4
Ik zat op mijn knieën op de tafel en keek door het kelderraam naar Peter. Het had hem maar een paar seconden gekost om naar buiten te klimmen en op de tractor te kruipen. ‘Een antiek Duits kreng!’ riep hij. ‘Waar is de startknop? Hebbes!’ De motor sloeg schokkerig aan. De dikke geribbelde slang bewoog even in het gras en Zoekjeweetnietwat sprong er blaffend omheen. In het water bij mijn voeten ontstond een kleine draaikolk. ‘Hij doet het!’ riep ik. Maar Peter kon me vast niet horen door de herrie. Aan de gang dan maar. Vlug dit klusje doen en dan twee of drie paters ondervragen. Ik stapte weer in het water, viste naar flessen en drukte er willekeurige natte etiketten op. Het viel mee, na honderd keer bukken lagen de flessen hoog en droog. Nu moesten de gereedschappen naar de werkplaats. Waar zou ik ze in dragen? Er was geen doos of zo te zien. Pater Olaf had al dat ijzerwerk toch hier gebracht, hij had zeker diepe zakken in zijn pij. Tegen de muur naast de grondwaterpomp stond een hoge houten kast, misschien lag daar iets in. Ik trok de deur open. De kast was leeg, onderin stond water. Ik wilde de deur weer dichtdoen toen ik iets aan de achterwand zag. Het
31