1.1 Een functionele relatie
persoonlijke relatie
functionele relatie
zorgovereenkomst beroepshouding
Een verpleegkundige met een spastisch broertje thuis die dat broertje met eten helpt, kan twee uur later dezelfde handeling verrichten in het verpleeghuis waar ze werkt. Ogenschijnlijk voert ze dezelfde handelingen uit. Toch is er een belangrijk verschil. Met je broertje heb je een persoonlijke relatie. In een persoonlijke relatie streef je over het algemeen geen doelstelling na, waar je later verantwoording over moet afleggen en die aan bepaalde kwaliteitscriteria moet voldoen. In een persoonlijke relatie zijn veel zaken vanzelfsprekend geworden en bekend. Je bent vanuit vrije wil bij elkaar. Bij een zorgvrager op je afdeling is er sprake van een functionele relatie. Een functionele relatie heeft een beroepsmatig karakter. Je kunt de term ‘functionele relatie’ op twee manieren uitleggen: De relatie wordt aangegaan vanwege de functie die je in deze werksituatie hebt, namelijk verpleegkundige. Zowel met collega’s als met zorgvragers en hun naasten onderhoud je als verpleegkundige een functionele relatie. De relatie die je met zorgvragers en hun naasten aangaat heeft een functie, namelijk voorwaarden scheppen voor goede verpleging. Zonder zo’n relatie kun je niet goed voor iemand zorgen. Een functionele (beroeps)relatie is niet vrijblijvend. Je bent vanwege je beroep verplicht om een functionele relatie met de zorgvrager aan te gaan. Je hebt daarin geen keuze. Verplegen gebeurt zonder onderscheid des persoons. Als verpleegkundige kun je een zorgvrager niet de deur wijzen. Je kunt dit alleen doen in heel uitzonderlijke situaties, bijvoorbeeld als de zorgvrager zich herhaaldelijk niet aan de zorgovereenkomst houdt. Een functionele relatie houdt ook een zekere, professionele afstand in. Niet wat jij persoonlijk vindt of voelt, staat voorop, maar hoe je de zorgvrager de best mogelijke zorg kunt geven. De beroepshouding van een goede verpleegkundige wordt onder andere gekenmerkt door de juiste balans in professionele afstand en persoonlijke betrokkenheid. Natuurlijk heb je ook als zorgverlener gevoelens en emoties. Maar daar ga je op een professionele manier mee om.
1.1.1 Uitgangspunten voor de relatie tussen verpleegkundigen en zorgvragers Als verpleegkundige in opleiding zul je merken dat je niet als verpleegkundige geboren bent. Tijdens je beroepsopleiding ontwikkel je daarom niet alleen kennis en vaardigheden maar ook een grondhouding die voldoet aan het beroepsprofiel. Naast het beroepsprofiel is door de verpleegkundige beberoepsprofiel roepsgroep een beroepscode ontwikkeld. In de beroepscode zijn de regels en normen beschreven beroepscode die een verpleegkundige na moet leven. behandelingsovereen- Als een zorgvrager de hulp van een zorgverlener inroept, ontstaat een behandelingsovereenkomst tussen hen. In Nederland wordt zo veel mogelijk een gelijkwaardige samenwerkomst gelijkwaardige samen- kingsrelatie nagestreefd in de zorgverlening. De regels voor deze relatie zijn vastgelegd in de werkingsrelatie
Thema 1
deel8.indd 11
11
21-4-10 14:24