Leidraad oktober 2025

Page 1


Leidraad

Directeur van Fenix

In het museum van Anne Kremers

komt de hele wereld

voorbij

Terrorisme-onderzoeker

OVER WEGWERPAGENTEN EN SABOTAGEACTIES

FOCUS OP Nieuw terrein

Onderwijs

ODE AAN HET HOORCOLLEGE

tribuut

Hora est!

Zoveel geleerden bij elkaar is zelfs in Leiden uitzonderlijk. Geregeld eert de universiteit haar zilveren en gouden doctores, in een bijeenkomst voor allen die 25 of 50 jaar geleden promoveerden. In het Academiegebouw, een beetje terug in de sfeer van die grote dag destijds. De jubilarissenmiddag eind juni begon in de oude UB, met een bezoek

aan de tentoonstelling

Hora est! Deze expositie is een ode aan het proefschrift en maakt deel uit van het 450-jarig jubileum van de universiteit. Vitrines vol Leidse promotiegeschiedenis wakkeren de herinneringen aan. ‘Staat jouw proefschrift hiertussen?

In welk jaar bent u gepromoveerd? Wat was het onderwerp?’

Bij de expositie van kleurrijke omslagen kijkt Joke Korteweg naar een dis -

sertatie die verstopt gaat achter een felroze vacht. Een schril contrast met haar proefschrift, dat in 2000 zeesleepvaart als onderwerp had. ‘Het was een publieksuitgave en de uitgever had alles af. Behalve de cover.’ Daar had een sleepboot op moeten staan. ‘Ik ging de verdediging in met een volledig witte voor- en achterkant. Er stond zelfs geen titel op.’ Korteweg kon het gelukkig afdoen met de vaststelling ‘dat

het om de inhoud gaat’. Dat is ook wat rector Hester Bijl in het Groot Auditorium van het Academiegebouw aanhaalt. ‘Met uw promotie heeft u bijgedragen aan de belangrijkste opdracht van onze universiteit: kennis vergaren, ontsluiten en uitdragen.’

Het ‘Hora est!’ dat deze dag wordt uitgesproken door pedel Erick van Zuijlen klinkt de meesten opnieuw als muziek in de oren, en deze keer zónder zenuwen.

De expositie Hora est! over vierenhalve eeuw Leidse promoties en alles daaromheen is nog t/m 20 oktober te bezichtigen. In de hal van de Oude UB, Rapenburg 70, tijdens kantoortijden.

Van slimme robots tot kunstmatige intelligentie 21

○ Tribuut / 2

○ Nieuws / 6

○ Interview

Anne Kremers / 14

○ Terug in de banken / 20

○ De jonge wetenschapper

Katharina Natter / 30

○ Signalen / 32

○ Cleveringabijeenkomsten / 34

○ In de familie / 35

○ De werkplek van Diederik Mud / 41

○ Lezen, luisteren, doen / 42

één studie, twee wegen ‘Ik werk daar waar mijn hart ligt’ 12

Fonds voor gelijke rechten

De stap van radicalisering naar terreurdaad

Ode aan het hoorcollege
‘Studenten vinden het fijn om geïnspireerd te worden’

COLOFON

Leidraad is een uitgave van de Universiteit Leiden, afdeling Alumnirelaties/Strategische Communicatie & Marketing. Het magazine wordt kosteloos verspreid onder alumni en relaties van de universiteit. Voor andere belangstellenden is een abonnement op aanvraag beschikbaar.

Uitgever: Universiteit Leiden, Renée Merkx, directeur Strategische Communicatie & Marketing

Hoofdredacteur: Lilian Visscher, directeur Alumnirelaties en Leids Universiteits Fonds

Concept: Fred Hermsen (Maters en Hermsen)

Eindredactie: FC Tekst – Job de Kruiff en Nienke Ledegang

Art direction en vormgeving: Maters en Hermsen – Stephan van den Burg, Marjolijn Schoonderbeek

Lithografie: Studio Boon

Tekst: Manon Boot, Fred Hermsen, Arno van ‘t Hoog, Marijn Kramp, Job de Kruiff, Nienke Ledegang, Martijn van Lith, Wilke Martens, Nicolline van der Spek, Annette Zeelenberg

Foto cover: Frank Ruiter, Fenix, Rotterdam

Beeld: Rosalie van der Does, Taco van der Eb, Annemarie Gorissen, Marc de Haan, iStock, Simon Lenskens, Rob Overmeer, Marius Roos, Frank Ruiter, Tzenko

Drukwerk: Dex

Coördinatie Universiteit Leiden: Anne­Marie Petit

Reacties: 071-5274050 of contact@leidraad.leidenuniv.nl

LinkedIn: Alumni Universiteit Leiden

BlueSky: @alumniunileiden.bsky.social Website: www.universiteitleiden.nl/alumni Oplage: 85.250

Adreswijziging?

Laat het ons weten via universiteitleiden.nl/ alumnigegevens, of stuur een e­mail naar wijziging@alumni.leidenuniv.nl

Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen, foto’s en illustraties uit Leidraad is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Universiteit Leiden kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele zet­ of drukfouten.

Nieuw terrein

Nu Annetje Ottow afscheid heeft genomen als voorzitter van het College van Bestuur, richt ik deze keer het woord tot jullie. Dat doe ik met veel plezier, omdat ik niet alleen rector ben van de Universiteit Leiden, maar ook alumna. Ik voel mij verbonden met jullie als onderdeel van het alumninetwerk.

Daar komt bij dat het thema van deze Leidraad mij bijzonder aanspreekt: Nieuw Terrein. Kennis vergroten door grenzen te verleggen en nieuw terrein te verkennen is wat wij al 450 jaar doen. Toonaangevende onderzoekers zoals Lorentz en Kamerlingh Onnes deden al eeuwen geleden belangwekkende ontdekkingen en die lijn zet zich door naar het nu. Hoewel technologie vaak niet het eerste is waar mensen aan denken als het over de Universiteit Leiden gaat, is ook deze kant van de universiteit niet te onderschatten. Daarbij hielden we aan de vele wetenschappers en hun uitvindingen een bloeiend Bio Science Park over. En vanuit het LUMC was pasgeleden nog het baanbrekende onderzoek naar diabetes type 1 wereldnieuws, om maar een voorbeeld te noemen.

Nieuwe ontwikkelingen vinden bovendien hun weg naar van oorsprong meer tra ditionele vakgebieden, zoals rechten of bestuurskunde. In de special Nieuw Terrein ver kennen we deze ontwikke lingen. Leidse onderzoekers vertellen er over hun ont dekkingen, en hoe ze daarbij geholpen worden door kunst matige intelligentie en ande re innovatieve methodes. Ooit verre toekomstmuziek, nu werkelijkheid; in Leiden gebeurt het dagelijks. En daar staan we graag even bij stil.

Hester Bijl is rector magnificus van de Universiteit Leiden

ten? Voor onderzoek naar die vragen krijgt Judith Pollmann (hoogleraar Vroegmoderne Nederlandse Geschiedenis) de Spinozapremie van NWO, de belangrijkste wetenschapsprijs van Nederland. Op de vraag wat Pollmann aan het doen was toen Marcel Levi (voorzitter NWO) belde, zei ze: ‘Ik was gewoon aan het werk hier op mijn kamer, en mijn eerste gedachte was: “die moet iets van mij”. Maar nee hoor, hij had geweldig nieuws. Ik was helemaal sprakeloos.’

Gedenksteen

Bergen-Belsen

In voormalig concentratiekamp Bergen-Belsen is op 12 september een gedenksteen onthuld voor hoogleraar Benjamin Telders. Dat was een initiatief van onder anderen emeritus hoogle -

Telders leidde het verzet tegen de zogeheten ariërverklaring die hoogleraren in oktober 1940 moesten tekenen. Hij werd in december van dat jaar gearresteerd en stierf uiteindelijk op 6 april 1945 in Bergen-Belsen aan vlektyfus, vlak voor de bevrijding.

Rector Hester Bijl riep bij de onthulling de aanwezigen op niet alleen stil te staan bij het verleden. ‘De offers die Telders bracht, verplichten ons voortdurend waakzaam te blijven. Vrijheid is niet vanzelfsprekend; zij moet telkens opnieuw bevochten, beschermd en doorgegeven worden. Het is onze taak studenten te inspireren en hen te laten zien dat moed, integriteit en vasthoudendheid onmisbaar zijn in een wereld vol bedreigingen.’

Deelnemers introductieweken: El Cid 3500

OWL* 1200 HOP Week 900

Nieuwe leden ‘grote vijf’: Minerva 609

Augustinus 435

Quintus 326

SSR 211

Catena 169

* Orientation Week Leiden

De passie voor het onderwijs van archeoloog Arjan Louwen

Na een bezoek aan colleges van de genomineerden heeft de studentenjury archeoloog Arjan Louwen dit jaar de Leidse Onderwijsprijs toegekend. Hij kreeg die uitgereikt tijdens de opening van het Academisch Jaar.

Voorzitter Jelle de Boer van het Leids Universitair Studentenplatform zei namens de jury over de winnaar: ‘Hij

blonk uit in enthousiasme en passie. Deze docent heeft een enorm hart voor studenten en weet hen moeiteloos te betrekken bij de colleges.’ Louwen ontvangt 25.000 euro voor onderwijsinnovatie en wordt lid van de Leiden Teacher’s Academy. Zelf noemt hij onderwijs geven de ‘kern van wat wij hier aan de universiteit doen’.

Vertrek Annetje Ottow en Hester Bijl

Na bijna vijf jaar voorzitterschap heeft Annetje Ottow per 1 september afscheid genomen als voorzitter van het College van Bestuur (CvB) van de Universiteit Leiden. Zij was onder meer verantwoordelijk voor de strategische koers van de universiteit. Zij heeft besloten nieuwe wegen in te slaan en zich meer te gaan richten op natuurbescherming. Ottow behoudt haar leerstoel Economisch Publiekrecht aan de universiteit. Voorzitter van de Raad van Toezicht (RvT) Ferd Grapperhaus: ‘Annetje heeft zich met hart en ziel ingezet voor onze universitaire gemeenschap en het verder versterken van onze universiteit, en belangrijke verbeteringen op diverse vlakken bewerkstelligd. We zullen haar enthousiasme en inspirerend leiderschap missen.’

Na een periode van ruim negen jaar in het CvB, waarvan de laatste vijf jaar

als rector magnificus, vertrekt Hester

Bijl begin volgend jaar bij de universiteit. Bijl is als rector verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. Zij zet een nieuwe stap in haar loopbaan. Op 15 januari 2026 start zij als rector magnificus in het College van Bestuur van de TU Delft, de universiteit waar zij studeerde, promoveerde en werkzaam was als decaan.

Ferd Grapperhaus: ‘Hester doet haar werk met een verbindende stijl en ongeëvenaarde energie. Ze heeft belangrijke vernieuwingen gerealiseerd in het onderzoeks- en onderwijsdomein en op diverse andere vlakken. De Raad van Toezicht is Hester dankbaar voor haar bijdrage.’

Over de opvolging van beiden hoopt de Universiteit Leiden later dit najaar meer bekend te maken.

Politicoloog Landemore Cleveringahoogleraar

De Franse politicoloog Hélène Landemore, bekend om haar kritische blik op moderne democratieën, is dit jaar benoemd tot Cleveringahoogleraar. Landemore onderzoekt hoe het democratische systeem inclusiever kan worden.

Landemore promoveerde aan Harvard en is nu hoogleraar aan Yale University. Ze geldt internationaal als een toonaangevend denker over democratie, grondwettelijke hervormingen en de ethische en politieke implicaties van kunstmatige intelligentie. De politicoloog signaleert grote tekortkomingen in het democratische systeem. Volgens haar bevoordelen verkiezingen vaak een kleine elite, terwijl vrouwen, arbeiders en minderheden structureel ondervertegenwoordigd zijn. Ook hekelt ze de invloed van rijke donateurs in landen als de VS. Met haar benoeming treedt Landemore toe tot een lange traditie van invloedrijke Cleveringa-hoogleraren, die jaarlijks op 26 november reflecteren op actuele thema’s als oorlog, recht, vrijheid en democratie. Haar Cleveringa-oratie is op woensdag 26 november om 16 uur in het

Hoogleraar Terrorisme en Politiek Geweld Bart Schuurman dient graag het publieke debat

‘De Oekraïners vechten ook voor ons’

Bart Schuurman is hoogleraar Terrorisme en Politiek Geweld. Hij onderzoekt welke mensen de stap zetten van radicalisering naar terreurdaden. Momenteel bestudeert hij ook de hybride oorlogsvoering, sabotageacties en dreiging vanuit Rusland.

Hoe bent u terrorismeonderzoeker geworden?

Na mijn master Internationale Betrekkingen in Historisch Perspectief aan de Universiteit Utrecht heb ik een paar tijdelijke projecten gedaan, onder meer bij de Universiteit Leiden. Tijdens een project voor de politie kwam ik in aanraking met allemaal politiedossiers van de Hofstadgroep. Uniek materiaal, ontdekte ik. In het terrorisme-onderzoek bestonden destijds (2011) veel theorieën en verklaringen over wat mensen zover brengt, maar het bewijs was vaak van discutabele omvang of kwaliteit. Hier hadden we opeens zestig of tachtig dozen met ordners waar ik bij mocht. Die heb ik allemaal kunnen gebruiken voor mijn proefschrift.

Van de Hofstadgroep naar Russische dreiging is nog best een stap.

Op het eerste gezicht wel. Maar voordat ik me tijdens mijn proefschrift specifiek met het terrorisme ging bezighouden, had ik tijdens en na mijn master een interesse ontwikkeld in hedendaagse oorlogvoering, of wat je ‘strategische studies’ zou kunnen noemen. Die interesse ‘heractiveer’ ik nu in zekere zin door me met de gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne in 2022 te gaan bezighouden.

Komt het erop neer dat je als geweldsonderzoeker niet helemaal zelf je onderwerpen kiest, maar kijkt welk conflict er speelt?

Je moet een beetje meebewegen. Niet dat ik achter elke hype of nieuwe vorm van aanslag aanren. Maar als er grote veranderingen in het dreigingsbeeld zijn die meer dan een hype zijn, en volgens mij is dat met Rusland wel het geval, dan is het belangrijk om daarin mee te gaan. Ook omdat de interesse van onze studenten aansluit bij datgene waar we ons als maatschappij zorgen om maken.

Wat onderzoekt u op dit moment vooral?

Op het gebied van terrorisme: waarom het momenteel eigenlijk zo weinig voorkomt. In een rapport uit 2024 bleek dat het aantal terroristische aanslagen in het Westen op het laagste niveau in vijftien jaar was. En ook het aantal arrestaties was in 2024 fors lager dan zo’n tien jaar geleden. Toch maken we ons als westerse samenlevingen onverminderd zorgen over extremistische opvattingen, oftewel antidemocratische wereldbeelden waarin geweld niet geschuwd wordt. Hoe kan het dat er tegelijkertijd minder mensen de stap naar terroristisch geweld zetten? En waarin verschilt die kleine minderheid die dat wel doet? Het kan zijn dat er veel door veiligheidsdiensten wordt voorkomen, maar ik denk dat we vooral zien dat extremisme zich anders uit, meer op legale manieren zoals door het ondersteunen of opbouwen van antidemocratische bewegingen, of het verspreiden van propaganda. Denk ook aan de enorme verkiezingsoverwinning van de Duitse AfD, een politieke partij die eerder dit jaar door de Duitse veiligheidsdienst als extremistisch is bestempeld. Daarnaast onderzoek ik de zogeheten hybride oorlogvoering door de Russen in Europa. Sabotage, verkiezingsbeinvloeding, desinformatie, moordaanslagen. Dit jaar is nog relatief rustig verlopen, maar tussen 2022 en 2024 zijn deze operaties heel sterk toegenomen. Wij kijken onder meer naar de daders van deze acties. We hebben al veel in kaart gebracht over de achtergronden en motieven van mensen die radicaliseren. De inzichten daaruit kun je ook betrekken op de zogeheten wegwerpagenten die Rusland inzet voor een of ander klusje, die voor een paarhonderd euro worden geworven via apps als Telegram. Wie leent zich daarvoor? Het is in feite landverraad, met navenant hoge straffen. In het Verenigd Koninkrijk is in juli nog een aantal Britten tot jaren cel veroordeeld die voor de Russen een warenhuis in brand hadden gestoken.

Is het niet zo dat de inlichtingendiensten hier veel meer over weten dan u?

Ongetwijfeld, maar in het openbare debat was dit thema tot voor kort nog erg onderbelicht. Mijn interesse begon met een incident waarbij een stroomkabel was doorgesneden. Ik ging op zoek naar het totaalplaatje over wat de Russen allemaal deden, en dat kon ik nergens vinden. Toen hebben we eerst eens met collega’s een overzicht gemaakt van alle hybride operaties tegen Europa. Er zijn een heleboel interessante vervolgvragen. Wie voeren deze acties uit? Wat voor sociaaleconomische achtergrond hebben die mensen? Zijn ze ideologisch gemotiveerd of financieel? Zijn het netwerken of eenlingen? Ik wil dat allemaal in kaart brengen.

Om uiteindelijk over preventie te kunnen adviseren? Dat kan een van de doelen zijn, ja. In 2024 escaleerde het qua aantal en ernst van deze operaties. Opeens waren er inbraken, zowel digitaal als fysiek, in waterzuiveringsinstallaties, er is een moordcomplot ontdekt tegen het hoofd van een wapenbedrijf in Duitsland, een DHL-vlucht werd met brandbare pakketten aangetroffen. Waar komt die escalatie vandaan? We weten dat de Russen Europa politiek uit elkaar willen spelen, en de steun aan Oekraïne ondermijnen, maar verder dan dat is er nog niet zo heel veel bekend. Is het een reactie op iets van onze kant, of op tegenvallers op het fysieke slagveld? Ik hoop dat we daar meer over te weten kunnen komen.

Wat is uw methode, naast het in kaart brengen van de beschikbare kennis?

Met die wegwerpagenten gaat het om een socialenetwerkanalyse, gekoppeld aan het opstellen van een geabstraheerd profiel van wie dat zijn. Het koppelen van door Russen gepercipieerde escalatie aan hun reactie is statistisch onderzoek, kwantitatieve analyse. Steekproeven onder de bevolking kunnen we toepassen om iets over de impact van de hybride operaties op bijvoorbeeld steun voor Oekraïne te weten te komen.

Bent u meer gealarmeerd dan de gemiddelde

Nederlander over de Russische dreiging?

Dat denk ik wel. Veel mensen vinden het toch een ver-vanmijn-bedshow. We realiseren ons te weinig dat voor alle voordelen op het gebied van vrijheid, de democratische rechtsstaat en de economie die we hier hebben, veiligheid de basis is. De Oekraïners vechten ook voor ons. Wij zitten nu nog in de relatieve luxepositie dat we discussies over geld hebben, over die NAVO -norm van 5%. Als het klopt dat Rusland zulke grote imperiale ambities heeft, dan kopen we nu onze vrijheid.

Ziet u het als uw taak om te waarschuwen?

Met dat Ruslandproject eigenlijk wel. Dat heb ik vorig najaar opgezet als een publieksgericht project. Het was simpelweg

een overzicht van incidenten met Russische aanslagen en sabotageacties, of pogingen daartoe, in 2022, 2023 en 2024. Het is een databestand, en als een journalist van een krant belt dan krijgt die er gewoon de nieuwste versie van. Dat ondergraaft wellicht mijn kans er een uniek wetenschappelijk artikel over te schrijven, maar ik vind het belangrijker om nu het publieke debat te dienen. Ik zie het als een uitstapje naar een rol die ik voorheen nog niet had.

En die rol spreekt u aan?

Je doet ook weleens onderzoek dat vier jaar duurt, waar met geluk één artikel in het NRC over verschijnt. Deze lijst was niet meer dan een maand werk. En van de Franse tv tot de media uit Scandinavië, iedereen wilde er wat mee. Het is fijn om te merken dat we iets hebben gedaan dat op het juiste moment komt en op veel publieke interesse kan rekenen. Ik kan er wel om lachen, want dit was in zekere zin mijn meest succesvolle project ooit, en ook een van de eenvoudigste. Zo zie je maar: impact hebben als wetenschappers hoeft niet altijd met de meest doorwrochte methodieken samen te gaan. En het gaat wel over iets belangrijks: een echte bedreiging van onze maatschappij zoals we die in jaren, ik denk sinds de Tweede Wereldoorlog, niet hebben gekend.

Groep werkt juist remmend

Lidmaatschap van een extremistische organisatie verkleint de kans dat iemand die geradicaliseerd is in zijn overtuigingen ook daadwerkelijk tot terroristisch geweld overgaat. Dat is een van de opvallende bevindingen uit een onderzoek dat Bart Schuurman samen met zijn collega Sarah Carthy deed. Zij vergeleken ruim tweehonderd geradicaliseerde personen van wie de helft wel en de andere helft niet bij terreuracties betrokken raakte.

In een extremistische groep zijn ook juist remmende factoren aanwezig: de groep heeft er bijvoorbeeld belang bij om buiten beeld te blijven

of vindt de inzet van andere, legale middelen slimmer. En net als een gezinsleven en een baan werkt zo’n groep socialiserend. Voor groepen die terroristisch geweld als enige strategie hebben, gaat het overigens niet op. Lidmaatschap daarvan is wel degelijk een risicofactor. Factoren die ook meer voorkwamen bij de geweldplegers – en die dus als risicofactor kunnen worden gezien – zijn onder meer een crimineel verleden, de beschikbaarheid van wapens en het gender man.

Meer Leids onderzoek

Bewaken en beveiligen

Bewaken en beveiligen is een project waarin de Universiteit Leiden samen met overheden en opsporingsdiensten onderzoek doet naar de bedreiging van personen en instituties. Het grootste deel van de bedreigingen komt niet tot een daadwerkelijke fysieke gevaarlijke situatie. Toch is de hoeveelheid bedreigingen een grote belasting voor politie en justitie en ondermijnend voor ‘de fundamenten van de rechtsstaat’, vindt Schuurman. Omdat bestuurders onder druk staan, en rechters, advocaten en journalisten gaan terugdeinzen van bepaalde zaken.

In dit project wordt onderzocht in hoeverre publiek-private samenwerking een oplossing kan zijn voor de enorme beveiligingsvraag.

Een ander onderzoek is gericht op hoe dreigingsinschattingen worden gemaakt, wie daar allemaal bij betrokken worden en wanneer besloten wordt dat veiligheidsmaatregelen nodig zijn.

Behalve het kortlopend, praktijkgericht onderzoek en langere-termijn fundamenteel promotieonderzoek, behelst het project op onderwijsvlak onder andere ook een bijdrage aan de leergang van het Centre for Professional Learning

Online radicalisering

Sara Kulic doet als promovendus onderzoek naar online radicalisering. Waarbij opvallend is dat ondanks de veronderstelde toename van online extremisme en de verheerlijking van geweld in de online wereld, de stap naar offline geweld toch relatief weinig wordt gezet.

één studie twee wegen

Waar een studie toe kan leiden: Psychologie

Hoe ziet jouw functie bij EY eruit?

Irene Platteel (53)

Bedrijfspsycholoog en gedragstherapeut

CV

1991-1997 Psychologie, Universiteit Leiden 1997-2000 Intercedent, Tempo Team 2000-2004 Assessmentpsycholoog en consultant, GITP 2004-2020 Psycholoog en senior consultant, Dijk & Van Emmerik 2020-nu Bedrijfspsycholoog en cognitief gedragstherapeut, EY

‘Ik behandel en begeleid medewerkers van EY die door psychische klachten uitvallen of dreigen uit te vallen. Sommigen worden door HR of de bedrijfsarts doorverwezen, anderen kloppen direct bij mij aan met een hulpvraag. Daarnaast werk ik aan de preventieve kant, bijvoorbeeld door workshops te geven over omgaan met stress. En denk ik op organisatieniveau mee over arbeid en gezondheid en de verantwoordelijkheid van de werkgever daarin.’

Wat maakt dit werk voor jou de moeite waard?

‘Allereerst de waardering van de mensen die bij me komen. Collega’s verwijzen elkaar regelmatig door, dat is een mooi compliment. Daarnaast vind ik deze doelgroep interessant: ambitieuze, jonge professionals die onder hoge druk werken. Het zijn vaak snelle denkers die prestatiegericht en perfectionistisch zijn. Ze maken deel uit van een cultuur waarin het soms ingewikkeld is om je balans te bewaren. Dan is het fijn als ik ze kan leren hoe ze daarmee om kunnen gaan.’

Was dit wat je voor ogen had toen je voor Psychologie koos?

‘Nou, ik maakte eerst een andere keuze. Psychologie trok me wel, maar ik had tegelijk een beeld van geitenwollensokkentypes. Ik wilde het bedrijfsleven in en koos daarom voor Rechten. Tijdens een werkgroep strafrecht gingen we met het wetboek aan de slag: welk wetsartikel hoort bij dit misdrijf? Terwijl ik alleen maar dacht: wat drijft zo iemand? Ik realiseerde me dat ik de verkeerde studie had gekozen. Nog tijdens mijn eerste jaar stapte ik over naar Psychologie.’

Heb je ooit spijt gehad van die switch?

‘Nee, integendeel. Hoogleraren als René Diekstra en Liesbeth Eurelings-Bontekoe lieten me zien hoe fascinerend en praktisch toepasbaar psychologie is. Met hun charisma en gedrevenheid wakkerden ze ook een gevoel van trots aan op het vak. Dat ervaar ik nog steeds zo. En dat ik het mag uitoefenen binnen die uitdagende wereld van het bedrijfsleven, is voor mij een perfecte combinatie.’

Mijke Sluis (51)

Zelfstandig manager sport en gezondheidszorg

1993-1999 Psychologie, Universiteit Leiden 1996-1999 Bewegingswetenschappen, Vrije Universiteit Amsterdam 2000-2008 Rijkstrainee, beleidsmedewerker en projectleider, Ministerie van VWS 2008-2010 Business Unit Manager Arko Sports Media 2010-2012 Manager dag- en polikliniek, Centrum ’45 2012-nu Zelfstandig project- en interimmanager sport en gezondheidszorg

Waarom koos je voor psychologie?

‘In eerste instantie omdat ik met kinderen wilde werken. Ik paste veel op en het leek me mooi om als kinderpsycholoog of pedagoog te werken. Rond diezelfde tijd ging ik met een sportbeurs hockeyen in Amerika. Daar viel me op dat de nadruk, veel meer dan bij ons, lag op het mentale aspect. Als je daar niet bij een therapeut liep, was je de uitzondering. Zo ontstond mijn interesse voor sportpsychologie. Er was alleen nog geen specialistische opleiding, dus koos ik psychologie.’

Hoe beviel die studie?

‘De eerste jaren was ik aan het zoeken, veel vakken raakten me niet echt. Dat veranderde toen mijn studiebegeleider me vertelde dat ik ook een vrije afstudeerrichting kon kiezen. Er ging een wereld voor me open. Ik ben vakken van bewegingswetenschappen gaan volgen aan de VU, in de richting bewegingsgedrag. Vanaf dat moment is mijn studie pas gaan leven. Ik kon die algemene psychologie, het ‘praatgedeelte’, koppelen aan mijn interesse voor sport. Hoe beïnvloeden gedrag en gedachten je lichamelijke capaciteiten? Razend interessant.’

Wist je na je afstuderen meteen wat je wilde doen?

‘Mijn grote wens was om voor NOC*NSF te werken en naar de Olympische Spelen van 2000 in Sydney te gaan, als vrijwilliger. Dat ging via Randstad, alleen het liep anders en ze boden me een baan aan als intercedent. Dat heb ik korte tijd gedaan, zodat ik intussen rustig kon uitzoeken wat voor werk ik echt wilde doen.’

En wat voor werk was dat?

‘In elk geval iets dat raakt aan sport en bewegen. Op veel vlakken is mijn huidige werk als zelfstandig projectmanager ideaal. Ik combineer beleid met inhoud, op het werkterrein waar mijn hart ligt. Daarbij vind ik het belangrijk om uit de theorie te stappen, met mensen bezig te zijn en resultaten te behalen. Je openstellen, onbevooroordeeld vragen stellen. Dat is echt iets wat ik uit mijn studie psychologie heb meegenomen.’

Met volle aandacht kijken

Anne Kremers was ooit de jongste museumdirecteur van Nederland. De kunsthistorica staat nu aan het hoofd van Fenix, het nieuwe en spraakmakende kunstmuseum over migratie in Rotterdam.

Leidraad

Drie weken voor het interview was Anne Kremers (36) nog bij het afscheid in Leiden van universitair hoofddocent

Kunstgeschiedenis Helen Westgeest. ‘Zij heeft mij gevormd als kunsthistoricus. Zoals heel Leiden mij heeft gevormd eigenlijk. Ademloos luisterde ik in de collegebanken naar prachtige en hartverscheurende verhalen over kunstenaars, filmmakers en fotografen die hun ziel en zaligheid in hun werk stopten. In het bijzonder waren de colleges van Helen avontuurlijk en verwarrend. Halverwege dacht ik vaak: waar wil ze naartoe? Aan het slot liet ze dan alle puzzelstukken meesterlijk in elkaar vallen.’

Moordend tempo

Westgeest sleepte Anne door de masterfase van haar studie heen. ‘Ik werd na een stageperiode in 2013 directeur van Villa Mondriaan, een nieuw museum in Winterswijk over het vroege werk van schilder Piet Mondriaan. Op dat moment was ik nog masterstudent. Dat betekende overvolle werkweken – als enige betaalde kracht in een museum met grote plannen, bijvoorbeeld op het terrein van kunsteducatie aan schoolkinderen. Maar gelukkig stond Helen altijd klaar voor mijn scriptieonderzoek.’ Nog steeds speelt de toenmalig docent een rol in haar leven. Als Kremers op

werkbezoek is in een verre stad, vult ze haar dag met liefst vier museumbezoeken. ‘Een moordend tempo, dat ik van Helen heb overgenomen. En de aantekeningenboekjes die ik van de studiereizen naar Berlijn en New York heb overgehouden sla ik er nog vaak op na, als ik moeite heb een artistieke keuze te maken.’

Levenservaring

Kunstgeschiedenis was haar tweede studierichting. ‘Ik woonde in Rotterdam, waar ik bijna klaar was met mijn bachelor Algemene Cultuurwetenschappen. Aan het eind van die studie liep ik stage bij het Ro Theater, waar ik getuige was van de klassieke strijd tussen de zakelijk en de artistiek leider. Het managen van de cultuurwereld begreep ik wel, daar richtte de Rotterdamse studie zich op. Maar ik raakte door die confrontatie met botsende managementstijlen ervan overtuigd dat je voor goed cultureel leiderschap ook thuis moet zijn in de artistieke kant. Daarom koos ik toen voor Kunstgeschiedenis in Leiden.’

In de sleutelstad kwam Anne terecht in een stimulerend academisch milieu. ‘Ik heb er geleerd met volle aandacht te kijken, deed dat met betrokken docenten die echt de diepte in gingen. Er zaten ook veel oudere studenten in de banken, zij brachten hun levenservaring mee, tijdens colleges maar ook na afloop in de kroeg. Ik bleef in Rotterdam wonen, maar reisde wel met een groepje

Rotterdamse studenten dagelijks naar Leiden, vond het heerlijk om in de UB te studeren.’

Havenstad

Dat ze na haar middelbareschooltijd in de Achterhoek eerst had gekozen voor een studie in Rotterdam, lag voor de hand. Haar vader was tandarts, haar moeder lerares. Zij waren uit Rotterdam naar de Achterhoek verhuisd om in een omgebouwde boerderij oud te worden, uiteindelijk met vijf kinderen waarvan Anne de jongste is. Na een geweldige jeugd in de weidse natuur, begon de sfeer van “doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg” Anne steeds meer te benauwen. ‘Voor het groots en meeslepend denken waar ik zo van hield, was geen ruimte.’

Haar vader had zijn afkomst uit een arbeidersmilieu en zijn liefde voor Feyenoord nooit onder stoelen of banken gestoken, het gezin kreeg die fascinatie voor Rotterdam vanzelf mee. Anne is de enige telg uit het gezin die ging studeren, en twijfelde geen moment. ‘Vrienden kozen doorgaans voor lekker dichtbij, Nijmegen. Ik trok liever naar de internationale havenstad waar de mensen eerlijk, open en vooruitstrevend zijn.’

Normale mensen

Aangekomen in 2007 stortte ze zich vol in het studentenleven. Ze werd actief bij Het Rotterdamsch Studenten Gezelschap (‘Een vereniging zonder ontgroening. Ik heb nooit begrepen waarom je die nodig zou hebben om je met anderen te verbinden’), deed vrijwilligerswerk bij kunstprojecten en werkte achter de kassa bij bioscoop en jazzpodium LantarenVenster. ‘Mijn ouders wezen me erop dat ik ook uit mijn studentenbubbel moest komen, dat ik contact moest zien te houden met normale mensen.’

Hun advies is tot op de dag van vandaag goud waard. Als directeur van Fenix, het nieuwe Rotterdamse kunstmuseum over migratie, gaat het Kremers goed af om de link met de

ANNE KREMERS

1989 Geboren in Winterswijk 2007–2013 Algemene Cultuurwetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Daarna Kunstgeschiedenis aan de Universiteit Leiden 2013 Na een stage directeur van Museum Villa Mondriaan in Winterswijk 2017–2019 Coördinator kunst- en designprojecten in Hongkong bij de Chow Tai Fook Art Foundation 2020 Directeur van Fenix, een nieuw museum gewijd aan migratie, kunst en persoonlijke verhalen, in Rotterdam 15 MEI 2025 Officiële opening door koningin Máxima. Het museum brengt tentoonstellingen met bijdragen van ruim 100 kunstenaars en fotografen uit de hele wereld wijken te leggen. In de openbaar toegankelijke hal genaamd Plein worden stadsgenoten van velerlei pluimage uitgenodigd. Om te salsadansen bijvoorbeeld, of een Ketikoti-viering te houden.

Dat ze snel directeur zou worden van een groot museum was in 2016 nog allerminst vanzelfsprekend. Toen ze stopte bij Villa Mondriaan (‘Ik had alles op de rit gezet, mijn opdracht zat erop’) bleek dat niemand in Nederland zat te wachten op de jongste museumdirecteur van het land. Ze week uit naar Hongkong, waar ze de leiding kreeg over de kunstcollectie van een grote juwelier. ‘Ik mocht daar programma’s opzetten, als enige wes-

terse vrouw in het team. Dat was wennen, want ik kende de culturele codes niet. Maar ik raakte er snel in thuis, mede door een goeie klik met een native Hongkonger in mijn team.’

Je mond houden

Gevraagd naar de zaken die ze er heeft opgepikt, zegt ze: ‘In Nederland denken we vaak dat we wel weten hoe het moet, werken we heel lineair en planmatig naar een vooraf omschreven resultaat toe. Ik heb in Hongkong geleerd dat het ook anders kan. Dat je vanuit een visie ook simpelweg kunt beginnen en gaandeweg kunt bijsturen. En ik heb er aangeleerd dat het goed is af en toe op je handen te zitten. Gewoon je mond een keer houden; je hóeft immers niet overal je mening over te geven.’

Werd ze dan wel serieus genomen? ‘Ja, veel meer dan hier. In Nederland moet ik als jonge vrouw iedere dag vechten voor mijn positie. Vandaag nog behandelde iemand me behoorlijk onbeschoft totdat hij doorkreeg dat ik hier de directeur was. Zoiets is me in Hongkong nooit overkomen, doordat de hiërarchie er heel duidelijk is. Nog voordat je een hand ter kennismaking geeft, wissel je al visitekaartjes uit. Je wordt vervolgens gerespecteerd in de functie die je bekleedt, en dat werkt heel fijn.’

Droomaanbod

Kremers zocht in 2019 contact met voormalig Rijksmuseum-directeur Wim Pijbes, die ze nog kende uit haar tijd bij Villa Mondriaan. ‘Of hij een keer een kop koffie wilde drinken.’

Pijbes legde haar tijdens dat gesprek de vraag voor of ze hem wilde helpen bij de oprichting van een nieuw museum over migratie in de vroegere San Franciscoloods van de Holland Amerika Lijn. ‘Een droomaanbod, en niet alleen omdat het in Rotterdam was. Ik geloof in de verhalende kracht van kunst. Het schoot door mijn hoofd dat ik ooit – vlak na de oplevering van het gerestaureerde Rijksmuseum – in een metro in New York een voorpaginakop

In het Zweetkamertje in 2013

Ik geloof in de verhalende kracht van kunst’

had gezien van The New York Times: “The Rijks Rocks!” Dat vond ik zo stoer. Ik wilde eigenlijk niets liever dan leren van deze man, die anders durft te denken. En dat is tot op de dag van vandaag zo, nog steeds is hij mijn sparringpartner. We steggelen over de kleinste details, en we komen er altijd uit.’

Tornado

Pijbes is sinds 2016 directeur van Stichting Droom en Daad, een fonds opgericht door de familie Van der Vorm om met culturele projecten de creativiteit, diversiteit en het historisch besef van de stad te borgen. Meerdere karakteristieke oude panden in Rotterdam zijn inmiddels ver-

worven en gerenoveerd met het oog op een nieuwe culturele bestemming. De rolverdeling voor deze locatie was helder: Pijbes begeleidde de bouw, en stimuleerde de Chinese architect Ma Yansong (MAD Architects) tot het spectaculaire ontwerp van het pakhuis in de Rijnhaven dat voorheen vooral bekend stond om de Fenix Food Factory die erin was gevestigd. Met de glimmende buizenslang op het dak – de Tornado, als metafoor voor beweging en transformatie – eindigend in een uitzichtplatform, is Fenix een nieuwe eyecatcher in het gebied achter Hotel New York, de plek waar ooit duizenden migranten aankwamen en vertrokken.

Kremers was verantwoordelijk voor de programmering. Al snel kreeg ze de vraag of ze directeur van Fenix wilde worden: ‘Ik pakte die rol met overtuiging. We schreven wereldwijd opdrachten uit aan bekende en minder bekende kunstenaars, kochten bestaand werk aan en ik heb me hard gemaakt om de volle zestienduizend vierkante meter van de loods voor het museum beschikbaar te maken.’ Inmiddels werken er meer dan tachtig mensen, is er een serieuze kunstcollectie, een goed restaurant, een espressobar, een Turkse bakker en een Italiaanse gelateria. Een bezoek aan dit eerste kunstmuseum over migratie ter wereld voelt als een caleidoscopische reis; de hele wereld komt voorbij. In enorme hallen krijgen de getoonde schilderijen, objecten, opstellingen, foto’s en videopresentaties de ruimte om hun verhaal te vertellen, soms confronterend, soms troostend. Zo verleidt het museum de bezoeker zich te verhouden tot de angsten, pijn, moed, ontberingen, hoop en het nieuwe leven van migranten. ‘We nemen bewust geen politieke standpunten in en zijn er niet op uit om te polariseren of te beleren, dat zou dat identificeren alleen maar in de weg zitten’, benadrukt Kremers. ‘We raken bezoekers met persoonlijke verhalen en kunst, en zien iedere dag weer dat dat mensen verrijkt.’

Tweede marathon

Haar vader heeft de opening niet mogen meemaken, hij overleed eerder dit jaar. ‘Toen koningin Máxima het startschot voor het museum gaf, heb ik daarom in stilte gehuild. Gelukkig had hij nog wel een keer de bouwplaats bezocht, om de nacht erna nauwelijks te slapen, zoveel zorgen had hij over het werk dat zijn dochter nog moest verzetten.’ Het museum draait inmiddels op volle toeren. Maar geen tijd voor rust. ‘Wim Pijbes waarschuwde me: “Na die eerste marathon tot de opening, komt er een tweede.” En dat klopt. Nu bouwen we de organisatie op.’

geven

Recht op gender- en seksuele diversiteit dankzij het Betsy Brouwer Fonds

Een mysterieus kistje was het begin van het Betsy Brouwer Fonds. Het fonds leidde tot een leerstoel die aanjager was voor onderzoek, onderwijs en bewustwording over internationale lhbti+-rechten.

Hoogleraar Kees Waaldijk en donateur Derk Brouwer over wat een fonds op naam kan betekenen voor de universiteit en de maatschappij.

Pam Betsy Pim
Henk

Derk Brouwer nam in 2010 het initiatief voor een fonds op naam bij het LUF. Hij vernoemde het naar zijn oudtante Betsy Brouwer. Het was een eerbetoon aan haar, en aan haar zoons, de tweeling Pim en Pam. ‘Ik heb sterke herinneringen aan tante Betsy’, zegt Brouwer. De tweede vrouw van politicus en verzetsstrijder Henk Sneevliet was “een bijzondere vrouw”. ‘Ze bleef bijvoorbeeld werken na haar huwelijk en na de geboorte van Pim en Pam in 1911. In de geschiedenis heeft ze in de schaduw van Henk Sneevliet gestaan, maar ze deed zelf ook opzienbarende dingen.’ ‘Pim en Pam waren openlijk homoseksueel. Zij waren goed bevriend met mijn vader, de neef van Betsy.’ Net als hun marxistische vader waren zij ook politiek geëngageerd. ‘Ze zagen al snel het gevaar van het opkomend fascisme in Spanje en Duitsland. Pim en Pam beseften dat zij om twee redenen ongewenste personen zouden zijn en beroofden zich beiden van het leven.’

Derk Brouwer was 11 toen tante Betsy overleed en kreeg toen een kistje van haar, waarin familie-archieven bleken te zitten. ‘Mogelijk zag ze in mij degene die het vuur kon doorgeven.’ En dat heeft Brouwer gedaan, onder meer met het fonds. Het was hem, mede vanwege de geschiedenis van Pim en Pam, al snel duidelijk dat het fonds zich moest richten op internationale homorechten. ‘Al heeft dat raakvlakken met alle mensenrechten, die in mijn ogen ondeelbaar zijn.’

Acceptatie

Het fonds financierde de leerstoel Comparative Sexual Orientation Law, die sinds 2011 is bekleed door Kees Waaldijk. ‘Hij heeft het vuur verder aangewakkerd. Hij toonde het belang aan van wetgeving voor acceptatie van relaties tussen mensen van dezelfde sekse. En hij bouwde een netwerk’, zegt Brouwer. Het fonds voorzag aanvankelijk in een bestaan

Het Waaldijk Oriëntatie Fonds

Kees Waaldijk zoekt met het aflopen van zijn leerstoel naar nieuwe manieren om het vakgebied actief te houden en het opgebouwde netwerk niet te laten verbrokkelen. Daarom heeft ook hij het initiatief genomen voor een fonds op naam bij het LUF. ‘Ik ben niet echt een fondsenwerver, en ik heb niet de mogelijkheden die Derk Brouwer had. Maar ik kan in ieder geval het LUF in mijn testament opnemen en hopen dat daarmee een kleine leerstoel ingesteld kan worden. Ik heb de kans gekregen om dankzij een gift dit werk te doen, en als je zoveel geluk hebt gehad, wil je dat doorgeven.’ ‘In de tussentijd ben ik het Waaldijk Oriëntatie Fonds begonnen.’ Daar zijn onder meer giften aan gedaan bij de afscheidsrede van Waaldijk. ‘Het is niet genoeg voor een leerstoel, maar wel voor een fellow die gastcolleges gaat organiseren. Dan blijft het vuur de komende jaren in ieder geval branden.’

van twaalf jaar, maar dankzij een Europees project en een gasthoogleraarschap aan UCLA is dat langer geworden.

Vakgebied

Waaldijk, die op 27 juni zijn afscheidscollege hield, was als student al betrokken bij homorechten, ‘maar een hoogleraarschap homorecht ligt niet voor het oprapen. Dankzij het Betsy Brouwer Fonds kon ik mijn onderzoek en onderwijs volledig richten op dit vakgebied.’

Want een echt vakgebied is het in die veertien jaar wel geworden, durft Waaldijk te zeggen. Het leverde de Global Index on Legal Recognition of Homosexual Orientation op. Zijn Summer School on Sexual Orientation and Gender Identity in International Law trekt veel studenten, uit de hele wereld. ‘Ik ben er trots op.’

Ook Derk Brouwer kijkt tevreden terug op wat het Betsy Brouwer

Fonds heeft bereikt. ‘Het heeft absoluut gebracht waarop ik hoopte. De universiteit is altijd enthousiast geweest, maar er waren stemmen die zich bij de aanstelling van Kees Waaldijk afvroegen of dit onderwerp wel een leerstoel verdiende. Het zou allemaal vanzelf wel komen, internationale lhbti+-rechten. De praktijk laat zien dat het niet zo eenvoudig is. Het zou geweldig zijn als we niet verloren laten gaan wat is opgebouwd.’

Ook bijdragen?

Wilt u bijdragen aan onderzoek of onderwijs van de Universiteit Leiden en tegelijkertijd invulling geven aan uw eigen passie? Met een fonds op naam bepaalt u zelf het doel waaraan uw schenking besteed mag worden. Meer weten? Heiltje Boumeester informeert u graag over de mogelijkheden: h.boumeester@luf.leidenuniv.nl

Derk Brouwer (links) en Kees Waaldijk

Terug in de banken?

Verdiep, verrijk en groei in de Leiden Academy Week

Groei verder als professional. Universiteit Leiden heeft een ruim aanbod gericht op nieuwsgierige professionals, van korte cursussen tot masteropleidingen. Tijdens de Universiteit Leiden Academy Week van 13 tot en met 17 oktober kunnen geïnteresseerden kennismaken met het aanbod. De Leiden Academy stelde een smakelijk menu samen waaruit nieuwsgierige en leergierige professionals kunnen proeven van de mogelijkheden:

Koninkrijkszaken in de praktijk – grenzen, kansen en samenwerking

Maandag 13 oktober, 15:00 - 16:00

Carrièreswitch? Word leraar in het voortgezet onderwijs!

Dinsdag 14 oktober, 16:00 - 17:00

Ambtelijk Vakmanschap

Donderdag 16 oktober, 16:30 - 17:30

Ontwikkel je carrière met professioneel

onderwijs op maat

Maandag 13 oktober, 12:00 - 13:00

Ontwikkel richting in leven en werk: van inzicht naar actie

Dinsdag 14 oktober, 15:00 - 16:00

Is de Rutte­doctrine na de Toeslagenaffaire verlaten of nog levend?

Woensdag 15 oktober, 12:00- 13:00

Zo werkt gedrag: toepasbare inzichten voor professionals én organisaties

Woensdag 15 oktober, 12:00- 13:00

Dual PhD: Waarom Leven Lang Ontwikkelen ertoe doet

Woensdag 15 oktober, 15:00 - 16:00 en donderdag 16 oktober, 12:00 - 13:00

Ambtelijk

Vakmanschap

Donderdag 16 oktober, 16:30 - 17:30

Van de microscoop naar het klaslokaal – over de vape­epidemie in Nederland en de rol die medische professionals hierin kunnen spelen

Vrijdag 17 oktober, 12:00 - 13:00

Toekomstbestendige zorg begint bij inzicht in vergrijzing

Vrijdag 17 oktober, 13:00 - 14:00

Meer weten? universiteitleiden.nl/academyweek of scan de QR-code

Leidraad

FOCUS OP

NIEUW TERREIN

VAN DE ROBOT DIE STEEDS SLIMMER IS TOT OVERHEDEN

DIE MOETEN LEREN OMGAAN MET

INNOVATIEVE TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELINGEN. KUNSTMATIGE

INTELLIGENTIE VERANDERT ONZE

WERELD EN DAARMEE OOK DE KIJK

VAN WETENSCHAPPERS OP DIE

WERELD. IN DEZE ‘FOCUS OP’ LEES JE OVER WETENSCHAPPERS EN ALUMNI DIE ACTIEF ZIJN OP RELATIEF JONGE ONDERZOEKSTERREINEN.

Mogen we naar de dokter wijzen als AI een foutje maakt?

Kunstmatige intelligentie verbetert de kwaliteit van de medische zorg. Maar wat als het misgaat? Wie is er dan aansprakelijk?

Jurist Jan van Staalduinen doet hier onderzoek naar.

Kunstmatige intelligentie (AI) is in opmars in de zorg. Het is kostenbesparend, neemt taken over waardoor meer zorgcapaciteit ontstaat, en het verbetert de kwaliteit van de zorg. Denk aan het optimaliseren van planningen, het ondersteunen bij diagnostiek en het vroegtijdig signaleren van risico’s. Maar wat als het misgaat? Naar wie kijken we dan: de arts, het ziekenhuis of de softwareontwikkelaar?

De patiënt zal al snel naar de dokter wijzen. De arts is immers degene die ons behandelt. Hij of zij werkt met apparaten en behoort die te kennen en goed te bedienen – van röntgenapparatuur tot AI-systemen. Toch noemt Van Staalduinen het ‘een grote misvatting’ dat de arts per definitie aansprakelijk is. In de AI Act, die vorig jaar door de Europese wetgever werd ingevoerd, wordt vooral de aanbieder verantwoordelijk gesteld. Die moet ervoor zorgen dat het systeem goed is getraind.

DEVELOPER
ZIEKENHUIS
DOKTER
Deze foto is door AI gegenereerd.

FOCUS OP NIEUW TERREIN

Toch betekent dat niet dat fouten met AI altijd te voorkomen zijn. ‘Veel mensen hebben weleens gehoord van garbage in, garbage out. Maar het omgekeerde is bij AI-systemen niet altijd waar: goede trainingsdata bieden geen garantie op een goed presterend AIsysteem’, zegt Van Staalduinen. ‘Er zit een onzekerheid in die je niet kunt wegnemen door simpelweg beter je best te doen op de data. Dat wordt weleens over het hoofd gezien door juristen.’

Bovendien zal AI bijvoorbeeld bestaande vooroordelen of blinde vlekken in de data niet vanzelf corrigeren, maar juist overnemen. ‘Denk aan het feit dat de gezondheidswetenschap tot nu toe overmatig gericht is geweest op het mannelijk lichaam. Dat AI diezelfde gerichtheid vertoont, drukt ons met de neus op de feiten.’

GRONDSLAG IN DE WET

Medische aansprakelijkheid bij het gebruik van AI is een nieuw terrein. Er bestaat nog geen jurisprudentie over. Van Staalduinen: ‘De vraag is om te beginnen: ís er wel iemand die verantwoordelijk kan worden gehouden en de schade moet vergoeden? Iemand die schade heeft, moet een grondslag in de wet kunnen aanwijzen die op de situatie van toepassing is. Bijvoorbeeld dat een arts niet goed heeft opgelet, of dat een apparaat gebreken heeft vertoond. Lukt dat niet, dan moet de patiënt de schade zelf dragen.’

WETEN WAAR JE AAN TOE BENT

Voor goede AI-regelgeving is het volgens Van Staalduinen essentieel om een juiste balans te vinden tussen regelgeving vooraf (ex ante) en regelgeving achteraf (ex post). ‘In de EU is gekozen om de regelgeving vooraf relatief stevig op te bouwen. Dat heeft met veiligheid te maken. De burger moet worden beschermd. De systemen moeten veilig zijn. Daar is veel voor te zeggen natuurlijk.’ Tegelijkertijd, voegt hij toe, kan een teveel aan regels de innovatie ook remmen. ‘Ook daar zit zeker iets in, maar regelgeving kan innovatie juist versterken. Bedrijven weten waar ze aan toe zijn en welk pad ze moeten bewandelen om een product op de markt te zetten dat aan alle regels voldoet. Dat is ook in hun belang.’

Jan van Staalduinen is sinds 2021 promovendus aan het Instituut voor Privaatrecht. Hij behaalde in Leiden een mastertitel in Civiel Recht en een MSc in Bioinformatica. Hij liep stages bij advocatenkantoren en werkte als onderzoeksstagiair bij de afdeling Beeldverwerking van het LUMC.

‘ Zie het als een kans’ aldus alumna Suzanne

‘Tegen jonge alumni zou ik willen zeggen: sta open voor nieuwe technologie, wees nieuwsgierig en zie het als een kans. Ook binnen de juridische sector, die niet bekendstaat als koploper op het gebied van innovatie, is AI baanbrekend. Legal technology maakt ons werk beter, sneller en efficiënter. Ons vak is van nature inefficiënt – iets waar ik me al járen aan erger. Daarom was ik zo blij met de komst van AI, en begreep ik niet waarom niet iedereen in mijn vakgebied ermee aan de slag wilde. AI verandert ons vak fundamenteel. Het bevrijdt je van alle rompslomp, waardoor je je als jurist veel meer kunt richten op datgene wat ons vak juist zo boeiend maakt: de juridische diepgang en strategische kansen. AI fungeert als een sparringpartner – mits je de data op de juiste manier weet in te zetten en te interpreteren. Dáár kom ik in beeld. Mijn werk bevindt zich op het snijvlak van het juridische en het technische. Ik help juridische teams slimmer te werken door hun werkprocessen te analyseren en hun grootste knelpunten in kaart te brengen. Vervolgens adviseer ik welke combinatie van legal tech en AI-oplossingen hen efficiënter laat werken, zonder concessies te doen aan kwaliteit. Mijn 28 jaar ervaring in de advocatuur komt daarbij goed van pas. Ik weet hoe de processen verlopen en ben scherp op de

SUZANNE VAN

DER KLIP (51) 1990–1995 Civiel recht, Universiteit Leiden

University of California, College of the Law, San Francisco 1997–2002 Corporate lawyer, Stibbe (Amsterdam en New 2002–2025 Corporate lawyer, Allen & Overy 2018–2025 Innovation Lead, A&O Shearman Amsterdam Heden Legal Innovation Lawyer (freelance)

Complicaties voorspellen

MET AI

Siri van der Meijden promoveerde eerder dit jaar op een onderzoek naar de inzet van kunstmatige intelligentie bij het voorspellen van complicaties na een opname op de intensive care. Inmiddels werkt ze bij de start-up Healthplus.ai, waar ze zich inzet om het product Periscope in ziekenhuizen te introduceren.

WAT IS PERISCOPE?

1

‘Periscope is een AI-tool die artsen helpt om het risico op infecties na een IC-opname beter in te schatten. Een infectie na een verblijf op de intensive care is de meest voorkomende reden voor heropname. Als je dat risico van tevoren kent, kun je sneller en gerichter ingrijpen wanneer zich zo’n infectie voordoet. We gingen ervan uit dat de enorme hoeveelheid beschikbare data zou kunnen helpen om die risico’s nauwkeuriger te bepalen – denk aan medicatie, labwaarden, hartslag, medische voorgeschiedenis…’

2

EN KLOPTE DIE

AANNAME?

‘Zeker. Uit de validatie van de tool blijkt dat die mogelijke complicaties goed kan voorspellen – soms zelfs beter dan artsen. Artsen vertrouwen vaak op hun ervaring, maar juist wanneer zij twijfelen over hun inschatting, blijkt onze tool nauwkeuriger. Ook bij minder ervaren artsen levert het model betere voorspellingen. AI versterkt daarmee de deskundigheid van de arts, in plaats van die te vervangen.’

3

HOE ZIE JIJ DE TOEKOMST

VAN AI IN DE ZORG?

‘AI kan op veel manieren van waarde zijn. Denk aan taalmodellen die helpen de administratieve last te verlichten. Zelf richt ik me vooral op de inzet van AI voor een meer gepersonaliseerde gezondheidszorg. Ik geloof dat AI kan bijdragen aan meer gelijkwaardigheid in de zorg – bijvoorbeeld doordat we niet langer standaard uitgaan van de “gemiddelde man” tussen de 18 en 65 jaar.’

4

ZITTEN ER OOK RISICO’S

AAN DEZE TOEPASSINGEN

VAN AI?

‘AI moet eerlijk en onbevooroordeeld zijn. Daar wordt veel over gediscussieerd, en ik heb daar zelf ook onderzoek naar gedaan. Je moet een model testen in groepen met verschillende achtergronden. Als blijkt dat het model bestaande verschillen vergroot, moet je het niet gebruiken. Daarnaast zijn er voldoende, betrouwbare data nodig om AI goed te laten functioneren. En ten slotte: artsen moeten AI nooit blindelings volgen. Hun expertise blijft onmisbaar.’

Siri van der Meijden is gepromoveerd in het LUMC. Zij werkt nu voor Healthplus. ai, dat voortkomt uit het onderzoeksproject PERISCOPE. Als masterstudent Technische Geneeskunde ontwikkelde ze modellen voor het voorspellen van IC-heropnames.

FOCUS OP NIEUW TERREIN

KUNSTMATIGE ANTISTOFFEN

De toekomst van medicijnen?

Twee onderzoekers van het Leiden Academic Centre for Drug Research (LACDR) ontwikkelden samen een volledig synthetisch alternatief voor antistoffen. Chemici Sebastian Pomplun en Matthias Barz over hoe het bij het eerste experiment al raak was.

Kunnen we iets maken dat werkt als een antistof, maar dan volledig synthetisch, een stabiel middel zonder ernstige bijwerkingen? Dat vroegen Pomplun en Barz zich af. Antistoffen zijn namelijk complex, en dus duur om te maken. Daarbij zijn ze lastig te bewaren en ze kunnen soms afweerreacties veroorzaken. De twee zagen kansen voor verbetering.

Door hun expertise in peptidenchemie (Pomplun) en polymeerchemie (Barz) te combineren, konden ze deeltjes maken die eruitzien en werken als echte antistoffen. Antistoffen zijn Y-vormige eiwitten die ons afweersysteem van nature gebruikt en die tegenwoordig ook veel in zogeheten immuuntherapieën worden ingezet. ‘Onze deeltjes gedragen zich alsof het antistoffen zijn’, zegt Barz, ‘maar ze zijn stabieler en makkelijker te produceren.’ Een groot voordeel: ze hoeven niet koel bewaard te worden. Patiënten kunnen het medicijn gewoon mee naar huis nemen en het zichzelf toedienen. In tegenstelling tot natuurlijke eiwitten, die makkelijk kapotgaan bij hitte of bevriezing, blijven deze synthetische versies stabiel. ‘Dat komt doordat ze niet op dezelfde manier tot een 3D-structuur vouwen als eiwitten’, legt Pomplun uit. ‘Je kunt het zien als een flexibel skelet met stevige uitsteeksels; een soort flessenborstel op nanoschaal.’ Die simpele structuur is hun geheim: de moleculen hebben alleen een ‘primaire structuur’ en gaan daardoor niet kapot onder stress, iets wat bij echte antistoffen wel snel gebeurt.

DE JUISTE CELLEN

Hoe kun je zorgen dat deze antistof-achtige

deeltjes precies de juiste cellen herken nen, bijvoorbeeld kankercellen? Dat zit ’m in de toevoegingen, legt Pomplun uit. ‘We kunnen kleine, specifieke peptiden aanhechten die binden aan bepaalde cellen, net zoals natuurlijke antistoffen dat doen.’

De onderzoekers waren zelf verbaasd over hoe goed hun idee werkte. ‘Geheel onver wachts lukte het al bij het aller eerste experiment’, zegt Barz. Zo’n revolutionair, simpel con cept—waarom had niemand dit eerder bedacht? ‘Dat vra gen wij ons ook af’, lacht Barz. Een verklaring is dat je voor dit idee heel specifieke ken nis nodig hebt, zowel van pep tiden- als van polymeerchemie. ‘Er zijn maar weinig mensen die die combinatie beheersen.’

De onderzoekers zijn niet alleen enthousiast over de wetenschap achter hun ontdekking, maar voor al over wat die kan betekenen voor patiënten. Pomplun: ‘Antistoffen zijn een geweldige uitvinding van de natuur, maar met synthetische technieken kunnen we ze nog verbeteren. Het is ontzettend span nend om te zien dat ons concept echt werkt.’

SPIN-OFF

Hun methode zou de manier waarop we medi cijnen ontwikkelen en toedienen kunnen ver anderen, denken de twee. Ze moeten nog testen hoe hun moleculen zich gedragen in levende systemen, maar de vooruitzichten zijn veelbelovend. Hun vertrouwen is in elk geval zo groot dat ze inmiddels een spin-off-be drijf zijn gestart om hun onderzoek van het lab naar de praktijk te brengen. Barz besluit: ‘We houden allebei van mooie chemie die echt impact maakt. Dit is zo’n zeldzaam project waarin alles gewoon klopt.’

‘Overheid

moet investeren in eigen technologische expertise’

Overheden worden vaak weggezet als traag en ouderwets. Maar volgens onderzoeker Matt Young is dat beeld achterhaald én gevaarlijk. ‘Publieke organisaties móeten wel voorzichtig zijn,’ stelt hij. ‘Hun taak is stabiliteit bieden op de langere termijn. Maar als die voorzichtigheid betekent dat je geen idee hebt wat technologie voor je kan doen – of juist kapot kan maken – dan loop je onvermijdelijk achter de feiten aan.’

Young is verbonden aan het Instituut Bestuurskunde en doet onderzoek naar technologische innovatie bij overheden, met speciale aandacht voor kunstmatige intelligentie (AI). Hij kijkt niet alleen of een overheid besluit AI te gebruiken, maar vooral hóe ze dat implementeert en wat dat concreet oplevert. ‘Het gaat me niet om de hype,’ zegt hij. ‘Ik wil weten: verandert het de dienst verlening echt, en in welke richting?’

DIGID

Een belangrijk inzicht uit zijn werk is dat succesvolle technologie in de publieke sector vaak onzichtbaar is. ‘Neem DigiD,’ zegt hij. ‘Voor Nederlanders is het vanzelfsprekend dat je online zaken regelt met de overheid. Maar als Amerikaan viel mijn mond open: zo’n goed geïntegreerd systeem bestaat in de VS helemaal niet.’ Juist omdat het werkt, zien mensen het niet als innovatie.

Volgens Young is dat een probleem: ‘We vieren successen niet, maar als het misgaat – zoals bij het toeslagen-

schandaal – is de schade enorm en komt het volop in het nieuws. Dan draait de discussie alleen nog om hoe vreselijk het is misgelopen.’

KWETSBAARHEID

Een rode draad in Youngs werk is de kwetsbaarheid van overheden die technologie willen inzetten zonder voldoende eigen expertise. Hij verwijst naar het recente debacle in Amsterdam, waar een AI-model fraude in de bijstand moest voorspellen. ‘De data waarmee dat model werd getraind, waren gebaseerd op oude audits, die zelf al steunden op een gebrekkige fraude-scorekaart,’ legt hij uit. ‘Met slechte data train je een slecht model. Dat is een ijzeren wet. Het gevolg: discriminatie en een zeer beperkte effectiviteit. De betreffende bijstandsaanpak is inmiddels stopgezet.’

VERKEERDE PRIKKELS

Daar komt nog een fundamenteel probleem bij: overheden leunen vaak op externe partijen – consultants of softwareleveranciers – om technologie in te voeren. ‘Die samenwerking is riskant,’ waarschuwt Young. ‘De

overheid weet vaak niet eens wat ze niet weet. Dat hoeft geen probleem te zijn als externe partijen aan hetzelfde doel werken. Maar de prikkels liggen anders: bedrijven willen winst maken, terwijl een overheid verantwoording moet afleggen aan burgers. Zelfs als de samenwerking in goede bedoelingen start, kan de uitkomst heel onwenselijk zijn. Wat commercieel werkt, kan maatschappelijk desastreus zijn.’

GELIJKWAARDIGE PARTNER

Toch is Young niet pessimistisch. Hij ziet technologie juist als kans om dienstverlening te verbeteren, mits het goed gebeurt. ‘Als overheden investeren in eigen kennis, kunnen ze niet alleen betere keuzes maken, maar ook leveranciers kritischer bevragen. Dan ben je geen speelbal meer, maar een gelijkwaardige partner.’

FOCUS OP NIEUW TERREIN

Die eigen kennis gaat verder dan alleen techniek: het draait volgens Young om het begrijpen van de unieke context van de publieke sector. ‘Alleen als je die kent, kun je beoordelen of technologie aansluit bij publieke waarden als gelijkheid, transparantie en zorgvuldigheid.’

VERANTWOORDELIJKHEID NEMEN

De belangrijkste boodschap die Young wil meegeven: overheden kunnen zich niet veroorloven om achterover te leunen. ‘De snelheid van technologische ontwikkelingen is enorm. Maar in plaats van af te wachten, moeten overheden investeren in eigen expertise. Alleen dan kun je AI en andere innovaties verantwoord inzetten –en écht het verschil maken voor de samenleving.’

Matt Young studeerde politieke wetenschappen aan de University of California, Berkeley en promoveerde aan de University of Southern California. Sinds 2021 is hij universitair docent aan het Institute of Public Administration van de Universiteit Leiden.

‘ Bijna niet bij te houden’ aldus

alumnus Victor

‘Jaarlijks vinden er meer dan 5 miljard transacties plaats door klanten van ABN AMRO. Afgelopen jaar waren dit er zo’n 5,4 miljard. Aan mij de taak, samen met mijn team, om deze transacties te checken op mogelijke fraude. Zonder AI of machine learning is het onmogelijk dit in korte tijd te doen. We werken met verschillende modellen die heel snel controleren of een transactie potentieel frauduleus is. Bepaalde karakteristieken van die transacties worden gebruikt om de modellen te trainen. Komt de transactie overeen met het normale klantgedrag of wijkt het af? Zo ja, dan blokkeren we de rekening en bellen we de klant. Fraude vindt relatief veel plaats; mensen zijn bijvoorbeeld via advertenties op social media naar nep-webshops geleid. Als machine learning engineer is het mijn taak om de code binnen de modellen te optimaliseren, zodat we in een zo kort mogelijke tijd een voorspelling kunnen doen. Ik ben me ervan bewust dat de ontwikkelingen snel gaan in mijn vakgebied. De modellen waar ik nu mee werk zijn binnen twee jaar ongetwij feld totaal anders. Je moet to date blijven, er is dull moment, veel lezen dus en veel in gesprek gaan met elkaar. Maar eerlijk is eerlijk, er worden zoveel artikelen gepu bliceerd op mijn vakgebied dat het bijna niet lukt om álles bij te houden.’

VICTOR POSLAVSKY (28) 2015-2019 Infor matica, Leiden 2019-2022 Master Data science, Leiden 2023-2025 Data Scientist Randstad 2025-heden machine learning engineer ABN Amro

‘Beleidsmakers kunnen beter gebruikmaken van kennis over migratie’

de jonge wetenschapper

Katharina Natter

Politici hebben de mond vol van migratie of werken aan het ‘strengste asielbeleid ooit’. Maar op welke inzichten wordt zulk beleid gebaseerd en wat zegt het over staten en samenlevingen? Politicoloog Katharina Natter (36) doet onderzoek naar migratiebeleid onder verschillende politieke regimes.

Hoe zijn regeringen tot hun migratiebeleid gekomen en hebben ze daar wetenschappelijke inzichten bij gebruikt? Dat is de belangrijkste vraag van een van de twee onderzoeksprojecten waar Katharina Natter, onderzoeker en universitair docent aan het Instituut Politieke Wetenschap in Leiden, zich op richt. ‘Regeringen maken beleid om migratie te beïnvloeden’, zegt Natter. ‘Daarvoor moeten ze een bepaald idee hebben over hoe migranten beslissingen nemen. Daar is veel wetenschappelijke kennis over, maar beleidsmakers lijken die maar weinig te gebruiken.’

Aannames

Natter bestudeert beleidsdocumenten van de Nederlandse, Italiaanse en Oostenrijkse overheid om te achterhalen welke aannames over gedrag van migranten ten grondslag liggen aan het beleid. ‘In migratiebeleid worden verschillende categorieën migranten neergezet als totaal verschillende personen’, legt ze uit. Hierdoor wordt voorbijgegaan aan het feit dat meerdere typen in één persoon kunnen schuilen. ‘Een vluchteling wordt bijvoorbeeld gezien als slachtoffer zonder enige eigen invloed, terwijl een arbeidsmigrant erg rationeel alle opties zou afwegen. Maar dat is niet hoe het in de werkelijkheid gaat. Een vluchteling weegt ook opties af, en een arbeidsmigrant kan juist op een gevoel afgaan.’

Drie jaar geleden zette Natter breed in op haar academische ontwikkeling en

vroeg twee onderzoekssubsidies aan. Beide werden toegekend, waardoor ze nu twee projecten tegelijk leidt. ‘Voor mijn kennisontwikkeling is dat heel fijn, voor mijn agenda iets minder’, lacht ze. Haar tweede onderzoek gaat over de veranderingen in migratiebeleid in staten die van een democratie naar een autocratie bewegen. Denk aan Hongarije, Tunesië, Brazilië of Thailand. ‘De aanname is dat immigratie wordt beperkt zodra een staat een autocratische leider krijgt’, legt Natter uit. ‘Maar dat hoeft niet zo te zijn.’

Om te onderzoeken of er dynamieken of patronen zijn, brengt Natter van dertig autocratiserende landen het migratiebeleid in kaart. ‘Dat betekent dat we wetten en beleidsdocumenten van die landen bestuderen: wie mag niet naar binnen, wie wel, voor hoe lang en wat mag diegene wel of niet doen. Met dat overzicht brengen we de diversiteit van migratiebeleid in beeld, en ook kun je zien hoe migratie wordt ingezet voor het politieke spel.’

Mobiliteit

Zelf is Natter ook een migrant: ze woont al de helft van haar leven niet meer in haar geboorteland Oostenrijk. ‘Op mijn achttiende vertrok ik naar Frankrijk om te studeren en twee jaar later naar Caïro voor een uitwisselingsprogramma. Daar besefte ik hoe anders Europa was voor mij dan voor mijn Egyptische studiegenoten. Zij zouden dolgraag eens de Eiffeltoren zien, maar konden nooit een visum krijgen. Ik realiseerde me dat

de Europese Unie geweldig is – maar alleen voor Europeanen, omdat het anderen heel veel beperkingen oplegt. En dat migratiebeleid niet alleen gaat over migratie, maar ook over mobiliteit.’

Met een Europees paspoort zijn er nauwelijks grenzen aan mobiliteit. Natter woonde ook nog in Engeland, België en Nederland en deed veldonderzoek in Marokko, Tunesië en Brazilië. ‘Net als de meeste migranten had ik geen vooropgezet plan waar ik me uiteindelijk zou willen vestigen’, zegt ze. ‘Zo ben ik in Nederland terechtgekomen omdat mijn professor aan de universiteit van Oxford hier een aanstelling kreeg en hij mij vroeg om mee te gaan. Persoonlijke ontwikkeling is voor veel migranten een drijfveer.’

Gratama

Wetenschapsprijs

Katharina Natter ontving in mei de Gratama Wetenschapsprijs voor haar onderzoek. De prijs wordt namers de Gratama Stichting om het jaar uitgereikt aan een Leidse jonge wetenschapper die maatschappelijk relevant onderzoek doet. Volgens de jury doorbreekt Natter traditionele ideeën in migratiestudies, onder meer door ook te kijken naar migratiebeleid in niet-westerse en niet-democratische landen. Met de prijs krijgt ze een bedrag van 20.000 euro voor verder onderzoek.

signalen

universiteitleiden.nl/agenda

GEESTESWETENSCHAPPEN

donderdag 20 november

Lezing Manon Uphoff

HORTUS

Verfplanten

vanaf 31 oktober

Gastschrijver Manon Uphoff verzorgt de jaarlijkse Albert Verweylezing. In het Groot Auditorium van het Academiegebouw. Aanvang 20 uur. universiteitleiden.nl/gastschrijver

ARCHEOLOGIE

Open huis

woensdag 22 oktober, 11.30-17.00 uur

Kom gratis langs voor lezingen, workshops met archeologisch materiaal, of neem je eigen gevonden spullen mee om ze door een expert te laten bekijken. Van Steenisgebouw, Einsteinweg 2. universiteitleiden.nl/agenda

ALUMNI-ACTIVITEITEN

Workshops en masterclasses

Komend collegejaar kun je als Leidse alumnus rekenen op een veelzijdig programma vol masterclasses, bijeenkomsten en werkbezoeken. Zo worden er bijeenkomsten gepland over de inhuur van zzp’ers en

over mediation, zijn er activiteiten speciaal voor jonge alumni en kun je in november meer leren over zij-instroming in het voortgezet onderwijs. Daarnaast krijg je een kijkje achter de schermen bij organisaties

waar Leidse alumni hun carrière hebben opgebouwd. Ook opent het Jonge Alumni Netwerk (JAN) de deuren voor nieuwe bestuursleden. Meer weten? universiteitleiden/ alumni

Leden van de Vereniging van Botanisch Kunstenaars portretteerden allerlei planten die in Nederland als verfplant gebruikt zijn, voornamelijk voor het kleuren van textiel. Bekende verfplanten zoals meekrap en wede, maar ook minder bekende als kaasjeskruid, ridderspoor en paardenbloem.

Oude UB, Rapenburg 70, tijdens kantooruren.

Agenda

vanaf woensdag 8 oktober

Leids Historisch Dispuut Merlijn organiseert dit najaar drie historische lezingen; sprekers zijn onder anderen Henk Singor en Dirk Alkemade. universiteitleiden.nl/ agenda/series/merlijn

9 okt en 13 nov

Een reeks filosofische lezingen over fundamentele vragen voor een breed publiek. Dit najaar onder meer over sport en filosofie. universiteitleiden.nl/ leidse-bespiegelingen vrijdag 28 november

Veenhof-lezing 2025 in Museum van Oudheden door Elena Devecchi (Universiteit van Turijn). nino-leiden.nl/event/ veenhof-lecture

GEESTESWETENSCHAPPEN

Filosoof Daan Roovers houdt Huizingalezing

donderdag 11 december

Filosoof Daan Roovers, voormalig Denker des Vaderlands (20192021) houdt de Huizingalezing van 2025. Sinds 1972 wordt jaarlijks de Huizingalezing georganiseerd in Leiden. De naam van de lezing is een eerbetoon aan de historicus en cultuurfilosoof Johan Huizinga. De Huizingalezing van 2025 vindt plaats op donderdag 11 december in de Stadsgehoorzaal Leiden. Daan Roovers is een van de drijvende krachten achter het publiek maken van de filosofie. Ze is docent publieksfilosofie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en aan de Universiteit van Amsterdam, en lid van de denktank Nederland in 2040. Sinds juni 2023 is zij lid van de PvdA/GroenLinksfractie in de Eerste Kamer. universiteitleiden.nl/huizinga

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEKEN

Pioniers van de natuurfotografie

De vroege natuurfotografen werden bewonderd en bejubeld. Deze ‘jagers met camera’ fotografeerden zonder moderne tele- of macrolenzen. Dat maakt hun werk des te indrukwekkender. Op donderdagavond 30 oktober organiseert Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL) in de UB een podiumgesprek tussen schrijver Eva Vriend, kunstenaar Awoiska van der Molen, Jac. P. Thijsse-biograaf Dik van der Meulen en conservator Fotografie Maartje van den Heuvel over de opkomst van natuurbescherming in Nederland (1900 – 1940) en de rol van fotografie daarin. De avond wordt georganiseerd tijdens de Maand van de Geschiedenis, die dit jaar het thema ‘Natuurlijk’ heeft. bibliotheek.universiteitleiden.nl

jaar Universiteit Leiden vieren

Ook in het najaar bruist het lustrum van activiteiten waar alumni van harte welkom zijn.

Lustrumexpositie

Nog tot en met 26 oktober: De eeuwige student in de Hortus botanicus, een beeldrijke terugblik op 450 jaar studeren.

De Kennisboomgaard

Op vrijdag 28 november, 12–17 uur (PLNT Leiden) ontmoet u onderzoekers, gemeenten en maatschappelijke organisaties rond thema’s als AI, gezondheid en een weerbare samenleving. Deelname is gratis,

GEESTESWETENSCHAPPEN

aanmelden via universiteitleiden.nl/ kennisboomgaard.

Alumni op het LIFF

Vier Leidse alumni presenteren hun favoriete film tijdens het Leiden International Film Festival. Kom luisteren naar hun toelichting en geniet van: Groundhog Day (Armin van Buuren), One Child Nation (Cindy Huijgen), Amores Perros (Jeroen Windmeijer) en The Feminister (Emine Kaya). Het festival loopt van 9–19 oktober. Meer info: liff.nl.

Bekijk het volledige programma op universiteitleiden.nl/450

Wereldwijde thema’s dichtbij huis

In de actualiteitencolleges van LeidenGlobal in Leiden en Den Haag worden actuele mondiale onderwerpen helder en beknopt belicht. Deskundigen delen informatie over thema’s die verband houden met specifieke regio’s en culturen. Daarbij is er veel ruimte voor interactie: bezoekers kunnen vragen stellen, in gesprek gaan en suggesties aandragen. leidenglobal.org

Cleveringabijeenkomsten voor alumni

Binnenland

Amsterdam

25 november

Prof.dr. Niels Chavannes

Arnhem/Nijmegen

26 november

‘Improving political dialogue on campus’

Dr. Noa Schonmann

Breda

26 november

Dr. Arno Roest

& Dr. Anne de Pagter

Den Haag

26 november

‘De rechtsstaat in gevaar’

Prof.mr. Ferd Grapperhaus

Friesland

26 november

‘Actieve herinnering’

Prof.dr. Wim Voermans

’t Gooi

23 november

Dr. Arno Roest

& Dr. Anne de Pagter

Haarlem

26 november

‘Global Health: een zaak van ons allen’

Prof. Hubert Endtz

Harderwijk

26 november

‘De politiek van het kleinste kwaad. De Joodse

Raad, 1941-1943’

Dr. Bart van der Boom

Leiden

27 november

‘Democracy under Threat’ Onder anderen

Prof.dr. Sarah de Lange en Prof.mr. Ferd Grapperhaus

Limburg

26 november

‘Smartphones en sociale media’

Dr. Carlijn Bergwerff

Middelburg

26 november

‘De Leidse jaren van Nobelprijswinnaar

Pieter Zeeman’

Prof.dr. Dirk van Delft

Rotterdam

3 december

Prof.dr. Ineke Sluiter

Sluis

28 november

‘Ecologie versus economie’

Prof.dr. Jan Willem Erisman

Twente

27 november

‘Gezonde twijfel. Een leidraad bij het zelf beoordelen van behandelingen’

Prof.dr. Adam Cohen

Utrecht/Amersfoort

26 november

‘Regeneratieve geneeskunde’

Prof.dr. Eelco de Koning en Prof.dr. Eline Slagboom

Zutphen

26 november

‘De glazen toren. De Leidse Universiteit 1970-2020’

Dr. Pieter Slaman

Buitenland

Brussel

26 november

Bratislava

24 of 25 november

Calgary

24 november

‘Recente ontwikkelingen omtrent de behandeling van tinnitus’

‘The Nature of Engineering: A Bio-inspired Approach’

Prof.dr. Jos Eggermont en Prof.dr. Marjan Eggermont

Curaçao

Onder voorbehoud

‘International Dispute Resolution’

Prof.mr. Henk Snijders

Genève

Eind november

‘Moedige wetenschap’

Prof.dr. Willem Otterspeer

Istanbul

Op of rond 26 november

‘De vrijheid van meningsuiting’

Prof.dr. Tarlach McGonagle (o.v.b.)

Luxemburg

26 november

‘Is internationale samenwerking nog mogelijk?’

Prof.dr. Jan Aart Scholte

Mexico City

21 november

Prof.mr.dr. Maartje van der Woude

München

27 november

‘Die Demokratie in Gefahr?‘

Dr.mr. Floris Mansvelt

Beck

Nice

22 november

‘Overleeft de Transatlantische relatie een tweede termijn Trump?’

Mr. Henne Schuwer

Parijs Nnb

Rome

Op of kort na 26 november

‘The young Eduard Maurits Meijers as empirical researcher: a lawyer in the polder.’

Prof.mr. Alex Geert Castermans

Straatsburg

25 november

Prof.mr. Tom Barkhuysen

‘The ECHR as a threat to the Trias Politica: fact or fiction?’

Informatie

Actuele informatie en aanmelden voor deze alumnibijeenkomsten:

in de familie

Drie zeer verschillende tijden

Willy Hijmans studeerde Geneeskunde, zijn zoon Hielke Rechten en kleindochter Sophie International Studies. Drie verschillende studies aan de Universiteit Leiden in even zo verschillende tijden, waarin de actualiteit steeds een grote invloed had op hun studentenleven.

Willy begon in 1939. Hij werd lid van het Leids Studenten Corps en schaarde zich, toen de oorlog uitbrak, achter de hoogleraren Cleveringa en Barge, die zich verzetten tegen de rassenleer van de Nazi’s. Als Leids student raakte hij betrokken bij het verzet en speelde een sleutelrol in ontsnappingslijnen naar Zwitserland en Zuid-Frankrijk.

Hij werd hoogleraar in Leiden en zette zich na zijn emeritaat in om de herinnering aan de oorlog levend te houden, onder meer met lezingen. Hijmans was initiatiefnemer van de stenen lessenaar

bij het Academiegebouw (2014) die herinnert aan de protestredes van Cleveringa, Barge en Van Holk. Zoon Hielke begon in 1978 aan zijn Rechtenstudie. Zijn vader hoopte op Geneeskunde én op Minerva, maar Hielke koos voor Augustinus, waar hij actief was in allerlei commissies. ‘Minerva vond ik te conservatief. Augustinus paste beter bij mij. En ik heb er ontzettend veel geleerd, het heeft echt bijgedragen aan een mooie studententijd.’

Die hoop op een mooie studententijd had hij ook voor dochter Sophie, maar zij begon aan International Studies in coronajaar 2020. ‘Thuisstudie dus. Toen alles weer normaal werd, bleek het lastig om vriendschappen te sluiten. Dat is wel jammer.’ Gelukkig maakte ze dat later goed. Lachend: ‘Tijdens mijn uitwisseling in Brazilië heb ik alle gemiste feesten ruimschoots ingehaald.’

Leve het hoorcollege

Met zijn allen in een grote zaal langdurig luisteren naar één spreker: is dat magisch en motiverend of onnodig en ouderwets? Docenten en studenten delen hun ervaringen en overlevingstips.

‘Ik zorg voor

interactieve momenten’

Kirsty Rolfe, universitair docent bij Leiden University Centre for the Arts in Society (LUCAS), geeft onder meer ‘16th and 17th century literature’ ‘In mijn hoorcolleges probeer ik ‘entertaining’ te zijn. Als ik terugdenk aan de tijd dat ik zelf studeerde, herinner ik me vooral de colleges waar iets gebéurde. Als docent ben je in je eigen colleges vaak een uitvergrote versie van jezelf, en dat werkt natuurlijk voor iedereen anders uit. Voor mij betekent het dat ik, net als in mijn gewone leven, grapjes maak en een losse stijl heb. Zo schrijf ik mijn – overigens grondig voorbereide – colleges niet uit, ik lees ze dus zeker niet voor. De PowerPoint-slides die ik gebruik moeten er aantrekkelijk uitzien: bijvoorbeeld met afbeeldingen van

nissen, als het kan zo intrigerend mogelijk. Als ik over toneel teksten spreek, dan gebruik ik ook veel foto’s en video’s van moderne toneelproducties. Ook zorg ik voor interactieve momenten, waarbij ik studenten bijvoorbeeld vraag om met hun buurman of buurvrouw over een bepaald punt te discus siëren. Iemand in de collegezaal aanwijzen om een vraag te beantwoorden? Nee, dat doe ik niet, dat is voor veel studenten intimiderend en daardoor contraproductief. Met mijn hoorcolleges wil ik informatie overbrengen, maar ook inspireren. Bijvoorbeeld door te laten zien hoeveel verschillende invalshoeken er zijn om een tekst te analyseren. Neem man-vrouwverhoudingen, die kunnen een prima uitgangspunt zijn om een 16e-eeuws toneelstuk te analyse -

groep heeft iets magisch’

Mathijs de Jong, bachelor Rechten (afgerond), masterstudent Encylopedie en Filosofie van het Recht ‘Veel van de hoorcolleges die ik tijdens mijn bachelor Rechten heb gevolgd waren echt grootschalig. Het lastige van zulke aantallen is dat niemand zich direct voelt aangesproken, waardoor het kan voelen alsof je met z’n allen naar een live online presentatie zit te kijken. Ook gebeurde het regelmatig dat er tijdens een college werd gekletst. Als het dan gaat over vakanties ofzo, kan ik me daar wel voor afsluiten. Maar juist als mensen het over het college zelf hebben, kan dat heel storend zijn. Tegelijk heeft het ook iets magisch om met zo’n grote groep geïnteresseerden te luisteren naar een inhoudelijk verhaal. Sommige docenten geven heel inspirerende hoorcolleges. Bijvoorbeeld bij het vak Inleiding tot Burgerlijk Recht, een onderwerp waar ik niet heel geïnteresseerd in was. Maar toch hing ik aan de lippen van de hoorcollegedocent. Er is een uitspraak van een andere docent die ik altijd heb onthouden: We vormen hier aan de universiteit een universitas, een gemeenschap. En dat is voor mij óók waar hoorcolleges over gaan: als studenten ontmoet je elkaar daar. Zeker bij een studie als Rechten waar maar relatief weinig contacturen zijn, is dat sociale aspect heel belangrijk.’

Leve het hoorcollege

Activeren en inspireren

Roeland van der Rijst is hoogleraar Onderwijswetenschappen en verbonden aan het ICLON. Dat verzorgt opleidingen, bijscholing en doet onderzoek op het gebied van onderwijsvernieuwing, motivatie van studenten, kortom: het beste (hoger) onderwijs.

Wat is het doel van hoorcolleges?

In een hoorcollege geeft de docent overzicht: de link met andere vakken en vakgebieden, en de verschillende aspecten van het vak zelf. Als studenten zelf met de stof aan de slag gaan en nieuwe kennis opdoen, kunnen ze die kennis verbinden met wat ze al weten uit de hoorcolleges. Bovendien blijkt uit onderzoek dat studenten het fijn vinden om in zo’n college geïnspireerd te worden door de docent – iemand die met enthousiasme en expertise over het onderwerp kan spreken.

Welke plek hebben de colleges binnen het onderwijs?

In de collegebanken zijn studenten passieve toehoorders. In hoorcolleges vindt dus een ander type leerproces plaats dan het leerproces waarbij ze zich de stof actief eigen maken.

Het ‘echte’ leren gebeurt in de werkcolleges, in practica en bij groepsopdrachten, waar ze in kleine groepen de stof bespreken en ermee oefenen.

Zijn er nadelen?

De aandacht is snel weg. Uit onderzoek van ICLON blijkt dat de studenten voornamelijk tijdens de eerste tien minuten en in de laatste vijf minuten aandacht hebben voor wat de docent vertelt. Dat wordt overigens wel beter als je hun vraagt om aantekeningen te maken tijdens het college, dan moeten ze immers iets actiefs met de stof doen.

Gaan de hoorcolleges ooit verdwijnen?

Dat denk ik niet, het blijft een funda mentele taak van docenten om over zicht te geven, studenten te motive ren en te inspireren. Maar het mogen er best wat minder worden. Mijn advies aan de universiteit zou zijn: beperk het aantal hoorcolleges. Niet meer voor ieder vak iedere week een, maar een of twee aan het begin van een vak, en dan misschien halverwe ge nog een. De studenten hebben dan meer tijd om actief te werken met de leerstof in bijvoorbeeld werk colleges.

‘Van mij hoef je hier niet te zijn’

Roy de Kleijn, universitair docent bij Psychologie en Informatica

‘Ik geef de collegereeks ‘Inleiding in de Psychologie’, daar zitten tot wel 400 studenten in de zaal. Het is een verplicht vak voor de eerstejaars, en er zijn ook mensen die dit als keuzevak volgen. Ja, dat is een flink aantal, en toen ik met deze colleges begon vond ik dat dan ook best spannend. Inmiddels zit ik zo goed in de materie dat ik niet zenuwachtig meer ben. Als docent voor zo’n grote groep moet je uitstralen dat je kennis van zaken hebt, dat je het waard bent om naar te luisteren. Wanneer het rumoerig is in de zaal, spreek ik studenten daarop aan. ‘Van mij hoef je hier niet te zijn,’ zeg ik dan, ‘maar als je hier bent, wil ik dat je luistert naar wat ik heb te zeggen.’ Dat werkt meestal prima, behalve toen er een keer muizen door de zaal liepen. Waarom hoorcolleges goed zijn voor studenten? Ze maken kennis met het onderwerp, maar het brengt ze ook in beweging: ze komen hun bed uit, ontmoeten elkaar. Zo gaan ze een binding

Leve het hoorcollege

‘Een goed hoorcollege is voor mij een college waarbij de docent enthousiast en levendig over het onderwerp vertelt, waardoor je blijft luisteren en het nergens saai wordt. Dat enthousiasme is belangrijk, maar ook of iemand zichzelf is en weet wat werkt en wat niet werkt in een college. Welke soort slides interessant zijn bijvoorbeeld. Als een docent gewoon een riedeltje staat af te draaien, om het oneerbiedig te zeggen, en als het college vooral bestaat uit reeksen van feiten, dan resoneert dat niet. Geschiedenis leent zich er bij uitstek voor om een verhaal te vertellen, waarbij het onderwerp gaat leven en zich voor je ogen afspeelt. En dat is voor veel mensen precies waarom ze geschiedenis zijn gaan studeren – de verhalen. Sommige docenten zijn daar heel goed in. Dan kan het gebeuren dat je als student helemaal valt voor een niche-onderwerp, waarvan je nooit had verwacht dat je dat interessant zou vinden. Dat gebeurde mij toen ik in het derde jaar het vak Nederlanders op de Wereldzeeën volgde. De docent vertelde zo inspirerend over de 18e-eeuwse walvisvaart, dat ik zelfs heb overwogen om mijn afstudeerscriptie daarover te schrijven.’

Geen laptops en telefoons meer

Sander van Kasteren, hoogleraar bij Leiden Institute of Chemistry, geeft onder meer ‘Moleculaire celbiologie & Immunologie’ ‘Ook bij hoorcolleges zie je, voor al sinds de covid-periode, een toe nemende digitalisering. Denk aan PowerPoint-presentaties, video’s en online vragenlijsten tijdens colleges. Ik heb daar een tegen draadse mening over: door al die digitale middelen worden de hoorcolleges slechter. Dat zie ik aan de tentamencijfers van mijn studenten. Met al die schermen creëer je afstand, de interactie tussen docent en studenten verdwijnt en het wordt moeilijk om studenten mee te krijgen in de lesstof. Vorig jaar werd ik genomineerd voor de Science Teacher Award, het bijbehorende onderwijsbudget zet ik in om te onderzoeken hoe dit anders kan. Ik ben ervan overtuigd dat je

het beste leert door te luisteren, te kijken en te schrijven – gewoon met een pen. Mijn colleges ben ik aan het herontwerpen zodat ik ze zonder digitale ondersteuning kan geven. Dat zal wel wennen zijn voor de studenten: geen PowerPoint-slides en geen laptops en telefoons tijdens de colleges. Misschien gaan ze me haten! Maar ik heb een motiverend argument: door met mij dit experiment aan te gaan, haalt waarschijnlijk iedereen een voldoende.’

‘Je aandacht verslapt makkelijk’

Friso Hogendoorn, bachelor Rechten (afgerond) en propedeuse Italiaanse taal en cultuur, masterstudent Encylopedie en Filosofie van het Recht

‘Bij Rechten en Italiaans heb ik twee heel verschillende soorten hoorcolleges meegemaakt. De eerstejaars Rechten-hoorcolleges zijn in het Gorlaeus. Daar zijn de grootste zalen, en dan nog worden

sommige hoorcolleges in twee shifts gegeven. Inmiddels ben ik verder in mijn studie en doe een master Rechten. Terugkijkend vind ik wel dat deze vorm van onderwijs niet altijd even goed werkt. Als de docent een taai artikel behandelt en als er dan ook nog eens een groot aantal slides wordt geprojecteerd, verslapt je aandacht gemakkelijk. Toen ik het eerste jaar van Italiaans deed, waren de hoorcolleges veel persoonlijker. We waren met ongeveer tien man. Er was door die kleinschaligheid ook geen duidelijk onderscheid tussen hoorcolleges en werkgroepen. In zo’n setting leer je je medestudenten heel makkelijk kennen en de band met de docenten is hecht. Dat heeft ook invloed op de kwaliteit van het onderwijs.’

werkplek van Diederik Mud

‘Trots is wel het goede woord.’ Diederik Mud (28) is medeoprichter van Bionomic. Het jonge bedrijfje ontwikkelt milieuvriendelijke oplossingen voor de landbouw. ‘Wij willen boeren helpen gewassen te beschermen tegen schadelijke schimmels en ziekten, zonder traditionele chemische bestrijdingsmiddelen, maar met een biologische stof die dient als gewasbeschermingsmiddel. Het kán heel groot worden, maar zoals dat gaat met start-ups in onze sector: het is ook risicovol.’

Mud richtte Bionomic in 2021 op met compagnon Stan Aanhane. Hij studeerde toen nog Life Sciences & Business Studies. Sinds drie jaar zijn ze gevestigd in BioPartner 5, het nieuwste bedrijfsverzamelgebouw op het Leidse Bio Science Park, met meerdere start-ups. ‘We hebben hier twee kantoren

en twee laboratoria, voor vier werknemers en drie stagiairs. Als ik ons grote laboratorium binnenloop en de apparatuur zie die we zelf hebben gekocht, dan vind ik dat echt absurd. Ik zie ons toch als twee jonge gasten die per toeval het ondernemerschap zijn ingerold. Begonnen als studiegenoten die samen een projectje deden en uitgegroeid tot elkaars beste vrienden die gedreven zijn om de landbouwsector verder te helpen.’

De sfeer op de werkvloer is serieus, maar los. ‘En we lopen elke week weer tegen nieuwe dingen aan. Laatst vroeg een nieuwe collega om een werknemershandboek. Uh… oh ja, dacht ik toen. Dat hebben we helemaal niet. We leren elke dag bij, en dat kan hier ook. De sfeer van pionieren hangt hier in het hele gebouw.’

lezen, luisteren, doen

Ongezien

De tentoonstelling ‘Ongezien’ in Museum Boerhaave laat zien hoe de medische wetenschap eeuwenlang het mannelijke lichaam als norm stelde, waardoor vrouwen en genderdiverse personen vaak over het hoofd werden gezien. Het gevolg? Een wereld waarin pijnklachten van vrouwen systematisch worden onderschat, aandoeningen bij hen later worden herkend en behandelingen nog altijd niet op hun lichamen zijn afgestemd. Door deze eenzijdige focus werden aandoeningen die zich bij vrouwen anders uiten, pas veel later erkend – of blijven ze zelfs nu nog in nevelen gehuld. De impact van deze ongelijkheid is tot op de dag van vandaag voelbaar. Rijksmuseum Boerhaave, t/m 8 maart 2026

In de voetsporen van de jonge Rembrandt

De Young Rembrandt Studio is gevestigd in het 17e-eeuwse pand van Rembrandts eerste leermeester, Jacob van Swanenburgh. Hier leerde Rembrandt drie jaar lang schilderen, tekenen en etsen. In Leiden groeide hij de eerste 25 jaar van zijn leven uit tot een groot kunstenaar en leermeester. Ontdek zijn leven in Leiden tijdens de 7 minuten durende 3D mapping. De Young Rembrandt Studio

is een aanvulling op de Rembrandt Route, die voor €9,95 te koop is bij de VVV. In deze wandeling worden alle authentieke Rembrandtlocaties in de Leidse binnenstad met elkaar verbonden, zoals zijn geboorteplek en de Latijnse School, waar Rembrandt naar school ging. Young Rembrandt Studio, Langebrug 89, Leiden, dinsdag tot en met zondag van 12 tot 17 uur

Het oude Egypte

De tentoonstelling Discovering

Ancient Egypt in het Rijksmuseum van Oudheden vertelt het veelzijdi ge verhaal over het leven, de religie en de cultuur van de oude Egyptena ren. De rode draad in het verhaal is de tijdloze fascinatie voor het oude Egypte en de voortdurende stroom aan nieuwe ontdekkingen en onderzoek. Te zien zijn bijna vijfhonderd objecten.

Veel van deze voorwerpen reisden de wereld over en waren jarenlang alleen in drukbezochte tentoonstellingen in Japan, Korea en Australië te zien. Andere worden voor het eerst aan publiek getoond. Een hoogtepunt zijn de gouden grafgiften uit het graf van generaal Djehoety. Na hun ontdekking raakten ze verspreid over verschillende Europese musea. Voor het eerst in tweehonderd jaar zijn nu voorwerpen uit de collecties van Musée du Louvre en het Rijksmuseum van Oudheden weer bij elkaar te zien.

16 oktober 2025 tot en met 15 maart 2026, Rijksmuseum van Oudheden

ber en november valt er in de Hortus Botanicus te proeven van de Middeleeuwen. Archeobotanist Ellis Grootveld specialiseerde zich in historische gerechten en het historisch gebruik van planten en was betrokken bij de historische tuinen Matilo, waar ze onder meer een historische Romeinse kruidentuin en een middeleeuwse tuin hielp realiseren. Ze vertelt over de planten die in de Middeleeuwen gebruikt werden voor eten, gezondheid, bijen en verzorging. Ook is er een middeleeuws hapje te proeven.

Deelname kost € 15 plus entree. Aanmelden via hortusleiden.nl

Filosofie voor iedereen

In cultuurhuis Sijthoff staan dit najaar op drie zondagmiddagen filosofische bijeenkomsten op het programma. Daarin worden verschillende ideeën onderzocht: die van oude denkers, jonge filosofen, van jezelf en van de buren. Docent en Leids alumus Wijsbegeerte Werner van Rossum introduceert de verschillende thema’s. Op zondag 5 oktober staat de dood centraal, op 2 november het geweten en op 7 december de tijd. Iedereen is welkom om mee te denken en filosoferen. De bijeenkomsten zijn van 14.30 tot 16.30 uur.

Sijthoff Cultuurhuis, Doezastraat 1B, Leiden. Aanmelden: sijthoff-leiden.nl

Verschenen

De oorlog van morgen Bijzonder hoogleraar Krijgswetenschappen

Martijn Kitzen schreef met onderzoeker Tim Sweijs een omvangrijk boek over hoe moderne oorlogvoering zich in razend tempo ontwikkelt en hoe oorlog van nu eruitziet.

Een dag in ons brein

In haar nieuwe boek laat hoogleraar Ontwikkelingspsychologie

Eveline Crone zien hoe onze hersenen ons altijd weer voorbereiden op uitdagingen in elke nieuwe levensfase, van leren praten en fietsen tot het maken van nieuwe vrienden. En hoe onze hersenen ons helpen terug te veren na tegenslag.

Steun jongeren met complexe mentale problemen

Laura Nooteboom

Senior onderzoeker bij de kinder- en jeugdpsychiatrie van het LUMC Curium

Leidse wetenschappers onderzoeken hoe ervaringsdeskundigen jongeren met complexe mentale problemen zoals een depressie, angst of een eetstoornis kunnen helpen. Hun drijfveer? Een hoopvolle toekomst voor elke jongere. In het jubileumjaar van de Universiteit Leiden bundelen onderzoekers uit verschillende disciplines de krachten in het LUF Kinderfonds. Draag bij aan een betere toekomst voor kwetsbare kinderen en jongeren. Scan de QR-code of ga naar lufkinderfonds.nl

Retouradres: Redactie Leidraad, Postbus 9500, NL-2300 RA Leiden

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Leidraad oktober 2025 by Universiteit Leiden - Issuu