Leren: natuurlijk kun je het! door Marijke Sluijter

Page 1

Leren: natuurlijk kun je het! Meten is weten, of toch niet? Het toekennen van meer of minder waarde aan elkaar verhindert onderlinge samenwerking en bundeling van kennis en werkkracht. Het speelt mensen uit elkaar en ontneemt zowel het individu als de samenleving veel kansen. We leren dit gedrag aan, vooral op school. Scholen zouden werkplaatsen moeten zijn waar elk kind met de eigen leer-kracht onder de arm wordt ontvangen met de vraag: “Ha, fijn dat je er bent! Wat kom je vandaag doen?”

In de jaren negentig las ik Het Levensweb van Fritjof Capra in één adem uit. Het was een openbaring. Zijn uitleg over ecologische systemen sloot precies aan bij mijn ervaring als leerkracht en directeur op een jenaplanschool, die zich een leer- en leefgemeenschap noemde. Als mede-oprichter van het Center for Ecoliteracy (centrum voor ecologische geletterdheid) in Berkeley, dat ecologie en systeemdenken wil bevorderen in het basis- en voortgezet onderwijs, heeft zijn visie nog steeds invloed. Capra stelt dat alle organismen, van de kleinste eencellige tot het grootste organisme zoals een bedrijf of een land, onderhevig zijn aan dezelfde ecologische wetten. We maken allen deel uit van een ecosysteem, een subtiel weefsel van onderlinge afhankelijkheid. Hij stelt dat welvaart en welzijn ontstaan als dit ecosysteem in balans is. In één en dezelfde ruimte moet ieder organisme die ruimte delen met alle andere organismen. Zodra het organisme de juiste positie heeft ingenomen, dus waar het zich prettig voelt en voldoende voedsel heeft, zal het uitreiken naar anderen en kunnen samenwerken. Vanuit die constructieve samenwerking ontstaan ‘producten’ ofwel de vruchten van het werk. De organismen is het te doen om de activiteit. Ze doen wat ze doen moeten, wat hun natuur is. Die vruchten zijn voor hen dan niet meer van waarde, en zo ontstaat vanzelf overvloed. Uiteindelijk zoveel, dat profijt niet meer van belang is, er is genoeg voor iedereen. Op dat moment is er evenwicht tussen hebben en zijn, je voelt je optimaal omdat aan alle behoeften is voldaan. Zo 6

educare | juni 2015

ontstaat er een cultuur van vrijheid. Niemand hoeft te graaien, iedereen heeft wat hij nodig heeft. In samenlevingen waar respect is voor ieders inbreng zie je dat talent op natuurlijke wijze wordt ingezet voor het algemeen belang (Liedloff).Wie beseft dat ‘het andere’ en ‘de ander’ deel uitmaken van het eigen ecosysteem, beschadigt dat niet. Mensen die mogen zijn wie ze zijn en mogen doen waar ze goed in zijn, gaan als vanzelf hun talenten ontwikkelen en inzetten voor de ander. Mensen die geen verschil voelen tussen de waarde die ze aan zichzelf en aan de ander toekennen, hoeven zich niet te bewijzen. Status valt weg en het is niet nodig op elkaar neer te kijken. Je hoeft maar om je heen te kijken om te zien dat deze ideale toestand nog ver weg is, gevangen als we zitten in het denken in hokjes. Waar komt dat toch vandaan? Op het consultatiebureau begint het meten en wegen. Natuurlijk fijn om te weten of je kind iets nodig heeft. Bleef het daarbij, dan was er niets aan de hand. Maar als bij elke score boven het gemiddelde onze trots gloeit en we bij elke dreiging dat ons kind achter blijft in een kramp schieten, is er iets goed mis. Hoezo moet een kind beter, groter, sneller dan een ander zijn? Mankeert er iets aan een kind dat kleiner of trager is? Het ‘gemiddelde kind’ is een optel- en deelsom van alle varianten die er zijn. Het ‘gemiddelde kind’ is niet het ‘normale’ kind. Normaal is dat er tussen kinderen verschillen in groei, ontwikkeling en interesse zijn, precies zoals de na-


Tekst Marijke Sluijter Beeld Shutterstock

Ieder zoekt zijn plek in het levensweb

educare | juni 2015

7


EduQreation Leren is een scheppend proces, vandaar EduQreation, zegt Marijke Sluijter. Zij onderzocht (Aruba, 1973-1974) of kinderen vanuit de verbinding met zichzelf, elkaar en de wereld kunnen leren rekenen en lezen. Al na een maand was het verschil in de persoonlijke ontwikkeling opmerkelijk: “De kinderen werden actiever, coöperatiever en toonden een opmerkelijk inzicht in elkaars capaciteiten. Ze leerden van en aan elkaar en de bereidheid om elkaar te helpen was groot. Omdat ieder kind op zijn eigen niveau met de leerstof kon omgaan was er geen competitie, voelde elk kind zich competent en werd er op niemand neergekeken. Een deel van de kinderen bleek al snel veel verder in hun ontwikkeling dan de standaardmethodes aangaven. Door de leerstof zo aan te bieden dat zij zelf op onderzoek konden gaan, werden zij de ‘verkenners’ die de anderen nieuwsgierig maakten.” Meer informatie: www.eduqreation

Aangeboren gevoel voor juistheid In de veelgeprezen onderwijsfilm Alphabet is een proef met baby’s te zien. De kinderen kijken naar een animatie van een blokje dat omhoog probeert te klimmen. Dat lukt net niet. Dan komt er hulp van een ander blokje dat een zetje geeft, waardoor het wel lukt. De kinderen reageren allemaal blij. Dan krijgen ze het filmpje nog eens te zien, maar nu komt er een blokje dat het klimmende blokje tegenhoudt. Alle kinderen reageren geschrokken, dit is niet leuk! Ze kunnen zich dus in een ander inleven. Na een half jaar wordt de proef herhaald. Dan blijkt een aantal kinderen plezier te hebben als het blokje wordt tegengehouden. Dat is dus aangeleerd. Het aangeboren gevoel voor juistheid is bij hen al aangetast.

8

educare | juni 2015

tuur het bedoeld heeft. De manier waarop er naar je gekeken wordt, hoe er over je gesproken wordt en wat men over je denkt, bepaalt in hoge mate de plek die je durft in te nemen. Het kind vraagt voortdurend: “Mag ik er zijn, ben ik goed genoeg zoals ik ben?” Bij twijfel zal het zijn gevoel voor juistheid onderdrukken en zich aanpassen door een onecht zelf te ontwikkelen. Die onechte persoonlijkheid is altijd ontkrachtend. Men functioneert dan niet vanuit zijn eigen innerlijke motor, maar laat zich ‘op afstand besturen’.

Een school is een levend netwerk van onderlinge relaties tussen leerlingen, leerkrachten en ouders

De angst van kinderen en ouders rond de citotoetsen is haast tastbaar, de pijn als het gewenste niveau niet gehaald wordt voelbaar. Kopjes naar beneden, niks trots op jezelf dat je handig bent, of zorgzaam, of prachtig kunt zingen. Je bent een ‘loser’. Als ouder voel je je net zo ongelukkig als je kind. Je hebt gefaald. Gewogen en te licht bevonden, gemeten en afgekeurd. Succesvol is synoniem met veel geld verdienen en losers krijgen een schijntje. Wat doen we elkaar toch veel pijn! Hoe kunnen we dat doorbreken? We zijn een product van duizenden jaren hiërarchie waarin we onze overtuigingen over deze ordening aan elkaar overdroegen. Met die ‘mindset’ gaven we onze samenleving vorm, en dus ook onze scholen. Oude patronen waarin er bazen en slaven waren, dwalen nog hardnekkig in ons onderbewustzijn rond. Niemand is daaraan schuldig, maar ieder van ons is wel verantwoordelijk voor de pijn die we daardoor elkaar en onszelf aandoen. Het begint met je bewust te worden van deze automatismen en je af te vragen of ze wel kloppen. Daarna kun je opnieuw een standpunt innemen en vanuit de nieuw verworven inzichten andere keuzes maken. Je stopt vanzelf met structurerend en controlerend gedrag als je ontdekt dat mensen van nature willen presteren. Paul de Blot noemt dat ons Kindsysteem. Dat is het nieuwsgierige, onderzoekende deel in onszelf dat niet gehinderd door aannames en vooroordelen de wereld vrijelijk tegemoet treedt. Dat risico’s durft te nemen om verder te kunnen komen. Dat kindsysteem ligt onder druk. We willen zo graag alles beheersen dat we onze kinderen onvoldoende ruimte geven voor exploratie en voor het nemen van risico’s. We denken dat meten weten is, en leggen teveel nadruk op wat we kunnen meten. We vergeten daarbij dat het niet meetbare van onschatbare waarde kan zijn.


Dat zie je vooral bij kinderen die door de heersende schoolcultuur zijn afgeschreven. Met zwak begaafd, autistisch of wat voor label dan ook zetten we hen apart en is de kans om een eigen plek binnen de groep te veroveren van meet af aan verkeken. Alle aandacht gaat naar wat ‘niet goed’ gaat waardoor ze weinig kans krijgen om te laten zien wat ze wel in zich hebben. Hilde van Bulck vertelt in haar boek De eigenwijze kikker hoe ze haar ‘bijzondere’ leerlingen hun eigen plek liet innemen door hen langdurig te laten schuiven met tafels en stoelen, net zolang tot iedereen voelde dat ze goed zaten. Daarna liet ze hen contact maken met zichzelf en vroeg hen zichzelf te zien als boom en die te onderzoeken met alle eigenaardigheden, inclusief de omgeving. De bomen die daarna getekend werden, gebruikte ze om in gesprek met de kinderen te komen. Een diepe wijsheid over zichzelf bleek aanwezig in elk van haar leerlingen. Het begrip voor elkaar was weldadig en er ontstond een diepe band in deze groep. Het valt niet mee om je rechtmatige plek in te nemen. Maar meer en meer mensen doen het. En dat levert veel op. Scholen waar leraren, leerlingen en ouders voortdurend met elkaar in gesprek zijn en hun ervaringen op voet van gelijkwaardigheid delen, slagen er steeds beter in een voedend klimaat neer te zetten waarin iedere ouder, ieder kind en elke leerkracht zich welkom voelt, omdat het goed genoeg is zoals hij is. Waar fouten als kansen worden gezien, waar ieder kind zich kan verbinden met de ander en mag leren wat hem boeit. Wie weet komt ooit de dag dat geen leerkracht zich minderwaardig voelt ten opzichte van ‘meer geslaagde’ fami-

lieleden, dat geen school nog neerkijkt op ouders en geen kind meer te horen krijgt dat het niet deugt. Paul de Blot wijst in zijn boek Ik heb een droom op het belang van het toeval. De natuur gebruikt toeval als kracht tot overleven. Toeval maakt overleven in steeds wisselende omstandigheden oneindig kansrijker dan je met beheerste, geplande strategieën ooit zou kunnen bereiken. De mens is van nature toegerust met een verfijnd vermogen om met dat toeval om te gaan. Spel is de ingeboren neiging die we daarvoor hebben meegekregen. Dat vermogen mag dus nooit verstoord worden. Niet door ons wantrouwen in de natuur, niet door strakke regelgeving over wanneer wat geleerd moet worden en niet door onze achterhaalde ideeën over wie meer of minder is. Toeval is de bron van onze groeikracht. Geef toeval de ruimte, vooral in de school.

Meer lezen? Het Levensweb, Fritjof Capra Ik heb een droom van duurzaamheid tot zingeving; De natuur als onze leerschool, Paul de Blot Op zoek naar het verloren geluk; Naar een natuurlijke manier van opvoeden, Jean Liedloff De eigenwijze kikker; Het geheim van lesgeven en opvoeden, Hilde van Bulck

educare | juni 2015

9


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.