Universum NL

Page 1

Het Universum van Amsterdam Schatten uit de Gouden Eeuw van de cartografie



Het Universum van Amsterdam Schatten uit de Gouden Eeuw van de cartografie



Het Universum van Amsterdam Schatten uit de Gouden Eeuw van de cartografie


Inhoud


8 Voorwoord Zijne Majesteit de Koning 12 Het Universum van Amsterdam Robbert Dijkgraaf en AndrĂŠ Kuipers 20 In de ban van Atlas. De Gouden Eeuw van de Amsterdamse cartografie Reinder Storm 60 Hemel en aarde in het stadhuis van Amsterdam Alice Taatgen 92 Tentoongestelde werken 94 Geselecteerde literatuur 95 Dankwoord 96 Colofon


8


9


Voorwoord

10


Globetrotters Kaarten zijn fascinerend. Ze brengen de wereld, en zelfs het universum, terug tot de menselijke maat. Daarmee geven ze ons de aangename illusie dat we de wereld kunnen overzien en tot in de verste uithoeken kunnen leren kennen. Wie zijn ogen laat dwalen over een kaart, wordt ongemerkt een ontdekkingsreiziger. De Burgerzaal in het Koninklijk Paleis Amsterdam is een plek die bij uitstek de verbeelding prikkelt. De bezoeker die de marmeren vloer betreedt, heeft drie enorme kaarten van het oostelijk en westelijk halfrond en de sterrenhemel aan zijn voeten. Ze getuigen van de grenzeloze ambitie van het zeventiende-eeuwse Amsterdam, dat zich beschouwde als de uitvalspoort van waaruit alle windstreken en wereldzeeën werden verkend. Wie de ronde mozaïeken bekijkt terwijl hij er omheen loopt, voelt zich al snel een vrije ‘globetrotter’. Het paleis is het grootste deel van het jaar open voor bezoekers, waardoor iedereen dit gevoel zelf kan ervaren. Soms is een bezoek nog extra interessant, omdat een speciale tentoonstelling is ingericht die een dimensie toevoegt aan het gebouw. Het Universum van Amsterdam is zo’n tentoonstelling. Tentoonstelling en boek belichten topstukken uit de glorietijd van de Amsterdamse cartografie. Samen met de indrukwekkende mozaïeken in de vloer van de Burgerzaal, geven ze een fascinerend beeld van het vernuft, de bezieling, de nieuwsgierigheid en de pioniersgeest van onze landgenoten in de Gouden Eeuw.

Zijne Majesteit de Koning

11


12


13


60


61


Alice Taatgen

Hemel en aarde in het stadhuis van Amsterdam

62


De wereld ligt aan de voeten van Amsterdam. Tijdens de Gouden Eeuw zagen de Amsterdammers dat zo en in hun stadhuis, nu het Koninklijk Paleis Amsterdam, lieten ze dat letterlijk zien. Boven de ingang van de grote Burgerzaal troont de Stedemaagd, uitkijkend over de kaarten van de wereld en het heelal aan haar voeten. De drie ronde mozaïeken van marmer in de vloer van de zaal stellen het oostelijk en westelijk halfrond van de wereld en de sterrenhemel voor. Met een diameter van elk 624 centimeter zijn het de grootste kaarten ter wereld. In het midden van de zeventiende eeuw bouwde de stad Amsterdam een nieuw stadhuis, een prestigeproject zoals dat nog nooit was ondernomen. Te midden van een overdaad aan prachtige decoraties zijn de kaarten in de vloer van de Burgerzaal een essentieel deel van de ingenieuze boodschap die het gebouw zijn bezoekers meegeeft.

Rijkdom en Vrede Op 28 oktober 1648 legden drie zoontjes en een neefje van de zittende vier burgemeesters de eerste steen van het nieuwe stadhuis, dat al tijdens de bouw als ‘achtste wereldwonder’ werd geroemd. Kort daarvoor was in Münster het vredesverdrag ondertekend, dat een einde maakte aan de Tachtigjarige Oorlog. Amsterdam had een belangrijke rol in de onderhandelingen gespeeld. In relatief korte tijd was de stad uitgegroeid tot de rijkste en machtigste van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Amsterdamse handelsschepen bevoe-

ren de wereldzeeën en brachten kostbare lading terug van de Oostzeekusten, uit Azië en Amerika. Dichter bij huis leverden landwinningsprojecten – zoals de aanleg van de Beemsterpolder – grote inkomsten op. Met de economische voorspoed ontstond ruimte voor de kunsten en wetenschappen en kwamen de schilderkunst, grafiek en de boekdrukkunst tot bloei. De stad werkte als een magneet op drommen immigranten, niet in de laatste plaats oorlogsvluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden, en in 75 jaar tijd vervijfvoudigde de stadsbevolking van 30.000 inwoners in 1578 naar zo’n 170.000 rond het midden van de zeventiende eeuw (afb. 34). Geen wonder dat de wereldmetropool Amsterdam een stadhuis wilde bouwen dat haar machtige status weerspiegelde. In opdracht van het stadsbestuur werkte de architect Jacob van Campen plannen uit voor een enorm gebouw. Toen het in 1667 af was, had het een vloeroppervlak van ongeveer 25.000 vierkante meter, verspreid over zes verdiepingen, en torende het hoog uit boven de zee van lagere bebouwing van de stad. Geen schip dat de haven naderde kon nog ontgaan waar het centrum van de macht in Amsterdam zich bevond. Maar wie de complete boodschap van het gebouw wilde begrijpen, moest het van dichtbij bekijken. Jacob van Campen ontwierp zijn stadhuis als een tempel voor de stedelijke macht en als vredestempel. De voorgevel is perfect symmetrisch, met pilasters – platte zuilen – en midden op de gevel een driehoekig timpaan met beeldhouwwerk, elementen die ook in Romeinse architectuur te 63


64


33. Het stadhuis op de Dam, met links het huis ‘de Wakkere Hond’. Een eeuw lang waren hier de kaartenhandels van Jodocus Hondius en vele anderen gevestigd. Gerrit Berckheyde, 1693.

34. Dit populaire ‘kwartet’ brengt de groei van de stad Amsterdam in kaart. Meerdere uitgevers brachten het in de zeventiende eeuw op de markt. Deze versie is een product van Frederick de Wit. 65


vinden zijn. Dat Van Campen teruggreep op de bouwstijl van de oudheid verbaast niet: de jonge Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden spiegelde zich aan de Romeinse republiek, de Amsterdamse burgemeesters zagen zichzelf als consuls en erfgenamen van dat antieke wereldrijk. Hoog op het timpaan boven de Dam staat een bronzen beeld van de Vrede, ruim vier meter groot en met een olijftak en een mercuriusstaf in haar hand, de symbolen voor vrede en handel (afb. 35). Met het einde van de oorlog in 1648 werd het stadhuis van Amsterdam ook tot vredestempel gewijd, waarbij de hoop was dat met de vrede de handel zou bloeien. Vredes tegenhanger Atlas, op het timpaan aan de achterzijde van het gebouw, torst het hemelgewelf op zijn schouders. Deze mythologische figuur leidde de opstand van de Titanen tegen Jupiter, die hem als straf op de rand van de wereld liet staan met het hemelgewelf op zijn schouders. Atlas werd hierom gezien als verbeelding van het centrum van het universum en zijn aanwezigheid op het stadhuis stond symbool voor de stad als centrum van de wereldhandel.

35. De Vrede op het timpaan. 66

Goddelijke perfectie Er is nog een reden dat Van Campen met zijn ontwerp naar de klassieke bouwkunst verwees. Hij streefde er naar een volmaakt gebouw te ontwerpen, een afspiegeling van de perfectie van Gods schepping: het gehele universum, met alles daarin. Maar hoe doe je dat? Net als andere intellectuelen uit zijn tijd zocht Van Campen het antwoord hierop in geschriften uit de klassieke oud-


heid. De Griekse filosoof Plato stelde dat het universum – de macrokosmos – zich in het klein weerspiegelde in de mens – de microkosmos. De Romeinse architect Vitruvius meende daarnaast dat de verhoudingen van de mens, het perfecte schepsel, het uitgangspunt moest vormen voor de perfecte meetkundige verhoudingen in architectuur. Het menselijk lichaam past precies binnen een rechthoek, een vierkant en een cirkel en met die vormen als basis kan een perfect gebouw ontworpen worden. Door de regels van Vitruvius zo zuiver mogelijk toe te passen kon Van Campen de goddelijke volmaaktheid benaderen in zijn Amsterdamse stadhuis.

36. Gezicht op de Burgerzaal. Jacob Vennekool, 1661.

Het universum in het klein De gedachte dat het stadhuis het universum moest weerspiegelen komt tot uiting in het overvloedige beeldhouwwerk in het interieur, dat Jacob van Campen hoogstpersoonlijk had ontworpen en dat was uitgevoerd door Artus Quellinus, de beste beeldhouwer van Noord-Europa in zijn tijd. Zijn werk is te zien in het hart van het gebouw, dat voor iedereen toegankelijk was: de grote Burgerzaal en de omliggende galerijen. Het moet er dagelijks een drukte van belang zijn geweest: leden van het stadsbestuur die er vergaderden; burgers die hun zaken kwamen regelen; kooplui die de regen op de Dam ontvluchtten; spelende kinderen; nieuwsgierige bezoekers, die het achtste wereldwonder met eigen ogen kwamen zien (afb. 36). Boven de ingang aan de oostzijde van de Burgerzaal zetelt de Stedemaagd van Amsterdam, herkenbaar aan de drie And67


reas-kruizen uit het stadswapen op het lijfje van haar jurk en aan de adelaar, die de keizerskroon boven haar hoofd houdt (afb. 38). In haar handen houdt zij een olijftak en een palmtak, de bekende symbolen van vrede: Amsterdam treedt hier op als vredebrengende heerseres. In de zwikken boven de doorgangen naar de galerijen zijn de vier elementen — Lucht, Aarde, Water en Vuur — te zien en prachtige festoenen (guirlandes) tussen de ramen van de zaal tonen dieren en planten uit de hele wereld (afb. 37). Zij verbeelden de microkosmos, de rijkdom van het leven op aarde. In de vier hoeken van de galerijen zijn acht hemellichamen te zien in de gedaante van Romeinse goden: de oppergod Jupiter, zijn zoon Apollo (de zon) en diens tweelingzus Diana (de maan). Verder Saturnus de Titaan, Cybele, godin van de vruchtbaarheid (de aarde), Mercurius, de god van de handel, en Mars en Venus, de goden van oorlog en liefde. Gezamenlijk vormt dit achttal de macrokosmos, die Amsterdam omringt.

37. Het element Aarde in de Burgerzaal. 68

De wereld aan de voeten van Amsterdam Voor de Burgerzaal bedacht Jacob van Campen deze elementen als onderdeel van een groter geheel aan decoraties, dat Amsterdam in het hart van de tijd en ruimte van de kosmos plaatste. Dit deel van het beeldprogramma draait om de drie enorme cirkelvormige kaarten van het oostelijk en westelijk halfrond van de wereld en de noordelijke sterrenhemel in de vloer van de Burgerzaal. Hieronder volgt de beschrijving van Van Campens beeldprogramma, waar-


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.