‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’ Prentbriefkaarten van de Vechtstreek, collectie Lisman 1900-1925

Page 1


Cover boven De muziektent en de tuin achter uitspanning Hotel De Roskam. Rond 1900 was Weesp een populair doel voor uitstapjes vanuit Amsterdam waardoor De Roskam kon floreren. Uitgave Nauta, Velsen Cover onder Net als bij een trekschuit konden passagiers op een stoomboot benedendeks zitten of in de buitenlucht. Al zal de lucht, gezien de zwarte stoomwolk, niet heel zuiver zijn geweest… Het stoombootje is net de klapbrug van Loenen gepasseerd en vaart zuidwaarts richting Nieuwersluis. Verstuurd en aangekomen op 27 september 1905. Uitgeverij G. de Haan


‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’ Prentbriefkaarten van de Vechtstreek uit de collectie Lisman, 1900 – 1925

Juliette Jonker-Duynstee en Edward Munnig Schmidt Stokerkade cultuurhistorische uitgeverij


Inhoud


De collectie Lisman Inleiding

8

10

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’ Het fenomeen prentbriefkaart

Langs de Vecht en de Angstel 12

Van Utrecht tot Muiden

‘Waarop een kerk, een kar met paard’

Utrecht

Transport

Oud-Zuilen

22

100 105

Maarssen Middenstand

114

Breukelen

‘Een slagerij J. van der Ven’

142

Nieuwersluis

44

167

Loenen aan de Vecht ‘Een kroeg, een juffrouw op de fiets’ Horeca

56

Agrarisch leven

Vreeland

Loenersloot

208

Baambrugge

214

221

Nederhorst den Berg

64

Nigtevecht ‘Want ziet, hoe rijk het leven is’ Buitenplaatsen

Muiden

72

‘De nieuwe tijd, net wat u zegt’ Technische vooruitgang

82

‘Een ansicht en herinneringen’ Toerisme

88

Weesp

180

196

Abcoude

‘Het vee, de boerderijen’

98

240 250

234

230



13

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’ Het fenomeen prentbriefkaart Bondshotel De Kampioen in Nieuwersluis. Zwart-wit kaart met kleurindruk uit ca. 1900, verstuurd in 1919. Op de achterzijde is vermeld: ‘Telefoon Interc. Nr 1’ Uitgave F.J. Vermeulen, Uithoorn


16

Het fenomeen prentbriefkaart

souvenir meenemen voor thuis. Plaatselijke winkeliers en fotografen en landelijke uitgevers sprongen hierop in en drukten en verkochten foto’s van stads- en dorpsgezichten. De collectie Lisman bevat vrijwel uitsluitend afbeeldingen van dit genre kaarten: huizen, rivier- en dorpsgezichten en straatbeelden. De tijd lijkt er niet toe te doen, de omgeving is gezien vanuit een voordelig standpunt, armoede lijkt ver weg en het is altijd mooi weer. Het aantal onderwerpen voor prentbriefkaarten was echter oneindig. Naast kaarten van de omgeving werden er duizenden Nieuwjaars-, kerst- en verjaardagswensen gedrukt, kaarten met gedichtjes, bloemen, romantische beelden van verliefde stellen, charmant glimlachende jongedames of snoezig aangeklede kindjes, al of niet met een toepasselijk gedichtje erbij. Vooral de prentbriefkaarten uit de Eerste Wereldoorlog kregen ook waarde als cultuurhistorisch document door de tekeningen of foto’s van realistische oorlogsscènes, opbeurende cartoons, propagandabeelden of juist karikaturale kritiek op de vijand. Ook kunstreproducties werden op kaarten gedrukt. Nu men voor een paar cent een reproductie van een aquarel of olieverfschilderij van een beroemde schilder in huis kon hebben kwam een veel groter deel van de bevolking in aanraking met kunst. De democratisering van kunst is dan ook voor een groot deel toe te schrijven aan de populariteit van de prentbriefkaart. De toegenomen bekendheid van het afgebeelde werk legde de kunstenaar ook geen windeieren. Zo was de Vechtstreekschilder Fred. J. van Rossum du Chattel (1856-1917) mede hierdoor erg populair.

Uitgevers Een grote variatie aan lokale, nationale en soms internationale drukkers leverde de prentbriefkaarten van de Vechtstreek voor de verkoop aan inwoners en bezoekers. De plaatselijke uitgevers waren lokale fotografen, drukkers, boek- en kruidenierswinkels of horeca, met locaties die ook het verkooppunt van hun eigen kaarten vormden. Drukkerij van Dijk uit Breukelen had zelfs aparte acquisiteurs in de regio om interessante locaties te vinden en deze dan als reclame c.q. (toeristisch) interessante locatie aan te bieden bij verkooppunten. De naam van de uitgever kon zowel op de voorkant als op de achterkant van de kaart gedrukt zijn. Enkele vroeg twintigste-eeuwse uitgevers huisden in Maarssen: H.M. Heek (had ook een kantoorboekhandel/uitleenbibliotheek aan de Breedstraat, tot 1906), J. Goetheer (opvolger van Heek); in Breukelen H. van Gaalen, Mur & Zonen, J.D. Klaarenbeek, J.N. de Jong en boekdrukkerij

In de rechterbovenhoek stond vaak de instructie gedrukt voor het geval men de briefkaart als (goedkoper) drukwerk wilde versturen. Soms werd dezelfde foto (zie cover, kaart uitgegeven door G. de Haan) door meerdere uitgevers gebruikt. Uitgave J. Huibers, Utrecht


17

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

De bekendheid en populariteit van schilders als Frederik van Rossum du Chattel nam sterk toe doordat hun schilderijen op prentbriefkaarten werden gereproduceerd en verspreid. Uitgave onbekend

Door de ontwikkelingen binnen de fotografie kon een fotograaf buiten een studio, ter plekke fotograferen. Hier legt een fotograaf de Breukelse imker Hans Matthes en zijn bijenkorven vast.


Het fenomeen prentbriefkaart

‘Ik kom aanstaande dinsdag, Bertus.’ Vroege kleurenkaarten zijn vaak met de hand ingekleurd. Dit gebeurde niet altijd even nauwkeurig, zoals te zien is in het gebladerte van de bomen. Verstuurd op 29 december 1904. Uitgave H. van Gaalen, Loenen a.d. Vecht

20

De brug over de vaart en sluis van het Loenderveen dat door vervening de Loenerveense plas werd. De Amsterdamse Waterleiding liet in 1970 de sluis dichtgooien en de brug a󹀸reken, omdat de plas wordt gebruikt voor de drinkwatervoorziening van Amsterdam. Het kwelwater uit het Gooi zorgt voor een goede waterkwaliteit. Uitgave E. Spruijt, Loenen a.d. Vecht


21

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

De Laan langs Over Holland in zwart-wit en in kleur met toegevoegde auto. De zwart-witkaart werd verstuurd in 1908 en was geadresseerd ‘Aan de Blonde juffrouw van het zwembassin, Mauritskade, Den Haag’. Volgens de stempels was de kaart binnen drie uur in Den Haag, waar besteller ‘D130’ verder op zoek mocht. Zwart-witkaart. Uitgave onbekend Gekleurde kaart. Uitgave F.J. Vermeulen, Uithoorn

De aanwezigheid van de – duidelijk toegevoegde – zwemmers maakt het beeld van badinrichting Zwemlust in Nieuwersluis een stuk aantrekkelijker. Kaart verstuurd 1n 1934. Met achterop de vermelding ‘Echte fotografie’. Uitgave Erven W. Boon, Nieuwersluis



23

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

‘Waarop een kerk, een kar met paard’ Transport Een kar die ‘ratelt op de keien’ van de Straatweg bij Breukelen. Pol Vink & Co staat te lezen op de achterkant van de bok. Van de Pol-Vink & Co was een handel in bouwmaterialen in Utrecht. Vermoedelijk bevatten de zakken zand of ongebluste kalk, waarmee mortel werd gemaakt. Uitgave onbekend


34

‘Waarop een kerk, een kar met paard’ – Transport

Transport over land Het wegennetwerk in de Vechtstreek was tot de jaren dertig van de twintigste eeuw erg beperkt: de uit de twaalfde eeuw daterende Kleiweg of Herenwagenweg aan de westkant en het Zandpad aan de oostkant van de rivier vormden de noord-zuidverbinding over land. Een enkel voet- of kerkenpad vormde de oost-westverbinding naar de dorpen in het belendende veenweidegebied en verder. Begin negentiende eeuw, in de tijd dat ons land onderdeel vormde van het Franse Keizerrijk, verbeterde de situatie van de Heerenwagenweg. Als al eeuwenlang bestaande verbinding tussen Utrecht en Amsterdam werd de weg in 1810 officieel aangewezen tot onderdeel van het internationale postroutenetwerk. Het belang van de weg werd in 1811 door Napoleon bevestigd door de toekenning dat de weg tot het schaalniveau van het keizerrijk behoorde. Per keizerlijk decreet werd de weg tot Route Impériale 2 bestempeld en werd zo officieel de verbindingsweg tussen Parijs en Amsterdam. In 1813 werd de weg verbeterd: enkele bochten werden rechtgetrokken en de kleiweg werd bestraat met klinkers. Sinds de bestrating heeft de weg de naam (Rijks)straatweg gekregen. De overige wegen bleven vaak nog tot in de twintigste eeuw bedekt met zand, puin of macadam.

Grote stapels klinkers langs de Straatweg in Nieuwersluis geven aan dat de weg hier bestraat of hersteld wordt. Uitgave Nauta, Velsen

Spoorwegen Een grote invloed op het eeuwenoude transport over water had de aanleg van de spoorlijn Amsterdam-Utrecht in 1843. Via de stations Abcoude, Loenen-Vreeland, Nieuwersluis, Breukelen en Maarssen bereikte de trein vanuit Amsterdam Utrecht. Zeker na het doortrekken van de lijn in 1845 richting Arnhem en de aansluiting op het Duitse spoorwegennetwerk in 1856 nam de transportfunctie van de trein een grote vlucht. Reden er de eerste jaren een paar treinen per dag, op het hoogtepunt was dat aantal tot wel tachtig treinen toegenomen. Een speciale plek nam station Nieuwersluis in. Toen voor de aanleg van de spoorlijn grond onteigend moest worden was de voorwaarde van H.J. (Hendrik Jacob) Doude van Troostwijk (1783-1859), eigenaar van de buitenplaats Sterreschans, dat iedere trein in Nieuwersluis zou stoppen. Het station dat hier gebouwd werd, werd zo een regionale overslagplaats, voor een piepklein dorp als Nieuwersluis een buitenproportioneel groot complex. Toen in 1877 de Koning Willem III-kazerne en bijbehorende Pupillenschool in Nieuwersluis werden gebouwd, was de aanwezigheid van een station echter een grote pré. De kazerne was zo immers voor militairen uit het hele land goed bereikbaar.

De met bakstenen geplaveide Rijksstraatweg is op deze foto goed te zien. De weg was nog een initiatief van Napoleon I uit de vroege negentiende eeuw voor zijn Route Impériale nr. 2 van Parijs naar Amsterdam. Vaak ligt die bakstenen laag nog onder de huidige asfaltbedekking. Uitgave J. Goetheer, Maarssen


35

Kaart uit 1911 waarop verharde en onverharde wegen zijn aangegeven, evenals de spoorweg van Amsterdam naar Utrecht. Er waren stations in onder andere Abcoude, Loenersloot, Loenen-Vreeland, Nieuwersluis, Breukelen en Maarssen. De (rode) Straatweg ten westen van de Vecht buigt in Loenen af richting Abcoude. Aan de oostkant loopt langs de Vecht grotendeels het Zandpad, volgens de legenda een (bruine) ‘grintweg’. Detail kaart van Gooi- en Eemland, 1911. Uitgave J.A. Sleeswijk, Bussum


‘Waarop een kerk, een kar met paard’ – Transport

Station Nieuwersluis is pas in 1953 afgebroken nadat de NS het recht van de eigenaar van Sterreschans om van het station gebruik te maken had afgekocht. Uitgave F.J. Vermeulen, Uithoorn

De hoge voetgangersbrug en de draaibrug voor rijdend verkeer voor het station Nieuwersluis. Uitgave onbekend

36


37 Het eerste station van Maarssen met de ijzeren draaibrug over het Merwedekanaal, die de toegang vormde voor de bewoners van Maarssen. Uitgave HMK

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

De bereikbaarheid van de stations kwam na zo’n vijftig jaar in het geding door het graven van het Merwedekanaal, tussen de Vecht en de spoorlijn. Om het kanaal over te steken werden draaibruggen gerealiseerd. Deze konden over een middenpilaar opengedraaid worden om schepen te laten passeren. Het openen en sluiten van de brug en het laten passeren van de schepen was een tijdrovende bezigheid voor het verkeer dat het kanaal wilde oversteken. Wederom liet een Doude van Troostwijk van zich horen: Hendriks kleinzoon Willem Isaäc (1838-1911), burgemeester van Loenen, eiste van de Nederlandse Rhijnspoorweg een voetgangersbrug over de draaibrug bij station Nieuwersluis, zodat wandelaars zonder op een openstaande brug te hoeven wachten het station konden bereiken. Overigens zou het aantal treinen dat stopte in Nieuwersluis in 1916 halveren van tachtig naar veertig: de Staatsspoorwegen kochten dit stoprecht van Doude van Troostwijk gedeeltelijk af voor de som van 100.000 gulden. (Pas in 1953 werd dit recht geheel afgekocht, gelijktijdig met de sloop van het in de Tweede Wereldoorlog verwoeste station)

Met de koets, de fiets, de auto of te voet

De draaibrug bij het station van Maarssen in geopende toestand. Uitgave J. Goetheer, Maarssen

De komst van de trein en het vrachtverkeer over het kanaal lieten onverlet dat nog veel transport over wegen ging. In het eerste kwart van de twintigste eeuw waren nog steeds traditionele transportmiddelen in gebruik, veelal aangedreven door mens- of paardenkracht. Omnibussen vervulden een taxidienst, men kon koetsen huren voor korte of lange ritten, werklieden sjouwden hun spullen rond op handkarren of in kruiwagens en lange boomstammen werden te voet, voortgerold onder mallejannen, getransporteerd. Nieuw was de fiets, die sinds 1890 mondjesmaat in het straatbeeld verscheen en die een grote invloed had op de mobiliteit. Nog groter was het effect van de auto, waarvan de eerste exemplaren begin twintigste eeuw door de Vechtstreek reden. Zo weinig reden er nog, dat zij op de prentbriefkaarten uit deze periode nauwelijks te vinden zijn. Het was echt een sensatie, die eerste auto’s. Zeker als zij in een stoet voorbij reden, zoals in 1903 voor het eerst gebeurde, tijdens een autotocht die de in 1883 opgerichte ANWB organiseerde; drie dagtochten vanuit Utrecht, ook langs de Vecht. Jan Feith beschreef zijn herinneringen hieraan in 1908, in het jubileumboek voor het 25-jarig bestaan van de ANWB, Ons eigen land. Uit zijn verhaal blijkt, naast het opzien dat de auto’s baarden, ook de staat van de wegen: ‘...De veldwachter drong zich naar voren, maakte vertoon met zijn stok om de kijkers langs de weg te rangeeren. De scholen hadden



45

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

‘Een slagerij J.van der ven’ Middenstand Een blik in de Dorpsstraat in Loenen met rechts boekhandel Spruijt,tevens uitgever van prentbriefkaarten. Op straat loopt Arie Rosemale naast zijn hondenkar met melkbussen. Hij had een melkslijterij naast de boekhandel. Kaart uit 1906. Afzendster mevrouw Stam was de echtgenote van wagenmaker Stam aan de Molendijk, 100 meter ten westen van de Dorpsstraat gelegen. Uitgave E. Spruijt, Loenen a.d. Vecht



57

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

‘Een kroeg, een juffrouw op de fiets’ Horeca Een vol terras bij de Bier en Melksalon om de hoek van de Blok(ke)laan en de Mijndensedijk in Loenen, waar gezien de drankjes op tafel meer bier dan melk werd geschonken. Uitgave Leonar


‘Een kroeg, een juffrouw op de fiets’ – Horeca

De uitspanning Het State Wapen (nu Loetje) bij de Dannebrug aan de Straatweg, met links de doorrijstal en wagenschuur. Het bord ‘Benzine’ luidt het tijdperk van de benzinemotor in zoals nu dat van ‘Opladen’ voor de elektrische voertuigen. Let op de oude (rode) gietijzeren brievenbus! Uitgave G.J. van Steeden v/h Wed. C.J. Entrop

Gedekte tafels aan de waterkant op het terras van De Kampioen. De plek diende drie eeuwen als herberg en toont vandaag de dag vrijwel eenzelfde beeld als 100 jaar geleden. Uitgave Hotel de Kampioen, Nieuwersluis

62


63

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

Het terras bij de Bier en Melksalon om de hoek van de Blok(ke)laan en de Mijndensedijk in Loenen. Naast bier en melk waren hier ook ‘gasoline’ en ‘motor oil’ verkrijgbaar, van Texaco. Het bier werd geleverd door Heineken en de limonade door het limonadefabriekje van Vriens aan Oud Over, 400 meter ten noorden van de Melksalon gelegen. Op de parasols werd reclame gemaakt voor chocolademelk van het toen bekende merk Fosco. Uitgave H. Reijnhoudt, Nieuwersluis

De Kampioen in Nieuwersluis was erg actief in het uitgeven van prentbriefkaarten die mensen moesten verlokken het etablissement te bezoeken. ‘Drink hier een kopje mokka’ staat uitnodigend geschreven op de kaart. En dat dan ook nog op een gezellig vol terras in een heus ‘park’ aan de Vecht. Uitgave ‘De Vecht’, Breukelen



65

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

‘Het vee, de boerderijen’ Agrarisch leven Al komt deze foto niet uit de Vechtstreek, hier ging het er net zo aan toe: de boer en zijn vrouw die met de hondenkar langs de huizen gingen en vanuit de melkbussen hun melk verkochten. Uitgave N.V. Luxe Papierwarenhandel v/h Roukes & Erhart, Baarn



73

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

‘Want ziet hoe rijk het leven is’ Buitenplaatsen Meest bekend van Zwaanwijck, door de ansichtkaarten, is wel het gebouwtje Villa Johanna; een kindervilla als speelhuis voor Johanna Nooder, het nichtje van eigenaresse Johanna de Pré-Theunissen. Uitgave F.J. Vermeulen, Halle bij Zelhem


74

‘Want ziet hoe rijk het leven is’ – Buitenplaatsen

‘De Vecht, ze is een van onze mooiste rivieren. (…) Doch niemand kan de plechtige rust begrijpen van de geruchtloze, leege rivier, van haar groote, dikwijls onbewoonde buijtens, van de grootsch aangelegde, gedeeltelijk slechts onderhouden tuin-parken, indien ge het niet aanziet met oogen, die met verbeeldingskracht vermogen terug te zien in het verleden. (..) Het is nog deftig. Maar voor mij is dit telkens van eene groote weemoedige mooiheid, zoals de ruïnes van een ridderslot alleen om hun voorbije glorie hun bekoring wonnen’. Zo beschrijft Jan Feith in 1908 de Vecht en haar buitenplaatsen. Het ging niet goed met de meeste buitenplaatsen in die periode. Leegstand en verval heersten en, voor zover dat niet al gebeurd was, dreigde voor veel buitens afbraak. Feith vermeldt dat het nodig was om de geschiedenis van de Vecht te kennen. ‘Dan leven de rivierboorden weer op, ge kijkt minder verbaasd naar de prachtige verlaten buitenhuizen aan het water, ge bedroeft u op andere wijze, dat er zoovele leegstaan, dat er zulk een uitgeleefde stilte hangt tusschen de statige bomen, die overal het riviergezicht omsluiten.’ Die geschiedenis begon al vroeg in de zeventiende eeuw, toen Amsterdammers, op zoek naar investeringen van hun recent verdiende vermogen, belegden in droogmakerijen en agrarische gronden vlak buiten de stad. Langs de Amstel, in de duinen of de droogmakerijen van NoordHolland verrezen vele buitens. Ook de Vechtstreek was geliefd voor dit doel, omdat deze binnen een dag reizen vanaf Amsterdam bereikbaar was. Als interessante beleggingsobjecten bood de Vechtstreek tal van boerderijen met vele hectares agrarische grond. De nieuwe eigenaar bouwde tegen de boerderij een herenkamer om tijdelijk te verblijven, waardoor de hofstede meer en meer een recreatieve functie kreeg. Minstens zo interessant als beleggingsobject waren de steen- en dakpannenfabriekjes langs de rivier. Klei werd al vanaf de zestiende eeuw afgetiggeld in de komgronden aan weerszijden van de Vecht en turf, waarmee de ovens gestookt konden worden, werd in de buurt gewonnen. Met de uitbreiding van Amsterdam was het lucratief de bron van bouwmaterialen voor de grachtenpanden zoals bakstenen en dakpannen in bezit te hebben. Met de ontdekking van het prettige buitenleven, de frisse lucht, het verse voedsel en de natuur raakte langzaam het investeringsaspect op de achtergrond en werden niet alleen de boerderijen verbouwd tot zomerhuizen, maar werden ook steeds meer nieuwe buitenplaatsen gebouwd. Dit was mede mogelijk doordat veel goedkope grond beschikbaar kwam. De Staten van Utrecht, die na de reformatie het kerkelijk grondbezit in handen hadden

Op deze kaart uit 1850* zijn vele buitenplaatsen en -huizen ingetekend. Te beginnen in Zuilen worden genoemd: (namen geschreven zoals op kaart aangegeven)

Kastelen en (buiten)huizen aan de Vecht Utrecht Rozendaal Zuijlen Landlust Den Huize (Slot) Zuijlen Groenhoven Zuijlenveld Diederikstein (Diederichstein) Op Buuren Vecht en dijk Maarssen Ter Meer Maarssen Doornburg Bolenstein Herteveld Elzenburg Goudestein Leeuw en Vecht Mariënhof Endelhoven Vechtoever Vredenhoef Maarsseveen Heuvelsoord Geesbergen Spruitenberg Vreelust Otterspoor Ganzenhoef Cromwijk

Breukelen De Oliphant Vrede en Rust Kraaijenest Oudaan Slange Vecht Nijenrode Vreedenoord Boom en Bosch Gunterstein Vecht en Hoff Kweekhoven Groene Vecht Vecht Vliet Hofwerk Vecht Zigt Boomoord Nieuwersluis Weerestein Overholland Sterreschans Huntum Rupelmonde Vreedenhoff Middenhoek Loenen aan de Vecht Nieuwerhoek Schoonoort Bijdorp Goudoever (Oud Over) Galorama Oosterklip

* Kaart van de provincie Utrecht in vier bladen, vervaardigd op last van Provinciale Staten van Utrecht, onder toezicht van J.H. Kips, voormalig ingenieur-verificateur van het Kadaster, gewaarmerkt door de griffier der Staten, blad I. Archief Eemland Het Merwedekanaal (nu Amsterdam-Rijnkanaal) was nog niet aangelegd. Dit zou in 1892 geopend worden.




89

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

‘Een ansicht en herinneringen’ Toerisme Tussen het jaagpad en de Rijksstraatweg ligt aan de noordzijde van het dorp de oude uitspanning De Nieuwe Aanleg of hotel Baambrugge – later De Punt – waar ook roeiboten te huur waren. Uitgave van de uitspanning


94

De wassen poppen van Dudok de Wit zitten en staan in de tuin voor Slangevecht en vormden voor de bezoekers een toeristische attractie en een verwarrend beeld, zo levensecht waren zij. Dudok de Wit hield erg van een practical joke. Uitgave J.N. de Jong, Breukelen




99

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

Langs de Vecht en de Angstel Van Utrecht naar Muiden Vóór de tijd van de vrachtauto werden zware vrachten over water getransporteerd. Hier vervoert de metselaar zand en mortel per kruiwagen naar zijn werkplek. Achter de fietser liggen het buiten Geesbergen en Het Zwarte Varken, het in 1818 vernieuwde Rechthuis van Maarsseveen, waar Anton Pieck later woonde. Uitgave J. Goetheer, Maarssen


Langs de Vecht en de Angstel – Breukelen

144

Het bekende buiten Slangevecht dateert uit ca. 1725 en werd geheel van grenenhout gebouwd. In de twintigste eeuw is het huis omkleed met baksteen. L.C. Dudok de Wit, alias Kees de Tippelaar, was bijna zeventig jaar de wat excentrieke eigenaar, die verre wandeltochten maakte op Java, in de Verenigde Staten en Europa. Van zijn tochten bracht hij exotische zaken mee waarvoor hij een huismuseum bouwde. Op mooie dagen zette hij vaak wassen poppen in de tuin alsof hij een theetuin uitbaatte. Uitgave N. Mur, Breukelen

Tegenover Slangevecht staat aan de oostzijde van de Vecht het oude Rechthuis van Breukelen St. Pieter, ook eens sluishuis voor de sluis naar het Tienhovens kanaal. Het huis draagt de naam Het Kraaienest. Uitgave G. van Dijk Boekhandel, Breukelen


145

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

Het Zandpad/jaagpad bij het nu verdwenen bruggetje over de verbinding van de Vecht met de slotgracht van kasteel Oudaen. De sporen op de weg laten zien dat het weg niet voor niets Zandpad heette. Uitgave F.J. Vermeulen, Uithoorn

De rolpaal links aan het jaagpad staat in de bocht van de rivier bij Oudaen. De koepel staat op het terrein van het verdwenen buiten Vecht en Rijn nabij de huidige uitrit van het landgoed Nijenrode. Uitgave N. Mur, Breukelen


Zicht op de loswal aan de westkant van de Vecht. Een dergelijke kade was nodig omdat de meeste vracht per schip werd vervoerd. De schuur rechts is reeds lang geleden verdwenen. Uitgave Boekdrukkerij ‘De Vecht’, Breukelen



Langs de Vecht en de Angstel – Loenen aan de Vecht

186

Het gemeentehuis in de Eerste Wereldoorlog. De beide deuren van de voorbij het gemeentehuis liggende doorloopstal staan open. De diligence die eertijds de verbinding tussen Utrecht en Amsterdam onderhield kon zo gemakkelijk in en uit rijden en goederen en mensen droog afleveren. In alle dorpen langs die route stonden dit soort stallen. Uitgave E. Spruijt, Loenen a.d. Vecht

In de haakse bocht in de Rijksstraatweg stond het afdak waaronder paarden door de smid met hoezers konden worden beslagen. Deze kaart werd gestuurd door Elisabeth, Cornelia en Paulientje van B. aan de jongeheer H. Doude van Troostwijk, huize ‘Over Holland’ in Nieuwersluis, in januari 1904. Uitgave onbekend


187

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

Een koets met koetsier staat voor hotel Het Raadhuis van Kronenburgh in Loenen. Deze koets was van uitbater Arie Leeuwenhoek, die met zijn gezin voor zijn hotel staat. De bijbehorende stalhouderij lag aan de overkant van de Rijksstraatweg. Uitgave E. Spruijt, Loenen a.d. Vecht

Rechts de doorloopstal van Het Raadhuis van Kronenburgh, een logement dat in 1725 was gebouwd en tevens fungeerde als raadhuis van het gerecht Loenen-Cronenburg. Tegen de muur van de stal hangen de gerechtelijke mededelingen. De weg met de koets in de verte leidt naar Amsterdam. Uitgave H. van Gaalen Boekhandel, Loenen



Een groot deel van de Loenerslootse bevolking is uitgelopen voor een muzikale aubade bij het slot Loenersloot. Uitgave E. Spruijt, Loenen a.d. Vecht


Langs de Vecht en de Angstel – Weesp

De kolossale Villa Casparus aan het Smal Weesp, die in 1901 gereed kwam na het overlijden van de bouwheer Casparus Johannes van Houten, zoon van de oprichter van Van Houtens Cacao fabrieken te Weesp. In de eerste helft van de twintigste eeuw nam de productie van Van Houtens cacaopoeder en chocoladerepen een enorme vlucht. Export ging over de hele wereld. Uitgave H. van Berkel, Weesp

Trouwpartij met koetsen langs het Smal Weesp. Uitgave Nauta, Velsen

242


243

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

De Zwaantjesbrug over het Smal Weesp dat lang als buitengracht van de stad fungeerde. Uitgave H. van Berkel, Weesp

De sluis naar de Vecht vanuit het Smal Weesp werd al in de vroege vijftiende eeuw aangelegd en onderging in 1564, en nog eens in 1816, een verbreding ten behoeve van het toenemende verkeer uit Amsterdam naar de Vecht. Uitgave Nauta, Velsen



De Slijkstraat gezien naar de brug over het Smal Weesp. De straat was levendig met in vrijwel ieder pand een winkel. Uitgave Nauta, Velsen


Langs de Vecht en de Angstel – Muiden

254

Zicht op de scheepswerven en het Muiderslot aan het eens zoute deel van de Vecht. Uitgave G. v.d. Toorn, Muiden

De Heerengracht aan de oostkant is gewoon de Vecht, net als in Maarssen, met wat deftiger huizen. Uitgave Steenman, Muiden


255

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’

Het Muiderslot is gebouwd door graaf Floris V en dateert uit 1280. Hij was leenman van de bisschop. Na zijn dood kwam Muiden in 1320 in Hollandse handen. In 1825 dreigde het gesloopt te worden, maar koning Willem I hielp daar een stokje voor te steken. In 1895 en in de jaren zestig is veel werk gemaakt van de restauratie. Het is nu museum. Uitgave E 󰠦 B

De ligging van het kasteel, aan de monding van de Vecht en omgeven door veel bomen en waterpartijen is vanuit een vliegtuig goed te overzien. De bebouwing op de voorgrond is nu vervangen door een heemtuin. Uitgave C. Reder


256 Colofon ‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart’ Prentbriefkaarten van de Vechtstreek uit de collectie Lisman, 1900 – 1925 Auteurs Juliette Jonker-Duynstee Edward Munnig Schmidt Ontwerp Philip Stroomberg, Amsterdam Lay out Pim van Schaik (Stokerkade), Amsterdam Druk Finidr, Tsjechië Uitgave Stokerkade cultuurhistorische uitgeverij Stokerkade 124, 1019 XB Amsterdam T 020 3208178 www.stokerkade.nl info@stokerkade.nl

ISBN 9789079156511 © 2021, Juliette Jonker-Duynstee, Edward Munnig Schmidt, Adriaan Stichting Nieuwersluis Stokerkade cultuurhistorische uitgeverij

De publicatierechten zijn naar beste intentie geregeld. Een ieder die meent dat zijn of haar rechten zijn overtreden wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd bestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van auteurs en uitgever.

Deze uitgave is mogelijk gemaakt door de Adriaan Stichting Nieuwersluis


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.