8 minute read

Les 27 Register

les les 27 Register

2 1

Je kent het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik

Je kent de termen formeel, informeel, register en de onderdelen van zakelijke communicatie

1

FORMEEL EN INFORMEEL 3

Je kunt formeel en informeel taalgebruik in gepaste situaties toepassen

4

Je kunt een zakelijk bericht opstellen met een goede structuur

1 Je krijgt een situatie en twee rollen van je leraar. a Bereid samen met een medeleerling deze situatie voor. b Neem elk een rol voor jullie rekening. c Breng het resultaat van jullie voorbereiding voor de klas.

2 Analyseer een dialoog van een ander duo. a Stel het communicatieschema op voor dit gesprek.

LES 27 REGISTER 303 b Focus specifi ek op de stijl van de dialoog. Wat valt je op aan woordkeuze, aanspreking en taalgebruik? © VAN IN

Met register bedoelen we taalgebruik dat aan een bepaalde situatie of een bepaald milieu gebonden is. Dat kan tot uiting komen in zowel woordkeuze als zinsbouw. In een rechtbank maak je bijvoorbeeld gebruik van andere woordenschat en zinsconstructies dan tijdens een gesprek met vrienden op de speelplaats.

3 Wat betekenen de woorden formeel en informeel voor jou? Stel voor beide woorden een de nitie op. formeel

informeel

4 Rangschik de dialogen van je medeleerlingen van formeel naar informeel.

formeel informeel

5 Heb je voorbeelden van formeel en informeel taalgebruik in de dialogen kunnen vinden? a Noteer ze.

TRAJECT NEDERLANDS 3 INFO & COMMUNICATIE b Vul aan met eigen voorbeelden. © VAN IN

6 Geef aan of volgende zinnen een voorbeeld zijn van formeel of informeel taalgebruik. Bedenk ook een speci eke situatie waarin de zinnen aan bod kunnen komen. a Hopende u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

b Ik voel me echt belabberd. Ik ga ff thuisblijven.

c Wij zijn van oordeel dat u helaas geen geschikte kandidaat bent voor de positie.

d Toen hij het nieuws hoorde, ging hij helemaal over de rooie.

e Ik had graag geïnformeerd of avondkleding gepast is voor dit evenement.

f Ik ben gans blut, leen je mij wat poen?

LES 27 REGISTER 305 7 Ga met de zinnen uit de vorige oefening aan de slag. Vorm formele zinnen om naar informele. Zoek ook voor de informele voorbeelden een goed formeel alternatief. a c d e b f © VAN IN

a Welk kanaal gebruik je het best om deze situaties over te brengen? b Welk register hanteer je hiervoor? c Geef ook telkens twee zinnen die voldoen aan dit register en die in deze situatie kunnen voorkomen.

• Je wilt afzeggen voor het halloweenfeestje van een vriendin omdat je je niet goed voelt.

kanaal

register

zinnen

• Je bent uitgenodigd als vertegenwoordiger van je jeugdclub of sportvereniging op de jaarlijkse receptie op het stadhuis. Je stuurt een bericht om te bevestigen dat je aanwezig zult zijn.

kanaal

register

zinnen

• Je bezorgt je taak voor het vak Nederlands een week te laat aan je leraar en wilt je verontschuldigen.

kanaal

register

TRAJECT NEDERLANDS 3 INFO & COMMUNICATIE zinnen © VAN IN

2

ZAKELIJKE E-MAIL

1 Bestudeer onderstaande e-mails en beantwoord de bijhorende vragen. e-mail 1

Sandra V.

Rachel N.

seg mevrouw

dus ja sorry eh ma je geeft ons te veel taken

wehebben jou maar 2u per week dus je stuur zo veel taken zelfs als het school is in een hele week we hebben ni zoveel taken mhm does een beetje kalm!

geen elnkele leerkracht geeft ons zvl taken als jij. mijn moeder ze word boos en ze zegt ik doe niets. neeeee ik doe iets!!!!! alz ja ik doe moeite eh ma alz je moet ook mewerke dus de taak van vlgende week over de merovingers knnen je die uitstellen mss?????

ju LES 27 REGISTER 307 e-mail 2 Herman V. school Lana T. Liefste meneer ustuurde een mailtje dat ik de deadline heb gemist van die vraagstukken maar das nie waar k heb de opdracht van wel gemaakt maar nog niet door gestuurd ik ga eerst nog ff nakijken endan pas doorsturen. Nog ff geduld dus please #NoStress Groetjes © VAN IN

a Analyseer beide e-mails op basis van het communicatieschema.

zender e-mail 1

ontvanger

boodschap e-mail 2

tekstdoel

b Hoe zou je het taalgebruik in de twee e-mails omschrijven? Verwijs naar concrete elementen uit de berichten om je antwoord te ondersteunen.

c Welke tips zou je de leerlingen geven om hun boodschap aan te passen? Stel per afzender een top drie met nuttige tips samen.

TRAJECT NEDERLANDS 3 INFO & COMMUNICATIE 2 Bekijk wat de leerlingen ingaven bij de regel onderwerp in elk bericht. a Waarom is dat in beide gevallen niet gepast voor een zakelijke mail? e-mail 1 e-mail 2 © VAN IN

b Aan welke criteria moet het onderwerp van een e-mail volgens jou voldoen? Bedenk er minstens drie.

c Geef voor beide mails twee alternatieven. Houd hierbij rekening met de criteria die je hierboven noteerde.

e-mail 1 e-mail 2

1 2 1 2

3 Kijk naar de aanspreking in beide e-mails. Welke andere aansprekingen zouden beter zijn? Omcirkel de goede alternatieven.

Geachte meneer, Beste, Hey mevrouw, Hey!

Dag meneer, Hallo, Mijne heren, Beste mevrouw Verheijen,

4 Bestudeer hoe de zenders hun e-mail hebben afgesloten. a In welke situaties passen hun afsluiters wel? Bedenk drie concrete situaties.

LES 27 REGISTER 309 b Welk formeel alternatief zou jij voorzien? © VAN IN

5 Kies een van de e-mails waarmee jij aan de slag wilt gaan. Bestudeer de afzonderlijke alinea’s van jouw keuze. a Noteer de boodschap van elke alinea. b Geef aan wat het doel is van de alinea.

c Som de taalvormen op die de alinea informeel maken.

alinea Wat is de boodschap van de alinea? Wat is het doel van de alinea? Welke taalvormen maken de alinea informeel?

1

2

TRAJECT NEDERLANDS 3 INFO & COMMUNICATIE 3 © VAN IN

6 Herwerk de e-mail die jij gekozen hebt tot een goed voorbeeld van een zakelijke e-mail.

Stappenplan

1 Behoud de structuur van de e-mail: je begint met een inleidende zin, vervolgens leg je het probleem uit en als laatste bied je een mogelijke oplossing. 2 Werk alinea per alinea en houd je doelpubliek goed in je achterhoofd. 3 Neem de boodschap en het doel van elke alinea over, maar kies voor formele alternatieven op het gebied van woordenschat en zinsbouw. 4 Vul je e-mail aan met een gepaste aanspreking en een gepast onderwerp. 5 Voeg een afsluiter toe.

LES 27 REGISTER 311© VAN IN

7 Wissel met een medeleerling je eindresultaat uit. Beoordeel elkaars e-mail aan de hand van de volgende criteria. a Duid op ieder continuüm aan waar de e-mail van je medeleerling zich volgens jou situeert. b Geef twee tips om de e-mail beter te maken. c Noteer voor het bericht ook twee sterke punten.

stijl

inhoud

structuur

tips: Je houdt rekening met het doelpubliek. Je gebruikt formele woordenschat. Je hanteert de juiste spelling en het juiste leestekengebruik. Je zinnen zijn grammaticaal correct. De boodschap van de oorspronkelijke e-mail blijft behouden in het nieuwe resultaat. Je legt alle onderdelen van de e-mail voldoende uit. Je hanteert een goede opdeling in alinea’s. De e-mail volgt de structuur van inleidende zin – probleem – oplossing. Je e-mail heeft een gepaste aanspreking en afsluiter. ja ± nee

TRAJECT NEDERLANDS 3 INFO & COMMUNICATIE sterke punten: • • © VAN IN

3

UITBREIDING: ZELF EEN ZAKELIJKE E-MAIL SCHRIJVEN

Je bent getuige van een vreemd voorval op jouw school. Je wilt dit melden door een e-mail te verzenden naar de vertrouwenspersoon op je school, mevrouw Verheijen. In dit onderdeel zul je stap voor stap zo’n zakelijke e-mail leren opstellen.

1 Vervolledig volgende onderdelen van het communicatieschema voor het bericht dat je zult opstellen.

Voorbereiden

zender:

boodschap:

ontvanger:

teksttype:

tekstdoel:

2 Denk na over de details van het voorval waarvan jij getuige was. a Vervolledig volgende mindmap met sleutelwoorden.

VOORVAL

LES 27 REGISTER 313 Wat is er gebeurd? Wat verwacht je van de school om dit op te lossen? b Bespreek samen met een medeleerling van welk voorval jij getuige was en welke oplossing jou gepast lijkt. c Vul achteraf je mindmap aan met extra details. © VAN IN

Plannen

3 Aangezien je communiceert met een persoon die je niet goed kent en die bovendien ouder is, is de stijl van je e-mail formeel. a Bestudeer de woorden en constructies in je mindmap. Zijn ze formeel genoeg? b Zoek naar alternatieven en vul ze hieronder in.

VOORVAL

Wat is er gebeurd?

Wat verwacht je van de school om dit op te lossen?

TRAJECT NEDERLANDS 3 INFO & COMMUNICATIE 4 Schrijf je sleutelwoorden uit in volledige zinnen. Beperk je hierbij tot een alinea van ongeveer zes zinnen per onderdeel. 5 Kies een gepaste inleidende en afsluitende zin en voeg die toe aan je resultaat. 6 Kies een gepaste aanspreking en afsluiter en voeg die toe aan je e-mail. Schrijven © VAN IN

Re ecteren

7 Lees je eigen tekst grondig na. Kijk of je zelf verbeteringen kunt aanbrengen aan de vorm en de inhoud van je bericht. 8 Wissel met een medeleerling je eindresultaat uit. Beoordeel elkaars e-mail aan de hand van de volgende criteria. a Duid op het continuüm aan waar de e-mail van je medeleerling zich volgens jou situeert. b Geef twee tips om de e-mail beter te maken. c Noteer voor het bericht ook twee sterke punten.

stijl Mijn medeleerling houdt rekening met het doelpubliek. Mijn medeleerling gebruikt formele woordenschat. Mijn medeleerling hanteert de juiste spelling en het juiste leestekengebruik. De zinnen van mijn medeleerling zijn grammaticaal correct. ja ± nee

inhoud De boodschap van de e-mail komt duidelijk naar voren in de e-mail. Mijn medeleerling legt alle onderdelen van de e-mail voldoende uit.

structuur

Mijn medeleerling hanteert een goede opdeling in alinea’s. De e-mail volgt de structuur van inleidende zin – probleem – oplossing – afsluitende zin. LES 27 REGISTER 315 De e-mail heeft een gepaste aanspreking en afsluiter. tips: • sterke punten: • • 9 Herschrijf je bericht op basis van de suggesties die je kreeg. • Herschrijven © VAN IN

This article is from: