2 minute read

De comeback van tinglazuuraardewerk

Ooit was tinglazuuraardewerk, ofwel faience, ofwel majolica, hét alternatief voor het veel duurdere porselein. Daarna verloor het sterk aan marktaandeel maar tegenwoordig is het opnieuw gewild aan het worden. Nederland is van oudsher producent van dit bijzondere aardewerk en enkele fabrieken hebben de kaalslag in het verleden overleefd.

Tot diep in de achttiende eeuw was porselein veel begerenswaardiger dan aardewerk. Alleen de Chinezen kenden het recept en die bewaarden dit streng. Dat geheim stelde hen in staat hun porselein voor veel geld naar Europa te exporteren. Hoe kostbaar porselein was bewijst wel de volgende anekdote: toen de koning van Saksen de Zevenjarige Oorlog had verloren vluchtte hij uit zijn paleis met twee koetsen. In één ervan zaten zijn maîtresses, in de andere zat zijn serviesgoed. Het ‘witte goud’ was werkelijk zo kostbaar als het gele. Maar nadat Europeanen de geheimen van het porselein maken hadden ontdekt kon de eigen industrie van start gaan en de prijs stevig dalen.

Advertisement

117 ateliers

Al die tijd had porselein echter een gedegen concurrent gehad, in de vorm van tinglazuuraardewerk. Dit tinglazuur zorgde voor een mooie witte kleur die vervolgens beschilderd kon worden. De techniek stamde uit het Italië van de Renaissance maar werd in het wereldrijk Spanje vervolmaakt. De grootste fabricage van tinglazuuraardewerk vond in de zestiende en zeventiende eeuw in de Spaanse kolonie Mexico plaats. Ook de Republiek der Zeven Provinciën deed een duit in het zakje. Wat in Zuid-Europa Majolica werd genoemd kreeg in Holland de naam faience. Het beroemdste product van de pottenbakkerijen tijdens de Gouden Eeuw was Delfts Blauw. De industrie bloeide in onze steden. Alleen al in Delft waren er 117 ateliers. In de Franse tijd waren er daar nog maar drie van over en tegenwoordig bestaat er nog slechts één: De Porseleyne Fles. Exit tinglazuuraardewerk dus.

Passend in de smaak

Volgens het Amerikaanse blad Architectural Digest is dat niet waar. Historisch onderzoek toont aan dat de ambachtelijke industrie in de tweede helft van de negentiende eeuw juist een opbloei beleefde en dat majolica borden en vazen in veel upperclass en middenklasse huizen te vinden waren. Omdat de witte ondergrond zo kleurrijk en figuratief beschilderd kon worden pasten deze borden en vazen uitstekend in de burgerlijke smaak van die eeuw. Zelfs in de Art Nouveau en Art Decoratif misstond de majolica niet. Pas toen het modernisme en minimalisme in zwang raakten kromp de markt voor majolica aardewerk. Maar het modernisme is al een tijd niet meer zo modern. Historische stijlen keren terug, met als gevolg dat ook faience en Delfts Blauw aan een tweede wederopstanding toe lijken. In de VS is antiek majolica alvast zeer gewild. De prijzen schieten door het plafond en ook de vraag naar nieuwe producten neemt dus toe.

‘Nieuwe’ fabriek

In Nederland bestaat sinds de zeventiger jaren opnieuw een fabriek voor majolica. In Harlingen wordt oud aardewerk gerestaureerd maar vooral ook nieuw geproduceerd. Het familiebedrijf maakt tegels voor sterrenhotels, restaurants en buitenlandse kastelen, maar ook mokken, onderzetters, dienbladen en andere serviesgoed, uiteraard beschilderd naar wens en vervaardigd volgens de receptuur van 1598. Voor wie als winkelier sommige van zijn klanten niet alleen serviesgoed maar ook decoratie op maat wil aanbieden is een samenwerking met de Harlinger Aardewerk & Tegelfabriek geen slecht idee.

This article is from: