Inkijkexemplaar Traject MZ Technologie in de maatschappelijke zorg

Page 1

Technologie in de maatschappelijke zorg

Auteurs

G. van Glabbeek

M.M.C. Kemner-van de Sande

T. van de Looy

J. Rietman

Eindredactie

D.J.E.M. Leenhouwers

A&F MODULE 1
TMZ

Colofon Auteurs

G. van Glabbeek

M.M.C. Kemner-van de Sande

T. van de Looy

J. Rietman

Eindredactie

D.J.E.M. Leenhouwers

Met medewerking van

M. van Berlo

H. Brefeld

D.J.E.M. Leenhouwers

A. Liedke-van Eijck

H. Verkerk

Vormgeving binnenwerk

Studio Michelangela

Opmaak binnenwerk

Crius Group, Hulshout

Over ThiemeMeulenhoff

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt slimme flexibele leeroplossingen met een persoonlijke aanpak. Voor elk niveau en elke manier van leren. Want niemand is hetzelfde.

We combineren onze kennis van content, leerontwerp en technologie, met onze energie voor vernieuwing. Om met en voor onderwijsprofessionals grenzen te verleggen. Zo zijn we samen de motor voor verandering in het primair, voortgezet en beroepsonderwijs. Samen leren vernieuwen.

www.thiememeulenhoff.nl

ISBN 978 90 0666365 5

Eerste druk, eerste oplage, 2023

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2023

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

Voorwoord

Deze uitgave is onderdeel van Traject, dé methode voor de welzijnsopleidingen Maatschappelijke zorg en Pedagogisch werk. Deze uitgave bevat een licentie voor de online leeromgeving.

Traject MZ is gebaseerd op het kwalificatiedossier 2022 voor de opleiding Maatschappelijke zorg. In dit kwalificatiedossier hebben de eigen regie en de zelfredzaamheid van cliënten een belangrijke plek gekregen. Ook is er meer aandacht voor de eigen professionele ontwikkeling en voor technologie in de zorg. Traject sluit aan op dit kwalificatiedossier met actueel en vernieuwend materiaal dat is ontwikkeld in samenwerking met docenten en experts uit het werkveld.

Traject bestaat uit:

• theorieboeken;

• een online leeromgeving met verwerkingsopdrachten, praktijksituaties, beroepsvaardigheden, zelftoetsen, evaluatie- en reflectieopdrachten.

Traject is modulair opgebouwd. Deze uitgave bestaat uit meerdere modules. Elke module heeft een vaste opbouw. In deze uitgave zijn de volgende onderdelen terug te vinden:

• een korte praktijksituatie met oriëntatieopdrachten om voorkennis te activeren;

• actuele theorie die alle benodigde basiskennis en achtergrondinformatie bevat bij de betreffende werkprocessen. De theorie bevat veel voorbeelden uit de beroepspraktijk;

• begrijp je de theorie; stellingen waarmee de student controleert of hij de theorie voldoende beheerst;

• een begrippenlijst.

Bovenstaande onderdelen zijn ook opgenomen in de online leeromgeving. Daarnaast bevat de online leeromgeving bij iedere module de volgende onderdelen:

• een grote variëteit aan verwerkingsopdrachten met directe feedback;

• praktijksituatie(s). Dit zijn realistische beschrijvingen van situaties uit de beroepspraktijk inclusief opdrachten, houdingsaspecten, vaardigheden en kenniselementen;

• vaardigheden met opdrachten en BPV-opdrachten voor het stapsgewijs aanleren van communicatieve, instrumenteel-technische en sociaal-agogische vaardigheden;

• door de module heen zijn allerlei evaluatie- en reflectieopdrachten opgenomen;

• een zelftoets waarmee de student zelfstandig kan beoordelen of hij de stof beheerst;

• een moduletoets die de docent kan inzetten om te beoordelen of de studenten de stof voldoende beheersen.

We wensen alle studenten en docenten veel plezier en succes met het werken met Traject.

Amersfoort 2023, Auteurs, redactie en uitgever

3

I nhoudsopgave

Module 1 Inleiding technologie in de maatschappelijke zorg 9

Je gebruikt zorgtechnologie bij Wim 10

1 Technologie in de maatschappelijke zorg 14

1.1 Voorbeelden van zorgtechnologie 14

1.2 Datagedreven zorg en ondersteuning 23

Begrijp je de theorie? 25

2 Bevorderende en belemmerende factoren voor inzet van zorgtechnologie 26

2.1 Bevorderende factoren 26

2.2 Belemmerende factoren 31

Begrijp je de theorie? 33

3 Kiezen en toepassen van zorgtechnologie 34

3.1 Kiezen van de juiste technologie 34

3.2 Valkuilen bij het kiezen van zorgtechnologie 36

3.3 Toepassen van zorgtechnologie 37

3.4 Randvoorwaarden voor verantwoorde inzet van zorgtechnologie 38

Begrijp je de theorie? 42

Begrippen 43

Module 2 Visie en beleid bij zorgtechnologie 45

Een proef met een slimme medicijndoos 46

1 Visie en beleid van een organisatie 49

1.1 Belang van visie en beleid op de inzet van technologie in maatschappelijke zorg 50

1.2 Visie en beleid bij zorgtechnologie vanuit verschillende perspectieven 51

1.3 Het ontbreken van visie en beleid bij zorgtechnologie 53

Begrijp je de theorie? 55

2 Rol van (persoonlijk) begeleider bij de inzet van technologische hulpmiddelen 56

2.1 Visie en beleid vertalen naar het toepassen van technologische hulpmiddelen 57

2.2 Bijdrage leveren aan visie en beleid 59

2.3 Het effect van de inzet van technologische hulpmiddelen in het ondersteuningsproces 60

2.4 Jouw rol bij het toepassen van technologische hulpmiddelen 62

Begrijp je de theorie? 65

3 Wet- en regelgeving voor zorgtechnologie 66

3.1 De belangrijkste wet- en regelgeving bij de inzet van technologische hulpmiddelen 66

3.2 Het vertalen van wet- en regelgeving in de praktijk 68

Begrijp je de theorie? 72

Begrippen 73

Module 3 Ethiek en zorgtechnologie 75

Mevrouw Kaersemaker heeft meer ondersteuning nodig 76

1 Ethiek en technologie in de maatschappelijke zorg 80

1.1 Ethiek 80

1.2 Ethisch dilemma 81

1.3 Het belang van ethiek bij het gebruik van technologie 82

Begrijp je de theorie? 83

5

2 Ethische dilemma's bij technologie in de maatschappelijke zorg 84

2.1 Voorbeelden van ethische dilemma's bij technologie 84

2.2 Ethisch verantwoord omgaan met dilemma's bij technologie 89

Begrijp je de theorie? 90

3 Ethische reflectie bij technologie in de maatschappelijke zorg 91

3.1 Ethische reflectie 91

3.2 Ethische reflectie in de vorm van een moreel beraad 92

3.3 Een stappenplan voor ethische reflectie 93

Begrijp je de theorie? 95

Begrippen 96

Module 4 Positieve Gezondheid en zorgtechnologie 97

Je helpt Sem naar een gezondere leefstijl 98

1 Technologie in de maatschappelijke zorg en Positieve Gezondheid 101

1.1 Betekenisvolle toepassingen van zorgtechnologie 101

1.2 Passende technologische hulpmiddelen vinden 117

Begrijp je de theorie? 118

2 Belemmeringen en voorwaarden bij de inzet van zorgtechnologie 119

2.1 Belemmeringen bij de inzet van zorgtechnologie 119

2.2 Voorwaarden voor verantwoorde inzet van zorgtechnologie 121

2.3 Inzet van zorgtechnologie in het dagelijks leven van de cliënt 124

Begrijp je de theorie? 129

Begrippen 130

Module 5 Communicatie met zorgtechnologie 131

Je wilt de kwaliteit van leven van Anneloes verbeteren 132

1 Communiceren en informatie verzamelen via zorgtechnologie 136

1.1 Communiceren via zorgtechnologie 137

1.2 Informatie verkrijgen via beeldbellen 138

1.3 Informatie verkrijgen via sensoren 141

1.4 Informatie verkrijgen en begrijpen via zorgtechnologie 142

1.5 Invloed van beeldbellen en sensoren op het werkproces 143

1.6 AVG en technologie gericht op communicatie en informatie 144

Begrijp je de theorie? 145

2 Communiceren over de inzet van zorgtechnologie 146

2.1 Voorlichting over zorgtechnologie 146

2.2 Gespreksleidraad voor betere adoptie van zorgtechnologie 151

2.3 Beïnvloedingsstrategieën 151

2.4 Hulpmiddelenwijzer voor een betere keuze van zorgtechnologie 152

Begrijp je de theorie? 154

Begrippen 155

TMZ 6

Module 6 Multidisciplinair samenwerken en zorgtechnologie 157

Samen kom je verder 158

1 Technologie als ondersteuning bij multidisciplinaire samenwerking 161

1.1 Voorbeelden van zorgtechnologie voor multidisciplinaire samenwerking 161

1.2 Zorgtechnologie in de zorgketen 165

1.3 Verantwoorde inzet van zorgtechnologie voor multidisciplinaire samenwerking 167

Begrijp je de theorie? 171

2 Betrokkenen bij multidisciplinair samenwerken met behulp van technologie 172

2.1 Stakeholders bij multidisciplinair samenwerken met zorgtechnologie 172

2.2 Stakeholders en hun rollen, taken en verantwoordelijkheden identificeren 175

Begrijp je de theorie? 179

Begrippen 180

Module 7 Technologie en deskundigheidsbevordering 181

'Gedoe' met de spraakrobot 182

1 Deskundigheidsbevordering en scholing 186

1.1 Competenties 187

1.2 Technologie toepassen bij het ondersteunen van een cliënt 187

1.3 Ondersteunende processen bij het toepassen van technologische hulpmiddelen 191

1.4 Laatste ontwikkelingen rondom het gebruik van technologische hulpmiddelen 192

1.5 Kennis over de werking van technologische hulpmiddelen 193

1.6 Voorlichting geven aan de cliënt 195

1.7 Voor- en nadelen bij het toepassen van technologische hulpmiddelen 195

1.8 Kennis over relevante wet- en regelgeving 196

1.9 Checklist met aandachtspunten voor je scholing en instructie 198

Begrijp je de theorie? 200

2 Een scholing vormgeven 201

2.1 Informatie verzamelen 201

2.2 Leerdoelen 202

2.3 Leerinterventies ontwerpen en toepassen 203

2.4 Co-creatieve werkvormen 204

2.5 Randvoorwaarden voor scholing en instructie 206

Begrijp je de theorie? 208

Begrippen 209

Register 211

7

TMZ MODULE 1

Inleiding technologie in de maatschappelijke zorg

Technologie speelt een grote rol in ons dagelijks leven. Tablets en smartphones zijn niet meer weg te denken. Steeds meer dienstverlening vindt online plaats. Je kunt online kleding kopen, vakanties en reizen met het openbaar vervoer boeken, internetbankieren en boodschappen bestellen. Ook in de maatschappelijke zorg wordt technologie steeds belangrijker. In deze module krijg je eerst een algemene introductie. Wat is zorgtechnologie en welke soorten zorgtechnologie zijn er? Waarom doet technologie meer en meer zijn intrede in de maatschappelijke zorg? En gaat het om het technologische apparaat of is het meer dan dat? Welke rol speelt technologie in het ondersteuningsproces? Hoe kies je de juiste technologie en hoe pas je deze toe?

Auteurs

G. van Glabbeek

M.M.C. Kemner-van de Sande

T. van de Looy

J. Rietman

Eindredactie

D.J.E.M. Leenhouwers

Je gebruikt zorgtechnologie

bij Wim

Je werkt als persoonlijk begeleider op een kleinschalige woonvorm in het dorpje Grubbenvorst. Hier ondersteun je vijf cliënten met een lichte verstandelijke beperking. Wim is een van jouw cliënten. Je gebruikt verschillende vormen van zorgtechnologie in de ondersteuning van Wim.

Zo maakt Wim gebruik van de app MijnEigenPlan. Deze app ondersteunt Wim bij zijn dagstructuur. Wim ontvangt voor elke activiteit die hij moet uitvoeren een herinnering (alarmsignaal) op zijn mobiele telefoon. Ook kan hij in de app een stappenplan raadplegen voor handelingen als wassen en aankleden. Hiervoor heeft hij dan geen hulp meer nodig van zijn persoonlijk begeleider.

Via de MijnEigenPlan app houdt Wim ook bij wat hij zoal eet en drinkt. Voor Wim is het gezien zijn obesitas en diabetes mellitus type II namelijk belangrijk om wat af te vallen. Daarom maakt hij ook gebruik van een slimme weegschaal van LifeGoods die zijn gewicht en andere lichaamsfuncties nauwkeurig meet en bijhoudt in een app. Deze gegevens worden gedeeld met de diëtiste en jou als persoonlijk begeleider. Wim heeft regelmatig contact met de diëtiste over zijn voedingspatroon en zijn gewicht. Dit gebeurt via beeldbellen met Quli. De diëtiste ziet erop toe dat alles goed gaat. Ook gebruikt Wim digitale stappenteller Fitbit 3 om te kijken of hij wel voldoende beweegt. Hieruit blijkt dat Wim nog wel wat meer mag bewegen.

TMZ MODULE 1 I NLEIDING TECHNOLOGIE IN DE MAATSCHAPPELIJKE ZORG 10
© Koen Bakx / Mirador media

1 OBESITAS

Wim heeft obesitas.

Beantwoord de vragen over obesitas.

1. Wat is in de volksmond de aanduiding voor obesitas?

2. Wanneer is er sprake van obesitas?

3. Waarom is bewegen goed bij obesitas?

2 ZORGTECHNOLOGIE

Onder zorgtechnologie wordt het volgende verstaan: alle technologische hulpmiddelen die je kunt inzetten op het gebied van wonen, zorg en welzijn in de gezondheidszorg en welzijnssector, voor zowel zorgprofessionals als zorgvragers en hun netwerk. Bij Wim worden ook technologische hulpmiddelen ingezet.

Ga op zoek naar de technologische hulpmiddelen die bij Wim gebruikt worden. Gebruik hiervoor de e-health-databank van de website van Dichterbij en Google.

Welke technologische hulpmiddelen worden bij Wim ingezet en hoe werken deze hulpmiddelen?

ORIËNTATIE
11

3 TECHNOLOGIE HULPMIDDELEN VOOR WIM

Wim zou nog wel meer mogen bewegen. Daarom bedenk je creatieve oplossingen om bewegen voor hem interessant en uitdagend te maken.

Ga in de e-health-databank van de website van Dichterbij op zoek naar technologische hulpmiddelen die op aanvraag zijn en die Wim helpen om meer te bewegen.

a. Noteer zes technologische hulpmiddelen die Wim gaan helpen meer te bewegen. Kies een volgorde waarbij de beste oplossing bovenaan staat.

b. Bespreek elke oplossing met twee medestudenten. Vul in hoe jullie denken dat het hulpmiddel Wim gaat helpen om meer te bewegen.

Overweeg, na het bespreken met je medestudenten, of jouw volgorde van hulpmiddelen aangepast moet worden.

Technologisch
Hoe
1 2 3 4 5 6 TMZ MODULE 1 I NLEIDING TECHNOLOGIE IN DE MAATSCHAPPELIJKE ZORG 12
hulpmiddel
motiveert dit Wim?

4 MOEILIJKE WOORDEN IN DEZE MODULE

In deze module kunnen woorden voorkomen waarvan je de betekenis nog niet kent. Dit kunnen beroepswoorden of vaktaalwoorden zijn, die je nog nooit eerder hebt gelezen. Zorg ervoor dat je ze begrijpt en kunt gebruiken in de module. Als je de woorden begrijpt, is het gemakkelijker om opdrachten in deze module te maken.

Noteer tijdens het lezen van de theorie de woorden die je niet begrijpt. Geef van elk woord de betekenis en een voorbeeldzin.

Woord Betekenis Voorbeeldzin

Tip: In de begrippenlijst van deze module vind je alvast een selectie van vaktaalwoorden die met deze module te maken hebben.

ORIËNTATIE
13

Technologie in de maatschappelijke zorg

LEERDOELEN

• Je kunt uitleggen wat zorgtechnologie inhoudt.

• Je kunt voorbeelden noemen van verschillende vormen van zorgtechnologie in de maatschappelijke zorg.

• Je kunt uitleggen hoe de verschillende vormen van zorgtechnologie worden ingezet in de maatschappelijke zorg en welke voordelen zij opleveren.

• Je kunt uitleggen wat datagedreven zorg inhoudt.

Voor zorgtechnologie worden meerdere begrippen en definities gebruikt, zoals e-health, domotica en zorg op afstand. Deze begrippen worden door elkaar gebruikt. Dat komt omdat zorgtechnologie nog een betrekkelijk nieuw kennisgebied is. De betekenis van zorgtechnologie is: alle technologische hulpmiddelen die je kunt inzetten op het gebied van wonen, zorg en welzijn in de gezondheidszorg en welzijnssector, voor zowel zorgprofessionals als voor cliënten en hun netwerk. In dit hoofdstuk ligt de focus op het gebruik van online informatie- en communicatietechnologieën om de gezondheid van cliënten te ondersteunen of te verbeteren.

1.1 Voorbeelden van zorgtechnologie

In deze paragraaf maak je kennis met verschillende soorten zorgtechnologie:

• domotica;

• sensortechnologie;

• wearables;

• beeldzorg;

• robotica;

• apps;

• online platforms;

• serious gaming en exergaming;

• datagedreven zorg en ondersteuning.

1.1.1 Domotica

Domotica is een breed begrip. 'Domus' betekent in het Latijn 'huis' en 'tica' is afkomstig van informatica of robotica. In huizen zie je steeds meer vormen van domotica. Denk aan lampen die je kunt bedienen via een app, een slimme thermostaat waarmee je via een app je verwarming kunt aanzetten terwijl je nog in bed ligt of gordijnen die je in je hele huis kunt dichtdoen met een afstandsbediening. Domotica binnen de maatschappelijke zorg staat voor elektronische aanpassingen in huis die bedoeld zijn om de zelfredzaamheid en onafhankelijkheid van cliënten te vergroten. Denk aan een bewegingssensor waarmee je kunt volgen of iemand hulp nodig heeft.

1 TMZ MODULE 1 I NLEIDING TECHNOLOGIE IN DE MAATSCHAPPELIJKE ZORG 1 14

Tip: In de video Kims tablet opent vele deuren zie je hoe Kim met haar vader op zoek is naar nieuwe technologieën. Met haar tablet bedient ze allerlei zaken in huis zelf.

In de maatschappelijke zorg zie je dat er in de nacht vaak gebruikgemaakt wordt van toezichthoudende domotica. Denk aan:

• uitluistersystemen. Dit is een van de bekendste voorbeelden van domotica in de maatschappelijke zorg. Hierbij hangt er een microfoon in de kamer van de cliënt. Als de microfoon een geluid opvangt dat boven een bepaalde geluidsdrempel uitkomt, wordt er een melding gegeven aan een zorgverlener op afstand;

• actief alarmeringssysteem waarmee cliënten 's nachts via een kastje aan de muur of een speciale afstandsbediening altijd een noodoproep kunnen doen;

• bedsensor die een signaal geeft zodra een bewoner met een verhoogd valrisico 's nachts uit bed stapt;

• combinatie van een bedsensor met een uitluistersysteem bij een dwalende cliënt met dementie in de nacht;

• epilepsie detectiesysteem dat een signaal geeft zodra iemand met epilepsie tijdens de slaap een aanval krijgt.

De laatste jaren zijn er nieuwe ontwikkelingen op het gebied van domotica voor zowel ouderenzorg, gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg. Deze nieuwe technologie werkt met sensoren gekoppeld aan computersoftware. De afgelopen jaren is 'intelligentie' toegevoegd aan de systemen, zodat je als (persoonlijk) begeleider meldingen gemakkelijker kunt interpreteren en filteren en valse meldingen worden voorkomen. Dit vermindert de werkdruk in de nacht en vergroot de privacy en veiligheid van cliënten.

Tip: In de video Nachtzorg nieuwe stijl zie je hoe slimme sensoren de nachtzorg veranderen.

1.1.2 Sensortechnologie

In de maatschappelijke zorg wordt veel gebruikgemaakt van sensortechnologie. Sensortechnologie kun je toepassen bij het vaststellen van leefcirkels, voor dwaaldetectie en voor leefstijlmonitoring.

Leefcirkels

Per cliënt wordt een 'profiel' vastgesteld op basis van risico's. In dit profiel staat dan de mate van bewegingsvrijheid van de cliënt, de leefcirkel. De cliënt kan bijvoorbeeld vrij bewegen op de eigen afdeling, in het restaurant, tot aan de voordeur of in de tuin. De cliënt draagt een polsbandje met daarin een sensor. Hiermee blijven deuren gesloten naar plekken die voor de specifieke cliënt voor onveilige situaties kunnen zorgen. Als een cliënt toch buiten zijn veilige leefcirkel komt, krijg je als (persoonlijk) begeleider een alarmmelding. Het is dan niet meer nodig dat je de cliënt constant in de gaten houdt. Dit geeft de cliënt op een veilige manier meer bewegingsvrijheid.

Dwaaldetectie

Dwaalgedrag is een veelvoorkomend probleem bij mensen met dementie. Ongeveer zeventig procent van de mensen met dementie gaat op zeker moment dwalen. De gevolgen zijn groot en soms gevaarlijk. Ze kunnen weglopen en verdwalen, vallen en zo verwondingen en fracturen oplopen, soms zelfs met dodelijke afloop. Dwaaldetectie kan helpen om te ontdekken waar de cliënt is. De cliënt draagt een polsbandje of halszender met daarin

Figuur 1.1 Dankzij dwaaldetectie weet je als (persoonlijk) begeleider waar een cliënt met dementie is © Shutterstock / pikselstock
T ECHNOLOGIE IN DE MAATSCHAPPELIJKE ZORG 1 15

een sensor die communiceert met de omgeving. Als hij een bepaald afgebakend gebied verlaat (en dus gaat dwalen), wordt bijvoorbeeld de mantelzorger of (persoonlijk) begeleider gealarmeerd.

Leefstijlmonitoring

In de ondersteuning van zelfstandig wonende cliënten met bijvoorbeeld een verstandelijke beperking, dementie of de ziekte van Parkinson, wordt steeds vaker leefstijlmonitoring ingezet. Leefstijl- of leefpatroonmonitoring geeft inzicht in langzame veranderingen in het dagelijks leefpatroon van thuiswonende cliënten. Door signalen van sensoren in de woning krijgt de mantelzorger en/of de (persoonlijk) begeleider informatie over het functioneren van thuiswonende cliënten. De sensoren bevinden zich in alle ruimtes van de woning waar de cliënt vaak aanwezig is. Ze registreren de activiteiten van de cliënt en signaleren veranderingen, zoals verminderde hygiëne, de frequentie van toiletbezoek of het slaappatroon. Bij zorgwekkende veranderingen in het patroon, waaronder ook nachtelijk dwalen buitenshuis of het vermoeden van een val, krijg jij als (persoonlijk) begeleider een melding. Ook de mantelzorger kan een melding krijgen.

Het uitvoeren van metingen speelt een belangrijke rol in de maatschappelijk zorg. Dit noem je monitoring. Je meet de voortgang in een ondersteuningstraject en het levert inzichten op over de leefstijl van de cliënt. Monitoring met hulp van vragenlijsten en dagboeken vragen veel inspanning en discipline van cliënten. Wearables maken het voor cliënten makkelijker om data (informatie) over hun dagelijkse activiteiten te delen. Denk bijvoorbeeld aan bewegingsdata en data over hartslagfuncties en slaap. De beschikbaarheid van deze data helpt jou als (persoonlijk) begeleider meer inzicht te krijgen in de leefstijl van de cliënt met als doel deze te verbeteren. Denk aan het bevorderen van het bewegen van een cliënt met depressieve gevoelens. Lichaamsbeweging kan licht depressieve klachten even effectief verlichten als medicatie of cognitieve gedragstherapie (CGT).

1.1.3 Wearables

Het woord wearables komt van de Engelse term wearable devices: draagbare apparaten. Wearables zijn slimme sensoren die de cliënt op zijn lichaam draagt en die metingen uitvoeren over de gezondheid.

Figuur 1.3 Ook een smartwatch is een wearable en kun je gebruiken om een cliënt te monitoren © Shutterstock / Maria Symchych

Mensen met een verstandelijke beperking, autisme, dementie of psychiatrische problemen zijn vaak onvoldoende in staat hun emoties, pijn of spanningsopbouw te uiten. Ze beleven daardoor onnodige stress. Doordat hun gedrag niet goed wordt begrepen, kun je als (persoonlijk) begeleider niet altijd de benodigde aandacht en ondersteuning bieden. Wearables kunnen helpen bij het beter begrijpen van gedrag van mensen die zich niet of moeilijk kunnen uiten.

Figuur 1.2 Slimme sensoren in de woning geven alarmmeldingen bij afwijkingen in het activiteitenpatroon © Shutterstock / vchal
TMZ MODULE 1 I NLEIDING TECHNOLOGIE IN DE MAATSCHAPPELIJKE ZORG 1 16

Sentisock

Een voorbeeld van een wearable is de SentiSock. In deze slimme sok zitten een aantal sensoren die de huidgeleiding op basis van vocht op de huid meten. Huidgeleiding is een indicator van spanning. Wanneer de huidgeleiding stabiel blijft, is er weinig of geen kans op spanning. Bij een veranderende of stijgende/dalende huidgeleiding is er grotere kans op spanning.

1.1.4 Beeldzorg

Met beeldzorg kun je als (persoonlijk) begeleider op afstand communiceren met de cliënt en/ of de mantelzorger van de cliënt. Vergelijk het met Skype, maar dan via een beveiligde verbinding. Skype kun je beter niet gebruiken in de communicatie met cliënten, omdat dit een onbeveiligde omgeving is. Communiceren via een onbeveiligde verbinding is een gevaar voor de privacy van de cliënten, voor jou en voor de zorgorganisatie waarvoor je werkt. Door het toepassen van beeldzorg hoef je als (persoonlijk) begeleider niet fysiek bij de cliënt aanwezig te zijn. Beeldzorg wordt in de ambulante zorg gebruikt voor bijvoorbeeld het op afstand meekijken en ondersteunen bij medicatiebegeleiding. In de gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg wordt beeldzorg gebruikt voor ondersteuning bij vraagstukken rondom dagstructuur of sociale contacten. De

(persoonlijk) begeleiders gebruiken beeldzorg soms in plaats van een fysiek bezoek aan huis voor het geven van advies, instructie of ondersteuning.

Beeldzorg kan op verschillende manieren worden verleend; via de iPad, via de tv (met een webcam) of via een beeldtelefoon. Er zijn veel verschillende soorten apps voor het gebruiken van beeldzorg. Omdat je de privacy van jou en je cliënten wilt bewaken, is het belangrijk dat je een beveiligde verbinding gebruikt. Het voordeel van beeldzorg is dat de cliënt snel en gemakkelijk terecht kan bij zijn (persoonlijk) begeleider of mensen uit zijn eigen sociale netwerk voor (niet planbare) ondersteuning.

ONDERSTEUNEN VIA BEELDBELLEN

Marja heeft een beeldbelafspraak met haar cliënt Karin. Ze hebben elke ochtend even contact om de dag op te starten.

Marja: 'Dag Karin.'

Karin: 'Goedemorgen Marja.'

Marja: 'Hoe gaat het met jou?'

Karin: 'Het gaat goed.'

Marja: 'Heb je goed geslapen vannacht?

Want je ziet wat bleek.'

Karin: 'Redelijk. Ik ging om tien uur naar bed. Om half één hoorde ik een harde knal. Daar schrok ik van wakker. Maar daarna was het stil en kon ik verder slapen. Om zeven uur was ik wakker.'

Marja: 'Oké. Nou, wat gek. Hopelijk ben je niet al te erg geschrokken?'

Karin: 'Nee, dat viel wel mee.'

Marja: 'Gelukkig. Het is tijd voor je medicijnen. Heb je deze al ingenomen?'

Karin: 'Nee, maar ik heb ze klaarliggen.'

Marja: 'Pak maar even een glas water, dan kun je ze nu meteen innemen. Ik wacht wel even.'

Karin: 'Ok, ik doe het nu meteen.'

Karin haalt een glas water. Als ze terugkomt, neemt ze de medicijnen in.

Marja: 'Zo, dat is ook weer gebeurd. Ga je zo meteen een boterham eten en je aankleden?'

Figuur 1.4 De slimme sok meet de huidspanning en daarmee het stressniveau van de cliënt © Mentech
T ECHNOLOGIE IN DE MAATSCHAPPELIJKE ZORG 1 17

Karin: 'Ja, dat ga ik nu doen.'

Marja: 'Oké, dan wens ik je smakelijk eten en een fijne dag.'

bepalen zorgverleners van neuroCare op basis van hartslagmonitoring, ademhaling en stressniveau in hoeverre de BioCheck-methode in combinatie met runningtherapie cliënten kan helpen bij herstel van depressie.

Telemonitoring

Telemonitoring is het op afstand observeren van de gezondheidstoestand van een cliënt. Ook telemonitoring wordt steeds vaker ingezet bij allerlei ondersteuningsvragen, zoals bij autisme, depressie, verslaving, ADHD en angststoornissen. Bij telemonitoring kunnen cliënten met apps en wearables zelf gezondheidswaarden meten, bijhouden en delen. Denk aan hartslag en gewicht, gegevens over leefstijl, zoals voeding, beweging en slaap, of zorg en ondersteuning, zoals bezoek aan de psycholoog en medicatiegegevens. Cliënten krijgen op deze manier ook zelf meer inzicht in informatie over hun ziekte of hun behandeling.

MONITOREN HARDLOOPSESSIES ALS HUL P IN STRIJD TEGEN DEPRESSIE

Ggz-instelling neuroCare start een onderzoek naar monitoring van stress bij cliënten die last hebben van depressieve klachten. Voor de onderzoeksmethode wordt de medisch gevalideerde methode van herstel- en vitaliteitscentrum BioCheck gebruikt. Door middel van hardloopsessies onder begeleiding

Bron: icthealth.nl

Lucinda is enorm geholpen met de app MijnEigenPlan

Lucinda gebruikt de app MijnEigenPlan en vindt deze fantastisch: 'MijnEigenPlan helpt mij om een overzichtelijk beeld te krijgen van wat ik per dag moet doen. Er staat precies in welke volgorde ik een taak moet uitvoeren. Zodra ik de taak heb gedaan kan ik het afvinken. Dat geeft me rust.' De app helpt Lucinda om zelfstandiger te zijn. 'Ik hoef niet constant aan de begeleiding te vragen wat ik moet doen.' De begeleider kan zien welke taken Lucinda heeft afgevinkt.

Figuur 1.5 Dankzij beeldbellen kan een cliënt snel terecht bij de (persoonlijk) begeleider © Shutterstock / fizkes Figuur 1.6 Hardlopen vermindert stress bij cliënten met depressieve klachten © Shutterstock / Rawpixel.com
TMZ MODULE 1 I NLEIDING TECHNOLOGIE IN DE MAATSCHAPPELIJKE ZORG 1 18
Figuur 1.7 Lucinda beleeft veel plezier aan MijnEigenPlan © Shutterstock / fizkes

1.1.5 Robotica

Robotica wordt steeds vaker toegepast in de maatschappelijke zorg. Het aantal soorten en maten robots is inmiddels enorm. In de tabel zie je welke type robots er zijn en waarbij deze kunnen ondersteunen.

Robots en hun toepassingen

Er zijn robots voor fysieke taken, zoals een stofzuiger die zonder menselijke aansturing werkt, of een slimme rollator die mensen helpt uit bed te komen. De robot neemt zelf geen beslissingen en voert dus geen zelfstandige handelingen uit. Een exoskelet zorgt ervoor dat mensen worden ondersteund bij het lopen. Bijvoorbeeld bij een cliënt met niet-aangeboren hersenletsel (NAH), die na een ongeval weer moet leren lopen. Een voorbeeld van een assistive robot is een robotarm. De cliënt kan deze met een joystick bedienen, en zo kan deze robotarm de cliënt helpen bij het optillen en aangeven van spullen.

KASPAR is een sociale robot die wordt ingezet voor therapie met autistische kinderen. Met behulp van KASPAR leren deze kinderen socialer en communicatiever gedrag te vertonen.

Een andere sociale robot is Tessa. Robot Tessa helpt mensen met dementie of een verstandelijke beperking door middel van gesproken berichten en herinneringen bij het zelfstandig uitvoeren van algemene dagelijkse levensverrichtingen. Zo vergroot Tessa de zelfredzaamheid en zelfregie van de cliënt.

Tip: Neem eens een kijkje op robots.nu. Op deze site vind je meer informatie over robots thuis, in ons leven en in je werk als (persoonlijk) begeleider.

1.1.6 Apps

Je ziet steeds meer werkgevers in de maatschappelijke zorg die (persoonlijk) begeleiders een smartphone of tablet van het werk geven. Zo kunnen ze (gezondheids)apps gebruiken bij het ondersteunen en begeleiden van de cliënt. Niet alleen speciaal voor de zorg ontwikkelde apps worden gebruikt. Ook consumenten-apps zoals WhatsApp kun je inzetten. Medewerkers ervaren apps als ondersteunend bij het werk, waardoor er meer tijd overblijft voor de cliënt. Ook in de ondersteuning van cliënten met een verstandelijke beperking of psychische problemen wordt steeds meer gebruikgemaakt van apps. De appstores van Apple en Google bevatten duizenden apps die zich richten op de mentale gezondheid van mensen. Het is soms best lastig om tussen al die apps een geschikte te vinden. Er zijn tegenwoordig diverse sites die jou als (persoonlijk) begeleider helpen bij het vinden een geschikte en betrouwbare app.

Tip: Maar welke apps werken er nou echt? Hoe zit het met de kwaliteit, privacy en de betrouwbaarheid? Voor al deze vragen is er de GGD AppStore: een gemakkelijke en overzichtelijke plek voor gezondheidapps.

Type robot Waarvoor te gebruiken?

Robot voor fysieke taken Cliënt optillen en neerleggen, uitvoeren van huishoudelijke taken. Exoskelet Ondersteunen bij verminderde fysieke mogelijkheden, helpen met bewegen.

Assistive robots Voorwerpen opnemen en aangeven, deur openen, ondersteuning bij therapie. Sociale robots Informatie geven, bevorderen dagelijkse structuur, gezelschap, een 'maatje' zijn.

Figuur 1.8 Contact leggen met robot KASPAR kan voor kinderen met autisme veilig aanvoelen © ANP / Associated Press Tabel 1.1 Type robots
T ECHNOLOGIE IN DE MAATSCHAPPELIJKE ZORG 1 19

Zelfstandig bakken in de bakkerij met behulp van een app Koen is 36 jaar en heeft een lichte verstandelijke beperking. Hij werkt bij Bakkerij Op de Beek in Panningen. Hier bakken mensen met een verstandelijke beperking allerlei cakes en broden. Om producten te maken, werkten ze voorheen met fotoboekjes. Op een gegeven moment vielen de foto's eruit of de ringbandboekjes gingen kapot. Daarom wilde de teamleider van de bakkerij naar digitale mogelijkheden kijken en schafte hij iPads aan. Met behulp van een app wordt het bakken van een citroencake of een speculaascake in stapjes opgedeeld, met per stap een foto en een tekst die hardop voorgelezen wordt. Hiermee kan Koen zelfstandig allerlei cakes bakken. Koen: 'Heel fijn, ik kan het nu zelf. Dat maakt me trots.'

1.1.7 Online platforms

Een online platform is een plek op internet waar (zorg)organisaties met hun medewerkers of cliënten ervaringen en informatie uitwisselen. Elk platform heeft verschillende mogelijkheden. Je kunt zulke platforms bijvoorbeeld gebruiken voor:

• communicatie: door middel van beeldbellen, berichten versturen of chatten op afstand behandeling, begeleiding, instructie of voorlichting geven aan een cliënt en/of mantelzorger;

• behandeling: samenwerken aan ondersteuningsdoelen, rapportages, evaluaties en behandelprogramma's;

• inzage krijgen in het ondersteuningsplan en rapportages. Een Persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) is hier een voorbeeld van. Dit is een website of app, waarin je informatie over je eigen gezondheid bij kunt houden en actief aan de slag kunt gaan met je gezondheid. Zo kunnen cliënten of hun mantelzorgers medische gegevens verzamelen en beheren, maar deze ook delen met anderen.

Voorbeelden van online platforms zijn:

Tip: Een aantal mooie voorbeelden van apps die worden gebruikt in de zorg en ondersteuning voor mensen met een verstandelijke beperking kun je vinden op de website van zorgorganisatie Dichterbij.

• JouwOmgeving: een online platform dat iedereen die betrokken is bij de ondersteuning van de cliënt gedurende het hele ondersteuningsproces ondersteunt op een veilige, toegankelijke manier. Om communicatie en afstemming te bevorderen kan iedereen uit het netwerk veilig met elkaar communiceren (berichten versturen, chatten, maar ook in een groep berichten delen). Iedereen uit het netwerk heeft toegang tot het dossier of rapportages, en kan ook zelf rapportages schrijven of reageren op rapportages die door de (persoonlijk) begeleider zijn geschreven. Daarnaast biedt de hulpmiddelenbibliotheek allerlei digitale (interactieve) hulpmiddelen en online behandelprogramma's die de cliënt helpen bij het werken aan ondersteuningsdoelen. Behandelaren en (persoonlijk) begeleiders kunnen ook zelf tools bouwen.

Figuur 1.9 De GGD AppStore geeft een overzicht van gezondheidsapps © ggdappstore.nl Figuur 1.10 Koen is blij dat hij zelfstandig kan bakken met behulp van de iPad © Mirador media / Anke Gielen
TMZ MODULE 1 I NLEIDING TECHNOLOGIE IN DE MAATSCHAPPELIJKE ZORG 1 20

• WeHelpen: een online platform om vraag en aanbod in buurten en wijken bij elkaar te brengen. Mensen met een hulpvraag kunnen een oproep plaatsen, bijvoorbeeld voor hulp bij het boodschappen doen, bij het huishouden, voor gezelschap of om de tuin te onderhouden. Mensen uit de buurt die anderen willen helpen, kunnen op deze oproepen reageren.

• Quli: een online (gratis) platform waar een cliënt of zijn mantelzorger een account kan aanmaken. Koppeling met het digitale medisch dossier is mogelijk. Ook kunnen anderen worden uitgenodigd om inhoud toe te voegen aan het dossier van de cliënt. De cliënt bepaalt of en wie toegang heeft. Er kan een agenda worden bijgehouden en taken worden aangemaakt in de ondersteuning aan de cliënt. Ook kan de cliënt zelf een dagboek bijhouden of bijvoorbeeld met emoji's aangeven hoe hij zich voelt.

1.1.8 Serious gaming en exergaming

Een spel wordt meestal voor de lol gespeeld. Maar spelen kan ook leerzaam zijn. Spellen en simulaties die niet alleen leuk zijn, maar ook informatie, inzichten en vaardigheden overbrengen, noem je serious games. Het gaat om spellen die bedoeld zijn om van te leren, om te zorgen voor gedragsveranderingen of om samenwerking te versterken. Serious gaming wordt op verschillende plekken ingezet. Ook de maatschappelijke zorg gebruikt steeds vaker serious gaming bij het stimuleren van een positieve gedragsverandering of het aanleren van vaardigheden. Zo is de game Robins Wereld speciaal ontwikkeld voor kinderen met een matige tot ernstige verstandelijke beperking. Deze game kun je als (persoonlijk) begeleider gebruiken om bijvoorbeeld het probleemoplossend vermogen van een cliënt te vergroten.

Tip: Robins Wereld

Lees op robinswereld.nl meer over deze online educatieve game voor kinderen met een matige tot ernstige verstandelijke beperking.

Exergaming verwijst naar een combinatie van oefening (exercitie) en gaming. Het zijn computerspellen waarvoor lichamelijke activiteit nodig is om het spel te kunnen spelen. Het is zelfs zo, dat de mate van lichamelijke inspanning een grote invloed heeft op het succes van de speler. Exergames worden in Nederland vooral gebruikt in de thuissituatie. Spellen als Wii, Eye Toy, Dance Dance Revolution, maar ook de virtuele fietstrainer van Tacx zijn veelgebruikte exergames voor thuis. Exergaming wordt ook in de sportschool ingezet. In Nederland is een aantal e-fitzones ontwikkeld, moderne sportscholen met een gevarieerd pakket van exergames waar de bezoekers tegen elkaar, tegen een computer, of met elkaar kunnen exergamen. Exergaming wordt ook ingezet als gezondheidsmiddel, om bewegen te bevorderen of om preventie of revalidatie voor cliënten aantrekkelijker te maken. Tot slot worden exergames soms ingezet tijdens lessen bewegingsonderwijs.

E-FITZONE BRENGT BEWONERS IN BEWEGING

Bij De Beekendonck in Otterlo wonen mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblematiek. Omdat bewegen belangrijk is voor de gezondheid en de stap naar een reguliere sportschool te groot is voor veel bewoners, is een e-fitzone ingericht bij De Beekendonck zelf. Een e-fitzone is een ruimte met apparaten die gamen, bewegen en ontspannen combineren. Denk aan een scherm met

Figuur 1.11 Trainen met een exergame © Toon van de Looy
T ECHNOLOGIE IN DE MAATSCHAPPELIJKE ZORG 1 21

daarvoor roeiapparaten of fietsen zodat je tegen elkaar een wedstrijdje roeit of fietst. Of een loopband waarmee je via het scherm door Rome of over de Veluwe kunt wandelen.

Bewoner Laila: 'Ik ging vroeger weleens naar een normale sportschool, maar dan heb ik het gevoel dat iedereen me aankijkt. Hier ken ik iedereen, dat voelt vertrouwd en fijn.' Laila heeft regelmatig een vol hoofd en ze ervaart veel spanning en stress. Ook heeft ze overgewicht. 'Samen met een beweegcoach heb ik doelen gesteld en oefeningen bedacht. Die voer ik iedere week twee keer uit. Mijn conditie is veel beter geworden en ik slaap beter. Het sporten is voor mij een uitlaatklep.'

Ook staan er in de e-fitzone een halterbank, een krachtstation en een Xbox Kinect. En de begeleiders kunnen aan zitfietsen met een tafeltje gesprekken voeren met elkaar of met bewoners. 'Voor alle bewoners is er een individueel beweegplan met doelen. Elke maand evalueren we dit met elkaar', zegt beweegcoach Jur. 'Ik zie dat de cliënten er plezier in hebben en ze kunnen het samen doen.'

• om mensen inzicht te geven in hun eigen gedrag. Bijvoorbeeld ouders laten ervaren hoe een kind een ruzie tussen hen beleeft;

• ter ontspanning. Er zijn allerlei VR-filmpjes waarbij het lijkt alsof je door het bos loopt, met dolfijnen zwemt, in een luchtballon zweeft of in een wereldstad wandelt. Hiermee kunnen mensen die last hebben van bijvoorbeeld spanningen even ontspannen en ontsnappen aan de werkelijkheid. Dit kan ook helpend zijn bij mensen met oplopende spanning;

• om te ervaren hoe het is om bijvoorbeeld dementie of een psychose te hebben;

• bij de behandeling van angsten zoals vliegangst, spinnenfobie, hoogtevrees, pleinvrees of sociale fobie. Je wordt dan virtueel blootgesteld aan de situatie;

• bij traumabehandeling. Traumabehandelingen worden vaak gedaan met Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR). Bij deze therapie word je afgeleid met een taak, terwijl je een traumatische herinnering ophaalt. Dit helpt om het trauma te verminderen. Soms wordt hiervoor VR ingezet;

• bij revalidatie en fysiotherapie. Met een VR-bril worden oefeningen een spelletje. Dit kan helpen om de oefeningen gemakkelijker vol te houden en goed uit te voeren. Er is bijvoorbeeld een specifiek VR-programma voor mensen met hoofd-, nek- en schouderklachten;

• voor gedragstraining, bijvoorbeeld agressieregulatietraining.

Jan kijkt met VR in zijn nieuwe huis

Virtual reality

Bij virtual reality of VR wordt een virtuele werkelijkheid gecreëerd. Een werkelijkheid die niet echt is, maar dat wel kan zijn. VR kan in de maatschappelijke zorg worden ingezet voor allerlei doeleinden:

Zorgorganisatie Compagnon bouwt een nieuwe locatie voor mensen met een lichte verstandelijke beperking en verslavingsproblematiek. Jan is een van de mogelijke bewoners. Hij is bekend met alcoholverslaving en drugsgebruik. Jan en zijn mantelzorger twijfelen erg of het een goede beslissing is om op de nieuwe locatie te gaan wonen. Jan woont al vijftien jaar op een gesloten terrein, ver weg van het stadscentrum. Hij heeft daar een ruime kamer die hij helemaal naar eigen smaak heeft ingericht. De nieuwe locatie ligt

Figuur 1.12 Bewegen in de e-fitzone © ANP / Koen Verheijden
TMZ MODULE 1 I NLEIDING TECHNOLOGIE IN DE MAATSCHAPPELIJKE ZORG 1 22

midden in een groot dorp. Jan is wel op de locatie gaan kijken, maar meer dan een terrein met zand is er niet te zien. Dat maakt Jan niet enthousiast. Ook andere potentiële bewoners twijfelen erg. De zorgorganisatie kiest ervoor om op de nieuwe locatie een informatiemiddag te organiseren waarbij er uitleg wordt gegeven. Het is mogelijk voor bewoners om de nieuwe locatie met virtual reality te ontdekken. Ook wordt een app ingezet waarmee bewoners hun toekomstige studio in kunnen richten. Jan en zijn mantelzorger zijn aan het eind van de middag erg enthousiast. Het is nu veel duidelijker waar ze 'ja' tegen zeggen!

Tip: Kijk eens op digivaardigindezorg.nl voor voorbeelden van virtual reality en augmented reality in de (maatschappelijke) zorg. Links bovenaan kun je aangeven van welk werkveld je de informatie wilt zien.

1.2 Datagedreven zorg en ondersteuning

Met het gebruik van wearables, medische apparatuur en apps verzamelen we steeds meer informatie over cliënten. De laatste jaren vragen steeds meer zorgorganisaties zich af: kunnen de informatie en data uit deze systemen de kwaliteit of efficiëntie van zorg en ondersteuning verbeteren? Datagedreven zorg en ondersteuning is het vakgebied dat door analyses en modellen kennis en inzichten verkrijgt uit verschillende bronnen met data. Dit is toepasbaar op big data en small data. Big data wordt over het algemeen gezien als data van honderdduizenden (tot miljoenen) mensen, afkomstig van internet en alle apparaten die erop zijn aangesloten. Met small data bedoelen we data op een kleinere schaal, bijvoorbeeld uit de eigen zorgorganisatie. Data kunnen worden ingezet om te:

Augmented reality

Augmented reality (AR) is een technologie waarmee aan een weergave van de realiteit virtuele elementen worden toegevoegd. In het Nederlands betekent augmented reality letterlijk 'verrijkte werkelijkheid'. Door middel van AR kan digitale content, zoals tekst, beeld en geluid, met behulp van een smartphone of een AR-bril toegevoegd worden aan het gezichtsveld. In de maatschappelijk zorg kan augmented reality heel bruikbaar zijn en het wordt dan ook steeds meer ingezet. (Persoonlijk) begeleiders kunnen met augmented reality bijvoorbeeld extra informatie krijgen over een moeilijke taak die ze aan het uitvoeren zijn, zonder dat ze op een ander scherm hoeven te kijken en dus zijn afgeleid van hun taak. Ook kan via augmented reality een collega of behandelaar op afstand meekijken.

• beschrijven of monitoren: wat is er gebeurd of gebeurt er op dit moment?

• evalueren of diagnosticeren: waarom gebeurt het?

• voorspellen: wat zal er gebeuren?

• voorschrijven: wat moet er gebeuren?

Datagedreven zorg en ondersteuning kan bijvoorbeeld antwoord geven op vragen als:

• Slapen cliënten beter als ze overdag fysiotherapie hebben gehad? Is daartussen een mogelijk verband?

• Kun je door de informatie over het looppatroon en de loopsnelheid voorspellen wanneer een oudere cliënt met dementie gaat vallen?

• Kun je op basis van informatie over het leefpatroon van een jongere met een bipolaire stoornis inzicht krijgen of hij in een manische periode zit omdat hij veel opgewekter en actiever is dan normaal?

Figuur 1.13 Met virtual reality krijgt Jan een inkijk in zijn nieuwe huis © Mirador media / Koen Bakx
T ECHNOLOGIE IN DE MAATSCHAPPELIJKE ZORG 1 23

Dit zijn maar drie voorbeelden. De mogelijkheden zijn eindeloos, maar worden momenteel nog niet op grote schaal benut in de maatschappelijke zorg. Binnen de gezondheidszorg wordt het al meer ingezet.

Corona Insights-dashboard

Een ICT-team van zorgorganisatie Amstelring heeft een 'Corona Insights'-dashboard ontwikkeld. Hiermee kan het team onder andere:

• het koortsverloop van coronapatiënten monitoren, wat inzicht geeft in het verloop van de ziekte en in welke fase een cliënt zich bevindt;

• voorspellingen doen van een nieuwe uitbraak op basis van analyse van gegevens uit het cliëntregistratiesysteem;

• het aantal sterftegevallen (oorzaak, per locatie, dagelijkse updates) monitoren;

• het verzuim van medewerkers analyseren en op basis hiervan organisatiebreed preventieve maatregelen treffen, bijvoorbeeld door voldoende mensen klaar te hebben staan als er veel medewerkers langdurig ziek zijn.

Door de data te analyseren kan de zorgorganisatie beter inzicht krijgen in het verloop van de virusuitbraak, het aantal besmette cliënten, hun kenmerken en de te verlenen zorg en ondersteuning.

Figuur 1.14 Datagedreven zorg kan veel inzicht opleveren © Shutterstock / Golden Dayz
TMZ MODULE 1 I NLEIDING TECHNOLOGIE IN DE MAATSCHAPPELIJKE ZORG 1 24

Bevorderende en belemmerende factoren voor inzet van zorgtechnologie

LEERDOELEN

• Je kunt uitleggen welke factoren de verdere inzet van technologie in de maatschappelijke zorg bevorderen en belemmeren.

• Je kunt uitleggen hoe je omgaat met bevorderende en belemmerende factoren bij de inzet van technologie in de maatschappelijke zorg.

Er is veel technologie beschikbaar om cliënten te ondersteunen bij het omgaan met fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen en het zoveel mogelijk behouden van de eigen regie. Ook is er veel technologie beschikbaar die een (persoonlijk) begeleider kan helpen om efficiënt zorg en ondersteuning te bieden. Toch is het aanbod van technologie momenteel groter dan het gebruik ervan. Zowel de (persoonlijk) begeleiders als cliënten maken minder gebruik van technologie dan mogelijk is.

In dit hoofdstuk lees je meer over factoren die ervoor kunnen zorgen dat technologie vaker wordt ingezet in de maatschappelijke zorg. Dit noem je bevorderende factoren. Ook komen er factoren aan bod die ervoor zorgen dat technologie in de maatschappelijke zorg minder wordt ingezet dan mogelijk is. Dit zijn de belemmerende factoren.

2.1 Bevorderende factoren

Er zijn ontwikkelingen in de maatschappij en in de maatschappelijke zorg waardoor zorgtechnologie steeds vaker wordt ingezet. Hier volgt een overzicht van een aantal belangrijke ontwikkelingen.

2.1.1 Stijgende zorguitgaven

De afgelopen zestig jaar zijn de zorguitgaven fors gestegen. Door de vergrijzing en de toename van het aantal chronisch zieken is de verwachting dat de zorguitgaven ook de komende jaren blijven groeien. Blijven de uitgaven zo groeien, dan

betaalt een gemiddeld gezin in de toekomst de helft van zijn inkomen aan zorgkosten. Om de (maatschappelijke) zorg betaalbaar te houden, moeten de kosten omlaag. Zorgtechnologie kan helpen om efficiënter en dus goedkoper te werken. Door de inzet van beeldbellen, leefstijlmonitoring of online behandelmethoden kunnen zorg en welzijn betaalbaarder, maar ook toegankelijker worden gemaakt.

2.1.2 Langer zelfstandig wonen

Een steeds groter deel van ouderen, mensen met een verstandelijke beperking of chronisch

TMZ MODULE 1 I NLEIDING TECHNOLOGIE IN DE MAATSCHAPPELIJKE ZORG 2 26
2

zieken moet, en wil ook graag zelfstandig blijven wonen. Je ziet dan ook een verschuiving van intramurale zorg naar lichtere vormen van zorg en ondersteuning buiten de muren van de zorgorganisatie. Denk bijvoorbeeld aan verpleeghuiszorg die thuis wordt geboden. Of projecten voor begeleid wonen voor mensen met een verstandelijke beperking in de wijk, in plaats van verblijf in een zorgorganisatie. De komende jaren zal de behandeling en ondersteuning van mensen met psychische problemen in toenemende mate online worden aangeboden. Hierbij wordt bijvoorbeeld het welbevinden en de zelfredzaamheid van een cliënt op afstand gemonitord.

2.1.3 Complexe zorg

Mensen krijgen steeds vaker te maken met meerdere aandoeningen. Met andere woorden: de complexiteit van de zorgvragen neemt toe. Steeds vaker wordt de zorg en ondersteuning thuis georganiseerd door een netwerk van verschillende zorg- en welzijnsorganisaties, samen met het eigen sociale netwerk van de cliënt en/of vrijwilligers. Dit vraagt om meer en goede communicatie en afstemming tussen jou als (persoonlijk) begeleider en alle anderen die bij de zorg en ondersteuning van de cliënt betrokken zijn. Zorgtechnologie kan hierbij een belangrijk rol vervullen. Denk aan het gebruik van een online platform waarbinnen jij en alle anderen die betrokken zijn bij de zorg voor de cliënt toegang hebben tot alle zorginformatie over de cliënt en waarbinnen jullie met elkaar kunnen communiceren.

2.1.4 Tekort aan (gekwalificeerd) personeel

Door de vergrijzing en de daarmee toenemende vraag naar zorg en ondersteuning, dreigt een tekort aan gekwalificeerd personeel. Daarnaast daalt het aandeel jongeren dat kiest voor een baan in de maatschappelijke zorg. Tegelijkertijd zorgt de veroudering van medewerkers in de maatschappelijke zorg in de komende jaren tot

een groeiende uitstroom vanwege pensionering. Er is nu al sprake van een tekort aan (persoonlijk) begeleiders en dat tekort zal de komende jaren alleen maar toenemen.

2.1.5 Mondige en minder mondige cliënten

Cliënten worden steeds mondiger. Zij komen niet alleen met vragen, maar vaak ook al met antwoorden, oplossingen en wensen bij de (persoonlijk) begeleider binnen. Ook de aard van de zorg en ondersteuning zal veranderen: cliënten stellen meer eisen aan de dienstverlening. Ze verwachten steeds meer van behandelmogelijkheden, technologie, medicatie, informatievoorziening en communicatie. De nieuwe generaties ouderen zullen ook andere eisen stellen aan de aard, kwaliteit en beschikbaarheid van de zorg en ondersteuning. De positieve kant daarvan is dat cliënt en (persoonlijk) begeleider partners in zorg en ondersteuning kunnen zijn. Uitgangspunt hierbij is het stimuleren van zelfmanagement en het versterken van de mogelijkheden van de cliënt. Maar niet alle cliënten zijn altijd mondig: wie angstig is, verward, depressief of erg ziek, staat niet altijd zo stevig in zijn schoenen.

Daarnaast zijn er, ondanks de stijging van het opleidingsniveau, in Nederland nog altijd naar schatting anderhalf miljoen laaggeletterden.

Meestal hebben zij onvoldoende vaardigheden om informatie over hun gezondheid te krijgen

Figuur 2.1 Door de vergrijzing dreigt een tekort aan gekwalificeerd personeel te ontstaan © Shutterstock / Chinnapong
B EVORDERENDE EN BELEMMERENDE FACTOREN VOOR INZET VAN ZORGTECHNOLOGIE 2 27

Deze uitgave is onderdeel van Traject, dé methode voor de welzijnsopleidingen Maatschappelijke zorg en Pedagogisch werk. Deze uitgave bevat een licentie voor de online leeromgeving.

Traject MZ is gebaseerd op het kwalificatiedossier 2022 voor de opleiding Maatschappelijke zorg. In dit kwalificatiedossier hebben de eigen regie en de zelfredzaamheid van cliënten een belangrijke plek gekregen. Ook is er meer aandacht voor de eigen professionele ontwikkeling en voor technologie in de zorg. Traject sluit aan op dit kwalificatiedossier met actueel en vernieuwend materiaal dat is ontwikkeld in samenwerking met docenten en experts uit het werkveld.

Traject bestaat uit:

-theorieboeken;

-een online leeromgeving met verwerkingsopdrachten, praktijksituaties, beroepsvaardigheden, zelftoetsen, evaluatie- en reflectieopdrachten.

-

Traject is modulair opgebouwd. Deze uitgave bestaat uit meerdere modules. Elke module heeft een vaste opbouw. In deze uitgave zijn de volgende onderdelen terug te vinden:

-een korte praktijksituatie met oriëntatieopdrachten om voorkennis te activeren;

-actuele theorie die alle benodigde basiskennis en achtergrondinformatie bevat bij de betreffende werkprocessen. De theorie bevat veel voorbeelden uit de beroepspraktijk;

- begrijp je de theorie; stellingen waarmee de student controleert of hij de theorie voldoende beheerst;

-een begrippenlijst.

Bovenstaande onderdelen zijn ook opgenomen in de online leeromgeving. Daarnaast bevat de online leeromgeving bij iedere module de volgende onderdelen:

-een grote variëteit aan verwerkingsopdrachten met directe feedback;

-praktijksituatie(s). Dit zijn realistische beschrijvingen van situaties uit de beroepspraktijk inclusief opdrachten, houdingsaspecten, vaardigheden en kenniselementen;

-vaardigheden met opdrachten en BPV-opdrachten voor het stapsgewijs aanleren van communicatieve, instrumenteel-technische en sociaal-agogische vaardigheden;

-door de module heen zijn allerlei evaluatie- en reflectieopdrachten opgenomen;

-een zelftoets waarmee de student zelfstandig kan beoordelen of hij de stof beheerst;

-een moduletoets die de docent kan inzetten om te beoordelen of de studenten de stof voldoende beheersen.

Wil je weten welke materialen er nog meer beschikbaar zijn bij Traject?

Kijk dan op www.thiememeulenhoff.nl/mbo/welzijn/traject-mz

Auteurs:

G. van Glabbeek

M.M.C. Kemner-van de Sande

T. van de Looy

J. Rietman

Eindredactie:

D.J.E.M. Leenhouwers

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.