4 minute read

Het bittere broertje wordt volwassen

Next Article
Nieuws

Nieuws

Van de meer dan honderdzestig bekende koffiesoorten worden er slechts twee op grote schaal geteeld: Arabica en Robusta. De laatste wordt vooral voor bijmenging gebruikt en staat bekend om zijn wat bittere smaak, maar de laatste jaren groeit de populariteit van deze boon sterk. Dat heeft alles te maken met het hogere cafeïnegehalte, de compensatiemogelijkheden van de bitterheid én de ontdekkingsijver van de consument.

p het eiland Mauritius werd ooit een koffieboon gevonden die vier

Advertisement

Omaal meer cafeïne bevat dan de Robusta. Een paar sterke kopjes waren goed voor hartkloppingen, wat de commerciële toekomst van deze boon meteen hypothekeerde, maar het verlangen naar sterke koffie was daarmee niet verdwenen. Meer nog: nu het leven voor veel mensen uitputtender is geworden, is de dagelijkse opkikker in de espressobar of aan de huiselijke ontbijtkamer alleen maar belangrijker geworden. De jeugd zoekt haar heil in energydranken, maar die bevatten naast veel cafeïne veel toegevoegde suikers. De mierzoete smaak moet de onderliggende bitterheid van de cafeïne compenseren. Ze zijn relatief duur en je wordt er dik van. Twee doorslaggevende redenen om een gezonder alternatief te zoeken. Dat is er, in de vorm van koffie van Robustabonen.

De Koffiekoning en -koningin

Robusta zouden we een Franse koffieboon kunnen noemen. Het waren Franse kolonialen die eind negentiende eeuw koffieplantages aanlegden in Indochina en daar vooral Robustabonen aanplantten. De koffieteelt bleef lange tijd bescheiden in omvang, tot het communistische Vietnam inzag dat koffie een geweldige exportartikel was dat harde valuta binnenbrengt. Het bebouwde areaal werd stelselmatig vergroot, wat van Vietnam een van de grootste koffieproducerende landen ter wereld maakte. Het Nederlandse Douwe Egberts kocht en koopt er veel maar vooral om de goedkopere Robusta bij te mengen in een pak dat voor 80% uit duurdere Arabica bestond. In de waardeketen bungelde Vietnam dus onderaan. Daar komt maar langzaam verandering in. Onder invloed van Dang le Nguyen Vu, oprichter en eigenaar van de Trung Nguyen Group, is Vietnam zijn Robusta aan het upgraden. Dat wil zeggen: consumenten moeten ontdekken dat de koffie die van deze bonen is gemaakt helemaal niet zo bitter hoeft te smaken, vooral niet als je ze gebruikt voor koffievariëteiten als Latte of cappuccino. Bovendien, zo meldde hij meer dan eens in interviews: “is cafeïne slechts een van de elementen die de smaak bepalen.” De bitterheid bevindt zich dus evengoed in het hoofd van de drinker als op de smaakpapillen van zijn tong, en dat vooroordeel, dat kun je bestrijden. Dang le Nguyen Vu heeft overigens nog meer redenen dan zuiver zakelijke om de populariteit van zijn koffie op te drijven. Tot voor enkele jaren leidde hij het miljoenenbedrijf (hij is een van de rijkste mannen van Vietnam) samen met zijn vrouw, maar nu het echtpaar aan het scheiden is wordt er in de rechtszaal een bittere strijd uitgevochten om de verdeling van de aandelen. Met een schamele kinderalimentatie van

$ 345.000,- per kind, per jaar neemt de ex-vrouw geen genoegen. De vechtlieden worden in de smullende Vietnamese media ‘de Koffiekoning en -koningin’ genoemd. De man die Starbucks naar de kroon wilde steken zal die plannetjes nog even in de ijskast moeten zetten…

Een mannenzaak

De Vietnamezen zelf drinken vooral thee. Koffie nuttigen ze in veel mindere mate en traditioneel drinken ze het in de vorm van oploskoffie met veel gecondenseerde melk. Nu koffie met veel melk, opgeschuimd of niet, steeds populairder wordt in het westen is er ook steeds meer reden Robusta in plaats van Arabica te drinken: de eerste bevat twee keer zoveel cafeïne als de laatste en is een stuk goedkoper. Maar wie van onze importeurs speelt al in op die groeiende marktkansen? Een speurtocht via het net bracht ons bij Bonomi Koffie in Leeuwarden. Marketingmanager Stijn Belmans geeft desgevraagd volmondig toe dat de toenemende vraag naar Robusta, vooral onder mannen tussen de dertig en vijfenveertig jaar, reden genoeg was voor het bedrijf enerzijds een 100% Robusta op de markt te brengen en anderzijds een blend van 50% Robusta en 50% Arabica. “We merken dat klanten op zoek zijn naar een krachtiger koffie, met meer cafeïne, maar ook dat ze simpelweg nieuwsgierig zijn. Robusta is vrij onbekend. Het verlangen een nieuwe koffiesoort te ontdekken speelt zeker ook mee.”

Nootachtige nasmaak

Maar die bitterheid dan? Is het gebruik van melk en eventueel suiker werkelijk voldoende om die weg te nemen? Stijn Belmans vertelt dat dit voor Bonomi wel degelijk een uitdaging was. “Daarom zijn we op zoek gegaan naar een Robusta die aan onze strenge smaakeisen tegemoet komt en die vonden we in Brazilië. Het klimaat is daar net zo vochtig en warm als in Vietnam. Dat maakt de boon extra krachtig van smaak maar toch niet te bitter. We ontdekten dat de afdronk zelfs wat nootachtig is en juist die aangename nasmaak maakte het voor ons overbodig Arabica toe te voegen. Sterker nog: het geeft de smaak iets sensationeels, een beetje passend bij de sfeer van het Braziliaanse carnaval. En zo hebben we het enige nadeel van de Robusta weten te omzeilen, zodat alleen de voordelen ervan overblijven.”

Bonomi is een pionier, een importeur die durft maar tegelijk weet dat je zorgvuldig tewerk moet gaan en de consument in de lage landen smaaktechnisch een beetje bij de hand dient te nemen. Misschien dat de Vietnamese koffiekoning, na de afhandeling van zijn boedelscheiding, zijn Robustavingers tot in de Benelux zal uitstrekken, maar het lijkt waarschijnlijker dat andere aanbieders voorzichtig zullen volgen. De toekomst smaakt allerminst bitter voor de Robusta, integendeel, het ziet er erg zoet voor deze boon uit.

Voor meer informatie, ga naar: bonomi-koffie.nl

This article is from: