2 minute read

5 Overige verwerkers

Hierna vind je een overzicht van de leerdoelen per paragraaf. Ga voor jezelf na of je de leerdoelen beheerst. Geef aan met welke leerdoelen je nog moeite hebt en wat je hiermee gaat doen.

Paragraaf 1 Meet-, stuur- en regelsystemen

Ik kan

de volgende begrippen beschrijven en toepassen: invoer, verwerking, uitvoer, blokschema, sensor, meetsysteem, stuursysteem, regelsysteem, terugkoppeling, analoog en digitaal signaal, tweewaardig signaal, binair signaal, laag signaal, hoog signaal

beschrijven hoe een automaat een signaal in drie stappen behandelt

uitleggen of een gegeven systeem een meet-, een stuur- of een regelsysteem is

het blokschema tekenen van een gegeven systeem  de sensoren noemen voor de volgende grootheden: temperatuur, lichtsterkte, kracht en geluidssterkte

Paragraaf 2 Sensoren

Ik kan

de volgende begrippen beschrijven en toepassen: karakteristiek, ijkgrafiek, gevoeligheid, meetbereik, lineariteit, systeembord, Systematic

uit een ijkdiagram de gevoeligheid, de lineariteit en het meetbereik van een sensor bepalen

een schakelschema van een sensor tekenen waarvan de weerstand afhangt van de te meten grootheid

met behulp van een gegeven schakelschema uitleggen over welke weerstand de sensorspanning staat

de sensor kiezen die past bij een gegeven doel  een sensor aansluiten op een systeembord of in een simulatieprogramma

berekeningen maken en beredeneren hoe het sensorsignaal afhangt van de gemeten grootheid

Acties

Acties

Ik kan

de volgende begrippen beschrijven en toepassen: invoerelement, geluidssensor, drukschakelaar, variabele spanning, pulsgenerator, puls, uitvoerelement, actuator, led, zoemer, relais

aangeven hoe een uitvoerelement reageert op een laag of een hoog signaal

een schakeling van een automaat met een gegeven taak op een systeembord of in een simulatieprogramma ontwerpen, bouwen en de uitvoering van de taak controleren

berekeningen maken met de frequentie van een pulsgenerator: f = 1 _ T

Paragraaf 4 Geheugencel en pulsengenerator

Ik kan

de werking van de volgende elementen beschrijven en toepassen: pulsenteller, geheugencel

de pulsgenerator en de pulsenteller gebruiken als schakelklok of tijdmeter

Paragraaf 5 Verwerkers

Ik kan

de volgende begrippen beschrijven en toepassen: verwerker, waarheidstabel, ingangsspanning, referentiespanning

de werking van de volgende elementen beschrijven en toepassen: comparator, invertor, OF-poort, EN-poort

de werking van invertor, OF-poort en EN-poort weergeven in een waarheidstabel

een schakeling van een automaat met een gegeven taak op een systeembord of in een simulatieprogramma ontwerpen, bouwen en de uitvoering van de taak controleren

Acties

Acties

Acties

Ik kan

het volgende begrip beschrijven en toepassen: tientallig of decimaal stelsel, tweetallig of binair stelsel, binair getal, bit, AD-omzetter, breedte van een AD-omzetter, spanningsgebied, stapgrootte, stapnummer, resolutie, bemonsteringfrequentie

een binair getal omzetten in een decimaal getal en omgekeerd

berekeningen maken met spanningsbereik, spanning, stapnummer, stapgrootte of resolutie en bemonsteringfrequentie

Acties

This article is from: