Leerjaar 1 – Module ster 1: Ho hey – Brabant

MUZIEK VOOR DE ONDERBOUW

STER 1 NAAM

Ho Hey

Zing het lied en speel een ritme

Brabant Zing het lied en verzin tekst

Ho Hey: wat ga je doen?

Wat kun je al?

Ik kan in de maat klappen of tikken.

Ik kan meezingen met een begeleiding.

Ik herken grote veranderingen in muziek.

Wat weet je al?

Ik weet wat een couplet, refrein en intro is.

Ik weet dat ik kan oefenen met de oefenvideo en mixer.

Ho Hey is een hit van de Amerikaanse band The Lumineers. Ze houden van eenvoudige liedjes die je makkelijk mee kunt zingen. De begeleiding is ook vaak simpel, met een gitaar, een mandoline en een bassdrum. Als ze optreden met Ho Hey laat de zanger soms de ene helft van de zaal ‘Ho’ roepen en de andere helft ‘Hey’. Je krijgt dan een leuk effect van geluid dat van twee kanten komt. En het publiek doet lekker mee aan het nummer!

2

Wat ga je doen?

Je zingt het nummer Ho Hey. Je speelt een ritme door te klappen en te stampen.

Je improviseert een ritme bij het intro en tussenspel van Ho Hey.

Ho Hey The Lumineers

Intro

Ho… Hey… Ho… Hey…

Couplet 1 Ho Hey Ho Hey Ho Hey Ho

I’ve been trying to do it right I’ve been living a lonely life I’ve been sleeping here instead I’ve been sleeping in my bed Sleeping in my bed

Couplet 2 Ho Hey Ho Hey Ho Hey

So show me family All the blood that I would bleed I don’t know where I belong I don’t know where I went wrong But I can write a song

Refrein

One, two, three I belong with you, you belong with me, you’re my sweetheart I belong with you, you belong with me, you’re my sweet

Tussenspel Ho… Hey… Ho… Hey… Couplet 3 Ho Hey Ho Hey Ho Hey Ho Hey

I don’t think you’re right for him Look at what it might have been if you Took a bus to China Town I’d be standing on Canal and Bowery And she’d be standing next to me

Refrein

One, two, three I belong with you, you belong with me, you’re my sweetheart I belong with you, you belong with me, you’re my sweetheart

Bridge

Love ___ we need it now Let’s hope ___ for some ’Cause, oh ___ we’re bleeding out

Refrein

I belong with you, you belong with me, you’re my sweetheart I belong with you, you belong with me, you’re my sweet

Ho… Hey… Ho… (the last one) Hey

Intro • Ho Hey

3

Voorbereiden

Je leert wat met tempo wordt bedoeld en wat een vierkwartsmaat is.

Daarnaast oefen je ritmes uit Ho Hey.

Luisteren Ho Hey – The Lumineers 1 a Luister naar het fragment en lees de songtekst mee. Vlak voor het refrein wordt ‘one, two, three’ gezegd. Waarom is het handig om af te tellen voor het refrein?

b Wat gebeurt er met het tempo van de muziek in het refrein?

Het tempo wordt langzamer.

Het tempo wordt iets sneller.

Het tempo wordt twee keer zo snel.

weten Tempo is de snelheid waarmee de muziek wordt uitgevoerd.

Als je meetikt of meeklapt, weet je het tempo.

Holland Road – Mumford & Sons Mumford & Sons is net als The Lumineers een populaire folkrockband. Ook zij houden van verrassingen in een nummer.

2

In dit fragment verandert de muziek plotseling. Wat gebeurt er?

Kies de juiste antwoorden.

Tempo Geluidssterkte Instrumenten Het tempo wordt langzamer.

De muziek wordt zachter.

Er spelen minder instrumenten.

Het tempo wordt sneller.

De muziek wordt harder.

Er spelen meer instrumenten.

Oefenen A Oefen ‘Ho’ en ‘Hey’ Ho Hey heeft maten van vier tellen. Dit noem je een vierkwartsmaat. maat 1

maat 2

1

2

4 œ 4 Ho! 1

œ 2

3

4

Hey! 1

2

3

4

weten Een vierkwartsmaat is een maat waarin vier tellen zitten.

4

Roep ‘Ho’ en ‘Hey’ met de muziek mee: op de eerste tel roep je ‘Ho’ (of ‘Hey’), op tel 2, 3 en 4 doe je niets. In het notenbeeld wordt dit aangegeven met een noot en daarna rusten (zie hieronder).

Tik nu zacht met je voet de tellen mee. rust 1

4 œ L Œ 4 Ho! 1

2

2

Π3

Œ

œ

Œ

Œ

Œ

4

Hey! 1

2

3

4

weten Rusten zijn tekentjes die stilte (niet spelen of zingen) aangeven.

B Oefen het ritme in het refrein Stamp en klap het ritme in het refrein mee met de begeleiding.

Het ritme is: stamp – klap – stamp – klap. In notenbeeld ziet dat er zo uit: 1

2

4 4 œ

œ

œ œ

stamp klap stamp klap 1 2 3 4

œ œ

œ œ

stamp klap stamp klap 1 2 3 4

weten Een dichte noot met een stok noem je een kwartnoot. Er gaan vier kwartnoten in een vierkwartsmaat.

C Oefen couplet en refrein achter elkaar Roep in de eerste twee coupletten en het refrein ‘Hey’ en ‘Ho’ mee en stamp ook het ritme mee.

Let op: in het refrein gaat het twee keer zo snel!

Eén leerling kan het klappen en stampen ‘aan’ en ‘uit’ zetten. Bedenk hoe je dat het best kunt aangeven.

checklist • voorbereiden Begrijp je wat een rust in muziek is?

Kun je ‘Ho’ en ‘Hey’ goed op de eerste tel van de maat zeggen?

Kun je de maat houden bij het stamp-klapritme?

Kun je in het refrein twee keer zo snel stampen en klappen?

Wat vind je makkelijker?

‘Ho Hey’ zeggen met de rusten tussendoor.

Het stamp-klapritme met de versnelling in het refrein.

Vertel waarom:

Intro • Ho Hey

5

Uitvoeren

Zingen: zing Ho Hey met stampen en klappen erbij.

Improviseren: improviseer een ritme tijdens het intro en het tussenspel van Ho Hey.

Zingen, klappen en stampen Instuderen 1 Studeer alle onderdelen van het lied in.

2 Voeg het stampen en klappen toe bij het zingen.

3 Maak een verdeling: wie zingt welk onderdeel? Wie roept en stampt/klapt?

4 Werk aan een uitvoering met veel energie!

Zangtips ‘Ho’ en ‘Hey’ moeten luid klinken, maar het zingen tussendoor juist relaxed.

Roep ‘Ho’ alsof je iemand die met zijn fiets recht op je af rijdt wilt tegenhouden.

Roep ‘Hey’ alsof die fietser je op een haar na mist en gewoon doorrijdt.

EXTRA Oefen het einde. Iemand roept ‘the last one’ en bij de laatste ‘Hey’ daalt je stem, net als een sirene die uitdooft.

Verzin andere woorden voor ‘Ho’ en ‘Hey’, bijvoorbeeld ‘Aan’ en ‘Uit’.

checklist • zingen Kun je roepen en stampen tegelijk?

Kun je zingen en stampen tegelijk?

Zing je het lied met veel energie?

Ken je de volgorde (de vorm) van het lied?

6

Improviseren Aanpak In het intro en tijdens het tussenspel halverwege zitten er rusten tussen ‘Ho’ en ‘Hey’. Hier kun je improviseren. weten Improviseren is het ter plekke verzinnen van een melodie of een ritme. Een improvisatie speel je meestal solo.

Solo betekent ‘alleen’. Alleen spelen of zingen, of in je eentje de belangrijkste partij spelen of zingen.

1 In een kring. Iedereen roept ‘Ho, Hey’ en om beurten speelt iemand een improvisatie in de rust.

2 Je kunt stampen, klappen, beatboxen of bodysounds gebruiken.

3 Improviseer nu met slaginstrumenten, telkens twee leerlingen. De leerling links speelt zijn solo na ‘Ho’, de leerling rechts na ‘Hey’.

4 Geef de instrumenten snel door na iedere korte solo, tot iedereen aan de beurt is geweest.

Speeltips Speel met durf. Dan klinkt het altijd beter.

Improviseer! Dus bedenk het ritme ter plekke en speel telkens iets nieuws.

Zorg dat je meteen begint en op tijd stopt.

EXTRA Voer het hele lied uit: roepen, zingen, stampen-klappen én improviseren.

Improviseer met z'n tweeën in het gedeelte waar geen zang is.

Anderen spelen het stamp-klapritme mee in het refrein. Dat kan ook op instrumenten.

checklist • improviseren Lukt het om ter plekke iets te verzinnen, dus echt te improviseren?

Speel je telkens iets anders?

Blijf je goed in de maat?

Intro • Ho Hey

7

Brabant: wat ga je doen?

Wat kun je al?

Ik kan met de klas een lied zingen.

Ik kan met de klas een ritme spelen.

Ik kan zelf een ritme van ĂŠĂŠn maat spelen.

Ik kan stil zijn voor de muziek begint.

Guus Meeuwis schreef het nummer Brabant toen hij ver van huis was, in Moskou. Hij zingt dat hij nooit echt heimwee heeft, maar wel aan thuis denkt. Het nummer werd erg populair in Noord-Brabant, de provincie waar hij zelf vandaan komt.

Nu wordt het door iedereen hard meegezongen tijdens zijn concerten, door Brabanders en niet-Brabanders.

8

Wat weet je al?

Ik weet wat een couplet en wat een refrein is.

Ik weet wat een vierkwartsmaat is.

Ik weet wat een kwartnoot en een rust is.

Wat ga je doen?

Je zingt het nummer Brabant.

Je verzint zelf een paar woorden en een nieuwe regel tekst.

Je voert het lied uit met een groep.

Brabant Guus Meeuwis

Couplet 1 Een muts op mijn hoofd, mijn kraag staat omhoog Het is hier ijskoud maar gelukkig wel droog De dagen zijn kort hier, de nacht begint vroeg De mensen zijn stug en er is maar één kroeg Als ik naar mijn hotel loop na een donkere dag Dan voel ik mijn huissleutel diep in mijn zak Refrein Ik loop hier alleen in een te stille stad Ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad Maar de mensen ze slapen, de wereld gaat dicht En dan denk ik aan Brabant want daar brandt nog licht Couplet 2 Ik mis hier de warmte van een dorpscafé De aanspraak van mensen met een zachte G Ik mis zelfs het zeiken op alles om niets Was men maar op Brabant zo trots als een Fries In het zuiden vol zon woon ik samen met jou ’t Is daarom dat ik zo van Brabanders hou Refrein Ik loop hier alleen in een te stille stad Ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad Maar de mensen ze slapen, de wereld gaat dicht En dan denk ik aan Brabant want daar brandt nog licht Couplet 3 (Instrumentaal, neurie mee.)

De Peel en de Kempen en de Meierij Maar het mooiste aan Brabant ben jij, dat ben jij Refrein Ik loop hier alleen in een te stille stad Ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad Maar de mensen ze slapen, de wereld gaat dicht En dan denk ik aan Brabant want daar brandt nog licht En dan denk ik aan Brabant want daar brandt nog licht

Intro • Brabant

9

Voorbereiden

In Brabant is het gezellig. In Limburg spelen prachtige blaasorkesten, In Drenthe heb je alle vrijheid in de natuur.

Je gaat drie liedjes over drie provincies onderzoeken.

Daarna oefen je het zingen en het ritme van Brabant.

Luisteren Brabant – Guus Meeuwis 1 a De muziek verandert halverwege het nummer, na een korte stop. Er speelt nu een fanfare mee.

Welke instrumenten zitten in de fanfare?

Strijkinstrumenten.

Gitaar en drums.

Blaasinstrumenten.

b Wat verandert er nog meer in de muziek als de fanfare meespeelt? Er zijn meer antwoorden goed.

De muziek wordt harder.

De muziek wordt ritmischer.

Het tempo wordt veel hoger. opzoeken Zoek het filmpje bij het lied Brabant op.

c Welke regels en woorden uit de tekst zie je terug in het filmpje? Onderstreep die.

Een muts op mijn hoofd, mijn kraag staat omhoog Het is hier ijskoud maar gelukkig wel droog De dagen zijn kort hier, de nacht begint vroeg De mensen zijn stug en er is maar een kroeg Als ik naar mijn hotel loop na een donkere dag Dan voel ik mijn huissleutel diep in mijn zak Ik loop hier alleen in een te stille stad Ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad Maar de mensen ze slapen, de wereld gaat dicht En dan denk ik aan Brabant want daar brandt nog licht

10

Blaosmuziek – Gé Reinders De zanger zingt in het Limburgs over hoe prachtig hij de muziek van de Limburgse fanfare vindt: ‘blaasmuziek op een mooie zondagmorgen’.

2 a Er zit een opbouw in de muziek. Hoe wordt die opbouw gemaakt? Er zijn meer antwoorden goed.

Ze gaan steeds zachter spelen.

Ze gaan steeds harder spelen.

Er komen slaginstrumenten bij.

Er komt een koor bij.

b De zanger zingt de regel ‘met toeters en bellen’. Toeters is eigenlijk geen naam voor instrumenten.

Ken je de namen van de blaasinstrumenten hieronder? Kies uit: hoorn — trompet — trombone — tuba.

TIP Je kunt de instrumenten ook beluisteren.

Op Fietse – Skik Skik is een groep uit Drenthe die niet alleen over Drenthe zingt, maar dat ook in Drents dialect doet.

3 a Welk instrument speelt de solo in het intro

van het lied?

b Welke instrumenten hoor je nog meer in het fragment?

Drums.

Gitaren.

Piano.

Basgitaar.

Trompet.

Mandoline.

c De tekst gaat over fietsen door Drenthe. Allerlei plaatsnamen komen langs. De tekst van het refrein is simpel: Wie döt mij wat vandage. Hoe kun je dit ‘vertalen’?

>>

Intro Intro •• Brabant Ho Hey

11

Oefenen A Oefen het zingen De muziek van Brabant verandert halverwege het nummer. Na een korte stop hoor je een ritme op de cajon. Omdat dit ritme erbij komt, ga je ook anders zingen.

Zing het refrein met de zachte begeleiding.

Zing daarna het refrein met de hardere begeleiding.

Zing ook luider mee, zonder dat het overdreven wordt.

TIP Als je gaat staan, is het makkelijker om luid te zingen.

B Oefen het ritme Tik de tel in het tweede (ritmische) gedeelte mee.

Voer het daarna uit met een stamp en twee klappen: stamp – klap – klap.

Dit zijn drie tellen; er zitten drie tellen in de maat. Dat heet een driekwartsmaat. weten Een driekwartsmaat is een maat waarin drie tellen (kwarten) zitten.

1

3 4 œ stamp 1

œ

œ

2

œ

œ

klap 2

klap 3

œ klap 2

klap 3

stamp 1

checklist • voorbereiden Kun je de blaasinstrumenten herkennen?

Kun je de bandinstrumenten van Skik herkennen?

Kun je het ritme van de driekwartsmaat meespelen?

Waar ga je extra op letten bij het zingen?

12

Uitvoeren

Zingen: zing Brabant en besteed aandacht aan de op- en afbouw.

Tekst maken en zingen: verander Brabant in een lied over jouw woonplaats. Niet in Brabant brandt licht, maar in ...

Zingen Instuderen 1 Zorg dat het helemaal stil is voor je begint. Zo stil dat het spannend wordt!

2 Zet het eerste couplet zacht in. Het nummer bouwt op tot het refrein, je gaat harder zingen en met meer expressie.

3 Aan het einde van het refrein bouwt het weer af. ‘Dan denk ik aan Brabant want daar brandt nog licht’: dit zing je weer iets zachter.

4 Voeg het ritme bij het zingen. Doe dat met stampen en klappen of op een cajon (spreek uit: 'kagon').

Zangtips Spreek de woorden goed uit. Je kunt ook zeggen: articuleer goed.

Zing een hele regel op één adem (je haalt dus niet tussendoor adem).

Dat is mooier omdat je dan een vloeiende melodie krijgt.

EXTRA Zorg voor een opbouw in het lied: zing steeds een beetje harder.

Zing met expressie (leef je in).

Geef de opbouw en de afbouw aan.

checklist • zingen Zing je de regels op één adem?

Kun je mooi zacht zingen zonder dat het inzakt?

Maak je een opbouw van zacht naar hard?

Breda. >>

Intro • Brabant

13

Tekst maken en zingen Tja, niet iedereen woont in Brabant, dus niet iedereen denkt direct aan Brabant als hij ver van huis is. Maar stel je voor: jij zit in het koude Moskou en je verlangt naar huis. Hoe zou jij de tekst dan aanpassen?

Aanpak 1 Overal waar ‘Brabant’ staat, vul je jouw stad, stadswijk, dorp, provincie of land in.

2 Daarna moet er nog één regel echt veranderd worden: De Peel en de Kempen en de Meierij. Dit zijn streken en natuurgebieden in Noord-Brabant.

Denk aan jouw plaats en verzin voor deze woorden iets anders. Bijvoorbeeld: de snackbar, het schoolplein en de bakkerij.

3 Woon je in Brabant? Heb jij geluk! Maar ook dan kun je jouw stad of dorp invullen natuurlijk.

Schrijf jouw veranderingen hier op:

4 Oefen samen de nieuwe tekst. De tekst moet goed lopen. Als jouw plaats een langere naam heeft dan ‘Brabant’, moet je zorgen dat het toch past op de melodie. Pas anders de tekst aan.

5 Oefen je versie samen met de begeleiding.

14

Zangtips Zing uit het hoofd. Dat ziet er beter uit dan met een blaadje voor je neus, en het klinkt beter.

Voer het met overtuiging uit en zing mooi tegelijk.

EXTRA Verander een heel couplet zodat het helemaal over jouw woonplaats gaat.

Maak afspraken over kleding of bewegingen, zodat de presentatie extra leuk wordt.

checklist • tekst maken Passen de nieuwe woorden op de melodie?

Ken je de tekst uit je hoofd?

Zingen jullie de nieuwe tekst mooi tegelijk?

Aantekeningen

Intro Intro •• Brabant Ho Hey

15

Presenteren De presentatie Dit ga ik presenteren: Ik zing Ho Hey met de klas.

Ik improviseer een ritme bij Ho Hey. Ik zing: alles / couplet / het refrein.

Ik speel op deze instrumenten:

Ik zing Brabant met de klas.

Ik zing Brabant met iemand anders, met eigen tekst.

Ik speel het ritme bij Brabant.

Ik heb de volgende extra dingen voorbereid voor het optreden: Ik zing en speel (klap-stamp) tegelijk bij Ho Hey. We hebben bij Brabant speciale kleding / bewegingen afgesproken.

Iets anders:

Bij mijn presentatie ga ik speciaal letten op:

16

Beoordelen Ho Hey Voorbereiden

Ik begrijp wat een rust in de muziek is: ja / nee.

Ik kon goed de maat houden bij het stamp-klapritme: ja / meestal / nee.

Uitvoeren

Ik kon Ho Hey zingen en stampen met mijn voet tegelijk: ja / een beetje / nee.

Ik kon goed in de maat zingen: ja / meestal / nee.

Ik kon een ritme improviseren in de rusten: goed / redelijk / matig / niet gedaan.

Ik begon en stopte op tijd met mijn ritme: altijd / meestal wel / meestal niet.

Brabant Voorbereiden Veranderingen van tempo in de muziek horen vind ik: makkelijk / moeilijk.

Veranderingen in instrumenten horen vind ik: makkelijk / moeilijk.

Uitvoeren Ik kon in Brabant zachter en harder zingen: ja / een beetje / niet echt.

Ik kon goed vanuit stilte beginnen: ja / nee.

De nieuwe woorden die ik bedacht pasten op de muziek: prima / redelijk / niet zo goed.

Presenteren Als ik een fout maak tijdens het spelen of zingen, vind ik dat: niet erg / een beetje erg / heel erg.

Met z’n tweeën voor de klas zingen vind ik: leuk / oké / een beetje eng.

Ik heb aandacht voor wat anderen spelen of zingen: ja / soms / nee.

Het leukst aan de presentatie van Ho Hey vond ik:

Wat goed ging bij de presentatie van Brabant was:

De mensen die heel goed presenteerden, waren:

Goed daaraan vond ik:

Intro • Ho Hey / Brabant

17

Begrippen Bekende begrippen Couplet Onderdeel van een lied waarbij de melodie telkens hetzelfde is, maar de tekst verandert.

Intro Het begin van een muziekstuk. Tijdens het intro wordt meestal niet gezongen.

Refrein Onderdeel van een lied dat steeds terugkomt met dezelfde tekst en melodie.

Het refrein zing je meestal het snelst mee.

Nieuwe begrippen Omschrijf in je eigen woorden: Tempo

Vierkwartsmaat

Rusten

Kwartnoot

Improviseren

Solo

Driekwartsmaat

18

Colofon Symbolen

audio

video

duo-opdracht

mixer

oefenvideo

groepsopdracht

100% digitaal

mix boeken + digitaal

leerling

Intro onderbouw LRN-line online

Combinatiepakketten: Intro onderbouw LRN-line online + 8 papieren modules

docent

Intro onderbouw LRN-line online docent

Redactie Op schrift, Enschede Vormgeving Maura van Wermeskerken, Apeldoorn

Illustratieverantwoording Notenschrift: Ruth van de Putte Foto’s omslag: Getty Images/John Lamparski; Hollandse Hoogte/Jurjen Drenth Foto’s binnenwerk: Getty Images/David Corio, Kevin Winter, Jeff Kravitz; Hollandse Hoogte/Rob Verhorst; ANP KIPPA; Shutterstock/sergiy1975, Dan Kosmayer, kudla, donatas1205, seen0001, lesmcluckie, vvoe, Matthias G. Ziegler, Rob van Esch, Pazargic Livia, Ingo Menhard, Levchenko Ilia Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt.

Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978 90 06 69113 9 Vierde druk, eerste oplage, 2018

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd.

Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk.

Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

Intro • Ho Hey / Brabant

19

MUZIEK VOOR DE ONDERBOUW H4.Noten.01 H4.Noten.01 H4.Noten.01

Notenoverzicht

H4.Noten.01

Toonduur noten

rusten

hele noot

hele rust

4 tellen

halve noot

halve rust

2 tellen

kwart noot

kwart rust

1 tel

achtste noot

achtste rust

½ tel

zestiende noot

zestiende rust

¼ tel

H4.Noten.01 Auteurs Gerwin van der Werf Joost Overmars Ruth van de Putte

Toonhoogte Tab

œ œ œ œ œ œ œ œ & œ œ œ œ œ Notenbalk

c

d

e

f

g

a

b

c

d

e

f

g

0 0 0

⁄

H3.Noten.07

0 0 0

e

a

a

d

g

b

e

G-sleutel

& #œ bœ fis

een kruis verhoogt een noot (naar rechts op het keyboard) een mol verlaagt een noot (naar links op het keyboard)

bes

Maatsoort maatcijfer 1

maat

ä 4 œ œ œ œ 2 œ œ œ œ Œ œ œ 3 œ œj œj Ó 4 â maatstreep

4 œ œ œ œ 4

d

e

™™ â

w

herhalingsteken

3 4 œ œ œ

vierkwartsmaat

f#

c

4

f

driekwartsmaat

b

g

a

f#

b

c

d

e

WWW.THIEMEMEULENHOFF.NL/INTRO

f

b

g

a

b

H3.Noten.09