
3 minute read
3.4.3 Oppervlakte- en dieptereiniging
237 Bij welke dieptereinigingmethode in de kans op infectie het grootst?
a. Bij het verwijderen van milia. b. Bij het verwijderen van comedonen. c. Bij slijpbehandelingen.
Advertisement
238 Bij welke cosmetische gelaatsbehandeling wordt de huidbarriëre doorboord?
1. Bij coagulatie van teleangiëctasieën. 2. Bij elektro-kinesie. 3. Bij het elektrisch verwijderen van fibroma.
Wat is juist? a. 1 en 2 zijn juist. b. 1 en 3 zijn juist. c. 2 en 3 zijn juist.
239 Voor het verwijderen van fibroma is het belangrijk om de huid:
a. te desinfecteren. b. te verwarmen. c. te verweken.
3.4.3 Oppervlakte- en dieptereiniging
240 Welk van de onderstaande producten heeft de voorkeur voor de reiniging van een gevoelige huid?
a. Een o/w-emulsie. b. Een w/o-emulsie. c. Een watervrije crème.
241 Men geeft de voorkeur aan hydrofiele oliën op basis van:
a. dierlijke oliën. b. minerale oliën. c. plantaardige oliën.
242 Tot de minerale stoffen rekent men onder andere:
a. lanoline en paraffine. b. lanoline en stearine. c. paraffine en vaseline.
243 Welke onderstaande in de cosmetiek toegepaste stof is van plantaardige herkomst?
a. Collageen. b. Kamfer. c. Stearinezuur.
244 Welke onderstaande in de cosmetiek toegepaste stof is van dierlijke herkomst?
a. Kamfer. b. Stearinezuur. c. Vaseline.
245 Welke van onderstaande in de cosmetiek toegepaste stoffen zijn van plantaardige herkomst?
a. Azuleen en geleé royale. b. Azuleen en kamfer. c. Gelée royale en kamfer.
246 Tot de minerale vetten en oliën behoort:
a. cacaoboter. b. lanoline. c. paraffine.
247 Tot de minerale stoffen rekent men:
a. lanoline en paraffine. b. vaseline en lanoline. c. vaseline en paraffine.
248 I Paraffine behoort tot de natuurlijke vetten. II Paraffine wordt in de cosmetiek onder andere gebruikt als vochtmasker.
a. Alleen I is juist. b. Alleen II is juist. c. I en II zijn beide juist.
249 Tot de minerale stoffen rekent men:
a. lanoline en keukenzout. b. lanoline en vaseline. c. vaseline en keukenzout.
250 Manueel reinigen van de huid met behulp van een reinigingsmiddel doet men bij voorkeur met:
a. effleurerende en petrisserende bewegingen. b. effleurerende en roterende bewegingen. c. petrisserende en roterende bewegingen.
251 Voor apparatieve oppervlaktereiniging kan men gebruik maken van:
a. borstelmassage-apparatuur. b. elektrische kinesie-apparatuur. c. HF-massage-apparatuur.
252 Onder cosmetische producten met dieptereiniging verstaat men dat:
a. de producten onder de laag van Malpighi werkzaam moeten zijn. b. de producten werkstofcomplexen moeten bevatten. c. de werkzaamheid van het product gericht is op de verhoornde huid.
253 Tot de cosmetische producten voor dieptereiniging behoren onder andere:
a. hydrofiele oliën en scrubcreams. b. hydrofiele oliën en skinlysing-producten. c. scrubcreams en skinlysing-producten.
254 Bij welke producten voor cosmetische dieptereiniging treedt de mechanische werking op de voorgrond?
a. Bij skinlysing-producten en peeling-producten. b. Bij skinlysing-producten en scrubcreams. c. Bij peeling-producten en scrubcreams.
255 De werking van een facelysing product is gebaseerd op:
a. eiwitsplitsende bestanddelen. b. huidstimulerende bestanddelen. c. zuurgraadherstellende bestanddelen.
256 Beschadiging van de opperhuid is onvermijdelijk bij:
a. het geven van peelingbehandelingen. b. het verwijderen van comedonen. c. het verwijderen van milia.
257 Om bij een verslapte huid de hoornlaag te verdunnen, gebruikt men bij voorkeur:
258 De werking van een lysingproduct is:
259 Welke behandelingen past men bij voorkeur toe om comedonen gemakkelijker te verwijderen?
a. Elektrische desincrustatie en besproeiing met het koeldampapparaat. b. Elektrische desincrustatie en peelingbehandelingen. c. Elektrokinesie en peelingbehandelingen.
260 Welke behandeling past men toe om talgsubstanties te verzepen?
a. Besproeiing met geïoniseerde waterdamp. b. Elektrische desincrustatie. c. Elektrokinesie.
261 Tot de cosmeticaproducten voor een dieptereiniging behoort:
a. mousserende emulsie. b. scrubcrème. c. wascrème.
262 Een contraindicatie voor het gebruik van een borstelapparaat bij de reiniging is/zijn:
a. acne en teleangiëctasieën. b. fibroma en acne. c. teleangiëctasieën en fibroma.
263 Minerale vetten komen veel voor in de samenstelling van een:
a. hydrofiele olie. b. reinigingscrème. c. reinigingsgel.