

OPDR_1 VORMSTUDIE NAAR FAUNA 4
JAPANSE KOI / KALKOEN
OPDR_2 HET GROOTE MUSEUM OP DE FRANSE BERG 16
1923-26, HOENDERLO, arch. HENRY VAN DE VELDE
OPDR_3 (WOON)CULTUUR: GASTON EYSSELINCK 32
(RVG+CAD+KIN) EIGEN WONING, 1930, VADERLANDSTRAAT, GENT
WONING SERBRUYNS, 1930, KONINGIN FABIOLALAAN, GENT
WONING PEETERS, 1933-34, TERVURENLAAN, DEURNE
WONING VAN HOOGENBEMT-CONTRYN, 1933, AUWEGEMSTRAAT, MECHELEN
WONING VERMARCKEN, 1937, HENRI PIRENNELAAN, GENTBRUGGE
WONING DEVOLDER, 1939, SPORTSTRAAT, GENT
WONING ROMBAUTS, 1934, VOGELVANGSTLAAN, BOSVOORDE
ART ISOMETRIE WONINGEN GASTON EYSSELINCK
CAD EETKAMERSTOEL, 1919, GERRIT RIETVELD
GRAFTOMBE LE CORBUSIER, 1957, ROQUEBRUNE-CAP-MARTIN
LE THEATRE SPONTANE, LE CORBUSIER
VIRTUELE ARCHITECTON
EXPERIMENTAL HOUSE, 1952-54, MUURATSALO, ARCH. ALVAR AALTO
JEITA GROTTO THEATRE, 1968, LIBANON, arch. JØrn Utzon
THEATER VAN EPIDAURUS, PERGAMON EN ASPENDOS
GLOBE THEATER, 1599, LONDON / THEATER DER WERKBUND-AUSSTELLUNG, 1914, KEULEN, HENRY VAN DE VELDE
PHILHARMONIE, 1960-1963, BERLIJN, HANS SCHAROUN / FINLANDIA HAL, 1976-1971, HELSINKI, ALVAR AALTO
CONCERTGEBOUW, 2002, BRUGGE, ROBBRECHT & DAEM / MUZIEKCENTRUM BIJLOKE, 1228, GENT, DRDH ARCHITECTS
Volgend op de vormstudies in 5AVO (abstragerend ontwerpen in de opdracht
1, waterarchitectuur in opdracht 2, een exploratie van (an)organische ruimtelijkheid in opdracht 3 en een eerste ‘gestalt’- oefening in opdracht 4) onderzoeken we nu de grenzen van ons materiaal karton aan de hand van een organische ‘gestalt’-vormstudie naar fauna.
Startend vanuit een karakteristieke diersoort wordt een boeiende ruimtelijke interpretatie gevraagd, te presenteren op sokkel.
De student exploreert in deze oefening zijn creatieve mogelijkheden in tekening en maquette, op basis van de reeds opgedane kennis.
De bedoeling is om naar een totaalbeeld, een ‘gestalt’, te werken, waarbij het geheel meer is dan de som van de samenstellende delen.
OPDR_1 NATUURSTUDIE NAAR FAUNA
Deze vormstudie focust op een niet gerealiseerd museum uit het oeuvre van de Belgische architect Henry van de Velde. In 1920 kreeg hij als huisarchitect van het echtpaar KröllerMüller de vraag om een museum te ontwerpen voor hun omvangrijke kunstcollectie. Hij trad daarbij in de voetsporen van de bekende Nederlandse architect H.P. Berlage, die op de terreinen reeds het jachthuis Sint-Hubertus deels realiseerde.
In januari 1921 had Van de Velde het ontwerp voor het groote museum klaar. De bouwwerken werden gestart maar in 1922 al stilgelegd omwille van een economische crisis. Later kreeg Van de Velde de vraag om zijn ontwerp verder uit te werken.
Startende vanuit een treffende foto wordt – na geometrische analyse- een ruimtelijke voorstelling gevraagd in de derde dimensie, gepresenteerd op een grond- en achtervlak. De bedoeling is een voorstelling te creëren die de ruimtelijke continuïteit van het werk evoceert, zowel in zijn detail als in het geheel.
Waar H.P. Berlage bij zijn ontwerp met grote vensters een erg open gebouw voor ogen had, hield Van de Velde de kunstwerken juist af van de buitenwereld; hij wilde dat ze als het ware een dialoog met elkaar aangingen.
H.P. Berlage, Ontwerp voor het museum bij de Franse berg, 1918OPDR_2 HET GROOTE MUSEUM OP DE FRANSE BERG
HENRY
KUNSTHUMANIORA SINT-LUCAS
EWOUT DE CLERCQ LAURA DIERICK WOLF DOBBELAERE DE LOMBAERDE AMANDINE MALCOLM DAAN VAN LANDEGHEM LUCIA VERBEKE MIEL BISSCHOP PEPIJN GYSELINCK ANGELIKI KOURTESI ROOS STEVENS MICHELE VAN DER EECKEN AMÈLIE VERVENNE MAURIEN DECLERCK HANNE KEYNGNAERT JOKE VERMEYLEN XANTHIPPE PAUWELS(1907-1953)
1/ EIGEN WONING, 1930, GENT
2/ WONING SERBRUYNS, 1930, GENT
3/ WONING PEETERS, 1933-34, DEURNE
4/ WONING VAN HOOGENBEMT-CONTRYN, 1933, MECHELEN
5/ WONING VERMARCKEN, 1937, GENT
6/ WONING DEVOLDER, 1939, GENT
7/ WONING ROMBAUTS, 1934, BOSVOORDE
Analyse in woord en beeld van een woning ontworpen door Gaston Eysselinck.
Onderzoek van ontwerpen uit het oeuvre van Gaston Eysselinck. Binnen de geschiedenis van ‘het nieuwe bouwen’ in België verwierf hij, ondanks zijn eerder bescheiden oeuvre, een belangrijke plaats. Samen met zijn postgebouw voor Oostende wordt zijn eigen woning als exemplarisch gezien. Verder bestaat zijn werk vooral uit compacte, functionele (rij)woningen gebouwd tijdens het interbellum. Ze vormen allen een reflectieve oefening in internationale stijl binnen strenge beperkingen van site en ruimte.
De opdracht koppelt binnen meerdere vakken (RVG/ ART/KIN) een breed spectrum aan onderdelen van de architecturale vorming, zowel ruimtelijk (volume, materiaal en textuur) als grafisch (voorstelling in plan, foto en tekening).
Het ruimtelijk onderzoek voor de geïntegreerde proef focust dit schooljaar op theaters en concertgebouwen.
Als cultuurtempels gevuld met drama en/of muziek vormen deze gebouwen een onmisbare schakel in het culturele leven. Ze stimuleren ontmoetingen en verrijken de samenleving met indrukken, emoties en verwondering. Doorheen de eeuwen zijn ze onmisbaar gebleken als katalysator van beschaving.
Het onderzoek van de antieke theaters spitst zich toe op de manier waarop ze omgaan met of opgaan in het omgevende (stads)landschap. Met name de Griekse theaters werden één met de plek en veruitwendigen bij uitstek de ziel van de plaats, de genius loci. De voorbeelden uit de renaissance focussen zich eerder op het interieur en de nieuwe technische mogelijkheden, terwijl de 20e-eeuwse voorbeelden bij uitstek een geborgen (an)organische ruimtelijkheid proberen te genereren om deze ervaringen te herbergen.
“All the world’s a stage, And all the men and women merely players;...”
(As you like it, act II, scene VII, William Shakespeare)
Ruimtelijk onderzoek naar het ontwerp voor een amfitheater in deze grotto. We ontwikkelen op basis van een (an) organische vormentaal een alternatieve overkapping voor het podium. Het onderzoek spitst zich toe op de specifieke manier waarop dit ontwerp in symbiose treedt met de haar omgevende grotto. Het vormt een afscheiding zonder de waarde van deze ondergrondse wereld geweld aan te doen. De structuur wordt één met de plek en veruitwendigt bij uitstek de ziel van de plaats, de genius loci.
Het onderzoek wordt geëvoceerd in ruimtelijk en grafisch werk, op basis van een gedeeld (0) en zelfgekozen theater- of concertgebouw (1-8).
JEITA GROTTO THEATRE CONCERTGEBOUW, BRUGGE
Gilbert Decouvreur leidde tussen 1977 en 2015 het atelier Ruimtelijke Vormgeving op het Kunsthumaniora Sint-Lucas. Hij verfijnde er over deze bijna 4 decennia zijn pedagogische methode, gebaseerd op de natuur en haar verlengstuk, de menselijke nederzetting.
Via het aanbrengen van architecturale basisconcepten zoals ruimtelijkheid, geborgenheid en massa in vormelijke experimenten binnen een afgebakende ruimte komen de leerlingen er toe om aan de hand van foto’s van (historische) complexe architectuur en cultureel erfgoed via analysetekeningen tot een ruimtelijke voorstelling te komen in de vorm van maquettes.
De boekdelen van het atelier Architecturale Vorming 1977-2015 zijn te bekijken en bestellen via http://nl.blurb.com/bookstore/c-architecture.
Sven Piers volgde vanaf 1991 de middelbare graad architecturale vorming in de Kunstacademie Tielt bij Johan Laethem. In 1999 studeerde hij af als ir.-architect aan de Universiteit Gent.
Na zijn tweejarige architectuurstage in België werkte hij één jaar op een architectenbureau in de Filippijnen (Manila).
Hij begon als leraar op de kunst-humaniora in 2003, waar hij sinds 2008 binnen de derde graad Architecturale Vorming de vakken architecturaal tekenen en CAD geeft.
Stijn Gilbert startte in 1999 zijn architecturale vorming in de kunsthumaniora Sint-Lucas te Gent onder Gilbert Decouvreur. Na zijn architectuurstudies aan de LUCA School of Arts te Brussel behaalde hij in 2005 zijn masterdiploma na een uitwisselingsjaar in Japan (Tokyo & Kyushu University).
Sinds 2010 is hij als leerkracht-architect terug op de kunsthumaniora, waar hij vanaf 2015 in de tweede en derde graad Architecturale Vorming geeft.
De catalogi van het atelier Architecturale Vorming vanaf 2015 zijn te bekijken en bestellen via https://issuu.com/stijngilbert
VORMSTUDIES DOOR DE LEERLINGEN VAN HET 6e JAAR ARCHITECTURALE VORMING OP
KUNSTHUMANIORA SINT-LUCAS, OP BASIS VAN DE PEDAGOGISCHE METHODE ONTWIKKELD DOOR G.DECOUVREUR.
ATELIERBEGELEIDING, OPMAAK & FOTOGRAFIE ARCH. STIJN GILBERT
DANK AAN
KUNSTHUMANIORA SINT-LUCAS voor het artistieke nest
FIEN DEVOS (VONKDESIGN.BE) voor de fotografische expertise GILBERT DECOUVREUR voor zijn visie en mentorschap