


























Plak hier een fotoof tekening van jezelf,of maak een collage vandingen die voor joubelangrijk zijn.
Plak hier een fotoof tekening van jezelf,of maak een collage vandingen die voor joubelangrijk zijn.
In jouw groeischrift houd je jouw groei bij. Voor alle leerlijnen kun je bijhouden hoe het gaat. Hier kun je lezen wanneer je bij welke leerlijn jouw groei kunt bijhouden.
Bij tante Jet en haar dieren
Hoe ging spreken in mijn groepje?
bladzijde 6 en 7 Spreken & luisteren
Maak dan de opdrachten in dit groeischrift.
Na elke les 5 Na elke les 10
Woordenschat: vul je score in op blz 14 en 15 van dit groeischrift
Na elke les 10
Leer meer over je eigen groei met de Ik-cirkels bladzijde 4 en 5 Na blok 2Na blok 1
Na elke les 5 Na elke les 10
Na elke les 5
Taal verkennen: vul je score in op blz 24 en 25 van dit groeischrift
Na blok 3
Taal verkennenLezen
Schrijvenbladzijde 16 en 17bladzijde 12 en 13bladzijde 8 - 13 bladzijde 30 en 31bladzijde 28 - 31bladzijde 22 en 23
En de winnaar is ...
Na het lezen van een boek bladzijde 18 - 23
Ik maak eerst de voorkant af. Dan is het echt mijn groeischrift!
Lezen
zeeleeuwenshow
Na elke les 5 Na elke les 10
Woordenschat: vul je score in op blz 14 en 15 van dit groeischrift
Na elke les 10
Na elke les 5 Taal verkennen: vul je score in op blz 24 en 25 van dit groeischrift
Na elke les 5 Na elke les 10
Na blok 6
Taal verkennen
Woordenschat
KLAAR met een blok?
Zoveel heb ik geleerd bij taal bladzijde 36 - 37 Na blok 5Na blok 4 bladzijde 26 - 29bladzijde 6 - 13bladzijde 22 en 23 bladzijde 32 en 33bladzijde 16 en 17bladzijde 26 en 27
Maak dan de opdrachten in dit groeischrift.
Je laat in deze cirkel zien hoe je bent.
En wat je over jezelf vindt.
Je kleurt de vakjes van binnen naar buiten.
Hoe meer vakjes je kleurt, hoe meer dat voor jou geldt.
Ik doe mijn best.
Ik vind Taal leuk.
Ik werk netjes.
Je hebt wat verteld in je groepje.
Ik vertelde over:
De eerste keer nadat je wat hebt verteld in je groepje, doe je het volgende:
• Je vult het onderwerp in.
• Je bedenkt hoe het ging.
• Je kruist aan onder Ja of Nee
• De tweede keer nadat je wat hebt verteld, doe je hetzelfde.
keer eerste
Ik heb bedacht wat ik wilde vertellen.
Ik was niet bang om te praten.
Ik praatte duidelijk.
Ik praatte hard genoeg.
Ik stopte niet met praten, maar ging door.
Ik bleef bij mijn onderwerp.
Ik keek de anderen aan toen ik praatte.
Ik vertelde in de goede volgorde.
Ik gaf de anderen de kans om vragen te stellen.
Ik heb verteld wat ik wilde vertellen.
Wat ga ik doen?
1 Na blok 1 kijk je naar een filmpje.
2 Je doet dit samen met je leermaatje.
3 Jullie praten over het filmpje.
4 Waarom is het leuk ernaar te luisteren en kijken?
Hoe goed kan ik dat al?
Na blok 1
Na blok 5
Hoe goed kan ik dat al?
Na blok 1
Na blok 5
5 Bedenk zelf hoe goed je dat doet.
6 Je kleurt één of meer duimpjes. Hoe meer duimpjes je kleurt, hoe beter je denkt dat je dat kunt.
7 Dit doe je ook na blok 5.
Hoe goed kan ik dat al?
Na blok 1
Na blok 5
Hoe goed kan ik dat al?
Na blok 1
Na blok 5
Hoe goed kan ik dat al?
Na blok 1
Na blok 5
Hoe goed kan ik dat al?
Na blok 1
Na blok 5
1 x Je moet het nog leren.
nog
2 x Je moet het nog oefenen.
3 x Je kunt het een beetje.
4 x Je kunt het goed.
5 x Je kunt het super goed.
Hoe goed kan ik dat al?
Na blok 1
Na blok 5
Je hebt in les 2 geluisterd.
Je hebt in les 2 opdrachten gemaakt.
Wat doe ik nu?
Je leest wat er naast het blaadje staat.
Daar groei je naartoe.
Denk na hoever je nu in jouw groei bent.
Na blok 1 kleur je een rondje op elke groeilijn.
Het gekleurde rondje geldt voor jou.
Na blok 5 doe je dat ook.
Heb je een rondje vlakbij de pit gekleurd?
Let daarop bij het luisteren.
Zo kun je verder groeien.
Ik bedenk waar ik naar ga luisteren.
Ik schrijf in kernwoorden op wat ik wil onthouden.
Ik kan een verhaal altijd goed volgen.
Ik bedenk achteraf altijd wat ik van de luistertekst vond.
Ik bedenk altijd wat ik onthouden heb.
Ik kan de luistertekst goed samenvatten, als dat nodig is.
Wat heb ik gedaan?
Je hebt in les 1 een paar keer een gesprek gevoerd.
Wat doe ik nu?
Je leest de gesprekstips.
Je kleurt na blok 2 en na blok 5:
• groen: wat je nu al doet;
• geel: wat je nog moeilijk vindt.
Wat je nog moeilijk vindt, maakte je geel.
Na extra oefenen kun je het hokje alsnog groen maken.
Ik luister goed naar de ander.
Ik laat mijn klasgenootje uitspreken.
Als ik iets niet begrijp, stel ik een vraag.
luister.
Ik kijk de ander aan.
Ik doe goed mee met begrijpt.
het gesprek.
Ik gebruik wat ik heb opgeschreven, als ik iets moet samenvatten.
samenvatten.
Ik help de ander bij het samenvatten.
Ik praat duidelijk.
Ik luister en kijk naar iemand die iets vertelt.
Ik zit rechtop.
Ik zorg ervoor dat iedereen aan de beurt komt.
Ik zeg het als ik iemand niet goed kan verstaan.
Ik kijk of de anderen mij begrijpen. ik wil gaan zeggen.
Ik blijf bij het onderwerp.
Ik denk eerst na over wat ik wil gaan zeggen.
Je hebt in les 5 opdrachten gemaakt.
Je hebt 15 keer antwoord gegeven onder ‘Dit kan ik nog’.
Je hebt ook 15 keer antwoord gegeven onder ‘Dit kan ik nu’.
Je weet nu hoeveel woorden je nog weet. En je weet hoeveel woorden je hebt geleerd.
Je kleurt voor elk goed antwoord een hokje groen.
Je hebt in je leerwerkschrift onbekende woorden opgeschreven bij Mijn pittige woorden.
Bekijk jouw pittige woorden. Welk woord vind jij nog lastig?
Schrijf erbij wat het woord betekent. Schrijf een mooie voorbeeldzin op. Maak er een tekening bij.
Zo onthoud je de betekenis van het pittige woord beter.
Je hebt nieuwe woorden geleerd bij Woordenschat.
Je hebt geleerd over taal bij Taal verkennen.
En je hebt nieuwe dingen geleerd bij spreken, een gesprek voeren, luisteren, lezen en schrijven.
Je laat in deze cirkel zien hoeveel je hebt geleerd.
Hoe meer vakjes je kleurt, hoe meer je denkt dat je hebt geleerd.
Dit geldt helemaal voor mij
uisteren
Volgend schooljaar ga ik: