Op niveau onderbouw blok 1

Page 76

Spelling

2

Woorden die een korte klank hebben, houden de korte klank als je ze langer maakt. Als je aan het einde van een klankgroep een korte klank hoort, dan schrijf je twee dezelfde medeklinkers als je het woord langer maakt. voorbeeld pit Je hoort een i, dus het is een korte klank, pit eindigt op één medeklinker, dus als je het woord langer maakt, komt er een medeklinker bij: pitten. Woorden die een lange klank hebben, houden de lange klank als je ze langer maakt. Als de klankgroep op twee dezelfde klinkers eindigt, dan haal je een klinker weg. voorbeeld zoon je hoort oo, dus het is een lange klank, de eerste klankgroep eindigt op twee dezelfde klinkers, dus je haalt een klinker weg, zonen.

Opdracht 29 B

Maak de woorden af en schrijf ze op. Alle klanken moeten kort blijven. 1 k…enhok ip/ipp 4 weil…en and/andd 2 paardenst…en al/all 5 regenw…en olk/olkk 3 melkfl…en es/ess 6 hooiv…en ork/orkk

Opdracht 30 B

Maak de woorden af en schrijf ze op. Alle klanken moeten lang blijven. 1 les…ren ur/uur 4 knuffelb…en est/eest 2 appelb…en om/oom 5 lantarenp…en al/aal 3 winkelstr…en at/aat 6 basissch…en ol/ool

Opdracht 31 B

82

Robin is net begonnen aan zijn studie. Zo kom je erachter wat hij wil worden: 1 Neem de woorden over en maak ze af. Op de open plek moet je telkens één of twee letters invullen. schooljuf…en chirur…en pil…ten filmster…en agen…en bej…rdenverzorgers psychol…gen begra…enisondernemer 2 Zet de letters die je zelf hebt ingevuld naast elkaar. Dit wil Robin worden!


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.