'Niet de modaliteit maar de mobiliteit centraal'

Page 1

nummer 4 december 2019

Achter de schermen bij Eurotunnel Stadslogistiek van de toekomst e-CMR en LZV: innovatief de grens over

Frits van Bruggen (ANWB) en Elisabeth Post (TLN):

‘Niet de modaliteit maar de mobiliteit centraal’


2

Nederland Logistiek

Schoon transport boven goedkoop transport

Emissievrij vrachtverkeer in de stad móet worden opgenomen in de onlangs door Europees klimaatcommissaris Frans Timmermans aangekondigde Europese ‘Green Deal’. TLN roept hiertoe op, samen met tal van andere partijen. De Commissie wil dat de COervoor van mobiliteit tot 2050 2-uitstoot Het Europese doel van de Europese ‘Green Zorg dat voertuigproducenTLN zich inmet voor de overstap naar 90 procent afneemt. Alle EU-lidstaten en alle vormen van vervoer moeten Deal’ is de Europese uitstoot van ten voldoende nul emissie vrachtzero emissie bevoorrading van de hieraan bijdragen. Dattoe staat onlangs gepresenteerde plannen van steden’, de broeikasgassen naar 2030 ruimin de voertuigen (batterij-elektrisch of grotere aldus Elisabeth Europese Commissie een COwaterstof) 2-neutrale Post, voorzitter van TLN. ‘De elekte halveren. In een onlangsvoor verstuurgaantoekomst. produceren de brief wordt aan Timmermans gevraagd In de plannen zich van metde gerichte Commissie acties is in te zetten ruim aandacht voor emissievrij voor de ontwikkevrachtvervoer.van ling Dealternatieve belangrijkste brandstoffen, adviezen in deze brief energie enzijn: bijbehorende laadinfrastructuur. M aak vanEr schoon komt in goederenvervoer 2020 onder meer in deeen stad voorstel een vanvoor de speerpunten het hergebruik van de vanGreen batterijen. Deal Verder heeft de

S tart een investeringsfonds voor Commissie de aanleg hoge van de verwachtingen benodigde laadvan automated infrastructuur and connected mobility, niet Stimuleer alleen met de productie betrekkingvan totbetaalspecifiek barehet elektrische goederenvervoer vrachtauto’s maar voor mobiliteit in het algemeen. De Scherpe accijnzennormen op transportbrandstoffen ‘In en -energie lijn met het zijnKlimaatakkoord bij de Commissie zetin

trische vrachtauto’s om dat te kunnen doen, moeten erom dande natuurlijk beeld als instrument bewewel gingkomen. van fossiele En voor naarredelijke hernieuwbare prijzen. energie Daarom te ondersteunen. is het van belang dat Brussel scherpe normen stelt waarHogere door er prijs veel meer elektrische vrachtauto’s geproduceerd zullen De prijs van transport moet terugslaan worden. op de Tegelijkertijd impact ervan moeten op hetwe miliin


IN HE T NIE U WS

Nederland snel aan de slag om de benodigde laadinfrastructuur tijdig op orde te hebben. Zonder dikke kabels in de grond kunnen er geen e-trucks eu, zo valtrijden te lezen in de in de binnenstad.’ plannen van de Commissie. Dit rechtvaardigt in de Afhankelijk ogen van devan Commissie het aanbod een hogere De bedrijven prijs voor milieubelastend die hebben ondertetransport. kend gelovenzal Tegelijkertijd inde deprijsverhoging potentie van de vrachttransport transitie naar duurzaam om in steden transport de CObasis op van hernieuwbare te verminderen, energie de 2-uitstoot luchtkwaliteit versnellen, zo istede verbeteren verwachting. en De de leefbaarheid Commissie wilte verder vergroten. de luchtkwaFrank Verhoeven, liteit verbeteren, CEO vooral van Vos inLogistics: steden ‘Net en bijals (lucht)havens. veel andereOok transportonwordt een dernemingen aanpak van de ambiëren vervuilende wijzeeemissieen

vrij transport. Technisch is het haalbaar, maar we zijn afhankelijk van het aanbod van goede en betaalbare elektrische voertuigen. luchtvaart Door regelgeving beoogt.en Daarbij financiële vermelden prikde kels plannen kunnen van overheden de Commissie het tempo een uitbreiding van deze transitie van het Emission in belangrijke Trading System mate bepalen.’ (ETS) naar de maritieme sector. Onderzocht gaat worden of ook het Initiatief wegtransport onder dit systeem moet De oproep vallen.aan Timmermans is een initiatief van onder andere TLN, Van Transport belang& Environment, Natuur & Voor Milieu, een Van gelijk derspeelveld Wal, Vos Logistics, is het van belang Breytner, datUnilever, Brussel zich De Rooy beperkt en tot Fastned. normvoorschriften, waarbij de

invulling wordt overgelaten aan het bedrijfsleven. Helder is in ieder geval dat een vervoersaanpak met rail en binnenvaart, naast het wegvervoer, van groot belang is om de stijgende vraag naar beroepsgoederenvervoer in goede banen te kunnen leiden.

3


4

VO O RWO O RD

Ongekend duurzaam n dit nummer van ‘Nederland Logistiek’ laten vijf experts hun licht schijnen op de toekomstige duurzame bevoorrading van stedelijke gebieden in Nederland. Zij concluderen enerzijds dat we al aardig op weg zijn. Maar anderzijds is ook duidelijk dat er nog wel wat moet gebeuren om het doel, een uitstootvrije stadsdistributie in 2025, te realiseren. Inderdaad zijn er – gelukkig – al stappen gezet op het gebied van zero emissie stadslogistiek. Zo rijden er al heel wat elektrische bevoorradingsvoertuigen in de binnenstad rond, en het aantal last mile bezorgers dat emissieloos belevert groeit gestaag. Cycloon, onlangs nog de winnaar van de JongTLN-award, is daar een mooi voorbeeld van. Maar zoals gezegd zijn we er nog niet. Zo moet er, liefst versneld, een groot aantal elektrische vrachtauto’s beschikbaar komen. Ook zijn meer laadpalen nodig, want dat aantal loopt ver achter bij de vraag. Verder moet de energie-infrastructuur het aankunnen om grote aantallen vracht- en bestelauto’s tegelijkertijd op te laden. En er moeten hubs aan de rand van de stad komen om goederen over te slaan van traditionele vrachtauto’s op uitstootvrije voertuigen. Overigens, om écht te kunnen spreken van duurzaam transport, moeten niet alleen de vervoerders duurzaam opereren. Ook de afzenders en ontvangers van goederen moeten meedoen. Deze zogeheten ‘ketenoptimalisatie’ is wat mij betreft dan ook een speerpunt voor de komende jaren. Daarbij helpt het om goede afspraken te maken met overheden. Er is op veel gebieden duidelijkheid nodig, bijvoorbeeld over de zero emissie zones. Want als die bekend zijn, kunnen winkeliers, groothandels en transportbedrijven daar hun plannen op baseren. En voor voertuigfabrikanten is het dan duidelijk wat het marktpotentieel in Nederland is. Kortom, als logistieke sector zijn we aan zet. Maar we kunnen het beslist niet alleen. Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid pakken. Dat gebeurt deels natuurlijk al, maar laten we hopen dat 2020 het jaar wordt waarop dit op serieus grote schaal gaat gebeuren. Het zou in mijn ogen een prima start zijn van een hopelijk ongekend duurzaam decennium.

Elisabeth Post Voorzitter TLN

14 Defensie en logistiek: met elkaar slagkracht creëren


5

INH O U D

10 ‘Niet de modaliteit maar de mobiliteit centraal’ Het kabinet slaagt er vooralsnog onvoldoende in om de huidige mobiliteitsproblemen effectief te lijf te gaan. De Mobiliteitsalliantie, waar de ANWB en TLN mede-initiatiefnemer van zijn, tracht deze impasse te doorbreken door handvatten aan te reiken voor een integraal mobiliteitssysteem, om zodoende Nederland ook in de toekomst mobiel te houden.

20

Achter de schermen bij Eurotunnel

24

Stadslogistiek van de toekomst

27

e-CMR en LZV: innovatief de grens over

VERDER IN DIT NUMMER 2 In het nieuws

16 In beeld

23 Data voor logistiek: ‘Opschaling is nu nodig’

6 Berichten

18 ‘Met alleen een open platform ben je er niet’

30 Aan het woord

31 Service-info


6

Nederland Logistiek

Concurrentie voor logistieke ruimte laait op

Librije’s Winkel stapt op de fiets Artikelen uit de webshop van Librije’s Winkel worden inmiddels ook bezorgd op de fiets. Librije’s Winkel kiest hier voor de groene bezorging via Fietskoeriers.nl. Om alle producten snel en op een duurzame manier bij de klanten te bezorgen, heeft Librije’s Winkel gekozen voor bezorging op de fiets. Producten die op werkdagen voor 16.00 uur worden besteld, worden de volgende werkdag tussen 18.00 en 22.00 uur bezorgd via het platform Fietskoeriers. nl. Een fietskoerier haalt het pakket op bij Librije’s Winkel en brengt het naar de hub,

in dit geval een fietskoeriersvestiging aan de rand van de stad. Daar wordt het gesorteerd en vervolgens bezorgt een fietskoerier de bestelling de volgende werkdag bij de klant. Moet het pakket naar een andere stad, dan gaat het van de hub met een groengasauto naar het sorteercentrum in Amersfoort. Eenmaal gesorteerd, gaat het naar de hub in de stad van bezorging. Het laatste stukje is weer voor de fietskoerier die de bestelling bij de klant bezorgt. Binnen het platform van Fietskoeriers.nl werken lokale fietskoerierbedrijven in verschillende steden samen waardoor er sprake is van een landelijke dekking.

Duurzaam in het Noorden Logistiek dienstverlener Oldenburger|Fritom opende onlangs in Veendam een nieuw distributiecentrum, voorzien van het BREEAM Outstanding-certificaat. Dit is het hoogste niveau van dit internationaal erkende duurzaamheidskeurmerk. Hiermee heeft Oldenburger|Fritom als eerste logistiek dienstverlener in het Noorden een distributiecentrum gebouwd volgens dit

vijfsterren certificaat. Het nieuwe distributiecentrum van Oldenburger|Fritom heeft geen gasaansluiting, en is 100 procent energieneutraal gecertificeerd. Dit laatste is onder meer te danken aan de energiezuinige warmtepompen, de geïnstalleerde ledverlichting

en een groot zonnepark op het dak. Het nieuwe distributiecentrum biedt ruimte aan ruim 15.000 palletplaatsen en zes loading docks. Daarnaast bestaat het complex uit crossdockfaciliteiten, een logistiek trainingscentrum en diverse kantoorruimtes.

Met een recordopname van 11,9 miljoen vierkante meter in het eerste halfjaar van 2019 neemt de concurrentie om logistieke ruimte in Europa toe. Dat rapporteert Savills op basis van eigen onderzoek. De uitkomsten laten zien dat e-commerce de drijvende kracht is achter de ongekende gebruikersvraag in Europa. In markten zoals Groot-Brittannië, Nederland, Duitsland en Frankrijk – waar meer dan 10 procent van alle retailaankopen online wordt gedaan – bedroeg het opnameniveau respectievelijk 1,5 miljoen vierkante meter, 2,0 miljoen vierkante meter, 2,9 miljoen vierkante meter en 1,4 miljoen vierkante meter.

Nederland op de kaart als AI-land Ruim 65 partijen uit het bedrijfsleven, de overheid, onderwijsen onderzoeksinstellingen en maatschappelijke organisaties hebben zich aangesloten bij de Nederlandse AI Coalitie. Van Rabobank, IBM, Philips, FME, TNO en talloze midden- en kleinbedrijven tot de Nationale Politie en wetenschappelijke instellingen; samen willen ze ervoor zorgen dat Nederland een speler van formaat wordt op het terrein van artificiële intelligentie. ‘Alleen door samen op te trekken, kunnen we de zorgen die bestaan wegnemen, de kansen benutten en de Nederlandse AI-agenda tot volledige bloei brengen’, aldus Cees Oudshoorn, directeur van VNO-NCW en MKB-Nederland en mede-initiatiefnemer van de coalitie.


7

B E RI C H T E N

Duurzaam distributiecentrum voor Müller Müller Fresh Food Logistics (MFFL) heeft geïnvesteerd in verdere duurzame groei van het bedrijf. Belangrijk onderdeel hiervan is de bouw van een nieuw distributiecentrum/ koel- en vrieshuis in Lekkerkerk. Verdere verduurzaming vormde een belangrijk uitganspunt bij de bouw

van het nieuwe distributiecentrum van MFFL, dat ruim 4.000 vierkante meter beslaat. Zo heeft MFFL op de daken van haar distributiecentrum een zonnepark aangelegd, dat uiteindelijk goed is voor 1,3 miljoen kWh. Verder is MFFL in staat om met het nieuwe distributiecentrum diverse temperaturen met dezelfde hybride

installatie te generen. Tevens werd een overeenkomst ondertekend waarmee MFFL en Shell vanaf 1 januari 2020 de CO2 die vrijkomt bij het wegtransport compenseren door onder andere in Peru bossen te beschermen en aan te planten. MFFL neemt hiervoor deel aan het CO2-compensatieprogramma van Shell.

F-35 Regional Warehouse geopend

Het F-35 Regional Warehouse in Woensdrecht is onlangs officieel geopend. Daarmee werd tevens het startsein gegeven voor de ondersteuningswerkzaamheden voor de F-35 in Nederland en de Europese regio. Als onderdeel van de wereldwijde ondersteuningsstrategie voor de F-35 heeft het Amerikaanse ministerie van Defensie in 2017 de regionale warehousingfunctie voor de F-35 in de Europese regio aan Nederland toegekend.

Dankzij het warehouse- en distributiecentrum in Woensdrecht kan het F-35 programma worden geoptimaliseerd en de luchtvaartinventaris in de Europese regio worden beheerd. Met de recente toevoeging van vliegbasis Leeuwarden zijn de F-35’s nu vanaf twintig bases wereldwijd operationeel. Er zijn meer dan 450 F-35’s afgeleverd en er zijn ruim 910 piloten en 8.350 onderhouds­ mensen getraind. Negen landen hebben nu F-35’s operationeel vanaf een basis op hun grondgebied.

Containers te volgen via track & trace Onlangs heeft Havenbedrijf Rotterdam ‘Boxinsider’ gelanceerd. Via deze applicatie kunnen verladers en expediteurs op elk moment zien waar hun containers zich bevinden. Dit is niet alleen veel betrouwbaarder dan de tot nu toe toegepaste werkwijze, maar ook nog eens veel gebruiksvriendelijker en efficiënter dan het zelf achterhalen van informatie via allerlei bronnen. Verladers, expediteurs en andere gebruikers verzamelen nu doorgaans handmatig informatie over waar hun containers zich bevinden. Dit is tijdrovend en foutgevoelig en kan tot planningsfouten leiden, met potentieel kostbare consequenties. Met Boxinsider komt aan die praktijk een einde, stelt Havenbedrijf Rotterdam. Op basis van statusinformatie van containerschepen en inland- en deepsea-terminals zijn containers te volgen voor wat betreft de verwachte en werkelijke aankomst- en vertrektijden van schepen en het lossen en het vertrek van de container bij containerterminals. Gebruikers worden gewaarschuwd bij vertragingen en verstoringen. Boxinsider werkt als een stand alone applicatie, maar is ook via een koppeling te integreren met bestaande systemen.

CIJFER

2030 is het eerste jaar waarin er geen nieuwe vuilniswagens op diesel meer in de straat verschijnen, zo hebben het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, gemeenten en partijen uit de reinigingsbranche recentelijk afgesproken.


8

Nederland Logistiek

Pakketdrukte nog nooit zo groot Singles Day, Black Friday, Cyber Monday, Sinterklaas en Kerstmis zorgen voor een recordaantal webshoporders. Die conclusie trekt Sendcloud op basis van data over pakketvolumes. De drukste verzenddag wordt de maandag voor Kerst. Dan worden de last minute kerstorders van het weekend verzonden. Deze maandag worden er naar verwachting 80 procent meer pakketten verstuurd in vergelijking met een normale maandag. Daarmee is Kerst weer de populairste feestdag van het jaar. Black Friday en Cyber Monday doen volgens Sendcloud, leverancier van verzendsoftware voor online retailers, nog maar weinig onder voor de traditionele feestdagen. Waar de kerstweek op +81 procent staat, piekt Black Friday met +53 procent en Cyber Monday met +74 procent ten opzichte van een normale week. Ook Sinterklaas helpt mee aan de stijgende lijn aan het eind van het jaar.

UPS experimenteert met autonoom rijden

Slim en schoon vervoer in Den Haag Drie Haagse bedrijven hebben de handen ineengeslagen om de stad weer een stukje schoner te maken. Hubbel Lastmile, Fortune Coffee en Volkswagen Wittebrug zijn gestart met een pilot om goederen in de stad slim en schoon te vervoeren. Bij Hubbel Lastmile is een verzamelplaats ingericht waar goederen 24/7 kunnen worden aangeleverd. Deze hub wordt voorzien van duurzame energie door onder anderen zonnepanelen op het dak. Fortune Coffee

wil zijn klanten graag op een duurzame manier van koffie voorzien en doet daarom mee aan de pilot. De levering aan klanten vindt plaats met een elektrische bestelbus van Volkswagen Wittebrug, een e-Crafter. De Haagse wethouder Liesbeth van Tongeren juicht het initiatief van genoemd drietal van harte toe en was aanwezig bij de eerste duurzame levering. Van Tongeren: ‘Schoon vervoer is de toekomst, daarom ben ik trots op deze Haagse ondernemers.’

5 miljard voor innovaties

16%

Nederlandse bedrijven committeren zich aan een groot aantal investeringen in research & development op voor Nederland belangrijke maatschappelijke uitdagingen en nieuwe technologie, zoals slimme klimaatoplossingen, nieuwe medicijnen en artificiële intelligentie.

van de verladers in Nederland gebruikt platformen zoals Uber Freight, Transporeon of andere digitale marktplaatsen voor de verzending van vracht, zo blijkt uit onderzoek van TLN, evofenedex en Beurtvaartadres.

Dat blijkt uit de nieuwe kennis- en innovatieconvenanten die onlangs door bedrijven, wetenschappelijke instellingen en het Rijk

CIJFER

zijn afgesloten. In totaal brengen alle partners in 2020 zo’n 5 miljard euro bij elkaar op 25 belangrijke terreinen en een aantal sleuteltechnologieën. Hans de Boer, voorzitter van VNO-NCW, noemt het veelbelovend dat er zoveel middelen vanuit bedrijven gecommitteerd worden om te werken aan belangrijke maatschappelijke onderwerpen. Dat hogescholen en de regio’s deelnemen in deze afspraken is ook winst voor

bijvoorbeeld de kennisverspreiding, aldus De Boer. Ook Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland, is enthousiast: ‘In de nieuwe aanpak zitten aantrekkelijke elementen voor het innovatieve midden- en kleinbedrijf. Zo wordt de mkb-regeling voor de topsectoren doorgezet, worden innovatiestages opgezet door hogescholen en hanteert NWO voor het midden- en kleinbedrijf aantrekkelijke co-financieringspercentages.’


9

B E RI C H T E N

Groot onderzoek naar deel­ logistiek Onder de projectnaam ‘Sharing logistics’ doet Hogeschool Rotterdam, samen met andere onderwijsinstellingen en praktijkpartners, tot april 2021 grootschalig onderzoek naar de deeleconomie als veelbelovende ontwikkeling in de logistieke sector. Binnen het project wordt toegepast onderzoek gedaan naar de mate waarin logistieke concepten die zijn gebaseerd op de deeleconomie kunnen bijdragen aan een aanzienlijke verlaging van de uitstoot van CO2 en stikstof en aan de verhoging van de efficiency binnen de sector. Deelnemende bedrijven krijgen van studenten een advies op maat over hoe zij hun rendement kunnen verhogen, hun kosten kunnen verlagen en hun uitstoot kunnen reduceren. Het onderzoek wordt mogelijk gemaakt door TKI Dinalog en omvat meerdere deelprojecten binnen vijf focusgebieden: stadsdistributie, bouwlogistiek, transport & warehousing, zorglogistiek en servicelogistiek. Smart ICT en human capital lopen als een rode draad door alle deelprojecten heen. De praktijkpartners zijn TLN, Bouwend Nederland, evofenedex, GroenCollect, KennisDC Logistiek, Nedcargo en OSI Global Supply Chains.

‘Energiepositief XXL-warehouse’ Nunner Logistics krijgt op Greenport Venlo het krachtigste zonnedak van Europa. Het XXL-warehouse waarin Nunner de logistiek verzorgt voor Lidl wordt volledig vol gelegd met zonnepanelen. Met een oppervlakte van 110.000 vierkante meter levert het dak straks een vermogen van maar

liefst 13,1 megawatt: het hoogste vermogen dat in Europa door één dak wordt geleverd, voldoende om 4.500 huishoudens van elektriciteit te voorzien. De investering en exploitatie komen voor rekening van Ecorus. Erwin Cootjans van Nunner Logistics en René Geujen van vastgoedont-

wikkelaar Next Level Development zijn trots op deze mijlpaal: ‘Dit wordt geen energieneutraal, maar een energiepositief XXL-warehouse.’ Ecorus start op korte termijn met de installatie van de zonnepanelen. Medio 2020 moet het krachtigste zonnedak van Europa een feit zijn.

Verkorten levertijd steeds grotere uitdaging Het verkorten van de levertijd wordt volgens de logistieke branche een steeds grotere uitdaging. Dit blijkt uit de jaarlijkse fleet management benchmark van Descartes, leverancier van Software-as-a-Service (SaaS) oplossingen voor de logistiek. Terwijl de top-3 uitdagingen hetzelfde is gebleven als die van vorig jaar, is de lengte van de levertijd (42%) in beweging gekomen en verovert deze in 2019 de vierde plek. Het

elimineren van papieren processen zakt een plek naar beneden. De verschuiving in de top-5 laat zien dat de logistieke sector steeds meer druk voelt om hun prestaties en productiviteit te verbeteren. De overige uitdagingen die bedrijven uit de logistieke branche ervaren, zijn het besparen van kosten (78%), gevolgd door het beheren van de prestaties van de chauffeurs en het verbeteren van de stiptheid van de leveringen. De logistieke sector is ook gevraagd om een aantal ontwikkelingen aan te wijzen die de komende 5 jaar naar verwachting de meeste impact gaan hebben op het wagenparkbeheer. Het tekort aan chauffeurs wordt hier verreweg het meest geantwoord (65%). Overige ontwikkelingen zijn steeds veeleisendere klanten en stijgende brandstofkosten (beide 33%). Mediagenieke ontwikkelingen zoals zelfrijdende voertuigen en logistiek op basis van crowd sourced logistics hebben volgens de respondenten op korte termijn weinig impact.


10

Nederland Logistiek

Frits van Bruggen (ANWB) en Elisabeth Post (TLN):

‘ Niet de modaliteit maar de mobiliteit centraal’


IN T E RV IE W

Het kabinet slaagt er onvoldoende in om de huidige mobiliteitsproblemen effectief te lijf te gaan. De Mobiliteitsalliantie, waarvan de ANWB en TLN medeinitiatiefnemer zijn, tracht deze impasse te doorbreken door handvatten aan te reiken voor een integraal mobiliteitssysteem, om Nederland ook in de toekomst mobiel te houden. DOOR Twan van der Heijden BEELD Erik Buis

e Mobiliteitsalliantie bestaat deze maand op de kop af 3 jaar. Is er inmiddels sprake van een gevestigde naam? Frits van Bruggen: ‘Ja en nee. Voor een steeds groter aantal partijen zijn wij een serieuze gesprekspartner. Tegelijkertijd komt het nog steeds voor dat we moeten uitleggen wie wij zijn en welk doel ons voor ogen staat. En nog altijd krijg ik stomverbaasde reacties als ik uitleg dat de Mobiliteitsalliantie bestaat uit vijfentwintig partijen uit de Nederlandse autowereld, de tweewielerbranche, het wegtransport en het openbaar vervoer en gezamenlijk optrekt in de belangenbehartiging van én de reizigers én het goederentransport. Het kolomdenken zit bij velen nog diep, terwijl wij als Mobiliteitsalliantie juist de kracht van een gezamenlijk aanpak willen benadrukken.’ Elisabeth Post: ‘Mensen moeten blijkbaar wennen aan de gedachte dat de partijen in de Mobiliteitsalliantie het gezamenlijke belang laten prevaleren. Nog altijd wekt het verwondering als TLN pleit voor investeringen anders dan in asfalt. Terwijl het evident is dat de oplossing niet alleen in meer asfalt ligt. Wat TLN voorstaat, is een ongestoorde logistiek. Per weg, maar als dat slimmer is, per spoor of over het water. Inmiddels zijn er TLN-leden betrokken bij projecten als CoolRail, een geconditioneerde goederentrein die driemaal per week tussen Valencia en Rotterdam rijdt. Heen met sinaasappelen, terug met diepvriespatat – heel efficiënt. En steeds meer TLN-leden vestigen zich in de nabijheid van spoor- en binnenvaarttermi-

nals, vanuit de gedachte dat ze hun goederen inderdaad niet altijd over de weg hoeven te vervoeren om tot de best mogelijke transportoplossing te komen.’ Het in juni door de Mobiliteitsalliantie gepresenteerde Deltaplan draagt het gezamenlijke belang breed uit. Hoe is hierop gereageerd? FvB: ‘Het Deltaplan symboliseert wat mij betreft de ontwikkeling die de Mobiliteitsalliantie heeft doorgemaakt. Begonnen als lobbyclub, richten we ons nu met name op de inhoud. We agenderen urgente thema’s die we vervolgens ook verder willen brengen om Nederland ook in de toekomst mobiel te houden. Hoe borgen we de bereikbaarheid? Hoe zorgen we ervoor dat de mobiliteitssector verduurzaamt? Hoe brengen we de verkeersveiligheid weer terug op het niveau van weleer? Hoe krijgen we het voor elkaar dat mobiel zijn voor iedereen betaalbaar en toegankelijk blijft? In het Deltaplan komen we met concrete voorstellen om de mobiliteit in Nederland anders in te richten, als antwoord op genoemde vragen die voor ons liggen.’ EP: ‘Op dit moment is het met de bereikbaarheid in Nederland redelijk gesteld. Maar het filespook groeit wel heel erg hard. We moeten daarom kijken naar oplossingen die verkeer van de weg halen; 6 procent minder verkeer in de spits is namelijk al voldoende om de doorstroom op de weg op dat moment significant te bevorderen. Het openbaar vervoer en de fiets zijn prima alternatieven en daarin moet je dus investeren, wil je de doorstroom op de weg borgen.’

11


12

Nederland Logistiek

FvB: ‘Op de korte termijn kun je in de basis weinig oplossen. Maar op de lange termijn juist des te meer. Dat is dan ook wat we beogen met het Deltaplan.’ De huidige stikstof- en PFAS-crisis helpt de Mobiliteitsalliantie niet, bijvoorbeeld als het gaat om de aanleg van wegen. Hoe kijken jullie hiernaar? FvB: ‘Wat mij heeft verbaasd en zelfs irriteert, is dat deze problemen nu pas op tafel liggen. Vorig jaar, bij de verschillende Klimaattafels, heb ik er niets over gehoord.’ EP: ‘Beide crises zorgen voor levensgrote problemen in de bouw en infra. Iets wat op termijn kan leiden tot een nieuwe recessie. Alle reden voor de overheid dus om met maatregelen te komen en deze problematiek weer vlot te trekken.’ FvB: ‘Daarom is het mobiliteitsfonds, als opvolger van het infrastructuurfonds, zo positief. In dat fonds staat niet de modaliteit maar de mobiliteit centraal. Precies zoals de Mobiliteitsalliantie dat ziet. Tot 2030 worden de financiële middelen nog verdeeld tussen de traditionele modaliteiten weg, spoor en water. Maar vanaf 2030 is er sprake van een nieuwe indeling die aansluit op ook onze wens om te komen tot slimme en duurzame mobiliteit.’ Naar verwachting gaan vervoerders vanaf 2023 betalen per kilometer. Een goede zaak? EP: ‘Betalen naar gebruik is een concept waar TLN voor wat betreft het beroepsgoederenvervoer volledig mee kan instemmen, mits de opbrengsten – na aftrek van de operationele kosten – inderdaad terugvloeien naar onze sector met het doel deze verder te verduurzamen en innoveren. Daarvoor moet, samen met de branche, een plan worden gemaakt, liefst zo snel mogelijk. En wat ik ook wil benadrukken: de kilometerheffing voor het vrachtverkeer doet niet zoveel voor de doorstroming van het verkeer. Willen we daarin verbetering brengen, dan moeten we kiezen voor betalen naar gebruik voor ál het verkeer, dus ook het personenvervoer.’ Een manier om de mobiliteitssector verder te verduurzamen, is elektrificatie van het wagenpark. Waar het personenvervoer inmiddels mondjesmaat is overgestapt naar elektrische aandrijving, is dit nog bijna niet het geval bij het goederenvervoer. Wat is hiervoor een mogelijke verklaring? EP: ‘In het goederenvervoer ontbreekt het nog aan disruptie. In het personenvervoer heeft Tesla hiervoor gezorgd. En mijn gevoel zegt dat een dergelijke disruptie ook in onze sector nodig is. Nicola heeft voor de vrachtwagen zowel een elektrische als een waterstofmotor in ontwikkeling die daar wellicht voor kan zorgen. Zij hebben namelijk de motor als uitgangspunt genomen en daar een truck omheen gebouwd. Tot nu toe gebeurt het vooral andersom, kiezen vrachtwagenfabrikanten ervoor om de fossiel aangedreven motor in een bestaande truck te vervangen door een elektrische motor. Nicola zou dus weleens de disruptieve zet in de rug kunnen geven die de sector nodig heeft om elektrische aandrijving als uitgangspunt te nemen.’

Frits van Bruggen: ‘Wat mij heeft verbaasd en zelfs irriteert, is dat de stikstof- en PFAS-problemen nu pas op tafel liggen.’

FvB: ‘Ik ben het helemaal eens met Elisabeth. Je hebt disruptie in de markt nodig om een cruciale volgende stap te kunnen zetten. Tegelijkertijd moet ook voldoende aandacht uitgaan naar de randvoorwaarden. Voor zero emissie vrachtvervoer moet ook wat dat aangaat nog heel wat gebeuren. Want het gaat niet alleen om de beschikbaarheid van elektrisch materieel, maar bijvoorbeeld ook om de daarbij horende laadinfrastructuur, die nu nog grotendeels ontbreekt.’ Welke rol speelt de technologie verder in het mobiliteitsvraagstuk? FvB: ‘Als je heel eerlijk bent, is het reisgedrag de afgelopen decennia niet significant veranderd. Terwijl mijn voorspelling is dat het reisgedrag de komende decennia juist enorm gaat veranderen. Puur door de technologie die al beschikbaar is of snel beschikbaar komt.’


IN T E RV IE W

EP: ‘Technologie stelt de mens in staat bewuster om te gaan met mobiliteit. Wat is op dit moment de beste keuze voor mij, of voor mijn bedrijf? Technologie biedt dat inzicht en zorgt daarmee voor optimale keuzes, veel meer dan voorheen het geval was.’ En de politiek? Wat kan die betekenen in het mobiel houden van Nederland? EP: ‘Wat we nu zien, is dat de politiek jarenlang te weinig heeft geïnvesteerd in het onderhoud van de infrastructuur. Terwijl duidelijk is dat onderhoud goedkoper is dan vervanging van infrastructuur. Ik pleit er dan ook voor om het onderhoud van de infrastructuur veel planmatiger aan te sturen dan nu het geval is. Anders loop je tegen hoge kosten aan, iets wat je nu ziet gebeuren. Of moet je opeens

Elisabeth Post: ‘Mensen moeten blijkbaar wennen aan de gedachte dat de partijen in de Mobiliteitsalliantie het gezamenlijke belang laten prevaleren.’

13

een brug afsluiten, met alle ongewenste gevolgen voor het wegvervoer van dien. Draag zorg voor het beheer, anders is het al heel snel penny wise, pound foolish.’ FvB: ‘De afgelopen 10 jaar is er voor miljarden te weinig geïnvesteerd in nieuwe infrastructuur, mede door hard ingrijpen van toentertijd minister Dijsselbloem. Dan red je het niet, zoveel is inmiddels wel duidelijk. De huidige minister staat dan ook voor een levensgroot probleem. En dat er een noodwet nodig lijkt om dat probleem op te lossen, mag je minimaal vreemd noemen.’ EP: ‘In het Deltaplan benoemen we dit ook. Met investeringen verdien je geld, dat moet de gedachtegang zijn.’ FvdB: ‘De extra investeringen die nodig zijn om Nederland in de toekomst mobiel te houden, worden geschat op 3 miljard euro extra per jaar tot 2040. Tegenover deze investeringen staan maatschappelijke baten van 18 miljard euro per jaar. Daarmee vallen de opbrengsten zes keer zo hoog uit als de jaarlijks gevraagde extra investeringen.’ De Mobiliteitsalliantie hamert tevens op het economische belang van een mobiel Nederland. Hoe moet ik dat zien? FvdB: ‘Het is evident dat als we vastlopen we ook economisch in de problemen geraken. Onze logistieke kracht is van oudsher een van de pijlers waarop de Nederlandse welvaart rust. We zijn een handels­land en beschikken over een sterke internationale concurrentiepositie. Dat wil je borgen, en waar mogelijk uitbouwen. Het baart mij dan zorgen als ik tegelijkertijd zie dat China steeds meer Europese havens beheert. We moeten oppassen dat dergelijke landen niet te bepalend worden in de Europese handelsstromen. En dat lukt door vol in te zetten op de logistiek, waarvoor de mobiliteit een belangrijke factor is.’ EP: ‘Hierin hebben we overigens ook zelf een verantwoordelijkheid. Nog te vaak rijden we vol heen, maar niet vol terug. Dat moeten we zoveel mogelijk voorkomen, bijvoorbeeld door op platforms data te delen. Met elkaar, maar ook met verladers. Zodat we ketens efficiënter maken en de beschikbare infrastructuur optimaal blijven gebruiken.’ FvdB: ‘In dat kader spreken we in het Deltaplan ook over Mobility as a Service, vooral met het oog op het personenvervoer. Helder is dat een uitwisseling van data een belangrijke bijdrage levert aan het mobiel houden van Nederland. Dat idee staat, maar het kost tijd om de hiervoor benodigde koppelingen te realiseren. Want uiteindelijk is dat de kunst, om tot dergelijke intelligente oplossingen te komen. En het mag duidelijk zijn dat wij van dat traject graag de trekker zijn.’

Deelnemende partners Mobiliteitsallliantie De volgende vijfentwintig organisaties maken deel uit van de Mobiliteitsalliantie en roepen op tot een integraal mobiliteits­beleid: ANWB, Arriva, Bouwend Nederland, BOVAG, Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart, EBS, FEHAC, Fietsersbond, GVB, HTM, Keolis Nederland, KNAC, Koninklijk Nederlands Vervoer, Landelijk Veren Platform, MKB-Infra, Nederlandse Spoorwegen, Qbuzz, RAI Vereniging, RET, Rover, Transport en Logistiek Nederland, Transdev, Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen en Vereniging Zakelijke Rijders.


14

Nederland Logistiek

Met elkaar slagkracht creëren Om flexibeler te kunnen functioneren, werkt de Nederlandse krijgsmacht steeds vaker samen met het bedrijfsleven. Voor logistiek dienstverleners biedt dit volop kansen. ‘We moeten kijken naar waar we elkaar sterker kunnen maken.’ ruisbestuiving tussen de krijgsmacht en het logistieke bedrijfsleven is niet nieuw. Een van de meest in het oog springende voorbeelden daarvan is de sinds 2017 bestaande samenwerking tussen de Koninklijke Luchtmacht en One Logistics. Met vereende krachten nemen zij, in Woensdrecht, de regionale warehousefunctie voor het Amerikaanse ministerie van Defensie voor hun rekening, met als voornaamste doel het onderhoud van de F-35, ook bekend als de Joint Strike Fighter. Binnen deze grootschalige samenwerking maken beide partijen gebruik van elkaars infrastructuur, ICT en personeel, naast elkaars kennis en ervaring. Dergelijke vormen van samenwerking willen de krijgsmacht en de logistiek in de toekomst veel vaker opzetten. Niet per se met dezelfde schaalgrootte, maar wel met hetzelfde doel: profiteren van elkaars kracht om daar gezamenlijk beter van te worden. Gezamenlijk beter worden Een in Ede georganiseerde bijeenkomst bracht de krijgsmacht en het (logistieke) bedrijfsleven onlangs bij elkaar, om beide zijden aan te zetten tot meerdere vormen van

Mediacentrum Defensie, Gerben van Es

samenwerking. Luitenant-kolonel Alain Schoonderbeek, hoofd Concept Development & Experimentation bij de Koninklijke Landmacht, trapte de bijeenkomst af: ‘Niet voor niets is voor deze locatie, Fieldlab Smartbase Ede, gekozen. Het is namelijk de meest innovatieve plek van Nederland; een proeftuin voor de ontwikkeling van een legerbasis van de toekomst. Een ideale plek dus om tot nieuwe strategische samenwerking tussen de krijgsmacht en het bedrijfsleven te komen.’ Luitenant-generaal Onno Eichelsheim, plaatsvervangend commandant der strijdkrachten, en Elisabeth Post, voorzitter van Transport en Logistiek Nederland, onderstreepten vervolgens in een tweegesprek de woorden van Schoonderbeek. ‘Er bestaat veel overlap tussen de krijgsmacht en het bedrijfsleven’, aldus Post. ‘We trachten beide waar mogelijk nieuwe technologieën toe te passen. Beide staan we sterk onder invloed van geopolitieke ontwikkelingen. En beide zijn we naarstig op zoek naar voldoende gekwalificeerd personeel. Door samen te werken, maken we elkaar juist op deze terreinen sterker.’ Elkaar ondersteunen Volgens Eichelsheim delen de krijgsmacht en het bedrijfsleven inderdaad een gezamenlijk belang: ‘Op piekmomenten kunnen we elkaar met mensen en middelen ondersteunen. Want het gaat niet langer om eigenaarschap, maar om permanente beschikbaarheid, zowel bij ons als in het bedrijfsleven.’ Hij noemde ook


15

Beeld Mediacentrum Defensie, Jarno Kraayvanger

RE P O RTAG E

nog een ander aspect dat beide bindt: ‘De krijgsmacht staat voor veiligheid. En die veiligheid is essentieel voor een gezonde economie. Een adaptieve krijgsmacht draagt in die zin dus bij aan de bestendiging van Nederland als internationaal toonaangevend handelsland – iets waar het bedrijfsleven direct van profiteert.’ Total force Wat een adaptieve krijgsmacht concreet betekent, maakten Gertie Arts en Pepijn Verstand duidelijk. Ze houden zich binnen Defensie bezig met de beoogde transitie en hebben het over een ‘total force’ die op basis van samenwerking met het bedrijfsleven tot stand moet komen. Wederkerigheid en gelijkwaardigheid staan daarbij centraal, menen ze. ‘Wij voorzien een breed ecosysteem, waarbinnen op basis van een-op-een relaties uitwisseling van kennis en capaciteit plaatsvindt. En ja, dat is in de praktijk makkelijker gezegd dan gedaan. Simpelweg omdat er altijd redenen lijken te bestaan die zo’n uitwisseling lastig uitvoerbaar maken. Intellectueel eigendom, beveiliging, privacy, data – het zijn allemaal mogelijke ‘deal brakers’ die een vorm van samenwerking in de weg kunnen staan. Bijeenkomsten zoals hier in Ede moeten eraan bijdragen dat dergelijke ‘deal brakers’ als sneeuw voor de zon verdwijnen.’ Arts en Verstand benadrukken dat het gewenste brede ecosysteem niet alleen plaats biedt aan grote spelers uit het bedrijfsleven. Ook het midden- en kleinbedrijf is hard nodig, desnoods ver-

bonden aan een grotere speler. ‘Wat we vooral willen, is dat de samenwerking met het bedrijfsleven meer oplevert dan de som der delen.’ Waardevolle verbinding Dat er bij de krijgsmacht sprake is van urgentie, blijkt wel uit de woorden van Arts en Verstand: ‘De snelste ontwikkeling, bijvoorbeeld op het vlak van ICT, vindt inmiddels buiten Defensie om plaats. Dat betekent dat we de verbinding met de buitenwereld moeten zoeken om voldoende innovatief te blijven. We moeten kijken naar waar we elkaar sterker kunnen maken.’ Volgens Verstand zit de kneep ‘m niet zozeer in de innovatie zelf, maar meer in de mensen die innovatie tot stand moeten brengen. ‘Het gewoon doen, dáár gaat het om. Want dat het kan, bewijzen eerdere samenwerkingen tussen de krijgsmacht en het bedrijfsleven.’ Hij wijst daarbij naar behaalde successen binnen het maritieme ecosysteem, maar ook naar het logistieke ecosysteem dat langzaamaan vorm krijgt. Zo hebben de krijgsmacht en logistiek dienstverlener DSV al gebruik gemaakt van elkaars mensen (chauffeurs en logistiek personeel), middelen (voertuigen, trailers en warehouse) en werkwijzen (planning, competenties, technologie). Tot beider tevredenheid. ‘Je wilt met elkaar slagkracht creëren’, zo concludeert Arts. ‘En ja, dat is soms best een beetje spannend. Maar als het lukt, beschik je over een waardevolle verbinding. Precies zoals we het graag zien.’

Contact Meer weten over de bijeenkomst in Ede of de samenwerking tussen de krijgsmacht en de logistiek? Neem dan contact op met Peter Jonkers van Transport en Logistiek Nederland, via pjonkers@tln.nl.


16

Nederland Logistiek

Half miljoen pakketten per dag DHL beschikt sinds enige tijd over een zogenoemde ‘parcel hub’ in Zaltbommel. Met de bouw van dit sorteercentrum is een investering van 84 miljoen euro gemoeid; de grootste investering van DHL in Nederland tot op heden.

e ‘parcel hub’ in Zaltbommel maakt onderdeel uit van het investeringsprogramma dat DHL al langer aan het uitrollen is in Nederland, en uitbreiding en vernieuwing van het internationale expresnetwerk van DHL in Nederland voorstaat. Zo werden eerder al de DHL-vestigingen op Schiphol en in Eindhoven en Apeldoorn grondig vernieuwd en uitgebreid en zijn er volledig nieuwe vestigingen gebouwd in onder meer Utrecht, Breda, Den Hoorn, Hoofddorp en Maastricht. In het wereldwijde expresnetwerk van DHL lopen de huidige investeringen inmiddels in de honderden miljoenen.

Duurzaam gebouw De ‘parcel hub’ van DHL in Zaltbommel biedt 350 extra medewerkers werk, bestrijkt 30.000 vierkante meter, telt 178 laad- en losdeuren en belevert 240 bestemmingen. De toegepaste sorteerinstallatie van Vanderlande beschikt over een ruim 2 kilometer lange transportband en loopt over twee verdiepingen. Tientallen kilometers bedrading zorgen voor het transport van alle data die het sorteerproces in Zaltbommel begeleiden. Verder maakt de combinatie van 11.000 zonnepanelen, geothermie, gebruik van regenwater en een ecologische tuin van 4.000 vierkante meter dat het sorteer-

centrum voldoet aan de BREEAM Excellent-norm voor duurzame gebouwen. Zo genereren de zonnepanelen op het dak op jaarbasis circa 2,5 miljoen kWh stroom. Latere aanlevertijden De ‘parcel hub’ functioneert naast de twee al bestaande centrale distributiecentra van DHL in Nederland, in Amsterdam en Utrecht. De locatie in Zaltbommel is volgens DHL nodig om de groei in het e-commercesegment en de zakelijke markt de komende jaren te kunnen opvangen. Tevens maakt deze drieledige opzet latere aanlevertijden voor verzenders en webshops mogelijk. Klanten van


IN B E E LD

DHL – waaronder Nespresso, Lidl, Wehkamp, Amazon en Bol.com – kunnen hun producten tot 10.00 uur in de ochtend aanleveren voor bezorging, zodat de klanten van deze klanten nog op dezelfde dag, waar ook in Nederland, hun bestellingen ontvangen. Nieuwe technologie ‘Onze verwachting is dat de groei in de pakketmarkt nog wel even aanhoudt’, zo stelt Wouter van Benten, CEO van DHL Parcel in de Benelux, desgevraagd bij de opening van het nieuwe sorteercentrum in Zaltbommel. ‘Daar anticiperen we op met de realisatie van deze ‘parcel hub’, naast de al gedane investe-

ringen op andere locaties in Nederland. Maar bijvoorbeeld ook met een focus op nieuwe technologie, waarbij we onder meer kijken naar de mogelijkheden van robotisering, zoals nu al op onze locatie in Beringe gebeurt.’ Vierde locatie Op termijn ligt een vierde sorteerlocatie à la Zaltbommel in de lijn der verwachting, laat Van Benten weten. Wanneer en waar in Nederland, laat hij bewust nog in het midden: ‘We kijken uiteraard naar ons geografische zwaartepunt; zo’n sorteercentrum moet centraal gesitueerd liggen ten opzichte van onze depots. Maar ook de

17

beschikbaarheid van het gewenste kavel speelt een belangrijke rol in de uiteindelijke locatiekeuze; in Nederland zijn nog maar weinig grote plots beschikbaar. En niet in de laatste plaats kijken we naar het potentieel van de omliggende arbeidsmarkt, die op dit moment uitzonderlijk krap is.’ Al met al denkt Van Benten met het sorteercentrum in Zalt­bommel klaar te zijn voor de verwachte groei, maar ook voor de traditionele piek­periodes rondom Black Friday, Cyber Monday, Sinterklaas en Kerst. ‘En dat was ook precies de intentie toen we besloten het sorteercentrum in Zaltbommel te realiseren, zo’n 2 à 3 jaar geleden.’


18

Nederland Logistiek

‘Met alleen een open platform ben je er niet’ Ondernemers kunnen alleen voortbestaan als ze op ieder moment van de dag beschikken over een goed zicht op alle informatie over de bedrijfsvoering, vindt René de Jong van Webfleet Solutions. TLN-voorzitter Elisabeth Post benadrukte onlangs dat in de logistieke sector alles draait om data, dat daar de winst vandaan moet komen en dat logistieke ondernemers om die reden er wijs aan doen te investeren in ICT. Een terechte constatering? ‘Zeker. Onze wereld is meer en meer ‘connected’. Die verbondenheid stelt ondernemers in staat te optimaliseren, de kosten te drukken en de klanttevredenheid te laten

toenemen. Simpelweg, omdat er door deze verbondenheid meer inzicht ontstaat in de bedrijfsprocessen, op basis waarvan tijdig en tot op detailniveau is bij te sturen. En dat laatste vormt toch de basis voor een gezonde bedrijfsvoering.’ Recent onderzoek van TLN laat zien dat de logistieke sector soms vooruitstrevend, maar vaker conservatief van aard is als het

gaat om investeringen in ICT. Hoe valt dit te rijmen met de conclusie dat de toepassing van data prioriteit verdient in iedere bedrijfsvoering? ‘Dat valt niet te rijmen, maar is deels wel verklaarbaar. Vervoerders zijn van oudsher gericht op de transportkant van de bedrijfsvoering. ICT kwam er later bij en is daarmee voor de meeste vervoerders meer een ‘ver-van-mijn-bed’ verhaal; vaak is het al uitdagend genoeg om de bestaande ICT te onderhouden. Daarbij vraagt een goede ICT-infrastructuur om een bijpassende visie, waarvoor de benodigde kennis bij de ondernemer niet zelden ontbreekt. Wat je dan ziet gebeuren, is dat ondernemers het ICT-vraagstuk vanuit de ‘one-size-fits-all’ gedachte in


19

IN T E RV IE W

handen van één of hooguit enkele ICT-partijen leggen. Dat scheelt de ondernemer weliswaar tijd en voelt wellicht prettig vertrouwd, maar gaat op termijn niet werken. Want er is geen ICT-leverancier die over de volle breedte de sterkste is. Ik ben daarom meer een voorstander van gespecialiseerde software tooling. Wat wil zeggen dat je de, voor jouw bedrijf, best beschikbare ICT-oplossingen in de markt aan elkaar koppelt. En dan heb je het eerder over tien of meer ICT-leveranciers dan over één of twee.’ Koppeling van software heeft de naam lastig te zijn. Immers, lang niet altijd is sprake van ‘plug & play’. Eerder zijn tal van interfaces nodig om de ene ICT-toepassing goed te laten communiceren met de andere ICT-toepassing. Is dit beeld accuraat, of inmiddels achterhaald? ‘Koppelingen zijn – gelukkig – steeds eenvoudiger te maken. Wat daarbij enorm helpt, is de opkomst van open platformen, waar tal van softwareleveranciers zich verzamelen. Ondernemers kunnen hierop aanhaken en dat maakt het voor hen relatief eenvoudig om tot een volwaardige ICT-structuur te komen, flexibel te blijven en technologische ontwikkelingen te volgen – zonder zich te hoeven beperken tot één of twee ICT-leveranciers.’ Vooruitkijken is lastig, zeker in de ICT-wereld. Maar toch: wat mogen we de komende jaren nog verwachten, bijvoorbeeld als het gaat om open platformen? ‘Al langer is er sprake van een exponentiële groei in de ICT-markt. Een groei die eigenlijk niet is bij te benen, want de mens is in de basis een lineaire denker. Toch wil je als ondernemer, en natuurlijk ook als leverancier, anticiperen op datgene wat komen gaat. Dat betekent dat je flexibel moet zijn, snel moet kunnen schakelen. Je wilt niet achter de feiten aanlopen en, nog belangrijker, niet te laat een cruciale omslag maken. Een open platform biedt dan zoals gezegd uitkomst, maar met alleen een open platform ben je er niet. Want wat uiteindelijk van essentieel belang is, is dat je de data die zo’n

platform op basis van verbondenheid genereert, omzet in relevante informatie voor jouw bedrijf.’ Waar moet ik dan zoal aan denken? ‘Het gaat dan om de vertaling van data naar de eigen bedrijfssituatie. En wat daar belangrijk voor is, is dat de bedrijfsdoelstelling helder is. Waar wil je naartoe? En welke informatievraagstukken dienen daarvoor beantwoord te worden? Data willen verzamelen, enkel en alleen omdat het kan, is niet de weg. Het gaat erom dat je jouw informatiehuishouding dusdanig organiseert, dat je tijdig bij kunt sturen en optimaal kunt blijven voldoen aan de marktvraag, of meer specifiek: de vraag van jouw klanten. Want dan ben je als bedrijf toekomstbestendig en alleen dan blijf je in staat waarde te creëren naar jouw klanten toe. Niet alleen dit jaar, maar ook volgend jaar en de jaren daarna.’

Over Webfleet Solutions Webfleet Solutions, tot 1 oktober 2019 bekend als TomTom Telematics, is een leverancier voor telematicaoplossingen met een focus op fleet management, voertuigtelematica en connected car diensten. De belangrijkste Software as a Service (SaaS) oplossing van het bedrijf, WEBFLEET, wordt gebruikt door bedrijven om voertuigprestaties te verhogen, brandstof te besparen, chauffeurs te ondersteunen en de wagenparkefficiëntie te verhogen. Daarbij levert Webfleet Solutions diensten voor verzekering, verhuur- en leasemaatschappijen, auto-importeurs en alle mogelijke bedrijven met voertuigen die zowel organisaties als consumenten bedienen. Webfleet Solutions telt meer dan 50.000 klanten wereldwijd en bedient bestuurders in meer dan honderd landen.


20

Nederland Logistiek

Achter de schermen bij Eurotunnel Een kleine 5.000 vrachtwagens maakt dagelijks gebruik van de Kanaaltunnel. Dat verloopt nu soepel en dat moet ook in de toekomst soepel blijven verlopen – Brexit of niet. De mensen van Eurotunnel doen er dan ook alles aan om een soepele doorstroom te (blijven) garanderen.

at de doortocht van Frankrijk naar het Verenigd Koninkrijk méér is dan enkel een 50 kilometer lange tunnelpassage, wordt al ruim voor het bereiken van de Kanaaltunnel duidelijk. Uit veiligheidsoverweging afgesloten parkeerplaatsen aan de Franse A16 en A26 en – sporadisch zichtbaar vanaf de snelweg – rondlopende immigranten maken dat de sfeer langzaamaan steeds minder ontspannen is. En eenmaal bij het terrein van Eurotunnel aangekomen, maken imposante hekwerken en honderden beveiligingscamera’s duidelijk dat het hier inderdaad niet zomaar een grensovergang betreft.

Bijkomende uitdagingen De hekwerken – 40 kilometer lang en 3 meter hoog, onder de grond verlengd met beton zodat er niet onderdoor is te graven en aan de bovenkant voorzien van een ruime hoeveelheid prikkeldraad om het klimmen over het hek écht onmogelijk te maken – omheinen het terrein van Eurotunnel dat hier in Coquelles zo’n 650 hectare groot is. Op deze locatie leidt Eurotunnel dagelijks zo’n 4.600 vrachtwagens, 140 bussen en 7.300 auto’s van en naar de voor de onderzeese passage bestemde treinen. Dat vraagt logischerwijs om een operatie die tegen een stootje kan. Zeker ook gezien de bijkomende

uitdagingen: eerst de talloze immigranten die illegaal naar het Verenigd Koninkrijk wilden reizen, bijvoorbeeld aan boord van een vrachtwagen, en vervolgens de Brexit. Een uitgebreide blik achter de schermen leert dat Eurotunnel zeer slagvaardig omgaat met deze toch complexe situatie. Korte lijnen ‘De afgelopen jaren hebben we belangrijke stappen gezet’, stelt Jo Willacy, commercial director bij Eurotunnel. ‘De migrantenstroom hebben we succesvol van ons terrein weten te weren, en ook voor de Brexit denken we inmiddels klaar te zijn.’ Eigenlijk


RE P O RTAG E

21

borgen, nu en uiteraard ook na de Brexit. Is een chauffeur van een klant van ons onvoldoende voorbereid, dan ligt congestie op onze terminal echter alsnog op de loer.’

waren ze bij Eurotunnel in maart van dit jaar al voldoende voorbereid op de Brexit, stelt Willacy, maar de extra tijd die werd gecreëerd met het uitstel van de Brexit, is volgens haar goed benut om nóg beter de punten op de ‘i’ te zetten. Wat volgens Willacy heeft geholpen bij de voorbereidingen op de Brexit is de initiële keuze om het spoor en de twee terminals, aan beide zijden van het Kanaal, onder te brengen bij dezelfde eigenaar: GetLink, het Frans-Britse bedrijf dat de Kanaaltunnel in concessie exploiteert gedurende de eerste 99 jaar na de opening. ‘In tegenstelling tot bijvoorbeeld de haventerminals, hebben wij door deze keuze veel

in eigen hand. Dat zorgt voor korte lijnen, waardoor we hier zaken snel en effectief kunnen regelen.’ Focus op doorstroom Niettemin benadrukt Willacy dat Eurotunnel voor het succes op zijn terminals – hier in Coquelles, maar ook in Folkestone, aan Britse zijde – voor een belangrijk deel afhankelijk is van zijn klanten. Waaronder ook flink wat vervoerders, die goed zijn voor 40 procent van de passages in de Kanaaltunnel. Want is iedere klant wel voldoende voorbereid op de Brexit? ‘Wij focussen ons volledig op de doorstroom. Die willen we met prioriteit

Groene en oranje lijnen Normaal gesproken leidt Eurotunnel chauffeurs met hun voertuig zo snel als mogelijk naar de door hen gereserveerde trein. Willacy: ‘Nadat ze onze poort hebben gepasseerd, bevinden chauffeurs zich, formeel gezien, op Britse grond en kunnen ze wat ons betreft direct de trein op.’ Een onvoldoende voorbereide chauffeur zet Eurotunnel zo snel als mogelijk en haast letterlijk op een zijspoor. Willacy: ‘Om de doorstroom op onze terminal niet onnodig te hinderen, halen we alle ‘ruis’ uit het logistieke proces. Wat onder meer betekent dat we chauffeurs zonder of met onvolledige documentatie direct doorverwijzen naar bijvoorbeeld het op ons terrein gelegen douanekantoor, om daar het hoogstnoodzakelijke – zelf, want wij doen dit niet voor de chauffeur – alsnog te regelen. En datzelfde doen we bij ontbrekende veterinaire en/of fytosanitaire controles. Die chauffeurs sturen we door naar de zogenoemde ‘service d’inspection vétérinaire et phytosanitaire aux frontières’ (SIVEP) locatie op ons terrein, waar deze controles alsnog kunnen worden uitgevoerd.’ Om de logistieke stromen op de terminal te verduidelijken, heeft Eurotunnel groene en oranje lijnen op het wegdek aangebracht. ‘De groene lijn leidt je direct naar de trein en de oranje lijn naar een van onze bufferzones, om aldaar de benodigde actie te ondernemen en zo snel mogelijk alsnog de trein op te gaan.’ Controle Willacy benadrukt dat Eurotunnel ook na de Brexit blijft vasthouden aan de al gebruikelijke steekproefsgewijze goederencontroles


22

– bij zo’n 3 à 4 procent van alle vrachtwagens die passeren – en de standaard veiligheidscontroles. Tevens registreert Eurotunnel welke trekkers en opleggers op de terminal arriveren. Camera’s bij de ingang scannen hiervoor de nummerplaten van trekker en oplegger. Daarnaast controleert Eurotunnel bij elke chauffeur de vooraf aangegeven documenten. Willacy: ‘We scannen aan de poort het ‘movement reference number’ (MRN). Samen met de registratie van de betreffende trekker en oplegger zetten we deze informatie direct door naar de autoriteiten, waaronder de Franse en Britse douane. Dit is eenrichtingsverkeer, zonder verdere conclusies van onze kant. Ook verwachten we geen terugkoppeling. Wij zijn slechts geïnteresseerd in welke combinaties zich op ons terrein bevinden en welke goederen de tunnel ingaan.’ Om te voorkomen dat de mensen van Eurotunnel bij een

Nederland Logistiek

gebundelde lading tientallen MRN-barcodes moeten scannen, bestaat voor vervoerders de mogelijkheid om de betreffende deelladingen onder één zogenoemde ‘enveloppe code’ te registeren, waardoor één enkele scan aan de poort volstaat. Pragmatische keuzes Andersom, vanuit het Verenigd Koninkrijk, werkt Eurotunnel min of meer met dezelfde procedure. Echter, omdat de fysieke ruimte aan de overkant van het Kanaal veelal ontbreekt, kunnen de mensen van Eurotunnel ervoor kiezen om vrachtwagens ook onvoldoende voorbereid toegang tot de terminal en trein te verlenen. Met de consequentie dat de desbetreffende vrachtwagenchauffeur aan Franse zijde alsnog de eerdergenoemde verplichtingen moet doorlopen. Willacy: ‘Ook aan Britse zijde willen we, ondanks de spaarzame ruimte, de door-

Verenigd Koninkrijk

Folkestone

Dover

Kanaaltunnel

Calais Coquelles

Frankrijk

stroom zoveel mogelijk borgen. Daardoor zullen we met enige regelmaat pragmatische keuzes moeten maken en vrachtwagens soms pas registreren nadat ze in Frankrijk zijn aangekomen.’ Business-as-usual Al met al lijkt Eurotunnel de zaken met het oog op de Brexit goed op orde te hebben, zeker gezien de complexiteit van het dossier. ‘Wij brengen heel bewust een scheiding aan tussen onze verantwoordelijkheden en die van bijvoorbeeld de Franse en Britse douane, want dat maakt het proces voor ons overzichtelijker. Wat overigens niet betekent dat hier alles vanaf dag één direct goed zal verlopen. Ondanks alle voorbereidingen, van onze kant en van onze klanten, gaan we na de Brexit alles voor de eerste keer meemaken. Eurotunnel heeft het Verenigd Koninkrijk nooit als derdeland meegemaakt, en dus zullen we nog ervaring moeten opdoen om de doorstroom op het door ons gewenste niveau te krijgen. Maar tegelijkertijd zijn we ervan overtuigd dat we er alles aan hebben gedaan om die verwachte vertragingen tot een minimum te beperken. En daarbij: het betreft een repeterend proces, met naar verwachting een exponentiële leercurve. Ik voorzie dan ook dat we na enkele weken niet beter zullen weten en er weer sprake zal zijn van business-as-usual.’


RE P O RTAG E

23

‘ Opschaling is nu nodig’ Datadeling in de logistiek komt langzaamaan tot wasdom. Het is nu vooral een kwestie van werkbare oplossingen én voldoende schaalgrootte. atadeling in de logistiek is natuurlijk niet nieuw. Wel is de aandacht voor het onderwerp groter dan ooit tevoren. Datadeling verruimt immers het inzicht, een cruciale voorwaarde voor bijvoorbeeld een optimale transportplanning. Er gebeurt al veel om datadeling in de logistiek te stimuleren. Toch is er nog ruimte voor verbetering, vindt Femke Mureau, communicatieadviseur data bij IenW. ‘Opschaling is nu nodig. Immers, door meer data te delen, slagen we erin de logistiek nóg efficiënter, veiliger en duurzamer te maken.’ Mureau kijkt daarbij vooral naar gemeenten. Zij beschikken namelijk over specifieke mobiliteitsdata – bijvoorbeeld met betrekking tot venstertijden en milieuzones – die nu nog niet of slecht ontsloten is. Het lopende project Data voor Logistiek moet daarin verandering brengen, vertelt Mureau. ‘Matrixian, een specialist in mobiliteitsdatamanagement, is bezig bij gemeenten om alle relevante data te verzamelen en deze te ontsluiten via een digitale kaart.’ Verzamelen data lastig Luke Liplijn van Matrixian stelt desgevraagd verrast te zijn door wat hij bij gemeenten aantreft. ‘Waar we snel achter kwamen, is dat dé wegbeheerder niet bestaat. Mobiliteitsdata is vaak gefragmenteerd, of zelfs gebrekkig, binnen de gemeente voorhanden. En dat maakt het verzamelen ervan soms erg lastig.’ Niettemin slaagde hij er met z’n team in om een grote hoeveelheid mobiliteitsdata – onder meer over voorkeursroutes, laad- en losplekken, parkeerplaatsen voor vrachtwagens en routeringen voor gevaarlijke stoffen – te verzamelen en in kaart te

brengen. Liplijn: ‘Dit is waar we nu staan. De grootste uitdaging voor logistiek dienstverleners is nu om deze data toe te passen in de eigen bedrijfsvoering, om zo meer efficiëntie te realiseren.’ Om ze hiermee op weg te helpen, heeft IenW drie ICT-experts aangetrokken. Zij gaan, desnoods letterlijk, naast de logistiek dienstverlener zitten om de door Matrixian verzamelde data om te zetten in waardevolle informatie voor de eigen transportplanning. Basis is gelegd Waar de Matrixian Group verantwoordelijk is voor de technische kwaliteit van de logistieke data, heeft het onvoldoende kennis en capaciteit in huis om alle data inhoudelijk te testen. Daarvoor is de feedback van

eindgebruikers nodig. Een testpanel gaat hierin voorzien, vertelt Mureau. ‘Van de deelnemers aan dit testpanel wordt verwacht dat zij actief aan de slag gaan met de beschikbare logistieke data. Ze bestuderen die data waarover ze kennis hebben en betrekken hier planners en/of chauffeurs bij. Tevens bestuderen ze op welke manier logistieke data is toe te passen binnen het bedrijf, op de korte en lange termijn.’ Feedback zal met name via het Matrixian-platform plaatsvinden en via vervolgsessies van het testpanel. Mede op basis van het advies van het testpanel wordt bepaald met welke snelheid de uitrol van logistieke data naar de sector zal plaatsvinden. Liplijn, tot slot: ‘De basis is gelegd, nu is het vooral een kwestie van uitbouwen en gaan gebruiken.’


24

Nederland Logistiek

Stadslogistiek van de De bevoorrading van binnensteden moet duurzamer. Daarover is iedereen het eens. Maar de weg naar emissieloze stadslogistiek ligt nog altijd bezaaid met hobbels. Vijf experts trachten niettemin richting te geven. ‘Het is absoluut tijd voor de volgende stap.’

Kees van der Burg

Directeur-generaal Mobiliteit bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

‘Stadslogistiek en de wijze waarop dit duurzaam te organiseren. Rondom dit vraagstuk bruist het van de energie. En gelukkig maar, want het betreft een belangrijk thema. Mobiliteit is van iedereen en mobiliteit raakt iedereen. Daarom is het belangrijk om dit goed te regelen.’ ‘Zero emissie vervoer in 2050 is het doel. Een noodzakelijk doel, waarvoor een mix van maatregelen nodig is. Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek, waarbij het streven is om in 2025 zoveel mogelijk emissievrije stadslogistiek te realiseren, is daarvan een mooi voorbeeld. Dit initiatief heeft inmiddels tot veel inspiratie en mooie praktijkcases geleid.’

‘We zijn goed op weg, maar het kan sneller. Het Klimaatakkoord helpt ons daarbij, maar er is nog altijd sprake van een grote opgave. Een tijdige voorbereiding blijft dus van belang. Als het gaat om de bepaling van zero emissie zones in binnensteden, maar bijvoorbeeld ook voor wat betreft de beschikbaarheid van voldoende laadinfra.’ ‘De afslag naar een toekomst met enkel duurzame stadslogistiek is definitief genomen. Mijn advies aan gemeenten is vooral mee te doen. En ondernemers adviseer ik anderen een stap voor te zijn. Wacht niet af, maar maak van de gelegenheid gebruik om op duurzame wijze een voorsprong te nemen op de rest.’


25

A N A LYS E

toekomst Jan Robbert Albrechts Arjan de Jong

Manager vervoer bij logistiek dienstverlener CB

‘CB distribueert jaarlijks een half miljoen zendingen naar zo’n 22.000 adressen in Nederland, voor een belangrijk deel gelegen in binnenstedelijk gebied. Dat doen we met 115 distributieauto’s op evenveel routes. Door ons vervoersmodel kritisch tegen het licht te houden en de nodige aanpassingen hierin aan te brengen, zijn we erin geslaagd 10 procent kostenbesparing, 10 tot 30 procent kilometerbesparing en 10 tot 30 procent tijdbesparing te realiseren.’ ‘Gezien vanuit het oogpunt van rendement, is het voor ons interessant om te verduurzamen. Immers, verduurzaming gaat hand-in-hand met een efficiëntere logistiek en daarmee een hoger rendement.’ ‘Verdere verduurzaming komt bij CB tot stand door processen slimmer te maken, mede op basis van machine learning prognoses. Maar ook door te kiezen voor duurzame brandstoffen zoals gas-to-liquid en hydrotreated vegetable oil en door gebruik te maken van duurzame voertuigconcepten zoals de lange en zware vrachtwagencombinatie en – op termijn – de elektrische truck. Tevens zetten we in op de factor mens, onder meer door het rijgedrag van onze chauffeurs waar nodig positief bij te sturen.’

Coördinator goederenvervoer bij de gemeente Rotterdam

‘Als gemeente staan we voor een aantal grote uitdagingen. Hoe verbeteren we de luchtkwaliteit? Hoe zorgen we voor schone modaliteiten? En hoe pakken we onze verantwoordelijkheid in de CO2-opgave? Belangrijke vragen waarop we zo snel mogelijk een antwoord willen vinden.’ ‘In 2014 zijn we in Rotterdam gestart met Green Deal 010 Zero Emission Stadslogistiek. Daarin werken we samen met een groot aantal organisaties, waaronder zes transport­ bedrijven: DHL, Getru, Road­ runner Koeriersdiensten, Breytner, Renewi en PostKogeko. Gezamenlijk werken we aan de stadslogistiek van de toekomst, met als uiteindelijk doel emissieloos goederen distribueren in de binnenstad van Rotterdam.’ ‘Als gemeente trachten we duurzame vervoersconcepten

waar mogelijk te faciliteren. Bijvoorbeeld door een ontheffing te verlenen voor het rijden op busbanen. Of door de geldende venstertijden voor dit type voertuigen te verruimen. En zelf willen we zoveel mogelijk het goede voorbeeld geven, bijvoorbeeld met de ontwikkeling van een elektrische afvalwagen.’ ‘In de stadslogistiek is het absoluut tijd voor de volgende stap. Daarom adviseer ik ondernemers ook zoveel mogelijk aan te haken. De demonstratieregeling Klimaat Technologieën en Innovaties in Transport ondersteunt de inzet van hernieuwbare brandstoffen en energievormen voor transport en kan ondernemers wat dat aangaat verder op weg helpen. En de subsidieregeling bouwlogistiek is interessant voor aannemers die werk willen maken van gereduceerde of emissievrije ritten in de Ruit van Rotterdam.’


26

Nederland Logistiek

Michiel Kuijs

Algemeen directeur bij DAF Nederland

‘Als vrachtwagenfabrikant zijn wij klaar voor toekomstbestendige stadslogistiek. De modernste Euro 6-motor stoot inmiddels een minimale hoeveelheid NOx en fijnstof uit. Parallel hieraan zien wij de toepassing van hydrotreated vegetable oil als kansrijke oplossing, met het bewezen succes in onder meer Scandinavië.’ ‘Batterij-aangedreven voertuigen zijn op dit moment nog relatief duur en zwaar. Ook kennen ze een beperkte actieradius. Elektrificatie van het wagenpark is daarom voor veel vervoerders op dit moment nog een stap te ver. Het is realistischer om wagenparken zoveel mogelijk te upgraden naar Euro 6.’ ‘Laat duidelijk zijn dat verbetering van de lokale luchtkwaliteit voor DAF nog altijd een belangrijke drijfveer is om te innoveren. Daarin zijn we onveranderd ambitieus. Emissieloze stadslogistiek is de richting die ook wij willen opgaan. Daarom pionieren we met elektrische vrachtwagens en vuilniswagens. En daarom breiden we in 2020 onze veldtest met elektrische voertuigen uit, om nóg meer ervaring op dit vlak op te doen.’ ‘We kijken op dit moment ook naar hybride voertuigconcepten. Daarmee kunnen vervoerders in de stad elektrisch en buiten de stad op diesel rijden. Interessant, gezien de grotere actieradius ten opzichte van 100 procent elektrische voertuigen, de flexibele inzetmogelijkheden en de toch significante reductie van CO2.’ ‘Ik ben ervan overtuigd dat we alle voertuigconcepten nodig hebben om de klimaatdoelstellingen richting 2025 en 2030 te halen. Dus Euro 6, hybride én elektrisch. En wellicht in de toekomst ook waterstof, alhoewel die toepassing op dit moment nog heel lastig en enkel tegen hoge kosten is te realiseren.’

Jeroen Kroonen

Als zelfstandige betrokken bij de energietransitie

‘De verandering gaat gruwelijk snel; de boel gaat op z’n kop. Het is daarom aan ondernemers om zich goed te oriënteren op wat komen gaat en tijdig te anticiperen. Zeker als het emissieloze stadslogistiek betreft. En denk daarbij in kansen, niet in onmogelijkheden.’ ‘Vaak hoor ik dat onze laadinfrastructuur achterloopt. Maar vergeet niet: wij zijn wereldkampioen op het gebied van laadpalen. Nergens anders in de wereld hebben ze zoveel laadpalen per inwoner als in Nederland. En ja, we zijn er nog niet. De meeste laadpalen zijn nu nog voor personenauto’s bedoeld. Maar we zijn al best wel ver en zoals gezegd, sneller dan verwacht is de benodigde laadinfrastructuur voor vrachtwagens er. En dan moeten vervoerders er wel klaar voor zijn.’ ‘De optimale laadstrategie verschilt per sector, en per deelmarkt. Per situatie moet een vervoerder afwegen wat wijsheid is: bijladen bij de klant, langs de weg of op het eigen depot? Helder is in ieder geval dat slim bijladen voor veel extra rijbereik zorgt. Door daar nu al goed over na te denken, bijvoorbeeld op de planningsafdeling, ben je als vervoerder eerder ‘zero emission ready’ dan anderen.’


27

RE P O RTAG E

Innovatief de grens over In de Europese Unie, met haar 28 landen, is grensoverschrijdende innovatie, hoe kansrijk ook, soms lastig te realiseren. Steeds vaker biedt de Benelux Unie dan uitkomst. Bijvoorbeeld voor de digitale vrachtbrief en langere en zwaardere vrachtwagencombinatie. inds 1958 maakt Nederland, samen met België en Luxemburg, deel uit van de Benelux Unie. Deze samenwerking kent een tweeledig doel: de Benelux een voortrekkersrol laten vervullen binnen de Europese Unie én de grensoverschrijdende samenwerking tussen de drie landen waar mogelijk versterken en verbeteren. De Benelux Unie biedt daarmee de uitgelezen kans om vernieuwende concepten in ieder geval binnen de Benelux in de praktijk te brengen, ook als dit in de rest van Europa nog een stap te ver blijkt te zijn. Extra efficiëntie Twee voorbeelden van innovaties die het verdienen om zo snel mogelijk grensoverschrijdend te worden ingezet, zijn de langere en zwaardere vrachtwagencombinatie (LZV) en de digitale vrachtbrief (e-CMR). Op zich kennen beide ontwikkelingen al een mooie, gestage groei in Nederland, met inmiddels ruim 2.300 LZV’s op de weg en 200.000 transacties op basis van de e-CMR in het afgelopen jaar. De overtuiging

is echter dat een grensoverschrijdende inzet van zowel de LZV als de e-CMR nog heel veel extra efficiëntie in de logistieke keten gaat brengen. Alle reden dus om beide ontwikkelingen onder de aandacht te brengen van het parlement van de Benelux Unie, dat in voltallige bezetting bestaat uit 49 Nederlandse, Belgische en Luxemburgse volksvertegenwoordigers. Enorme vooruitgang Onlangs was het zover, toen meerdere leden van het Benelux Parlement, op initiatief van Transport en Logistiek Nederland, in Schijndel een bezoek brachten aan Fleet-

Zowel de e-CMR als de LZV ziet het Benelux Parlement als een welkome aanvulling in het kader van efficiënter transport in Europa

point, een logistieke specialist in onder meer transport, opslag en added value. Het Brabantse bedrijf is sinds 2018 actief met de e-CMR. Naar volle tevredenheid, vertelt vervoersmanager Frank Schuermans: ‘We hebben onze chauffeurs uitgerust met handhelds, met daarop een speciale app voor de transportafhandeling per e-CMR. In deze app staat precies om welke lading het gaat en wat de eindbestemming van de lading is. En niet onbelangrijk: met deze app kan de ontvanger op het glas tekenen voor ontvangst en weten wij direct dat het betreffende transport in goede orde is afgeleverd. We kunnen de klant daarna snel factureren, en hebben vervolgens eerder de betaling binnen.’ Dankzij toepassing van de e-CMR bracht Fleetpoint het aantal papieren vrachtbrieven op jaarbasis terug van 15.000 naar maximaal zo’n 500 tot 750. ‘Een enorme vooruitgang’, aldus Schuermans, ‘waarbij ons streven is om uiteindelijk volledig op de e-CMR over te gaan. Daarvoor zijn we echter afhankelijk van onze klanten, die nu nog niet allemaal gebruik


28

maken van de e-CMR, en van Europa. Want de e-CMR wordt op dit moment nog niet in alle Europese landen waarop wij rijden geaccepteerd.’ Katalysator van digitalisering Marco Brethouwer van HSF Logistics en Frank Scholten van Aviko, ook aanwezig in Schijndel, hebben woorden van gelijke strekking. Ook zij hechten waarde aan de vermindering van de hoeveelheid papier in het logistieke proces. Toepassing van de e-CMR helpt hen daarbij. Sterker, beiden zien in de e-CMR ‘een katalysator van verdere digitalisering binnen de eigen bedrijfsvoering’. Scholten hierover: ‘Transparantie in de keten is een groot goed. Immers, een sneller en beter inzicht in het logistieke proces vormt de basis

Nederland Logistiek

voor verdere efficiëntie in de dagelijkse operatie. De e-CMR is wat dat aangaat een prima instrument, waarvan we dan ook graag en veel gebruik maken.’ Een kanttekening plaatst Scholten ook: ‘Eén Europese standaard voor de e-CMR, waarvan nu nog geen sprake is, is echt noodzakelijk om de e-CMR breed geaccepteerd te krijgen.’ Meer volume per chauffeur Naast de e-CMR ging de aandacht in Schijndel ook uit naar de LZV. Speciaal voor deze gelegenheid hadden HSF Logistics en Van der Slot Transport, gespecialiseerd in sierteeltlogistiek, twee LZV’s op het terrein van Fleetpoint neergezet, om de leden van het Benelux Parlement de voordelen van dit concept met eigen ogen te laten aanschou-

wen. Van der Slot Transport zet de LZV’s onder meer in voor ritten tussen Nederlandse bloemenveilingen en het Duitse RheinMaas. Ook het traject tussen het Belgische Lochristi en bloemenveilingen in Nederland rijdt Van der Slot Transport veelal met LZV’s. Transportmanager Peter van der Velden van Van der Slot Transport: ‘Met de LZV realiseren wij meer volume per chauffeur. Waar we voorheen per rit met 23 karren reden, rijden we nu met 36 karren. Daardoor reduceren we het aantal ritten, besparen we op brandstof en stoten we minder CO2 uit.’ Volgende stap De leden van het Benelux Parlement lieten desgevraagd weten ‘onder de indruk te zijn’ van datgene wat in Schijndel aan hen is


29

RE P O RTAG E

Ontwikkeling e-CMR In 2012 startte Beurtvaartadres met de ontwikkeling van het e-CMR platform, in opdracht van Transport en Logistiek Nederland en evofenedex en in samenwerking met meerdere ICT-leveranciers. Zo’n 3 jaar later vond de lancering plaats van TransFollow, de standaard voor de digitale vrachtbrief. In 2016 werd TransFollow met het oog op de gewenste grensoverschrijdende uitrol

van de e-CMR verkocht aan de International Road Transport Union, de wereldwijde koepelorganisatie voor het transport. Beurtvaartadres is sindsdien de distributeur en promotor van TransFollow in Nederland. Op dit moment loopt er in de Benelux een pilot, die volgend jaar afloopt, om de grensoverschrijdende inzet van de e-CMR te toetsen en waar mogelijk te bestendigen. Inmid-

dels hebben 23 landen wereldwijd de e-CMR omarmd. In Nederland werken ruim dertig bedrijven, en meer dan honderd ketenpartners, met de e-CMR. De inzet van Transport en Logistiek Nederland is gericht op een snelle en volledige acceptatie van de e-CMR in België en Duitsland, om daarmee de grensoverschrijdende inzet van de e-CMR in héél West-Europa mogelijk te maken.

akkoord zijn. LZV’s waren in Europa voor het eerst te zien in Scandinavië, waar inmiddels duizenden van deze combinaties naar volle tevredenheid rondrijden. In Nederland maakt de LZV inmiddels ook standaard deel uit van het verkeersbeeld, mede dankzij een stevige lobby van Transport en Logistiek Nederland. Andere landen, waaronder Duitsland, België, Spanje en Tsjechië, trachten Scandinavië

en Nederland te volgen, maar manoeuvreren uiterst voorzichtig. Zij zien het voordeel van een LZV – twee LZV’s vervoeren evenveel goederen als drie reguliere vrachtwagencombinaties en zijn daarmee efficiënter en milieuvriendelijker – maar hebben tegelijk in eigen land te maken met koudwatervrees, bijvoorbeeld bij wegbeheerders en lokale overheden.

Ontwikkeling LZV gepresenteerd. Zowel de e-CMR als de LZV zien ze als een welkome aanvulling in het kader van efficiënter transport in Europa. ‘Het is duidelijk dat beide concepten toe zijn aan een volgende stap, liefst over landsgrenzen heen. Tot op bepaalde hoogte gebeurt dit natuurlijk al, ook binnen de Benelux, maar juist van een grootschalige inzet gaat de logistiek, maar ook de maatschappij, profiteren. Helder is dat harmonisatie, rondom de e-CMR, maar ook aangaande de LZV, hoog op de agenda moet komen om die brede toepassing voor elkaar te krijgen. Daar gaan wij, uiteraard, ons best voor doen. Omdat we het belang zien, en omdat we ook anno 2019, ruim 60 jaar na de oprichting van de Benelux Unie, graag de innovatieve proeftuin van Europa willen zijn.’

De langere en zwaardere vrachtwagencombinatie (LZV) is 2,55 tot 2,60 meter breed, 4 meter hoog en 25,25 meter lang. Landen kunnen ieder voor zich bepalen of zij LZV’s toestaan op hun wegennet. Voor een grensoverschrijdende inzet van de LZV bestaan geen Europese richtlijnen, wat heeft geleid tot de stellingname dat LZV’s binnen de Europese Unie de grens mogen passeren als beide landen hiermee


30

A A N HE T WO O RD

In de logistieke sector gebeurt enorm veel. Twitter is daarvoor een goede graadmeter. Op deze pagina een selectie van de meest opvallende tweets op de tijdlijn van Transport en Logistiek Nederland.

10 oktober

11 oktober

25 oktober

1 november

9 november

3 december

Continu op de hoogte van het laatste nieuws uit de sector? Bezoek daarvoor de website van Transport en Logistiek Nederland (www.tln.nl) en de sociale kanalen van TLN: twitter.com/tlnnieuws nl.linkedin.com/company/transport-en-logistiek-nederland nl-nl.facebook.com/ktotln


31

S E RV I C E- INFO

Meer informatie

Interessant artikel? Lees er meer over op de website van TLN 10

Nederland Logistiek

11

IN T E RV IE W

‘Niet de modaliteit maar de mobiliteit centraal’ www.tln.nl > Onderwerpen > Infrastructuur

Het kabinet slaagt er onvoldoende in om de huidige mobiliteitsproblemen effectief te lijf te gaan. De Mobiliteitsalliantie, waarvan de ANWB en TLN medeinitiatiefnemer zijn, tracht deze impasse te doorbreken door handvatten aan te reiken voor een integraal mobiliteitssysteem, om Nederland ook in de toekomst mobiel te houden. DOOR Twan van der Heijden BEELD Erik Buis

Frits van Bruggen (ANWB) en Elisabeth Post (TLN):

e Mobiliteitsalliantie bestaat deze maand op de kop af 3 jaar. Is er inmiddels sprake van een gevestigde naam? Frits van Bruggen: ‘Ja en nee. Voor een steeds groter aantal partijen zijn wij een serieuze gesprekspartner. Tegelijkertijd komt het nog steeds voor dat we moeten uitleggen wie wij zijn en welk doel ons voor ogen staat. En nog altijd krijg ik stomverbaasde reacties als ik uitleg dat de Mobiliteitsalliantie bestaat uit vijfentwintig partijen uit de Nederlandse autowereld, de tweewielerbranche, het wegtransport en het openbaar vervoer en gezamenlijk optrekt in de belangenbehartiging van én de reizigers én het goederentransport. Het kolomdenken zit bij velen nog diep, terwijl wij als Mobiliteitsalliantie juist de kracht van een gezamenlijk aanpak willen benadrukken.’ Elisabeth Post: ‘Mensen moeten blijkbaar wennen aan de gedachte dat de partijen in de Mobiliteitsalliantie het gezamenlijke belang laten prevaleren. Nog altijd wekt het verwondering als TLN pleit voor investeringen anders dan in asfalt. Terwijl het evident is dat de oplossing niet alleen in meer asfalt ligt. Wat TLN voorstaat, is een ongestoorde logistiek. Per weg, maar als dat slimmer is, per spoor of over het water. Inmiddels zijn er TLN-leden betrokken bij projecten als CoolRail, een geconditioneerde goederentrein die driemaal per week tussen Valencia en Rotterdam rijdt. Heen met sinaasappelen, terug met diepvriespatat – heel efficiënt. En steeds meer TLN-leden vestigen zich in de nabijheid van spoor- en binnenvaarttermi-

‘Niet de modaliteit maar de mobiliteit centraal’

14

Nederland Logistiek

nals, vanuit de gedachte dat ze hun goederen inderdaad niet altijd over de weg hoeven te vervoeren om tot de best mogelijke transportoplossing te komen.’ Het in juni door de Mobiliteitsalliantie gepresenteerde Deltaplan draagt het gezamenlijke belang breed uit. Hoe is hierop gereageerd? FvB: ‘Het Deltaplan symboliseert wat mij betreft de ontwikkeling die de Mobiliteitsalliantie heeft doorgemaakt. Begonnen als lobbyclub, richten we ons nu met name op de inhoud. We agenderen urgente thema’s die we vervolgens ook verder willen brengen om Nederland ook in de toekomst mobiel te houden. Hoe borgen we de bereikbaarheid? Hoe zorgen we ervoor dat de mobiliteitssector verduurzaamt? Hoe brengen we de verkeersveiligheid weer terug op het niveau van weleer? Hoe krijgen we het voor elkaar dat mobiel zijn voor iedereen betaalbaar en toegankelijk blijft? In het Deltaplan komen we met concrete voorstellen om de mobiliteit in Nederland anders in te richten, als antwoord op genoemde vragen die voor ons liggen.’ EP: ‘Op dit moment is het met de bereikbaarheid in Nederland redelijk gesteld. Maar het filespook groeit wel heel erg hard. We moeten daarom kijken naar oplossingen die verkeer van de weg halen; 6 procent minder verkeer in de spits is namelijk al voldoende om de doorstroom op de weg op dat moment significant te bevorderen. Het openbaar vervoer en de fiets zijn prima alternatieven en daarin moet je dus investeren, wil je de doorstroom op de weg borgen.’

15

RE P O RTAG E

Om flexibeler te kunnen functioneren, werkt de Nederlandse krijgsmacht steeds vaker samen met het bedrijfsleven. Voor logistiek dienstverleners biedt dit volop kansen. ‘We moeten kijken naar waar we elkaar sterker kunnen maken.’ ruisbestuiving tussen de krijgsmacht en het logistieke bedrijfsleven is niet nieuw. Een van de meest in het oog springende voorbeelden daarvan is de sinds 2017 bestaande samenwerking tussen de Koninklijke Luchtmacht en One Logistics. Met vereende krachten nemen zij, in Woensdrecht, de regionale warehousefunctie voor het Amerikaanse ministerie van Defensie voor hun rekening, met als voornaamste doel het onderhoud van de F-35, ook bekend als de Joint Strike Fighter. Binnen deze grootschalige samenwerking maken beide partijen gebruik van elkaars infrastructuur, ICT en personeel, naast elkaars kennis en ervaring. Dergelijke vormen van samenwerking willen de krijgsmacht en de logistiek in de toekomst veel vaker opzetten. Niet per se met dezelfde schaalgrootte, maar wel met hetzelfde doel: profiteren van elkaars kracht om daar gezamenlijk beter van te worden. Gezamenlijk beter worden Een in Ede georganiseerde bijeenkomst bracht de krijgsmacht en het (logistieke) bedrijfsleven onlangs bij elkaar, om beide zijden aan te zetten tot meerdere vormen van

18

Beeld Mediacentrum Defensie, Jarno Kraayvanger

Met elkaar slagkracht creëren Mediacentrum Defensie, Gerben van Es

samenwerking. Luitenant-kolonel Alain Schoonderbeek, hoofd Concept Development & Experimentation bij de Koninklijke Landmacht, trapte de bijeenkomst af: ‘Niet voor niets is voor deze locatie, Fieldlab Smartbase Ede, gekozen. Het is namelijk de meest innovatieve plek van Nederland; een proeftuin voor de ontwikkeling van een legerbasis van de toekomst. Een ideale plek dus om tot nieuwe strategische samenwerking tussen de krijgsmacht en het bedrijfsleven te komen.’ Luitenant-generaal Onno Eichelsheim, plaatsvervangend commandant der strijdkrachten, en Elisabeth Post, voorzitter van Transport en Logistiek Nederland, onderstreepten vervolgens in een tweegesprek de woorden van Schoonderbeek. ‘Er bestaat veel overlap tussen de krijgsmacht en het bedrijfsleven’, aldus Post. ‘We trachten beide waar mogelijk nieuwe technologieën toe te passen. Beide staan we sterk onder invloed van geopolitieke ontwikkelingen. En beide zijn we naarstig op zoek naar voldoende gekwalificeerd personeel. Door samen te werken, maken we elkaar juist op deze terreinen sterker.’ Elkaar ondersteunen Volgens Eichelsheim delen de krijgsmacht en het bedrijfsleven inderdaad een gezamenlijk belang: ‘Op piekmomenten kunnen we elkaar met mensen en middelen ondersteunen. Want het gaat niet langer om eigenaarschap, maar om permanente beschikbaarheid, zowel bij ons als in het bedrijfsleven.’ Hij noemde ook

nog een ander aspect dat beide bindt: ‘De krijgsmacht staat voor veiligheid. En die veiligheid is essentieel voor een gezonde economie. Een adaptieve krijgsmacht draagt in die zin dus bij aan de bestendiging van Nederland als internationaal toonaangevend handelsland – iets waar het bedrijfsleven direct van profiteert.’ Total force Wat een adaptieve krijgsmacht concreet betekent, maakten Gertie Arts en Pepijn Verstand duidelijk. Ze houden zich binnen Defensie bezig met de beoogde transitie en hebben het over een ‘total force’ die op basis van samenwerking met het bedrijfsleven tot stand moet komen. Wederkerigheid en gelijkwaardigheid staan daarbij centraal, menen ze. ‘Wij voorzien een breed ecosysteem, waarbinnen op basis van een-op-een relaties uitwisseling van kennis en capaciteit plaatsvindt. En ja, dat is in de praktijk makkelijker gezegd dan gedaan. Simpelweg omdat er altijd redenen lijken te bestaan die zo’n uitwisseling lastig uitvoerbaar maken. Intellectueel eigendom, beveiliging, privacy, data – het zijn allemaal mogelijke ‘deal brakers’ die een vorm van samenwerking in de weg kunnen staan. Bijeenkomsten zoals hier in Ede moeten eraan bijdragen dat dergelijke ‘deal brakers’ als sneeuw voor de zon verdwijnen.’ Arts en Verstand benadrukken dat het gewenste brede ecosysteem niet alleen plaats biedt aan grote spelers uit het bedrijfsleven. Ook het midden- en kleinbedrijf is hard nodig, desnoods ver-

Nederland Logistiek

‘Met alleen een open platform ben je er niet’ Ondernemers kunnen alleen voortbestaan als ze op ieder moment van de dag beschikken over een goed zicht op alle informatie over de bedrijfsvoering, vindt René de Jong van Webfleet Solutions. TLN-voorzitter Elisabeth Post benadrukte onlangs dat in de logistieke sector alles draait om data, dat daar de winst vandaan moet komen en dat logistieke ondernemers om die reden er wijs aan doen te investeren in ICT. Een terechte constatering? ‘Zeker. Onze wereld is meer en meer ‘connected’. Die verbondenheid stelt ondernemers in staat te optimaliseren, de kosten te drukken en de klanttevredenheid te laten

20

toenemen. Simpelweg, omdat er door deze verbondenheid meer inzicht ontstaat in de bedrijfsprocessen, op basis waarvan tijdig en tot op detailniveau is bij te sturen. En dat laatste vormt toch de basis voor een gezonde bedrijfsvoering.’ Recent onderzoek van TLN laat zien dat de logistieke sector soms vooruitstrevend, maar vaker conservatief van aard is als het

bonden aan een grotere speler. ‘Wat we vooral willen, is dat de samenwerking met het bedrijfsleven meer oplevert dan de som der delen.’ Waardevolle verbinding Dat er bij de krijgsmacht sprake is van urgentie, blijkt wel uit de woorden van Arts en Verstand: ‘De snelste ontwikkeling, bijvoorbeeld op het vlak van ICT, vindt inmiddels buiten Defensie om plaats. Dat betekent dat we de verbinding met de buitenwereld moeten zoeken om voldoende innovatief te blijven. We moeten kijken naar waar we elkaar sterker kunnen maken.’ Volgens Verstand zit de kneep ‘m niet zozeer in de innovatie zelf, maar meer in de mensen die innovatie tot stand moeten brengen. ‘Het gewoon doen, dáár gaat het om. Want dat het kan, bewijzen eerdere samenwerkingen tussen de krijgsmacht en het bedrijfsleven.’ Hij wijst daarbij naar behaalde successen binnen het maritieme ecosysteem, maar ook naar het logistieke ecosysteem dat langzaamaan vorm krijgt. Zo hebben de krijgsmacht en logistiek dienstverlener DSV al gebruik gemaakt van elkaars mensen (chauffeurs en logistiek personeel), middelen (voertuigen, trailers en warehouse) en werkwijzen (planning, competenties, technologie). Tot beider tevredenheid. ‘Je wilt met elkaar slagkracht creëren’, zo concludeert Arts. ‘En ja, dat is soms best een beetje spannend. Maar als het lukt, beschik je over een waardevolle verbinding. Precies zoals we het graag zien.’

gaat om investeringen in ICT. Hoe valt dit te rijmen met de conclusie dat de toepassing van data prioriteit verdient in iedere bedrijfsvoering? ‘Dat valt niet te rijmen, maar is deels wel verklaarbaar. Vervoerders zijn van oudsher gericht op de transportkant van de bedrijfsvoering. ICT kwam er later bij en is daarmee voor de meeste vervoerders meer een ‘ver-van-mijn-bed’ verhaal; vaak is het al uitdagend genoeg om de bestaande ICT te onderhouden. Daarbij vraagt een goede ICT-infrastructuur om een bijpassende visie, waarvoor de benodigde kennis bij de ondernemer niet zelden ontbreekt. Wat je dan ziet gebeuren, is dat ondernemers het ICT-vraagstuk vanuit de ‘one-size-fits-all’ gedachte in

Koppeling van software heeft de naam lastig te zijn. Immers, lang niet altijd is sprake van ‘plug & play’. Eerder zijn tal van interfaces nodig om de ene ICT-toepassing goed te laten communiceren met de andere ICT-toepassing. Is dit beeld accuraat, of inmiddels achterhaald? ‘Koppelingen zijn – gelukkig – steeds eenvoudiger te maken. Wat daarbij enorm helpt, is de opkomst van open platformen, waar tal van softwareleveranciers zich verzamelen. Ondernemers kunnen hierop aanhaken en dat maakt het voor hen relatief eenvoudig om tot een volwaardige ICT-structuur te komen, flexibel te blijven en technologische ontwikkelingen te volgen – zonder zich te hoeven beperken tot één of twee ICT-leveranciers.’

platform op basis van verbondenheid genereert, omzet in relevante informatie voor jouw bedrijf.’ Waar moet ik dan zoal aan denken? ‘Het gaat dan om de vertaling van data naar de eigen bedrijfssituatie. En wat daar belangrijk voor is, is dat de bedrijfsdoelstelling helder is. Waar wil je naartoe? En welke informatievraagstukken dienen daarvoor beantwoord te worden? Data willen verzamelen, enkel en alleen omdat het kan, is niet de weg. Het gaat erom dat je jouw informatiehuishouding dusdanig organiseert, dat je tijdig bij kunt sturen en optimaal kunt blijven voldoen aan de marktvraag, of meer specifiek: de vraag van jouw klanten. Want dan ben je als bedrijf toekomstbestendig en alleen dan blijf je in staat waarde te creëren naar jouw klanten toe. Niet alleen dit jaar, maar ook volgend jaar en de jaren daarna.’

borgen, nu en uiteraard ook na de Brexit. Is een chauffeur van een klant van ons onvoldoende voorbereid, dan ligt congestie op onze terminal echter alsnog op de loer.’

Een kleine 5.000 vrachtwagens maakt dagelijks gebruik van de Kanaaltunnel. Dat verloopt nu soepel en dat moet ook in de toekomst soepel blijven verlopen – Brexit of niet. De mensen van Eurotunnel doen er dan ook alles aan om een soepele doorstroom te (blijven) garanderen.

24

uitdagingen: eerst de talloze immigranten die illegaal naar het Verenigd Koninkrijk wilden reizen, bijvoorbeeld aan boord van een vrachtwagen, en vervolgens de Brexit. Een uitgebreide blik achter de schermen leert dat Eurotunnel zeer slagvaardig omgaat met deze toch complexe situatie. Korte lijnen ‘De afgelopen jaren hebben we belangrijke stappen gezet’, stelt Jo Willacy, commercial director bij Eurotunnel. ‘De migrantenstroom hebben we succesvol van ons terrein weten te weren, en ook voor de Brexit denken we inmiddels klaar te zijn.’ Eigenlijk

waren ze bij Eurotunnel in maart van dit jaar al voldoende voorbereid op de Brexit, stelt Willacy, maar de extra tijd die werd gecreeerd met het uitstel van de Brexit, is volgens haar goed benut om nóg beter de punten op de ‘i’ te zetten. Wat volgens Willacy heeft geholpen bij de voorbereidingen op de Brexit is de initiële keuze om het spoor en de twee terminals, aan beide zijden van het Kanaal, onder te brengen bij dezelfde eigenaar: GetLink, het Frans-Britse bedrijf dat de Kanaaltunnel in concessie exploiteert gedurende de eerste 99 jaar na de opening. ‘In tegenstelling tot bijvoorbeeld de haventerminals, hebben wij door deze keuze veel

in eigen hand. Dat zorgt voor korte lijnen, waardoor we hier zaken snel en effectief kunnen regelen.’ Focus op doorstroom Niettemin benadrukt Willacy dat Eurotunnel voor het succes op zijn terminals – hier in Coquelles, maar ook in Folkestone, aan Britse zijde – voor een belangrijk deel afhankelijk is van zijn klanten. Waaronder ook flink wat vervoerders, die goed zijn voor 40 procent van de passages in de Kanaaltunnel. Want is iedere klant wel voldoende voorbereid op de Brexit? ‘Wij focussen ons volledig op de doorstroom. Die willen we met prioriteit

Nederland Logistiek

Groene en oranje lijnen Normaal gesproken leidt Eurotunnel chauffeurs met hun voertuig zo snel als mogelijk naar de door hen gereserveerde trein. Willacy: ‘Nadat ze onze poort hebben gepasseerd, bevinden chauffeurs zich, formeel gezien, op Britse grond en kunnen ze wat ons betreft direct de trein op.’ Een onvoldoende voorbereide chauffeur zet Eurotunnel zo snel als mogelijk en haast letterlijk op een zijspoor. Willacy: ‘Om de doorstroom op onze terminal niet onnodig te hinderen, halen we alle ‘ruis’ uit het logistieke proces. Wat onder meer betekent dat we chauffeurs zonder of met onvolledige documentatie direct doorverwijzen naar bijvoorbeeld het op ons terrein gelegen douanekantoor, om daar het hoogstnoodzakelijke – zelf, want wij doen dit niet voor de chauffeur – alsnog te regelen. En datzelfde doen we bij ontbrekende veterinaire en/of fytosanitaire controles. Die chauffeurs sturen we door naar de zogenoemde ‘service d’inspection vétérinaire et phytosanitaire aux frontières’ (SIVEP) locatie op ons terrein, waar deze controles alsnog kunnen worden uitgevoerd.’ Om de logistieke stromen op de terminal te verduidelijken, heeft Eurotunnel groene en oranje lijnen op het wegdek aangebracht. ‘De groene lijn leidt je direct naar de trein en de oranje lijn naar een van onze bufferzones, om aldaar de benodigde actie te ondernemen en zo snel mogelijk alsnog de trein op te gaan.’

25

A N A LYS E

Stadslogistiek van de toekomst www.tln.nl > Onderwerpen > Stedelijke distributie

Jan Robbert Albrechts

26

Coördinator goederenvervoer bij de gemeente Rotterdam

Arjan de Jong

Manager vervoer bij logistiek dienstverlener CB

Kees van der Burg

Directeur-generaal Mobiliteit bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

‘Stadslogistiek en de wijze waarop dit duurzaam te organiseren. Rondom dit vraagstuk bruist het van de energie. En gelukkig maar, want het betreft een belangrijk thema. Mobiliteit is van iedereen en mobiliteit raakt iedereen. Daarom is het belangrijk om dit goed te regelen.’ ‘Zero emissie vervoer in 2050 is het doel. Een noodzakelijk doel, waarvoor een mix van maatregelen nodig is. Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek, waarbij het streven is om in 2025 zoveel mogelijk emissievrije stadslogistiek te realiseren, is daarvan een mooi voorbeeld. Dit initiatief heeft inmiddels tot veel inspiratie en mooie praktijkcases geleid.’

‘We zijn goed op weg, maar het kan sneller. Het Klimaatakkoord helpt ons daarbij, maar er is nog altijd sprake van een grote opgave. Een tijdige voorbereiding blijft dus van belang. Als het gaat om de bepaling van zero emissie zones in binnensteden, maar bijvoorbeeld ook voor wat betreft de beschikbaarheid van voldoende laadinfra.’ ‘De afslag naar een toekomst met enkel duurzame stadslogistiek is definitief genomen. Mijn advies aan gemeenten is vooral mee te doen. En ondernemers adviseer ik anderen een stap voor te zijn. Wacht niet af, maar maak van de gelegenheid gebruik om op duurzame wijze een voorsprong te nemen op de rest.’

‘CB distribueert jaarlijks een half miljoen zendingen naar zo’n 22.000 adressen in Nederland, voor een belangrijk deel gelegen in binnenstedelijk gebied. Dat doen we met 115 distributieauto’s op evenveel routes. Door ons vervoersmodel kritisch tegen het licht te houden en de nodige aanpassingen hierin aan te brengen, zijn we erin geslaagd 10 procent kostenbesparing, 10 tot 30 procent kilometerbesparing en 10 tot 30 procent tijdbesparing te realiseren.’ ‘Gezien vanuit het oogpunt van rendement, is het voor ons interessant om te verduurzamen. Immers, verduurzaming gaat hand-in-hand met een efficiëntere logistiek en daarmee een hoger rendement.’ ‘Verdere verduurzaming komt bij CB tot stand door processen slimmer te maken, mede op basis van machine learning prognoses. Maar ook door te kiezen voor duurzame brandstoffen zoals gas-to-liquid en hydrotreated vegetable oil en door gebruik te maken van duurzame voertuigconcepten zoals de lange en zware vrachtwagencombinatie en – op termijn – de elektrische truck. Tevens zetten we in op de factor mens, onder meer door het rijgedrag van onze chauffeurs waar nodig positief bij te sturen.’

Nederland Logistiek

‘Als gemeente staan we voor een aantal grote uitdagingen. Hoe verbeteren we de luchtkwaliteit? Hoe zorgen we voor schone modaliteiten? En hoe pakken we onze verantwoordelijkheid in de CO2-opgave? Belangrijke vragen waarop we zo snel mogelijk een antwoord willen vinden.’ ‘In 2014 zijn we in Rotterdam gestart met Green Deal 010 Zero Emission Stadslogistiek. Daarin werken we samen met een groot aantal organisaties, waaronder zes transportbedrijven: DHL, Getru, Roadrunner Koeriersdiensten, Breytner, Renewi en PostKogeko. Gezamenlijk werken we aan de stadslogistiek van de toekomst, met als uiteindelijk doel emissieloos goederen distribueren in de binnenstad van Rotterdam.’ ‘Als gemeente trachten we duurzame vervoersconcepten

waar mogelijk te faciliteren. Bijvoorbeeld door een ontheffing te verlenen voor het rijden op busbanen. Of door de geldende venstertijden voor dit type voertuigen te verruimen. En zelf willen we zoveel mogelijk het goede voorbeeld geven, bijvoorbeeld met de ontwikkeling van een elektrische afvalwagen.’ ‘In de stadslogistiek is het absoluut tijd voor de volgende stap. Daarom adviseer ik ondernemers ook zoveel mogelijk aan te haken. De demonstratieregeling Klimaat Technologieën en Innovaties in Transport ondersteunt de inzet van hernieuwbare brandstoffen en energievormen voor transport en kan ondernemers wat dat aangaat verder op weg helpen. En de subsidieregeling bouwlogistiek is interessant voor aannemers die werk willen maken van gereduceerde of emissievrije ritten in de Ruit van Rotterdam.’

27

RE P O RTAG E

Michiel Kuijs

Algemeen directeur bij DAF Nederland

‘Als vrachtwagenfabrikant zijn wij klaar voor toekomstbestendige stadslogistiek. De modernste Euro 6-motor stoot inmiddels een minimale hoeveelheid NOx en fijnstof uit. Parallel hieraan zien wij de toepassing van hydrotreated vegetable oil als kansrijke oplossing, met het bewezen succes in onder meer Scandinavië.’ ‘Batterij-aangedreven voertuigen zijn op dit moment nog relatief duur en zwaar. Ook kennen ze een beperkte actieradius. Elektrificatie van het wagenpark is daarom voor veel vervoerders op dit moment nog een stap te ver. Het is realistischer om wagenparken zoveel mogelijk te upgraden naar Euro 6.’ ‘Laat duidelijk zijn dat verbetering van de lokale luchtkwaliteit voor DAF nog altijd een belangrijke drijfveer is om te innoveren. Daarin zijn we onveranderd ambitieus. Emissieloze stadslogistiek is de richting die ook wij willen opgaan. Daarom pionieren we met elektrische vrachtwagens en vuilniswagens. En daarom breiden we in 2020 onze veldtest met elektrische voertuigen uit, om nóg meer ervaring op dit vlak op te doen.’ ‘We kijken op dit moment ook naar hybride voertuigconcepten. Daarmee kunnen vervoerders in de stad elektrisch en buiten de stad op diesel rijden. Interessant, gezien de grotere actieradius ten opzichte van 100 procent elektrische voertuigen, de flexibele inzetmogelijkheden en de toch significante reductie van CO2.’ ‘Ik ben ervan overtuigd dat we alle voertuigconcepten nodig hebben om de klimaatdoelstellingen richting 2025 en 2030 te halen. Dus Euro 6, hybride én elektrisch. En wellicht in de toekomst ook waterstof, alhoewel die toepassing op dit moment nog heel lastig en enkel tegen hoge kosten is te realiseren.’

Jeroen Kroonen

Als zelfstandige betrokken bij de energietransitie

‘De verandering gaat gruwelijk snel; de boel gaat op z’n kop. Het is daarom aan ondernemers om zich goed te oriënteren op wat komen gaat en tijdig te anticiperen. Zeker als het emissieloze stadslogistiek betreft. En denk daarbij in kansen, niet in onmogelijkheden.’ ‘Vaak hoor ik dat onze laadinfrastructuur achterloopt. Maar vergeet niet: wij zijn wereldkampioen op het gebied van laadpalen. Nergens anders in de wereld hebben ze zoveel laadpalen per inwoner als in Nederland. En ja, we zijn er nog niet. De meeste laadpalen zijn nu nog voor personenauto’s bedoeld. Maar we zijn al best wel ver en zoals gezegd, sneller dan verwacht is de benodigde laadinfrastructuur voor vrachtwagens er. En dan moeten vervoerders er wel klaar voor zijn.’ ‘De optimale laadstrategie verschilt per sector, en per deelmarkt. Per situatie moet een vervoerder afwegen wat wijsheid is: bijladen bij de klant, langs de weg of op het eigen depot? Helder is in ieder geval dat slim bijladen voor veel extra rijbereik zorgt. Door daar nu al goed over na te denken, bijvoorbeeld op de planningsafdeling, ben je als vervoerder eerder ‘zero emission ready’ dan anderen.’

Innovatief de grens over In de Europese Unie, met haar 28 landen, is grensoverschrijdende innovatie, hoe kansrijk ook, soms lastig te realiseren. Steeds vaker biedt de Benelux Unie dan uitkomst. Bijvoorbeeld voor de digitale vrachtbrief en langere en zwaardere vrachtwagencombinatie. inds 1958 maakt Nederland, samen met België en Luxemburg, deel uit van de Benelux Unie. Deze samenwerking kent een tweeledig doel: de Benelux een voortrekkersrol laten vervullen binnen de Europese Unie én de grensoverschrijdende samenwerking tussen de drie landen waar mogelijk versterken en verbeteren. De Benelux Unie biedt daarmee de uitgelezen kans om vernieuwende concepten in ieder geval binnen de Benelux in de praktijk te brengen, ook als dit in de rest van Europa nog een stap te ver blijkt te zijn. Extra efficiëntie Twee voorbeelden van innovaties die het verdienen om zo snel mogelijk grensoverschrijdend te worden ingezet, zijn de langere en zwaardere vrachtwagencombinatie (LZV) en de digitale vrachtbrief (e-CMR). Op zich kennen beide ontwikkelingen al een mooie, gestage groei in Nederland, met inmiddels ruim 2.300 LZV’s op de weg en 200.000 transacties op basis van de e-CMR in het afgelopen jaar. De overtuiging

is echter dat een grensoverschrijdende inzet van zowel de LZV als de e-CMR nog heel veel extra efficiëntie in de logistieke keten gaat brengen. Alle reden dus om beide ontwikkelingen onder de aandacht te brengen van het parlement van de Benelux Unie, dat in voltallige bezetting bestaat uit 49 Nederlandse, Belgische en Luxemburgse volksvertegenwoordigers. Enorme vooruitgang Onlangs was het zover, toen meerdere leden van het Benelux Parlement, op initiatief van Transport en Logistiek Nederland, in Schijndel een bezoek brachten aan Fleet-

Zowel de e-CMR als de LZV ziet het Benelux Parlement als een welkome aanvulling in het kader van efficiënter transport in Europa

Achter de schermen bij Eurotunnel www.tln.nl > Onderwerpen > Brexit

Controle Willacy benadrukt dat Eurotunnel ook na de Brexit blijft vasthouden aan de al gebruikelijke steekproefsgewijze goederencontroles

Stadslogistiek van de toekomst De bevoorrading van binnensteden moet duurzamer. Daarover is iedereen het eens. Maar de weg naar emissieloze stadslogistiek ligt nog altijd bezaaid met hobbels. Vijf experts trachten niettemin richting te geven. ‘Het is absoluut tijd voor de volgende stap.’

‘Met alleen een open platform ben je er niet’ www.tln.nl > Onderwerpen > Bedrijfsautomatisering

21

RE P O RTAG E

Achter de schermen bij Eurotunnel

Bijkomende uitdagingen De hekwerken – 40 kilometer lang en 3 meter hoog, onder de grond verlengd met beton zodat er niet onderdoor is te graven en aan de bovenkant voorzien van een ruime hoeveelheid prikkeldraad om het klimmen over het hek écht onmogelijk te maken – omheinen het terrein van Eurotunnel dat hier in Coquelles zo’n 650 hectare groot is. Op deze locatie leidt Eurotunnel dagelijks zo’n 4.600 vrachtwagens, 140 bussen en 7.300 auto’s van en naar de voor de onderzeese passage bestemde treinen. Dat vraagt logischerwijs om een operatie die tegen een stootje kan. Zeker ook gezien de bijkomende

19

Over Webfleet Solutions Webfleet Solutions, tot 1 oktober 2019 bekend als TomTom Telematics, is een leverancier voor telematicaoplossingen met een focus op fleet management, voertuigtelematica en connected car diensten. De belangrijkste Software as a Service (SaaS) oplossing van het bedrijf, WEBFLEET, wordt gebruikt door bedrijven om voertuigprestaties te verhogen, brandstof te besparen, chauffeurs te ondersteunen en de wagenparkefficiëntie te verhogen. Daarbij levert Webfleet Solutions diensten voor verzekering, verhuur- en leasemaatschappijen, auto-importeurs en alle mogelijke bedrijven met voertuigen die zowel organisaties als consumenten bedienen. Webfleet Solutions telt meer dan 50.000 klanten wereldwijd en bedient bestuurders in meer dan honderd landen.

Vooruitkijken is lastig, zeker in de ICT-wereld. Maar toch: wat mogen we de komende jaren nog verwachten, bijvoorbeeld als het gaat om open platformen? ‘Al langer is er sprake van een exponentiële groei in de ICT-markt. Een groei die eigenlijk niet is bij te benen, want de mens is in de basis een lineaire denker. Toch wil je als ondernemer, en natuurlijk ook als leverancier, anticiperen op datgene wat komen gaat. Dat betekent dat je flexibel moet zijn, snel moet kunnen schakelen. Je wilt niet achter de feiten aanlopen en, nog belangrijker, niet te laat een cruciale omslag maken. Een open platform biedt dan zoals gezegd uitkomst, maar met alleen een open platform ben je er niet. Want wat uiteindelijk van essentieel belang is, is dat je de data die zo’n

Nederland Logistiek

at de doortocht van Frankrijk naar het Verenigd Koninkrijk méér is dan enkel een 50 kilometer lange tunnelpassage, wordt al ruim voor het bereiken van de Kanaaltunnel duidelijk. Uit veiligheidsoverweging afgesloten parkeerplaatsen aan de Franse A16 en A26 en – sporadisch zichtbaar vanaf de snelweg – rondlopende immigranten maken dat de sfeer langzaamaan steeds minder ontspannen is. En eenmaal bij het terrein van Eurotunnel aangekomen, maken imposante hekwerken en honderden beveiligingscamera’s duidelijk dat het hier inderdaad niet zomaar een grensovergang betreft.

Contact Meer weten over de bijeenkomst in Ede of de samenwerking tussen de krijgsmacht en de logistiek? Neem dan contact op met Peter Jonkers van Transport en Logistiek Nederland, via pjonkers@tln.nl.

IN T E RV IE W

handen van één of hooguit enkele ICT-partijen leggen. Dat scheelt de ondernemer weliswaar tijd en voelt wellicht prettig vertrouwd, maar gaat op termijn niet werken. Want er is geen ICT-leverancier die over de volle breedte de sterkste is. Ik ben daarom meer een voorstander van gespecialiseerde software tooling. Wat wil zeggen dat je de, voor jouw bedrijf, best beschikbare ICT-oplossingen in de markt aan elkaar koppelt. En dan heb je het eerder over tien of meer ICT-leveranciers dan over één of twee.’

Met elkaar slagkracht creëren www.tln.nl > Onderwerpen > Logistiek en supply chain

Innovatief de grens over www.tln.nl > Onderwerpen > Logistiek en supply chain

point, een logistieke specialist in onder meer transport, opslag en added value. Het Brabantse bedrijf is sinds 2018 actief met de e-CMR. Naar volle tevredenheid, vertelt vervoersmanager Frank Schuermans: ‘We hebben onze chauffeurs uitgerust met handhelds, met daarop een speciale app voor de transportafhandeling per e-CMR. In deze app staat precies om welke lading het gaat en wat de eindbestemming van de lading is. En niet onbelangrijk: met deze app kan de ontvanger op het glas tekenen voor ontvangst en weten wij direct dat het betreffende transport in goede orde is afgeleverd. We kunnen de klant daarna snel factureren, en hebben vervolgens eerder de betaling binnen.’ Dankzij toepassing van de e-CMR bracht Fleetpoint het aantal papieren vrachtbrieven op jaarbasis terug van 15.000 naar maximaal zo’n 500 tot 750. ‘Een enorme vooruitgang’, aldus Schuermans, ‘waarbij ons streven is om uiteindelijk volledig op de e-CMR over te gaan. Daarvoor zijn we echter afhankelijk van onze klanten, die nu nog niet allemaal gebruik

Wat kan TLN voor u betekenen? D oor haar leden te verbinden en een netwerk te bieden waarin kennis en ervaring wordt uitgewisseld door ondernemers

oor de belangen van haar leden te vertegenwoordiD gen, zowel lokaal en regionaal als nationaal en Europees

D oor de grootste werkgeversorganisatie van transporterend Nederland te zijn en binnen de cao-onderhandelingen te zorgen voor een verantwoorde cao voor haar leden

D oor specialistische kennis en expertise op het gebied van transport en logistiek grotendeels gratis beschikbaar te stellen voor de ondernemers die lid zijn van TLN

D oor inkoopvoordeel en speciale voorwaarden te bieden aan leden, dankzij collectieve afspraken met leveranciers en partners

D oor het aanspreekpunt te zijn voor en over de sector

‘Nederland Logistiek’ is het relatiemagazine van Transport en Logistiek Nederland en verschijnt vier keer per jaar. Nummer 4 December 2019 Uitgever en redactie Transport en Logistiek Nederland Boris Pasternaklaan 22 2719 DA Zoetermeer T 088 4567111 E nederlandlogistiek@ tln.nl I www.tln.nl Hoofdredactie Twan van der Heijden Fotografie Erik Buis, Gerben van Es, Jarno Kraayvanger Ontwerp en opmaak Maters & Hermsen, Leiden Druk Vellendrukkerij BDU, Barneveld © Transport en Logistiek Nederland, 2019

Over TLN

Transport en Logistiek Nederland (TLN) is dé onder­ nemersorganisatie voor wegtransportbedrijven en logistiek dienstverleners. TLN werkt continu aan een gunstig ondernemersklimaat in Nederland en Europa en doet dat op meerdere manieren:

Colofon

Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever en/of zijn partners. Alle advertentiecontracten worden afgesloten conform de Regelen voor het Advertentiewezen, zoals gedeponeerd bij de arrondissementsrechtbanken in Nederland. Een exemplaar van de Regelen voor het Advertentiewezen is op aanvraag kosteloos verkrijgbaar. Geïnteresseerd in een (extra) exemplaar van ‘Nederland Logistiek’? Neem dan contact op met de redactie via nederlandlogistiek@ tln.nl.


STL MAAKT

WERK VAN

VERZUIM! Iedereen wil gezond zijn, blijven en zijn werk goed kunnen doen.

Daar heeft zowel werkgever als werknemer voordeel van. Want bij een laag verzuim, wint iedereen. Toch is uitval nooit helemaal te voorkomen. De vraag is alleen: hoe ga je er zo goed mogelijk mee om? Onze verzuimbegeleiding biedt uitkomst.

Snel weer aan het werk

Lage kosten, beter resultaat

Meer informatie? Kijk op stlwerkt.nl/verzuim Sectorinstituut Transport en Logistiek, 088 - 2596111

Gezond en gemotiveerd personeel


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.