In een auto zit een lichtsensor. Rijd je een tunnel in, dan gaan de koplampen automatisch aan. Een sensor werkt met een maximale spanning van 5 V. De koplampen werken op een spanning van 12 V. Hoe kun je met een lage spanning van de sensor een apparaat aansturen dat werkt op een hogere spanning? Figuur 23
3 Invoer- en uitvoerelementen Invoerelementen ▶ practicum Invoer- en uitvoerelementen
Op het systeembord zie je onder ‘INVOER’ een aantal invoerelementen. Zie figuur 24. De gele aansluitbus van een invoerelement levert het signaal dat gestuurd kan worden naar elementen onder ‘VERWERKING’ en/of ‘UITVOER’. Sensor Bij automaten gebruik je vaak een sensor als invoerelement. Op het systeembord zie je onder ‘INVOER’ aansluitingen voor twee sensoren. Op de rode aansluitbus staat 5 V en op de zwarte 0 V. Geluidssensor De geluidssensor op het systeembord is een microfoon. Je ziet alleen een gele stekkerbus om het afgegeven sensorsignaal te gebruiken. Als het volume van het geluid toeneemt, neemt de signaalgrootte op de uitgang van de sensor ook toe. Drukschakelaar Op het systeembord zitten twee drukschakelaars. Een drukschakelaar geeft een binair signaal af. Houd je de drukschakelaar ingedrukt, dan is de uitgang hoog, binair 1. Laat je hem los, dan is de uitgang laag, binair 0. Figuur 24
Technische automatisering
21