Leidraad januari 2024

Page 1

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE NR. 1 2024

‘ De inhoud staat altijd voorop’ Hendrikje Crebolder Directie Rijksmuseum

Focus op Terug in de banken Universiteit Leiden Academy

GRENZELOZE VRAAGSTUKKEN

Archeologie

We zijn allemaal nog een beetje neanderthaler


Leidraad

tribuut 2

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 1 2024

Charles Ruijs de Beerenbrouck, Nebahat Albayrak, Jaap de Hoop Scheffer en Heleen Dupuis. De lijst met Leidse alumni die ooit als minis­ ter, staatssecretaris of Kamerlid de publieke zaak dienden is lang. Mis­ schien wel de invloedrijkste van alle­ maal was Johan Rudolph T ­ horbecke, de letterkundige en staatsman die we allemaal 175 jaar na dato nog ken­ nen als grondlegger van de l­ aatste grondwetsherziening. Afgelopen ­november, op de verjaardag van die Grondwet, werd dit kunstwerk ont­ huld. Het is gemaakt door twee jonge kunstenaars, de broers Daan en Koen van Velsen, en bestaat uit dertig doe­ ken, waarvan er 23 verwijzen naar de grondrechten uit hoofdstuk 1 van de Grondwet. Het hangt in de Staten­ passage bij het tijdelijke onderkomen van de Tweede Kamer.

In tijden van polarisatie en bedrei­ gingen is het niet gemakkelijk om volksvertegenwoordiger of bewinds­ persoon te zijn. Naast inzet is nu ook incasseringsvermogen vereist. Een dikke huid op sociale media, vooral. En daar bestaat zelfs in Leiden geen opleiding voor. Evengoed kent ook de volksvertegen­ woordiging zoals die in december werd geïnstalleerd, weer een Leids aandeel om trots op te zijn. Ook na het afscheid van Wopke H ­ oekstra, Gert-Jan Segers, Kees van der Staaij en straks Mark Rutte. Zo zetten steeds nieuwe generaties L ­ eidse alumni zich in voor het landsbestuur. Dat zijn trouwens niet allemaal juris­ ten, historici of bestuurskundigen. PVV-Kamerlid Alexander Kops stu­ deerde Duits en CDA-leider Henri Bontenbal is natuurkundige.

TEKST: JOB DE KRUIFF, FOTO: ANP

De Leidse politicus


3

binnenkomer

‘Wanneer vrouwen niet veilig zijn, lijdt de hele maatschappij eronder’ Onderzoeker en universitair docent Vanessa Newby / 23


28 Verdiep,

NR. 1 2024

verrijk, groei

aan de Universiteit Leiden Academy ○ Tribuut / 2

○ Annetje aan het woord / 5 ○ Nieuws / 6

○ Eén studie, twee wegen

Geneeskunde / 12

○ De jonge wetenschapper

Rafaël Vos / 14

○ Interview

Hendrikje Crebolder / 16

○ Geven / 32

○ Nieuws van faculteiten

en verenigingen / 34

○ Dies festival / 40 ○ Werkplek van

Francis Farrell / 41

○ Lezen, luisteren,

doen / 42

De groep van

Ilinca, Martina, Edwige en Rosa

21

Focus op

Grenzeloze vraagstukken

20

8

De neanderthaler in ons


ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

COLOFON Leidraad is een uitgave van de Universiteit Leiden, afdeling Alumni­ relaties/Strategische Communicatie & Marketing. Het magazine wordt kosteloos verspreid onder alumni en relaties van de universiteit. Voor andere belang­stellenden is een abonnement op aanvraag beschikbaar. Uitgever: Universiteit ­Leiden, Renée Merkx, directeur Strategische Communicatie & Marketing Hoofdredacteur: Lilian Visscher, directeur Alumnirelaties en Leids Universiteits Fonds Concept: Fred Hermsen (Maters en Hermsen) Eindredactie: FC Tekst – Job de Kruiff en Nienke Ledegang Art direction en v ­ ormgeving: Maters en Hermsen – Stephan van den Burg, Marjolijn Schoonderbeek Lithografie: Studio Boon Tekst: Fred Hermsen, Eric de Jager, Martine Jansen, Mark Maathuis, Marijn Kramp, Job de Kruiff, Nienke L ­ edegang, Martijn van Lith, Wilke Martens, Annette Zeelenberg Foto cover: Frank Ruiter Beeld: ANP, Jenna Arts, Eelkje Colmjon, Taco van der Eb, Rob Overmeer, iStock, ­Hielco Kuipers, Marius Roos, Frank Ruiter Drukwerk: Tuijtel Coördinatie Universiteit Leiden: Wendy Persson Reacties: 071-5274050 of contact@leidraad.leidenuniv.nl LinkedIn: Alumni Universiteit Leiden Twitter: @leidenalumni Website: www.universiteitleiden.nl/alumni Oplage: 85.250 Adreswijziging? Laat het ons weten via universiteitleiden.nl/ alumnigegevens, of stuur een e-mail naar wijziging@alumni.leidenuniv.nl Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen, foto’s en illustraties uit Leidraad is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Universiteit Leiden kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele zet- of drukfouten.

klimaatneutraal

Annetje aan het woord

NR. 1 2024

Leidraad

Veel van de grote vraagstukken van deze tijd hebben geen ­ paspoort. Ze zijn letterlijk grensoverstijgend. Of het nu om klimaat­ verandering gaat, migratie, pandemieën, de uitdagingen van de ­toenemende digitalisering... Alleen met een brede blik kunnen we werken aan oplossingen die recht doen aan de complexiteit van de uitdagingen waar we in de wereld voor staan. Dat betekent dat je over de grenzen van disciplines en faculteiten moet kijken, over die van universiteiten en over die van landen. Dat klinkt zo simpel, maar dit soort samenwerkingen moet je wel faciliteren. In Leiden hebben we daar al even ervaring mee – weten­ schappers van over de hele wereld vonden hier in het verleden hun (tijdelijke) thuis. De wereld van nu vraagt om veel meer van dit soort s­ amenwerkingen. Ik ben dan ook heel trots op een onderzoeksprogramma als G ­ lobal Transformations and Governance Challenges, waar het in deze ­Leidraad over gaat. Mensen van over de hele wereld, die zich bekwaamd hebben in allerlei disciplines, buigen zich hier over de complexe en grote transities van deze tijd. Allemaal vanuit de over­ tuiging dat een veelzijdige aanpak de enige manier is om nieuwe ­kennis en verandering tot stand te brengen. Daarmee is onze universiteit een plek waar verschillende achter­ gronden samenkomen en waar we samen vooruitkijken. Want onze kennis stopt niet bij grenzen.

natureOffice.com | NL-077-863852

gedrukt

5

Annetje Ottow is voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Leiden


nieuws

Nieuwe plek voor 394 studenten

The Fizz heet het: het net opgeleverde studentencomplex met 394 zelfstandige studentenstudio’s en -appartementen in de Ypenburgbocht in Leiden. Hier, waar de Haarlemmertrekvaart onder de Willem de Zwijgerlaan stroomt, was ooit onder meer een autoshowroom gevestigd. Nu wordt de plek langzaam maar zeker overgenomen door studenten – met zonder twijfel de bijhorende levendigheid. Het pand is volgens de ontwikkelaar een ‘campus in het klein’, met eigen studiezalen, fitnessruimten, een binnentuin en deelfietsen.

Kinderhart­ centrum bundelt de krachten

De academische ziekenhuizen van Leiden, Amsterdam en Utrecht bundelen ­vanaf januari hun krachten op het gebied van kinderhart­ chirurgie. Geen van de zieken­huizen wil zijn eigen kinderhartcentrum opgeven. Niet alleen omdat daarmee veel bestaande kennis verlo­ ren gaat, maar ook omdat er onderzoeksgelden en oplei­ dingsplekken op het spel staan. Demissionair minis­ ter Ernst Kuipers besloot

afgelopen voorjaar dat zowel het bestaande Leids-­ Amsterdamse kinderhart­ centrum als dat van Utrecht vanaf eind 2025 moet stop­ pen. De specialistische ingre­ pen mogen vanaf dan alleen nog in de UMC’s van Rotter­ dam en G ­ roningen plaats­ vinden. De drie ziekenhuizen spanden nog een rechtszaak aan om Kuipers’ beslissing aan te vechten. Ondertussen besloten ze alvast om samen te gaan werken en daarmee sterker te staan.


NR. 1 2024

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

FOTO’S: TACO VAN DER EB, ANP

ZWEETKAMERTJE VOOR PHD’S

CvB werkt aan besluit over samenwerking fossiele industrie

Ben je gepromoveerd in coronatijd, tussen maart 2020 en april 2022? Dan was je promotie misschien wel midden in een lockdown en heb je geen volwaardige afsluiting van je promotie kunnen vieren. In elk geval is de kans groot dat je je naam nog niet op de muur van het Zweet­

kamertje hebt gezet. Dat kan alsnog op 12 en 19 j­ anuari vanaf 14.30 uur. Om 15.00 uur richt de rector magnificus het woord tot de aanwezige doctoren. ­Vervolgens kunnen die hun handtekening zetten in het Zweetkamertje. Er is een fotograaf aanwezig om het moment vast te leggen.

Aanmelden via universiteitleiden.nl/zweetkamertje

In februari 2024 brengt het College van Bestuur van Universiteit Leiden een verklaring uit over samenwerking met bedrijven uit onder meer de fossiele industrie. Experts uit diverse disciplines, medewerkers en ­studenten werken op dit moment aan de vraag of en onder welke voorwaarden onderzoekers zouden kunnen samenwerken met dergelijke bedrijven. Voor de zomer van 2024 wil het CvB over dit complexe vraagstuk een besluit nemen.

Hoog bezoek

Het onderwerp samenwerken met de ­fossiele industrie houdt veel medewerkers en studenten bezig. Het CvB deelt de zorgen over de klimaatcrisis en werkt momenteel hard met experts aan een plan van aanpak. Actievoerders van End Fossil – studenten van de Leidse universiteit, TU Delft en Eras­ mus Universiteit Rotterdam – bezetten eind november tijdelijk twee lokalen van het ­Lipsiusgebouw. Ze maken zich grote zorgen over de klimaatcrisis en vroegen de univer­ siteit direct te stoppen met samenwerken met de fossiele industrie. Het CvB kon hier niet op ingaan, omdat het proces om tot een ­verklaring te komen nog in volle gang is. Eerder in het najaar nam het CvB een p ­ etitie in ontvangst van medewerkers en studen­ ten met een dringende oproep om de ban­ den met de fossiele industrie te v ­ erbreken. Dit gebeurde tijdens een debat over dit onderwerp eind september dat veel emoties ­losmaakte.

Hij sprak online een grote groep ­studenten toe bij zowel de Univer­ siteit Leiden als de Haagse Hoge­ school. Nog honderden belangstellen­ den keken mee via de livestream. Zijn boodschap: ‘Kijk buiten je bubbel om te zien wat er in de wereld gebeurt.’ Een maand later kwam de A ­ merikaanse senator en oud-presidentskandidaat Bernie Sanders naar Leiden. In de Stadsgehoorzaal sprak de Democraat voor 800 studenten over zijn boek It’s ok to be angry about capitalism. Daar­ in spreekt hij zich fel uit tegen het kapitalisme, en het feit dat de macht steeds meer in handen komt van een kleine superrijke elite. Minerva organi­ seerde het evenement.

Twee bijzondere bezoeken aan Universiteit Leiden de afgelopen tijd. Eerst was er de livestream met de Oekraïense president Zelensky.

Volodymyr

Zelensky

Bernie Sanders

7


8

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 1 2024


NR. 1 2024

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

De neanderthalers en wij Wat hebben wij als moderne mensen gemeen met de neanderthalers? Meer dan we denken, toont hoogleraar Archeologie Marie Soressi aan.

TEKST: ANNETTE ZEELENBERG, FOTO’S: ROB OVERMEER

V

oor wie de kamer van Marie Soressi binnenkomt, is direct duidelijk wat de focus van haar onderzoek is. Op haar bureau ligt tussen wat stapels papier een model van een neanderthalerschedel. ‘Er loopt een rechtstreekse lijn van de neanderthalers naar ons, moderne mensen. We zijn met hen verbonden, ook al leefden zij tienduizenden jaren geleden’, zegt Soressi, hoogleraar Hominin Diversity Archaeology bij de faculteit Archeologie. De neanderthalers stierven zo’n 40.000 jaar ­geleden uit, net zoals andere mensachtigen zoals de denisovamens. Vanaf dat moment was homo sapiens naar alle waarschijnlijkheid de enige menssoort in Eurazië. ‘De neanderthalers zijn de bekendste menselijke groep uit de oudheid. Ze leefden honderdduizenden jaren in Europa en Oost-Azië. En hoewel ze fysiek zijn verdwenen, zijn ze deels nog hier. Een heel groot deel van de mensen die nu leven, dragen het genetisch mate­ riaal van de neanderthalers in zich.’ Soressi is gefascineerd door de overgangsperiode, waarin homo sapiens, onze directe voorouder, van ­A frika naar Europa kwam en daar de neanderthalers ontmoette. Die transitieperiode is precies de tijd waarin de homo sapiens de overhand kreeg en de neanderthalers verdwenen. ‘Wat waren de omstandigheden? Wat is er gebeurd?’ Een vuistbijl als een Zwitsers zakmes

Soressi: ‘De komst van homo sapiens naar ­Eurazië was een revolutie. Dat was het narratief toen ik als archeoloog begon, in de jaren 90. Het idee was toen dat de homo sapiens technieken gebruikte voor het maken van gereedschap die veel geavanceerder waren dan die van de neanderthalers. Dat gaf de homo sapiens dus een enorm voordeel, waardoor ze succesvoller waren dan de neander­

thalers, die vervolgens uitstierven.’ Zo simpel bleek het echter niet, want meer recent onderzoek wijst in een andere richting. Soressi: ‘Als PhD-­ student was ik betrokken bij onderzoek dat veel gedetailleerder keek naar de periode vlak voordat de neanderthalers en homo sapiens elkaar ontmoetten. Dat onderzoek veranderde het toen heersende narratief. De neanderthalers bleken een veel complexer gedrag te vertonen dan we eerder dachten. Ik richtte me op gebruiksvoorwerpen, zoals vuistbijlen met een geïntegreerd handvat die voor veel verschillende taken gebruikt konden worden – eigenlijk een soort Zwitsers zakmes. In diezelfde periode begon ik ook zelf met opgravingen en ontdekte ­neanderthalergereedschappen van dierlijk bot om dierenhuid te bewerken.’ Dat gereedschap werd zo’n 50.000 jaar geleden vervaardigd, dus lang voordat de homo sapiens in beeld was. Het voorwerp, een zogenaamde lissoir, blijkt ook in onze tijd nog in bijna dezelfde vorm te worden gebruikt. [zie kader op pagina 10-11] Geen domme kracht

Toen professor Soressi in 2013 naar Leiden kwam, bleef ze het spoor van de neanderthalers volgen. ‘De onderzoeksgroep waarin ik toen werkte, toonde aan dat de neanderthalers 50.000 jaar geleden al zelf vuur konden maken en ook dat ze een soort lijm maakten uit boomschors. Kortom, we kunnen helemaal niet bewijzen dat er sprake was van een cognitieve hiërarchie tussen deze twee menssoorten.’ De domme, trage neanderthal krachtpatser tegenover de slimme en flexibele homo sapiens, nog steeds het dominante beeld in de populaire verbeelding, klopt dus niet. In 2020 kreeg Soressi een prestigieuze Vici-beurs van NWO, waarmee ze haar eigen onderzoeksgroep Neanderthal Legacy heeft opgezet. Samen

9


10

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

met haar team komt ze steeds dichter bij de neanderthaler. Het is een beetje zoals detectives te werk gaan, zegt ze. ‘Net als bij forensisch onderzoek ontdekken we wie er op de ‘crime scene’ aanwezig was, in dit geval een crime scene van 40.000 jaar geleden.’ Samen met twee onderzoekers van het Max Planck Instituut in Leipzig, ­Elena Essel en Matthias Meyer, ontwikkelde ­Soressi een revolutionair aDNA-procedé (ancient DNA, red.) waarover de onderzoekers onlangs in Nature publiceerden. ‘Hiermee kunnen we het DNA isoleren van de persoon die in het verre verleden een object in handen heeft gehad. We hebben dit procedé toegepast op een 20.000 jaar oude ­hanger gemaakt van het bot van een wapiti (een hert­ achtige, red.) en verkregen zo het DNA van de vrouw die de hanger waarschijnlijk heeft gedragen.’ Dit is een revolutionaire ontdekking: ‘Ik was opgetogen toen dit gelukt was en zag direct allerlei ­nieuwe onderzoeksmogelijkheden.’ Voorheen konden onderzoekers de objecten die ze onderzochten niet linken aan specifieke individuen, en ook was het niet mogelijk om te bepalen of het voorwerp door een man of een vrouw, door een neanderthaler of een homo sapiens was gebruikt of gemaakt. ‘Het nieuwe procedé kan enorm veel betekenen op plekken waar mogelijk neanderthalers en homo sapiens samen hebben geleefd’, zegt Soressi, die ook erg geïnteresseerd is in de rol van vrouwen in een maatschappij die zo ver van de onze verwijderd is. Biomoleculaire archeologie

Soressi had het al over de ‘crime scene’, de plekken waar het leven van onze voorouders zich in het verre verleden afspeelde. Net als bij een echte crime scene vraagt de nieuwe DNA-onderzoeks­ techniek om een heel secure omgang met het aanwezige bewijsmateriaal. ‘We moeten de technieken veranderen die we bij opgravingen gebruiken. Als we de aarde weghalen die de opgegraven voorwerpen duizenden jaren heeft beschermd, contamineren we ze misschien. Daarom ga ik onderzoeken hoe we als archeologen onze vindplaatsen beter kunnen beschermen tegen ander DNA en andere biomoleculen. Dit wordt echt het tijdperk van de biomoleculaire archeologie, dit gaat ons heel veel brengen!’ Soressi werkt voor haar onderzoek niet alleen samen met scheikundigen en experts in genetica, maar ook met filosofen. Met professor Hub Zwart, decaan van de Erasmus School of Philosophy in Rotterdam, en een team dat wordt gefinancierd

NR. 1 2024

Van neanderthaler naar Amsterdamse schoenmaker

De gereedschappen van bot die de neanderthalers zo’n 50.000 jaar geleden gebruikten om dierenhuid te bewerken, blijken een hedendaags equivalent te hebben. Soressi: ‘Ik wist al dat moderne leerbewerkers een zelfde soort gereedschap gebruiken, een zogenoemde lissoir. Mijn collega José Joordens vertelde me dat haar grootvader, die schoenmaker was geweest in Amsterdam, ook zo’n leerbewerkingsinstrument had, en bracht het voor me mee. Ik stond versteld, het was precies dezelfde vorm en hetzelfde soort materiaal als het neanderthalergereedschap uit de oudheid.’


11

NR. 1 2024

Marie Soressi

Geboren 1972, Lot-et-Garonne, Frankrijk 2003 PhD Prehistory and Quaternary Geology, Bordeaux University 2003 post doc bij het African research center, Kaapstad, Zuid-Afrika 2004-2007 onderzoeker Max Planck Instituut, Leipzig, Duitsland 2008-2013 Hoofd bij INRAP, Frankrijk 2013-2017 Universitair docent, Universiteit Leiden 2018-heden Hoogleraar Hominin Diversity Archaeology, Universiteit Leiden 2020-heden Hoofd van de Human Origins onderzoeksgroep 2020-heden Vice-president European Society for the study of Human Evolution

door NWO, onderzoekt ze hoe de huidige kennis over neanderthalers ons zelfbeeld beïnvloedt. ‘We weten nu dat neanderthalers ‘typisch ­menselijke’ activiteiten uitvoerden, zoals het versieren van hun lichaam, of afscheid nemen van hun doden. Dat kan ingewikkeld voor ons zijn, omdat we ons gewoonlijk definiëren in contrast met ‘de ander’. En nu blijkt die ander helemaal niet zo anders te zijn. Ik wil uitzoeken hoe we met behulp van de laatste inzichten uit de archeologie over het verre verleden van de mensheid beter kunnen begrijpen wat het betekent om mens te zijn.’ ‘Onze identiteit is gevormd in een miljoenen jaren lang traject van menselijke evolutie, waarin zowel biologische als culturele eigenschappen een rol spelen’, zegt Soressi en legt haar hand op de neanderthalerschedel op haar bureau. ‘De neanderthaler leeft in ons voort, in onze genen. Ik hoop dat mijn onderzoek ons helpt te begrijpen wat we gemeen hebben met andere mensen nu en in het verleden en met andere levende wezens op deze aarde en dat het ons helpt om minder arrogant te worden jegens anderen – mens en dier – en om minder van onszelf te eisen.’

Meer Leids onderzoek Interactie ‘Door het onderzoeken van stenen gereedschappen uit de oudheid kunnen we meer ontdekken over de inter­actie tussen neanderthalers en homo sapiens’, zegt archeoloog Leonardo Carmignani, die als postdoc in het research­project Neanderthal Legacy van Marie Soressi werkt. Onlangs ­publiceerde hij met Soressi in het prestigieuze Paleo­ Anthropology journal over de kleine stenen gereed­schappen (‘bladelets’) die worden gevonden in grotten in het Bau de l’Aubesier, in Frankrijk. Deze werden tot nu toe ­meestal ­geassocieerd met homo sapiens. Carmignani’s onder­ zoek toont echter aan dat sommige van de bladelets door ­neanderthalers vervaardigd zijn.

Superieur? Wat maakt ons mens? In ons wereldbeeld staat de ­moderne mens centraal, de aanname is dat wij superieur zijn aan mensachtigen uit de prehistorie, en ook aan alle andere levende wezens. Dat beeld kantelt nu, met de ontdekking dat wij veel gedrag delen met de neanderthalers. Wat betekent dat voor hoe wij onszelf zien? Zijn wij wel zo uniek? Dit zijn de vragen die promovendus Karel Kuipers en zijn team onder­ zoeken.

Oud DNA onttrekken Het onderzoek naar de neanderthalers kreeg een enorme boost door het aDNA (wat staat voor ancient DNA)-procedé dat Elena Essel ontwikkelde. Essel is moleculair bioloog en is als promovendus en lab manager verbonden aan het Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology in Leipzig. Met het procedé is het voor het eerst mogelijk om ­tienduizenden jaren oud DNA te onttrekken aan (dieren)botten en ­tanden. De ontwikkeling gebeurde in samenwerking met Marie Soressi. Het is nu mogelijk om te bepalen door wie een voorwerp werd gebruikt: neanderthaler of homo sapiens, man of vrouw.


12

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

één studie

twee wegen Waar een studie toe kan leiden: Geneeskunde

NR. 1 2024

Dennis Cazander (52) CV Huisarts in Leiden

1989-1996 Geneeskunde, Leiden 1997-1998 Arts-assistent spoedeisende hulp, Bovenij Ziekenhuis Amsterdam 1998-2000 Specialisatie tot huisarts 2001-nu Huisartspraktijkhouder, Leiden 2006-nu Huisartsopleider, LUMC

W

anneer wist je dat je geneeskunde wilde doen? Dat wist ik als kleine jongen al. Wij woonden toen dicht bij een huisarts en ik kwam daar regelmatig om te spelen. Dan keek ik door zijn microscoop, fascinerend vond ik dat. Mijn interesse lag toen al bij alles wat leeft: plantjes, vogeltjes, insecten. En het menselijk lichaam. Vanaf mijn tiende zo’n beetje wist ik het zeker: ik wilde huisarts worden. Heb je daar ooit nog aan getwijfeld? Niet serieus. Ik had wel andere interesses: ik speelde piano en drums. Piloot worden kwam nog even voorbij. Maar dat ik geneeskunde zou gaan doen, stond wel vast. Tijdens mijn studie merkte ik dat ik de plastische chirurgie boeiend vond. Hand- en polschirurgie bijvoorbeeld, waarbij je je richt op functieherstel. Dat heel zorgvuldige ‘knutselen’, heerlijk.

Wat zou je willen meegeven aan geneeskundigen die nu afstuderen? Word huisarts! Ja, het is hard werken. Maar het gevoel dat je ervoor terugkrijgt is zo ge­­ weldig. Dat besefte ik voor het eerst toen ik mijn coschappen liep bij een huisarts in Katwijk, de heer Hueting. Een warme en betrouwbare arts, net als mijn oude buurman. Zo’n huisarts wilde ik ook zijn. Het is fantastisch dat je echt iets kunt betekenen. Soms door mensen van hun ongemakken af te helpen of door ze naar een specialist te verwijzen. Soms door er voor ze te zijn in verdrietige tijden. Ook al kun je niet alles genezen, je kunt altijd het verschil maken voor mensen.

TEKST: MARTIJN VAN LITH, FOTO’S: EELKJE COLMJON

Toch koos je ervoor om huisarts te worden. Ja, de diversiteit van het vak gaf voor mij de doorslag. Het ene moment spreek ik iemand met psychische klachten, het andere moment snijd ik een ingegroeide teennagel weg. En als huisarts krijg ik de hele maatschappij op bezoek: van pas­ geborenen tot 90-jarigen, van échte Leidenaars tot studenten uit alle delen van de wereld.


13

Kapiteijn CV Ellen Internist-oncoloog in het LUMC (53)

1989-1997 Geneeskunde, Leiden en Bristol (Engeland) 1997-2001 Promotieonderzoek naar de behandeling van endeldarmkanker 2001-2003 Chirurg in opleiding, Alrijne ziekenhuis 2003-2008 Inter­ nist in opleiding, LUMC 2008-2010 Specialisatie oncologie, LUMC 2010-nu Oncoloog in het LUMC 2020-nu Associate professor research and treatment of rare cancers and melanoma, Leiden

J

e houdt veel ballen in de lucht: behalve internist-oncoloog ben je universitair hoofddocent én zit je in diverse commissies. Ja, arts zijn is voor mij een way of life. Mijn werk bestaat uit drie onderdelen: patiëntenzorg, onder­ zoek en onderwijs. Dat verrijkt elkaar ontzettend en ik vind het geweldig om te doen. De patiëntenzorg is en blijft wel de basis. Het contact met mensen, iets voor ze kunnen betekenen in vaak verwarrende en verdrietige tijden. Zou je nu opnieuw voor geneeskunde kiezen? Zeker. Ik wist al vanaf mijn zesde dat ik dokter wilde worden. Tijdens het derde jaar van mijn studie kreeg ik interesse in de chirurgie. Ik heb twee jaar de op­­ leiding tot chirurg gevolgd, maar merkte dat ik dat niet de rest van mijn leven wilde doen. De interne geneeskunde sprak me meer aan, in het bijzonder de oncologie. Het zoeken naar nieuwe behandel­ mogelijkheden, het combineren van onderzoek en ­patiëntenzorg. Iemand die me daarin heeft geïnspi­ reerd, is professor Cornelis van de Velde, mijn pro­ motor. Vooral zijn gedrevenheid sprak me aan. En ook professor Hans Nortier, voormalig hoofd van onze afdeling oncologie. Hij was enorm begaan met zijn patiënten en stelde mensen op hun gemak. Waar ben je trots op als je naar je carrière tot nu toe kijkt? Ik ben er trots op dat ik de stap van de chirurgie naar de interne geneeskunde heb durven zetten. Dat was geen gemakkelijk besluit. Het was in die tijd moeilijk om aan een opleidingsplek als chirurg te komen, dus daar heb ik me best schuldig over gevoeld. Gelukkig vertelde mijn toenmalige opleider in het Alrijne dat hij me wel begreep. Hij gaf me achteraf het aller­ mooiste compliment dat je als arts kunt krijgen: ‘Als ik zelf ziek word, wil ik jou aan mijn bed.’ Heb je nog ambities voor de komende jaren? Mijn ambitie is om hoogleraar te worden. Dat traject loopt nu, daar ben ik heel blij mee. Het is niet dat ik dan per se een gelukkiger mens word, het voelt meer als een speciale waardering. De kroon op mijn werk.


14

de jonge wetenschapper

TEKST: WILKE MARTENS, FOTO: TACO VAN DER EB

Rafaël Vos

Van CO2 iets nuttigers maken


NR. 1 2024

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Scheikundige Rafaël Vos (27) wil vanaf de bron helpen ­bijdragen aan de energietransitie: hij onderzoekt hoe je CO2 kunt omzetten in nuttigere stoffen, zoals brandstof of grondstof voor plastic. Met een speciaal gemaakte op­­ stelling hoopt hij een baanbrekende ontdekking te doen.

D

e in Almere opgegroeide Rafaël Vos vertrok na het gymnasium naar Leiden om Scheikunde te studeren. ‘Op school was ik goed in bètavakken en ik vond duurzaamheid een interessant thema’, vertelt Vos. ‘Eigenlijk is alles om ons heen scheikunde, ook duur­ zame oplossingen als batterijen en zonnecellen. Ik zie scheikunde als een vakgebied waarin je enorme impact kan maken op duurzaamheid.’ Onderzoek doen ging Vos goed af, dus werd hij door zijn professor gevraagd om te promoveren. In het lab is hij helemaal op zijn plek. ‘Ik werk mee aan een onderzoeks­project naar elektrochemische CO2 -­reductie’, vertelt hij, ‘dus manieren om CO2 om te zetten in nuttigere stoffen. Ik kijk specifiek naar het effect van temperatuur op deze reactie en wat voor gevolgen dat heeft voor selectiviteit, schaalbaarheid en de katalysator.’ (zie kader, red.). De uitdaging is om omstandigheden te vinden die de meest efficiënte elektrochemische reactie veroorzaken. ‘Elektrochemie wordt nog niet veel toegepast op industriële schaal, maar dat gaat veranderen’, vertelt Vos. ‘De

Wat is... elektro­ katalyse?

sector zal verduurzamen als we elektriciteit direct in de chemie kunnen gebruiken. Het punt is dat veel studies in het lab gedaan worden op kamertemperatuur. In chemische fabrieken liggen temperaturen hoger. Er zijn niet veel studies gedaan naar het effect van die hogere temperatuur op de elektrochemische ­reactie. Wij onderzoeken het effect van temperatuur op de reactie voor verschillende katalysators. Daarbij heb ik bepaald wat de ideale temperatuur is bij de katalysators goud, koper, zilver en nikkel.’ Experimenteren

Bij het onderzoek naar temperatuur komt een praktisch probleem kijken. ‘Alle experimenten voeren we uit in water met zout als geleider’, legt Vos uit. ‘Omdat water na een tijdje gaat koken, hebben we maar een beperkt temperatuurregime waarbinnen we kunnen experimenteren. Fundamenteel gezien is het wel interessant om te achterhalen wat er gebeurt bij bijvoorbeeld 150 graden Celsius. Om te zorgen dat het water niet verdampt heb je een hogere druk nodig, maar een setup waarin je zowel temperatuur

Elektrokatalyse is een proces waarbij elektriciteit wordt gebruikt om met hulp van een katalysator, vaak een metaal, een ­chemische reactie mogelijk te maken. ‘We kijken op fundamenteel niveau hoe die reacties werken’,

zegt Rafaël Vos. ‘Als je water splitst, krijg je waterstof en zuurstof. Maar als je er CO2 bij doet, dan kun je er veel meer producten uit halen – zoals koolmonoxide of ethyleen. Kortom, door verschillende chemische reacties kun je verschillen-

Leidraad 15

als druk kan regelen bestond niet. Wij hebben die laten maken. Na veel testen en aanpassen zijn nu de eerste echte experimenten begonnen.’ Vos heeft goede hoop dat die ­speciale setup tot baanbrekende resultaten kan leiden. ‘We zijn nu in staat om tot drie koolstofatomen aan elkaar te maken. Ethyleen bijvoorbeeld, dat onder meer gebruikt wordt om kunststof van te maken, bestaat uit twee aaneengeschakelde koolstof­ atomen. Als we een reactiviteit kunnen vinden waarbij er langere ketens ontstaan, kunnen we daarnaast brandstoffen gaan maken. Bij fossiele brandstoffen, zoals voor vliegtuigen of schepen, gaat het om ketens van soms wel twintig koolstofatomen aan elkaar. We moeten op zoek naar een reactie die net zulke lange ketens kan maken, maar dan op een schone en duurzame manier.’ Ook in zijn vrije tijd zet Vos zich in voor duurzaamheid, als vrijwilliger bij de Jonge Klimaatbeweging. ‘Ik ben actief als themamanager op het thema energie en industrie. We hebben een Jonge Klimaatagenda opgesteld met onze visie voor Nederland in 2040. Ik denk niet dat we nog onder de anderhalve graad opwarming kunnen blijven, maar ik probeer positief te blijven. Twee graden opwarming is nog steeds beter dan tweeënhalf. Gelukkig wordt de urgentie inmiddels gevoeld. Alles wat we kunnen doen, moeten we doen. En wel zo snel mogelijk.’

de producten maken. Het lastige is om efficiënt enkel en alleen het product te maken dat je wil hebben, selectief noemen we dat, want er komt altijd een combinatie van stoffen vrij. Die moet je vervolgens weer scheiden, wat tijd en geld kost. Daar-

naast wil je dat de stof in grote h ­ oeveelheden gemaakt kan w ­ orden, met zo min ­mogelijk verspilde ­energie. Ten derde heb je een geschikte stabiele katalysator nodig, je kan in de industrie niet elke dag een nieuwe katalysator maken.’


16

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

‘ Kunst spoort mij aan om op onderzoek uit te gaan’

NR. 1 2024


NR. 1 2024

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad 17

De band die directeur Hendrikje Crebolder van het Rijksmuseum voelt met haar studentenstad Leiden is dankbaar en sterk. Als bestuurslid zet ze zich in voor het Leids Universiteits Fonds. ‘Maatschappelijk draagvlak voor kunst en wetenschap kan niet breed genoeg zijn.’

T

oen Hendrikje Crebolder in 2006 een ­carrièreswitch maakte van advocaten­ kantoor Baker McKenzie naar het Rijksmuseum, viel haar oog niet direct op haar ‘huisgenoot’ met dezelfde voornaam: Hendrickje Stoffels. Zij stond veelvuldig model voor Rembrandt van Rijn, onder meer voor Een vrouw badend in een stroom, ­vermoedelijk ­Hendrickje Stoffels (1654). ‘Je zou achteraf kunnen ­zeggen: nomen est omen. Later viel het kwartje, onder meer toen dit meesterwerk uit Londen overkwam voor een ­Rembrandt-expositie, en ik oog in oog kwam te staan met mijn naamgenoot die in de rivier stond te waden. Ik werd door haar gegrepen: wie is zij? Ze werd wel omschreven als dienstbode, model, minnares en moeder van een dochter van Rembrandt. Veel minder bekend was haar financieel vernuft en zakelijk instinct. Ze zette een vennootschap op met Rembrandts zoon Titus, waar Rembrandt in dienst kwam. Zo wist ze Rembrandts schilderijen buiten zijn faillissement te houden. Ook runde ze een succesvolle kunsthandel. Eigenlijk heeft Hendrickje de schilder met dat zakelijk vermogen gered. Toen ze was overleden in 1669, liepen Rembrandts schulden dan ook weer snel op. Die kwaliteit van haar was onderbelicht, ik moest er echt naar graven.’

TEKST: FRED HERMSEN, FOTO’S: FRANK RUITER

Mooie reflectie

Het verhaal illustreert haar betrokkenheid bij ­v rouwen in de kunst: ‘Ze worden pas sinds een paar decennia ­serieus genomen door kunsthistorici, pas nu beginnen we echt te ontdekken dat vrouwen al eeuwen een cruciale rol spelen, als kunstenaars en als degenen die binnen mecenas-families besluiten namen over de vraag welke kunstenaars ondersteuning kregen.’ Het ­verhaal tekent ook de onderzoekende inslag van ­Hendrikje ­Crebolder: ‘Mooie kunst spoort mij aan om op onderzoek uit te gaan, en met de feiten die ik vind analyses te maken. We ­spreken daar vaak over met onze conservatoren.’ En dat is cruciaal in haar optiek. In 2017 trad ze toe tot de driekoppige directie van het museum, als ­directeur ­Development & Media: ‘Onze conservatoren doen het

onderzoek en maken het verhaal, ik moet dat verhaal vertellen, en ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen en bedrijven zich aan dat verhaal verbinden.’ Inmiddels haalt het Rijksmuseum zo’n twee derde van zijn inkomsten uit sponsorgelden en toegangsgelden. Deze inkomsten zijn samen met de steun van de overheid een mooie reflectie van de samenleving. Jonge ambassadeurs

In haar werk ziet Crebolder de museumcollectie vooral als middel om verhalen te kunnen vertellen en mensen met schoonheid te verbinden. Dat deed ze voor het eerst toen ze na twee jaar als jurist en business developer bij het Rijksmuseum in 2009 de afdeling Development van de grond trok. Ze introduceerde een nieuwe, op Amerikaanse leest geschoeide manier van ­relatiemanagement. ‘Amerikanen weten als geen ander hoe je sponsoren – groot en klein – met culturele organisaties verbindt. Logisch, want de overheid is daar maar een karig financier; je bent aangewezen op je band met particulieren en bedrijven.’ Wat ze precies adopteerde? ‘Ik betrek met mijn team alle soorten mensen bij het Rijks, op zoek naar een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak. Dus ook oud-‘Vrienden’, oud-medewerkers, familieleden van mecenassen en scholieren.’ Welke projecten en evenementen ze daarbij ook verzint, de inhoud staat voorop. Een mooi voorbeeld is de Profielwerkstukprijs, die het museum voor het eerst in 2015 uitschreef. ‘We nodigen scholieren in het laatste jaar van het vwo, havo en mbo uit om hun idee voor een werkstuk over kunst en geschiedenis bij ons te pitchen. Een selectie van de in­­zenders krijgt toegang tot het museum en begeleiding van een conservator, de winnaar een geldbedrag. Zo gaan jonge­ ren uit het hele land al vroeg actief aan de slag met de kracht van kunst, en creëren we jonge ambassadeurs. De eerste winnaars zijn met vrienden uit hun dorp nog steeds verbonden aan het museum. Het mooie van deze maatschappelijke opdracht is dat hij nooit af is.’ Haar maatschappelijke bril kreeg Crebolder al op ­vroege leeftijd opgezet. Haar vader Harry was huisarts en hoogleraar Huisartsgeneeskunde aan de Universiteit ­Maastricht,


18

haar moeder Emma Crebolder-van der Velde is Afrikanist en dichteres – in 2015 won ze de Leo ­Herberghs Poëzieprijs. ‘Toen mijn vader nog arts-­assistent was, ­werden mijn ouders in 1969 voor ontwikkelingswerk door Memisa uitgezonden naar Tanzania. Ik ben daar in 1970 als jongste van drie geboren, in Sumve, aan de rand van het Victoriameer en vlakbij de Serengeti woestijn. Mijn eerste herinneringen bestaan uit geuren en kleuren van het Afrikaanse continent.’ Toen het gezin in 1973 weer naar Nederland terugkeerde en in Venlo landde, bleef het maatschappelijk debat klinken, ook toen ze in 1986 naar Maastricht verhuisden. ‘Er kwamen veel ­studenten, vrienden uit de kerk, wetenschappers, kunstenaars en literatoren bij ons over de vloer. Het ging altijd ergens over. Ik ken dus wel de waarde van betekenis­volle ­dialogen.’ Hang naar onderzoek en feiten

Op de vraag wat ze precies heeft meegekregen van haar vader, en wat van haar moeder, moet ze even nadenken: ‘Mijn moeder geeft letterlijk een verdichting van de realiteit, maakt die klein en persoonlijk. Dat vergt een sterk ontwikkeld gevoel en de eigenschap om alles van alle kanten te bevragen. Ze omringt zich graag met kunstenaars en heeft in Venlo een literair café opgericht. Die gevoelsmatige kant, en dat contact, daar voel ik me ook bij thuis.’ Van haar vader kreeg ze vooral het onderzoekende en conceptuele denken mee. ‘Hij zette in Venlo het eerste multifunctionele gezondheidscentrum van Nederland op, en besefte dat de data die zorgspecialisten in hun werk met patiënten verzamelen, van grote waarde zijn. “Als we al die data combineren, dan kunnen we daar grotere lijnen uithalen”, bedacht hij, “en daarmee kunnen we de zorg verbeteren.” In wezen had hij een moderne, toegepaste wetenschappelijke opvatting. Het is geen wonder dat hij later de stap naar het hoogleraarschap maakte.’ Zijn hang naar onderzoek en feitenkennis heeft Hendrikje meegekregen. ‘Waar een van mijn zussen, Eva Crebolder, kunstenaar is geworden, koos ik de weg van het hoofd, en kwam in 1989 in Leiden terecht. Als rechtenstudent.’ Niet als student kunstgeschiedenis? ‘Nee, ik was vooral gegrepen door de kans om me te verdiepen in de vraag hoe de wereld werkt, hoe het systeem van de samenleving in elkaar steekt. Ik wilde dat op een beschouwelijke, abstracte manier bestuderen en vond die mogelijkheid in een

Hendrikje rechts op deze foto uit 1989, met huisgenoten van Rapenburg 120.

Hendrikje Crebolder Geboren 21 april 1970 in Sumve, Tanzania 1989-1995 Rechten, Universiteit Leiden 1995-1996 Masterstudie LL.M Rechten London University 1996-2006 Advocaat bij Baker McKenzie 2006-2009 Jurist en business developer bij Rijksmuseum Amsterdam 2009-2017 Hoofd Development Rijksmuseum Amsterdam 2017-heden Directeur Development & Media Rijksmuseum Amsterdam Crebolder vervult commissariaten en toezichthoudende rollen bij Leids Universiteits Fonds, Vlisco en Manifesta Biennial. Ze is voorzitter van Stichting Archief Leids Studentenleven.

rechten­studie.’ Daar voegt ze aan toe: ‘Een van mijn twee dochters studeert nu wel kunstgeschiedenis in ­Leiden, ik vind het geweldig om te zien dat ze daarbij dezelfde ­v ragen over de rol van vrouwen in de kunst stelt als ik.’ Doorkijkje naar Hortus

Op de vraag ‘Waarom Leiden?’, zegt ze: ‘Niet omdat mijn ouders daarop aanstuurden, met hun academische wortels in Utrecht. Ik was al eens eerder in het centrum van Leiden geweest en het sprak me toen al direct aan. Die levendige binnenstad die je als een enorme campus kunt zien, de mooiste ter wereld als


NR. 1 2024

je het mij vraagt. Mijn oom Paul van der Velde was destijds net als historicus aan de slag voor de stichting IIAS, het International Institute For Asian Studies. Dat hielp ook wel een handje. En die liefde is alleen maar verder gegroeid. Ik woonde op het Rapenburg 120, en het raakte me iedere ochtend weer als ik op weg naar de collegebanken het Academiegebouw passeerde, met dat doorkijkje naar de Hortus. Wetende dat ­Cleveringa daar zijn leven in de waagschaal stelde voor de academische vrijheid voor Joodse studenten en hoog­leraren. Dat ík onderdeel mocht zijn van deze sfeer, van die traditie. Ik heb aan deze universiteit in deze stad en op sociëteit Minerva geleerd hoe mooi het kan zijn om altijd je nieuwsgierigheid te onderzoeken, plezier te maken, jezelf te blijven ontwikkelen.’ Haar nieuwsgierigheid werd in Leiden zozeer aangewak-

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad 19

kerd, dat ze de stad ook weer met tussenpozen zou verlaten. Tussen 1992 en 1996 studeerde ze Engels recht aan de London School of Economics en internationaal recht aan de University of Cape Town. Dat laatste deed ze in 1994 als een van de eerste uitwisselingsstudenten met een ­Leidse studievriendin. ‘Hier begon mijn contact met het Leids Universiteits Fonds, het LUF. ‘We schreven een brief met ons plan, en werden daarna vanuit het fonds volop gestimuleerd om de stap te maken. Ik heb toen zelf mogen merken hoe belangrijk de functie van het LUF is, finan­ cieel en mentaal, om onderzoekers te ondersteunen. Dat is een van de redenen dat ik bestuurslid ben geworden van het LUF. En ja, de verbinding die ik tussen het Rijks en alle lagen van de bevolking wil leggen, zie ik ook voor de universiteit als een hele mooie weg. Het LUF speelt hierbij een belangrijke rol, en ik zet me in om steeds meer alumni ervan te overtuigen hoe dankbaar het is om jonge Leidse onderzoekers te ondersteunen via het LUF.’ De vraag is tot het eind van het gesprek blijven liggen: waar komt die overstap in 2006 naar de kunstwereld ­vandaan? ‘In feite stel je dan meer Het favoriete vragen’, zegt ze. ‘Ten eerste waarom kunstwerk ik van een mooie functie in de corporate wereld overstapte naar een van Crebolder is Rode Ibis maatschappelijke rol. Het antwoord met een ei daarop is simpel: ik wist altijd al dat uit het Rijks­ ik uiteindelijk die maatschappelijke kant op wilde, misschien gevoed museum. Bekijk het hier: door wat ik in mijn jeugd heb meegekregen. En vergeet niet, ik had de non-profitsector ook iets te bieden, met een andere professionele ervaring. De andere vraag is: waarom de kunstwereld? Daarin speelt natuurlijk mijn fascinatie voor kunst mee. Voor schoonheid, vormen en kleuren. Het is fijn om in je werk met zoveel schoonheid te maken te ­k rijgen, en daarbij ook je gevoel in bredere zin ruimte te kunnen geven.’ Volle maan

En Afrika? ‘Mijn derde naam is ­Chausiku, ‘geboren bij volle maan’ in het Swahili. Afrika stroomt door mijn aderen. Wat dat betreft herken ik me in mijn moeder, die na terugkomst in Nederland in Afrikaanse gewaden door Venlo flaneerde. Dat was een bijzonder beeld begin jaren zeventig. Als kind vergaapte ik me altijd al aan die mooie stoffen en patronen, en dat kan ik nog steeds, als commissaris van Vlisco, een Nederlandse textiel­ drukkerij die werkt met verfijnde batiktechniek. Ik hou het lijntje dus bewust in stand. Ik wil mezelf blijven ontwikkelen.’


20

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 1 2024

de groep van

Ilinca, Martina, Edwige en Rosa

TEKST: XXX NIENKE LEDEGANG, FOTO: EIGEN FOTO

Martina, Edwige, Ilinca en Rosa ontmoetten elkaar in 2014 op de eerste dag van hun BA Internationale Studies aan de Universiteit Leiden in Den Haag. Het was de start van een hechte vriendschap. Ilinca Bogaciov (Roemenië): ‘Toen we elkaar ontmoetten in ons eerste jaar, voelde ik meteen dat ik onder vrienden was. Helemaal alleen in een nieuwe stad en met een zee van nieuwe mensen van over de hele wereld, waren die meiden voor mij vanaf het begin als een anker.’ Martina Carlucci (Italië): ‘Ik herinner me de keren dat we ons klaarmaakten voor het jaarlijkse gala, de discussies over hoe je Italiaans en Frans eten moet klaarmaken, en – het allerbelangrijkste – het vele lachen en de lol die we samen hadden, wat ik echt elke dag mis! Gelukkig hebben we een actieve WhatsApp-groep en organiseren we regel­ matig Zoom-gesprekken met leuke activiteiten. We hebben ook een paar reizen samen gemaakt.’ Edwige Marty (Frankrijk): ‘Er zijn zoveel herinneringen: kookavonden, drankjes op de Grote Markt, picknicken op

het strand... We zijn allemaal zo gegroeid in de loop der jaren. Het is geweldig om de successen en mislukkingen in onze levens te delen - en er samen om te lachen, voor­ al om de mislukkingen. Zelfs als we niet elke dag contact ­hebben, zijn Martina, Ilinca en Rosa het soort vrienden waarvan je weet dat je ze altijd kunt bellen en vrijuit met ze kunt praten, en die altijd goed advies hebben.’ Rosa Kotoaro (Finland): ‘Voor mij was studeren aan de Universiteit Leiden een ervaring die mijn leven veranderde. Ik kom uit een klein Fins stadje, en het kunnen verbreden van mijn horizon door te studeren in een vreemd land met een vreemde taal, terwijl ik mensen uit alle hoeken van de wereld ontmoette, was bepalend voor wie ik nu ben. Hoewel deze tijd leuk was, was het ook uitdagend. Dat ik mijn ervaringen kon delen met Edwige, Ilinca en Martina maakte de uit­dagingen makkelijker te overwinnen en s­ telde me in staat om volop te genieten van de goede tijden. Van­ daag de dag is onze vriendschap een van de b ­ elangrijkste dingen die ik heb overgehouden aan mijn tijd aan de ­Universiteit Leiden.’


FOCUS OP

Grenzeloze vraagstukken Klimaat

Veiligheid

Migratie

Digitalisering

Gezondheid


22

Leidraad

TEKST: NIENKE LEDEGANG

Veel grote ontwikkelingen in de huidige samenleving zijn grensoverschrijdend. Dat mondiale karakter leidt tot nieuwe uitdagingen. Die uitdagingen worden onderzocht in het internationale onderzoeksprogramma Global Transformations and Governance Challenges (CTGC) van de Universiteit Leiden.

Wat

Waarom

Jan Aart Scholte: ‘Denk bijvoorbeeld aan de noodzaak van een ­gecoördineerde inter­ nationale aanpak van pandemieën, de op­­ warming van de a ­ arde, het internet en de ­migratie. In ons pro­ gramma ­onderzoeken we hoe we zulke mon­ diale transformaties op een democratische, effectieve, eerlijke, vreedzame en duurzame manier kunnen aanpak­ ken. Wie is er aan zet om deze transformaties in ­goede banen te leiden? Kortgezegd zijn er voor ­mondiale transformaties ook creatieve mondiale oplossingen nodig.’

Antoaneta Dimitrova: ‘Geen enkel land, hoe innovatief en goed ­georganiseerd het ook is, kan de uitdagingen van onze tijd in zijn eentje oplossen. Om de juiste allianties te smeden, is het n ­ oodzakelijk om de transformaties vanuit verschillende invalshoeken te bezien. Dat is wat we in Leiden doen. Het onderzoek is echt interdisciplinair: we betrekken historici, rechtsgeleerden, politicologen, bestuurskundigen... In GTGC bundelen we onze krachten en dat is belangrijk en uniek.’

Wat levert dat op Antoaneta Dimitrova: ‘Veel van onze onderzoekers zijn jong en innova­ tief en durven van de g ­ ebaande paden af te gaan. Dat leidt tot ­nieuwe inzichten over hoe we het hoofd moeten bieden aan de com­ plexe mondiale transformaties; dat we af moeten van het idee dat rege­ ringen aan zet zijn, maar dat we het moeten hebben van nieuwe allian­ ties waarin ook een rol is voor infor­ melere netwerken, het bedrijfsleven en burgers. Dat hoeft niet meteen

Jan Aart Scholte is hoogleraar Global Transformations and Governance Challenges aan de Universiteit Leiden.

op het hoogste niveau. Wij zien bin­ nen ons programma veel nieuwe samenwerkingen, niet alleen t­ ussen faculteiten, maar ook met maat­ schappelijke organisaties. Daar zijn genoeg voorbeelden van. Ik denk aan een mooi project over a ­ rmoede in Den Haag, maar ook hoe l­okale vrouwenbewegingen kunnen bij­ dragen aan de vrede. Zo brengen we onze kennis naar organisaties die op lokaal niveau de effecten van mondiale transformaties merken.’

Antoaneta Dimitrova is hoogleraar Comparative Governance en nauw betrokken bij het onderzoeksprogramma GTGC.


Invloedrijke Afghaanse vrouwen nemen deel aan de IntraAfghaanse Dialooggesprekken in Qatar, juli 2019.

Vrouwen, vrede en veiligheid Universitair docent dr. Vanessa N ­ ewby doet onderzoek naar vrouwen, vrede en veiligheid. Een gebied waar nog veel terrein te winnen is. En waar een lange adem geen overbodige luxe blijkt. Wat onderzoek je precies?

‘Kort gezegd onderzoek ik de bijdrage van vrouwen in de wereld van de internationale vrede en veiligheid. Hun rol in militaire instituties en de daadwerkelijke uitvoering. De VN heeft hier een agenda voor opgesteld. Wat mij interesseert, is hoe dit zich vertaalt naar de praktijk. Vaak wordt er op papier flink uitgepakt, maar hoe worden de plannen lokaal daadwerkelijk uitgevoerd? Hoe worden vrouwen betrokken bij vredes- en veiligheidsthema’s? Wat is hun rol? The devil is in the details. Daar houd ik me mee bezig.’

TEKST: MARTINE JANSEN, FOTO: ANP

En dat is nodig?

‘Er is gebleken dat een vrede met aandacht voor gendergelijkheid langer duurt dan een vrede waarin vrouwen – en de behoeften van vrouwen – niet in het vredesakkoord zijn opgenomen. Bovendien heeft belangrijk onderzoek van Valerie Hudson, een Amerikaanse professor in de politieke wetenschappen, aangetoond dat gendergelijke samenlevingen vreedzamer zijn. De VN erkent daarom nu ook dat het van cruciaal belang is om vrouwen te betrekken bij alle aspecten van vredeshandhaving en vredesopbouw.’

Hoe staan we ervoor?

‘Wereldwijd zijn sinds 2005 107 nationale actieplannen opgesteld om de rol van vrouwen in vrede en veiligheid te vergroten. Dat is positief. Maar uit ons onderzoek blijkt dat de praktijk weerbarstig is. Neem bijvoorbeeld vredes-

onderhandelingen. Vrouwen worden regelmatig uitgenodigd om plaats te nemen aan de onderhandelingstafel, maar in de praktijk blijkt dat ze weinig invloed uitoefenen. Of vrouwen worden de kant opgeduwd van typische “vrouwenonderwerpen”, in plaats van dat ze meepraten over de “mainstreamonderwerpen”. Met name in omgevingen die traditioneel worden gedomineerd door mannen zie je dit gebeuren. Zolang maatschappelijke structuren niet veranderen, blijft de aanwezigheid van vrouwen in dit soort situaties iets voor de bühne. En dit zie je terug op alle niveaus, in alle landen. Ook in het Westen.’

Wat vraagt dat van vrouwelijk ­leiderschap?

‘Dat is een goeie vraag. Allereerst moeten vrouwen stoppen met zichzelf de mond te snoeren. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. We vragen van een minderheid in een groep om een systeem te veranderen dat is ingericht door een overheersende groep. Een organisatie wordt niet gendervriendelijker wanneer vrouwen worden gesocialiseerd in mannelijke normen. En vrouwen gaan daarin mee, omdat ze bang zijn dat ze publiekelijk worden terechtgewezen, genegeerd of gemarginaliseerd. Niemand wil degene zijn die dingen zegt die niemand wil horen. Maar wanneer vrouwen niet veilig zijn, lijdt de hele maatschappij eronder. Die boodschap moet duidelijk worden. En mannen moeten helpen ‘m te verkondigen.’

Nog een lange weg te gaan dus. ­ Waarom doe je dit?

‘Dit werk doen kan een uitdaging zijn. Je voelt je soms als een plaat die blijft hangen omdat je altijd de kwestie van gender ter sprake brengt. Maar “once you see gender inequality, you can’t unsee it”. Ik kan het niet meer negeren.’

Vanessa Newby

2007 - 2015 MA Internationale Betrekkingen en PhD-­onderzoeker, Griffith University, Australië 2016 Onder­ zoeker, Australian National ­University 2018 Aangesloten onderzoeker, American University of Beirut 2018 - heden Assistent ­Professor, Universiteit Leiden 2020 - heden Voorzitter Women in International Security Nederland


24

De reis van onze afgedankte kleding


FOCUS OP Grenzeloze vraagstukken 25

De kleding die we niet meer mooi vinden of die versleten is ­brengen we naar de kledingbak. We gaan ervan uit dat het een tweede leven krijgt. Maar wat gebeurt er nou precies met al dat textiel? Antonella Maiello onderzoekt met haar collega’s wie er baat heeft bij ’postconsument textielafval’ en wie er last van heeft.

Wie is verantwoordelijk? De belangrijkste vraag van het ­onderzoek is wie de stakeholders zijn bij de export van p ­ ostconsument ­textielafval. ‘Wat voor ons afval is, is voor anderen een nieuwe industrie’, zegt Antonalla Maiello. ‘We weten alleen niet precies hoe de geldstro­ men lopen: wie heeft er baat bij deze handel en hoe moet de i­nternationale regelgeving er precies gaan uitzien? De gemeente is de eerste verantwoor­ delijke als het gaat om inzameling van

textiel, daarna spelen landelijke over­ heden, ­afvalverwerkingsbedrijven, recyclingbedrijven en t­ ransporteurs een rol. We bestuderen wie de ­precieze actoren zijn en wie waarvoor verantwoordelijk is. De eerste stap is om dit netwerk tijdens een workshop in Nederland in kaart te brengen met andere Leidse onderzoekers en ieder richt zich op een deelvraag van het onderzoek. ‘Ik kijk vooral naar het afval­ kolonialisme vanuit het perspectief van de ontvanger’, legt ze uit. ‘Ik bestudeer al sinds 2016 afvalbeheer, in eerste instantie in Brazilië. Al van jongs af aan heb ik me zorgen gemaakt over afval, want in het zuiden van Italië – waar ik ben opgegroeid – werd gevaarlijk afval vanuit heel Europa gedumpt.’ Minder kopen Ook al is het onderzoek naar de pre­ cieze route van ons ‘kledingafval’ nog niet afgerond, bewuste consumenten kunnen nu al helpen om de afvalberg te verminderen. ‘Koop vooral minder en als je koopt, koop beter’, adviseert Maiello. ‘Bekijk de labels om te zien van welk materiaal het gemaakt is. Probeer kleren die je niet meer draagt te ruilen of naar de kringloopwinkel te brengen. En als iets echt versleten is, dan kun je het beter in de gewone afvalbak gooien dan in de textielbak. Dan gaat het tenminste hier de ver­ brandingsoven in, en wordt het niet in de open lucht in een lagelonenland verbrand.’

Antonella Maiello

Functie: Assistant Professor Governance of Sustainability Studie: BSc/MSc Development Studies (Università degli studi di Napoli L’Orientale); Master ­Environmental ­Governance en PhD Management of Sustainability and Development (Scuola Superiore S. Anna di Pisa)

TEKST: WILKE MARTENS, FOTO: ASSOCIATED PRESS

A

chter textielcontainers schuilt een hele industrie: een groot deel van de kle­ ding die we in Nederland weggooien wordt doorverkocht aan handelaren in vooral Afrikaanse en Aziatische landen. De marktkooplie­ den die de kleding in bulk opkopen, weten niet precies wat ze in handen krijgen. Vaak zijn de kledingstukken ongeschikt voor verkoop, zoals dikke winterjassen, maar nog vaker is de kle­ ding van zo’n slechte kwaliteit dat het direct op grote afvalbergen belandt. ‘In grote lijnen weten we wat er met ons “kledingafval” gebeurt’, zegt onderzoeker Antonella Maiello. ‘Maar er zijn grote kennishiaten als het gaat om de kwaliteit en kwantiteit van de geëxporteerde materialen en lacunes in internationale regelgeving. Het is belangrijk om meer kennis te krijgen, zodat we afvalkolonialisme – a ­ ndere ­landen opschepen met afvalbergen uit E ­ uropa – kunnen voorkomen.’


26

‘Blijf plek vinden voor de kwetsbaarste mensen’

‘Autoritaire regimes voelen zich steeds sterker’ ALDUS ALUMNA VIOLET

ALDUS ALUMNUS JURIAAN

‘Voor de VN-­vluchtelingenorganisatie UNHCR werk ik in hervestiging. Wij selecteren de kwetsbaarste vluchte­ lingen die risico lopen in het land waar ze verblijven en helpen ze hulp in een ander land te krijgen. Dat ­kunnen alleenstaande vrouwen zijn, ­kinderen, slachtoffers van geweld, lhbti+’ers of mensen met een aan­ doening. Wij kijken wie geschikt is voor hervestiging. Wij doen de inter­ views en achtergrondcheck en over­ handigen de dossiers. De overheden van de opvanglanden beslissen wie er mogen komen. Ik heb jarenlang die interviews gedaan. Dat is zwaar werk, je spreekt mensen op hun slechtste moment. Daarom wisselen veel colle­ ga’s na een paar jaar naar de strategi­ sche kant. Ik ook, ik werk sinds kort in Genève op het hoofdkwartier. Dat is even belangrijk, want hervestiging is politiek gevoelig en constant afhan­ kelijk van de internationale situatie. Gelukkig levert dit werk ook resultaat op. Je ziet mensen de hulp krijgen die ze zo hard nodig hebben. Het is belangrijk plek te blijven vinden voor de kwetsbaarste mensen, dat weet ik als oud-vluchteling uit Irak uit eigen ervaring.’

‘Met het NIMD, Netherlands Institute for Multiparty Democracy, faciliteren we politieke dialoog om de demo­ cratie in verschillende l­anden in de wereld te versterken. We onder­ steunen politici om met elkaar in gesprek te gaan om te kijken hoe ze ­kunnen samenwerken in het belang van hun gemeenschap of land. Ik kan daarbij teruggrijpen op mijn promotieonderzoek naar hoe poli­ tieke dialoog kan bijdragen aan de ontwikkeling van de mensenrech­ ten in een land. Dat richtte zich op Jordanië, maar is algemeen toe­ pasbaar. Ik pas de onderzoeksles­ sen toe in de praktijk. Dat wordt wel steeds moeilijker. Je ziet de afgelo­ pen vier, vijf jaar dat democratie als concept meer wordt aangevallen. Autoritaire regimes voelen zich daar­ door gesterkt. In sommige landen waar wij trots waren op onze succes­ sen, waar nieuw beleid van de grond is g ­ ekomen, zijn we nu al blij als we p ­ olitieke leiders onder de radar bij elkaar krijgen. Toch heb ik nog steeds het idee dat ik een verschil kan maken. Dit werk betekent veel voor mij, mijn onderzoek kwam voort uit het gevoel dat ik een belangrijk onderwerp wilde aankaarten.’

‘Het lukt de internationale gemeen­ schap steeds minder om politieke oplossingen te vinden voor conflic­ ten. De hulpvraag groeit daardoor wereldwijd, en de klimaatverande­ ring draagt daar ook nog aan bij. De reguliere middelen voor het Rode Kruis stijgen niet. We moeten daar­ om andere geldstromen aanbo­ ren en innoveren. Met digitalisering kunnen we de hulpverlening ver­ snellen, de kwaliteit verbeteren, en deze duurzamer maken. En we kun­ nen meer mensen bereiken. In buur­ landen van Oekraïne hebben we mogelijk gemaakt dat vluchtelin­ gen zich online konden registreren voor het geldhulpprogramma. Bin­ nen twee weken konden we de hulp ­verlenen waar we anders minstens een maand voor nodig hebben. Ik ben dit werk gaan doen uit idealisme én realisme: al jong zal ik een kans om te leren wat er nog meer in de wereld gebeurt. We maken met het Rode Kruis nog steeds een verschil voor mensen die hulp nodig hebben, maar de vraag is wel eens: waar gaan we naartoe? Waarom kan de interna­ tionale politiek problemen niet meer oplossen?’

ALDUS ALUMNA FARAH

TEKST: ERIC DE JAGER, FOTO’S: MARIUS ROOS, PORTRAIT GENEVE

NR. 1 2024

ALDUS ALUMNI

FARAH AL-OBAIDY (33) 2009-2013 bachelor Rechten, Leiden 2010-2013 bachelor Geschiedenis, Leiden 2013-2014 master Public International Law, Leiden. Huidige baan Resettlement & Complementary Pathways Officer bij UNHCR

VIOLET BENNEKER (35) 2014-2015 onderzoeksmaster internatio­ nale politie, UvA 2015-2012 docent en pro­ movendus Instituut Politieke Wetenschap, Leiden Huidige baan adviseur NIMD

‘Innovatie maakt onze hulp beter’

JURIAAN LAHR (53) 1988-1994 Fiscaal Recht, Leiden 2005-2021 directeur internationale hulp Nederlandse Rode Kruis Huidige baan Directeur digitale transformatie bij de Internationale Federatie van Rode Kruis en Rode Halve Maan-verenigingen


Grenzeloze vraagstukken 27

Internationaal duwen trekwerk van autoritaire staten Wereldwijd zie je een toename van niet-liberale staten en de verschuiving van democratieën richting autocratieën. Hoogleraar Internationale Betrekkingen Daniel Thomas bestudeert met collega’s de gevolgen van deze tendens voor internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en de Europese Unie.

L

TEKST: ERIC DE JAGER, FOTO: ANP

ange tijd hadden autocratieën geen grote rol in ­internationale organisaties. Vooral de liberale en democratische staten hadden het er voor het zeggen. Maar de opkomst van China, de toenemende auto­ cratie van Rusland en de groei van zogenoemde hybride regimes, ook in de EU, hebben daar verandering in gebracht. En dat is precies de aan­ leiding van dit onderzoeksproject, vertelt Daniel Thomas.

veronderstelde hoeder van de internationale mensenrechtenwetgeving. Autoritaire staten zorgen ervoor dat ze er een plek aan tafel behouden, juist om het toezicht op en de hand­ having van de mensenrechten te blokkeren of af te zwakken.’

Assertiever

Autoritaire staten zijn tegenwoordig aanweziger op het internationale toneel en ze zijn assertiever geworden in het sturen of aanvechten van de VN, de EU en andere organisaties. ‘De Mensenrechtenraad van de ­Verenigde Naties is een goed voorbeeld. Dat is de

‘Autoritaire staten ­blijven aan tafel om mensenrechten te blokkeren’ Daniel Thomas

De strategieën van dit soort staten hebben waarschijnlijk invloed op de werkwijze van de ­internationale organisaties. Thomas onderzoekt samen met hoogleraar Antoaneta ­Dimitrova en universitair docent Valentina ­Carraro of dat zo is door nauw samen te werken met onderzoekers die het thema vanuit verschillende perspectieven bestuderen. Dat gebeurt onder meer in een serie workshops waar ­onderzoekers uit Leiden en ­andere ­universiteiten aan meedoen. Bij de ­eerste workshop, eind 2023 in Den Haag, waren onderzoekers uit Duitsland, Ierland, ­Italië, Japan, Nederland, Zweden, het ­Verenigd Koninkrijk en de Verenigde ­Staten. Opener

Een niet-liberale staat heeft een ­andere agenda, andere gespreks­ thema’s en zoekt andere allianties dan de gevestigde orde. Daarmee worden de liberale ­internationale normen aangevochten. Denk aan onderwerpen als mensenrechten of ­internationale handel. Dat doen ze vermoedelijk met meer openheid nu hun aantal en invloed toeneemt. De gevolgen voor de gevestigde internationale organisaties kunnen groot zijn. Ze kunnen worden ondermijnd, een nieuwe doelstelling krijgen of zelfs worden vervangen door organisaties die zijn opgezet door niet-­ liberale staten. In het project wordt ook onderzocht of verschillende soorten niet-liberale regimes, variërend van ideologische dictaturen als China tot gepersonaliseerde autocratieën zoals Rusland en ­hybride regimes zoals Hongarije en Turkije, zich elk op hun eigen manier verhouden tot internationale organisaties. Thomas beseft dat hij een breed onderzoeksveld betreedt, maar hij wil het project zeker in het begin niet beperken. ‘De bedoeling is juist om de nieuwe onderzoeksagenda in kaart te brengen door onze samenwerking met een variëteit aan onderzoekers.’


28

NR. 1 2024

Universiteit Leiden Academy

Verdiep, verrijk en groei Een leven lang leren, dat kan met de Universiteit Leiden Academy nu nog beter. Want onder deze naam is het hele onderwijsaanbod voor professionals gebundeld en uitgebreid. En in de korte tijd dat de Universiteit ­Leiden Academy bestaat levert dit al direct mooie dwarsverbanden op. Zoals een cursus Legal English en een incompany training Interculturele samenwerking en leiderschap.

TEKST: MARIJN KRAMP, ILLUSTRATIES: JENNA ARTS

D

e universiteit heeft al veel langer onderwijsaanbod voor professionals, vertelt ­projectmanager Annet van der Helm. Onder andere de domeinen geneeskunde, rechten, talen, psychologie en farmaceutische wetenschappen ­trekken al jaren veel professionals. Dat wil de universiteit nu uitbreiden en bredere bekendheid geven onder één naam en met één portal waarop al het aanbod staat. Dat aanbod varieert van incompany trainingen en verplichte bijscholing tot interdisciplinaire programma’s en academische taalcursussen die deelnemers louter uit persoonlijke interesse volgen. Doordat de wereld om ons heen steeds sneller verandert en de grote maatschap-

pelijke transities om nieuwe kennis en vaardigheden vragen, is bij- en om­­ scholing steeds belangrijker voor werk­ nemers en werkgevers. ‘Wij ­hebben daarvoor op veel terreinen de academische kennis in huis’, vertelt Van der Helm. ‘Het is onze maatschappelijke taak om bij te dragen aan een leven lang leren. Deelnemers geven aan dat de combinatie van wetenschappelijke kennis, academische vaardigheden en de interactie met andere hoogopgeleide deel­nemers uit het werkveld voor hen veel toegevoegde waarde heeft.’ Kruisbestuiving

‘Een van de pluspunten van de ­nieuwe aanpak is dat die tot kruisbestuiving leidt’, zegt Van der Helm. ‘De training


Leidraad 29

NR. 1 2024

“Interculturele samenwerking en leider­ schap” is daar een voorbeeld van. Daar zijn we door een bedrijf voor ­benaderd toen zij de website met al het ­aanbod zagen. Want ook bij werkgevers is de vraag naar interdisciplinaire kennis groot. We starten nu met een incompany cursus en mocht er meer vraag naar dit onderwerp zijn dan ­kunnen we ertoe overgaan om deze cursus met open inschrijving aan te bieden. Ook Legal English is een mooi voorbeeld. Niet alleen juristen hebben interesse, maar ook de HR-professional die Engelstalige arbeidsovereenkomsten moet opstellen.’ Inspelen op de vraag

Om tot een goed aanbod te komen kijkt het projectteam samen met de ­betrokken docenten naar marktontwikkelingen en spelen ze in op de vraag bij opdracht­ gevers, veelal alumni van de universiteit. Ze bekijken waar in het werkveld ­behoefte aan is en hoe de ­universiteit werkgevers daarbij kan bedienen. ­A lumni en andere geïnteresseerden ­kunnen daarnaast kennismaken met het onderwijs door het volgen van voor­ lichtingswebinars en masterclasses. De nog te ontwikkelen nieuwe opleidingen kunnen korte modules zijn van enkele maanden tot intensievere programma’s in de vorm van complete leergangen, en het kan zowel online als fysiek. De universiteit zoekt hiervoor ook de samenwerking met bedrijven, onderwijsinstellingen en overheidsorganisaties in de regio op, om samen met hen onderwijslijnen op te zetten voor professionals. ‘Door waar dat kan samen te werken en elkaars kracht te gebruiken zorgen we voor een goede verbinding van de wetenschappelijke kennis van de universiteit met de praktijk in het werkveld. Daar draait het bij onderwijs voor professionals om.’


30

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 1 2024

‘ Professionals zoeken vaak heel gericht’ ‘ Het is goed voor ons te weten wat er in de praktijk speelt’ Doceren is voor Bart Krans, hoogleraar Burgerlijk recht en Burgerlijk Procesrecht, een welkome onderbreking van het onderzoek. Hij houdt van het onderwijs, ook aan ­professionals. Krans ontving vijf jaar op rij een onderwijsprijs voor de best beoordeelde cursus aan advocaten, bedrijfs­juristen en andere ­juridische professionals. Krans doceert onder meer voor de leergang Contractenrecht voor juridische professionals. De cursisten die deze leer­ gang volgen doen dat bijvoor­ beeld omdat ze hun kennis wil­ len ophalen nadat ze een tijd in een ander rechtsgebied actief waren, of omdat ze zich nader willen bekwamen in het vak­ gebied. Ook geeft Krans een verdiepende c ­ ursus over bur­ gerlijk procesrecht voor onder anderen advocaten. Er is, ver­ telt hij, in vergelijking met het reguliere universitaire onder­ wijs meer tijd voor i­nteractie, voor het beantwoorden van

vragen en om in te gaan op casussen die de cursisten ­voorleggen. ‘Om met ervaren juristen te onderzoeken wat we in de praktijk kunnen met de nieuw­ ste ontwikkelingen is interes­ sant voor hen én voor mij. Zij zitten vaak goed in de praktijk en kunnen met vragen of sug­ gesties komen die je op basis van gepubliceerde rechtspraak niet altijd verwacht. Daar leer ik weer van en dat kan ik weer doorgeven aan de rechten­ studenten.’ Hij vindt het een logische zet dat de universiteit het onder­ wijs aan professionals uitbreidt. ‘Hier zit de kennis. Wij houden de ontwikkelingen in recht­ spraak en wetgeving goed bij en daar kan de praktijk van pro­ fiteren. Tegelijkertijd kan het goed zijn voor ons te weten wat er in de praktijk speelt. Daarnaast verstevigt het de band met onze alumni. Genoeg redenen dus om dit goed op te pakken.’

Meer informatie over Universiteit Leiden Academy op universiteitleidenacademy.nl

De theorie aan de praktijk verbinden, dat is het boeiende aan onderwijs geven aan professionals, vindt Saniye Çelik. Zij is bijzonder hoogleraar Diversiteit en Inclusie. Zelf begon ze ooit in de praktijk, op straat als politievrouw. In de jaren voordat ze hoogleraar werd legde Çelik binnen de univer­ siteit onder andere de basis voor het B ­ urgemeesterstraject, een lei­ derschapsprogramma van acht vol­ le dagen dat in de opleidingsgids van het Nederlandse Genootschap van Burgemeesters is opgenomen. Het was het eerste programma dat ze voor professionals opzette en eentje waar ze nog altijd trots op is. Het leuke aan dit soort trajecten is dat het de praktijk met de wetenschap verbindt, vindt Çelik. ‘Hoe je bepaal­ de theorieën vertaalt naar je eigen rol en verantwoordelijkheden. Naast die inhoud ontstaat er vaak ook een groep die elkaar nog jaren weet te vinden voor intervisie en raad en daad. Daar draag je ook aan bij als je onderwijs voor professionals maakt.’ Jonge studenten in het bachelor- en masteronderwijs hebben hele ­andere vragen, is Çeliks ervaring. ‘Zij zijn vaak breed aan het zoeken binnen het vak­ gebied. Professionals zoeken vaak heel gericht. De casussen liggen voor het oprapen. Die stel je centraal voor de theorie. Daar zoek je in. Dat is heel leuk en leerzaam om te doen. Ook voor jezelf. Want wij leren weer over de praktijk.’


‘ Het versterkt mij in mijn werk’

Als consulent in een wijkteam helpt ­ Gladys Fanoiki ouders met financiële problemen. Haar doel is om gedrags­ verandering bij hen te bewerkstelligen. De Basistraining Gedragsinzichten die ze dit jaar bij het Kenniscentrum Psychologie en Economisch Gedrag van de Universiteit Leiden volgde, bood haar daarvoor concrete handvatten. Fanoiki studeerde in 2014 af in Leiden als orthopedagoog. Ze werkt in een wijk­ team, waar mensen met vragen komen over ­huisvesting, opvoeding, psychologi­ sche p ­ roblemen en schulden. F ­ anoiki helpt vooral de laatste groep, mensen met der­ mate ­ernstige financiële problemen dat ze ­vanwege huurachterstand uit huis gezet dreigen te worden. Met hen doorloopt ze een traject dat tot v ­ erbetering in de s­ ituatie én gedrags­verandering moet leiden. ‘Een

­ ittige doelgroep. Dus alle kennis is welkom.’ p Eerder volgde ze al de cursus ‘De psycholo­ gie van financiële stress’. De kennis en vaar­ digheden die ze daar opdeed kwamen direct van pas in haar werk. En dat gaat ook op voor het geleerde tijdens de Basistraining Gedragsinzichten. ‘Er is behalve aandacht voor de wetenschappelijke theorie, ook veel ­ruimte om praktijkervaringen te bespreken. Dat maakt het heel concreet en direct toe­ pasbaar. Ik heb meer inzicht in het gedrag van mijn cliënten en ook in mijn eigen gedrag als persoon en professional, want daar ging deze training ook op in. Daardoor kan ik beter op hun problemen inspelen.’ Interessant is ook dat de deelnemers uit allerlei verschillende vakgebieden komen. ‘Iemand werkt bij een bank, een ander bij een woningbouwcorporatie. Dat levert een brede blik op de theorie en praktijk.’


32

NR. 1 2024

geven

Toen ze naast het Academie­ gebouw kwam wonen sprak het voor alumna Barthe ­Stokhuyzen vanzelf dat ze iets voor haar ­grote buur wilde betekenen. Dat werd een schenking aan een onderzoek naar mentale ­problemen bij jongeren.

‘V

anuit mijn werkkamer kijk ik in die van de pedel. Op de brug zie ik die ­honderden afgestudeerden en gepromoveerden met hun families op de foto gaan. Dat geeft allemaal een heel positieve vibe. Wij hebben lang in het buitenland gewoond, dan zie je hier zo goed dat dit een echte studentenstad is.’ Terug in Leiden werd Stokhuyzen daarom meteen Sleuteldrager, vertelt de alumna Pedagogiek. ‘Het is op mijn pad gekomen. Ik ga graag naar al die lezingen. Heerlijk om wetenschappers die serieus met hun onderzoek bezig zijn, daarover te horen vertellen. Genuanceerd, inclusief alle pro’s en cons en de problemen die ze tegenkomen. Dat vind ik echt een verademing. Op tv hoor je alleen maar mensen schreeuwen.’

TEKST: JOB DE KRUIFF, FOTO: HIELCO KUIPERS

Perfecte match

Samen met haar man Marc, ­alumnus Rechten, wilde ze nog iets meer aan de stad en de universiteit bijdragen. ‘We zijn gaan zoeken in de hoek van de psychologie. Ik heb ook na mijn studie altijd veel affiniteit gehouden met jeugdpsychologie en zie om me heen bij de huidige generatie adolescenten dat depressie aan de orde van de dag is. Dus toen we Moji ­Aghajani spraken over het onderzoek dat hij wilde doen, was dat een ­perfecte match. Hij kan ook heel goed uit-

‘ We willen iets nuttigs en positiefs bijdragen’ leggen waarom dit grootschalige data-onderzoek belangrijk is. Eerst dachten we zijn project voor een jaar te steunen, maar het blijkt vier jaar te bestrijken, en hij moet het natuurlijk af kunnen maken. We hebben er twee partijen bij weten te vinden en steunen nu samen met Corinne ­Vigreux van de Sofronie Foundation en met Peter Frans Pauwels de volledige vier jaar. Ook zij vinden dit een heel aansprekend onderwerp. Als we er met vrienden over praten, of met onze kinderen, die zelf al 29 en

27 zijn: iedereen ziet dat de jeugd het mentaal moeilijk heeft.’ Over hoe dat komt wil ze niet te veel speculeren. ‘We denken allemaal dat we gedragsexpert zijn. Minder foto’s maken, denk ik soms als ik jongeren bezig zie, want dan maakt het ook minder uit hoe je eruitziet en wat je doet. Maar zo makkelijk is het natuurlijk niet. Het gaat er juist om dat er goed onderzoek wordt gedaan. Natuurlijk hoop ik dat daar iets baanbrekends uitkomt. Inzichten waar je bijvoorbeeld preventief of in een


Leidraad 33

‘ Psychische stoornissen onder jongeren bijna een epidemie’ Moji Aghajani, Assistant Professor bij het Instituut P ­ edagogiek, pleit voor een meer gepersonaliseerde benadering van ­psychische stoornissen onder jongeren.

Wat houdt jouw onderzoek in?

‘Het draait om angst en stemmingsstoornissen onder jeugdi­ gen. Die problematiek neemt in Nederland en de meeste ande­ re westerse landen bijna epidemische proporties aan. In Neder­ land alleen al kampen een half miljoen jongeren tussen 10 en 25 jaar met angst en depressieklachten. Dan heb ik het niet over een paar dagen je bed niet uit komen of stress, maar maandenlange klinische depressies of verlammende angstgevoelens. Je hoort wel over de prestatiedruk en de druk van sociale media, maar we weten eigenlijk niet zo goed wat angst en depressie ver­ oorzaakt en hoe dit het beste te behandelen is. Onderzoek van de afgelopen decennia heeft twee grote tekortkomingen: het gebeurde op groepsniveau en met relatief weinig deelnemers. Wij kunnen nu met behulp van AI grote, al bestaande databases doorspitten, op zoek naar individuele kenmerken. Zo analyseren we de neurale, biologische en psychosociale data van duizenden jongeren binnen het internationale ENIGMA Consortium.’

Wat is je gehoopte resultaat?

‘Het is echt fundamenteel onderzoek, nog niet gericht op een behandeling of preventie. We willen laten zien dat er potentie zit in zo’n gepersonaliseerde benadering van angst en depressie onder jongeren. Psychiaters en klinisch psychologen hebben een van de moeilijkste beroepen binnen de zorg. Want iedereen is anders, maar jij moet in een of twee gesprekken van een uur je v ­ olledige diagnose stellen, het behandeltraject bepalen en liefst ook nog een prognose geven. Het komt erop neer dat we met onze aan­ pak een slag willen maken die ze in bijvoorbeeld de cardiologie of de oncologie twintig jaar geleden al gemaakt hebben: zoeken naar indicatoren of patronen op individueel niveau die je kunt gebruiken voor betere preventie, behandeling en prognostiek.’

individueel behandelplan iets mee kunt. Het kan ook dat er niets concreets uitkomt, maar ook dan ben je een stuk wijzer. Dan hebben we in elk geval een wetenschappelijk antwoord op al die goeroes die nu zomaar wat roepen.’ Wilt u ook een fonds op naam oprichten waarmee u bijdraagt aan grensverleggend onderzoek? Ga naar luf.nl of neem contact op met Heiltje Boumeester, 071 527 5539, h.boumeester@luf.leidenuniv.nl

Kom je voor zulk onderzoek moeilijk aan geld?

‘De farmaceutische industrie trekt er nog geen ­miljarden voor uit omdat de bouwstenen van deze stoornissen niet goed in kaart zijn gebracht. Te lang hebben we ons blind gestaard op groepen en groepsverschillen, en te weinig oog gehad voor ­middelen die op het individu zijn afgestemd. We zijn ontzettend blij met het geld dat we hebben gekregen: we kunnen een post­ doc data scientist aanstellen. Namens mijn collega’s, namens het hele veld: we zijn de schenkers waanzinnig dank­ baar.’


34

Leidraad

NR. 1 2024

Kortstondige stress is zo slecht nog niet

Kortstondige stress lijkt een verrassend positief effect te hebben op onze gezondheid. Onderzoekster Erin Faught kreeg een Veni-­ financiering om uit te zoeken hoe stress op de korte termijn ons immuunsysteem juist kan versterken. De Canadese doet in L ­ eiden al enkele jaren onderzoek naar dit onderwerp en kwam erachter dat stress niet altijd slecht nieuws betekent. ‘Je kan weliswaar stellen dat langdurige stress niet goed is’, zegt ze. ‘Maar bij korte periodes van acute stress ligt dat anders. Die hebben wel degelijk voordelen.’ Dat heeft allemaal te maken met het zogenoemde stress­ hormoon cortisol. Van het hormoon is bekend dat het ons immuunsysteem onder­ drukt en ook impact heeft op

hoe ons lichaam reageert op infecties. Als iemand lijdt aan chronische stress, en daar­ door een hoog cortisolniveau heeft, reageert het lichaam minder goed op een wond of infectie. Er komen dan min­ der immuuncellen in actie. Faught stelde vast dat na een periode van acute stress, pakweg 24 uur, het omge­ keerde gebeurt. Dan ver­ plaatsen juist meer immuun­ cellen zich in de richting van de wond of infectie. De komende drie jaar gaat Faught achterhalen wel­ ke mechanismes hierach­ ter schuilgaan. ‘Syntheti­ sche varianten van deze stress­hormonen worden al gebruikt om infecties te bestrijden. Het zou mooi zijn om uit te zoeken of we ze ook kunnen inzetten om ons immuunsysteem te versterken.’

AGENDA Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen 18 jan, 15 feb, 21 maart LEZINGEN Het Natuurwetenschappelijk Gezelschap Leiden organiseert publiekslezingen. universiteitleiden.nl/ lezingenbijscience Faculteit Geesteswetenschappen 25-27 januari LIEUX Franstalig congres over Les Lieux de Georges Perec. universiteitleiden.nl/agenda Vanaf 28 januari PUBLIEKSSESSIES In the Making, een sessie over onderzoek in de k ­ unsten;

­ cademy of Creative and A ­Performing Arts i.s.m. kunst­ instituut West Den Haag. bit.ly/in-the-making2024 21 februari DAG VAN DE MOEDERTAAL De faculteit organiseert samen met de ambassade van Bangladesh de Inter­ nationale Dag van de Moedertaal. bit.ly/imld-2024 Februari t/m mei LETTER EN GEEST Lezingenreeks vanuit de opleiding Nederlandse taal en cultuur. Met o.a. neerlandica Esther Op de Beek over geluk in de romans van Esther Gerritsen. universiteitleiden.nl/ letter-en-geest

25 mei LUSTRUMSYMPOSIUM Van Leids Historisch Dispuut Merlijn. universiteitleiden.nl/agenda/ series/merlijn Algemeen 29 februari BRUSSEL Het jaarlijkse evenement voor Leidse alumni die wonen en werken in Brussel. universiteitleiden.nl/agenda Quintus 13 januari NIEUWJAARSBORREL Nieuwjaarsborrel van Stichting Reünisten Quintus, vanaf 21 uur op de sociëteit aan de Boommarkt.

Hortus 4 februari RONDLEIDING DOOR IMKER Waarom heeft de Hortus een eigen imker? Wat doen honingbijen en andere bestuivers in de winter? Tickets via hortusleiden.nl

Het alumnibureau en de faculteiten organiseren meer alumniactiviteiten. Zie universiteitleiden.nl/ agenda voor actuele informatie. Uitnodigingen ontvangen? Geef uw e-mailadres door: info@alumni.leidenuniv.nl

FOTO: ANP

WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN


NIEUWS VAN DE FACULTEITEN 35

NR. 1 2024

AUGUSTINUS

Leids Cabaretfestival terug in Augustijnse handen Het Leids Cabaretfestival keert terug waar het ooit begon: op Augustinus. In 1978 was de eerste editie een lus­ trumactiviteit van de vereniging, geor­ ganiseerd door Harry Kies. Later werd het festival steeds groter en populair­ der en zijn er grote namen uit voort­ gevloeid. Vorig jaar ging het niet

door vanwege te weinig goede aan­ meldingen en vervolgens gaf Bunker ­Theaterzaken de organisatie ‘terug’ aan de Leidse Schouwburg. Die heeft contact gezocht met Augus­ tinus om een nieuwe samenwerking aan te gaan. De vereniging levert in de eerste plaats vrijwilligers voor de organisatie en verzorgt daarnaast een

financiële bijdrage, mogelijk gemaakt door de oud-leden. De finaleweek, begin februari, is gewoon in de Leidse Schouwburg. De Augustijnen organi­ seren onder meer de nodige festivitei­ ten daaromheen. Deze nieuwe opzet van de organisatie werd in november bekendgemaakt en gevierd met een comedy night op Augustinus.

GEESTESWETENSCHAPPEN

Japan Company Day voor studenten Ook dit jaar orga­ niseren de oplei­ ding Japanstudies en studievereniging Tanuki een Japan Company Day. In samen­werking met de Japanse Kamer van Koophandel zijn dan, in w ­ isselende

samenstellingen, acht Japanse bedrij­ ven aanwezig in Lei­ den voor een vol dagprogramma met rond de vijftig stu­ denten. Bedrijven geven presenta­ ties over hun doel­ stellingen en werk­

wijzen, en houden intensieve sessies met kleinere groe­ pen. Studenten Japanstudies krijgen zo de gelegenheid om een specifiek deel van de arbeids­ markt te leren ­kennen. De Japan

­ ompany Day is C bedoeld om studen­ ten zicht de bieden op arbeidsmarktmo­ gelijkheden. Alumni zijn ook welkom. De Japan Company Day is op 31 januari. universiteitleiden.nl/ agenda


36

Leidraad

NR. 1 2024

ARCHEOLOGIE

Vijftig jaar opgravingen in Oss In 2024 worden er sinds 50 jaar Leidse archeologische opgravingen in Oss gedaan en voor dat jubileum wil de ­faculteit een artikel schrijven. Daarbij kan zij de hulp van alumni goed gebruiken. Veel archeologiestudenten en ­medewerkers van de Universiteit Leiden zijn in de afgelopen vijftig jaar in Oss geweest om te helpen. Heb je nog foto’s, een mooi of leuk verhaal over jouw tijd in Oss? Stuur dan een mail naar nieuws@leidenuniv.nl.

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEKEN

GOVERNANCE AND GLOBAL AFFAIRS

De postkoloniale podcast

Alumnidag Public Affairs

Het kolonia­ le verleden van Nederland staat volop in de belangstel­ ling. In 2020 was het 75 jaar geleden dat I­ ndonesië onafhan­ kelijk werd; twee jaar later bood premier Rutte ‘diepe excuses’ aan voor het structureel geweld dat in de dekolonisatieoorlog was gebruikt. In De post­koloniale ­podcast gaan Rick Honings,

­ caliger-hoogleraar, en Coen van S ’t Veer, docent-onderzoeker, van de Universiteit L ­ eiden in gesprek met prominente onderzoekers en schrijvers over hun werk in ­relatie tot het koloniale verleden. Centraal staat de vraag in hoe­ verre het onderzoek naar (post)­ koloniale literatuur kan bijdragen aan de verwerking van het kolonia­ le ­verleden. Beluister alle afleveringen van De postkoloniale podcast op soundcloud.com

Op vrijdag 2 februari is de j­aarlijkse ­alumnidag Public Affairs. Er worden op de alumnidag interessante deelsessies georganiseerd met ‘hot topics’; docenten en gastsprekers delen a ­ ctuele kennis en deelnemers delen ervaringen en k ­ ennis. Na de deelsessies is er een plenair gedeelte en wordt er doorgepraat over de bevindingen. De alumnidag wordt afgesloten met een netwerkborrel. Aanmelden kan via universiteitleiden.nl/ cpl


NIEUWS VAN DE FACULTEITEN 37 NJORD

Lustrumsymposium GEESTESWETENSCHAPPEN

Ter ere van het 150-jarig bestaan van Njord organiseert de roeivereniging een lustrumsymposium op 21 januari op Sociëteit Minerva.

FOTO: ANP

Het wordt een middagvullend programma met sprekers van binnen en buiten Njord, interes­ sant voor zowel leden als oudleden. Het thema van het sympo­ sium luidt: ‘Terugblikkend voor­ waarts: wat bracht/breng jij?’. Geïnteresseerden kunnen een kaartje kopen via de link in de oud-ledenmail. Bent u lid geweest van Njord, maar geen lid van reünistenvereniging oud-Njord? Stuur een mail naar zwanencomite@njord.nl

Afgestudeerd in taal, cultuur of literatuur? We zijn naar je op zoek! De Faculteit G ­ eesteswetenschappen zoekt jonge masteralumni (<5 jaar ­afgestudeerd) die willen bijdragen aan arbeidsmarkt­ informatie voor studenten. Ben je na 2018 afgestudeerd in een taal-, cultuur- of lite­ ratuurstudie en heb je een baan gevonden die bij je past, meld je dan aan voor onze ­nieuwe serie ‘masterportretten’. Met een mooie foto met een persoonlijke tekst laat je zien hoe je studie je heeft voorbereid op de arbeidsmarkt. Daarmee willen wij onze ­huidige en aanstaande studenten beter voorbereiden op hun toekomst.

Wil je meedoen?

Stuur dan een mail naar alumni@ hum.leidenuniv.nl en vertel kort wie je bent, wat je doet en welke master­ opleiding je volgde bij Geestesweten­ schappen. Je baan hoeft niet per se in het vakgebied van je studie te zijn.

SOCIALE WETENSCHAPPEN

Samen Sterk

ALUMNI-EVENT

Leer hoe je zakelijk dineert In 2024 organiseert het Jonge Alumni Netwerk een bijeenkomst met als onderwerp etiquette. Wil jij ook leren hoe je zakelijk dineert? Houd dan de socials in de gaten voor meer informatie over deze en andere activiteiten, speciaal voor alumni onder de 35 jaar. @leidenalumni

Het onlangs versche­ nen boek Samen Sterk biedt ouders van een kind met somberheid of een depressie prakti­ sche handvatten om hun kinderen te helpen. Ook legt het boek uit waar­ om het belangrijk is dat je als ouder goed voor jezelf zorgt en behandelt het andere factoren die het kind beïnvloeden: school, vrienden en sociale media. Auteurs zijn drie orthopedagogen en hoogleraar ­Klinische Psychologie Bernet Elzinga. Zij baseren zich op wetenschappelijk onder­ zoek en jaren ervaring met het begeleiden van honderden ouders.


38

Papierstruik

Leidraad

HORTUS

WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN

Leidse Biologen Club 100 jaar De Leidse Biologen Club bestaat honderd jaar. Er wordt teruggeblikt op de afgelopen eeuw met de release van een LBC canon, met daarin de topstukken uit het verenigingsarchief en verhalen uit het verleden. Andere elementen van de lustrum­ viering zijn de plaatsing van een LBC-bankje in de Hortus botanicus en de ontvangst van een koninklijke erepenning. In het najaar van 2024 zal bovendien een beheerde dak­

QUINTUS

45 jaar ALSV Quintus Quintus viert dit jaar het negende lus­ trum. Op 18 januari wordt er stilgestaan bij de oprichting van ALSV Quintus op 18-1-1979. De openingsplechtigheid is in de Hartebrugkerk en begint om 14.00 uur, met inloop vanaf 13.30 uur. lustrumquintus.nl Op 22 juni 2024 vindt, zoals in ieder lustrumjaar, een grote reünie voor oud-Quinten én gezin plaats in de Hortus Botanicus. Van 14.00 uur tot 18.00 uur is de Hortus opengesteld voor een borrel. Vanaf 20.30 uur is de afterparty op Quintus. reunistenquintus.nl/hortusdag2024

tuin bij het n ­ ieuwe Gorlaeus worden geopend. Ook krijgt de monitoring van nachtvlinderdiversiteit in het Bio ­Science Park nieuw leven ingeblazen en zet de club in op het verminde­ ren van de ecologische voetafdruk. ­Mensen met een reünistenlidmaat­ schap kunnen diverse l­ezingen ­bijwonen, waaronder Het Grote Symposium op 1 juni. Houd ook het programma van de Biologenreünie op 20 april in de gaten. Geïnteresseerd? Aanmelden kan via: laposta.nl/f/ssdtdqdefibu

Een tuin vol geuren In 2024 staat de Hortus botanicus in het teken van geur. Naast extra ­geurige planten in de tuin en kassen zijn er het hele jaar speciale activiteiten, zoals workshops parfum maken en een geurspeurtocht voor kinderen. Op 11 ­februari is er een wintergeurenwandeling. Die dag neemt de rondleider je mee langs de geurigste winterplanten, in de kassen en buiten. Wierookceder, peperboompje, kaneel, papierstruik: ook hartje winter kun je je neus de kost geven in de Hortus. Tickets via hortusleiden. nl. Ook de Hortusshop en het Hortus Grand Café spelen in op het thema. hortusleiden.nl/geur

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEKEN

Talkshow Van kluis naar kussen Van sierlijke loden Javaanse letters tot koloniale school­ boeken en reclamemateri­ aal. Met de intrede van de drukpers in Nederlands-Indië ontstond een ware cultuur van gedrukte boeken, tijdschriften en andersoortig drukwerk. In de talkshow Van Kluis naar kussen spreekt Garrelt Verhoeven met diverse wetenschappers, onder wie hoogleraar Lisa Kuitert (UvA), promovenda Eline Korte­

kaas, en UBL-conservator Kasper van Ommen. Aan­ leiding is de tentoonstel­ ling ‘Gordel van papier’ over de geschiedenis van de Indische drukpers, waarvan Kuitert en Kortekaas gast­curator zijn. De UBL stelde voor deze tentoonstelling tientallen stuk­ ken uit de Bijzondere Collecties beschikbaar. Bekijk alle UBL-afleveringen van de talkshow op YouTube.


NIEUWS VAN DE FACULTEITEN 39

NR. 1 2024

WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN

BIJBLIJVEN MET DE TUESDAY TALKS Alumni zijn van harte welkom om aan te schuiven bij Tuesday Talks: Science Insights voor een dosis wetenschap van hun oude faculteit. Elke t­ weede dinsdag geeft een wetenschapper een toegankelijke lezing over zijn/ haar onderzoek. De Tuesday Talks vin­ den plaats in het Gorlaeus Gebouw van 16.00 tot 17.00 met aansluitend een borrel. De komende lezingen zijn op: 9 januari (samen met de F ­ acultaire Nieuwjaarsreceptie), 13 februari, 12 maart, 9 april en 14 mei. universiteitleiden.nl/lezingenbijscience

HOVO

FOTO: ANP

Thee, Latijn en oorlog ALUMNI-ACTIVITEIT

De lessen van The Beatles Onder de titel ‘Tomorrow never knows’, is er op 29 januari speciaal voor alumni een avond waar de leiderschaps- en levenslessen van The Beatles centraal staan. Alumnus Fiscaal recht Pim Perquin deelt zijn inzichten over wat we alle­ maal kunnen leren van The Beatles. Op humoristische wijze gaat hij onder meer in op: • Creativiteit en ondernemerschap: Hoe The Beatles risico’s namen en kansen grepen. • Samenwerking als motor voor groei en innovatie. • Tegendraadse strategieën • Het juiste moment om te stoppen: Lessen uit de latere jaren van The Beatles

Perquin heeft ruim 29 jaar als part­ ner en bestuurder bij BDO gewerkt. Daarnaast is hij groot Beatlesfan en -expert. De lessen van The B ­ eatles zijn niet beperkt tot muzieklief­ hebbers, maar zijn van toepassing op iedereen die streeft naar s­ ucces in zijn persoonlijke en profes­sio­nele leven. Maandag 29 januari 19.30-22.00 uur Kamerlingh Onnes Gebouw universiteitleiden.nl/beatles

Dit voorjaar zijn bij het Hoger Onder­ wijs voor ouderen (Hovo) meer dan twintig verschillende cursussen te volgen. Over oorlog, vrede en volken­ recht bijvoorbeeld, of de verschillen tussen het Russisch en het Oekraïens. In de serie ‘Latijn voor gymnasiasten’ verdiepen cursisten zich tien weken lang in de Heroides van Ovidius. Een andere cursus is helemaal gewijd aan het begrip oneindig in de w ­ iskunde. De meeste cursussen bestaan uit vijf tot maximaal tien hoorcolleges en vinden plaats in Leiden. Deelnemers aan ‘Van thee eten naar thee drinken’ brengen ook een bezoek aan theehuis Moychay in Amsterdam. Hovo-cursus­ sen zijn bedoeld voor vijftig-plussers. Meer informatie en het complete programma: universiteitleiden.nl/hovo


Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

DIES

ALUMNI

40

NR. 1 2024

FESTIVAL 2024

Het Dies festival is dé gelegenheid om oud-studiegenoten en andere alumni te ontmoeten en meer te weten te komen over actueel onderzoek. Het Leids Universiteits Fonds (LUF) en Universiteit Leiden heten alle alumni welkom op deze feestelijke en boeiende dag.

LEZINGEN

INTERACTIEVE LEZING

Generatieverschillen op de werkvloer Sociaal psycholoog Kim Jansen

Natte landbouw in de polder Maarten Schrama

Het koloniale verleden: excuses en herstel Gert Oostindie

Blik op kunst op zijn kop Liselore Tissen

De beleving van een VR-trip Michiel Elk

Volledig programma luf.nl/ dies2024

Prijsuitreiking voor jong weten­s­chappelijk talent

TIJD EN PLAATS

Zaterdag 10 februari 12.30-16.30 uur Kamerlingh Onnes Gebouw

Drie vragen aan Liselore Tissen over de invloed van 3D-printing in de kunst Wat houdt jouw onderzoek in? ‘We kunnen dankzij moderne tech­ niek perfecte kopieën of recon­ structies maken van een schilderij. Of reusachtige en driedimensionale ­uitvergrotingen, die je nog mag aan­ raken ook. Mijn onderzoek gaat over de consequenties die dit heeft voor de interactie met het publiek, onze perceptie en het conserveren van kunst. Daarbij heb ik met name inte­ resse in ethische vraagstukken. Als je weet dat de blauwe slaapkamer van Van Gogh vroeger paars was, is een 3D-print waarbij het paars terug is gebracht dan niet ‘echter’? Dat soort vragen stel ik ook rondom restitutie­ kwesties. Want welk argument heb je als museum nog om een origineel te

behouden als je er ook een perfecte kopie van zou kunnen maken?’ Dus 3D-techniek verandert onze perceptie? ‘Dat zal ik in mijn lezing laten zien. Ik heb zelf bijvoorbeeld een hekel aan het Meisje met de Parel van ­Vermeer gekregen. Geen haar op mijn hoofd die naar die tentoon­ stelling wilde. Maar ik heb door een 3D-reconstructie die gemaakt is op basis van materiaalonderzoek gezien hoe dat werk er echt uit had moeten zien. Daar zal ik het over hebben. Zo werd dat camera obscura effect me een stuk duidelijker doordat Vermeer met extra dikke verf de kraag scherp af laat steken tegen

haar onscherpe contouren en dat de parel uit slechts twee kwast­ streken bestaat. Door het verhaal zo te vertellen, kun je de blik op een werk veranderen.’ Voor wie is je lezing interessant? ‘Ik vind het juist leuk om mensen die twijfelen of kunst iets voor hen is, te overtuigen. Ik laat bijvoorbeeld ook abstract werk zien van Theo van Doesburg. Normaal moet je veel lezen om dat te snappen. Boven­ dien krijgen abstracte werken vaak het oordeel “dat kan mijn zoon ook”. Ik zal laten zien dat het heel knap is wat hij deed, en dat het niet zomaar lijntjes zijn. Werken die saai leken, ­spreken je straks veel meer aan.’

Liselore Tissen spreekt tijdens deze alumnidies over het onderzoek dat zij doet als buitenpromovendus bij materiaalkunde en industrieel ontwerp bij TU Delft en bij het Leiden University Centre for the Arts in Society.


41

werkplek van

Francis Farrell De werkplek van journalist Francis Farrell (26) ­verschilt van dag tot dag. Doet hij verslag v ­ anaf het front in Oekraïne, dan draagt hij een helm en een kogelwerend vest. ‘Ik heb wel wat rare momenten meegemaakt. Ik heb gelukkig niets ernstigs zien gebeuren, maar we h ­ ebben wel onder vuur g ­ elegen. En het is natuurlijk v ­ erschrikkelijk om te zien wat de Russen aanrichten. Hele wijken aan puin, ­gebouwen grote gaten, en daartussen burgers.’ Als Francis op min of meer veilige afstand van het front zit, gaat het alledaagse leven weer zijn gang. Dan werkt hij als verslaggever bij de Kyiv ­Independent aan het samenstellen van de krant en doet hij “ander typisch journalistenwerk”. Een beroep waarin zijn Leidse studie nooit ver weg is. ‘Mijn bachelor I­ nternational Studies gaf me een ­brede blik op de regio en de achter­liggende geo­ politieke belangen. Met die k ­ ennis op zak hoefde ik alleen nog maar te leren schrijven als een jour­ nalist. Onlangs nodigde een oud-studiegenoot me uit voor een workshop van een denktank in Istanboel. Ze had wat a ­ rtikelen van me gelezen en zocht naar aan­leiding daarvan contact. Eenmaal daar, liep ik nog een alumnus tegen het lijf. En hoewel we elkaar niet kenden, herkenden we meteen die Leidse connectie.’

TEKST: MARK MAATHUIS, FOTO: EIGEN FOTO

Bachelor International Studies, met als specialisatie Rusland en Eurazië 2016 – 2018


42

lezen, luisteren, doen

Ruim 150 met de hand ingekleurde foto’s en diverse objecten bieden een unieke inkijk in het Japan van de late 19e eeuw. De ­Kurokawa Collectie behoort tot de belang­ rijkste en omvangrijkste privécollecties van Meiji-fotografie in de wereld. De werken van beroemde fotografen zoals Felice Beato, Baron Raimund von Stillfried, Adolfo Farsari, Kusakabe Kimbei, Ueno Hikoma en Shimooka Renjō zijn in uitzonderlijk goede staat en zijn nooit eerder getoond. Sieboldhuis, t/m 3 maart 2024

FOTO: ANP

Ingekleurde foto’s uit Japan

Surinaamse studenten kwamen op voor De Kom De Surinaamse schrijver en vrij­ heidsstrijder Anton de Kom is nu niet meer weg te denken uit de geschiedenis. Toch was zijn geruchtmakende boek Wij ­slaven van Suriname uit 1934 in de loop der tijd in de vergetel­ heid geraakt, tot het in de jaren zestig werd ontdekt door stu­ dent Rubia Zschüschen, in de Leidse ­universiteitsbibliotheken (UBL). De Leidse Surinaamse Studenten Unie zou dit werk, waarin de geschiedenis van Suriname voor het eerst wordt beschreven vanuit de gekolo­ niseerden, omarmen en breed toegankelijk maken.

De Koms manifest voor vrijheid en gerechtigheid voor alle Suri­ namers staat nu centraal in de tentoonstelling ‘Strijden ga ik – Anton de Kom en de Surinaamse Studenten Unie’ in Museum de Lakenhal. De t­ entoonstelling is een initiatief van de UBL. Naast historische objecten en wand­ schilderingen van prominen­ te figuren uit deze geschiede­ nis door kunstenaar Hedy Tjin is daar ook een documen­taire te zien waarin oud-leden van de Surinaamse Studenten Unie aan het woord komen. Museum de Lakenhal, t/m 7 juli 2024

Winter voor beginners In de winter organiseert Hortus botanicus iedere zaterdag een instapexcursie door de tuin met als onderwerp ‘winter’. Ontdek de bijzonde-

re bloeiers van dit seizoen, luister naar weetjes over de kroon­juwelen van de collectie en kom meer te weten over de historie van de

oudste botanische tuin van ­Nederland. Na afloop heb je niet alleen de hoogtepunten van de ­collectie en de meest foto­genieke

plekjes van de Leidse Hortus gezien, je weet ook veel meer over planten. Hortus botanicus, t/m 16 maart


Leidraad 43

NR. 1 2024

Verschenen

Het jaar 1000

FOTO’S: RMO

De grote familietentoonstelling ‘Het jaar 1000’ in het Rijksmuseum van Oud­ heden neemt de bezoeker mee op een kleurrijke tijdreis door het midden van de Middeleeuwen. Je komt dicht bij de mensen van die tijd en hun ideeën over de wereld. De expositie voert langs hun dorpen, de keizerlijke residentie in

Nijmegen, de kathedraal van Utrecht en de schatkamers van Maastricht. Ook neem je een kijkje in Byzantium en het Rome van duizend jaar geleden. Topstukken zijn een Vikingdrinkhoorn uit de Onze Lieve Vrouwe-basiliek in Maastricht en het beroemde Evange­­ liarium van Egmond uit de Koninklijke Bibliotheek. Maar ook zwaarden, scheepshout, gouden sieraden (waar­ onder de recente schatvondst van Hoogwoud), het borstkruis van SintServaas, de oudste schaakstukken van Nederland en een houten ladder uit een waterput zijn er te zien. Rijksmuseum van Oudheden, t/m 17 maart

Slavernijwandeling Eeuwenlang was Nederland betrok­ ken bij slavenhandel en slavernij, een geschiedenis van uitbuiting en r­ acisme. Niet alleen in Afrika en de Cariben, ook dichtbij zijn er op veel plekken s­ poren nagelaten. Een wandeling door de ­straten van de Leidse binnenstad leert je meer over de geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel en slavernij, lopend langs gebouwen waar handela­ ren, tot slaaf gemaakten en voorvech­ ters voor de afschaffing van de slavernij woonden. De wandeling is georgani­ seerd door onder meer het KITLV en de faculteit Geestes­wetenschappen. Zondag 7 januari, 28 januari, 18 februari, 10 maart, 31 maart, 21 april, 12 mei en 2 juni. Steeds van 15 tot 17 uur.

Jacobus Capitein, de eerste zwarte Afrikaan die een PhD kreeg aan een Europese universiteit. Hij verdedigde aan de Leidse universiteit slavernij ondanks dat hij die als kind zelf had ervaren.

Scoren! Scoren! vertelt het fascinerende verhaal van ­alumnus Jeroen ­Derwort. Als jonge pro­ grammeur ontwerpt hij op zijn zolderkamertje in Zoetermeer de succesvolle game Online Soccer Mana­ ger (OSM). Het is een game waarin voetballiefhebbers virtueel eigenaar worden van een voetbalclub. Sparkle auteurs

Canon van de natuur Van haring tot knotwilg en van de grote vuur­ vlinder tot het zinkviooltje. In Canon van de Nederlandse natuur beschrijft alumnus Dick de Vos vijftig karakteristieke soorten, met aandacht voor bodem en landschap, water, weer, geuren en geluiden van de natuur in ons land. Knnv Uitgeverij

Levens­ verhaal Alumnus Patrick Bern­ hart schreef Vlieg, mijn zwaluw. Dat is een mix van levensverhaal en familiegeschiedenis, waar zijn studententijd in Leiden ook in voorkomt. Bernhart heeft uitgeverij Pressburg gelanceerd die zich richt op zulke levensverhalen en ­familiegeschiedenissen. Pressburg


Aftellen

Het aftellen is begonnen. Op 8 februari 2025 bestaat Universiteit Leiden 450 jaar – een bijzondere dies natalis. In aanloop naar het jubileum wil de universiteit graag weten: Wat vind jij als oud-student het mooiste of belangrijkste van de universiteit? Op een speciale website kun je jouw favoriet delen. Elke dag verschijnt er een nieuwe ‘topper’. Dat kan een gebouw zijn, of een gebeurtenis, een persoon of een faculteit... jij mag het zeggen. Ook een favoriet? Deel deze op top450.universiteitleiden.nl

Retouradres: Redactie Leidraad, Postbus 9500, NL-2300 RA Leiden

Adreswijziging? Laat het ons weten via universiteitleiden.nl/alumnigegevens of stuur een e-mail naar wijziging@alumni.leidenuniv.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.