Op niveau - 1 vwo - Leerwerkboek A

Page 1

A
Naam: Klas: NEDERLANDS Leerwerkboek
1 vwo

Op niveau

1 vwo

Leerwerkboek A

Jacqueline Buhler

Barbara Capel

Alinde Haan

Paul Merkx

Geertje Plug

Liv Polman

Erica Renckens

Jante Rittersma

Rosa Scheffer

Evelien Sloterdijk

Marjan van Verseveld

Bureauredactie

MR Taal

Vormgeving

Studio Michelangela

Over ThiemeMeulenhoff

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt slimme flexibele leeroplossingen met een persoonlijke aanpak. Voor elk niveau en elke manier van leren. Want niemand is hetzelfde.

We combineren onze kennis van content, leerontwerp en technologie, met onze energie voor vernieuwing. Om met en voor onderwijsprofessionals grenzen te verleggen. Zo zijn we samen de motor voor verandering in het primair, voortgezet en beroepsonderwijs.

Samen leren vernieuwen.

www.thiememeulenhoff.nl

ISBN 978 90 0697934 3

Eerste druk, tweede oplage, 2023

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2022

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,

Omslagfotografie

Studio Kluif

Opmaak Crius Group

opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl).

Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

2 ROOD ORANJE GEEL BLAUW PAARS 1 vmbo-bk vmbo-gt/havo havo/vwo vwo 2 vmbo-bk vmbo-(k)gt havo/(vwo) vwo
vmbo-b vmbo-k vmbo-gt havo vwo
vmbo-b vmbo-k vmbo-gt
3
4

Zo werk je met Op niveau

Structuur

hoofdstuk inhoud

thema

Aan de hand van een thema werk je aan je taalvaardigheid. Je gaat aan de slag met het geven, beoordelen en interpreteren van informatie. Je leest, beluistert en schrijft teksten en je oefent met het voeren van gesprekken en met presenteren. Tegelijkertijd werk je aan persoonlijke vaardigheden zoals bronnen kritisch lezen, en je mening vormen over wat je leest. Daarnaast vergroot je je woordenschat met schooltaalwoorden en woorden uit de teksten.

fictie In deze hoofdstukken gaat het over de kracht van het verhaal. Je maakt kennis met verschillende verhalen, je leest en vertelt verhalen en je luistert ernaar. Je leert praten, schrijven en presenteren over de verhalen die je leest en je leert hoe je zelf verhalen kunt schrijven.

taalverzorging grammatica Je leert met welke woordsoorten en zinsdelen zinnen kunnen worden opgebouwd, zodat je dit in teksten op de juiste manier kunt toepassen.

spelling Je oefent de regels van spelling en leestekens, zodat je deze in teksten op de juiste manier toepast.

formuleren Je leert zinnen logisch en goed op te bouwen, zodat je in teksten of gesprekken correcte zinnen kunt formuleren.

taalbewustzijn Je leert meer over taalgebruik, taalvarianten en woordvorming, zodat je meer inzicht krijgt in het verschijnsel taal.

• Formatieve evaluatie: De thematische hoofdstukken en fictiehoofdstukken werken toe naar een eindopdracht waarin je alles uit het hoofdstuk toepast. Deze hoofdstukken sluiten af met een Terugblik waarin je terugkijkt op het hoofdstuk, jezelf beoordeelt en bepaalt wat je beter wilt doen.

• Differentiatie: Wil je verder oefenen op jouw niveau? Online vind je extra oefeningen op jouw niveau bij de thematische hoofdstukken en de hoofdstukken taalverzorging. Ook vind je online nog meer fictie-opdrachten.

Licentie

Alle opdrachten en theorie staan ook in de online leeromgeving. Daar kun je ook extra oefenmateriaal vinden, bijvoorbeeld van andere niveaus/leerjaren. Ook vind je hier ingesproken leesteksten, leestips en dictees.

3

Leerstofoverzicht 1 vwo

H1 Verhalen over mensen H2 Taalverzorging 1 H3 Nieuws H4 Taalverzorging 2 H5 Sociale media

- Sociale en culturele vaardigheden

1 Start: Introductie fictie

1 Grammatica

- Zelfstandig naamwoord

- Lidwoord

- Bijvoeglijk naamwoord

- Werkwoord

Zelftoets en differentiatie

- Kritisch denken

- Informatievaardigheden

1 Start: Over nieuws Woordenschat en woordraadstrategieën

1 Grammatica

- Werkwoord en werkwoordsvormen

- Werkwoordelijk gezegde

- Onderwerp

- Bouwplan van een zin

- Zinnen en zinsdelen

Zelftoets en differentiatie

- Communiceren

- Mediawijsheid

1 Start: Over sociale media

Woordenschat en woordraadstrategieën

2 Duik in een verhaal

Susin Nielse, Het ongemakkelijke dagboek van Henry K. Larsen

2 Spelling

- Leestekens

- Hoofdletters

- Tegenwoordige tijd

Zelftoets en differentiatie

2 Wat is nieuws? Nieuwsbericht herkennen en schrijven

- Schrijfdoelen en tekstsoorten

- Nieuwsberichten

- De 5W+1H-vragen

2 Spelling - Bijvoeglijk naamwoord

- Meervoud van zelfstandige naamwoorden

- Verkleinwoorden

- Lettergrepen Zelftoets en differentiatie

2 Hoe werken sociale media?

Instructie schrijven en uitvoeren

- Tekst en beeld

- Vormgeving

3 Over verhalen

Truus Matti, Mister Orange

- Fictie & non-fictie

- Hoofdpersoon en bijfiguren

- Realistisch of nietrealistisch

- Leeservaring beschrijven

- Boeken kiezen

4 Verhalen vertellen

- Verhalen voorlezen

- Personen beschrijven

- Verhalen vertellen

3 Formuleren

- Leestekens

- Hoofdletters

- Stijl

- Zinsbouw Zelftoets en differentiatie

3 Wanneer is iets nieuws? Nieuwsbericht presenteren

- Aantekeningen maken

- Publiekgerichtheid

- Stemgebruik

- Lichaamstaal

- Monoloog

3 Formuleren

- Formeel en informeel taalgebruik

- Zinsbouw

- Signaalwoorden

Zelftoets en differentiatie

3 Taal op sociale media

Schrijven over online taalgebruik

- Taalgebruik afstemmen op publiek

- Tekst herschrijven

4 Taalbewustzijn

- Trappen van vergelijking

4 Kritisch op nieuws Nieuws beoordelen

- Onderwerp en deelonderwerp

- Alinea

- Titel, tussenkopjes, bronvermelding

- Nepnieuws en verzonnen nieuws

4 Taalbewustzijn

- Sociale taalvariatie

- Standaardnederlands

- Vaktaal

- Jongerentaal

- Sporttaal

- Taal op sociale media

4 Gedrag op sociale media Gesprek voeren en je mening geven

- Non-verbale communicatie, dialoog en groepsgesprek

- Gesprek voeren

Eindopdracht

1 Boek lezen en vlog maken

2 Verhaal bedenken en vertellen

5 Nieuws in verschillende bronnen

Informatie beoordelen

- Herhaling

Eindopdracht

Nieuwspodcast maken

5 Sociale media wereldwijd Zakelijke e-mail schrijven

- Manieren van lezen

- Alinea en kernzin

- Zakelijke e-mail

Eindopdracht

E-mail schrijven: Zeg het met je eigen emoji

Terugblik en differentiatie (keuze)

Terugblik en differentiatie

Terugblik en differentiatie

4

1 Start: Introductie fictie

1 Grammatica

- Voorzetsel - Persoonlijk voornaamwoord

- Bezittelijk voornaamwoord

- Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Zelftoets en differentiatie

2 Duik in een verhaal Ludo Enckels, Reinhart 2 Spelling - Stam

- Persoonsvorm verleden tijd

- Voltooid deelwoord

Zelftoets en differentiatie

- Samenwerken

- Creatief denken

1 Start: Over reclame

Woordenschat en woordraadstrategieën

1 Grammatica

- Werkwoordstijden

- Lijdend voorwerp

- Meewerkend

voorwerp

- Bijwoordelijke bepaling

Zelftoets en differentiatie

- Kritisch denken

- Zelfregulering

1 Start: Over schone aarde

Woordenschat en woordraadstrategieën

- Creatief denken

H6 Spannende tijden H7 Taalverzorging 3 H8 Reclame H9 Taalverzorging 4 H10 Schone aarde H11 Creatief met taal - Probleemoplossend denken en handelen

1 Start: Introductie fictie

3 Over verhalen Benny Lindelauf, Hele verhalen van een halve soldaat

- Tijd waarin een verhaal zich afspeelt

- Vertelde tijd

- Spanning - Genres

4 Verzinnen en vertellen

- Spannend vertellen

- Verhalen vertellen

3 Formuleren - Verwijzingen - Signaalwoorden

- Letterlijk en figuurlijk

taalgebruik - Beeldspraak

Zelftoets en differentiatie

2 Reclame werkt! Maar hoe?

Reclamespot presenteren

- Schrijfdoelen en tekstsoorten

- Inleiding, middenstuk, slot

- Soorten verbanden en signaalwoorden

- Inleiding en slot presentatie

3 Reclametaal en verleidingstrucs Reclameposter maken

- Slogans

- Feit en mening

- Reclametaal

2 Spelling

- Persoonsvorm

- Voltooid deelwoord

- Samenstellingen

- Bezitsvorm

- Afkortingen

- Apostrof Zelftoets en differentiatie

3 Formuleren - Stijlfiguren Zelftoets en differentiatie

2 Opwarmende aarde

Mindmap presenteren

- Hoofdzaken, bijzaken

- Manieren van luisteren

- Betrouwbare informatie

2 Duik in een verhaal Martha Heesen, Biezel

Eindopdracht

1 Boekpresentatie geven

2 Spannend verhaal vertellen

4 Taalbewustzijn

- Beeldtaal

4 Andere soorten reclame Reclame beoordelen en presenteren

- Standpunt en argumenten

- Presentatie voorbereiden

- Spreekplan maken

- Presentatie geven

- Feedback geven en ontvangen

5 Kritisch kijken naar reclame Flyer schrijven

- Herhaling

Eindopdracht YouTube-video met reclamecheck

4 Taalbewustzijn

- Woordvorming

- Samenstellingen

- Afleidingen

3 De voetafdruk van kleding Beschouwende tekst schrijven

- Samenvatten

- Gesprek voeren

- Van mening verschillen

- Discussie

- Schrijfplan maken

4 De voetafdruk van voedsel Discussie voeren

- Hoofdgedachte

- Zoekvragen formuleren

- Informatie zoeken

- Bronvermelding en citaat

5 De voetafdruk van plastic Inleiding schrijven

- Vraagtechnieken

Eindopdracht

Beschouwende tekst: Een betere plek om te leven

3 Spelen met taal Anna Woltz, Honderd uur nacht

- Stijlfiguren

- Bijzonder taalgebruik

- Letterlijk en figuurlijk taalgebruik

- Beeldspraak

4 Gedichten

- Gedichten - Rijmschema

- Verbanden tussen strofen

Eindopdracht

1 Kijkdoos maken

2 Creatief verhaal schrijven

Terugblik en differentiatie (keuze)

Terugblik en differentiatie

Terugblik en differentiatie Terugblik en differentiatie (keuze)

5

Symbolen

In de leerwerkboeken kom je de volgende symbolen tegen.

Ga naar de Op niveau-website of zoek iets op internet.

Je werkt aan de vaardigheid Lezen.

Je werkt aan de vaardigheid Kijken.

Je werkt aan de vaardigheid Luisteren.

Je werkt aan de vaardigheid Schrijven.

Je werkt aan de vaardigheid Spreken of Gesprekken.

Werk aan je persoonlijke ontwikkeling én aan Nederlands

Werk samen met een of meer klasgenoten.

Het boek geeft het niveau van het leesfragment aan.

Bij deze opdracht gebruik je strategieën van Woordenschat.

6
7 Inhoud 1 Verhalen over mensen 8 2 Taalverzorging 1 34 3 Nieuws 54 4 Taalverzorging 2 96 5 Sociale media 122 6 Spannende tijden 168 Stappenplan moeilijke woorden 192 Stijlregels 193 Manieren van lezen 194 Theorie 195 Register 220 Verantwoording 222

Verhalen over mensen

Inleiding

Dit hoofdstuk draait om verhalen. Je ontdekt van alles over personen in verhalen en dat je verzonnen verhalen kunt vergelijken met de werkelijkheid. Door verhalen te lezen en erover te praten, ontdek je wat mensen meemaken en doen in verschillende situaties. Daar kun je van genieten en even bij wegdromen, maar soms kun je er ook iets van opsteken.

En soms … krijg je zin om zelf een verhaal te vertellen!

8
1 Verhalen over mensen

Je leert:

1 je openstellen voor gevoelens en opvattingen van anderen;

2 verhalen in verschillende vormen herkennen;

3 verhalen kiezen die passen bij jouw voorkeur;

4 verhalen vergelijken met de werkelijkheid;

5 personen en hun rol in verhalen beschrijven;

6 uitleggen wat een verhaal met je doet;

7 een verhaal voorlezen;

8 een verhaal vertellen;

9 een verhaal schrijven.

1 Wat ga ik leren?

Bekijk de leerdoelen van dit hoofdstuk.

1 Welke drie leerdoelen vind je het meest interessant?

2 Ik kan het meeste leren door me te richten op dit leerdoel:

3 Dit leerdoel ga ik zeker halen aan het einde van dit hoofdstuk:

LEERDOELEN

Je leert:

• Je kijkt vooruit naar de dingen die je in dit hoofdstuk gaat leren.

2 Genieten van verhalen

a Verhalen kom je op allerlei plaatsen tegen. Wanneer geniet jij het meest van verhalen?

Ik bekijk of maak vaak stories. Ik speel vaak een game met een verhaal.

Ik kijk veel naar films of series. Ik lees graag een boek. Ik let bij muziek op de tekst of ik lees gedichten.

9
1.1 Start
◯ ◯ ◯ ◯ ◯
Sociale media Games Film en series Boeken Songteksten en gedichten
1.1 Start

b In leesboeken kom je lange verhalen tegen. Sommige mensen houden veel van verhalen lezen, andere minder. Wat voor lezer ben jij?

Ik lees zo vaak en zo veel mogelijk en geniet er heel erg van.

Ik lees regelmatig en als ik lees, geniet ik ervan.

Ik lees alleen als het moet en vind het dan wel oké.

1.2 Duik in een verhaal

Je leert:

• je openstellen voor gevoelens en opvattingen van anderen;

• uitleggen wat een verhaal met je doet.

Lekker lezen

3 Verhaal lezen

a Iedereen heeft weleens tegenslag en gaat daar anders mee om. Wat kun je volgens jou het beste doen als het even tegenzit? Noem drie dingen.

Ik lees nooit, alleen als ik gedwongen word.

b Lees het verhaal Het ongemakkelijke dagboek van Henry K. Larsen

LEERDOELEN

10
◯ ◯ ◯ ◯
Leesverslaafde Plezierlezer Af-en-toe-lezer Niet-lezer
1 2 3
1 Verhalen over mensen

HET ONGEMAKKELIJKE DAGBOEK VAN HENRY K. LARSEN

Vrijdag 18 januari

Intrigerend feit: Het woord 'psychologie' stamt af van het Griekse woord 'psyche'. Het betekent 'onderzoek van de ziel'.

Ik wil niet dat iemand mijn ziel onderzoekt. Dat is gewoon eng. Maar papa zegt dat ik geen keus meer heb.

Cecil komt niet bepaald over als een therapeut. Om te beginnen heet hij Cecil. Op zijn deur in het Coastal Health Center hangt een bordje met DR. LEVINE, maar toen ik hem bij de eerste sessie zo noemde, zei hij: 'Zeg maar Cecil, hoor.' Eenmaal thuis zocht ik zijn naam op, en weet je wat die betekent? 'Slechtziend' of 'blind'.

Dat belooft weinig goeds.

Cecil heeft lang, vlassig grijs haar, dat hij met een scrunchie achterover bindt. Een scrunchie! Vandaag, bij onze derde sessie, had hij alweer een tie-dye-shirt aan, paars dit keer. Hé Cecil, wilde ik zeggen, ik had net de sixties aan de lijn. Ze willen hun look terug!

Hij vraagt heel vaak: 'Wat voor gevoel heb je daarbij?', alsof we in een talkshow zitten en niet in het echte leven. Hij zegt ook heel vaak 'Mozes kriebel', als in 'Mozes kriebel, je bent een kwartier te laat, dat is nu al twee weken op rij!'

Ik vermoed dat Cecil niet tot de crème de la crème van de psychologie behoort. Om te beginnen is hij gratis. Papa zegt dat de provincie British Columbia hem betaalt, maar dat kan dan nooit veel zijn. Zijn kantoor is piepklein en benauwd, met goedkoop meubilair vol vlekken. Bovendien lijkt het erop dat Cecil zich sinds 1969 geen nieuwe kleren meer heeft kunnen veroorloven.

We hebben nog niet over HET gepraat. Hij probeert me wel aldoor die richting in te krijgen. Hij stelt sturende vragen. Maar dan antwoord ik gewoon met mijn robotstem: 'Ik. Weet Niet. Wat Je. Bedoelt. Hominoïde.' En dan krabbelt hij meteen terug.

Eigenlijk komt het door die robotstem dat ik hier ben beland. Na die hele toestand met mama rond Kerstmis kwamen mijn ziedingen terug, en ik begon 24/7 Robots te spreken. Tot aan de verhuizing naar Vancouver zelfs. Het voordeel van Robots spreken is dat er geen emoties in doorklinken. 'Alles. Is. Mono. Toon.' Maar tegen de achtste dag werd iedereen gek van Robot-Henry, dus maakte papa een afspraak voor me. En hij dwong me hierheen te gaan, ook al was ik weer gewoon als Henry gaan praten.

Cecil haalt alles uit zijn beperkte gereedschapskist om me over HET te laten praten. Een voorbeeld: vorige week liet ik terloops vallen dat ik van schrijven houd, en nu gaf hij me vandaag dit notitieboek. 'Ik dacht dat je het misschien wel prettig zou vinden om een privéplekje te hebben om je gedachten en gevoelens vast te leggen. Een dagboek bijhouden kan erg therapeutiserend werken.'

Ik zei tegen hem dat 'therapeutiserend' volgens mij geen woord was. Bij thuiskomst gooide ik het notitieboek in de vuilnisbak.

Later haalde ik het er weer uit, maar alleen omdat ik me verveelde.

Het punt is dat Cecil allang alles over HET weet. Voor het begin van mijn eerste sessie heeft hij een hele tijd met mijn vader gepraat, en ik durf mijn Great Dane-poster erom te verwedden dat hij het voorval na afloop uitgebreid heeft gegoogeld. En ik durf ook te wedden dat hij, toen hij alles eenmaal had gelezen, zich afvroeg waarom mijn ouders me niet naar therapie hadden gestuurd meteen nadat HET was gebeurd, zeven en een halve maand geleden.

Mozes kriebel! zal hij vast hebben gedacht. Waarom hebben ze zo lang gewacht?

11
5 10 15 20 25 30 35 40 45
1.2 Duik in een verhaal

Zaterdag 19 januari

Weer pizza vanavond. Dat is nu al de derde dag op rij. Je zou wel kunnen stellen dat dat een voordeel is van het vrijgezellenbestaan.

Onder het eten hebben we Saturday Night Smash-Up gekeken. Papa heeft twee punten genomen, ik de rest. Halverwege moest ik mijn broek voor mijn pyjama verruilen om mijn flubbers wat meer ademruimte te geven.

Toen Saturday Night Smash-Up afgelopen was, vroeg ik of papa me op wilde meten. Een meter zestig, geen millimeter erbij.

Dertien jaar al, en ik ben nog steeds een dwerg.

Middernacht

Mijn hele kamer ruikt naar curry, dankzij buurman huppeldepup van hiernaast.

02.00 uur

Ik hoor papa snurken.

02.30 uur

Wat is dit dagboek stom.

Maandag 21 januari

Intrigerend feit: Orka's verplaatsen zich in troepen. Elke troep heeft een eigen reeks klik-, fluit- en huilgeluiden. Het helpt ze bij elkaar te blijven.

Zo werkt het ook in de brugklas. In september komt er een lading bange kinderen van een lading verschillende basisscholen, en binnen een paar weken zijn er troepen gevormd. De stoere types worden lid van sportteams; de nerds worden lid van de schaak- of computerclubjes, de blowers zoeken een plekje achter de bosjes net buiten het schoolterrein.

Dus wanneer er in januari nog een nieuwe leerling verschijnt, besteedt niemand er echt aandacht aan. Iedereen hoort al bij een troep. En dat komt mij mooi uit.

Laat mij maar net zo zijn als Luna, de orka die van zijn troep afdwaalde en jarenlang in zijn eentje rondzwom, voor de kust van Vancouver Island. Per slot van rekening leek hij behoorlijk tevreden. Hij had een prima leven.

Nou ja, totdat hij per ongeluk door de schroef van een schip in stukken werd gehakt.

Het probleem is alleen dat er altijd minstens een andere leerling ook solo zwemt, omdat geen enkele troep hem toelaat.

Op Port Salish was dat mijn broer, Jesse.

Op Trafalgar is dat Farley Wong.

Hij moet direct mijn geur hebben opgepikt toen ik hier begon, twee weken geleden nu. En vandaag sloeg hij toe.

'Gegroet en welkom op onze planeet, aardling,' zei hij vanochtend met een vet Chinees accent tegen me. Ik legde net mijn wiskundeboek in mijn locker; het toeval wil dat die vlak bij die van hem zit. 'Farley Wong.' Hij stak zijn hand uit.

'Henry,' zei ik, mijn achternaam weglatend. Hij probeerde een ingewikkelde handdruk met me te doen, maar ik was al na een paar bewegingen het spoor bijster.

'Waar zat je hiervoor op school?' vroeg hij.

'Vancouver Island,' antwoordde ik. Je kunt het maar beter vaag houden.

'We zitten bij drie vakken bij elkaar.' Hij telde het op zijn vingers na. 'Wiskunde-plus. Lichamelijke opvoeding. En Engels-plus.'

12
50 55 60 65 70 75 80 85 1 Verhalen over mensen

Dat wist ik allang, want het is nogal lastig om hem over het hoofd te zien. Zo'n nerd als Farley ben ik nog nooit tegengekomen.

Ja ja, ik weet het, ik moet nodig wat zeggen. Een van mopa's afgezaagde grapjes is dat ik zo veel sproeten heb dat het lijkt alsof ik achter een hordeur heb liggen zonnen. En ja, ik heb rood krulhaar. En ja, ik ben klein. En ja, ik moet voor mijn kleren naar de 'plus'-afdeling, een aardig woord voor 'dik'.

Maar ik loop niet met mijn nerderigheid te koop. Farley lijkt wel model te hebben gestaan voor dat nerdpoppetje dat je in gamewinkels kunt krijgen. Hij heeft een bril met jampotglazen. Hij draagt overhemden met korte mouwen, waarvan hij de borstzakken voert met plastic, zodat de pennen die erin zitten niet op zijn kleren kunnen afgeven. Zijn broek is altijd keurig gestreken, met een messcherpe vouw in de pijpen. Hij snoert hem heel hoog vast, zodat de band net onder zijn tepels zit.

En hij heeft een aktekoffertje!

'Zullen we samen naar Engels lopen?' vroeg hij. 'Ik weet een kortere route.' Met zijn uitvergrote ogen staarde hij me hoopvol aan.

Ik ben niet dom. In Farleys gezelschap gezien worden kon neerkomen op sociale harakiri. Op de middelbare school zijn eerste indrukken cruciaal. Kijk maar eens wat er met Jesse is gebeurd.

Aan de andere kant...

Farley is de eerste in zeven maanden die me behandelt als een normaal menselijk wezen. Dus ik hoorde mezelf 'oké' zeggen.

Op weg naar het lokaal had Farley het de hele tijd over een programma dat Battlestar Galactica heet.

'Ik heb de complete serie op dvd. Het is frakking briljant.' Hoe langer hij praatte, hoe meer spuug zich in zijn mondhoeken ophoopte.

Toen we een hoek om liepen, botste er een grote gast in een spijkerbroek die halverwege zijn bilnaad hing tegen Farley op, per ongeluk expres. Ik herkende hem: zijn locker zit tegenover de mijne.

'Hippe broek, Fartley,' zei hij. Toen gaf hij mij een schop. Niet echt hard, maar toch. 'Sorry,' zei hij. 'Ik dacht dat het Kick a Ginger Day was.'

'Die South Park-aflevering heb ik ook gezien,' kaatste ik terug. 'Jaren geleden al. Nogal achterhaald geintje, vind je niet?'

Oké, ik zei het niet hardop.

'Dat is Troy Vasic,' vertelde Farley me nadat Troy weg was geslenterd. 'Pas maar op voor hem.' Daarna bleef hij stil. 'Nou ja,' zei hij toen we het lokaal hadden bereikt. 'Elke school zal wel een Troy Vasic hebben.'

Klopt, dacht ik.

Alleen heette hij bij Jesse op school Scott Marlin.

De hele verdere dag was Farley niet bij me weg te branden. Die middag hadden we samen gym, en hoe matig ik ook ben in sport, vergeleken bij Farley ben ik van Olympisch niveau. Hij is dramatisch slecht. Het rare is dat hij er niet mee lijkt te zitten. We speelden volleybal, en toen het hem eindelijk lukte de bal over het net te slaan riep hij: 'Jaaa!' ook al ging hij ver uit.

En raad eens? Ook zijn gymshort had hij tot aan zijn tepels opgehesen.

13
90 95 100 105 110 115 120 125 130 135 1.2
Duik in een verhaal

Afijn, je zou kunnen zeggen dat Farley de eerste is met wie ik hier vrienden ben. Maar het is ongeveer net als met je eerste auto. Je komt ermee van A naar B, maar zodra je hem hebt, droom je van de dag dat je een luxer model kunt kopen.

Vrijdag 1 februari

Henry wil in de pauze niet met Farley mee naar de quizclub. In de kantine is het te vol en uit de mediatheek wordt Henry weggestuurd. Buiten miezert het, maar onder de bomen zitten al anderen te schuilen.

Vanuit het niets werd ik opeens overspoeld door een golf heimwee. In Port Salish had ik nooit maar dan ook nooit in mijn eentje hoeven lunchen. Jodie en ik aten altijd samen, met nog een hoop anderen erbij. Op de basisschool ging het vanzelf zo. Het was nog niet in ons opgekomen ons op te splitsen in stomme kliekjes.

In Port Salish maakte mijn moeder elke dag een lunchpakket voor ons klaar voordat ze naar haar werk vertrok. Volkoren boterhammen, ook al smeekten we om wit. Zelfgebakken koekjes. Een zakje miniworteltjes of een andere soort groente of fruit. Een pakje sap. Mama zorgde ervoor dat we gezond aten. Mama zorgde ervoor dat ik geen flubbers kreeg.

Ik bedacht hoe vaak ik over mama's lunchpakketten had geklaagd en ik werd woest op mezelf, want ik zou er alles voor overhebben om ze weer van haar mee te krijgen. Dus ik beende van die stomme school helemaal naar dat stomme nieuwe appartement. Ik voelde mijn broekband in mijn stomme flubbers snijden, en ik haatte mezelf zo erg dat ik pas doorhad dat die stomme Mr. Atapattu in de hal stond toen het te laat was.

'Ha, Henry.' Hij glimlachte zijn scheve gele tanden bloot. Toen hij mijn gezichtsuitdrukking zag, vroeg hij: 'Is alles in orde?'

Ik kon het niet eens opbrengen beleefd te zijn. Ik stapte gewoon langs hem heen en ging met twee treden tegelijk naar boven omdat ik niet op de lift wilde wachten. Ik at mijn waardeloze lunch terwijl ik waardeloze dagprogramma's keek, en ik nam nog een derde zak chips, ook al wisten mijn flubbers en ik dat ik dat beter niet kon doen.

Toen ik alles op had, sloop ik mijn vaders kamer in en haalde de schoenendoos onder zijn bed vandaan.

'Eikel,' fluisterde ik.

Ik ging naar mijn eigen kamer en kroop onder de dekens.

Ik lig nog steeds in bed.

Ik kom er niet uit voordat papa thuis is.

16.15 uur

De telefoon gaat over. Het zal Cecil wel zijn. Eigenlijk had ik nu in zijn miezerige kantoortje in het gezondheidscentrum moeten zitten.

16.30 uur

De telefoon gaat weer over. De derde keer op rij nu. Cecil mag dan weinig voorstellen als therapeut, voor hardnekkigheid verdient hij een tien.

14
140 145 150 155 160 165 170 175 1 Verhalen over mensen
Uit: Susin Nielsen, Het ongemakkelijke dagboek van Henry K. Larsen.

c Henry heeft veel tegenslag gehad. Haal uit het verhaal drie dingen die hem zijn overkomen.

d Kun je goed met Henry meeleven? Waardoor komt dat?

e Henry houdt een dagboek bij. Denk je dat dat helpt als je problemen hebt? Leg uit waarom.

f Wat bedoelt de schrijver met deze uitdrukkingen of zinnen?

1 Dat belooft weinig goeds. (regel 10)

2 Ik vermoed dat Cecil niet tot de crème de la crème van de psychologie behoort. (regel 17)

3 Ik was het spoor bijster. (regel 84)

4 Ik loop niet met mijn nerderigheid te koop. (regel 97)

g In het laatste deel van het verhaal staan veel bijvoeglijke naamwoorden. Neem drie verschillende bijvoeglijke naamwoorden over.

1 Wat doet de schrijver met deze woorden?

2 Wat wordt daardoor duidelijk?

15
1
2 3
1.2 Duik in een verhaal

4 Gedicht lezen

Lees het gedicht Huilen is gezond

Gebruik ook het verhaal Het

ongemakkelijke dagboek van Henry K. Larsen

Denk jij dat Henry weleens huilt?

Waar maak je dat uit op?

HUILEN IS GEZOND

Leg nou die krant maar even neer, echt lezen doe je toch niet meer, huil nou maar even.

Ja, tegen iemands lichaam aan zou dat natuurlijk beter gaan, maar huil nou even.

Dat jij de enige niet bent, dat is een troost die je al kent, dus huil maar even.

Een ander troosten voor verdriet, dat kan ook niet, dat kan ook niet, maar huil toch even.

Altijd maar flink zijn is niet goed: als je niet weet hoe ‘t verder moet, huil dan toch even.

Straks, met nog tranen langs je kin, denk je ineens: ik heb weer zin om door te leven.

Ervaringen uitwisselen

5 Verhaal en gedicht bespreken

Gebruik het verhaal Het ongemakkelijke dagboek van Henry K. Larsen en het gedicht Huilen is gezond Werk samen met twee klasgenoten of doe de opdracht klassikaal.

Bespreek het verhaal en het gedicht.

Je kunt deze vragen gebruiken:

1 Wat denk je dat Henry bedoelt als hij zegt: '... rond Kerst kwamen mijn ziedingen terug.' (regel 26)

2 Henry spreekt af en toe Robots. Waarom doet hij dat, denk je?

3 Hoe komt Henry op jou over?

4 Stel je voor dat jij Henry bent. Hoe zou jij reageren op Farley?

5 Vind je dit verhaal grappig?

6 Henry's dagboek wordt in de titel van het verhaal 'ongemakkelijk' genoemd. Vind je dit woord goed gekozen? Waarom?

7 Zou Henry iets hebben aan het advies in het gedicht Huilen is gezond? Waarom?

8 Waar ben je het meest benieuwd naar na het lezen van dit verhaal?

16
1 Verhalen over mensen
Willem Wilmink

Leestips

Wil je meer verhalen lezen over ingewikkelde gezinnen? Bekijk deze tips.

Emiel de Wild, Broergeheim

Joeri moet opeens verhuizen. In het nieuwe huis is geen kamer voor zijn broer Stefan. Joeri mist zijn broer verschrikkelijk, maar niemand wil zeggen waar Stefan is. Dus schrijft Joeri brieven. Als hij een schokkende ontdekking doet, wil hij stoppen met broerzijn.

Robin Raven, De laatste reis van Garoeda Nederlands-Indië, Bandoeng, 1942. Meiske is jarig, maar iedereen is het vergeten. Meiske vlucht teleurgesteld de tuin in en ontmoet daar de geheimzinnige jongen Boetje. Samen overleven ze de bezetting door de Japanners en de moeilijke tijd in het jappenkamp. Maar na de oorlog is niets meer hetzelfde. Zal Meiske ooit nog thuiskomen?

Daan Remmerts de Vries, Tijgereiland

De ouders van Tijs zijn gescheiden. Nu is het zijn taak om zijn moeder op te vrolijken. Een reis naar India, waar zijn moeder altijd al naartoe heeft gewild, zou wel eens kunnen helpen. En misschien zal Tijs daar zijn geliefde tijger in het wild kunnen zien.

Herman van de Wijdeven, Leugenaar, leugenaar

Op de ochtend van haar dertiende verjaardag ontdekt Charlie dat haar vader voorgoed is vertrokken. Ze voelt zich bedrogen. Aan haar moeder heeft ze niets. Haar vriendin praat liever over iets anders. En in de klas haalt Kat haar het bloed onder de nagels vandaan. Op de dag dat er brand uitbreekt op school, ontstaat er kortsluiting in haar hoofd. Ze maakt een keuze die het leven van iedereen om haar heen overhoop haalt.

1.3 Over verhalen

Je leert:

• je openstellen voor gevoelens en opvattingen van anderen;

• verhalen kiezen die passen bij jouw voorkeur;

• verhalen vergelijken met de werkelijkheid;

• personen en hun rol in verhalen beschrijven;

• uitleggen wat een verhaal met je doet;

• een verhaal schrijven.

LEERDOELEN

17
1.3 Over verhalen

Verhalen herkennen

6 Verhaal lezen

Lees het verhaal Mister Orange

MISTER ORANGE

New York, september 1943

Toen Apke naar de oorlog ging, kreeg iedereen thuis nieuwe schoenen. Niet nieuw-nieuw, zoals de glimmende hoge legerschoenen van Apke, die naar vers leer roken en nog helemaal stijf aanvoelden, maar nieuw zoals ze het bij Linus thuis gewend waren: de oude schoenen van de een werden de nieuwe schoenen van de volgende in de rij.

Voor Linus was het hoog tijd. Om zijn tenen niet bij elke stap te voelen had hij zich aangewend om op de buitenkant van zijn voeten te lopen. Hij maakte zichzelf wijs dat het niet opviel, maar Rosie Donnelly hielp hem luidkeels uit de droom als ze de kans kreeg. 'Hé Linus Muller, neuzen gestoten? Of moet je soms nodig?'

'Laat die meid toch kletsen,' zei Liam als hij Linus' rode kop zag. Liam had makkelijk praten; die was opgegroeid met de scherpe tong van zijn oudere zus. Hem kon ze niet meer snel raken.

'Is Linus daar eindelijk?' riep zijn moeder naar beneden toen hij de winkeldeur open duwde. Het was zaterdagmiddag en druk in de winkel. Zijn vader stond achter de toonbank tomaten af te wegen voor een klant. Opschieten nou, seinde hij met zijn ogen naar Linus. In de winkel bestond hun taal uit gebaren en blikken. Je weet hoe je moeder is als je haar laat wachten. Ze had natuurlijk het laatste half uur bij elke klant die binnen was gekomen hetzelfde geroepen.

Ja ja, ik ga al. Linus stak een hand op en liep door. In de ruimte achter de winkel was Simon bezig kisten op te stapelen. Linus klom met de zware boodschappentas naar boven. Vier paar jongensschoenen stonden boven aan de trap, van klein naar groot. Alleen de middelste tree was nog leeg.

'Waar bleef je nou toch?' Zijn moeder kwam de keuken uit met een juten zak. 'Meteen van de winkels naar huis, had ik gezegd. Je laat Apke wachten, én de schoenmaker. Hoe moet hij alle schoenen in één middag repareren als hij ze te laat krijgt?'

'Het was hartstikke druk overal.' Linus trapte zijn schoenen uit en zette ze op de uitgestoken hand van zijn moeder. Voorzichtig kneep hij in zijn tenen, boog en strekte ze tot er weer gevoel in kwam.

'Simon is anders al lang terug, en die moest verder dan jij.' Gelukkig was ze te druk met zijn schoenen inspecteren om door te vragen. Linus was op weg naar huis bij Liam langsgegaan en samen waren ze tot bij Fifth Avenue gelopen, om te kijken of er al wat te zien was van de legerparade. Alle zijstraten waren afgezet, maar het zou nog een tijd duren voor de soldaten kwamen.

Samen met Liam had Linus over het hek gehangen, de boodschappentas tussen zijn voeten op de grond. Zonder auto's leek de straat nog breder dan anders. Hij stelde zich voor hoe daar straks duizenden soldaten zouden marcheren, in eindeloze rijen, helemaal tot bij Washington Square Park. Soldaten die vanavond op enorme schepen naar Europa vertrokken om mee te vechten tegen Hitler. Maar eerst zouden ze vanmiddag worden toegejuicht door heel New York. Heel New York behalve Linus, die thuis moest blijven omdat zijn schoenen bij de schoenmaker waren.

18
5 10 15 20 25 30 35 40 1 Verhalen over mensen

Hij had de hele week gezeurd en gesmeekt of dat niet een week later kon, maar zijn moeder was onverbiddelijk. 'Er komen nog meer parades dan me lief is,' zei ze. Zijn moeder hield niet van oorlog. 'Als we zondag Apke naar de trein brengen moet iedereen er piekfijn uitzien.'

Zijn moeder was klaar met haar inspectie en stopte het laatste paar schoenen in de zak.

'Apke?' Ze hield de zak omhoog. 'Nieuwe zolen en hakken, de stiksels nalopen, en nieuwe veters.'

'Albert,' verbeterde Apke. Nu hij achttien was geworden en in het leger ging wilde hij dat ze hem bij zijn echte naam noemden, maar het lukte niemand om eraan te denken.

'O'Leary op 75th Street. Hij wacht erop, dus haast je.'

Zonder iets te zeggen nam Apke de zak van haar over. Sinds een paar dagen droeg hij zijn uniform, en je kon aan hem zien dat hij een boodschap als deze eigenlijk te min vond voor een echte soldaat. Maar hij moest wel. Hij was de enige van de jongens met schoenen.

Linus keek hem verlangend na. De hele stad vol helden, en hij zat thuis. Als een held op sokken.

De vloer van het magazijn achter de winkel was koud aan Linus' voeten, ook al had hij drie paar sokken over elkaar aangetrokken. Hij had een berg worteltjes geschrapt waar zijn vader een week mee vooruit kon. Elke keer als de winkelbel klingelde zette hij een stap naar achter, om te zien wie er binnenkwam. Als Apke snel was, kon hij misschien het einde van de parade nog meemaken.

Maar toen Liam om half vijf kwam vragen of Linus nog meeging, was er nog geen spoor van Apke. Liam zei dat hij hem eerder die middag bij Werthers had zien binnengaan. Die verkocht tijdschriften en rookwaren, en het was de plek waar iedereen kwam om nieuwtjes te horen, over de buurt of over de oorlog. Apke was er natuurlijk zijn uniform gaan showen. Als hij de schoenen maar niet vergeet, dacht Linus bezorgd, terwijl hij luisterde naar Liam, die met rode wangen vertelde over rijen soldaten die echte geweren droegen en zo strak marcheerden dat je er kippenvel van kreeg. En dat hij het dreunen van de trommels had gevoeld in zijn borst, zó dichtbij had hij gestaan.

Zodra Liam was uitverteld werd hij onrustig. Hij wilde terug, dat begreep Linus ook wel. Als Apke niet snel kwam desnoods in zijn eentje. 'Kómt-ie nou nog?' vroeg Liam telkens. 'Straks wordt het donker...'

Toen Apke eindelijk thuiskwam was Liam al lang weer vertrokken.

'Mag ik nog even naar buiten?' vroeg Linus. 'Ik heb het Liam beloofd. Alleen maar tot aan Fifth, even kijken en dan kom ik terug.'

'Het is de laatste avond dat je broer thuis is,' zei zijn moeder. Ze tilde Sis uit de kinderstoel. 'En dus blijft iedereen hier. Ook Apke zelf.' Ze draaide zich om naar Apke, die al boven aan de trap stond en hoopte ongemerkt nog even naar buiten te glippen. Alsof de hele stad zijn uniform niet al had gezien.

'Albert,' verbeterde Apke. In plaats van te antwoorden gaf zijn moeder Sis aan hem over en begon de zak leeg te halen.

Morgen ging Apke in het leger, maar vandaag was zijn moeder nog gewoon de baas. Daar veranderden een paar glimmende schoenen en een nieuw uniform helemaal niets aan.

19
45 50 55 60 65 70 75 80 85 1.3 Over verhalen
Uit: Truus Matti, Mister Orange.

a Linus moet thuisblijven, 'Als een held op sokken' (regel 60).

Welk gevoel drukt Linus met deze zin uit?

Leg uit of je dit gevoel terecht vindt.

b Hoe denkt Linus over Apke?

Hoe weet je dat? Geef voorbeelden uit het verhaal.

7 Verhalen vergelijken

Vergelijk het verhaal Mister Orange met het verhaal Het ongemakkelijke dagboek van Henry K. Larsen

a Welk verhaal vind jij waarschijnlijker?

Leg uit waardoor dat komt.

b Vergelijk beide verhalen met jouw eigen leven.

Schrijf uit elk verhaal ten minste twee dingen op die je herkent uit je eigen leven.

8 Fictie en non-fictie

Lees de theorie Fictie en non-fictie

Fictie en non-fictie

THEORIE

Wat je leest en bekijkt in boeken, tijdschriften, op internet en op televisie, kun je verdelen in twee groepen: fictie en non-fictie

Wat is het? voorbeelden

Fictie verzonnen verhalen, bedoeld om je te vermaken

Non-fictie teksten en beelden over de werkelijkheid, met feiten, over echte mensen en gebeurtenissen, niet verzonnen, bedoeld om je te informeren

leesboek, stripverhaal, gedicht, film, televisieserie, musical, toneelstuk

krantenbericht, tijdschriftartikel, studieboek, informatief boek, journaal, documentaire, tekst op Wikipedia

20
1 2
1 Verhalen over mensen

a Bekijk de afbeelding van een webwinkel van een boekhandel. Op welke lijst zijn alle boeken waarschijnlijk fictie? Zet er een cirkel omheen.

b Op welke lijst zijn alle boeken waarschijnlijk non-fictie? Zet er een cirkel omheen. Gebruik een andere kleur.

c Noem nog twee voorbeelden van verhalen die verzonnen zijn.

d Noem nog twee voorbeelden van verhalen die niet verzonnen zijn.

Kenmerken van verhalen

9 Personen en rollen

Kijk opnieuw naar de verhalen Mister Orange en Het ongemakkelijke dagboek van Henry K. Larsen

Gebruik de theorie Hoofdpersoon en bijfiguren

Hoofdpersoon en bijfiguren

THEORIE

De belangrijkste persoon in een verhaal noem je de hoofdpersoon. Veel verhalen hebben één hoofdpersoon, soms zijn er twee of meer. De hoofdpersoon:

• wordt uitgebreid beschreven. Je leert deze persoon van binnenuit kennen.

• heeft een belangrijk probleem of een opdracht of een doel

21
1 2
1 2
1.3 Over verhalen

Andere personen in het verhaal noem je bijfiguren. Ze zijn minder belangrijk en je leert hen minder goed kennen dan de hoofdpersoon.

Een bijfiguur heeft vaak een bepaalde rol in het verhaal: een helper helpt de hoofdpersoon bij het oplossen van zijn probleem, een tegenstander maakt het de hoofdpersoon juist moeilijk.

a Geef van de personen in Mister Orange aan of ze een hoofdpersoon of een bijfiguur zijn. hoofdpersoon bijfiguur

• Apke

• Linus

• Rosie Donelly

• Liam

• moeder

• vader

• Simon

b Geef van de personen in Het ongemakkelijke dagboek aan of ze een hoofdpersoon of een bijfiguur zijn. hoofdpersoon bijfiguur

• Cecil

• vader

• Henry

• Jesse

• Farley

• Troy Vasic

• Meneer Atapattu

c Denk aan Henry (Het ongemakkelijke dagboek) en Linus (Mister Orange).

In wie kun jij je het beste verplaatsen?

Leg uit door welke eigenschap van Henry of Linus dat komt.

d Welke twee problemen moet Henry zien op te lossen?

e Wat is de rol van deze personen in Henry's verhaal?

Bespreek je mening met een klasgenoot en kies daarna je antwoord.

1 De vader van Henry is een helper | tegenstander

2 Cecil is een helper | tegenstander

3 Farley is een helper | tegenstander

4 Troy Vasic is een helper | tegenstander

5 Meneer Atapattu is een helper | tegenstander

22
◯ ◯
◯ ◯
◯ ◯
◯ ◯
◯ ◯
◯ ◯
◯ ◯
◯ ◯
◯ ◯
◯ ◯
◯ ◯
◯ ◯
◯ ◯
◯ ◯
1 2
1 Verhalen over mensen

10

Herkennen of een verhaal realistisch is Gebruik de theorie Realistisch of niet-realistisch. Bekijk Anne-Mar probeert Minecraft

THEORIE

Realistisch of niet-realistisch

Verhalen kunnen verzonnen zijn of echt gebeurd. Een verzonnen verhaal lijkt vaak wel op de werkelijkheid. Het verhaal is dan realistisch. Gebeuren er veel dingen die in werkelijkheid niet kunnen, dan is het verhaal niet-realistisch

Dit maakt een verhaal realistisch. Dit maakt een verhaal minder realistisch.

Mensen lijken echt in wat ze denken, doen en zeggen. Mensen lijken onecht in wat ze denken, doen of zeggen.

De omgeving lijkt echt.

De wereld is verzonnen.

Gebeurtenissen zijn in werkelijkheid ook mogelijk. Gebeurtenissen zijn wel heel erg toevallig.

Er komen mensen en plaatsen in voor die echt (hebben) bestaan.

Problemen en oplossingen zijn zoals in het echte leven.

De afloop van het verhaal is logisch en zou echt kunnen.

Er komen verzonnen wezens en fantasiefiguren in voor.

Problemen en oplossingen zijn onvoorstelbaar.

De afloop van het verhaal is te mooi om waar te zijn.

a Leg uit wat Anne-Mar bedoelt als ze zegt: 'Dit ziet er helemaal niet realistisch uit!' Geef ook een voorbeeld.

b Gebruik ook het verhaal Het ongemakkelijke dagboek van Henry K. Larsen

Als Anne-Mar het verhaal Het ongemakkelijke dagboek zou lezen, zou ze dan ook zeggen dat het er helemaal niet realistisch uitziet?

Leg in één zin uit waarom ze dat wel of niet zou zeggen.

c Nadat Anne-Mar heeft ontdekt met welke toetsen ze kan bewegen, stelt ze een belangrijke vraag. Die vraag past goed bij een hoofdpersoon. Welke vraag is dat?

d Denk nog eens na over de titel Het ongemakkelijke dagboek van Henry K. Larsen

Leg uit wat de titel te maken heeft met de vraag of het verhaal realistisch is of niet. Gebruik in je antwoord de woorden 'verzonnen' en 'echt(e)'.

23
1.3 Over verhalen

e De schrijver van Mister Orange heeft een realistisch verhaal bedacht. Waaruit blijkt dat?

□ De omgeving lijkt echt.

□ Er komen mensen in voor die echt bestaan.

□ Er komen plaatsen in voor die echt bestaan.

□ Gebeurtenissen zijn in werkelijkheid ook mogelijk.

□ Mensen lijken echt in wat ze denken, doen en zeggen.

□ Problemen en oplossingen zijn zoals in het echte leven.

11 Wat een verhaal met je doet

Een verhaal doet iets met je. Een verhaal 'neemt je mee'. Je kunt je verplaatsen in de gevoelens van de hoofdpersoon en het verhaal vergelijken met je eigen leven. Denk terug aan het verhaal Het ongemakkelijke dagboek van Henry K. Larsen

Gebruik de theorie Leeservaring beschrijven

Vertel wat het verhaal met jou deed.

Gebruik twee beoordelingswoorden. Leg uit waarom deze woorden voor jou bij dit verhaal passen.

Leeservaring beschrijven

Als je een verhaal leest, doet dat iets met je. Het maakt je vrolijk of nieuwsgierig. Wat de hoofdpersoon overkomt maakt je verdrietig of je maakt je ergens boos over. Het verhaal laat je even alles vergeten of verveelt je. Dit is je leeservaring. Die is voor iedereen anders. Beoordelingswoorden helpen je jouw leeservaring onder woorden te brengen en uit te leggen.

spannend saai

laat me meeleven zegt me niets maakt me nieuwsgierig naar de afloop is voorspelbaar

laat me alles even vergeten kan me niet boeien geheimzinnig helder maakt me verdrietig maakt me vrolijk

veel actie gebeurt weinig in leest moeilijk leest makkelijk

12 Nieuwsberichten en verhalen vergelijken

a Nieuwsberichten gaan ook vaak over mensen, net als verhalen. Toch zijn ze anders: er staan vooral feiten in en er is geen hoofdpersoon.

Gebruik Mister Orange

Schrijf een nieuwsbericht dat past bij de gebeurtenissen in Mister Orange Het bericht heeft in ieder geval 50 woorden.

24
THEORIE
1 Verhalen over mensen

b Stel je voor dat jij Liam bent en dat je een week later met Linus de stad in wil. Linus heeft geen zin, want hij mist zijn broer.

Schrijf een kort verhaal over wat er gebeurt. Het verhaal heeft in ieder geval 50 woorden.

c Laat je nieuwsbericht en je verhaal lezen aan een klasgenoot. Bespreek de vraag en maak daarna je keuze.

Nieuwe dingen erbij verzinnen heb ik vooral gedaan bij ...

◯ het nieuwsbericht.

◯ het verhaal.

Fictiedossier

In de fictiehoofdstukken maak je een map waarin je je opdrachten bewaart. Die map heet het fictiedossier. Online vind je een uitgebreide versie van de opdracht Speeddate met boeken. Overleg met je docent of je de opdracht in het boek maakt of dat je digitaal het formulier invult. Het ingevulde formulier kun je bewaren in je fictiedossier.

13 Speeddate met boeken

Lees de theorie Boeken kiezen

a Lees de titels van zoveel mogelijk boeken. Noem een titel die jou aanspreekt.

Boeken kiezen

Het is belangrijk om te ontdekken welke boeken jij graag leest. Zo ontdek je jouw eigen leessmaak of leesvoorkeur. Op het internet vind je informatie over boeken, bijvoorbeeld op bibliotheek.nl of jongejury.nl

Flaptekst lezen

THEORIE

Omslag bekijken

Eerste bladzijden lezen Tips van anderen of internet

b Bekijk het omslag van ten minste tien boeken. Kies een omslag dat je mooi vindt. Leg ook uit waarom.

25
Dit boek smaakt naar meer! Titel lezen
1.3 Over verhalen

c Lees de flaptekst van minstens vijf boeken. Welke flaptekst maakt je zo nieuwsgierig dat je het boek zou willen lezen?

Leg uit waarom.

d Welk boek spreekt je niet aan en zou je niet willen lezen?

Leg uit hoe dat komt.

e Kies een boek dat je zou willen lezen en lees daaruit de eerste twee bladzijden. Noteer de volgende punten:

• de auteur en titel van het boek;

• de hoofdpersoon van het boek;

• een kenmerk van het boek (bijv. humor, spanning, vriendschap).

f Vertel kort aan een klasgenoot waar het boek over gaat.

1.4 Verhalen vertellen

Je leert:

• je openstellen voor gevoelens en opvattingen van anderen;

• personen en hun rol in verhalen beschrijven;

• een verhaal voorlezen;

• een verhaal vertellen;

• een verhaal schrijven.

De kunst van het voorlezen

14 Luisteren naar een verhaal

LEERDOELEN

Luister naar het verhaal Podkin Eenoor. Doe je ogen dicht tijdens het luisteren.

a Beschrijf wat er met je gebeurde tijdens het luisteren.

b Wat vind jij goed aan de manier waarop dit verhaal wordt voorgelezen?

Noteer twee dingen.

26
1 2 1 Verhalen over mensen

Vergelijk je antwoord met een klasgenoot.

• Kies samen de twee belangrijkste ‘voorleesregels’.

• Kijk in de theorie Verhalen voorlezen of jullie iets gemist hebben of iets willen veranderen.

Verhalen voorlezen

Als je een verhaal voorleest, let dan op de volgende dingen:

• Zorg dat je het verhaal zelf goed kent, lees het een paar keer door.

THEORIE

• Lees niet te snel, houd het rustig. Af en toe kun je wat versnellen, vooral bij stukjes met veel actie.

• Laat komma’s, punten en witregels horen door korte en iets langere pauzes.

• Laat vraagtekens en uitroeptekens duidelijk horen.

• Leef je in in wat er in het verhaal gebeurt en wissel af met je stem: zachter of harder (maar niet schreeuwen), hoger of lager, verschillende tonen om gevoel en sfeer te laten horen.

• Zet geen stemmetjes op bij verschillende personen. Gebruik je eigen stem en pas die een klein beetje aan, als dat nodig is.

• Maak contact met de luisteraars, kijk hen af en toe aan.

15 Verhaal voorlezen

In deze opdracht ga je een gedeelte van het verhaal Mister Orange voorlezen.

a Werk in een groepje van vier. Verdeel het verhaal in vier delen. Lees het verhaal samen zo goed mogelijk voor.

• Denk aan de voorleesregels in de theorie Verhalen voorlezen

• Let op de punten bij vraag b.

• Let op de manier van voorlezen van de klasgenoot rechts van je.

b Bespreek samen hoe het voorlezen ging. Let op onderstaande punten. Vertel aan je klasgenoot rechts van je hoe je vond dat diegene voorlas. Wat vertelde je klasgenoot over hoe jij voorlas?

• Ik wissel toonhoogte, tempo en volume af. ◯ ◯ ◯ ◯

• De afwisseling ondersteunt het verhaal. ◯ ◯ ◯ ◯

c Wat zou je de volgende keer beter willen doen bij het voorlezen?

16 Vervolg bedenken

Lees de theorie Personen beschrijven. Bekijk de lijst met karaktereigenschappen.

27
Verzin het maar
1.4 Verhalen vertellen

Personen beschrijven

Als je een persoon uit een verhaal beschrijft, let je op:

• het uiterlijk van de persoon (lichaam, gezicht, haar, kleding) – soms wordt er veel over gezegd, soms maar heel weinig.

• belangrijke kenmerken (bijvoorbeeld leeftijd, gezondheid, arm of rijk).

• de karaktereigenschappen die je ontdekt door te letten op wat iemand doet, zegt en denkt – zie de lijst hieronder.

Persoon beschrijven

uiterlijk karaktereigenschappen belangrijke kenmerken

aardig — gemeen opvliegend — beheerst zichzelf verlegen — vrij open, spontaan — gesloten, geremd eigenwijs — gehoorzaam snel in paniek — kalm piekert veel — zorgeloos angstig — dapper agressief — zoekt vrede voorzichtig — onvoorzichtig

a Kies uit de lijst twee karaktereigenschappen die een beetje op elkaar lijken.

b Kijk nog eens naar de verhalen Het ongemakkelijke dagboek van Henry K. Larsen en Mister Orange Noteer twee eigenschappen van Henry en twee van Linus die je uit de verhalen kunt halen.

c Beschrijf Henry's uiterlijk.

d Kies voor Henry en voor Linus elk een nieuwe eigenschap, die je bij hen vindt passen. Kies een eigenschap die je nu nog niet in het verhaal ziet.

e Kies of je een vervolg wilt bedenken bij Het ongemakkelijke dagboek of bij Mister Orange

Het ongemakkelijke dagboek

Bedenk voor Henry's probleem een oplossing die niet realistisch is. Het is Henry's vader die deze oplossing bedenkt. Hoe gaat het verhaal dan verder? Laat ook de nieuwe eigenschap zien die je hebt bedacht voor Henry.

Mister Orange

Bedenk wat er gebeurt als Linus de volgende dag Apke naar het station brengt, samen met het hele gezin. Bedenk iets dat realistisch is. Laat ook de nieuwe eigenschap zien die je hebt bedacht voor Linus.

28
THEORIE
1 2
1 Verhalen over mensen

Hoe gaat het verhaal verder?

Noteer het vervolg in ongeveer vijf korte punten. Schrijf deze punten ook op een spiekbriefje.

17 Verhaal vertellen

a Oefen je verhaal een keer, zodat je het straks aan je klasgenoten kunt vertellen.

• Gebruik de theorie Verhalen vertellen

• Gebruik je spiekbriefje uit de vorige opdracht

• Vertel het zo dat je echt in het verhaal zit. Begin dus niet met: Ik heb bedacht dat … Begin bijvoorbeeld met: 17.30 uur Eindelijk hoorde ik de voordeur opengaan.

Verhalen vertellen

Als je een verhaal vertelt, let dan op de volgende dingen:

• Vertel uit je hoofd. Gebruik alleen een spiekbriefje met korte punten.

THEORIE

• Oefen het vertellen een paar keer, zodat de volgorde goed in je hoofd zit.

• Vertel rustig, houd pauzes, gebruik afwisseling in toonhoogte, tempo en volume.

• Gebruik je eigen stem, met soms een kleine aanpassing.

• Maak veel contact met de luisteraars en let op hun reactie op het verhaal.

• Zorg dat je gezichtsuitdrukking en gebaren bij het verhaal passen, maar overdrijf niet.

b Bekijk de punten bij vraag d. Hoe goed kun je dit al?

c Vorm een groepje met vier klasgenoten. Vertel jouw verhaal aan je klasgenoten. Gebruik je spiekbriefje.

Je klasgenoten luisteren en letten op deze punten:

• Vertel je vloeiend uit je hoofd?

• Versterkt je voordracht de inhoud van je verhaal?

d Bespreek samen hoe het vertellen ging. Let op onderstaande punten. Vertel aan de klasgenoot rechts van je hoe je vond dat diegene vertelde. Wat zei je klasgenoot over hoe jij vertelde?

• Ik vertel vloeiend uit het hoofd. ◯ ◯ ◯ ◯

• Mijn voordracht versterkt de inhoud. ◯ ◯ ◯ ◯

e Wat zou je de volgende keer beter willen doen bij het vertellen van een verhaal?

29
1 2 3
4 5
1.4 Verhalen vertellen

1.5 Eindopdracht

LEERDOELEN

• Je past je taalvaardigheden en persoonlijke vaardigheden toe in een eindopdracht.

Fictiedossier

In dit hoofdstuk heb je kennisgemaakt met allerlei verhalen. Je sluit het hoofdstuk af met een eindopdracht waarbij je op een creatieve manier je leeservaring verwerkt.

Alle eindopdrachten van de fictiehoofdstukken verzamel je in je fictiedossier.

EINDOPDRACHT ONLINE

Je kunt kiezen uit twee eindopdrachten. Een opdracht staat hieronder, de andere (Verhaal bedenken en vertellen) vind je op Op niveau online. Overleg met je docent welke opdracht je gaat maken.

Boek lezen en vlog maken

Boek kiezen

Je leest een boek en prijst het aan in een vlog. Bekijk eerst het beoordelingsmodel

Kies een boek dat jou aanspreekt. Je mag het boek nog niet eerder hebben gelezen. Noteer de volgende informatie.

1 Auteur:

2 Titel:

3 Aantal bladzijden:

4 Welke manier(en) heb je gebruikt om het boek te kiezen?:

Eerste bladzijden lezen

Lees de eerste 25 bladzijden van het boek. Beantwoord de volgende vragen.

1 Beschrijf de hoofdpersoon van het verhaal in minimaal vijf zinnen. Schrijf zo veel mogelijk dingen op die je weet over uiterlijk, eigenschappen en kenmerken. Noteer ook welk probleem de hoofdpersoon in het verhaal heeft.

2 Vertel in drie zinnen hoe realistisch het verhaal op jou overkomt.

3 Vat in vijf zinnen drie belangrijke gebeurtenissen uit het begin van het verhaal samen.

4 Welke 'smaak' heeft het boek? Is het spannend, avontuurlijk, leerzaam, griezelig, romantisch, gezellig, makkelijk, pittig, sportief, vol problemen, of … ?

5 Waarom zouden jouw klasgenoten dit boek moeten lezen? Gebruik ten minste twee beoordelingswoorden met uitleg.

30
1 Verhalen over mensen

Vlog maken

Je maakt een vlog voor lezers die op zoek zijn naar een geschikt boek.

Lees het boek nog niet uit.

Maak een vlog waarin je het boek introduceert.

1 Verwerk de antwoorden die je tot nu toe hebt opgeschreven in je vlog.

2 Je vlog duurt maximaal drie minuten.

3 Je vlog krijgt de titel: ‘Jouw naam probeert titel van het boek’.

Vervolg op de vlog maken

Lees het boek nu helemaal uit.

Maak een vervolg van maximaal drie minuten op je eerste vlog.

Gebruik in je vlog het volgende om over het boek te vertellen:

1 Een foto van hoe de hoofdpersoon eruit zou kunnen zien (vraag wel toestemming!). Vertel bij de foto iets over de hoofdpersoon wat nog niet in je eerste vlog zit.

2 Foto's van de belangrijkste bijfiguren in het verhaal. Wie zijn ze en zijn ze helper of tegenstander?

Let op: verklap de afloop van het verhaal niet!

3 Drie briefjes met een beoordelingswoord. Vertel waarom jij deze woorden bij het verhaal vindt passen.

4 Lees een klein stukje voor uit het boek, niet meer dan één pagina.

5 Je vlog krijgt de titel: 'Jouw naam heeft titel van het boek helemaal uit!'.

Vlog verbeteren

Bekijk je opnames.

Bewerk de opnames of maak ze opnieuw als dat nodig is. Let op de punten van het beoordelingsmodel.

Vlog beoordelen

Laat je vlog zien aan je docent of aan een klasgenoot. Deze beoordeelt jouw vlog op de punten van het beoordelingsmodel. Bewaar je vlog en de beoordeling in je fictiedossier.

Beoordelingsmodel

Houd bij het maken van de vlog rekening met deze punten:

Inhoud van de vlog

1 Je noemt de gegevens van het boek (titel, auteur, aantal bladzijden).

2 Je beschrijft de hoofdpersoon en zijn of haar probleem.

3 Je vertelt hoe realistisch het verhaal is en vat drie gebeurtenissen samen.

4 Je maakt anderen enthousiast aan de hand van beoordelingswoorden.

5 Je vertelt bij foto's over de hoofdpersoon en bijfiguren.

6 Je leest een klein stukje uit het boek voor.

7 De vlog heeft twee delen van elk maximaal drie minuten.

Presenteren

1 Je bent goed verstaanbaar en vertelt enthousiast door een goed spreektempo en afwisseling in toon en volume.

2 Je leest rustig voor en laat merken dat je je kunt inleven in de personen.

3 Je hebt af en toe contact met de luisteraars.

31
1.5 Eindopdracht

Eindopdracht evalueren

a Hoe ging de eindopdracht?

• Ik kon de informatie die ik nodig had gemakkelijk uit het verhaal halen.

• Ik kon mijn leeservaring goed onder woorden brengen en uitleggen.

• Ik heb het boek met plezier helemaal uitgelezen.

• Ik kon me goed inleven in de hoofdpersoon van het verhaal.

• Ik ben tevreden over de vlog die ik gemaakt heb.

b Heb je na deze opdracht meer, evenveel of minder plezier in het lezen van een boek? Beschrijf waardoor dat komt.

c Wat vond je het leerzaamst aan deze eindopdracht?

32
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
1 Verhalen over mensen

1.6 Terugblik

Je leert:

• Je kijkt terug op je werk.

Wat neem ik mee?

LEERDOELEN

In dit hoofdstuk heb je ontdekt dat verhalen iets met je doen. Je hebt je ingeleefd in de personen in verhalen. Je hebt geleerd verhalen te kiezen die passen bij jouw smaak. Je hebt geleerd hoe je een verhaal goed voorleest en vertelt.

Kijk nu terug op het hoofdstuk.

Heb je de leerdoelen van dit hoofdstuk bereikt?

• Ik kan me openstellen voor gevoelens en opvattingen van anderen.

• Ik kan verhalen in verschillende vormen herkennen.

• Ik kan verhalen kiezen die passen bij mijn voorkeur.

• Ik kan verhalen vergelijken met de werkelijkheid.

• Ik kan personen en hun rol in verhalen beschrijven.

• Ik kan uitleggen wat een verhaal met me doet.

• Ik kan een verhaal voorlezen.

• Ik kan een verhaal vertellen.

• Ik kan een verhaal schrijven.

a Hoeveel plezier in schrijven gaf dit hoofdstuk jou?

◯ meer plezier dan hiervoor

◯ evenveel plezier als hiervoor

◯ minder plezier dan hiervoor

b Wat uit dit hoofdstuk vind je waardevol om te onthouden?

c Wat zou je in het volgende hoofdstuk over verhalen willen verbeteren?

MEER MET FICTIE?

Wil je nog meer opdrachten over verhalen maken? Ga dan naar Op niveau online voor het schrijven van een gedicht.

33
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
1.6 Terugblik

Taalverzorging 1

Inleiding

Bij taalverzorging ontdek je van alles over taal. In dit hoofdstuk leer je met welke woordsoorten en zinsdelen je zinnen kunt opbouwen, zodat je dit op de juiste manier in een tekst kunt toepassen. Om je boodschap zo goed mogelijk te kunnen overbrengen, oefen je met de regels van spelling en het formuleren van goede zinnen. Ook leer je hoe je nieuwe woorden kunt vormen en kom je meer te weten over het systeem achter taal.

34
2 Taalverzorging 1

2.1 Grammatica

Je leert: deze woordsoorten herkennen en benoemen:

• zelfstandig naamwoord;

• lidwoord;

• bijvoeglijk naamwoord;

• werkwoord.

Woordsoorten

1 Zelfstandig naamwoord herkennen

Lees de theorie Zelfstandig naamwoord en lidwoord

Zelfstandig naamwoord en lidwoord

LEERDOELEN

THEORIE

Een zelfstandig naamwoord (znw) is een woord voor mensen, dieren, planten en dingen. Je kunt er een lidwoord voor zetten: de, het of een. Van de meeste zelfstandige naamwoorden kun je een meervoudsvorm en een verkleinwoord maken.

kind het kind de kinderen het kindje lamp de lamp de lampen het lampje

Ook namen zijn zelfstandige naamwoorden. Je noemt ze eigennamen. Er staat geen lidwoord voor. Ze komen ook niet als meervoudsvorm of verkleinwoord voor.

Victor, Gelderland, Kampen, Schiphol, Rembrandtplein, Omniversum, maart Soms staan er ook andere woorden tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord.

de drie biggetjes het gezellige feestje

a Maak zo veel mogelijk zelfstandige naamwoorden met de letters van samenwerkingsovereenkomst

1 Schrijf de woorden op.

2 Maak een aparte rij van de eigennamen.

Hint

Je kunt meer dan twintig zelfstandige naamwoorden maken met de letters van dit woord. Hoe ver kom jij?

35
2.1 Grammatica

b Bij de vorige vraag heb je zelfstandige naamwoorden gevormd. Hoe kun je controleren of deze woorden zelfstandige naamwoorden zijn?

c Maak van de eerste tien zelfstandige naamwoorden een meervoud en een verkleinwoord. Zet er steeds het juiste lidwoord voor. zelfstandig naamwoord meervoud verkleinwoord

d Kijk naar de lidwoorden van de meervoudsvormen en de verkleinwoorden. Wat valt je op?

Woordsoorten

2 Woordsoort herkennen

1 De fietsenmaker repareert de fiets.

2 De handige fietsenmaker repareert de kapotte fiets.

a Waarom heeft de schrijver in de tweede zin de woorden handige en kapotte toegevoegd, denk je?

b Zijn handige en kapotte ook zelfstandige naamwoorden? Leg je antwoord uit.

c Lees de theorie Bijvoeglijk naamwoord Controleer je antwoorden op de vorige vragen

36
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
2 Taalverzorging 1

THEORIE

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord (bnw) geeft extra informatie over een zelfstandig naamwoord. Je kunt kenmerken of eigenschappen toevoegen aan zelfstandige naamwoorden.

De geoefende acrobaat sprong zonder beveiliging vanaf het hoogste punt.

In deze zin voegt geoefende een eigenschap van de acrobaat toe en hoogste voegt een kenmerk van het punt toe.

3 Bijvoeglijk naamwoord invullen

Lees de theorie Bijvoeglijk naamwoord

Neem de zinnen over en zet voor elk zelfstandig naamwoord (behalve eigennamen) een bijvoeglijk naamwoord.

1 Een tennisser geeft tennislessen aan kinderen op de basisschool.

2 Volgens hem moet de jeugd veel meer aan sportactiviteiten gaan doen.

3 Een van de oud-voetballers heeft zich met haar collega-voetballers ingezet voor straatvoetbal.

4 De meisjes zoeken een boek over aardbevingen.

5 Misschien gaan de broers samen naar de wedstrijd van hun club kijken.

6 De katten liggen gezellig in de achtertuin op het dak van het tuinhuisje te zonnen.

Woordsoorten

4 Werkwoord herkennen

a Welke woorden zijn een vorm van een werkwoord?

37
□ papier □ plas □ raar □ vissen □ vocht 2.1 Grammatica

b Werk samen met twee of drie klasgenoten. Bekijk je antwoorden op de vorige vraag Waarom zijn deze woorden werkwoorden? Gebruik maximaal 20 woorden.

c In welke zinnen doet iemand iets en in welke zinnen gebeurt er iets?

Er gebeurt iets. Iemand doet iets.

1 Ik heb mijn huid goed ingesmeerd met zonnebrandcrème.

2 De laagstaande zon maakt lange schaduwen in het park. ◯ ◯

3 Morgen zal het de hele dag regenen.

4 Het eten ruikt erg lekker.

5 Bel jij straks nog even naar de huisarts?

6 Mijn broertje en ik eten al jaren vegetarisch.

d Waarom is het werkwoord het belangrijkste onderdeel van de zin?

e Lees de theorie Werkwoord

Bekijk nog eens je antwoord op de vorige vraag.

Werkwoord

THEORIE

Werkwoorden (ww) zijn de belangrijkste onderdelen van een zin. Ze vertellen je wat iemand of iets doet, of wat er gebeurt. Een zin zonder werkwoord is geen goede zin.

f Markeer alle werkwoorden in de tekst.

Wombat

De Australische wombat is het enige dier ter wereld dat vierkante keutels poept. Uit onderzoek van de ingewanden blijkt dat dit door het unieke darmstelsel komt. In het laatste deel van de darm veranderen de vloeibare uitwerpselen in een vaste stof. De darmwand rekt niet overal evenveel, waardoor er kubussen ontstaan in plaats van ballen.

Bron: nemokennislink.nl

ZELFTOETS

Testen hoe goed je dit onderdeel beheerst? Ga naar Op Niveau online en maak de zelftoets.

VERDER OEFENEN?

Wil je verder oefenen op jouw niveau? Ga dan naar Op Niveau online.

38
◯ ◯
◯ ◯
2 Taalverzorging 1

2.2 Spelling

Je leert:

• werkwoorden vervoegen;

• de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen;

• hoofdletters en kleine letters goed gebruiken;

• leestekens goed gebruiken.

Werkwoordspelling

5 Gedicht

Lees het gedicht.

Wie gisteren ging vliegen, zegt heden ik vloog. Dus zegt u misschien ook van wiegen ik woog?

Nee, pardon. Want ik woog is afkomstig van wegen. Maar ... is nu ik voog een vervoeging van vegen?

En dan vervoegt men het woord zoeken als ik zocht, en dus hoort bij vloeken misschien ook ik vlocht?

Alweer mis, want dit is afkomstig van vlechten, maar ik hocht is geen goede vervoeging van hechten.

Frits Faulhaber

a Waar gaat het gedicht over?

b Vind jij werkwoorden vervoegen verwarrend?

Waarom wel of niet?

6 Taal in cartoons

Bekijk de cartoons.

LEERDOELEN

39
2.2 Spelling

a Waar gaan deze cartoons over?

b Vind jij het belangrijk dat werkwoorden goed vervoegd worden?

Leg uit waarom wel of niet.

Werkwoordspelling

7 Persoonsvorm bekijken

Kijk naar de persoonsvormen in de zinnen.

• Ik loop in de zon.

• Wij lopen in de zon.

• Anne loopt in de zon.

• Ik liep in de zon.

Welke twee factoren in de zin hebben invloed op de vorm van de persoonsvorm?

1 2 8 Verschillende persoonsvormen

Bekijk het schema in de theorie Werkwoorden vervoegen

Werkwoorden vervoegen

THEORIE

Werkwoorden kun je vervoegen. Dat wil zeggen dat je de vorm van het werkwoord aanpast, zodat deze goed past in de zin.

De persoonsvorm is een vervoegde vorm van het werkwoord. Hij bevat veel grammaticale informatie over de zin waar hij in staat. Drie kenmerken hebben invloed op de persoonsvorm:

1 Getal: enkelvoud of meervoud? Het getal van de persoonsvorm is altijd hetzelfde als dat van het onderwerp.

2 Persoon: eerste, tweede of derde persoon? De persoonsvorm staat altijd in dezelfde persoon als het onderwerp.

3 Tijd: tegenwoordige of verleden tijd?

Als je in een zin een of meer kenmerken verandert, dan verandert ook de persoonsvorm. In dit schema zie je de persoonsvormen van het werkwoord lachen

40
2 Taalverzorging 1

getal persoon tijd

tegenwoordige tijd verleden tijd

enkelvoud eerste persoon ik lach lachte

tweede persoon jij (je)/u lacht lachte

derde persoon hij/zij (ze)/het lacht lachte

meervoud eerste persoon wij (we) lachen lachten

tweede persoon jullie lachen lachten

derde persoon zij (ze) lachen lachten

Je kunt hij, zij (ze) of het vervangen door andere woorden, zoals mijn broer of de schoenen

a Hoeveel verschillende persoonsvormen kun je maken van het werkwoord lachen?

◯ 4

◯ 5

◯ 6

◯ 7

◯ 8

b Wat is de regel voor de persoonsvorm in het meervoud van de tegenwoordige tijd?

c Zie je nog meer regelmatigheden in het schema? Noem er drie.

2

9 Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Lees de theorie Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in.

1 De grote hond (bijten) graag in de pantoffels van zijn baasje.

2 De klantenservice (beantwoorden) je mail zo snel mogelijk.

3 (Bezorgen) dat bedrijf altijd de volgende dag al?

4 Het liefst (reizen) ik alleen in de ochtendspits.

5 Hoe (bereiden) je een varkenshaas?

6 De brugklassers (ontleden) de zinnen zonder problemen.

41
1
3
2.2 Spelling

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

In het enkelvoud heeft de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (tt) twee verschillende vormen: de ik-vorm en de ik-vorm + t. De ik-vorm schrijf je achter het onderwerp ik

In het meervoud schrijf je de persoonsvorm als infinitief (heel werkwoord).

voorbeelden

getal persoon vorm dansen worden praten

enkelvoud eerste persoon ik-vorm ik dans ik word ik praat

tweede persoon ik-vorm + t jij danst jij wordt jij praat derde persoon ik-vorm + t hij danst het wordt zij praat meervoud eerste persoon infinitief wij dansen we worden wij praten tweede persoon infinitief jullie dansen jullie worden jullie praten derde persoon infinitief zij dansen ze worden zij praten

Soms eindigt de ik-vorm al op een -t, zoals bij ik praat. Je hoeft dan geen tweede -t te schrijven in de tweede en derde persoon enkelvoud. Soms eindigt de ik-vorm op een t-klank, zoals bij ik word. Je schrijft dan in de tweede en derde persoon enkelvoud nog steeds de ikvorm + t: jij wordt, hij vindt

Let op: Staat het onderwerp jij of je achter de persoonsvorm? Dan spreek je geen t uit. Je schrijft de t daarom ook niet. Je schrijft alleen de ik-vorm

Blijf jij? Vind je?

Hoofdletters en leestekens

10 Tekst zonder leestekens

Lees de blogpost van een forum.

BLOG

ruzie met vader beste lezer

wie kan me advies geven ik heb dus ruzie met mijn vader vroeger was hij altijd mijn beste maatje sinds een paar maanden is het bijna altijd ruzie tussen ons gisteren kwamen er vrienden eten en zoals altijd doe ik heel erg mijn best om te helpen met het koken en het schoonmaken van het huis ik zou een gezonde lekkere pastasaus maken en mijn vader had gevraagd om extra veel te maken zo zou er nog wat over zijn voor later deze week nou ik heb natuurlijk mijn best daarvoor gedaan extra veel tomaten gehakt groenten en kruiden het was alleen heel moeilijk in te schatten en achteraf bleek dus dat het minder was dan ik had gedacht mijn vader werd toen boos hij zei dat ik te koppig was om zijn raad op te volgen ook zei hij dat ik dom bezig was en dat ik er te veel tijd in stak pff echt belachelijk hij zou juist dankbaar moeten zijn dat ik er zo veel moeite voor deed ik ben dus boos om hoe hij zich naar mij toe gedraagt hoe kan ik hier nou het best mee omgaan

42 THEORIE
2 Taalverzorging 1

a Vind jij deze tekst prettig leesbaar?

Leg uit waarom wel of niet.

b Hoe kan de schrijver deze tekst beter leesbaar maken? Noem twee verbeterpunten.

2

11 Hoofdletters gebruiken

Wanneer gebruik je hoofdletters?

□ aan het begin van een zin

□ als iemand iets schreeuwt

12 Zinnen verbeteren

Lees de theorie Hoofdletters en kleine letters

Hoofdletters en kleine letters

□ als je iets wilt benadrukken

□ bij namen van merken of personen

THEORIE

Het eerste woord van een zin schrijf je altijd met een hoofdletter, net als namen. Er zijn een paar uitzonderingen.

uitzondering voorbeeld

1 Begint de zin met een apostrof? Dan schrijf je het tweede woord met een hoofdletter. 's Morgens ga ik zwemmen.

Begint de zin met een getal? Dan schrijf je geen hoofdletter. 72 procent rijdt door.

2 Staat er een ander deel van de naam voor een tussenvoegsel van een naam? Schrijf het tussenvoegsel dan met een kleine letter.

Staat er geen deel van de naam voor het tussenvoegsel? Dan schrijf je wel een hoofdletter.

Eva van Ham mevrouw Ras-de Vries

mevrouw Van Ham meneer/mevrouw El Hamdaoui

3 Merknamen schrijf je met een hoofdletter. een Apple, de Porsche

Woorden waarbij je niet meer aan de eigennaam denkt, schrijf je met een kleine letter.

coopertest, barbiepop

4 Titels van boeken, series, films enzovoort beginnen met een hoofdletter. het boek De hongerspelen

43
1
2.2 Spelling

Verbeter de zinnen. Schrijf hoofdletters waar nodig.

1 meneer dos santos zal tijdens de voorstelling het eindspel een gedicht voordragen van willem wilmink.

2 elke tweede vrijdag van juni komt de hele familie de groot samen om met een bourgondisch diner het begin van de zomer te vieren.

3 't is vooral de vraag of de overvaller van de rabobank ooit gevonden zal worden.

4 het rijksmuseum heeft uit de erfenis van weduwe van huizinga een bijzondere rembrandt gekregen.

5 de duitse herdershond van meneer van velden heeft de huismus uit zijn nest verjaagd.

6 83 hoogleraren hebben de open brief ondertekend waarin ze pleiten voor minder engels in het hoger onderwijs.

7 volgens het kookboek van ottolenghi wordt de pastasaus nog lekkerder als je een beetje franse kaas toevoegt.

8 's avonds leest morris voor hij gaat slapen altijd nog een kwartier in de kameleon, een boekenreeks die hij van zijn vader heeft gekregen.

44
2 Taalverzorging 1

Hoofdletters en leestekens toevoegen

Bekijk de theorie Hoofdletters en kleine letters, Punt, vraagteken en uitroepteken, Dubbele punt en Komma

Verbeter de zinnen.

1 weet u waar het kantoor van wp van bommelen is

2 pas op daar staat een paaltje

3 voor een cake heb je in ieder geval nodig suiker eieren boter en bloem

4 s avonds gaat mevrouw van kampen altijd wandelen met haar hondje boris

5 poeh veronica onderbreekt de film jurassic park elke twintig minuten voor reclames

6 zet m op joh

Punt, vraagteken en uitroepteken

THEORIE

Aan het eind van een zin zet je altijd een punt, vraagteken of uitroepteken

regel

voorbeeld

punt na een gewone zin Veel mensen hebben een huisdier.

bij veel afkortingen o.a. (onder andere), enz. (enzovoort)

na een voorletter S.A. de Vries

vraagteken na een vragende zin Hoe laat is het?

uitroepteken na een uitroep Wat leuk!

na een waarschuwing Kijk uit!

na een bevel Kom hier!

Dubbele punt

De dubbele punt gebruik je voor een opsomming.

We kregen drie maaltijden: ontbijt, lunch en diner.

THEORIE

45 13
2.2 Spelling

THEORIE

Komma

Met een komma maak je een zin overzichtelijker. Je laat zien waar de lezer een korte pauze kan inlassen.

regel voorbeeld

1 Gebruik een komma tussen bijvoeglijke naamwoorden die van plek kunnen wisselen.

2 Zet komma's tussen de delen van een opsomming. Voor en of of schrijf je geen komma.

3 Na een naam, aanhef of uitroep aan het begin van de zin schrijf je een komma.

Voor een naam, aanhef of uitroep aan het eind van de zin schrijf je een komma.

14 Tekst verbeteren

Verbeter de tekst. Voeg hoofdletters en leestekens toe aan deze blogpost.

BLOG

ruzie met vader beste lezer

Dat is een kleine, blauwe tafel.

Wil je twee, drie of vier kaartjes bestellen?

Poeh, moet dat allemaal naar boven?

Komt u maar, meneer De Jong.

wie kan me advies geven ik heb dus ruzie met mijn vader vroeger was hij altijd mijn beste maatje sinds een paar maanden is het bijna altijd ruzie tussen ons gisteren kwamen er vrienden eten en zoals altijd doe ik heel erg mijn best om te helpen met het koken en het schoonmaken van het huis ik zou een gezonde lekkere pastasaus maken en mijn vader had gevraagd om extra veel te maken zo zou er nog wat over zijn voor later deze week nou ik heb natuurlijk mijn best daarvoor gedaan extra veel tomaten gehakt groenten en kruiden het was alleen heel moeilijk in te schatten en achteraf bleek dus dat het minder was dan ik had gedacht mijn vader werd toen boos hij zei dat ik te koppig was om zijn raad op te volgen ook zei hij dat ik dom bezig was en dat ik er te veel tijd in stak pff echt belachelijk hij zou juist dankbaar moeten zijn dat ik er zo veel moeite voor deed ik ben dus boos om hoe hij zich naar mij toe gedraagt hoe kan ik hier nou het best mee omgaan

46
2 Taalverzorging 1

ZELFTOETS

Testen hoe goed je dit onderdeel beheerst? Ga naar Op niveau online en maak de zelftoets.

VERDER OEFENEN?

Wil je verder oefenen op jouw niveau? Ga dan naar Op niveau online

2.3 Formuleren

Je leert:

LEERDOELEN

• regels voor hoofdletters, leestekens, stijl en zinsbouw goed toepassen.

Stijlregels

15 Tekst verbeteren

Lees Stijlregel 1: Gebruik hoofdletters en leestekens

THEORIE

Stijlregel 1: Gebruik hoofdletters en leestekens.

Gebruik hoofdletters en leestekens. Een tekst met hoofdletters en leestekens is namelijk makkelijker te lezen. De leestekens laten zien welk verband er is tussen woorden en zinnen.

• Schrijf een hoofdletter

- aan het begin van elke zin; - aan het begin van een naam;

• Gewone zin? Schrijf een punt.

• Vragende zin? Zet een vraagteken.

• Uitroep? Schrijf een uitroepteken!

• Opsomming? Gebruik een dubbele punt.

• Zet een komma:

- tussen de delen van een opsomming;

- tussen bijvoeglijke naamwoorden die van plaats kunnen wisselen;

- na een naam, aanhef of uitroep aan het begin van de zin;

voor een naam, aanhef of uitroep aan het eind van de zin.

47
2.3 Formuleren
-

In de tekst ontbreken veel hoofdletters en alle leestekens. Verbeter de tekst.

www.nos.nl

NOS STORIES EN NOS OP 3 WINNEN THE BEST SOCIAL AWARDS

de sociale media kanalen nos stories en NOS op 3 zijn in de prijzen gevallen bij de jaarlijkse wedstrijd NOS Stories won in de categorie Beste Merk op instagram en NOS op 3 de categorie beste merk op youtube

de jury prijst nos stories vanwege de toegankelijkheid het platform voorziet jongeren namelijk van het laatste nieuws via Instagram ook de vurige reacties op

16 Afkortingen

Lees Stijlregel 2: Gebruik geen afkortingen

vragen en opmerkingen van kijkers zijn volgens de jury opvallend

het Beste Merk op YouTube is NOS op 3 geworden omdat de uitlegvideo's helder zijn informatie wordt volgens de jury kundig en begrijpelijk gedeeld de sociale media prijzen worden jaarlijks uitgereikt aan mensen of organisaties en bedrijven die ergens in uitblinken

Naar: NOS.nl.

Stijlregel 2: Gebruik geen afkortingen.

THEORIE

Schrijf in brieven en teksten woorden altijd helemaal uit. Gebruik geen afkortingen. Ze maken je tekst moeilijker leesbaar, want niet iedereen begrijpt ze.

Bekijk de contactadvertentie uit een krant.

a Schrijf de contactadvertentie helemaal uit.

a'dam aantr. m. 50+, hbo, fin. onafh., n.r., zkt. rust. sl. spont. bl. vr. <1.75 voor ser. rel.

b Waarom heeft de contactadvertentie met zoveel afkortingen in de krant gestaan?

48
2 Taalverzorging 1

c Gebruik je zelf weleens afkortingen? Zo ja, in wat voor soort teksten?

d In welke teksten horen afkortingen niet thuis, volgens jou? Leg uit waarom.

17 Zinnen verbeteren

Lees Stijlregel 1: Gebruik hoofdletters en leestekens en Stijlregel 2: Gebruik geen afkortingen Verbeter de zinnen.

1 Na de intensieve training was ik wel een btje moe.

2 luister jij ook altijd nieuwe muziek via spotify?

3 Pas op, de leuning zit los!!

4 Veel afko's maken een tekst vaak moeilijk leesbaar.

5 Vanmorgen ben je de spullen van romy vergeten mee te nemen?

6 ik vind dat je iig ff je excuses moet aanbieden voor je gedrag.

7 Kweenie hoe laat we vertrekken, maar wrsch al vrij snel?

8 We kunnen idd beter even w88 tot meneer de groot terug is.

18 Hele zinnen zoeken

Lees Stijlregel 3: Maak hele zinnen

In welke zinnen is stijlregel 3 niet goed toegepast?

□ Door je moeder afgezet worden op het schoolplein voelt toch wat kinderachtig.

□ Wil niet nadenken over wat er mis had kunnen gaan.

□ Gisteren eerst maar eens lekker lang uitgeslapen, voordat ik iets nuttigs ging doen.

□ Zonder paspoort naar het buitenland gaan is niet zo handig.

□ Geen idee hoe laat de laatste trein richting Den Helder vertrekt.

□ Sjonge, wat een gedoe!

□ Het geeft niet dat je nog niet weet wat je wilt worden later.

49
2.3 Formuleren

THEORIE

Stijlregel 3: Maak hele zinnen.

Maak hele zinnen. Schrijf dus in elke zin een onderwerp en een gezegde.

Volgende week tennissen? ✘ (fout)

Ga je volgende week met me tennissen? ✓ (goed)

19 Hele zinnen maken

Lees Stijlregel 3: Maak hele zinnen

Verbeter de zinnen.

1 Wil liever niet vertellen wat ik gistermiddag heb gedaan.

2 De laatste drie maanden helemaal geen nieuwe kleren gekocht.

3 Geen idee waarom Daan eerder weg is gegaan.

4 Weet niet precies hoe een cashewnoot groeit.

5 Zondagmiddag eindelijk mijn kamer opgeruimd.

ZELFTOETS

Testen hoe goed je dit onderdeel beheerst? Ga naar Op niveau online en maak de zelftoets.

VERDER OEFENEN?

Wil je verder oefenen op jouw niveau? Ga dan naar Op niveau online

50
2 Taalverzorging 1

2.4 Taalbewustzijn

Je leert:

• de trappen van vergelijking toepassen.

Woordvorming

20 Trappen van vergelijking

Kijk naar deze reeksen:

• groot – groter – grootst

• nieuw – nieuwer – nieuwst

• goed – beter – best

a Bij welke woordsoort horen deze woorden?

b Hoe verandert de betekenis van de woorden in elke reeks?

21 Trappen herkennen

Lees de theorie Trappen van vergelijking

Welke trap is gebruikt in de zin?

1 Het eerste boek van die schrijver vond ik beter dan deze.

2 Belangrijke trefwoorden zijn achter in het boek verzameld.

3 Vanmorgen wilde ik het liefst nog even in mijn bed blijven liggen.

4 De zonnebril moet zijn ogen beschermen tegen het felle licht van de zon.

5 Faas voelt zich het meest relaxed als hij deze trui draagt.

6 Door de wisselstoring was ik drie kwartier later thuis dan normaal.

7 Mijn vader heeft weinig vertrouwen in het vakmanschap van de loodgieter.

8 Dario geeft van zijn vrienden het minste geld uit aan computerspelletjes.

LEERDOELEN

stellende trap vergrotende trap overtreffende trap

51
◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ 2.4 Taalbewustzijn

THEORIE

Trappen van vergelijking

Van bijvoeglijke naamwoorden kun je afleidingen maken die aangeven hoe sterk de eigenschap is. Je gebruikt hiervoor de trappen van vergelijking

overtreffende trap

blauwst

donkerst

vergrotende trap

liefst

stellende trap

blauw donker lief

blauwer donkerder liever

De grondvorm noem je de stellende trap. Daar maak je een vergrotende trap van door -er erachter te zetten. Soms moet je daarbij de spelling een beetje aanpassen: hoog - hoger, dwaas - dwazer. Je maakt de overtreffende trap meestal door -st achter de stellende trap te zetten: oud - oudst, lang - langst

Er zijn een paar uitzonderingen waarbij je de spelling een beetje moet aanpassen:

Eindigt de stellende trap op een r? Dan schrijf je vaak ook een d erbij in de vergrotende trap.

zuur - zuurder helder - helderder

Eindigt de stellende trap op een s? Schrijf dan geen extra s in de overtreffende trap. vers - verst dwaas - dwaast

Eindigt de stellende trap op -de, -isch, -sd, -sk of -st? Schrijf dan in de overtreffende trap meest

stupide - meest stupide logisch - meest logisch verbaasd - meest verbaasd pittoresk - meest pittoresk vast - meest vast

Bij sommige woorden zijn de trappen van vergelijking onregelmatig. Deze moet je uit je hoofd leren.

goed - beter - best graag - liever - liefst

52
2 Taalverzorging 1

22 Trappen invullen

Gebruik de theorie Trappen van vergelijking

Vul de ontbrekende woorden in.

stellende trap vergrotende trap overtreffende trap 1 laatst

23 Trappen van vergelijking uitbeelden

Bekijk de theorie Trappen van vergelijking

Maak een drieluik van foto’s.

• Op de eerste foto laat je iets zien in de stellende trap. Op de tweede foto laat je hetzelfde zien in de vergrotende trap en op de derde foto in de overtreffende trap. Kies zelf een bijvoeglijk naamwoord.

• Zorg ervoor dat de trappen van vergelijking duidelijk herkenbaar zijn in het drieluik. Originaliteit telt mee in de beoordeling.

• Zet de drie foto's in één bestand en lever het in bij je docent.

53
4
5
6 geschikter 7 kritischer 8 chiquer 9
10 pittoresker
2 blonder 3 bar
veel
wijst
sluw
2.4 Taalbewustzijn

Nieuws

Inleiding

Wat betekent nieuws voor jou? Welk nieuws vind jij interessant en waarom juist dat nieuws? Dit hoofdstuk gaat over nieuws. Je kijkt naar nieuwsberichten en nieuwsbronnen en leert waar nieuwsmakers op letten. Je ontdekt ook dat niet al het nieuws waar is. Daarom leer je kritisch te zijn op de bron en de inhoud van nieuwsberichten. Door de informatie die je leest, ziet en hoort te beoordelen en te vergelijken, vorm je een eigen mening over deze informatie.

Duik in de wereld van het nieuws!

54
3 Nieuws

Je leert:

1 beschrijven wat je weet over een onderwerp.

2 bepalen welke informatie je nodig hebt om een vraag te beantwoorden of een probleem op te lossen.

3 de inhoud van nieuwsberichten begrijpen.

4 nieuwsberichten beoordelen.

5 het schrijfdoel van informerende teksten herkennen.

6 alinea's herkennen en onderscheiden.

7 onderwerp en deelonderwerpen van een tekst benoemen.

8 titel, tussenkopjes en bronvermelding van een tekst beoordelen.

9 aantekeningen maken en overzichtelijk weergeven.

10 een nieuwsbericht schrijven.

11 een nieuwsbericht presenteren.

1 Wat ga ik leren?

Bekijk de leerdoelen van dit hoofdstuk.

Schrijf bij drie leerdoelen waarom het belangrijk is dat je die leert.

1 Leerdoel:

2 Leerdoel:

3 Leerdoel:

3.1 Start

LEERDOELEN

• Je kijkt vooruit naar de dingen die je in dit hoofdstuk leert.

2 Nieuws kijken

a Bekijk de video Nieuws.

Zijn de twee berichten in de video nieuwsberichten? Wat vind jij?

Leg je antwoord uit.

b Geloof jij het nieuws dat je leest of hoort?

Leg je antwoord uit.

c Wat voor nieuws heb jij deze week gehoord of gelezen dat je belangrijk vindt?

Waarom vind je dat nieuws belangrijk?

55
3.1 Start

d Zou je journalist willen zijn en over nieuws willen schrijven of vertellen? Leg uit waarom.

3 Nieuwsberichten ordenen

a Bekijk de titels en afbeeldingen van Nieuwsberichten Beoordeel de nieuwsberichten. Kleur zes sterren bij het bericht dat je het meest interessant vindt en één ster bij het bericht dat je het minst interessant vindt.

NIEUWSBERICHTEN

b Wat heeft jouw keuze bij de vorige vraag bepaald?

◯ de titel van het bericht

◯ de afbeelding

◯ zowel de titel als de afbeelding

c Welk nieuwsbericht vind je het meest interessant en heb je zes sterren gegeven? Leg uit waarom.

56
1 Scholen experimenteren met nieuwe roosters 2 Geld voor je oude trui 3 Criminelen opsporen met technische snufjes 4 Robotjournalistiek: zijn menselijke journalisten nog nodig? 5 Te lang naar een scherm kijken is slecht voor je ogen 6 13 jaar en miljonair door gezond snoep
3 Nieuws

d Welk nieuwsbericht vind je het minst interessant? Leg uit waarom.

e Bekijk of lees het nieuwsbericht dat je het meest interessant vond. Vind je het gekozen nieuwsbericht nog steeds interessant? Licht je antwoord toe.

Scholen experimenteren met nieuwe roosters

Schooldagen met acht lessen van 50 minuten? Veel scholen doen daar niet meer aan. Zij experimenteren met lesroosters waarin leerlingen voor een deel zelf hun lessen invullen.

Het AD schrijft dat vandaag naar aanleiding van een enquête van de VO-raad, een organisatie voor voortgezet onderwijs. Eén op de vijf scholen werkt volgens de uitkomsten van het onderzoek niet meer met de traditionele roosters.

Keuze

In het project van de VO-raad experimenteren scholen met verschillende lesroosters: bij-

voorbeeld lessen van 60 minuten, keuze-uren waarin scholieren zelf mogen kiezen naar welke docent ze gaan, huiswerkuren, blokuren van 80 minuten en weken met vier lesdagen en één dag praktijk.

Soepeler

Omdat het ministerie van Onderwijs sinds 2015 soepeler is over het aantal verplichte lesuren per leerling, kunnen scholen nu onderzoeken hoe ze het onderwijs anders kunnen invullen.

Ruimte

Het project Leerling 2020 van de VO-raad ondersteunt scholen bij deze zoektocht. In het project gaat het erom dat het onderwijs beter aansluit bij de belevingswereld van de leerlingen. Het idee is dat hun motivatie omhooggaat als ze meer ruimte krijgen om zelf te bepalen waar, hoe en wat ze het liefste leren.

Bron: www.kidsweek.nl

57
3.1 Start

Geld voor je oude trui: Almelo heeft

statiegeldautomaat voor kleding

Je versleten kleding kun je natuurlijk in de textielbak gooien, maar je kunt het voortaan ook inleveren voor korting op je nieuwe kleding. Het Rotterdamse bedrijf Drop & Loop heeft in Almelo een statiegeldautomaat geplaatst voor oude kledingstukken. Het is de derde automaat in ons land.

Je vindt deze machine bij de Scapino aan het Schouwburgplein. Als je daar een oud kledingstuk in gooit, krijg je een bon voor tien procent korting op een nieuw kledingstuk naar keuze bij deze vestiging van Scapino. Je kunt trouwens maar een kortingsbon per keer inleveren, opsparen tot honderd procent korting gaat (helaas) niet.

In februari dit jaar plaatste het bedrijf de eerste statiegeldautomaat. Die staat bij een Albert Heijn in Krimpen aan den IJssel. Daarna kwam er eentje in Amsterdam bij een wasserette. Best bijzonder dat nu de derde automaat van Nederland in Almelo staat.

Oude kleding wordt nieuw garen

De ingeleverde kleding wordt opgehaald en naar een sorteercentrum gebracht. Wat nog prima gedragen kan worden, krijgt een tweede leven. Van de rest wordt nieuw garen gesponnen. Van dat garen worden stoffen gemaakt. En

die stoffen veranderen weer in nieuwe kleding of andere duurzame producten.

'Meer dan de helft van kleding en textiel belandt nog steeds bij het afval', vertellen Susan de Vries en Carlijn Oosthoek van Drop & Loop. 'Daarnaast is een deel van de kleding in de textielcontainers op straat vaak te vervuild om te recyclen. Zo wordt er in Nederland per jaar 150 miljoen kilo kleding verbrand. Dat moet anders.'

58
3 Nieuws
Bron: www.indebuurt.nl

Criminelen opsporen met technische snufjes

Dieven en zakkenrollers. Winkeleigenaren in een winkelcentrum in Roermond hebben er genoeg van. De politie start met de Technische Universiteit Eindhoven een proef met technische snufjes.

Miljoenen mensen geven elk jaar hun geld uit in het winkelcentrum in Roermond. Een paradijs voor zakkenrollers dus. De politie weet dat het winkelcentrum vooral last heeft van dieven uit Oost-Europa die de grens oversteken om hun zakken te vullen. De politie hoopt dat dit verandert door de proef.

Waarschuwing

Maar hoe werkt die proef dan precies? Criminelen gedragen zich anders dan gewone mensen. Speciale camera's bekijken wie zich opvallend anders gedraagt. Bij veel verdachte informatie stuurt het apparaat automatisch een waarschuwing naar de politie. Bij bijvoorbeeld een auto uit het buitenland, met daarin veel passagiers én gestolen telefoons gaan de alarmbellen rin-

kelen. Agenten bepalen dan zelf of ze de auto controleren. De politie ziet op deze manier snel wie wel en niet verdacht is. Veel sneller dan dat agenten op straat elke bestuurder controleren.

Schrikken

Als de proef werkt, krijgen agenten meer van dit soort technische snufjes. De politie hoopt dat criminelen van de controle schrikken. Niet iedereen is enthousiast over de proef. Volgens de actiegroep Bits of Freedom mag de politie niet zomaar zo'n grote groep mensen in de gaten houden. Bron: www.kidsweek.nl

Robotjournalistiek: zijn menselijke journalisten nog nodig?

Robotjournalistiek houdt in: het automatisch genereren van nieuwsartikelen door middel van computersoftware. Er is hierbij geen directe bemoeienis van journalisten van vlees en bloed nodig. Deze vorm van journalistiek wordt de afgelopen jaren steeds meer ingezet voor artikelen waarbij veel feitelijke gegevens gemoeid zijn, zoals sportuitslagen, financieel nieuws en het weer. Tijdens de verkiezingen maakte de NOS bijvoorbeeld gebruik van robotjournalistiek (voor het weergeven van de uitslagen).

Door een robot in te zetten, kan tijd bespaard worden. Een robot verzamelt data veel sneller dan een menselijke journalist. Bovendien bleek uit onderzoek dat lezers van financiële artikelen meer vertrouwen hebben in het woord van de computer dan in dat van een menselijke journalist.

Bij sportverhalen zijn lezers dan weer minder enthousiast over de robotschrijver. Tekst die gemaakt is door een robot kan namelijk geen échte emotie bevatten. Daarnaast zijn robots niet in staat tot het maken van gedachtensprongen en het afnemen van interviews. Robotjournalistiek zal de menselijke journalist voorlopig dus nog niet kunnen vervangen.

59
Bron: www.onzetaal.nl 3.1 Start

Te lang naar een scherm kijken is slecht voor

je ogen

Onderzoekers weten het nu zeker. Te lang en te vaak turen naar een klein beeldscherm is slecht voor je ogen.

Onderzoekers van het Erasmus MC volgden een grote groep Rotterdamse kinderen van hun zesde tot dertiende jaar. Een kwart van deze groep blijkt nu bijziend. Dat betekent dat ze niet scherp kunnen zien in de verte. Op zesjarige leeftijd kon maar 2,5 procent van deze kinderen niet goed in de verte kijken.

Blindheid

De verwachting is zelfs dat méér dan de helft van de onderzochte groep jongeren bijziend is als ze 21 jaar zijn. Hoewel alleen naar kinderen in Rotterdam is gekeken, verwachten de onder-

zoekers dat de uitkomsten voor alle kinderen in Nederland gelden. Bijziendheid kan als je ouder bent ook tot blindheid leiden.

Scherp zien

Dat de ogen van kinderen achteruitgaan, komt volgens de onderzoekers doordat ze vaak én lang naar iets kijken dat dichtbij is: tablets en smartphones. Aan het NOS Radio 1 Journaal vertelt oogdeskundige Jan Roelof Polling: 'Als je heel veel leest of heel veel dichtbij kijkt en heel weinig buiten komt, dan gaat het oog groeien. Dan wordt het oog bijziend. Als je in je schrift kijkt op school of op je tablet, dan kun je alles nog goed zien. Maar als je in de verte op het bord kijkt, zie je niet meer scherp.'

20, 20, 2-regel

Het advies van Polling? De 20, 20, 2-regel. Niet te lang achter elkaar op je schermpje turen, bijvoorbeeld twintig minuten en dan twintig minuten rust nemen zodat je ogen iets anders kunnen doen. En verder zoveel mogelijk buiten spelen. Minstens twee uur per dag.

Bron: www.kidsweek.nl

13 jaar en miljonair door gezond snoep

Kun je het je voorstellen om op je dertiende al schatrijk te zijn? Alina Morse maakt ongeveer twee miljoen dollar winst met haar eigen snoepbedrijf Zollipop, dat snoep maakt dat goed is voor je tanden.

Zeven jaar oud

Ze was net zeven jaar oud toen ze een lolly aangeboden kreeg en die van haar ouders af moest slaan. Het zou haar tanden namelijk te veel beschadigen. Alina vroeg haar vader of ze geen lolly kon maken die goed was voor haar tanden, zodat ze wel snoep kon eten, schrijft

60
3 Nieuws
HLN. Alina besloot om een nieuwe snoepsoort uit te vinden, die wel goed is voor je tanden.

En dat lukte. Het duurde ongeveer twee jaar om de producten, in samenwerking met haar tandarts en mondhygiënist, te ontwikkelen. Het doel: perfecte snoepproducten maken, die niet alleen goed smaken, maar ook de consument gezonder laten glimlachen. De familie van Alina hielp met de financiering door geld te sparen.

Verschillende smaken

Inmiddels is er de keuze uit Zollipops, Zolli Drops en Zaffi Taffy, in de smaken aardbei, druif, ananas, framboos, kers en sinaasappel. Het snoep bestaat volgens Alina uit volledig natuurlijke, suikervrije zoetstoffen, die de pH in de mond verhogen en het tandglazuur versterken.

WOORDENSCHAT

Interessant feitje: je kunt het snoep vinden in de supermarkt, op de tandenborstelafdeling! Het is helaas niet zo dat je je tanden na het eten ervan niet meer hoeft te poetsen.

Alina wil nog naar de universiteit om meer kennis op te doen over het bedrijfsleven.

Happy Tooth logo

Vooralsnog is Zollipops voornamelijk in Amerika verkrijgbaar. In Nederland kennen we wel producten met het Happy Tooth logo, dat garant staat voor tandvriendelijke producten in de winkel. Dit logo vind je op bijvoorbeeld Mentos, Fruittella of SMINT.

Bron: www.metronieuws.nl

Als je veel woorden kent, kun je beter zeggen wat je bedoelt, en kun je teksten beter begrijpen. In de paragraaf Woordenschat leer je de betekenis van woorden. Ook leer je wat je kunt doen als je een woord niet kent.

Ga naar Op niveau online en oefen je woordenschat.

3.2 Wat is nieuws?

Je leert:

• beschrijven wat je weet over een onderwerp.

• de inhoud van nieuwsberichten begrijpen.

• nieuwsberichten beoordelen.

• het schrijfdoel van informerende teksten herkennen.

• een nieuwsbericht schrijven.

Nieuws definiëren

4 Kenmerken van nieuws ontdekken

LEERDOELEN

a Nieuws kun je vinden in verschillende nieuwsbronnen. De krant is een voorbeeld van een nieuwsbron.

61
3.2 Wat is nieuws?

Je wilt op de hoogte blijven van het nieuws. Welke nieuwsbronnen gebruik je?

b Kranten worden ook wel dagbladen genoemd, omdat ze iedere dag verschijnen behalve op zondag. Er zijn landelijke en regionale kranten.

Kijk naar de nieuwsberichten bij opdracht 3.

Welk nieuwsbericht verwacht je in een regionale krant?

c Lees deze uitspraken.

1 Nieuws is belangrijk.

2 Nieuws is alleen maar vermaak.

3 Nieuws zet je aan het denken.

4 Nieuws is meestal negatief.

Ben jij het eens of oneens met deze vier uitspraken?

Licht je keuze toe.

d Vorm een groepje met drie klasgenoten. Bespreek wat volgens jullie kenmerken van nieuws zijn. Noteer ten minste drie kenmerken.

e Is nieuws altijd waar?

Bespreek deze vraag met elkaar. Leg ook uit waarom je dat vindt.

5 Nieuws definiëren

Lees de tekst Wat is nieuws?

a Lees de theorie Schrijfdoelen en tekstsoorten

Gebruik de tekst Wat is nieuws?

Wat is het schrijfdoel van die tekst?

◯ informeren

◯ instructie geven

Schrijfdoelen en tekstsoorten

◯ uitleg geven

THEORIE

Je leest of beluistert een tekst altijd met een bepaald doel. Je wilt bijvoorbeeld uitleg krijgen of de mening van een ander te weten komen. Een schrijver schrijft een tekst met een

62
3 Nieuws

schrijfdoel, hij wil met zijn tekst iets bereiken. Een tekst kan ook meerdere doelen hebben, maar meestal is er één hoofddoel

Bij elk schrijfdoel hoort een tekstsoort. Tekstsoorten kun je tegenkomen in geschreven en in gesproken vorm. Hier staan belangrijke schrijfdoelen en de bijbehorende tekstsoorten:

schrijfdoel tekstsoort uitleg voorbeelden

informeren informerende tekst

Alleen (nieuwe) informatie over een onderwerp.

nieuwsbericht, verslag, zakelijke brief, notulen, werkstuk, journaal

uitleg geven uiteenzettende tekst

Een uitleg, beschrijving of verklaring van een onderwerp.

tekst in schoolboek, achtergrondtekst in krant of tijdschrift, uitlegfilmpje

instructie geven instructieve tekst

Aanwijzingen over hoe je iets moet doen, hoe iets werkt of gebruikt moet worden.

b De tekst Wat is nieuws? komt van de Rijksuniversiteit Groningen.

Kun je de informatie in deze tekst vertrouwen?

Leg uit.

c Wat is nieuws volgens jou?

Gebruik maximaal 30 woorden.

Nieuws is www.rug.nl

WAT IS NIEUWS?

Nieuws is wat er gebeurt in je omgeving, in Nederland, in de wereld. Je leest erover in kranten en ziet het op de televisie.

Er bestaat niet iets als 'het nieuws', want er zijn verschillende soorten nieuws. Dat heeft te maken met het medium dat het nieuws brengt (krant, televisie of internet) en met de manier waarop nieuws gebracht wordt.

Nieuws moet wel aan een paar voorwaarden voldoen voordat je het kunt horen of lezen. Zo

recept, gebruiksaanwijzing, videotutorial, routebeschrijving

moet nieuws actueel zijn. Een bericht van een maand oud is geen nieuws. Het moet belangrijk zijn voor een grote groep mensen. Nieuws wijkt af van het normale. Ook beroemde mensen, wereldleiders, koningen die iets gaan doen of hebben gedaan, zijn nieuws. Meestal niet leuk, maar conflicten tussen groepen mensen en tussen landen zijn nieuws. Emotie, groot verdriet of veel vreugde, is ook nieuws.

Bron: www.rug.nl

63
5 10 15 3.2 Wat is nieuws?

Nieuws beschrijven

6 Nieuwsberichten herkennen

a Lees de theorie Nieuwsberichten

Welke kop(pen) zijn van een nieuwsbericht?

□ Aangename zaterdag, maar onstuimig weer op zondag

□ Gamehonger

□ Hoe je een heerlijke zalmcurry maakt

□ Mathilda

□ Musea en pretparken gaan weer open

□ Online oplichting naar recordhoogte

□ Op jacht naar de geluksknop in onze hersenen

Nieuwsberichten

THEORIE

Nieuwsberichten zijn vaak korte teksten in media met als doel de lezer te informeren. Elke tekst gaat over één onderwerp

Een nieuwsbericht begint altijd met een aantrekkelijke kop (titel), waardoor de lezer geïnteresseerd raakt. Meestal geeft de kop van een nieuwsbericht direct aan om welk nieuws het gaat.

Na de titel volgt een vetgedrukte tekst (de lead). Dit is de inleiding van de tekst met het belangrijkste nieuws over het onderwerp. De inleiding maakt de lezer nieuwsgierig naar de rest van de tekst. De hele tekst geeft antwoorden op de 5W+1H-vragen

Teksten zijn vaak verduidelijkt of aantrekkelijker gemaakt met beeld, zoals foto’s, schema’s, grafieken en tekeningen.

Nieuwsberichten komen uit een bepaalde bron. Deze staat meestal onder de tekst vermeld. Om te weten of je de tekst kunt vertrouwen, is het belangrijk te weten uit welke nieuwsbron hij komt.

b Kijk naar de titels die je hebt aangekruist bij vraag a. Vind jij deze titels aantrekkelijk? Waarom wel/niet?

De titels die ik aantrekkelijk vind, zijn:

Ik vind die titels aantrekkelijk, omdat

c Kies een kop van een nieuwsbericht uit vraag a. Waar denk je dat het bericht over gaat? Schrijf dit in twee zinnen op. Gebruik maximaal 25 woorden.

Het bericht gaat over

64
3 Nieuws

7 Nieuwsbericht structureren

Hieronder zie je een nieuwsbericht dat in stukken is geknipt.

a Lees de verschillende onderdelen van het nieuwsbericht. Ze staan nu nog door elkaar. Zet de onderdelen van het nieuwsbericht in de goede volgorde. Schrijf het juiste cijfer ervoor.

De voetbalwedstrijd is een initiatief van KWF Kankerbestrijding. Zij willen dat mensen stoppen om kanker als scheldwoord te gebruiken. 'Mensen gebruiken dit woord heel makkelijk, maar het kan iemand echt raken', vertelt e-sporter Koen Weijland voordat hij het veld opgaat. Weijland draagt net als de andere deelnemers een shirt met #tegenKK erop. Voetbalclubs kunnen het shirt kopen, maar het staat sinds deze week ook online in het voetbalspel FIFA. 'Door deze hashtag te dragen laat je zien dat je tegen het schelden met kanker bent, zowel online als offline.'

▢ Kidsweek

▢ Op het veld van FC Utrecht stikt het van de bekende koppen. Geen profvoetballers dit keer, maar influencers en e-sporters. Zij zijn hier om aandacht te vragen voor schelden met kanker én om een balletje te trappen.

#TegenKK: 'Schelden met kanker is asociaal'

In Nederland krijgt één op de drie mensen met kanker te maken. Voor hen is het niet prettig als er gescholden wordt met de ziekte. Daar kan ook de elfjarige Julius over meepraten. Hij staat met zijn voetbalvrienden langs de lijn te kijken: 'Mijn moeder is overleden aan kanker. Daarom vind ik het niet fijn als mensen hiermee schelden. Als klasgenoten het toch doen, zeg ik er altijd wat van.' Voor die kinderen heeft Weijland nog een tip: 'Probeer een ander woord te zoeken dat net zo lekker over je tong rolt, maar niet zo pijnlijk is. Het is eigenlijk gewoon heel asociaal om te schelden met kanker.'

b In de theorie Nieuwsberichten heb je gelezen wat de verschillende onderdelen van een nieuwsbericht zijn.

Benoem de onderdelen van het nieuwsbericht.

Kies uit: bron – slot – inleiding – titel

c In de tekst staat: De voetbalwedstrijd is een initiatief van KWF Kankerbestrijding.

Wat betekent initiatief?

65
3.2 Wat is nieuws?

8 Nieuws voorspellen

Lees de kop van de tekst Sneeuwwitje wakker kussen ouderwets: 'Dit heeft niets te maken met ware liefde'. Bekijk de afbeelding en de bron bij de tekst.

a Wordt jouw aandacht getrokken door dit nieuwsbericht? Waarom wel/niet?

b Lees de theorie De 5W+1H-vragen

Welke 5W+1H-vragen kun jij verzinnen bij dit nieuwsbericht? Schrijf ze op.

De 5W+1H-vragen

Een nieuwsbericht moet antwoord geven op deze vragen:

• Wat is het nieuws?

• Wie speelt een rol in dit nieuws?

• Waar is het gebeurd?

• Wanneer is het gebeurd?

• Waarom is het gebeurd?

• Hoe is het gebeurd?

THEORIE

Als je je oriënteert op een onderwerp voor een tekst of een presentatie, kunnen deze 5W+1Hvragen je ook helpen.

c Kijk naar je antwoord op de vorige vraag.

Welk antwoord verwacht je op jouw 5W+1H-vragen?

Bedenk een antwoord bij iedere vraag.

d Is de nieuwsbron betrouwbaar?

Hoe weet je dat?

66
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
3 Nieuws

SNEEUWWITJE WAKKER KUSSEN OUDERWETS:

'DIT HEEFT NIETS TE MAKEN MET WARE LIEFDE'

Sneeuwwitje weer tot leven kussen. Dat kan echt niet meer, want Sneeuwwitje lag immers in een coma en kon dus geen toestemming geven voor de kus.

Dit zeggen twee recensenten van SFgate, een uitgave van een van de grootste kranten van de Amerikaanse westkust, de San Francisco Chronicle. De kritiek werd geuit in een recensie over een nieuwe Disneyattractie. Met jawel, in de hoofdrol: Sneeuwwitje.

De attractie is een zogeheten darkride. Vergelijkbaar met de voor Nederlanders bekende attractie Fata Morgana. Tijdens de rit word je in een karretje langs allerlei scènes gereden. Aan het eind van de attractie wordt de scène dat de prins Sneeuwwitje wakker kust nagespeeld.

Niet meer van deze tijd, vinden de recensenten. Zij vinden dat deze scène een verkeerd beeld van de wereld leert aan kinderen. 'Elkaar kussen zonder dat beide partijen hebben aangegeven dat te willen, heeft niets te maken met de 'ware liefde' waardoor Sneeuwwitje weer wakker wordt. Het geeft een ouderwets beeld van wat een man mag doen met een vrouw', zeggen zij.

9 Nieuwsbericht lezen

Het is niet de eerste keer dat er kritiek klinkt als het gaat om deze scène. Zo sprak in 2018 Kazue Mua, een professor aan de Osake Universiteit in Japan, er al schande van. Zij vond dat de scène seksueel geweld promoot.

Andere attracties

Ook op andere attracties en Disneyverhalen klonk eerder kritiek. De attractie 'Jungle Cruise' (waar deze zomer ook een film van verschijnt) werd aangepast omdat er te veel negatieve beelden van zwarte mensen werden getoond. En ook de attractie 'Splash Mountain' wordt op dit moment aangepast omdat er te veel racistische scènes in zouden voorkomen.

Wat Disney vindt van de nieuwe kritiek is niet bekend. Wel is de attractie van Sneeuwwitje onlangs nog aangepast omdat kinderen de oude versie te eng vonden.

Bron: www.rtlnieuws.nl

Lees de tekst Sneeuwwitje wakker kussen ouderwets: 'Dit heeft niets te maken met ware liefde' helemaal.

a In alinea 5 staat dat een professor aan de Universiteit van Japan al in 2018 zei dat de scène seksueel geweld promoot.

Wat betekent promoten?

b Kloppen je antwoorden op de 5W+1H-vragen bij opdracht 8 met de inhoud van het bericht?

67 www.rtlnieuws.nl
1 5 2 10 3 15 4 20 25 5 30 6 35 40 7 3.2 Wat is nieuws?

c Zoek in het nieuwsbericht de antwoorden op de 5W+1H-vragen die je nog niet had.

Waar in het nieuwsbericht heb je jouw antwoorden op de 5W+1H-vragen gevonden?

Per vraag kunnen meer antwoorden mogelijk zijn.

d Wat bedoelt de schrijver met Zij vinden dat deze scène een verkeerd beeld van de wereld leert aan kinderen. (alinea 4)?

◯ De scène is ouderwets en past niet meer in deze tijd.

◯ De scène laat iets zien dat kinderen nog helemaal niet mogen zien.

◯ De scène zet kinderen aan om slechte dingen te doen.

e Vorm een groepje met drie klasgenoten.

Bespreek of je het eens bent met de kritiek op de attractie met Sneeuwwitje.

Wat zou jij doen met de kritiek als je Disney was? Leg uit waarom je dat zou doen.

Nieuwsbericht schrijven

10 Nieuwsbericht schrijven

a Je bent verslaggever voor een krant. Je krijgt de opdracht om een eigen nieuwsbericht te schrijven voor een publiek vanaf 12 jaar.

Schrijf een bericht over nieuws dat je hebt meegemaakt. Kun je niets bedenken? Schrijf dan een nieuwsbericht bij een van deze koppen.

1 Miljoenen privégegevens op straat na hack

2 Verkoop tweedehandskleding groeit hard

3 Rapper voor de tweede keer vader geworden

• Bedenk de bron van je bericht. Schrijf die erbij.

• Noteer eerst de feitelijke gebeurtenissen van het nieuws. Gebruik de 5W+1H-vragen.

• Lees zo nodig de theorie Nieuwsberichten nog eens door.

• Pas de stijlregels 1 en 2 toe.

• Gebruik ongeveer 125 woorden. Gebruik 20-25 woorden voor de lead en verdeel je bericht in twee of drie alinea's.

• Controleer je spelling.

b Laat je tekst lezen door een klasgenoot en bespreek elkaars tekst.

• Kijk naar de opbouw van het nieuwsbericht, de schrijfstijl en het taalgebruik: een nieuwsbericht moet duidelijke informatie geven.

• Kijk of het schrijfdoel van het nieuwsbericht (informeren!) duidelijk is en of je de bron kent.

• Is de taalverzorging in orde? Klopt de spelling en zijn de stijlregels 1 en 2 goed toegepast?

68
Alinea 1 Alinea 2 Alinea 3 Alinea 4 Alinea 5 Alinea 6 Alinea 7 • Wie? □ □ □ □ □ □ □ • Wat? □ □ □ □ □ □ □ • Waar? □ □ □ □ □ □ □ • Wanneer? □ □ □ □ □ □ □ • Waarom? □ □ □ □ □ □ □ • Hoe? □ □ □ □ □ □ □
3 Nieuws

c Wat wil je bij een volgende schrijfopdracht beter doen?

3.3 Wanneer is iets nieuws?

LEERDOELEN

Je leert:

• bepalen welke informatie je nodig hebt om een vraag te beantwoorden of een probleem op te lossen.

• nieuwsberichten beoordelen.

• aantekeningen maken en overzichtelijk weergeven.

• een nieuwsbericht presenteren.

Inzicht in nieuwswaarde krijgen

11 Fragment bekijken en aantekeningen maken

Je gaat een fragment bekijken over hoe journalisten nieuws en informatie verzamelen.

Lees eerst de vragen. Gebruik de theorie Aantekeningen maken

Bekijk het fragment Nieuwsgaring. Maak aantekeningen.

Aantekeningen maken

THEORIE

Als je informatie wilt onthouden, is het belangrijk dat je goede aantekeningen maakt. Aantekeningen helpen je om te onthouden wat je leest, ziet of hoort. Bijvoorbeeld als je informatie krijgt van je docent tijdens de les, maar ook als je een werkstuk maakt.

• Lees of luister goed naar alles wat wordt gezegd.

• Onderscheid hoofdzaken en bijzaken. Schrijf alleen de hoofdzaken op.

• Sla regels over, zodat er ruimte overblijft voor aanvullingen.

• Schrijf schematisch. Gebruik iconen, pijlen, kleuren en andere tekens om het verband tussen woorden en zinnen aan te geven.

• Gebruik eventueel tussenkopjes.

• Lees je aantekeningen door en vul ze zo nodig aan. Is alles duidelijk?

Wacht niet te lang met het uitwerken van je aantekeningen, want je kunt al snel iets belangrijks vergeten.

a Op welke drie manieren kan nieuws gebracht worden?

b Hoe komt het dat niet elk nieuwsprogramma hetzelfde nieuws brengt?

69
3.3 Wanneer is iets nieuws?

c Bij het kiezen van nieuws kijkt het NOS-Journaal naar de nieuwswaarde. Wat is nieuwswaarde?

d Het NOS-Journaal ontvangt soms ook persberichten met nieuws. Wat is een persbericht?

e Hoeveel nieuwswaarde heeft de opening van een sportcentrum in jouw woonplaats?

Leg je antwoord uit.

12 Nieuwswaarde voorspellen

Lees de tekst Nieuws herkennen en selecteren

a Met de cababa-ladder kun je zes vragen stellen om de nieuwswaarde van nieuws te bepalen. Welke zes vragen kun je met stellen met de cababa-ladder?

b Lees de koppen van deze nieuwsberichten. Heeft het bericht volgens jou veel, weinig of geen nieuwswaarde?

veel nieuwswaarde weinig nieuwswaarde geen nieuwswaarde

• Man wordt gek in elektronicawinkel

• Voedingscentrum: broodkapjeseters verspillen ook minder ander voedsel

• Jongeren herkennen geen nepnieuws en dat is gevaarlijk

c Licht je antwoorden bij vraag b toe. Gebruik in ieder antwoord een onderdeel van de cababa-ladder

70
◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯
3 Nieuws

Nieuws herkennen en selecteren

‘Het nieuws ligt op straat!’ , is een veelgebruikte kreet binnen de journalistiek die beginnende redacteuren en journalisten de stuipen op het lijf jaagt. Want, waar is dat nieuws dan? Hoe herken ik nieuws? Wat is nieuws en wat niet? Het lastige is dat er geen concrete definitie voor nieuws is. Het handige is dat er wel een aantal criteria bestaan die bepalen of iets nieuws is of niet.

In de journalistiek wordt gebruikgemaakt van de cababa-ladder (conflict, actualiteit, belang, afstand, bekendheid, afwijking). Dit is een hulpmiddel om te bepalen of iets nieuwswaarde heeft en hoe groot het nieuws is. Vragen die hierbij horen zijn: Is er een conflict? Wanneer is het gebeurd? Een bericht van vorige week is niet actueel meer. Is er een belang voor de luisteraar of lezer? Wat is de afstand van het nieuws? Hoe dichterbij het nieuws is, hoe belangrijker het wordt. Bekende Nederlanders komen eerder in het nieuws dan onbekende landgenoten. Als laatste is het belangrijk om te weten of het nieuws afwijkt van de normale gang van zaken.

13 Nieuwswaarde vergelijken

Naast de cababa-ladder zijn er nog twee punten die meespelen bij het vinden van nieuws. Allereerst is dat ‘De eerste de beste’: de eerste zeiler rond de wereld, de eerste gipsvlucht. Leuke nieuwsfeiten, die zeker een bericht waard zijn. Daarnaast speelt ‘omvang en afstand’ een rol, want hoe meer mensen worden getroffen door het nieuwsfeit, hoe belangrijker het is. (Te) ver van mijn bed is een argument dat vaak gebruikt wordt om een verhaal niet in het nieuws te brengen.

De combinatie van afstand, belang voor de luisteraar en lezer en de omvang is bepalend voor de grootte van het nieuws en is daarmee van invloed op de keuzes die gemaakt worden. Er ontstaat ook vaak discussie over dit soort keuzes van de media. Een logisch gevolg van de criteria op de cababa-ladder is dat er bij lokale omroepen andere keuzes worden gemaakt dan bij de regionale en landelijke omroepen: het afstandscriterium heeft een andere reikwijdte.

Naar: www.nlpo.nl.

Lees de tekst Carry Slee schrijft boek over gevolgen nepnieuws. 'Jongeren moeten weten dat ze voorzichtig moeten zijn'.

Lees ook de tekst Carry Slee schrijft boek over impact van nepnieuws

a Vergelijk de twee teksten met elkaar.

Welke informatie komt in beide teksten voor?

b Wat is het verschil tussen beide nieuwsberichten?

71
5 10 15 20 25 30 35 40 45 3.3 Wanneer is iets nieuws?

c Het nieuwsbericht van het Nederlands Dagblad heeft meer nieuwswaarde dan het nieuwsbericht van Nu.nl

Is deze stelling waar of niet waar?

Licht je antwoord toe. Maak gebruik van de cababa-ladder.

d In de laatste alinea van het nieuwsbericht Carry Slee schrijft boek over impact van nepnieuws staat dat Carry Slee in 2014 met een eerder boek de belangrijkste Nederlandse prijs op het gebied van lhbti-emancipatie won.

Wat betekent emancipatie?

www.nederlandsdagblad.nl

CARRY SLEE SCHRIJFT BOEK OVER GEVOLGEN NEPNIEUWS. 'JONGEREN MOETEN WETEN DAT ZE VOORZICHTIG MOETEN ZIJN'

Met Fake! wil jeugdboekenschrijfster

Carry Slee (71) jongeren waarschuwen voor nepnieuws. 'Wie in de valkuil van nepnieuws trapt, kan voor het leven getekend zijn.'

Fake!, dat vandaag verschijnt, vertelt het verhaal van Levi, wiens leven door nepnieuws compleet verandert. Het boek gaat over de impact van nepnieuws, iets waar volgens Slee veel jongeren mee geconfronteerd worden: 'Net als in mijn boek loopt het soms verkeerd af wanneer iemand nepnieuws verspreidt of nepnieuws gelooft: het kan hen overal gaan achtervolgen. Het onderwerp nepnieuws houdt jongeren zo bezig dat ik niet anders kon dan hierover schrijven.'

Het boek Fake! gaat over de middelbare scholier Levi en zijn vriendengroep. 'De kinderen in mijn boek hebben een fijn leven. Een paar vrienden hebben samen een eigen toko waar ze fietsen en scooters repareren, ze zijn bezig met verkering en verliefdheid en doen leuke dingen. Alles verandert op het moment dat Levi het slachtoffer wordt van nepnieuws', vertelt Slee. Er komt een filmpje online waarin het lijkt alsof Levi een klasgenoot iets ergs aandoet. Levi beweert dat

hij onschuldig is en dat het filmpje fake is, maar niemand gelooft hem. Ook zijn vriendin niet en ze maakt het uit. Op school wordt hij geschorst. Het filmpje gaat viral en de woedende reacties op internet brengen Levi in groot gevaar.

Slee wil haar lezers een les meegeven: 'Jongeren moeten weten dat ze voorzichtig moeten zijn met nepnieuws. Niet alles wat je ziet, is ook echt waar.' Wanneer je alles zomaar gelooft of zelf nepnieuws de wereld in brengt, kan het zomaar zijn dat je vrienden vals beschuldigt, net als in haar boek: 'Of je wordt buitengesloten of van school weggestuurd. Soms wordt iemand zelfs getrapt en geslagen voor iets wat hij niet heeft gedaan.'

Verleidelijk

Ook vindt Slee het belangrijk dat jongeren niet verleid worden tot het plaatsen van nepnieuws: 'Het kan verleidelijk klinken om ineens veel views en volgers te krijgen op YouTube door het plaat-

72
1 5 2 10 15 3 20 25 30 35 4 40 45 5 50 3 Nieuws

sen van een filmpje. Een personage in het boek wilde meer online-populariteit en vroeg aan zijn vrienden hoe hij dat voor elkaar kon krijgen. Zijn vrienden dachten dat iets wat opschudding veroorzaakt, zoals een ongeluk, goed zou scoren. Hij besloot een video te maken en het zo te monteren dat het erg schokkend leek. Uiteindelijk schrok hij van alle reacties: de video ging viraal en toen was het eigenlijk al te laat.'

Inspiratie

Nepnieuws is een actueel onderwerp. Slee las er veel over in kranten als inspiratiebron voor haar boek. 'In een artikel werd beschreven dat er een ruzie was op een school. Degene die was gaan vechten, kwam door een oproep op sociale media in gevaar en moest onderduiken…' Ook leest Slee tijdschriften voor jongeren, en ze krijgt

veel fanmail van kinderen. 'Kinderen vertellen mij waarvan ze zijn geschrokken en wat ze meemaken. Ook in die mails gaat het wel eens over nepnieuws, in welke vorm dan ook. Dan vertelt iemand bijvoorbeeld dat er foto's verschijnen van een meisje dat zogenaamd met iemand anders dan haar vriendje zoent. Dan maakt de jongen het uit.'

In haar boek komen meer thema's voor waar jongeren mee te maken kunnen krijgen. 'De moeder van een van de personages drinkt te veel en dat geeft problemen. Een ander personage worstelt met een verhuizing waar ze totaal niet op zit te wachten. Er komen allerlei dingen in voor waar jongeren zich in herkennen.'

Bron: www.nd.nl

www.nu.nl

CARRY SLEE SCHRIJFT BOEK OVER IMPACT VAN NEPNIEUWS

Schrijfster Carry Slee komt in mei met een boek over de gevaren van nepnieuws. Fake! verschijnt op 19 mei, maakt haar uitgeverij vrijdag bekend.

In Fake! belandt Emiel, een nieuwe jongen op school, in het ziekenhuis. Meteen daarna verschijnt er een filmpje op YouTube waarin Levi, een klasgenoot die eerder ruzie had met Emiel, hem van de vesting bij het park trapt. Levi beweert dat het filmpje nep is, maar niemand gelooft hem. Hij wordt geschorst op school en ontvangt woedende reacties via internet.

Slee is met met bijna zes miljoen verkochte boeken en een kast vol prijzen een van de succesvolste schrijvers van Nederland. Zij schrijft sinds 1989 gemiddeld drie boeken per jaar, met als grootste successen Spijt! en Afblijven! Meerdere romans werden verfilmd of bewerkt voor het theater.

Slee won in 2014 de Bob Angelo Penning, de belangrijkste Nederlandse prijs op het gebied van lhbti-emancipatie. "Een hele generatie groeit dankzij Slee op met lievelingsboeken waarin het gewoon is om lesbienne, homo, bi of transgender te zijn", aldus de jury.

Bron: ANP

73
55 60 6 65 70 75 7 80 1 5 2 10 3 15 4 20 25 3.3 Wanneer is iets nieuws?

Kenmerken van een presentatie beoordelen

14 Tips voor een goede presentatie

Nieuws wordt niet alleen maar opgeschreven, er is ook veel nieuws dat wordt gepresenteerd. Naast de inhoud en de nieuwswaarde van een nieuwsbericht, is het daarom ook belangrijk om te kunnen beoordelen hoe er wordt gepresenteerd.

Kijk en luister naar het fragment Rob Wuijster - 5 fouten en 5 tips hoe het wel moet.

a Rob Wuijster zegt: Je kunt alleen de boodschap goed overbrengen als er contact met het publiek is.

Wat bedoelt hij?

◯ Je moet de aandacht van het publiek vasthouden.

◯ Je moet het publiek vertellen wat je bedoelt.

◯ Je moet vragen stellen aan het publiek.

b Rob Wuijster geeft verschillende tips voor een goede presentatie. Welke?

□ Begin met iets positiefs.

□ Leer je presentatie uit je hoofd.

□ Lees je presentatie niet op.

□ Motiveer het publiek .

□ Ondersteun wat je zegt met je handen en armen.

□ Spreek niet met je rug naar het publiek toe.

□ Spreek op verschillende toonhoogtes.

□ Spreek vooral niet te snel.

□ Wijs op een bord achter je duidelijk aan wat je bedoelt.

□ Wissel het volume van je stem af.

15 Presentatie bekijken en beoordelen

Kijk en luister naar het fragment Presenteren: zonietduss... . Let op de manier van presenteren in het fragment. Maak hiervan aantekeningen.

a Lees nog een keer de theorie Schrijfdoelen en tekstsoorten

Welk doel heeft de spreker met zijn presentatie?

◯ informeren

◯ instructie geven

◯ uitleg geven

b Wat is er niet goed aan het geluid in de presentatie?

16 Presentatie bekijken en beoordelen

Gebruik de theorie Publieksgerichtheid , Stemgebruik en Lichaamstaal

Wat doet de spreker in het fragment fout?

Geef vijf voorbeelden.

74
1 2 3 4 5 3 Nieuws

THEORIE

Publiekgerichtheid

Als je een tekst schrijft of een gesprek voert, wil je daarmee iets bereiken. Een geschreven of een gesproken tekst is altijd bestemd voor een bepaald publiek. Het is belangrijk dat je weet wie je publiek is, zodat je er rekening mee kunt houden. Dat doe je door de inhoud en je taalgebruik te ‘richten’ op je publiek. Dit noem je publiekgerichtheid

Stem de inhoud van je tekst af op je publiek door de volgende vragen te stellen:

1 Wat weet mijn publiek al van het onderwerp? (= voorkennis)

2 Welke informatie heeft mijn publiek nodig? (= vraag)

3 Wat vindt mijn publiek van het onderwerp? (= standpunt)

Sluit altijd aan bij de voorkennis, de vraag en het standpunt van je publiek. Maak de inhoud uitnodigend: zorg ervoor dat je de aandacht van je publiek trekt en vasthoudt. Bijvoorbeeld met een pakkende inleiding, een goed gekozen beeld of een grapje of verhaaltje.

Stemgebruik

THEORIE

De manier waarop je iets zegt, bepaalt of de inhoud van je boodschap goed overkomt. Met andere woorden: het gaat niet alleen om wát je zegt, maar ook om hóé je iets zegt. Dat heeft te maken met de momenten waarop je pauzes neemt in een zin, maar ook met de nadruk die je legt op sommige woorden en met je stemgebruik. Goed stemgebruik begint met een goede lichaamshouding en een goede spreektechniek.

Lichaamshouding

• Sta of zit met beide voeten stevig, maar ontspannen, op de grond.

• Ontspan je schouders.

• Houd je hoofd rechtop.

• Adem naar je buik.

Spreektechniek

• De toonhoogte van je stem kun je afwisselen. Als je afwisselend wat hoger en lager spreekt, houd je de aandacht van de luisteraar beter vast. Houd er rekening mee dat een lagere stem prettiger is om naar te luisteren dan een hoge stem.

• Let tijdens het spreken op je volume. Als je te zacht praat, zal niet iedereen je verstaan. Te hard praten schrikt de luisteraar af. Stem je volume af op de ruimte waarin je spreekt.

• Denk ook aan het tempo waarin je spreekt. Te snel spreken is vermoeiend voor jezelf en voor de luisteraar, dus praat rustig.

• De intonatie geeft je stemming aan. Je kunt aan de intonatie vaak horen of iemand blij, moe, ongeduldig, verrast, angstig of enthousiast is.

Denk ook aan je non-verbale communicatie (Theorie: Lichaamstaal). Zorg ervoor dat deze past bij wat je vertelt, anders komt je boodschap niet goed over.

75
3.3 Wanneer is iets nieuws?

Lichaamstaal

Lichaamstaal is de taal die je spreekt met je lichaam en niet met je stem. Je kunt met je lichaam spreken via je houding, je handen en je gezicht. Je lichaam speelt een belangrijke rol bij het overbrengen van informatie. Je geeft er een gesproken boodschap extra nadruk mee.

blij handen omhoog, lachen verontwaardigd handen in de zij, wenkbrauwen gefronst bang weglopen, wegkijken

verdrietig tranen in de ogen, hoofd gebogen ongeïnteresseerd handen in de zakken woedend samengeknepen gezicht, rood hoofd

Soms geef je met je lichaam signalen die je niet zo bedoelt. Als je bijvoorbeeld ingespannen bezig bent, kun je boos kijken, terwijl je dat misschien helemaal niet bent.

Nieuwsbericht presenteren

17 Presentatie voorbereiden

a Zoek in kranten of op internet een nieuwsbericht dat je interessant vindt en nieuwswaarde heeft. Licht toe waarom je dit nieuwsbericht hebt gekozen.

b Gebruik de theorie De 5W+1H-vragen. Lees zo nodig de uitleg in de theorie Nieuwsberichten nog eens. Noteer de belangrijkste informatie uit jouw nieuwsbericht.

c Lees de theorie Monoloog

Bereid een presentatie van maximaal drie minuten voor over je nieuwsbericht.

• Denk aan het doel van je presentatie: klasgenoten informeren.

• Verwerk de informatie van het bericht duidelijk in je presentatie.

• Houd rekening met je publiek (je klasgenoten).

• Geef kort je mening over het nieuwsbericht.

• Noteer de belangrijkste woorden op een blaadje.

• Oefen je presentatie voor jezelf.

• Bekijk voordat je gaat presenteren het beoordelingsmodel.

76 THEORIE
3 Nieuws

Monoloog

Als je een tekst voorleest of een presentatie geeft, dan noem je dat een monoloog. Bij een monoloog is er maar één persoon aan het woord. Een monoloog is dus geen gesprek, maar een toespraak.

18 Presentatie geven

a Werk in een groepje met drie klasgenoten. Presenteer je nieuwsbericht aan elkaar. Maak aantekeningen tijdens de presentaties van je klasgenoten. Let op de punten van het beoordelingsmodel bij vraag d.

b Bespreek je aantekeningen met je groepje. Noem bij elke presentatie een punt dat goed ging en geef ook een tip voor verbetering.

c Wat is jouw verbeterpunt?

d Hoe beoordeel je jouw presentatie?

• Mijn presentatie heeft een duidelijk doel.

• Het onderwerp van mijn presentatie is duidelijk.

• De inhoud van mijn presentatie sluit aan bij het publiek.

• Ik ben goed te verstaan.

• Mijn stemgebruik en houding passen bij de presentatie.

• Ik spreek vloeiend en gebruik geen stopwoorden.

3.4 Kritisch op nieuws

Je leert:

LEERDOELEN

• bepalen welke informatie je nodig hebt om een vraag te beantwoorden of een probleem op te lossen.

• nieuwsberichten beoordelen.

• alinea's herkennen en onderscheiden.

• onderwerp en deelonderwerpen van een tekst benoemen.

• titel, tussenkopjes en bronvermelding van een tekst beoordelen.

• een nieuwsbericht schrijven.

77 THEORIE
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
3.4 Kritisch op nieuws

Verschillende nieuwsberichten lezen

19 Nieuws kritisch beoordelen

Lees de tekst Man wordt gek in elektronicawinkel

Man wordt gek in elektronicawinkel

Een medewerker van een bekende landelijke elektronicagigant is vanmorgen door het lint gegaan. De man leefde zich uit op de webshop van het bedrijf, waardoor er van de prijzen niets meer lijkt te kloppen.

Allerlei artikelen in de webshop van de elektronicawinkel hebben ineens absurd lage prijzen. De man maakte zelfs een speciale pagina waarop absurde koopjes zijn afgebeeld. Wie een bestelling plaatst heeft geluk, want volgens de

a Wat betekent door het lint gegaan? (r. 2-3)

wet is het bedrijf verplicht om de producten tegen de afgebeelde prijzen te leveren.

De doorgedraaide medewerker is inmiddels op non-actief gezet. Hoelang de belachelijk lage prijzen nog op de website blijven staan, is onduidelijk. Het bedrijf werkt achter de schermen aan een oplossing, maar de bizarre koopjes zijn nog steeds te zien.

Bron: www.nieuwspaal.nl

b Wat betekent het als een medewerker op non-actief is gezet? (r. 14)

◯ De medewerker is ontslagen.

◯ De medewerker mag zijn werk nooit meer doen.

◯ De medewerker mag zijn werk voor een bepaalde tijd niet doen.

◯ De medewerker moet voortaan thuiswerken.

c Beantwoord de 5W+1H-vragen bij deze tekst. Schrijf bij je antwoord in welke alinea je dit hebt gevonden.

Wat? Dit staat in alinea

Wie? Dit staat in alinea

Waar? Dit staat in alinea

Wanneer? Dit staat in alinea

Waarom? Dit staat in alinea

Hoe? Dit staat in alinea

d De bron van deze tekst is nieuwspaal.nl

Is het nieuws op deze website betrouwbaar, denk je?

◯ Ja

◯ Nee

e In de opdracht Nieuwswaarde voorspellen heb je al uitgelegd wat volgens jou de nieuwswaarde is van het nieuwsbericht Man wordt gek in elektronicawinkel

Wat lijkt het schrijfdoel van het nieuwsbericht?

Licht je antwoord toe.

78
1 5 2 10 3 15 3 Nieuws

f Stel je voor dat jij op een website met bizarre koopjes terechtkomt.

Zou jij artikelen kopen?

Leg je antwoord uit.

20 Nieuwsbericht begrijpen en beoordelen

Lees de tekst Voedingscentrum: broodkapjeseters verspillen ook minder ander voedsel

Voedingscentrum: broodkapjeseters verspillen ook minder ander voedsel

Mensen die broodkapjes eten verspillen ook een stuk minder ander voedsel dan mensen die de kapjes weggooien. Dat meldt het Voedingscentrum na een peiling onder ruim duizend Nederlanders.

Iets meer dan de helft van de ondervraagden zegt de kapjes altijd of bijna altijd op te eten. Ongeveer 14 procent doet dat meestal. Bijna een kwart eet zelden of nooit broodkapjes.

De 'kapjeseters' verspillen volgens het onderzoek bijna de helft minder ander voedsel dan mensen die geen kapjes eten. De totale voedselverspilling bedroeg bij de eerste groep gemiddeld zo'n 175 gram per week en bij de andere groep rond de 329 gram.

Brood en groente Brood staat volgens het Voedingscentrum op de eerste plaats op de lijst met voedsel dat het vaakst wordt weggegooid. De instelling schat dat Nederlandse huishoudens zo'n 2 miljoen kilo per week aan broodproducten weggooien.

Dat bevestigt onderzoeksbureau Flycatcher, dat onderzoek deed naar voedselverspilling: van de ondervraagden had 26 procent in de week ervoor brood weggegooid. Een iets kleinere groep had groente weggegooid, zo'n 24 procent.

a Wat betekent het woord peiling? (r. 4)

b Hoeveel mensen zijn er ondervraagd voor het onderzoek?

Antwoord in een hele zin.

c De 'kapjeseters' verspillen volgens het onderzoek bijna de helft minder ander voedsel dan mensen die geen kapjes eten. (r. 10-12)

Leg in je eigen woorden uit wat hier staat.

79
Bron: www.nos.nl
1 5 2 3 10 15 4 20 5 25 3.4 Kritisch op nieuws

d De conclusie in de tekst is dat meer dan de helft van de ondervraagden een 'kapjeseter' is, en dat zij minder voedsel verspillen dan mensen die geen broodkapjes eten.

Waarom is er gekozen voor brood om de voedselverspilling van mensen te onderzoeken?

Leg je antwoord uit.

e Is dit nieuwsbericht waar?

Leg je antwoord uit.

f Wat is het doel van dit nieuwsbericht?

21 Structuur van een tekst onderzoeken

Lees de tekst Jongeren herkennen geen nepnieuws en dat is gevaarlijk

a Jongeren kunnen goed multitasken [...]. Maar dit zegt natuurlijk niets over de manier waarop ze de berichten interpreteren. (r. 19-24)

Wat betekent interpreteren?

◯ begrijpen

◯ bekijken

◯ beoordelen

◯ lezen

b Gebruik de theorie Onderwerp, deelonderwerp.

Onderwerp, deelonderwerp

THEORIE

Een tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst. Je kunt het meestal in enkele woorden beschrijven.

Een onderwerp bestaat vaak uit deelonderwerpen. Daarin wordt steeds een gedeelte van het onderwerp besproken.

Wat is het onderwerp van de tekst?

c De tekst bestaat uit tien alinea's. Gebruik de theorie Alinea's

Alinea's

THEORIE

Een stukje tekst over een deelonderwerp noem je een alinea. Een alinea van een geschreven tekst begint altijd op een nieuwe regel. Een alinea van een gesproken tekst herken je aan de korte pauze die de spreker na de alinea neemt.

Het middenstuk van een tekst bestaat uit verschillende alinea's. Het deelonderwerp kan in een of meer alinea's worden uitgewerkt.

80
3 Nieuws

Wat is het deelonderwerp van de alinea's 8, 9 en 10?

d Gebruik de theorie Titel, tussenkopjes, bronvermelding

Titel, tussenkopjes, bronvermelding

THEORIE

Elke tekst moet een titel hebben. De titel vertelt vaak waar de tekst over gaat, maar kan je ook nieuwsgierig maken.

In langere teksten staan meestal tussenkopjes. Die geven aan waarover de volgende tekst gaat. Ze maken een tekst overzichtelijker.

Onderaan de tekst staat de bronvermelding. Deze geeft aan waar de tekst vandaan komt.

Welk tussenkopje geeft de inhoud van alinea 8, 9 en 10 het best weer?

◯ Les

◯ Mediawijsheid

◯ Nepnieuws

◯ School

e Wat vind jij van het idee van de wetenschappers om het probleem van het herkennen van nepnieuws met onderwijs op te lossen?

Licht je mening toe in ongeveer 20 woorden.

www.nos.nl

JONGEREN HERKENNEN GEEN NEPNIEUWS EN DAT IS GEVAARLIJK

Weet jij direct echt nieuws van nepnieuws te onderscheiden? Misschien niet.

Jongeren kunnen wel met internet zijn opgegroeid, het verschil tussen zin en onzin op het internet herkennen ze slecht. Dat blijkt uit onderzoek van de universiteit Stanford onder Amerikaanse scholieren.

En ook in Nederland is het een groot probleem, zeggen Nederlandse onderzoekers.

Een belangrijk onderzoek, volgens hoogleraar mediagebruik Elly Konijn van de VU. 'Het onder -

deel van de hersenen dat reflecteert op het waarheidsgehalte van een bericht - de prefrontale cortex - is bij jongeren nog in ontwikkeling. Ze weten wel dat er nepnieuws bestaat, maar ze kunnen het niet zelf goed inschatten.'

Mediawijsheid

Er bestaan veel misverstanden over mediawijsheid bij jongeren, zegt ook lector nieuwe media Geert Lovink van de HvA. 'Jongeren kunnen goed multitasken: meerdere schermen en toestellen naast elkaar gebruiken. De oudere

81
1 5 10 2 15 3 20 3.4 Kritisch op nieuws

generatie is daar wel eens jaloers op. Maar dit zegt natuurlijk niets over de manier waarop ze de berichten interpreteren.'

Konijn deed onderzoek naar de invloed van emotie op het inschatten van geloofwaardigheid van media. Daaruit bleek dat mensen van alle leeftijden zich vaak laten sturen door hun emoties om te bepalen of ze iets geloven. 'Zelfs als ze weten dat een realityserie nep is, kunnen ze het als echt ervaren als ze er bepaalde emoties bij voelen.' En wederom: 'Jongeren bleken daar gevoeliger voor dan volwassenen.'

Maar lost dit zichzelf niet gewoon op als ze ouder worden? 'Deels', zegt Konijn, 'maar ervaringen laten wel hun sporen na.' Als jij tussen je 12e en 18e veel nepnieuws hebt gelezen en voor waar hebt aangenomen, geloof je dat op je 30ste waarschijnlijk nog, zegt ze. 'Het kost veel moeite om dit soort informatie te ontkrachten. Het is voor veel mensen makkelijker om het zo te laten.'

Lovink is minder stellig. Volgens hem is het nog niet bewezen dat jongeren er per se slechter in zijn dan volwassenen. 'Stanford heeft alleen scholieren onderzocht en niet verschillende leeftijdsgroepen naast elkaar.' Hij spreekt liever van een maatschappelijk probleem.

'Grenzen tussen nieuws, nepnieuws en advertenties lijken steeds meer te vervagen.

Bijvoorbeeld bij resultaten van zoekmachines: je moet wel heel ingewijd zijn om die drie van elkaar te kunnen onderscheiden. Bij de Amerikaanse verkiezingen is naar voren gekomen wat de impact hiervan kan zijn.'

En hoe los je dat dan op? Daar zijn beide wetenschappers het wel over eens: via onderwijs. 'Het is heel belangrijk om kinderen en jongeren voortijdig vaardigheden aan te leren om met media om te gaan en te beoordelen wat wel en niet klopt', zegt Konijn. 'Op dit moment wordt dit niet structureel opgepakt. Het wordt aan initiatieven en ouders overgelaten.'

'Als je er iets aan wil doen, moet je op de basisschool al beginnen', zegt Lovink. Hij pleit naast vaardigheidstraining ook voor meer technisch onderwijs. Jongeren zijn nu overgeleverd aan Facebook en Google om aan nieuws te komen. 'Leer ze programmeren en zelf nieuws maken, dan worden ze minder afhankelijk en mondiger', denkt hij.

Daar pleitte Mary Berkhout van Mediawijzer.net eerder ook al voor in de Volkskrant: volgens haar moet het een verplicht vak worden op school. 'Nederland is een van de weinige WestEuropese landen waar les in mediawijsheid niet expliciet in het onderwijs is opgenomen. Dat is een gemiste kans.'

Bron: www.nos.nl/op3

Nepnieuws en verzonnen nieuws beoordelen

22 Nepnieuws herkennen

Lees de theorie Nepnieuws en verzonnen nieuws

Nepnieuws en verzonnen nieuws

THEORIE

In een nieuwsbron kun je nieuwsberichten tegenkomen die niet waar zijn: nepnieuws. Soms kom je ook nieuwsberichten tegen die gedeeltelijk verzonnen zijn. Een schrijver kan de waarheid aanvullen met informatie die verzonnen is.

Er zijn verschillende redenen voor het verspreiden van nepnieuws; er kan bijvoorbeeld geld mee verdiend worden (via advertenties). Nepnieuws of verzonnen nieuws duikt regelmatig op. Het is dus belangrijk dat je echt nieuws kunt onderscheiden van nieuws dat niet waar is .

82
25 4 30 35 5 40 6 45 7 50 55 8 60 65 9 70 10 75 3 Nieuws

Zo bepaal je of een bericht waar is:

• Bekijk de bron. Ken je de bron niet? Bekijk op internet ook andere berichten van die bron.

• Is de informatie ook in andere bronnen te vinden? Dan is het waarschijnlijker dat het bericht waar is.

• Is de informatie in de andere bronnen hetzelfde? Vergelijk de informatie.

• Gaat het over een onderzoek? Controleer hoe en door wie het onderzoek is gedaan.

• Wees kritisch. Vraag jezelf af of het mogelijk is wat je leest of hoort.

• Controleer dingen die je vreemd of belachelijk vindt.

a Een nieuwsbericht is niet altijd waar.

Zoek twee voorbeelden van een nieuwsbericht dat niet waar is.

b In wat voor soort bronnen vind je nieuws dat niet waar is?

c Waarom is het belangrijk dat je kritisch naar de bron van een nieuwsbericht kijkt?

Geef twee redenen.

23 Inzicht krijgen in nepnieuws

Bekijk het fragment Wat is nepnieuws? en maak aantekeningen. Lees de tekst Fact of fake? Tips om nepnieuws te herkennen.

a Vergelijk het videofragment en de tekst met elkaar. Wat is de belangrijkste reden dat mensen nepnieuws maken?

Haal voor je antwoord informatie uit het videofragment en uit de tekst.

Volgens Nando maken mensen nepnieuws om Volgens IJsbrand maken mensen nepnieuws om

b Welke tips geven Nando en IJsbrand voor het onderscheiden van nepnieuws en echt nieuws? Schrijf twee tips op die je hoort in het videofragment en twee tips die je leest in de tekst.

c Wat bedoelt Nando Kasteleijn met op het verkeerde been zetten?

◯ Iemand beschuldigen van iets wat hij niet heeft gedaan.

◯ Iemand ergens een verkeerde indruk van geven.

◯ Iemand iets geven waar hij niets aan heeft.

◯ Iemand iets zeggen wat niet waar is.

83
1 2
1 2
3.4
Kritisch op nieuws

d Wat willen Facebook en Google volgens het videofragment doen tegen nepnieuws?

e Wat doet DROG volgens de tekst tegen nepnieuws?

www.sevendays.nl

FACT OF FAKE? TIPS OM NEPNIEUWS TE HERKENNEN

‘Van deze inenting krijg je kanker.’ ‘De paus steunt president Trump.’ Elke dag word je gebombardeerd met berichten. Omdat lang niet al het nieuws klopt, leggen we uit hoe je nepnieuws herkent.

Hebben we je aandacht? Mooi. Dat is wat makers van nepnieuws ook willen. Maar hoe zorg je ervoor dat je daar niet intrapt? Dat leer je het beste door het zelf te maken, vindt IJsbrand Terpstra. Namens DROG, een groep desinformatiespecialisten, gaf hij een workshop nepnieuws maken in Den Haag.

Video

Terpstra laat de game Slecht nieuws zien, een spel van DROG waarbij je in de huid kruipt van mensen die anderen willen beïnvloeden. ‘Je leert hoe je op emoties inspeelt, groepen polariseert, mensen voor je karretje spant en bots jouw nepnieuws laat retweeten’, legt hij uit. Even later toont hij een Wikipedia-pagina. ‘Kijk, dit is mijn collega Ruurd. Hij is koning van Nederland, zoals je ziet. Of toch niet?’ Workshopdeelnemer Zawadi wijst op de adresbalk. Daar staat geen

Nieuws verzinnen

24 Nepnieuwsbericht schrijven

Wikipedia.org, maar Wikipedia.pw. ‘Daaraan zie je dat het geen echte Wikipediapagina is.’

Hoe zorg je ervoor dat je niet paranoïde wordt van al dat nepnieuws? Terpstra adviseert zijn cursisten: Vraag je af wat er nog meer op de site staat.

Bekijk hoe het taalgebruik is en controleer waar de gebruikte foto vandaan komt. Niet iedereen volgt de cursus en nepnieuws is niet altijd makkelijk te herkennen, daarom maakten we in samenwerking met AT5 een video waarin wordt uitgelegd wat nepnieuws is, in welke vorm het gemaakt wordt en – niet geheel onbelangrijk –hoe je het herkent.

Bron: www.sevendays.nl

De redactie van de schoolkrant heeft je gevraagd om een nieuwsbericht te schrijven. Het moet een bericht zijn met nieuws dat niet waar is.

a Wat is het onderwerp van je tekst?

84
1 5 2 10 3 15 20 25 4 30 35 3 Nieuws

b Wie is je publiek?

c Welke informatie komt er in je nieuwsbericht?

Gebruik de 5W+1H-vragen.

d Schrijf het nieuwsbericht. Gebruik ongeveer 100 woorden.

• Deel je tekst in: lead (inleiding), middenstuk, slot.

• Pas de stijlregels 1 en 2 toe.

• Controleer je spelling.

• Gebruik je fantasie!

3.5 Nieuws in verschillende bronnen

LEERDOELEN

Je leert:

• beschrijven wat je weet over een onderwerp.

• de inhoud van nieuwsberichten begrijpen.

• nieuwsberichten beoordelen.

• onderwerp en deelonderwerpen van een tekst benoemen.

• titel, tussenkopjes en bronvermelding van een tekst beoordelen.

• aantekeningen maken en overzichtelijk weergeven.

Bronnen beoordelen

25 Informatie beoordelen

Lees de tekst Veel overtreders nationale week zonder vlees

a Op de eerste ochtend werden al 83 boetes uitgedeeld. (regel 3-4)

Is dit een geloofwaardig aantal?

Leg je antwoord uit. Schrijf hele zinnen.

b Agenten delen massaal boetes uit aan mensen die de regels overtreden. (regel 10-12)

Kan de politie boetes geven aan mensen die vlees kopen of bij zich hebben?

Schrijf hele zinnen.

85
3.5
Nieuws in verschillende bronnen

c Helaas is er altijd een kleine groep die het voor de rest moet verpesten. (regel 18-20)

Wat wil de schrijver eigenlijk zeggen met deze opmerking?

Schrijf hele zinnen.

d Is het nieuws in deze tekst waar of niet waar?

Noem drie redenen.

e Wat is het doel van deze tekst?

◯ activeren

◯ amuseren

◯ informeren

◯ uitleg geven

f Op de website van Nieuwspaal.nl staat: Nieuwspaal brengt een boeiende mix van nieuws, meningen, satire en achtergronden.

Zoek op wat satire is.

g Satirisch nieuws is iets anders dan nepnieuws.

Leg uit waarom.

Veel overtreders Nationale Week Zonder

Vlees

De politie heeft de handen vol aan mensen die weigeren mee te werken aan de Nationale Week Zonder Vlees. Op de eerste ochtend werden al 83 boetes uitgedeeld.

De Nationale Week Zonder Vlees ging maandagochtend van start. Tot en met 11 maart mogen Nederlanders geen vlees eten. Dat levert een aanzienlijke bijdrage aan een beter milieu.

86
1 2 3
1 2 5 3 Nieuws

26

Toch lappen veel Nederlanders de Nationale Week Zonder Vlees aan hun laars. Agenten delen massaal boetes uit aan mensen die de regels overtreden. Een man uit Haarlem werd vanmorgen betrapt met salami in zijn lunchpakket. Bij een supermarkt in Velp wilde een vrouw vier kipfilets afrekenen. De vrouw weigerde het vlees terug te leggen in het schap.

Tv-nieuws beoordelen

Bekijk het fragment De week zonder vlees

a Maak aantekeningen.

b Wat betekenen deze woorden? aspect campagne niveau

De organisatie van de Nationale Week Zonder Vlees is teleurgesteld: ‘Helaas is er altijd een kleine groep die het voor de rest moet verpesten. Dat is heel jammer’, aldus een woordvoerder. De politie zal deze week extra surveilleren bij slagers, snackbars en supermarkten.

Uit: www.nieuwspaal.nl

c Wat bedoelt de spreker als hij zegt dat er verbinding bij de Vebo was?

Verbinding bij de Vebo betekent

d Heeft deze actie geleid tot verandering van het eetgedrag? Leg je antwoord uit.

e De heer Van de Riet trekt de conclusie dat er eigenlijk niet zoveel aan de hand is Welke twee redenen noemt hij?

De heer Van de Riet zegt dat

f Is Isabel Boerdam positief of negatief over de deelname van mensen aan de Nationale Week Zonder Vlees?

Leg uit.

27 Bronnen vergelijken

Vergelijk de nieuwswaarde van het fragment De week zonder vlees met het nieuwsbericht Mag het een onsje minder zijn?

a Welk bericht heeft de meeste nieuwswaarde? Noem twee redenen.

87
1 2 3 10 15 4 20 3.5 Nieuws in verschillende bronnen

b De week zonder vlees is nieuws dat uit 2017 komt, en het nieuwsbericht Mag het een onsje minder zijn? komt uit 2018.

Zoek online uit wat de vleesconsumptie op dit moment is: is die gedaald, gestegen of gelijk gebleven in vergelijking met 2017/2018?

www.sevendays.nl

MAG HET EEN ONSJE MINDER ZIJN?

Je stamppot is niet hetzelfde zonder gehaktbal of rookworst en op een feestje smaakt een bitterbal extra lekker. Laten we vlees een week staan, dan is dat niet alleen beter voor de dieren, maar ook voor het milieu. Dat is het idee achter de Nationale Week Zonder Vlees, die volgende week voor het eerst wordt gehouden.

Zo kwam ze op het idee voor de Nationale Week Zonder Vlees, die van 5 tot en met 11 maart voor het eerst wordt gehouden. Meer dan vijftig grote bedrijven als supermarkten en restaurants sloten zich daarbij aan en bedachten speciale acties voor volgende week.

De kip of het ei?

Een week lang elke avond vlees eten is net zo slecht voor het milieu als zeven maanden douchen of 114 kilometer autorijden.

Als iedereen een week geen vlees eet, is dat veel beter voor de wereld, bedacht blogger Isabel Boerdam (27) van De hippe vegetariër.

Standpunt innemen

28 Nieuws vergelijken

Extra veel kaas over je pasta strooien of een paar eieren koken dan maar. Of niet? Ook daarvoor zijn dieren nodig, die met hun boeren en scheten flink wat broeikasgassen de wereld in helpen. Kaas belast het milieu daardoor zelfs nog meer dan bijvoorbeeld varkensvlees. En biologische kip is goed voor het dier, maar juist slecht voor het milieu, omdat ze veel meer ruimte nodig hebben om rond te rennen (en dus ook meer eten). Wil je bewust met het milieu bezig zijn, dan heb je het tegenwoordig best lastig. Als je het echt goed wilt doen, kun je het beste kiezen voor peulvruchten of een insectenburger.

Bekijk de fragmenten 1) Zorgen over online video's met neppe gezichten, 2) Deepfake-app populair, moeten we daar blij mee zijn? en 3) Hoe werkt een deepfake video?

Bekijk de filmpjes en maak aantekeningen.

88
Uit: www.sevendays.nl
1 5 2 10 3 15 20 4 25 30 1 2 3 3 Nieuws

a In de drie filmpjes worden verschillende dingen verteld over de opkomst van deepfake. Nummer de filmpjes in volgorde van meest kritisch (1) naar minst kritisch (3).

▢ Deepfake-app populair, moeten we daar blij mee zijn?

▢ Hoe werkt een deepfake video?

▢ Zorgen over online video's met neppe gezichten

b Kijk naar je antwoord op de vorige vraag. Waar heb jij op gelet om te bepalen of de inhoud van het filmpje wel of niet kritisch is? Noem drie dingen.

1 2 3

29 Informatie voorspellen

De tekst Zorgen OM over deepfakes: 'Risico op oplichting en afpersing' is een langer nieuwsbericht.

a Bekijk de kop, de tussenkopjes, de afbeelding en de bron van de tekst. Komt dit nieuwsbericht uit een bron die je kunt vertrouwen? Licht je antwoord toe in een hele zin.

b Lees de kop, de lead en de tussenkopjes. Welke informatie wordt in dit nieuwsbericht gegeven, volgens jou?

c Heeft dit bericht volgens jou veel, weinig of geen nieuwswaarde? Licht je antwoord toe.

www.nos.nl

ZORGEN OM OVER DEEPFAKES: 'RISICO OP OPLICHTING EN AFPERSING'

Het Openbaar Ministerie maakt zich zorgen over zogeheten deepfakes Dat zijn filmpjes die met behulp van slimme algoritmes zijn gemanipuleerd. Je kunt iemands hoofd vervangen door dat van iemand anders, of iemand hele andere dingen laten zeggen.

'We moeten beseffen dat als we iets zien, we dat niet meer kunnen geloven', zegt officier van justitie Lodewijk van Zwieten. 'Straks kun je makkelijk iets in beeld brengen terwijl het niet echt is gebeurd.'

89
1 5 2 10
3.5 Nieuws in verschillende bronnen

Het wordt steeds makkelijker om deepfakefilmpjes te maken. Afgelopen week ging in China een app viral waarmee iedereen zijn hoofd in een filmscène naar keuze kan plaatsen. Die app is in Nederland niet te downloaden; voor activeren is een Chinees telefoonnummer nodig.

'Dit soort apps is leuk, maar als je dat soort filmpjes gebruikt om mensen een hak te zetten, ga je een grens over', zegt Van Zwieten. De officier van justitie vreest dat dat realiteit wordt als het steeds makkelijker wordt om zelf nepfilmpjes te maken.

Vaak is daarvoor - anders dan bij de Chinese app - nog wel enige expertise vereist, maar de kans is groot dat dat niet zo blijft. 'Als we allemaal een app op onze telefoon hebben waarmee dit kan, wordt het makkelijk om een filmpje te maken waarop je iemand anders iets strafbaars laat doen.' En dat kan strafbaar zijn, bijvoorbeeld als smaad of laster.

Chantage

Onderzoeker Theo Gevers van de Universiteit van Amsterdam deelt de vrees voor deepfakes. 'Zolang het bij leuke apps blijft, is het vrij onschuldig", zegt Gevers. 'Maar als het wordt toegepast op bijvoorbeeld chantage, is dat heel gevaarlijk.'

Nu al vinden bekende vrouwen - in de praktijk altijd vrouwen - zich soms al zonder toestemming terug in een pornofilm, omdat iemand hun hoofd erin heeft geplakt. Ook een bekende Nederlandse presentatrice overkwam dat onlangs.

Volgens Van Zwieten bestaat het risico dat, naarmate de techniek laagdrempeliger wordt, ook 'hitsige tieners' op schoolpleinen dat soort filmpjes van elkaar gaan maken. En dat kan strafbaar zijn, omdat ook virtuele porno met minderjarigen in Nederland is verboden.

Ook zouden nepfilmpjes kunnen worden gebruikt om iemand af te persen: als hij of zij niet betaalt, wordt het filmpje verspreid. Of iemand wordt per ongeluk opgepakt, omdat het op een filmpje lijkt alsof hij iets strafbaars doet. Maar buitenlandse overheden zouden bijvoorbeeld ook nepnieuws kunnen verspreiden om verkiezingen te beïnvloeden.

Koffiedik

'Het is koffiedik kijken hoe groot deze technologie gaat worden', zegt Van Zwieten. 'Maar als je kijkt hoeveel er op sociale media wordt bedreigd en beledigd, dan maak ik me zorgen om deze technologie.'

Verbieden is wat hem betreft niet aan de orde. 'Sociale media worden ook gebruikt voor bedreigingen, maar zijn ook niet verboden. Het gaat niet om de techniek, maar om wat je ermee doet.'

Ook onderzoeker Gevers is niet voor een verbod. 'Er zijn genoeg positieve toepassingen te bedenken. Natuurlijk voor leuke apps, maar ook voor educatieve of psychologische doeleinden.'

En de ontwikkelingen gaan snel. 'Er zijn nu dingen mogelijk die een halfjaar geleden nog niet konden. En over een halfjaar tot een jaar kun je waarschijnlijk niet meer met het blote oog zien of een filmpje een deepfake is', zegt Gevers, die zelf werkt aan software die deepfakes herkent.

Op dit moment is het lastigste nog het vervalsen van audio: daarvoor is veel materiaal van iemands stem nodig, al zijn er berichten dat een bedrijf 240.000 dollar verloor omdat iemand zich met vervalste stem voordeed als directeur.

Zo zouden scholieren les kunnen krijgen van tot leven gewekte historische figuren. Ook zouden nabestaanden virtueel kunnen praten met hun overleden dierbaren.

De officier van justitie denkt dat nieuwe regelgeving sowieso niet nodig is. 'We komen er wel met het bestaande strafrecht. Maar we moeten wel een debat hebben over deze technologie.'

90
Bron: www.nos.nl 3 15 20 4 25 5 30 6 35 7 40 45 8 50 9 55 10 60 11 65 70 12 75 13 14 80 15 85 16 90 3 Nieuws

30 Informatie beoordelen

Lees de tekst Zorgen OM over deepfakes: 'Risico op oplichting en afpersing'

a Wat betekenen deze woorden?

gemanipuleerd (alinea 1)

expertise (alinea 5)

laagdrempelig (alinea 10)

b Boven alinea 3, 4 en 5 ontbreekt een tussenkopje. Bedenk een goed tussenkopje.

c In welke alinea's vind je informatie over de goede dingen die je met deepfakes zou kunnen doen?

◯ Alinea 3 en 4

◯ Alinea 6 en 7

◯ Alinea 10 en 11

◯ Alinea 14 en 15

d Lees nog een keer de titel van de tekst. Is de titel een goede samenvatting van de tekst? Waarom?

e Is de informatie in de tekst waar? Licht je antwoord toe.

31 Je mening vormen

Als je ergens iets van vindt en je mening geeft, dan heb je daar je redenen voor. Niet iedereen hoeft het met je eens te zijn. Je kunt leren van de mening van een ander. Zo kun je beter je eigen mening vormen.

Het moet bij wet verboden worden om nepnieuws of verzonnen nieuws te publiceren.

Praat met de klas over deze uitspraak.

• Neem de beurt door op te staan of je vinger op te steken.

• Geef je mening en leg uit waarom je er zo over denkt. Geef één reden per keer.

• Luister naar elkaar en laat elkaar uitpraten.

91
3.5 Nieuws in verschillende bronnen

3.6 Eindopdracht

LEERDOELEN

• Je past je taalvaardigheden en persoonlijke vaardigheden toe in een eindopdracht.

Nieuwspodcast maken

Inleiding

Samen met drie klasgenoten maak je een nieuwspodcast van tien minuten. Podcast is een samentrekking van iPod en broadcast. Een podcast is een audio-uitzending of een reeks van uitzendingen via internet. Een podcast lijkt erg op radio: er is geen publiek bij de opname. Een luisteraar (het publiek) kan een podcast beluisteren waar, wanneer en hoe hij dat wil.

Nieuwspodcast maken

Lees de eindopdracht eerst helemaal, zodat je weet wat je gaat doen.

Podcast voorbereiden

a Bekijk het beoordelingsmodel.

Bekijk ook je verbeterpunt(en) bij opdracht 18.

Beoordelingsmodel

Let bij de beoordeling van de podcast op de volgende punten:

Geschreven tekst

• Stijlregel 1: Gebruik hoofdletters en leestekens.

• Stijlregel 2: Vermijd afkortingen.

• Ik kan bepalen welke informatie nodig is voor de presentatie van een nieuwsbericht.

Gesproken tekst

• Inhoud

• Publiekgerichtheid

• Verstaanbaarheid

b Beluister ter voorbereiding een podcast. Radio 3FM maakt bijvoorbeeld korte podcasts over actuele onderwerpen op Lang verhaal kort.

Wat kunnen jullie gebruiken voor je eigen podcast?

Maak aantekeningen.

Denk aan:

• openen met een muziekje;

• een inleiding met een samenvatting van de onderwerpen;

• een passend slot.

92
3 Nieuws

Podcast bedenken

a Maak met een groep van vier een podcast met het nieuws van de dag. De nieuwsberichten die je in dit hoofdstuk hebt geschreven, zijn de basis voor jullie podcast. Kies ieder een van de zelfgeschreven nieuwsberichten uit dit hoofdstuk.

b Bepaal de inhoud van je nieuwsbericht voor de podcast.

• Wat is het onderwerp?

• Wat is de belangrijkste informatie?

• Gebruik ten minste vijf van deze woorden en uitdrukkingen in jullie podcast: aspect - expertiseinitiatief - interpreteren - laagdrempelig - niveau - op het verkeerde been zetten - peiling - persbericht satire.

c Herschrijf de tekst van je nieuwsbericht voor de podcast.

• Bouw je zinnen correct op.

• Gebruik hoofdletters en leestekens.

• Schrijf woorden volledig uit.

Podcast oefenen

a Oefen de presentatie van het nieuwsbericht een paar keer voor jezelf.

• Je totale spreektijd is twee minuten.

• Gebruik wat je in dit hoofdstuk hebt geleerd. Kijk specifiek terug naar de beoordeling van je presentatie: wat wil je hetzelfde blijven doen, en wat ga je anders doen?

• Houd rekening met de manier waarop je het nieuws wilt brengen: dramatisch, neutraal, overdreven.

• Pas de lengte van de tekst of het spreektempo aan als dat nodig is.

b Neem je presentatie op, zodat je die aan je groepsleden kunt laten horen.

c Beluister de opnames van je groepsleden kritisch.

• Let op de punten in het beoordelingsmodel.

• Geef elk groepslid twee tops en twee tips.

Podcast opnemen

a Bereid de opname van de podcast samen met je groepje voor.

• Bepaal de volgorde van de nieuwsberichten.

• Bedenk een pakkende opening en een passend slot.

• Bepaal wie de opening en het slot inspreekt.

• Beginnen jullie met een muziekje of niet? Zo ja, met welk muziekje?

b Neem de hele nieuwsuitzending op.

• Beluister de nieuwsuitzending en verbeter wat nog niet goed is.

• Een review is een recensie. Reviews zorgen ervoor dat mensen weten of ze jullie podcast wel of niet moeten luisteren. Wissel jullie podcast uit met de podcast van andere groepjes en schrijf reviews voor elkaar.

• Stuur jullie podcast, de uitgeschreven nieuwsberichten en de reviews op de podcasts van jullie klasgenoten naar je docent.

93
3.6 Eindopdracht

Eindopdracht evalueren

a Hoe ging de eindopdracht?

• Ik kan bepalen welke informatie nodig is voor de presentatie van een nieuwsbericht.

• Ik kan de stijlregels toepassen in een geschreven nieuwsbericht.

• Ik kan mijn mening duidelijk formuleren.

• Mijn presentatie heeft een duidelijk doel.

• Het onderwerp van mijn presentatie is duidelijk.

• De inhoud van mijn presentatie sluit aan bij het publiek.

• Ik ben goed te verstaan.

• Mijn stemgebruik en houding passen bij de presentatie.

• Ik spreek vloeiend en gebruik geen stopwoorden.

b Wat zou je nog willen verbeteren?

94
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
3 Nieuws

3.7 Terugblik

• Je kijkt terug op je werk.

Wat neem ik mee?

LEERDOELEN

a In dit hoofdstuk heb je geleerd wanneer nieuws echt nieuws is. Je hebt nieuwsberichten kritisch beoordeeld en je eigen nieuwsbericht geschreven en gepresenteerd.

Kijk nu terug op het hoofdstuk. Oefen daarna verder op je eigen niveau. Heb je de leerdoelen van dit hoofdstuk bereikt?

• Ik kan beschrijven wat ik weet over een onderwerp.

• Ik kan de inhoud van een nieuwsbericht begrijpen.

• Ik kan een nieuwsbericht beoordelen.

• Ik kan in een tekst alinea's en inleiding, middenstuk en slot herkennen.

• Ik kan het schrijfdoel van een tekst herkennen.

• Ik kan het onderwerp van een tekst benoemen.

• Ik kan de structuur van een tekst herkennen.

• Ik kan aantekeningen maken.

• Ik kan een nieuwsbericht schrijven.

• Ik kan een nieuwsbericht presenteren.

b Wat vond je het interessantst in dit hoofdstuk?

c In de inleiding aan het begin van dit hoofdstuk heb je van drie leerdoelen bedacht waarom het belangrijk is dat je die leert. Kijk nog eens naar wat je daar hebt opgeschreven.

Vul je antwoorden aan met wat je geleerd hebt in dit hoofdstuk.

VERDER OEFENEN?

Via Op niveau online kun je verder oefenen op jouw niveau. Kijk naar de smileys die je hebt gekozen en bepaal wat bij jou past: Heb je vooral en gekozen? Doe dan de basisopdrachten. Heb je vooral en gekozen? Doe dan de plusopdrachten.

95
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
3.7 Terugblik

Wij zijn taal

We hebben letters in ons DNA en in onze chromosomen. Zelfs een bloedgroep met één of twee letters. Het hele alfabet zit in ons. Taal zit in ons. Zo kunnen we uitdrukken wie we zijn, wat we denken en wat we voelen. Bovendien helpt taal ons om contact met anderen te maken en de wereld te begrijpen. Met Op niveau ontdek je het plezier, de kracht en de duizend-en-een mogelijkheden van taal.

Elk mens wil zo goed mogelijk uit de verf komen. Jezelf ontwikkelen tot wie je bent. Taal is daarin onmisbaar. In deze lesmethode ontdek je stap voor stap hoe taal je belevingswereld vergroot. Daarom is Nederlands in Op niveau niet in losse delen geknipt – van taalkennis tot persoonlijke vaardigheden – maar zien we het als een stevig vlechtwerk, dat je zelf creëert. Zo ervaar je het nut en de noodzaak van de lesstof. Van a tot z. Want ook jij bent taal.

9 789006 979343

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.