekse en Latijnse taal en cultuur om het jaar een antiek toneelstuk op, in een eigen vertaling. Van Aristophanes en Euripides tot Seneca. Deze keer een komedie van de Latijnse schrijver Plautus, de Menaechmi. Dit is een stuk over twee tweelingbroers die als kind van elkaar gescheiden werden en nu, als jonge volwassene, naar elkaar op zoek zijn. Hieruit ontstaan veel komische en soms absurde situaties. De voorstellingen zijn in Theater ins Blau; kaartjes via studievereniging Sophia Aeterna. sophia-aeternaleiden.nl/ menaechmi-2025

HORTUS

Midzomernacht

21 juni

Traditioneel een van de leuke evenementen in de hortus: de Midzomernacht. De hortus doet ook mee aan de Museumnacht (14 juni) en de Nacht van Ontdekkingen (20 september).

hortusleiden.nl/agenda

GEESTESWETENSCHAPPEN

RECHTEN

Leiden Revisited

5 september

Hét alumni-event van de rechtenfaculteit. Het wordt gehouden in het KOG, op 5 september vanaf 15.00 uur. Dit jaar is het een speciale editie in verband met het 450-jarig bestaan van de universiteit. Daarom wordt Leiden Revisited gecombineerd met de opening van het facultair jaar.

Europese Dag van de Talen

26 september

Op de Europese Dag van de Talen, 26 september, wordt de relatie tussen taal en eten smakelijk gevierd. In verschillende cafés, restaurants en traiteurs in de Leidse binnenstad vinden smaakvolle lezingen plaats door taalwetenschappers uit verschillende windstreken. Leer op interactieve wijze hoe diverse soorten cuisines zich verhouden tot taal en cultuur. De Europese Dag van de Talen wordt georganiseerd door het onderzoeksplatform voor erfgoedtalen, HERLING, in samenwerking met The Teachers' Society. universiteitleiden.nl/agenda

SLEUTELDRAGERS DINER

Oude en nieuwe vrienden

Als Sleuteldrager van het Leids Universiteits Fonds (LUF) ondersteun je studenten en wetenschappers om hun dromen en ambities waar te maken. Dat geeft voldoening. Je bent bovendien welkom bij gezellige en interessante evenementen, zegt Clara Manger Cats van het LUF. Met oude bekenden – of nieuwe vrienden.

‘Tijdens de lentebijeenkomst in maart vertelden twee Sleutel dragers mij dat ze elkaar op de heenweg op het perron in Amsterdam hadden ontmoet’, vertelt Manger Cats. ‘Ze stonden te wachten op de trein naar Leiden, raakten aan de praat, en wisselden binnen de kortste keren woeste verhalen uit over hun studententijd. Het geeft aan hoe de band met Leiden mensen kan verbinden, hoe makkelijk je bruggen bouwt met andere Sleuteldragers en hoe leuk zulke bijeenkomsten zijn.’ Het volgende evenement dat Manger Cats voorbereidt, is het Sleuteldragersdiner op 10 oktober. In het jaar waarin de universiteit haar 450-jarig bestaan viert wordt het een bijzondere editie: in de Pieterskerk, met plaats voor 250 mensen. ‘We zien dat het aantal Sleuteldragers groeit, en daar zijn we trots op.’ Naast een persoonlijke aanmelding voor het Sleuteldragersdiner, is het ook mogelijk een tafel – voor maximaal 10 personen – te kopen om zo bijvoorbeeld met studie -

of welk gezelschap dan ook in de Pieterskerk aan te schuiven.

Het diner wordt omlijst met een veiling en een lezing. Want ook daar draait het om tijdens Sleuteldragersbijeenkomsten: ‘Een wetenschapper vertelt over het belangrijke onderzoek dat door de schenkers van het LUF mogelijk wordt gemaakt. Dus je steekt er wat van op, en het is inspirerend om te zien wat er mede dankzij jouw bijdrage mogelijk is.’

Dit jaar zijn de sprekers Robert Vermeiren, hoogleraar Kinder- en Jeugdpsychiatrie en onder meer bekend van het tv-programma Zomergasten (in 2021) en Nooteboom, psycholoog en hoofd onderzoek bij het LUMC.

De opbrengst van de veiling gaat volledig naar het LUF Kinderfonds. Het mooiste van alles: je geniet straks samen met 249 mede-alumni van een heerlijke en gezellige maaltijd, precies op de plek waar vroeger werd gezwoegd op tentamens.

worden?

Sleuteldragers dragen bij aan wetenschappelijke onderzoeksen onderwijsprojecten door jaarlijks gedurende minimaal vijf jaar een bedrag van tenminste € 500 (€ 750 voor stellen) te schenken via een Sleuteldragersovereenkomst. Daarmee is de bijdrage fiscaal aftrekbaar. Jonge Sleuteldrager (< 40 jaar) ben je vanaf € 120 per jaar. Als Sleuteldrager ontvang je uitnodigingen voor jaarlijkse evenementen voor Sleuteldragers, de dies natalis voor alumni, speciale borrels en lezingen, een debat of museumbezoek en het jaarlijkse Sleuteldragersdiner. Wie zich deze zomer nog aanmeldt of verlengt is verzekerd van een uitnodiging voor het komende diner. Mail voor meer informatie naar sleuteldragers@ luf.leidenuniv.nl.

terug in de banken

Chris De Waele

Chris De Waele heeft sinds enkele jaren haar eigen advocatenkantoor waar ze zich richt op het jeugdrecht. Recent volgde ze de cursus ‘Bijzondere Curator’ aan de Leiden Law Academy.

LUISTEREN ‘In de rechtszaal wordt nog veel te weinig daadwerkelijk naar kinderen geluisterd. Dat lees je in elke publicatie over het toeslagenschandaal of over toestanden in de jeugdzorg – denk aan het Vlaardingse meisje naar wie niemand luisterde. Het geldt ook in zaken rond scheiding, gezag en omgangskwesties. Als advocaat mag je een kind alleen bijstaan als de ouder(s) met gezag daarmee instemmen. Maar de kinderen die het hardste een advocaat nodig hebben, mogen dat juist vaak niet van één van die gezagdragers. Dat zou veel beter kunnen. In Zuid-Afrika kunnen kinderen zelf naar de rechter.’

BIJZONDERE CURATOR ‘De bijzondere curator is iemand die door de rechter wordt aangewezen om het kind in en buiten rechte te vertegenwoordigen. Omdat een kind niet procesbevoegd is, is de bijzondere curator in feite de enige manier waarop een Nederlands kind formeel aan een proces kan meedoen. Als advocaat zijn kinderrechten mijn core business; ik neem alleen maar zaken aan waar ik aan de kant van de waarheid van het kind zit. Het draait om mensenrechten: voor een rechterlijk oordeel met gevolgen voor de rest van zijn leven hoort een kind zélf zijn stem te mogen laten horen. De bijzondere curator heeft bij uitstek die taak.’

VIER JAAR OP GEWACHT ‘Ik had deze cursus al in 2020 willen volgen toen ik mijn eigen kantoor begon, maar die editie werd vanwege corona afgeblazen. Helaas moest ik wachten tot 2024 voor de herkansing. Ik moet de eerste zijn geweest die zich inschreef, of anders de tweede.’

STERK EN INTENSIEF ‘Leiden is in Nederland hét centrum voor de studie en kennis van kinderrechten. De cursus heeft mijn verwachtingen dan ook in ieder opzicht waargemaakt. Hoewel het intensieve dagen waren, duurden ze mij niet lang genoeg. Enkele weken erna heb ik het examen gedaan. Inmiddels heb ik mijn certificaat en registratie als bijzondere curator.’

Meer weten over onderwijs voor professionals? Universiteitleidenacademy.nl

Leidraad

Leidraad

lezen, luisteren, doen

Tijdreis door 450 jaar studeren

Reis terug naar je eigen studententijd en die van alumni van de afgelopen 450 jaar. Tot en met oktober staat 450 jaar studeren centraal in een expositie die studenten uit de afgelopen eeuwen in de schijnwerpers zet. Hoe studeerden zij vroeger? En nu? De buitententoonstelling is te zien in de Hortus botanicus.

Favorieten

De Top 450 van het mooi ste en beste van de Universiteit Leiden is al aardig gevuld. Ook nog een favoriet insturen? Of lekker neuzen tussen de grappige, ontroerende of interes sante inzendingen? Ga naar de jubileumpagina.

Schilders, tekenaars en fotografen brengen al eeuwenlang in beeld hoe Leidse studenten studeren. Reis door de tijd en ontdek dat er niet alleen verschillen zijn, maar ook veel overeenkomsten met de student van nu. Neem een kijkje in de keuken van het onderwijs: van lessen in het anatomisch thea-

ter tot colleges met VR-brillen. Zie hoe studenten leren van docenten, studeren in bibliotheken en observeren in de Hortus of in het lab. En al eeuwenlang zweten voor tentamens en met geliefde rituelen de studie afsluiten. Tot en met 26 oktober 2025 in de Hortus botanicus.

RONDJE RAPENBURG

Een wandeling over de plek waar de Universiteit Leiden zich 450 jaar geleden vestigde. Aan het Rapenburg staat nog steeds het hart van de universiteit: het Academiegebouw. Langs het water zijn vele sporen van de 450-jarige universiteit te ontdekken.

Het Rondje Rapenburg, uitgegeven ter ere van het lustrum in 2025, biedt een wandeling langs enkele memorabele momenten uit de universitaire geschiedenis. Het hele Rondje mét uitleg is te vinden op de jubileumwebsite.

Aandenken

In de University Shop is leuke jubileummerchandise te koop. Wat te denken van een paar jubileumsokken, een mok of een hoodie. University Shop, Kaiserstraat 25 of universityshopleiden.nl

Verschenen

Geleerdheid onder de zerken

Emeritushoogleraar

Lodewijk Kallenberg belicht in zijn boek Geleerdheid onder de zerken het leven van de zevenenzestig professoren van de historische begraafplaats Groenesteeg en hun betekenis voor wetenschap en samenleving.

Voor de vooruitgang

De universiteit is opgericht om de samenleving en de vrijheid te dienen. Maar welke vrijheid werd hier bedoeld? En wat was precies dienstbaarheid? Universiteitshistoricus Pieter Slaman beschrijft het in zijn lustrumessay Voor de vooruitgang. Het essay is te downloaden via de jubileumwebsite of op te vragen in druk via 450@leidenuniv.nl.

VAN LEIDEN

NAAR DEN HAAG

Nu alweer 25 van de 450 jaar is de universiteit gevestigd in Den Haag. Om dat te vieren is er van 23 augustus t/m 6 september 2025 een fotoexpositie in het Atrium van het Haagse stadhuis. Hierin staan zes portretten van onderzoekers en hun verhaal centraal. Hoe heeft het onderzoek dat zij doen invloed op de stad én haar bewoners? Het Atrium is een ontmoetingsplek in Den Haag, waar inwoners, beleidsmakers en voorbijgangers samenkomen.

Zomerse rondleidingen

Een (hernieuwd) bezoek aan het Zweetkamertje in het Academiegebouw, of zou je het P.J. Vethgebouw wel eens van binnen willen bekijken? Komende zomer kan dat, want dan verzorgt de Universiteit Leiden exclusieve rondleidingen ter gelegenheid van het jubileum. Een student leidt bezoekers door monumentale gebouwen die normaliter niet zomaar toegankelijk zijn.

Het Rapenburg is op zondag 6 juli het decor van een gratis openluchtconcert. Het jaarlijkse Grachtenconcert staat dan in het teken van 450 jaar Universiteit Leiden. Alumni, studenten en medewerkers spelen mee in het 450-scratch-orkest. Het concert is een muzikale reis door alle genres heen, met artiesten met een Leids hart in de hoofdrol. Net als andere jaren is er plek voor bezoekers aan de kant of in een eigen bootje op het water.

Generatie weerbaar of wankel?

Elke bijdrage telt

Voor de Universiteit Leiden heeft de jeugd de hoogste prioriteit. In het bijzonder kinderen die extra kwetsbaar zijn door een onveilige thuissituatie, mentale problemen of levensbedreigende ziekte. Dit vraagt om structurele oplossingen gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. In dit jubileumjaar bundelen onderzoekers uit verschillende disciplines de krachten in het LUF Kinderfonds. Geef kwetsbare kinderen een betere toekomst. Scan de QR-code of ga naar lufkinderfonds.nl

Retouradres: Redactie Leidraad, Postbus 9500, NL-2300 RA Leiden

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.