HET STICHTSE LANDSIRAAD
KASTEEL HEEMSTEDE BIJ HOUTEN
HET STICHTSE LANDSIRAAD
KASTEEL HEEMSTEDE BIJ HOUTEN
TEKST
Anthony Lisman Leo Wevers FOTOGRAFIE
Jeroen van de Water
Inhoud Inleiding • 8
10
Heren en Vrouwen van Heemstede Het geslacht Van Wulven • 11 Familie Van Winssen • 12 Diderick van Velthuysen • 26 Anthonie Turck • 92 Familie Gillot • 94 Familie Mosch • 98 Familie Van den Berch van Heemstede • 100 Familie Heijmeijer van Heemstede • 115 Stichting Medische Bibliotheek • 124 Imanagement BV • 130 Woningbouw Centraal Nederland (WCN) • 131 Lisman en Lisman B.V. • 136
137
Rondgang over Heemstede 1919 en 2019 De tuinaanleg • 137 Het kasteel • 152 Het interieur • 158
190
Een terugblik Noten • 212 Register • 218 Herkomst afbeeldingen • 221 Literatuur • 222
16
H ET STICHTS E LA NDS IR A A D
Het nieuwe kasteel van Hendrick Pieck en Maria van Winssen Zeventiende-eeuwse architectuur en Heemstede
In 1991 beschreef Leo Wevers in het boek Heemstede. Architectonisch onderzoek van een zeventiende eeuwse buitenplaats in de provincie Utrecht in het hoofdstuk ‘Het Hollands-classiscistische huis van 1645’ het Nederlandse architectuurlandschap van het midden van de zeventiende eeuw. Met name schetste hij een beeld van vergelijkbare buitenhuizen die in die periode tot stand kwamen. Hem viel op dat Huis Heemstede naast classicistische stijlkenmerken, die typisch zijn voor de tijd, ook traditionele elementen heeft. Ook doet hij nadere uitspraken over de mogelijke bouwmeester. Een greep uit de inhoud: Centraliserend buitenhuis Wanneer men de gevels van Heemstede beziet, valt het ogenblikkelijk op dat deze vrijwel symmetrisch zijn. Bovendien maakt het gebouw een rijzige indruk, vooral door de vier slanke hoektorens en het verhoogde middendeel van de kap met de centrale schoorsteen. Het zijn deze eigenschappen waardoor men Heemstede als een voorbeeld van een centraliserend buitenhuis beschouwt. Gesproken wordt van een centraliserend buitenhuis in plaats van een centraalbouw, omdat bij een centraal bouw een nauwe relatie aanwezig is tussen de inwendige indeling met de concentrische plattegrond en een centrale ruimte enerzijds, en de gevelarchitectuur anderzijds. Deze relatie tussen gevels en plattegrond was bij buitenhuizen, op enkele vroege uitzonderingen na, minder duidelijk aanwezig dan bij de kerken. Als een van de weinige zuivere Nederlandse voorbeelden van niet-kerkelijke centraalbouw kan Paleis Huis ten Bosch genoemd worden, ontworpen door Pieter Post in opdracht van Amalia van Solms en Frederik Hendrik. Het uit 1645 daterende huis kent een rechthoekige plattegrond met een grote, vrijwel geheel inpandig gelegen, zaal in de vorm van een Grieks kruis. Hofwijck bij Voorburg is een voorbeeld van een centralise-
rend buitenhuis met een vierkante plattegrond. Hier is duidelijk het verschil waarneembaar tussen de symmetrische gevels en de acentraal ingedeelde plattegrond. Hofwijck werd omstreeks 1639 in opdracht van Constantijn Huygens gebouwd. Jacob van Campen ontwierp het huis, terwijl Pieter Post de constructieve aspecten voor zijn rekening nam.
17
FA M ILIE VA N W INS S E N
LINKERPAGINA
BOVEN
Casper Specht, ‘De Riddermatige huysen en Gezighten in de Provincie van Utrecht’, detail kopergravure van ’T Huys te Heemstede, 1698, naar Jan van Vianen (ca. 1660-ca. 1726).
Jan Matthysz. naar ontwerp van Pieter Jansz. Post, Voorzijde en plattegrond van Paleis Huis ten Bosch, 1655.
32
H ET STICH TS E LA NDS IR A A D
LINKERPAGINA
Isaac de Moucheron, Detail van plaat 5 uit de serie ‘Plusiers Belles et Plaisante Veües et la cour de Heemstede dans la Province d’Utrecht. / Verscheyde schoone en vermaakelyke gezigten van Heemstede gelegen in de provintie van Utrecht, na het leven getekent...’.In de voorgevel van het huis zien we schuifvensters, ca. 1700. BOVEN
Bernard de Roij (1638-1707), ‘Nieuwe Caerte van de Provincie van Utrecht’. Gegraveerd door Thomas Doesburg (werkzaam 1683-1714) en uitgegeven door Nicolaes Visscher, 1696.
33
sierswoning waren ondergebracht en ruimten voor de tuingereedschappen, verblijven voor het tuinpersoneel en een tuinmanswoning. Zoals eerder vermeld heeft Leo Wevers in 1991 huis en tuinen van Heemstede getekend en beschreven. Op de volgende pagina’s is een verkorte weergave te vinden van zijn beschrijving van de tuinaanleg in opdracht van Diderick van Velthuysen op het eind van de zeventiende eeuw. Hij gaat in op de rol van Isaac de Moucheron, als maker van aquarellen en gravures van de tuinen en mogelijk ontwerper van een deel van de tuinen. Een andere informatiebron is het hoofdstuk ‘Hollands Arcadië. Diderick van Velthuysen en de tuin van Heemstede als klassiek landschap’, dat dr. Erik de Jong schreef over de tuinen van Heemstede in zijn boek Natuur en Kunst, Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur 1650-1740, verschenen in 1993.
DIDE R IC K VA N VE LTHUYS E N
PLAAT 2
Isaac de Moucheron, aquarel in spiegelbeeld en kopergravure in de serie ‘Verscheyde gezigten van Heemstede gelegen in de provintie van Utrecht na het leven getekent’, 1700. Op plaat nummer 2 schildert en graveert hij ‘’t Generale gezigt van de Heerlijkheyt Heemstede / Veüe generale de Seigneurie de Heemstede’. Met cijfers worden aangegeven: 1. Den Ingang 2. Het Huys 3. De Orangeri 4. De Thuin met de Parterren 5. De groote Kom met d’Orangeri RECHTERPAGINA BOVEN
Nicolaas Verkolje (1673-1746), Isaac de Moucheron, begin achttiende eeuw. RECHTERPAGINA ONDER
Isaac de Moucheron, Terras in de klassieke oudheid, aquarel begin achttiende eeuw.
36
H ET STICH TS E LA NDS IR A A D
De tuinaanleg van Diderick van Velthuysen Frans-classicistische tuinen Nadat Diderick van Velthuysen in 1680 Heemstede had verworven begon hij direct met de aanleg van de tuinen. Eerst moderniseerde hij de tuin uit het midden van de zeventiende eeuw. Daarna kocht hij in fasen nieuwe stukken grond aan om de tuin in oostelijke richting uit te breiden. Dit verklaart het verschil in aanleg tussen de drie hoofdgedeelten – het westelijk deel met het huis, het middendeel met de sterrenbossen en het oostelijk deel met de wildbaan. De boomgaard halverwege het middendeel vormde waarschijnlijk de overgang tussen de oude tuin en de nieuwe uitleg. Het is aannemelijk dat de oude tuinen eerst tot daar werden gemoderniseerd en later werd besloten om de tuinen oostwaarts uit te breiden. Het kale slagenlandschap leende zich uitstekend om de tuin langs de hoofdas te verlengen. Uiteindelijk werd deze centrale zichtas ruim twee kilometer lang. Isaac de Moucheron en Heemstede De aquarellen en gravures van Isaac de Moucheron geven een zeer compleet beeld van de tuinen van Heemstede. Het is de enige tuin waarvan hij zowel een serie aquarellen als een serie gravures heeft gemaakt. Daarnaast leverde hij een wandbeschildering voor één van de interieurs van het huis. Dit roept de vraag op of hij ook bij het ontwerp van de tuin betrokken was. De kunsthistoricus Staring, die in 1950 een artikel over De Moucheron schreef (in Oud Holland), stelt dat deze niet alleen tuinen afbeeldde, maar deze ook ontwierp. Hij neemt aan dat De Moucheron na zijn terugkeer uit Rome in 1697 bij de tuin van Heemstede was betrokkenen en waarschijnlijk de oostelijke tuindelen ontwierp. Het is mogelijk dat Van Velthuysen De Moucheron alleen vroeg een serie aquarellen en gravures te vervaardigen, maar mede gezien het feit dat De Moucheron na zijn Italiaanse tijd zelden als topograaf werkte, is het waarschijnlijker dat hij ook daadwerkelijk een gedeelte ontwierp. Blijft wel de vraag wie de opdracht had gekregen de oude tuin te moderniseren. Isaac de Moucheron was actief als tekenaar, ontwerper en schilder (vooral wandschilderingen) en was geliefd vanwege zijn geïdealiseerde, klassieke voorstellingen. Hij was bevriend met onder andere Daniel Marot, Jacob de Wit en Nicolaas Verkolje. De aquarellen en gravures van De Moucheron bieden een schat aan informatie over de historische tuinen van Heemstede. Een andere, geschreven, bron wordt gevormd door de hofdichten die in de tijd op Heemstede en zijn eigenaar werden geschreven door Lukas Rotgans (16541710) en Adriaan Reets (zie pp. 76-77).
37
DIDE R IC K VA N VE LTHUYS E N
PLAAT 1
Isaac de Moucheron, aquarel en kopergravure titelpagina ‘Verscheyde schoone en vermaakelyke gezigten van Heemstede gelegen in de provintie van Utrecht na het leven getekent’, 1700. De achttien nog bekende aquarellen waarnaar De Moucheron de drukplaten voor de kopergravures vervaardigde, laten deels de werkelijke situatie in spiegelbeeld zien. Dit vereenvoudigde het maken van de drukplaten, die immers altijd in spiegelbeeld worden afgedrukt. Zie aquarellen: platen nrs. 1 (gedeeltelijk), 2 (p. 36), 4, 6, 7, 11, 12, 13, 15, 16, 19,20, 22, 24 en 26.
48
H ET STICHTS E LA NDS IR A A D
PLAAT 3
Isaac de Moucheron, aquarel en kopergravure ‘De Ingang van de Heerlijkheid van Heemstede. /L’Avenue de la Maison seigneuriale de Heemstede.’
49
DIDE R IC K VA N VE LTHUYS E N
PLAAT 16
Isaac de Moucheron, aquarel en kopergravure ‘ ’t Gezigt van de groote Kom na de Wild baan te zien. / Veüe du Grand Bassin.’
64
De ‘Groote Kom’ van Heemstede vertoonde grote gelijkenis met de ‘Nieuwe Kom’ in de tuinen van Slot Zeist (afbeelding rechtsonder) door de toepassing van de hoge geschoren hagen rondom, waarin borstbeelden
H ET STICHTS E LA NDS IR A A D
op piedestals waren geplaatst. De Nieuwe Kom van Zeist had echter een andere bijzonderheid, namelijk een verdiept niveau rondom de vijver, waardoor op beide ‘terrassen’ oranjeboompjes konden worden opge-
steld. Heemstede kende op zijn beurt weer een vergelijkbare terrasaanleg met sinaasappelboompjes in kuipen rondom de ovale ijver in het ‘theater’. Zie plaat 22 (p. 70).
PLAAT 17
Isaac de Moucheron, kopergravure ‘ ’t Gezigt van de Allée, met de Beelde. / Veüe de l’Allee avec les Statuës.’
65
DIDE R IC K VA N VE LTHUYS E N
De alleÍn ende hoven etc waeren versien met ontallige beelden als vergulden, witte etc. Overal waer seer veel latworck ende fray geverft. Het waer 300 treden breet ende seer langh.’
90
H ET STICH TS E LA NDS IR A A D
91
HE T BUITE NHUIS
1720-1723
Anthonie Turck Op 18 augustus 1720 kwam de ridderhofstad in het bezit van mr. Cornelis Quint en twaalf dagen later ook de ambachtsheerlijkheid Heemstede. De neef had geen belangstelling voor deze bezittingen en droeg ze beide nog dezelfde dag over aan de Amsterdammer Anthonie Turck (1668-1725). Van Turck, evenals zijn beroemde zwager Ignatius van Logteren (16851732) een beeldhouwer, is nog aan en in veel monumentale Amsterdamse panden werk bewaard.33 Kort na 1690 had Turck een zelfstandig bedrijf opgezet dat snel zou uitgroeien tot het grootste en belangrijkste in Amsterdam. Hij was hierin niet alleen als beeldhouwer actief maar vooral als ontwikkelaar in de Amsterdamse binnenstad. Anthonie Turck, die zeer succesvol was met zijn ondernemingen, kon extra aanzien verwerven door zich heer van Heemstede te mogen noemen. Anders dan onder Van Velthuysen kende Heemstede onder Turck niet zijn beste dagen. Didericks erfgenamen hadden geen belangstelling voor de buitenplaats en hadden haar verwaarloosd. Of zij het hebben beroofd van onder andere de tuinsieraden en het opgerezen hout voor goed geld van de hand deden of dat het de nieuwe eigenaar Anthonie Turck was, is niet met zekerheid te zeggen. In een beschrijving uit 1772 staat te lezen: ‘Toen deze plaats in het jaar 1720 verkocht wierd, zijn de meeste sieraden weggenomen, de Diergaarden en Plantaadjen meest omgehakt; de beelden, en het lood der Fonteinen verkocht.’ 34
92
H ET STICHTS E LA NDS IR A A D
LINKERPAGINA
Anthonie Turck woonde van 1717 tot 1719 op Keizersgracht 353. Het borstbeeld op de gevel van dit pand wordt wel beschouwd als zelfportret van Turck. (Pieter Fischer, Ignatius en Jan van Logteren, 2005). BOVEN
Geveltop voor het ‘Sint-Janshoofd’, Keizersgracht 101, ca. 1712, toegeschreven aan Anthonie Turck. Op de hoeken staan twee borstbeelden: Neptunus en Amphitrite. ONDER
Geveltop voor Keizersgracht 282, ca. 1720. Turcks geveltoppen zijn te herkennen aan twee details: de groevenlijst en de bladconsoles.
93
A NTHONIE TURC K
100
H ET STICH TS E LA NDS IR A A D
1837-1919
Familie Van den Berch van Heemstede 1837-1902: Isaac Lambertus Cremer van den Berch van Heemstede en Christine Elisabeth Roelants Via de veiling op 10 november 1837 werd niet genoemde Munnick van Cleef eigenaar maar Isaac Lambertus Cremer van den Bergh (1811-1879) uit Leiden, ‘doctor in de beide regten’ die op dat moment lid was van de gemeenteraad in zijn woonplaats. De ambachtsheerlijkheid werd aan hem toegeslagen voor ƒ 89.600,–. Ze moest als zomerverblijf gaan dienen. Hij was een zoon uit het huwelijk van mr. Isaac Godfried van den Bergh (1759-1816) met Maria Cremer (ca. 1775-1836), weduwe van mr. Jacob Coninck, heer van Oud-Wulven. Zijn naam, en de spelling hiervan, liet hij meerdere keren wijzigen. Reeds op 20-jarige leeftijd liet hij, na het overlijden van zijn vader, zijn naam veranderen van Van den Bergh in Cremer van den Bergh, waaruit de sterke verbondenheid met zijn moeder blijkt. Na het behalen van het juridisch doctoraat in 1835 te Leiden en de aankoop van Heemstede in 1837 werd bij Koninklijk Besluit d.d. 10 september 1841, nr. 102, mr. Isaac Lambertus Cremer van den Bergh verheven in de Nederlandse adel.43 Nadat hem op 2 november 1841 de naamswijziging in Van den Berch was vergund werd hij bij Koninklijk Besluit d.d. 1 januari 1842, nr. 59, als mr. Isaac Lambertus van den Berch van Heemstede met intrekking van het Koninklijk Besluit d.d. 2 november 1841 opnieuw verheven. De beslissing om juist Heemstede aan te kopen kan wellicht in verband worden gebracht met het feit dat zijn moeder bij het overlijden van haar eerste man de nabijgelegen heerlijkheid Oud-Wulven had geërfd. Het is goed mogelijk dat hij hierdoor al vóór 1837 met de omgeving van Houten bekend was.
LINKERPAGINA
Voorgevel van het huis met openstaande vouwdeur, boven de ingang het marmeren borstbeeld van Diana, godin van de jacht en in de boog op de voorgrond een lantaarn, ca. 1900. RECHTS
Oud-Wulven op prentbriefkaart, ca. 1904.
101
FA M ILIE VA N DE N BE RC H VA N HE E M S TE DE
BOVEN
LINKSONDER
Netty van Rappard en het kindermeisje Mina Apeldoorn aan de Heemsteedseweg, Op de achtergrond de vroegere boerderij met links daarvan het inrijhek, ca. 1900.
Op de bokkenwagen, ca. 1900.
112
RECHTSONDER
Met de muilezelwagen, ca. 1900.
H ET STICH TS E LA NDS IR A A D
BOVEN
Francis Kramer (1878-1965), Groepsportret in de Salon van Anna van Rappard-Testas met haar dochters Lotty van Rappard en Netty van Rappard, ca. 1907. LINKSONDER
De Salon, ca. 1900. RECHTSONDER
Lotty van Rappard, 1905.
113
FA M ILIE VA N DE N BE RC H VA N HE E M S TE DE
1973-1987
Stichting Medische Bibliotheek Uiteindelijk slaagden de erven Heijmeijer van Heemstede op 17 januari 1973 erin om het huis te verkopen, en wel aan de stichting Medische Bibliotheek te Amsterdam en de Medical Library Foundation te Zürich. De voorzitter van het bestuur van de beide stichtingen was de bekende medicus dr. J.P. (Jos) Schadé, adj. dir. Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek. Zij kochten het huis, met ruim 5 ha tuin, met de bedoeling het als bibliotheek en conferentiecentrum te gaan gebruiken. De overige grond bleef in het bezit van de familie Heijmeijer. De stichting Medische Bibliotheek en de Medical Library Foundation gaven opdracht aan het gerenommeerde architectenbureau Van Asbeck uit Driebergen tot het vervaardigen van een restauratieplan voor het huis. Ook voor de bouwhuizen werden plannen gemaakt. Uiteindelijk werd alleen het huis zelf gerestaureerd. Binnen het architectenbureau werd ir. N.C.G.M. van de Rijt als projectarchitect aangewezen.71 Zoals vermeld vertoonde het huis ernstige gebreken. Door lekkage waren de goten, de onderzijde van de kapsporen en het dakbeschot grotendeels rot. Ook vertoonde het huis ter plaatse van de grote schoorsteenpartij scheuren, veroorzaakt door een verzakking van ca. 10 cm. Besloten werd om al het rotte houtwerk te vervangen en een enorme ondersteuningsconstructie onder de schoorsteen aan te brengen. Deze stalen constructie werd, mede uit een oogpunt van brandveiligheid, omkleed met gewapend beton. Het interieur werd aan de nieuwe technische eisen en de nieuwe gebruiksfunctie aangepast: toegevoegd werden sanitaire voorzieningen in de kelder, een geheel nieuwe elektrische bedrading en een appartement op de tweede verdieping. Omstreeks het begin van de jaren zeventig werden de plannen bekend gemaakt voor de nieuwe autosnelweg A 27, waarvan het tracé dwars door de tuinen van Heemstede was geprojecteerd.72 Uiteindelijk werden de plannen zodanig bijgesteld dat de weg net ten oosten van de grote ronde vijver aan het eind van de tuinen de oude oprijlaan ging doorkruisen. Als compensatie voor de aantasting ten gevolge van de aanleg van de autosnelweg, werd in februari 1974 door Staatsbosbeheer, afdeling verkeerswegen, een eenvoudig herstelplan voor de tuinen gemaakt. Dit plan voorzag in de reconstructie van de door enkele bomenrijen begrensde oprijlanen, alsmede het herstel van het gedeelte van de moestuin en het sterrenbos. Ondanks de goede wil van Staatsbosbeheer is het plan nooit uitgevoerd. Wel werden later nieuwe bomen in de bermen van de autosnelweg aangeplant om een completering te suggereren van de – thans doorsneden – grote oprijlaan. Ondanks de plannen is er nooit een conferentieoord gekomen, en het gerestaureerde huis kwam weer leeg te staan. Wel werd het appartement op de tweede verdieping nog een enkele keer door bestuursleden van de stichting Medische Bibliotheek gebruikt. In de loop der jaren tachtig heeft de stichting verschillende pogingen ondernomen om het huis te verhuren of verkopen, echter telkens zonder resultaat. Brand Op zaterdag 10 januari 1987 stond het huis ineens in brand. Toen de brand om 9.08 uur gemeld werd, was er slechts sprake van een kleine uitslaande brand in de grote Zaal, maar mede door de sterke oostenwind brandde het kurkdroge huis vrijwel volledig uit.73 Bovendien werd nog tijdens het nablussen besloten om de centrale schoorsteen om te duwen. Dit was zeker niet nodig. Hierdoor werd niet alleen de schoorsteen met zijn smeedijzeren bekroning volledig verwoest, maar ook de achtergevel met het bijzondere balkonhek uit 1682. Door de enorme puinhoop ter plaatse van de in de grote Zaal ontstane brandhaard moest de recherche met haar onderzoek naar de oorzaak van de brand wachten tot deze opgeruimd zou
RECHTERPAGINA
Kateel Heemstede in 1983.
124
H ET STICHTS E LA NDS IR A A D
125
HE T BUITE NHUIS
126
H ET STICH TS E LA NDS IR A A D
worden. Dit gebeurde echter dermate grondig, dat ook de sporen van de brandoorzaak werden uitgewist. Brandstichting mag niet worden uitgesloten, daar het huis onbewoond was en afgesloten van verwarming en elektriciteit. Na de brand bleken het muurwerk, de gehele kelderverdieping en vier vertrekken van de bel-etage nog grotendeels intact. De eiken betimmeringen van de torenkamer en onderdelen van de eetsalon werden opgeslagen op de zolder van het zuidelijke bouwhuis, terwijl de interieurs van de hal, het trappenhuis en de hele kelderverdieping aan weer en wind werden overgegeven. Van de negentien schilderstukken op de bel-etage konden er zeven tijdens de brand worden gered. Deze werden ondergebracht bij het Centraal Museum te Utrecht. Ten gevolge van deze ramp ontstond de vraag wat er met Heemstede zou moeten gebeuren. Er gingen zelfs stemmen op het huis van de monumentenlijst af te voeren en een sloopvergunning te verlenen, maar gelukkig is dit niet gebeurd en werd herbouw in overweging genomen. Het bleek echter dat de stichting Medische Bibliotheek het huis niet tegen brand had verzekerd. Enige tijd later besloot de Rijksdienst voor de Monumentenzorg de in 1973 door het Rijk uitgekeerde subsidie van ƒ 240.000,– terug te vorderen, omdat niet aan de verzekeringsplicht was voldaan.
Beelden van de brand op 10 januari 1987.
127
S TIC HTING M E DISC HE BIBLIOTHE E K
2016-
Lisman en Lisman B.V. Het was even stil rond Heemstede totdat Lisman en Lisman B.V. uit Zeist Heemstede op 26 augustus 2016 van de curator kocht.102 Tot ver in 2018 waren zij volop bezig met het wegwerken van de genoemde gebreken en met het achterstallig onderhoud van kasteel, de beide bouwhuizen en de oranjerie. In november 2018 werd de oorspronkelijke oranjerietuin aangekocht van de erven Heijmeijer van Heemstede – het terrein om het kasteel is nu ca. 6 ha groot – en werden ruim 130 laanbomen geplant. Naast het bestaande restaurant in het souterrain is het kasteel inmiddels per verdieping verhuurd aan diverse ondernemingen evenals de oranjerie en het zuidelijke bouwhuis.103 In het noordelijke bouwhuis vinden nog werkzaamheden plaats voor een komende huurder. Op 22 maart 2019 maakte sterrenchef André van Doorn bekend dat hij met ingang van 1 juli, na zeventien jaar, afscheid zou nemen van zijn Restaurant Kasteel Heemstede. De talentvolle chef Ollie Schuiling, op dat moment nog werkzaam als keukenchef bij het Zwitserse driesterrenrestaurant Schloss Schauenstein, nam de scepter van hem over. Samen met ondernemer Frans den Boer is hij de nieuwe eigenaar van het restaurant.
136
H ET STICHTS E LA NDS IR A A D
Rondgang over Heemstede 1919 en 2019 Na het overlijden van jhr. mr. Laurens van den Berch van Heemstede in 1918 werd het landgoed in het openbaar verkocht en wel op 21 juni 1919. Twee weken voor de aangekondigde veiling in het Notarishuis te Utrecht verscheen in het gerenommeerde tijdschrift Buiten, Geïllustreerd Weekblad aan het Buitenleven gewijd een groot artikel over ‘Het Kasteel Heemstede bij Houten (Utr.)’. Mede door wat daarin is beschreven is het nu mogelijk een denkbeeldige rondgang om, maar vooral in, het kasteel van 1919 te maken. Als we deze rondgang overdoen in 2019 kunnen we de veranderingen in deze eeuw bezien en de enorme impact die de brand van 1987 heeft gehad. Duidelijk wordt dat het huis en zijn omgeving inmiddels weer opbloeien.
De tuinaanleg Inrijhek aan de Utrechtseweg Sinds de aanleg van de tuinen door Diderick van Velthuysen heeft Heemstede aan de oostzijde aan de Utrechtseweg een monumentaal inrijhek. Dit hek, voorzien van bakstenen hekpijlers met de opschriften ‘Heem’ en ‘Stede’ en bekroond met zandstenen vazen, maakt nog altijd deel uit van de beschermde buitenplaats Heemstede en markeert het begin van de liefst twee kilometer lange centrale as van de tuinaanleg. Later, vermoedelijk in de loop van de achttiende eeuw, werd aan de noordzijde van het hek de huidige boerderij gebouwd. Bij de herontwikkeling van het achtergelegen bedrijventerrein Peppelkade in de jaren tachtig is een deel van de oprijlaan bij het erf van de boerderij getrokken en werd het overige deel tot aan de snelweg A27 als fietspad ingericht. Bij de aanleg van de snelweg in 1980-1981 werd het tracé zo aangepast, dat de grote kom van de tuinaanleg behouden bleef. Om de onderbreking van de oprijlaan door de snelweg optisch te verkorten heeft Rijkswaterstaat in de behoorlijk brede bermen aan beide zijden enkele rijen eikenbomen opnieuw aangeplant. Grote kom Van de oorspronkelijke oostelijke tuinaanleg zijn enkele restanten behouden. De grote kom bestaat thans uit een rond
137
BOVEN
ONDER
Foto bij het artikel ‘Het Kasteel Heemstede bij Houten (Utr.)’ in het tijdschrift Buiten, Geïllustreerd Weekblad aan het Buitenleven gewijd, 1919.
Inrijkhek met boerderij aan de Utrechtseweg, 1963.
RONDG A NG OVE R HE E M S TE DE 19 19 E N 2 019
BOVEN
Bouwhuizen op het voorplein, 2019. RECHTS
Isaac de Moucheron, aquarel ‘’t Gezigt van de Plaats voor ’t Huys na de Stallen te zien.’, ca. 1700. RECHTERPAGINA BOVEN
Vaas in de achtertuin, 1973. RECHTERPAGINA ONDER
Vaas op het voorplein, 2019.
144
H ET STICH TS E LA NDS IR A A D
ters, een houten middenpui met een zestal doorgangen waarboven oeils de boeuf en een blokvormig einddeel met grote staldeuren. Ten behoeve van het huidige kantoorgebruik werden de deuren van glaspuien voorzien en werden op de daken extra dakkapellen geplaatst. Bij de herbouw in 2005 werden echter nog twee behoorlijk ingrijpende wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke zeventiendeeeuwse ontwerp doorgevoerd, namelijk de breedte van de bijgebouwen, die ca. zeven meter breder werden, alsmede het peil van het voorplein, dat ca. een meter hoger kwam te liggen en voor een deel onderkelderd werd. Door de bredere bijgebouwen werd het voorplein, dat oorspronkelijk uit twee vierkanten aan weerszijden van de centrale as bestond, smaller. Ten gevolge van het een meter hogere maaiveld van het voorplein is de hiërarchie tussen kasteel en bijgebouwen verdwenen, omdat thans het voorplein qua niveau overeenkomt met dat van de brug naar het kasteel. In het voorplein werden voor beide bijgebouwen atria opgenomen, om de kelderverdieping van voldoende daglicht te voorzien. Vazen, bustes en sphinxen op het voorplein 1919 • ‘De twee grote stenen vazen, die destijds ter weerszijden van de brug stonden, zijn verdwenen en op hun voetstukken staan marmeren bustes – van een vrouw en een gekroonde man – die waarschijnlijk reeds in de tijd van Van Velthuysen de tuinen sierden.’ 2019 • Kort na 1919 werden de witmarmeren borstbeelden, die ter weerszijden voor de brug stonden, verplaatst naar het midden van het voorplein. Deze kregen later gezelschap van twee zandstenen sfinxen. Op de gravure van De Moucheron met het onderschrift ‘De ingang van de heerlijkheid van Heemstede’ zijn de sfinxen te zien. Vanaf het voorplein geven twee bruggen aan de noorden zuidzijde toegang tot de lindenlaan rondom de gracht van het kasteel. Deze laan werd samen met de achterliggende formele tuin in de periode 2002-2003 nieuw aangeplant. Tevens werden de taluds aan de gracht- en slootzijden hersteld en werd langs de gracht een lager gelegen kademuur aangebracht met een van klinkerbestrating voorzien looppad. Formele tuin De achter het kasteel gesitueerde formele tuin werd bij de restauratie op hoofdlijnen gereconstrueerd, waarbij de indeling in vier vakken rondom de centrale vijver terugkwam. Deze ronde vijver werd bij de werkzaamheden opgegraven. De vijverbodem is voorzien van een natuurstenen stervorm in de bestrating. De vier vakken waren ten tijde van Van Velthuysen rijke parterres de broderie (= sierelement in een
145
RONDG A NG OVE R HE E M S TE DE 19 19 E N 2 019
150
H ET STICH TS E LA NDS IR A A D
LINKERPAGINA
Daniël Stoopendaal, detail ‘Plan ou Veüe de Heemstede dans la Province d’Utrecht / Afbeeldinge van Heemstede in de Provincie van Utrecht...’, ca. 1700. BOVEN
Gerestaureerde formele tuin achter het kasteel in de zomer van 2003. Ervoor zijn de vervallen vijver en exedravormige muur te zien.
151
RONDG A NG OVE R HE E M S TE DE 19 19 E N 2 019
166
H ET STICH TS E LA NDS IR A A D
LINKERPAGINA
De witte Salon (nu de Groene kamer) in 1919. LINKSBOVEN
Groene kamer (de voormalige Salon), 1957. RECHTSBOVEN
Groene kamer (de voormalige Salon), 2019. RECHTSONDER
Venus omgeven door een viertal cupido’s, eind zeventiende eeuw, 1990.
167
RONDG A NG OVE R HE E M S TE DE 19 19 E N 2 019
Trappenhuis 1919 • ‘De indeling van bel-etage en eerste verdieping is gelijk. De torens vormen op iedere verdieping vijfhoekige kamers, behalve echter bij de toren ter rechterzijde van de hal, die geheel als trappenhuis dienstdoet. Tussen de twee torens is aan weerszijden van het gebouw een vertrek, terwijl centraal in de overblijvende ruimte van het midden onder andere een enorme schoorsteen loopt, die genoemde hal van de daarachterliggende zaal scheidt. In deze rookafvoer komen alle kanalen van het Huis tezamen en vinden hun uitmonding in de monumentale stervormige schoorsteen op het dak.’ 1919 • ‘Weer in de trappenhuistoren op de begane grond aangekomen, valt een buitengewoon mooi zeventiendeeeuws stuk houtsnijwerk op, dat de opening onder langs de trap naar de eerste verdieping met het trapgat van het souterrain afsluit.’ 2019 • Vanuit de Blauwe kamer bereikt men het trappenhuis, dat door Van Velthuysen geheel nieuw werd ingericht, waarbij de huidige lambriseringen, de vloer met Öland-plavuizen, het gestucte koepelgewelf en de elegante eiken trap met ranke ijzeren trapleuning werden aangebracht. Ook het houten hekwerk onder de trap – uitgevoerd met rijkgesneden Marot-motieven – dateert uit de tijd van Van Velthuysen en bleef bij de brand gespaard. De trap leidde oorspronkelijke uitsluitend naar de eerste verdieping. Bij de restauratie heeft men ervoor gekozen om de trap door te laten lopen naar de tweede verdieping, waardoor deze kantoorverdieping op verzoek van de brandweer gemakkelijk bereikbaar werd. Bij de trap naar de tweede verdieping werd de ijzeren trapleuning nauwkeurig nagemaakt; de lambriseringen langs de wanden werden achterwege gelaten.
BOVEN
RECHTERPAGINA
Snijwerk van de trap, 1957.
Snijwerk van de trap, 2019
ONDER
Het snijwerk van de trap was na de brand uitgenomen en opgeslagen. Ter bescherming van de trap tegen regenwater hadden de auteurs plastic aangebracht, 1989.
178
H ET STICHTS E LA NDS IR A A D
179
RONDG A NG OVE R HE E M S TE DE 19 19 E N 2 019