"Leerstoornissen? Nee, neurodiversiteit!" zegt Thomas Armstrong

Page 1

“Leerstoornissen? U Claartje van der Grinten in gesprek met Thomas Armstrong

Thomas Armstrong is psycholoog en onderwijzer, schoolbegeleider en journalist. Hij is auteur van ‘In their own way: discovering and encouraging your child’s personal learning styles’; Los Angeles: Jeremy P. Tarcher, inc. 1987.

zegt dat er geen leerstoornissen zijn, maar leerverschillen. We hebben die verschillen juist nodig. Dar klinkt leuk, maar die kinderen kunnen niet meekomen. Hoe kunnen we kinderen van wie we nu zeggen dat ze een leerstoornis hebben helpen? “Op de eerste plaats moeten we ontdekken waar kinderen wel goed in zijn en ze helpen die sterke kanten in de school te ontwikkelen. Juist de kinderen met leerstoornissen hebben er behoefte aan ergens in uit te blinken. Met de term neurodiversiteit wil ik aangeven, dat er verschillen zijn tussen het ene brein en het andere, en dat het goed is dat die verschillen er zijn. Denk aan het begrip biodiversiteit: hoe meer verschil er is in de dieren- of plantenwereld, hoe beter ieder afzonderlijk kan functioneren. Nu is het zo dat het kind dat goed leest, spelt, rekent en logisch redeneert de beste van de klas wordt. De nadruk op alleen deze vaardigheden, ontkent de talenten van misschien wel de meerderheid van de kinderen. Niet alle kinderen zijn zo begaafd in taal of rekenen, de verbaal-linguistische en logischmathematische intelligenties, zoals Howard Gardner ze noemt. Deze Amerikaanse wetenschapper noemt nog zes andere intelligenties waarin je kunt uitblinken: muzikaal, ruimtelijk, kinesthetisch, relationeel, intra-persoonlijk of interpersoonlijk. De talenten van deze kinderen krijgt men op school niet vaak te zien, omdat ze niet gevraagd worden. Er lijkt geen plaats te zijn voor de jonge uitvinder, voor het danstalent, voor de sociaalvaardige speelplaatsleider die zich in de klas doodverveelt. Kunt u iets meer vertellen over die acht intelligenties? Het linguïstische kind is woord-gericht. Het is een goede verteller en schrijver, merkt details op. Het is een snelle lezer die in woorden denkt en gek is op woordspelletjes zoals tongbrekers, raadsels en moppen. Het logisch-mathematische kind is gericht op concepten. Het is de kleine wetenschapper die houdt van experimenteren, die veronderstellingen op waarheid toetst en logische patronen ontdekt. Het is ook een goede rekenaar. Het ruimtelijk-georiënteerde kind

[ pagina 10 ] 1/2011

e du c a r e

is meer op beelden en voorstellingen gericht: een dagdromer; een artiest, tekenaar, of uitvinder. Het voelt zich aangetrokken tot de visuele media. Het houdt van ruimtelijke puzzels zoals de kubus van Rubik en driedimensionale constructiespelletjes. Het ontwerpt visuele patronen. Het muzikale kind is gericht op ritme en melodie. Het bespeelt wellicht een instrument. Tijdens het werk is het dikwijls voor zichzelf aan het zingen of luistert het naar zijn i-pod. Dit kind wordt geactiveerd en studeert beter als er muziek is. Het kinesthetische kind is lichaams-gericht. Het blinkt uit in sport of handvaardigheid. Het drukt zich uit via lichamelijke activiteiten, zoals mime, dans, acteren. Het raakt dingen aan om ze te begrijpen. Het interpersoonlijke kind is sociaal-gericht. Het heeft leiderschapskwaliteiten, organiseert discussies, kan de les aan andere kinderen uitleggen. Dit kind houdt van groepsspelletjes en leert goed in een samenwerkingsverband. Het intrapersoonlijke kind is intuïtief. Het heeft een sterke wil en is van binnenuit gemotiveerd. Het geeft de voorkeur aan solitaire hobby’s en activiteiten. Het is een ‘Einzelgänger’. Hoe kunnen we op school meer aandacht besteden aan al die verschillende talenten? Je zou kinderen moeten helpen hun positieve kanten te maximaliseren en de negatieve te minimaliseren, zodat het zich leert aanpassen aan de leefomgeving en zich tegelijkertijd optimaal ontplooit. Focussen op de positieve kanten heeft zijn waarde. Neurodiversiteit is een krachtig concept, geruggensteund door substantieel onderzoek uit de hersenwetenschap, evolutionaire psychologie, antropologie en andere gebieden die onze visie op psychische aandoeningen radicaal kunnen veranderen. Leerkrachten moeten zich bewust inspannen om bijvoorbeeld het rekenen ook voor de andere intelligentietypen duidelijk te maken. Ik onderwees de tafels van vermenigvuldiging muzikaal door ze te zingen op een blues. Ook vertelde ik de kinderen een spannend verhaal over meneer Zoveel, die zonen had die Eenmaal, Tweemaal en Driemaal heetten; alles wat Driemaal aanraakt verdrievoudigde. De tafel van 3 leerde ik ze kinesthetisch door de kin-

© CELINE MULLER

Thomas Armstrong houdt niet van het woord ‘leerstoornis’. Hij noemt het liever: ‘neurodiversiteit’. “Verschillen tussen het ene brein en het andere zijn even verrijkend – en even onmisbaar – als verschillen onder planten en dieren.” Hij wil aandacht voor wat een kind wél kan.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.