1 minute read

2.3.4 De arm

Next Article
4.3 Milieu

4.3 Milieu

274 Het sleutelbeen is een verbinding tussen:

a. het handvat van het borstbeen en de schoudertop. b. het handvat van het borstbeen en het ravenbekuitsteeksel. c. het lichaam van het borstbeen en het ravenbekuitsteeksel.

Advertisement

275 Het ravenbekuitsteeksel bevindt zich aan:

a. De binnenrand van het schouderblad. b. De bovenkant van het schouderblad. c. De buitenrand van het schouderblad.

276 De schoudertop is een voortzetting van:

a. De buitenrand van het schouderblad. b. De schouderbladgraat. c. Het sleutelbeen.

277 Het ravenbekuitsteeksel is een deel van:

a. Het opperarmbeen. b. Het schouderblad. c. Het sleutelbeen.

278 Het sleutelbeen is verbonden met:

a. Het handvat van het borstbeen en de schoudertop. b. Het handvat van het borstbeen en het ravenbekuitsteeksel. c. Het lichaam van het borstbeen en de schoudertop.

2.3.4 De arm

279 De elleboogpunt is een uitsteeksel van:

a. de ellepijp. b. het opperarmbeen. c. het spaakbeen.

280 Waar bevindt zich de grote opperarmbeenknobbel?

a. Aan de bovenbinnenkant van het opperarmbeen naast de kleine opperarmbeenknobbel. b. Aan de bovenbinnenkant van het opperarmbeen naast de opperarmbeenkop. c. Aan de bovenbuitenkant van het opperarmbeen naast de opperarmbeenkop.

281 Waar bevindt zich de elleboogpunt en welke spier is er aangehecht?

a. De elleboogpunt bevindt zich aan het distale deel van de ellepijp en de tweehoofdige armspier is eraan bevestigd. b. De elleboogpunt bevindt zich aan het proximale deel van de ellepijp en de tweehoofdige armspier is eraan bevestigd. c. De elleboogpunt bevindt zich aan het proximale deel van de ellepijp en de driehoofdige armspier is eraan bevestigd.

282 1. De spaakbeenknobbel bevindt zich aan het distale deel van het spaakbeen. 2. Het spaakbeen bevindt zich in de onderarm aan de duimzijde. 3. Het spaakbeen is een lang pijpbeen.

Wat is juist? a. 1 en 2 zijn juist. b. 1 en 3 zijn juist. c. 2 en 3 zijn juist.

283 1. De ellepijp bevindt zich in de onderarm aan de pinkzijde. 2. De ellepijp is verbonden mer de handwortel. 3. De elleboogpunt bevindt zich aan het proximale deel van de ellepijp.

Wat is juist? a. 1 en 2 zijn juist. b. 1 en 3 zijn juist. c. 2 en 3 zijn juist.

This article is from: