henk schouten (Amsterdam, 1961)
‘Tot het echt niet meer gaat, is fotograferen een leuke afleiding’. Van Henk Schouten hoeft het allemaal niet meer zo, maar die foto’s, man, daar kan hij maar geen genoeg van krijgen. Zijn kamer in verzorgingstehuis d’Oude Raai is ermee behangen, als een museum over Oud-Amsterdam. Foto’s van Jacob Olie, sfeervolle kalenderplaatjes en natuurlijk portretten van zijn drie dochters, een hele wand vol.
30, 21 en 6 jaar oud zijn ze, van twee verschillende vrouwen. Want je mag van Henk zeggen wat je wil, geleefd heeft hij wel. Grote grijns: “Zeg maar gerust: dubbel geleefd.” Geen wonder dat hij van alle deelnemers aan het project de meeste foto’s heeft gemaakt, een stuk of 850, gemaakt met de digitale camera die hij van Caro kreeg. “In het begin deed ik maar wat, maar ik kreeg al snel de smaak te pakken. Dieren, gebouwen, mensen; ik ging nooit zonder toestel de straat op. En op een gegeven moment ga je anders kijken. Je let meer op de lijnen, het kader. Dat je niet iemand maar half hebt geschoten.” “Ik kan niet uitslapen, dus ik sta elke och-
tend om half vijf, vijf uur op. Na de koffie ga ik om kwart over acht naar buiten. Vaak blijf ik dan de hele dag weg. Rij ik met m’n scootmobiel een beetje in de rondte. Als het mooi weer is, ga ik naar de steiger bij het De Mirandapaviljoen. Ik hou van de rust, een beetje mijmeren over het leven. Ik ben hartstikke ziek en de laatste tijd kan ik niet meer zo goed mensen om me heen hebben.” “Maar ik vind het wel leuk om ze te fotograferen. Soms stiekem, zoals deze vrouw in het gras langs het water van de Jozef Israëlskade. Maar ook mijn familie. Mijn broer en zus met oudjaar, mijn kleine broertje tussen de daklozen.” “We hebben heel wat voor onze kiezen gekregen. Ik ben geboren in de Jordaan, als
kijk in de pijp KijkInDePijp_sep15.indd 23
oudste van zes kinderen, maar we groeiden op in de Spaarndammerbuurt. Ik heb veel in kindertehuizen gezeten, want mijn vader was zwaar alcoholist en er was altijd ruzie thuis.” “Op mijn veertiende werkte ik al in de fabriek, de Klene Dropfabrieken aan de Looiersgracht, met van die ouderwetse prikklokken. Maar door de narigheid met mijn vader ging het niet zo goed met me en toen heb ik per ongeluk de fabriek in de fik gestoken. Anderhalf mijoen gulden schade, één jaar jeugdgevangenis. Daarna heb ik van alles gedaan. Loodgieter, rioolreiniger, sloper, stratenmaker, marktkoopman. Twaalf ambachten dertien ongelukken. Maar slopen vond ik het allermooiste.”
23 16-10-15 09:53