4 minute read

Met elkaar slagkracht creëren

Met elkaar slagkracht creëren

Om flexibeler te kunnen functioneren, werkt de Nederlandse krijgsmacht steeds vaker samen met het bedrijfsleven. Voor logistiek dienstverleners biedt dit volop kansen. ‘We moeten kijken naar waar we elkaar sterker kunnen maken.’

Advertisement

ruisbestuiving tussen de krijgsmacht en het logistieke bedrijfsleven is niet nieuw. Een van de meest in het oog springende voorbeelden daarvan is de sinds 2017 bestaande samenwerking tussen de Koninklijke Luchtmacht en One Logistics. Met vereende krachten nemen zij, in Woensdrecht, de regionale warehousefunctie voor het Amerikaanse ministerie van Defensie voor hun rekening, met als voornaamste doel het onderhoud van de F-35, ook bekend als de Joint Strike Fighter. Binnen deze grootschalige samenwerking maken beide partijen gebruik van elkaars infrastructuur, ICT en personeel, naast elkaars kennis en ervaring. Dergelijke vormen van samenwerking willen de krijgsmacht en de logistiek in de toekomst veel vaker opzetten. Niet per se met dezelfde schaalgrootte, maar wel met hetzelfde doel: profiteren van elkaars kracht om daar gezamenlijk beter van te worden.

Gezamenlijk beter worden Een in Ede georganiseerde bijeenkomst bracht de krijgsmacht en het (logistieke) bedrijfsleven onlangs bij elkaar, om beide zijden aan te zetten tot meerdere vormen van

Mediacentrum Defensie, Gerben van Es

samenwerking. Luitenant-kolonel Alain Schoonderbeek, hoofd Concept Development & Experimentation bij de Koninklijke Landmacht, trapte de bijeenkomst af: ‘Niet voor niets is voor deze locatie, Fieldlab Smartbase Ede, gekozen. Het is namelijk de meest innovatieve plek van Nederland; een proeftuin voor de ontwikkeling van een legerbasis van de toekomst. Een ideale plek dus om tot nieuwe strategische samenwerking tussen de krijgsmacht en het bedrijfsleven te komen.’ Luitenant-generaal Onno Eichelsheim, plaatsvervangend commandant der strijdkrachten, en Elisabeth Post, voorzitter van Transport en Logistiek Nederland, onderstreepten vervolgens in een tweegesprek de woorden van Schoonderbeek. ‘Er bestaat veel overlap tussen de krijgsmacht en het bedrijfsleven’, aldus Post. ‘We trachten beide waar mogelijk nieuwe technologieën toe te passen. Beide staan we sterk onder invloed van geopolitieke ontwikkelingen. En beide zijn we naarstig op zoek naar voldoende gekwalificeerd personeel. Door samen te werken, maken we elkaar juist op deze terreinen sterker.’

Elkaar ondersteunen Volgens Eichelsheim delen de krijgsmacht en het bedrijfsleven inderdaad een gezamenlijk belang: ‘Op piekmomenten kunnen we elkaar met mensen en middelen ondersteunen. Want het gaat niet langer om eigenaarschap, maar om permanente beschikbaarheid, zowel bij ons als in het bedrijfsleven.’ Hij noemde ook

nog een ander aspect dat beide bindt: ‘De krijgsmacht staat voor veiligheid. En die veiligheid is essentieel voor een gezonde economie. Een adaptieve krijgsmacht draagt in die zin dus bij aan de bestendiging van Nederland als internationaal toonaangevend handelsland – iets waar het bedrijfsleven direct van profiteert.’

Total force Wat een adaptieve krijgsmacht concreet betekent, maakten Gertie Arts en Pepijn Verstand duidelijk. Ze houden zich binnen Defensie bezig met de beoogde transitie en hebben het over een ‘total force’ die op basis van samenwerking met het bedrijfsleven tot stand moet komen. Wederkerigheid en gelijkwaardigheid staan daarbij centraal, menen ze. ‘Wij voorzien een breed ecosysteem, waarbinnen op basis van een-op-een relaties uitwisseling van kennis en capaciteit plaatsvindt. En ja, dat is in de praktijk makkelijker gezegd dan gedaan. Simpelweg omdat er altijd redenen lijken te bestaan die zo’n uitwisseling lastig uitvoerbaar maken. Intellectueel eigendom, beveiliging, privacy, data – het zijn allemaal mogelijke ‘deal brakers’ die een vorm van samenwerking in de weg kunnen staan. Bijeenkomsten zoals hier in Ede moeten eraan bijdragen dat dergelijke ‘deal brakers’ als sneeuw voor de zon verdwijnen.’ Arts en Verstand benadrukken dat het gewenste brede ecosysteem niet alleen plaats biedt aan grote spelers uit het bedrijfsleven. Ook het midden- en kleinbedrijf is hard nodig, desnoods ver

bonden aan een grotere speler. ‘Wat we vooral willen, is dat de samenwerking met het bedrijfsleven meer oplevert dan de som der delen.’

Waardevolle verbinding Dat er bij de krijgsmacht sprake is van urgentie, blijkt wel uit de woorden van Arts en Verstand: ‘De snelste ontwikkeling, bijvoorbeeld op het vlak van ICT, vindt inmiddels buiten Defensie om plaats. Dat betekent dat we de verbinding met de buitenwereld moeten zoeken om voldoende innovatief te blijven. We moeten kijken naar waar we elkaar sterker kunnen maken.’ Volgens Verstand zit de kneep ‘m niet zozeer in de innovatie zelf, maar meer in de mensen die innovatie tot stand moeten brengen. ‘Het gewoon doen, dáár gaat het om. Want dat het kan, bewijzen eerdere samenwerkingen tussen de krijgsmacht en het bedrijfsleven.’ Hij wijst daarbij naar behaalde successen binnen het maritieme ecosysteem, maar ook naar het logistieke ecosysteem dat langzaamaan vorm krijgt. Zo hebben de krijgsmacht en logistiek dienstverlener DSV al gebruik gemaakt van elkaars mensen (chauffeurs en logistiek personeel), middelen (voertuigen, trailers en warehouse) en werkwijzen (planning, competenties, technologie). Tot beider tevredenheid. ‘Je wilt met elkaar slagkracht creëren’, zo concludeert Arts. ‘En ja, dat is soms best een beetje spannend. Maar als het lukt, beschik je over een waardevolle verbinding. Precies zoals we het graag zien.’

Contact

Meer weten over de bijeenkomst in Ede of de samenwerking tussen de krijgsmacht en de logistiek? Neem dan contact op met Peter Jonkers van Transport en Logistiek Nederland, via pjonkers@tln.nl.

This article is from: