
24 minute read
Les 36 Een reactie schrijven
les les 36 Een reactie schrijven
1
Je haalt elementen uit bronnen en vergelijkt die met elkaar 4
Je schrijft een reactie op een mening en onderbouwt die aan de hand van bronnen
Je gebruikt argumenten om je eigen mening kracht bij te zetten 2 3
Je krijgt inzicht in tweetaligheid 5
Je schrijft een formele reactie via e-mail aan de hand van argumenten die je uit verschillende bronnen samenbrengt (differentiatie)
1
TWEETALIGHEID
1 Wandel rond in de klas en vind een medeleerling voor elk van onderstaande criteria. • Je mag elke medeleerling maar één keer in het raster opnemen. • Stel minstens één extra vraag in verband met het onderwerp voor je een andere medeleerling aanspreekt.
… thuis een andere taal spreekt dan Nederlands.
Vind iemand die … … vier of meer talen spreekt. … Engels als zijn lievelingsvak beschouwt.
… ooit in het buitenland zou willen studeren. … het vak Nederlands niet leuk vindt.
… Frans als zijn lievelingsvak beschouwt. LES 36 EEN REACTIE SCHRIJVEN 413
… ‘goedendag’ kan zeggen in minstens vijf talen. 2 Kies het antwoord van een medeleerling die jou het meest verraste en leg uit in minstens twee zinnen waarom. Je hebt nu een beeld van hoe jouw medeleerlingen tegenover taal staan. Je gaat nu aan de hand van een kijkfragment dieper in op taalonderwijs. Voor het kijken 3 Je kijkt naar een fragment uit het televisieprogramma Ook getest op mensen. a Ken je dat programma? b Wat zijn jouw verwachtingen over het programma op basis van de titel? © VAN IN
4 In het programma komen de begrippen ‘tweetaligheid’ en ‘immersieonderwijs’ aan bod. Ken je die termen? Kies de de nitie die volgens jou de meest correcte is. tweetaligheid ¡ het afwisselend kunnen gebruiken van twee talen in diverse communicatieve situaties ¡ fenomeen waarbij iemand vanaf de geboorte in twee talen wordt opgevoed ¡ twee talen op moedertaalniveau beheersen ¡ de mogelijkheid om twee talen te gebruiken in het dagelijks leven
immersieonderwijs ¡ een onderdompeling in een vreemde taal in een aantal vakken van het curriculum ¡ vorm van tweetalig onderwijs waarin leerlingen een deel van het vakkenaanbod in het Nederlands en een deel in een andere taal onderwezen krijgen ¡ vorm van onderwijs waarbij bepaalde vakken aangeboden worden in een taal die verschillend is van de moedertaal ¡ een taalbad waarbij leerlingen vakken in een andere taal aangeboden krijgen
Tijdens het kijken
5 Bekijk het eerste deel van het fragment en maak notities met belangrijke informatie tijdens het fragment.
TRAJECT NEDERLANDS 3 INFO & COMMUNICATIE 6 Vergelijk het schema dat jij maakte met dat van je medeleerling. a Wat was goed aan je schema? b Wat vind je beter bij je medeleerling? c Wat zou je een volgende keer anders aanpakken? d Geef het schema dat je medeleerling heeft opgesteld een beoordeling op vijf en benoem een positieve en een negatieve eigenschap van het schema. © VAN IN
7 Bekijk het tweede deel van het fragment uit Ook getest op mensen. Noteer opnieuw de belangrijkste informatie. Houd rekening met de tips die je bij de vorige opdracht noteerde.
Na het kijken
8 Welke opmerkelijke verschillen zijn er tussen de onderzoeken van het eerste en het tweede deel?
Overloop samen met een medeleerling de schema’s die jullie maakten en geef minimaal drie LES 36 EEN REACTIE SCHRIJVEN 415 verschilpunten. • • • 9 Welke voordelen van immersieonderwijs somt Professor Van De Craen op? © VAN IN
10 Welke bezwaren kun je hebben tegen immersieonderwijs? Bedenk er minstens vier.
2
INFORMATIE SAMENBRENGEN
Je vergelijkt de inhoud van het kijkfragment nu met een krantenartikel. Zo leg je informatie over hetzelfde onderwerp uit verschillende bronnen samen.
1 Scan het krantenartikel op de volgende pagina. a Denk je dat het artikel de positieve of negatieve kanten van immersieonderwijs belicht?
b Waaruit leid je dat af? TRAJECT NEDERLANDS 3 INFO & COMMUNICATIE 2 Lees het artikel en markeer de voor- en nadelen van immersieonderwijs die in de tekst aan bod komen. 3 Welk voordeel van immersieonderwijs uit Ook getest op mensen komt ook aan bod in het artikel? 4 Bekijk zowel de voor- als nadelen van immersieonderwijs uit het vorige deel (opdrachten 9 en 10) en in deze tekst. Formuleer nu kort jouw eerste mening over immersieonderwijs. a Ben jij een voor- of tegenstander? b Welke argumenten hebben jou overtuigd? © VAN IN
3
VERWOORD JE MENING
In het vorige deel maakte je kennis met de voor- en nadelen van immersieonderwijs aan de hand van een fragment uit Ook getest op mensen en een krantenartikel. Je schrijft nu in verschillende stappen een reactie op het televisiefragment vanuit jouw ervaringen als leerling.
1 Hoe zou volgens jou immersieonderwijs het beste vorm krijgen in jouw school? Vul onderstaande kader in met enkele kernwoorden. Wees zo speci ek mogelijk.
voor wie
door wie
welke talen
welke vakken
2 Kijk naar de antwoorden die je in het vorige deel gaf. a Herlees je mening over immersieonderwijs (opdracht 4 van 2 Informatie samenbrengen). b Je verwerkt nu de argumenten uit vorige delen tot een doorlopende tekst. Het resultaat van de tekst is acht tot tien regels lang.
Je mag aanvullende argumenten uit andere bronnen (sites, krantenartikels, discussie met medeleerlingen of leraren) TRAJECT NEDERLANDS 3 INFO & COMMUNICATIE gebruiken. Zorg ervoor dat je in je tekst duidelijk aangeeft waar je de argumenten vond. 3 Schrijf een inleidende alinea voor jouw tekst. Denk eraan: je reageert op het fragment uit het televisieprogramma Ook getest op mensen. Geef in je inleiding dan ook een beeld van waar het fragment precies over gaat. 4 Vat jouw standpunt in twee zinnen samen om jouw tekst mee te eindigen. Voorzie ook een titel. ontoereikend: niet genoeg, onvoldoende wijten aan: een reden geven gekwalificeerd: iets wat / iemand die voldoet aan bepaalde eisen (bv. een opleiding, diploma, fysieke mogelijkheden) het decreet: een wet (in België: gemaakt door een van de gemeenschappen van ons land) enigszins: een beetje woord © VAN IN
4
EEN REACTIE OP JE DIRECTEUR
Voorbereiden
1 Je ontving onderstaande e-mail van je directeur. Als vertegenwoordiger van de leerlingenraad schrijf je stapsgewijs een reactie op de inhoud.
leerlingen Nederlands praten R.Meermans@blabla.be
Beste leerlingen
Recent merken we dat veel leerlingen zowel op de speelplaats als in ons schoolgebouw een andere taal dan het Nederlands hanteren. Daarom willen we nogmaals benadrukken dat Nederlands de voertaal is in onze school. Ik verwijs hiervoor naar pagina 19 van het schoolreglement, waarin verduidelijkt wordt dat ‘van de leerlingen wordt verwacht dat ze algemeen Nederlands spreken op de hele campus’.
Dit betekent dat zowel tijdens de lessen, in de gangen als op de speelplaats jullie Nederlands tegen elkaar spreken. Inbreuken op deze regel zullen dan ook op gepaste wijze bestraft worden met strafstudie.
Vriendelijke groeten,
Directeur Meermans
LES 36 EEN REACTIE SCHRIJVEN 419 2 Verduidelijk op basis van enkele topische vragen jouw visie op het probleem dat directeur Meermans aankaart. a Wie moet Nederlands spreken volgens jou? b Waar moet dat gebeuren? c Waarom? 3 Lijst minimaal drie argumenten voor jouw visie op. Je kunt hiervoor ook gebruikmaken van informatie die in de vorige delen aan bod kwam. • • • Plannen © VAN IN
4 Beantwoord onderstaande vragen in verband met je e-mail alvorens je aan de slag gaat.
a Wie is jouw doelpubliek?
b Welke gevolgen heeft dat voor je taalgebruik?
c Wat is je schrijfdoel?
d Hoe open je jouw e-mail op gepaste wijze?
5 Schrijf een sterke inleiding voor jouw e-mail. a Gebruik een goede aanspreking en informeer de directeur dat je zijn e-mail ontvangen en gelezen hebt. b Formuleer het aangehaalde probleem in twee zinnen.
6 Werk nu jouw visie en drie argumenten uit tot een bericht van minstens tien regels.
7 Eindig je e-mail op gepaste wijze. a Vat in de laatste alinea je standpunt samen. b Gebruik een passende afsluiter.
8 Lees je werk kritisch na. Houd rekening met volgende elementen: • Werk in alinea’s. • Verduidelijk jouw visie op de relevante topische vragen. • Lever goede argumenten die jouw visie ondersteunen. • Zorg voor hoofdletters en leestekens. • Schrijf beleefd en formeel.
Schrijven
Inspiratie voor een passende afsluiter: • Graag verneem ik of u met bovenstaande voorstellen akkoord gaat. • Wij hopen samen met u onze school tot een plek te maken waar alle leerlingen zich thuis voelen. • Ik dank u bij voorbaat om met ons in dialoog te gaan over dit onderwerp. • Wij hopen spoedig iets van u te vernemen over onze aangehaalde voorstellen. TRAJECT NEDERLANDS 3 INFO & COMMUNICATIE
tip Re ecteren © VAN IN
1
WOORDENSCHAT
1 Welk woord wordt hier afgebeeld?


Hallo, ik heet Alice.
Bonjour, je m’apppelle Alice.

421TUSSENSTOP 6 2 Geef een synoniem voor volgende woorden a afwisseling, verscheidenheid b akelig, treurig c catastrofaal, rampzalig d databank, gegevensbestand e besluit, bevel, wet 3 Hoe zou jij reageren in de volgende situaties? Kruis aan wat het meeste bij jou past en leg aan een medeleerling uit waarom je die optie koos. a Een vrouw die er enigszins verpauperd uitziet, komt naar jou en vraagt jou om twee euro. ¡ Je bent ontsteld en je loopt resoluut weg. ¡ Je stelt de vrouw enkele vragen want je geeft enkel geld aan iemand onder bepaalde restricties. ¡ Je kijkt haar meewarig aan en je zoekt wat kleingeld in jouw zakken. ¡ Je bent altijd al barmhartig geweest en je geeft spontaan de vijftien euro die je net van je oma kreeg. b Je leest ergens een advertentie om een reis naar Mars te maken. ¡ Je doet eerst wat research: zou het dan toch mogelijk zijn in de nabije toekomst? ¡ Je vraagt toestemming aan je ouders: Mars is nu eenmaal geen normale locatie. ¡ Je bent euforisch: naar Mars reizen was altijd al jouw droom.© VAN IN

c In een donker bos ontwaar je de contouren van een lijk op de grond. ¡ Je gaat er resoluut op af: zoiets maakt je erg nieuwsgierig en je kent geen angst. ¡ Je bent euforisch: eindelijk gebeurt er iets spannends. ¡ Je vindt dit een naargeestige situatie en je begint te huilen. ¡ Je vindt jezelf niet gekwalifi ceerd om erop af te gaan en je belt de politie.
4 Vul de tabel in.
bijvoeglijk naamwoord zelfstandig naamwoord
euforie
restrictief
ontsteld
divers destillatie
barmhartigheid
lokaal
werkwoord
diversifi ëren
toestaan
lokaliseren
5 Welk woord ontbreekt in de zin?
Kasper behaalt de laatste tijd slechte resultaten. Hij (legt de oorzaak bij)
het feit dat hij te veel gesuikerde dranken drinkt. In de krant las hij dat de universiteit van Leuven TRAJECT NEDERLANDS 3 TUSSENSTOP (onderzoek) heeft gedaan naar de gevolgen van suiker voor jongeren. De universiteit deed enkele testen (die de werking van ons brein bestuderen) en daaruit bleek dat jongens na een gesuikerd drankje slechter presteerden. Bij meisjes was dat net omgekeerd. Meest plausibel is dat meisjes bij tests veel meer stress ervaren dan jongens en suiker voor een stressreductie zorgt waardoor ze beter presteren. ‘Jongens hebben dit voordeel niet omdat ze minder stressgevoelig zijn’, aldus de onderzoekers. De universiteit van Leuven is een betrouwbare (organisatie), dus Kasper gelooft wel wat de krant schreef. Hij hoopt het totaalcijfer op zijn rapport nog (een beetje) te redden en begint nu (vastberaden) te studeren. © VAN IN
6 Je maakte dit jaar kennis met verschillende vormen van beeldspraak. a Verbind volgende voorbeelden met de juiste term. Eén term moet je twee keer gebruiken.
1 De poort protesteerde en werkte tegen toen we hem probeerden openduwen. a vergelijking 2 Toen de sterke man binnenkwam, riep Ron: ‘De beer is er!’ b personifi catie 3 Haar haren leken gouden snoeren die glinsterden in de zon. c synesthesie 4 Hij droeg een broek met schreeuwerige kleuren. d metafoor 5 Ze is als een zus voor mij.
1 2 3 4 5
2
b In de lessenreeks rond poëzie en zakelijke teksten zag je dat metaforen ook voorkomen in het dagelijks taalgebruik. Toon aan je medeleerlingen hoe vertrouwd je bent met enkele vaak gebruikte beelden in het spel
Metaforenmemory.
TAAL
SPELREGELS
1 Kies in de volgende woordgroepen telkens de juiste meervoudsvorm. Houd rekening met wat je in les 34 leerde over de apostrof. a Japanse bonsai’s/bonsais TUSSENSTOP 6 423 b de kiescampagnes/kiescampagne’s van de president c Door de klimaatopwarming hebben we ook last van snikhete lente’s/lentes. d In showbizzland lopen enkele opvallende duo’s/duos rond. e de twee Renés/René’s f Hoeveel hobbies/hobby’s heb jij? g In deze bundel staan mijn favoriete haiku’s/haikus. h Ons dorp heeft vier café’s/cafés. i De nieuwbouw van onze school heeft verschillende niveau’s/niveaus. j Bijna elke western opent met cowboys/cowboy’s op hun paarden. 2 Kies telkens de correcte verkleinvorm van volgende woordparen. a cakeje/cake’je f taxi’tje/taxietje b kettingetje/kettinkje restaurantje/ restaurannetje g © VAN IN



c café’tje/cafeetje
d opa’tje/opaatje
e souvenirtje/souveniertje h machinetje/machientje
i brunetje/brunettetje
j crèmetje/crèmepje
3 Je maakte dit jaar kennis met het verschil tussen spreekwoorden, zegswijzen … Welke uitdrukkingen zijn hier letterlijk getekend? Geef ook telkens de betekenis.


TRAJECT NEDERLANDS 3 TUSSENSTOP © VAN IN





10.9.3
4 Werkwoordstijden. a Lees het krantenartikel op de volgende pagina over De schrijfassistent. Welke werkwoordstijd wordt in de aangeduide gevallen gebruikt? Kies uit: onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) – voltooid tegenwoordige tijd (vtt) – onvoltooid verleden tijd (ovt) – voltooid verleden tijd (vvt) – onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottoekt)


DE SCHRIJFASSISTENT IS KLAAR!
Goed nieuws voor iedereen die af en toe twijfelt1 over de spelling van een woord, struikelt2 over de dt-regel of voor wie regelmatig in zijn pen kruipt3: De schrijfassistent, een webtool die De Standaard en VRT in 2016 oorspronkelijk voor journalisten lieten4 bouwen door het Instituut voor Levende Talen (KU Leuven), zal binnenkort gratis beschikbaar zijn5 op schrijfassistent.be.
Bron: vrttaal.net
1 2 3 4 5 b Vul onderstaande tekst aan met de juiste vorm van het werkwoord.

TUSSENSTOP 6 425 De Vlaamse minister van sport 375 000 euro (toekennen, vtt) in het kader van de projectoproep virtual-reality-games in het sport- en beweegbeleid. Na een jurybeoordeling drie projecten (selecteren, passief, ovt) die zich duidelijk (onderscheiden, ovt) van de andere zeven ingediende projecten. De beoordelingscommissie (zijn, ovt) bij elk van de drie projecten enthousiast over het spelconcept en het verhaal achter de game, over de mogelijkheden van het product om te inspireren en motiveren tot bewegen of sporten en de bruikbaarheid binnen de sportsector. Subsidies voor 3 virtual-reality-games © VAN IN



Doel
Deze projectoproep was geïnspireerd op het Gamefonds, maar
(hebben, ott) een eigen sportspecifi eke doelstelling. We (ondersteunen, ott) projecten die als eindproduct een virtual-reality-game met een duidelijke sport- of beweegcomponent hebben. Aan de hand hiervan we (nagaan, ottoekt) welke mogelijkheden virtual reality (VR) (bieden, ott) om mensen eff ectief aan te
zetten tot meer sporten en bewegen.
Bron: www.sport.vlaanderen
5 Onderstaande zinnen bevatten telkens schooltaalwoorden. Kies telkens de beste omschrijving voor de onderstreepte woorden. a In de tekst stonden kortere en langere paragrafen. ¡ woorden ¡ tekstdelen ¡ zinnen
b De schoolleiding was matig tevreden over het besluit. ¡ echt ¡ helemaal niet ¡ niet erg c De keuze van die studierichting biedt hem veel perspectief. ¡ oplossingen TRAJECT NEDERLANDS 3 TUSSENSTOP ¡ mogelijkheden ¡ zorgen d Hij toont relatief weinig interesse voor talen. ¡ Hij toont heel weinig interesse. ¡ Hij toont vrij weinig interesse. ¡ Hij toont veel interesse. e Deze vraag is niet relevant. ¡ Deze vraag is niet belangrijk. ¡ Deze vraag is belangrijk. ¡ Deze vraag is niet duidelijk. f Ze heeft een geringe kennis van het Nederlands. ¡ beperkte ¡ voldoende ¡ ruime g Onze doelstelling werd verwezenlijkt. ¡ gerealiseerd ¡ afgeslagen ¡ van commentaar voorzien h Het was een nauwelijks noemenswaardig voorval. ¡ Het voorval was het niet waard om vermeld te worden. ¡ Het voorval was het echt waard om vermeld te worden. ¡ Het voorval was het amper waard om vermeld te worden. i Onafhankelijk van elkaar beantwoordden de leerlingen de vraag op een gelijkaardige manier. ¡ Zonder elkaar te beïnvloeden. ¡ Door elkaar te helpen. ¡ Doordat ze de vraag apart beantwoordden.© VAN IN
6 Je krijgt een dictee te horen waarbij de nadruk ligt op de correcte meervoudsvorm. Overloop samen met een medeleerling de eerste oefening van dit deel en herhaal de regels van de apostrof bij meervoudsvormen.
Mijn broer wou zijn vriendin verrassen met enkele
had al ,
voor
geschrokken van de kostprijs.
Om aan genoeg centen te komen, liep hij verschillende
zoek naar een vakantiejob. Hij was bereid om
te serveren. voor haar verjaardag. Hij
gegoogeld, maar was enorm en
af op
aan te vullen of
Uiteindelijk moest hij in een tuincentrum de
beide in zijn fl atgebouw woonden op verschillende verzorgen. Leuk was dat zijn
en
dat ze dus niet met verschillende naar het werk reden.
3
CREATIEF: POËTISCHE EN ZAKELIJKE TEKSTEN
TUSSENSTOP 6 427 In les 33 zoomde je in op het verschil tussen zakelijke en poëtische teksten. In de eerste tussenstop vertrok je van artikels om een stiftgedicht te maken. In deze schrijfopdracht zet je een zakelijke tekst om naar een gedicht of omgekeerd. Eerst oefenen we even! 1 Zet de volgende zinnen uit krantenartikels om naar dichtregels. Kinderen jonger dan één jaar zet je best helemaal niet voor de tv. Er is bovendien een sterke link tussen geuren en emotionele herinneringen.b a © VAN IN
2 Je probeert nu de omgekeerde weg. Vorm deze versregels om tot een alinea uit een krantenartikel.
a Voor mij zie ik een zwartgeblakerde gang Hier heeft een brand gewoed
b (…) daar heb je in een schriftje (…) je onsterfelijkheid vast opgeschreven (…)




3* Welke van deze opdrachten ligt jou het meeste? Werk je het liefste van poëzie naar zakelijke tekst of omgekeerd?
4 Kies op basis van de vorige oefeningen welk stappenplan je voor deze opdracht volgt.
Van zakelijke tekst naar gedicht 1 Lees de teksten op p. 429-431 globaal en bepaal daarna met welke tekst jij aan de slag wilt. 2 Lees je gekozen tekst aandachtig en maak een schema van de tekst. 3 Maak vervolgens van je schema een gedicht. Denk na over rijmvormen en beeldspraak. 4 Lees je gedicht expressief voor aan de klas, licht daarna kort je keuze toe. 5 In het evaluatieformulier van je leraar vind je alle beoordelingscriteria terug. TRAJECT NEDERLANDS 3 TUSSENSTOP
Van gedicht naar zakelijke tekst 1 Lees de gedichten op p. 432 aandachtig door. 2 Bepaal met welke gedicht jij aan de slag wilt. Denk na over de volgende vragen. a Waarover gaat het, wat is het thema? b Welke vormen van beeldspraak zitten erin? c Welke rijmvormen zitten erin? 3 Maak nu een zakelijke tekst. 4 In het evaluatieformulier van je leraar vind je alle beoordelingscriteria terug. © VAN IN

De troost van comfortfood: waarom kaas, ijs of pizza zo’n knuffel voor de ziel is


Hebt u het weekend als single al eens doorgebracht met een pot Ben & Jerry’s op schoot? Als de kilte om ons hart toeslaat, warmen we ons aan comfortfood. Maar helpt het ook echt? En is het aantal calorieën recht evenredig met de troost die het biedt?

Wanneer we aan comfortfood denken, roeren beelden van smeuïge lepels roomijs, vaak overgoten met chocoladesaus en tranen, ons collectieve geheugen. Dat is niet zo verwonderlijk. Voedsel met een hoog vet- en suikergehalte, zoals roomijs, activeert het beloningssysteem van onze hersenen. Ook chocolade zou een gunstig e ect op ons gemoed hebben, omdat het sto en als dopamine, serotonine, endor ne en fenylethylamine bevat die ervoor zorgen dat we ons gelukkiger en minder angstig voelen.



Maar niet iedereen vindt soelaas op de bodem van een ijsbeker. Na een rondvraag naar comfortfood op sociale media konden we een bijzonder gevarieerd menu opstellen. Kaas bleek de ultieme knu el TUSSENSTOP 6 429 voor de ziel en de alomtegenwoordigheid van pizza, loaded nachos en donuts bevestigen de notie dat vettig eten net iets makkelijker richting ons hart glijdt. Toch waren lang niet alle antwoorden op onze oproep een aanslag op de bloedvaten. Ann duwt lastige momenten weg met misosoep en een gepocheerd eitje, Aïda gaat voor aubergine in de oven. Is het level aan comfort dan niet recht evenredig met het aantal calorieën? Zeker niet, zegt Amerikaans professor psychologie Shira Gabriel in e Atlantic. ‘Dat idee wijst op onbegrip voor waar het comfort in comfortfood eigenlijk vandaan komt.’ Gabriel en haar collega’s deden onderzoek naar het troostende e ect van eten, waaruit bleek dat het vooral emotionele steun biedt wanneer dat eten positieve sociale associaties oproept. De eerste pasta die je voor je echtgenoot kookte. Het soort snoep dat je met je beste vriend at. Er is bovendien een sterke link tussen geuren en emotionele herinneringen. Herinneringen die via je neus worden opgehaald zijn doorgaans positief, waardoor geuren je humeur kunnen verbeteren en gevoelens van verbintenis opwekken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat typische familie- en groepsgerechten als balletjes in tomatensaus, gehakt parmentier en alle soorten ovenschotels regelmatig de revue passeerden. ‘Toen ik klein was, maakte mijn mama op drukke of zieke dagen schnitzels met plakrijst en zoetzure saus van Uncle Ben’s’, vertelt Nina op Twitter. ‘Ik doe het nog steeds en mijn lief is ondertussen ook al hooked.’ Ook Xander denkt meteen aan de spaghettisaus van zijn grootmoeder. ‘Dat was eigenlijk gewoon melksaus met een blikje tomatenpuree, want het mens at zelf geen spaghetti.’ © VAN IN
Wat comfortfood voor jou betekent, hangt logischerwijs nauw samen met je a omst en je kindertijd. Wie opgroeit in een Marokkaans gezin zal allicht meer comfort halen uit tajine, en wie niet uit een warm nest komt zal niet warm lopen voor vaders witloofrolletjes. Het e ect van comfortfood in de traditionele zin van het woord is emotioneel en kortstondig, maar er bestaan wel degelijk voedingsmiddelen die op lange termijn depressieve gevoelens doen afnemen.

Bron: demorgen.be
Tekst 2

Zijn leerkrachten wel (voldoende) in staat om hoogbegaafde leerlingen te herkennen? Onderzoek komt met verrassende resultaten.
Net zoals alle leerlingen hebben cognitief begaafde leerlingen – leerlingen die snel en TRAJECT NEDERLANDS 3 TUSSENSTOP abstract kunnen denken, een sterk geheugen hebben en creatief problemen kunnen oplossen – baat bij onderwijs dat inspeelt op hun leer- en ontwikkelingsbehoeften. Maar hoe merk je als leerkracht dat een leerling hoogbegaafd is? In sommige gevallen zijn de tekenen duidelijk: leerlingen die doorlopend tienen halen, hebben wellicht heel wat in hun mars. Maar een hoge intelligentie vertaalt zich niet altijd één op één in buitengewone prestaties: ook zaken als inzet, interesse of studeermethode spelen daarbij een rol. Om te beoordelen of een leerling op niveau presteert, moeten leerkrachten dus kunnen inschatten hoe ver zijn of haar cognitieve mogelijkheden reiken. Leerkrachten zullen zich daarbij moeten baseren op indirecte aanwijzingen: diepgaande vragen, scherpzinnige inzichten of een snelle verwerking van nieuwe leerstof kunnen wijzen op een groot cognitief vermogen. Uit buitenlands onderzoek weten we echter dat dit voor leerkrachten geen gemakkelijke klus is: wanneer leerkrachten gevraagd werd de intelligentie van leerlingen in te schatten, bleken hun oordelen steevast sterker bepaald te worden door de rapportcijfers dan door de IQ-scores van die leerlingen. Wat bleek uit onderzoek? Ten eerste vonden we dat ook Vlaamse leerkrachten zich in de eerste plaats lieten leiden door de schoolprestaties van de leerlingen: hun nominaties hingen veel sterker samen met de rapportcijfers dan met de scores op de intelligentietest. Dat is niet onbegrijpelijk: in vergelijking met intelligentie zijn schoolprestaties veel meer zichtbaar voor de leerkracht. Maar de bevinding impliceert wel dat hoogbegaafde leerlingen die om de één of andere reden niet alles uit hun potentieel halen, niet altijd als dusdanig zullen worden herkend door hun leerkrachten. © VAN IN
Een tweede opvallende vaststelling was dat, bij gelijke intelligentie en bij gelijke schoolprestaties, meisjes door hun leerkrachten minder vaak als hoogbegaafd werden geselecteerd dan jongens. Voor dergelijke verschillen in de beoordeling van jongens en meisjes zijn in de wetenschappelijke literatuur al een aantal mogelijke verklaringen geformuleerd. Zo weten we dat leerkrachten geneigd zijn sterke prestaties van jongens in de eerste plaats te verklaren door te wijzen op hun buitengewone aanleg: jongens die goede punten halen, moeten vast erg slim zijn. Van goed presterende meisjes wordt daarentegen eerder gedacht dat ze hun hoge punten vooral te danken hebben aan hard werk. Door die focus op hun inspanningen zou de hoge intelligentie van deze meisjes wat onderbelicht kunnen blijven. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat jongens zich meer dan meisjes laten gelden in de klas, waardoor ze meer in het oog springen, en dat jongens competitiever zijn en al eens graag uitpakken met hun kunde en kennis. Tot slot bleken leerkrachten de begaafdheid van leerlingen die zich sterk inzetten voor school wat te overschatten. Dit staat in de literatuur bekend als het halo-effect: de inzet van deze leerlingen straalt positief af op het leerkrachtoordeel over hun cognitieve vermogens.
Dat leerkrachten het niet eenvoudig vinden om hoogbegaafdheid bij hun leerlingen te detecteren, onderstreept het belang van de verdere professionalisering van leraren op dit vlak en het versterken van de expertise rond hoogbegaafdheid in de lerarenopleiding. Daarbij kunnen leerkrachten en scholen gebruik maken van bestaande hulpmiddelen (signaleringsinstrumenten) die een beter onderbouwd oordeel over de cognitieve capaciteiten van leerlingen mogelijk maken. Een aantal van deze signaleringsinstrumenten worden besproken op dit platform van project TALENT.

TUSSENSTOP 6 431 Bron: eos.com © VAN IN
1 Geruggensteund racisme
Door de luidste megafonen klinkt het lasteren en honen en op ieders kleinste schermen fl itst in onomfl oerste termen
wie – hier al dan niet geboren –hier klaarblijkelijk niet horen. En we wachten met zijn allen tot er nog eens doden vallen.
Stijn De Paepe (De Morgen)
2
Ik doe de deur open Voor mij zie ik een zwartgeblakerde gang Hier heeft een brand gewoed Er staat een kapstok, zwartgeblakerd Daaraan hangen een paar slierten zwarte stof Die zachtjes bewegen, al voel ik geen tocht Onderaan de kapstok staan twee paar schoenen waarvan de rubberen zolen gesmolten zijn en vastplakken aan de grond
Aan de muur links van mij hangt een spiegel Ook de spiegel is helemaal met roet bedekt Met mijn mouw veeg ik een stukje schoon In de spiegel kijk ik naar mezelf Plots zie ik dat in die spiegel, achter mij nog iemand anders staat, een vrouw met roetstrepen op haar gezicht Nog voor ik me kan omdraaien neemt ze m’n hand vast en leidt me verder door de gang
De vrouw neemt me mee de trap op Ze laat m’n hand niet los Ik volg haar tot aan een slaapkamer Alles is met roet bedekt De boekenkast, het bed, de lakens Ze steekt er bleek tegen af Ze gaat liggen op het bed Ik zie haar lippen bewegen Ik breng mijn oor dichter bij haar mond om te begrijpen wat ze zegt
Ze fl uistert Er zijn zoveel dromen nodig om thuis te kunnen komen.
Maud Vanhauwaert. Het huis in mij TRAJECT NEDERLANDS 3 TUSSENSTOP
3 De laatste brief De wereld scheen vol lichtere geluiden en een soldaat sliep op zijn overjas. Hij droomde lachend dat het vrede was omdat er in zijn droom een klok ging luiden. Er viel een vogel die geen vogel was niet ver van hem tussen de warme kruiden. En hij werd niet meer wakker want het gras werd rood, een ieder weet wat dat beduidde. Het regende en woei. Toen herbegon achter de grijze lijn der horizon het bulderen – goedmoedig – der kanonnen. Maar uit zijn jas, terwijl hij liggen bleef, bevrijdde zich het laatste wat hij schreef: liefste, de oorlog is nog niet begonnen. Bertus Aa es. Het gevecht met de muze © VAN IN