De auto in figuur 6.84 rijdt op waterstof. Een waterstofauto is ook een elektrische auto, maar hij heeft geen standaard batterijen. In plaats daarvan tank je waterstof. Wat zijn de voor- en nadelen van deze auto’s? Hoe produceer je de waterstof op een duurzame manier? Figuur 6.84
6.6
Duurzame energie
Elektriciteit en energietransitie In hoofdstuk 5 heb je gelezen dat Nederland de uitstoot van CO2 zoveel mogelijk moet beperken. Overal waar aardolie, gas en steenkool worden verbrand, komt CO2 vrij. Het verwarmen van huizen met aardgas en auto’s die rijden op aardolieproducten kan in de toekomst niet meer: niet alleen vanwege het klimaat, maar ook omdat de voorraden eindig zijn. In deze energietransitie is een grote rol toebedacht aan elektriciteit. Elektrische energie kun je eenvoudig omzetten in warmte, beweging, licht en nagenoeg elke andere vorm van energie. Elektriciteit is van zichzelf schoon, en kan eenvoudig getransporteerd worden via kabels. Maar er zijn ook nadelen aan elektriciteit. Elektrische energie kun je opslaan in batterijen en accu’s, maar de energiedichtheid van batterijen is veel kleiner dan die van fossiele brandstoffen. Daardoor is het veel moeilijker om grote hoeveelheden elektrische energie op te slaan en mee te nemen. En bij de traditionele manieren om elektrische energie op te wekken komt alsnog CO2 vrij. Om de energietransitie te laten slagen worden meerdere strategieën tegelijk ingezet. Denk daarbij aan: 1 Energiebesparing: Hoe minder energie er gebruikt wordt, hoe beter. 2 Rendement: Hoe hoger het rendement van een apparaat, des te meer doe je met de beschikbare energie. Je gebruikt een groter deel van de beschikbare energie op een nuttige manier. 3 Opwekking van elektrische energie: Het gebruik van de ene energiebron is beter voor het klimaat dan de andere. Hoe kleiner de uitstoot aan CO2, des te beter is het voor het klimaat.
Elektriciteit
279