
1 minute read
OPDRACHTEN
1 Concentratie-oefening
Dit heb je nodig:
• stopwatch
Dit ga je doen:
1 Werk in tweetallen. De een doet de proef. De ander neemt de tijd op.
2 Bekijk het schema. Noem per kolom (van boven naar beneden) de echte kleur van de woorden. Probeer dat zo snel mogelijk te doen.
3 Als je een fout maakt, begin je opnieuw met de eerste kolom. blauw rood blauw groen rood groen groen rood zwart blauw rood blauw zwart rood groen
Hoe lang doe je erover om alle kolommen foutloos te doen? Noteer de tijd. Draai daarna de rollen om.
Tijd =
2 Warming-up
Het is belangrijk dat je je goed kunt concentreren in de les. Een warming-up kan helpen. Je maakt je hoofd leeg en je lichaam los. Als je beweegt, ga je je goed voelen. Dat komt doordat er stoffen vrijkomen in je lichaam die zorgen voor een goed humeur en minder stress.
Dit ga je doen: a Doe opdracht 1 'Concentratie-oefening' nog een keer. Is er een verschil?
1 Schuif je stoel onder je tafel en ga erachter staan.
2 Draai met je linkervoet vijf rondjes naar links en vijf naar rechts.
3 Doe hetzelfde met je rechtervoet.
4 Draai met je linkerbeen vanuit je heup vijf rondjes naar links en vijf naar rechts.
5 Doe hetzelfde met je rechterbeen.
6 Draai met je heupen vijf rondjes naar links en vijf naar rechts.
◯ nee b Hoe zit het met de rest van de klas?
◯ Ja, ik ben de tweede keer langzamer.
◯ Ja, ik ben de tweede keer sneller.