1 minute read

3.2.1 Straling

73 Eiwitsplitsende enzymen worden soms verwerkt in:

a. lysingproducten. b. vermageringsproducten. c. vochtregulerende producten.

Advertisement

74 Vitaminen behoren oorspronkelijk chemisch beschouwd tot de:

a. eiwitten. b. koolhydraten. c. vetten.

3.2 Straling en elektriciteit

3.2.1 Straling

75 Het kleurenspectrum bestaat in de juiste volgorde uit de kleuren:

a. groengeeloranjeroodvioletblauw. b. oranjeroodvioletblauwgroengeel. c. roodoranjegeelgroenblauwviolet.

76 I Ultraviolette en violette stralen zijn beide onzichtbaar. II Alle ultraviolette stralen hebben een kiemdodende werking.

a. Alleen I is juist. b. Alleen II is juist. c. I en II zijn beide onjuist.

77 Welke stralen hebben de grootste warmtewerking?

a. Infrarode stralen. b. UV-A stralen. c. UV-C stralen.

78 Welke stralen hebben de grootste dieptewerking?

a. Infrarode stralen. b. UV-B stralen. c. UV-C stralen.

79 Welke eigenschap kan men aan infrarode stralen toeschrijven?

a. Ze hebben een kiemdodende werking. b. Ze hebben invloed op de doorbloeding van de huid. c. Ze hebben invloed op de pigmentatie van de huid.

80 Ultraviolette stralen hebben in vergelijking met infrarode stralen:

a. een grotere antibacteriële werking. b. een grotere dieptewerking. c. een langere golflengte.

81 Welke stralen hebben de grootste antibacteriële werking?

a. Infrarode stralen. b. UV-A stralen. c. UV-C stralen.

82 Tot de zichtbare stralen behoren:

a. de rode en de violette stralen. b. de rode en de ultraviolette stralen. c. de infrarode en de ultraviolette stralen.

83 Tot de onzichtbare stralen behoren:

a. de rode en de violette stralen. b. de rode en de ultraviolette stralen. c. de infrarode en de ultraviolette stralen.

84 Welke overeenkomst vertonen de infrarode en ultraviolette stralen?

a. Het zijn onzichtbare stralen. b. Het zijn warmtestralen. c. Ze hebben dezelfde dieptewerking.

85 I Hoe langer de golflengte van stralen, des te groter de dieptewerking. II UVA stralen zijn schadelijker voor de huid dan UVB stralen.

a. Alleen I is juist. b. Alleen II is juist. c. I en II zijn beide onjuist.

This article is from: