BLVRD42

Page 1


HORIZON

LUT DEPOORTERE

SCHILDERKUNST FEMKE DEN HOLLANDER

FOTOGRAFIE

EEN TENTOONSTELLING WAAR DE KUNST VAN FOTOGRAFIE EN AQUAREL FLUISTEREND IN ELKAAR OVERVLOEIEN

ONE DAY WE’LL BE CLOUDS

GALERIE EXPO 18

IJZERSTRAAT 18

OOSTENDE

VERNISSAGE

VR 18/10 VANAF 19U WELKOM OPEN

ZA 19/10 11U-18U

ZO 20/10 11U-18U

VR 25/10 11U-18U

ZA 26/10 11U-18U

ZO 27/10 11U-18U

27/09/24

editie tweeënveertig first seen at cactus café

On the cover:

selfportrait by isaac ponseele

special tnx to Bibliotheek Brugge Cactus Muziekcentrum Cinema

Lumière Concertgebouw Brugge De Republiek

Het Entrepot Howest Jeugddienst Brugge Jong Volk

KAAP Snuffel Stad Brugge TURBO

eindredactie Jordy Vermote

lay-out Faldona Vande Velde · Sanne De Muynck

druk VCP Graphics

BLVRD magazine is een gratis, tweemaandelijks jongerenmagazine. Vorige edities gemist? Lees alle edities op blvrdmagazine.com

team

Alexia Bruijlants · Alexandra Dervenis Arno Degroote Cato Crevits Ellemijn Van Puymbroeck Eva Vandendriessche Isaac Ponseele Jasper Vermeesch Jonathan Veriez Jordy Vermote Kato Dijckmans · Klara

Camerlinck Marjolein Velleman Wannes Van Camp blvrdmagazine www.blvrdmagazine.com

© isaac ponseele

VAN PAPIER SECTORMOMENT

SAMEN CIRCULAIR

Welkom in CACTUS CAFÉ

CAFÉ

op 7 juni werden de terrasdeuren geopend van cactus café, de nieuwe horecazaak binnenin cactus muziekcentrum aan de bargeweg. met als grote troeven het feeërieke dakterras (dankzij tentakel concepts en atelier piraat), een verfijnd aanbod aan drankjes en tapas (met een verhaal) en een muziekkeuze die enkel van de hand van cactus kan zijn, verwelkomen horecamanager eva vandendriessche (25) en haar team al enkele maanden klanten om hen een fijne ervaring te bezorgen. blvrd schoof mee aan tafel en polste bij eva hoe de zomer is verlopen in deze nieuwe hotspot.

tekst: jordy vermote beeld: cato crevits

“we zijn klaar voor meer”

“Ik heb vier jaar gestudeerd en in die tijd zes verschillende studierichtingen gedaan, niet wetende wat of hoe in het leven. Mijn interesses lagen wijdverspreid en ik leerde graag bij, nog steeds, maar studeren was toch niets voor mij”, begint Eva haar verhaal. “Vijf jaar geleden ben ik daar dus mee gestopt en ben ik gaan werken in Otomat. Daar ben ik volledig opengebloeid. Meteen resultaat zien van het werk dat je doet en het sociale contact maakten het supergeestig. Ik heb er ook ontdekt dat avonduren voor mij zijn, zeker in tegenstelling tot de ochtend”.

Gaandeweg liet Eva het gekende studentenleven wat achter zich en ging ze haar capaciteiten ontdekken. “Een klein jaartje later ben ik fulltime beginnen te werken in De Republiek, waar ik nog meer voldoening voelde. Ik heb er nooit het gevoel gehad ‘gewoon’ plateaus door te dragen, voor mij was het veel meer dan dat. Het sociale contact en de verschillende evenementen daar zorgden voor een totaalpakket aan taken en ervaringen”.

Eva ging van zaalmedewerker naar -verantwoordelijke, deed de sociale media van De Republiek… “Allemaal in combinatie met heel goede collega’s en late avonden. Vier dagen per week telkens veertien uren draaien vond ik echt leuk, maar het deed me ook beseffen wat veel werken is. Ik was ook heel ambitieus en wilde nog doorgroeien, maar het plafond leek er wat bereikt”.

Racen naar de opening

Enter Cactus, die eind 2023 een vacature lanceerde om een manager te vinden voor hun caféruimte, die ze als volwaardige horecazaak wilden openen. “Toen ik al had beslist om te stoppen bij De Republiek, kwam de vacature van Cactus. Dat is een tijdje in mijn hoofd blijven zitten, omdat ik niet goed wist of ik dat wel zou aankunnen. Maar door er de hele tijd aan te denken, had ik door dat het exact was wat ik wilde. Een café mogen uitbaten onder de vleugels van een grote organisatie waar ik zelf enorm achter sta, dat leek me een veelzijdige job met heel wat mogelijkheden”.

Na enkele gesprekken en een, volgens Eva, pittige proefdag, kreeg ze de job aangeboden. Begin maart startte de race naar de openingsdag: “Ik ben meteen begonnen met contacten aan te spreken, want naast het interieur moest eigenlijk alles nog beslist worden. Het was een nieuwe ervaring voor mij om met onderhandelingen, contracten en deals om te gaan. Daar stond ik gelukkig niet alleen voor: het horecateam van Cactus Café bestaat uit enkele leden binnenshuis die veel input gaven qua praktische zaken. Ze luisterden ook naar mijn voorstellen en daar gingen we dan mee aan de slag”.

“Het eerste waar ik naar keek bij de selectie in het aanbod, was het lokale aspect. Ik vind dat zeer belangrijk, zowel in drank als eten, dat er een duurzaam verhaal kan verteld worden – wel naast de grote partners waar Cactus al langer afspraken mee heeft”. Eva kreeg een blanco blad om op vele vlakken te gaan invullen: de kaart, het interieur, het terras, etc. Ze tekende zelf uit hoe de zomerbar moest ingevuld worden,

waarna Atelier Piraat (dat ook het interieur van het café en de foyer voor hun rekening nam) daarmee aan de slag ging. Alle houtwerk werd voorzien door Tentakel Concepts, een collectief van Brugse, muziekminnende zelfstandigen: van tuinaanleggers tot schrijnwerkers, die eerder ook voor creatieve injecties zorgden op Cactusfestival”.

“Het was met momenten stresserend omdat sommige zaken maar nipt zouden klaar zijn, maar het is gelukt”. De opening op 7 juni was een succes, heel wat mensen wilden het nieuwe dakterras van Brugge met eigen ogen bewonderen.

De zomervakantie is ondertussen voorbij, dus er kan voor het eerst worden teruggekeken. “We hebben deze zomer vooral afgewacht om te zien hoe het café werkt als commerciële zaak. Op die manier kunnen we zien wat goed liep, maar ook waar er moet aangescherpt worden.

Het moeilijkste was het feit dat het café opende in een kalmere periode: de concertwerking van

Cactus was afgelopen voor dat seizoen, dus de gebruikelijke drukte in het gebouw was er eigenlijk niet”.

“Maar het is wel gelukt. We hebben veel positieve commentaren gekregen van de klanten, over het mooie terras en het gevarieerde aanbod. Als de klanten binnen zitten, valt ook de fotoexpo, momenteel met werk van Alex Vanhee, op. Die plekken aan de muur kunnen we later ook geven aan anderen om hun werk te tonen. Er zit duidelijk veel potentieel in de zaak. De basis is bij deze uitgetest, nu kunnen we op die bevindingen gaan bouwen. Nu bekijken we ook alle pistes wat extra invulling van het café betreft, we zijn klaar voor meer!”.

Tapas met een verhaal

Cactus Café is niet enkel een plek waar je een mooie selectie aan dranken vindt, je kunt er ook een hapje eten. “Ik heb met verschillende mensen in mijn netwerk gepraat over de menukaart, gezien ik zelf niet de grootste keukenprinses ben. Ik wil gerechten brengen met eigenheid, waar

een verhaal achter zit. Iets anders dan een portie nacho’s, om maar iets te noemen”.

“Deze eerste zomer wilde ik gewoon wat kleine dingen op de kaart zetten. Zoals vegan bitterballetjes van CRUSH, of een gesmolten camembert met brood van Painture – lekker en lokaal!” Bij de ontwikkeling van de menukaart is ook ODAS een belangrijke factor. Dit maatwerkbedrijf stelt mensen tewerk die niet meteen hun plekje vinden in de maatschappij.

In het horecagedeelte gaan de medewerkers met aangeleverde recepten aan de slag. “Op een goed georganiseerde manier maken ze het eten klaar, ze doen het in vacuümzakken en bezorgen het ons dan. Op die manier kunnen wij verse producten aanbieden, in samenwerking met ODAS”. In de toekomst wil Eva deze samenwerkingen behouden, terwijl ze de kaart verder wil uitbreiden met meer dan tapas alleen.

Sleutelen

Na de terugblik op een geslaagde zomer, volgt meteen de vooruitblik: “Sowieso wordt er hier en daar wat gesleuteld, zoals aan de kaart, maar ook letterlijk. Het meubilair binnen krijgt een upgrade, waarbij we de huidige meubels gaan recupereren. Stap per stap zorgen we voor die kleine dingen die het voor iedereen nog beter zullen maken”.

Ook voor de concertzaal staat het nieuwe seizoen in de startblokken. “Naar concerten gaan bij Cactus voelt nooit eentonig aan, gezien er telkens weer andere klemtonen worden gelegd. Dat alles in een leuke, laagdrempelige sfeer waarbij op dat moment een handvol medewerkers en vrijwilligers wordt georganiseerd. Sterk dat er altijd weer een mooi programma wordt samengesteld. Ik kijk er enorm naar uit om bij alles eens te kunnen passeren en nieuwe dingen te ontdekken. En daarna ontvangen we de concertgangers met open armen in het café”. Dat is alvast afgesproken.

open op donderdag, vrijdag en zaterdag vanaf 17u cactuscafe.brugge 10

bargeweg 10

HOLLOW COVES

SENSES FAIL + SAVES THE DAY

EQUAL IDIOTS - TRY-OUT

CHANNEL ONE WITH RAS SHERBY + INDICA DUBS MEETS

FORWARD FEVER <DUB REVOLUTION>

KEVIN GARRETT

à O

KOKOKO! + BLACK FLOWER + SUSOBRINO + SICARIA + SARA DZIRI <AMOK>

NEWMOON

E TIENNE DE CR É CY <CLUB CACTUS> BLACKBRAID + LAMP OF MURMUUR + D Ö DSRIT

TRIXIE WHITLEY + JONAS DE KESEL SOLD OUT

ROMPERAYO

GABRIEL R Í OS SOLD OUT

THE MYSTERY LIGHTS

MELTHEADS + MARIA ISKARIOT

ICOON

JOSHUA IDEHEN

ILA

POSTMEN

BABYLON CIRCUSEXTRA SHOW + SOLD OUT

CHANEL BEADS

PORCELAIN ID

CONGRESS + HEAVER

BOHREN & DER CLUB OF GORE

BUTCHER BROWN

BLUAI

RHEA

ADMIRAL FREEBEE SOLD OUT THE DOORS PERFORMED BY ALEX AGNEW

OWEN PALLETT

NOUVELLE VAGUE

COMPACT DISK DUMMIES SOLD OUT REMEMBERED FOR A WHILE - THE DAYS OF NICK DRAKE

AARON BLOMMAERT

THE BONY KING OF NOWHERE + IVY FALLS

NAIMA BOCK

ELMER

RAMONES ALIVE - 50 YEARS RAMONES

DAAN SOLD OUT

JOEP

& MAARTEN VOS – VISION OF CONTENTMENT

als ik de kans krijg om een band live aan het werk te zien voor ik ze interview, grijp ik die kans met beide handen. het is 7 september en ik drink een stella bij house of time. het vorige optreden werd onderbroken omdat er water op de drums kwam door de hevige regen. daarom verplaatste de organisatie alle instrumenten naar het werkatelier. daar staat frontman en gitarist pieter-paul devos, gekend van kapitan korsakov en raketkanon, samen met zijn kameraden klaar tussen de werkbrillen en sintjozefzagen om brugge zijn laatste project ‘no prisoners’ voor te stellen.

Verleerde ruwheid

Vanaf de eerste powerchord is de toon gezet. De ruwe klanken kaatsen hard tegen de muren van het atelier en doen hamers daveren op het hout. Terwijl ik de muzikanten aan het werk zie, lijkt het alsof ik een undergroundoptreden van Rage Against The Machine in hun jonge jaren meemaak. De energie tussen Pieter-Paul en zijn kompanen doet me dan weer denken aan de old-school Red Hot Chili Peppers. Bruisend van energie en verdomd goede muzikanten.

“We zijn niet old-school, maar iedereen lijkt het verleerd te zijn”, legt drummer Pieter De Wilde me na het optreden uit. “Tegenwoordig focust iedereen er zo hard op dat alles juist moet zijn, terwijl wij gewoon focussen op de energie die we hebben terwijl we samen muziek spelen.” Frontman Pieter-Paul voegt eraan toe: “We zijn levenslange vrienden die elkaar creatief en artistiek kunnen vinden.” Waarop basgitarist Leander Van Het Groenewoud ten slotte concludeert: “Andere vrienden gaan voetballen, wij spelen samen muziek.”

tekst: jasper vermeesch beeld: cato crevits 12

NO PRISONERS

“we

betrekken steeds het publiek bij onze optredens, we willen samen met hen onze muziek beleven."

De passie is duidelijk en de vriendschap spat ervan af. De dynamiek tussen de sympathieke karakters klopt gewoon: een doordachte frontman die diepgang brengt, een powerdrummer die rechtdoor gaat en een geleerde bassist die elke toon perfectioneert, trouwens ook met sterke backing vocals. Ik ben fan van No Prisoners en raad iedereen aan hen live aan het werk te zien. Ze spelen op 18 oktober terug in Brugge, in Snuffel.

Groepsdynamiek

Tijdens het optreden vraagt mijn vriendin of de band covers speelt of hun eigen muziek. Terwijl ze de vraag stelt, speelt het trio net ‘Video Will Play After Ad’ van hun ep ‘Watch Your Eyes’. Ik schreeuw dus vol overtuiging mijn antwoord boven de harde klanken: “Hun eigen muziek!” Net na mijn antwoord kondigt Pieter-Paul aan: “Dit waren allemaal covers, nu is het tijd voor onze eigen muziek”, waarna ze een soort punkversie van ‘Smoke On The Water’ spelen. De verwarde blik van mijn vriendin maakt duidelijk dat ze de mop niet snapt en ik geef eerlijk toe, ik ben ook wat in de war.

“Ja, we lachen wel graag … Je moet ons niet te serieus nemen.” vertelt Pieter-Paul. Gelukkig maar, want tijdens het optreden moedigt hij het publiek meerdere malen aan om hun botten te breken. “We betrekken steeds het publiek bij onze optredens, we willen samen met hen onze muziek beleven, dan sta ik tussen de mensen of zit ik te crowdsurfen.” Ook deze avond voel ik de verbinding tussen de bandleden en het publiek in het intieme atelier waarin we samen headbangen.

Dit is punk

Als voorbereiding op het interview heb ik hun ep op Spotify beluisterd, maar deze avond herken ik het meeste van hun muziek niet en het klinkt ook allemaal een stuk heviger dan ik verwachtte.

“We speelden nieuwe muziek van ons eerste album dat binnenkort uitkomt.” Een exacte datum hebben ze nog niet, maar we zullen er niet te lang meer op moeten wachten.

Terwijl hun ep vibes heeft van King Gizzard and The Lizard Wizard gemengd met een touch van Tame Impala, is het duidelijk dat het nieuwe werk de punkrockenergie van de jaren 70 en 80 omarmt waarmee ze zijn opgegroeid. Muziek waar je op moet bewegen.

Trouwens, ik raad iedereen aan om het huidige repertoire van No Prisoners te beluisteren. ‘Watch Your Eyes’ is gevuld met toegankelijke muziek met poëtische teksten over de moderne maatschappij, zoals feminisme en digitalisering. “De reden dat de muziek over zo’n moderne onderwerpen gaat, is omdat het vol beeldspraken zit die nog niet gebruikt zijn”, vertelt Pieter-Paul. “Zijn teksten zijn de basis voor onze muziek”, ondersteunt drummer Pieter.

snuffel.be thenoprisoners 16

Raketkanon en Kapitan Korsakov Het Pieterduo speelde al samen in hun vroegere project Raketkanon. “Deze keer is er tekst, bij Raketkanon waren er enkel klanken … En deze keer is het toch wel echt punkrock, eerder Korsakov dan Raketkanon.”

Bij de vraag wat de oorsprong is van hun bandnaam ‘No Prisoners’, begint Pieter-Paul te zoeken naar woorden. Drummer Pieter komt tussen: “Misschien dat we dat beter niet vertellen”, waarna Pieter-Paul onmiddellijk akkoord gaat. Het vleugje mysterie siert de band.

Bij deze nodig ik iedereen uit om al het huidige (en vroegere) werk van Pieter-Paul en co. op te zoeken online, maar vooral: ga ze op 18 oktober GRATIS gaan bekijken in Snuffel, je zal het je niet beklagen.

Kleine gelukjes

© ward verhoustraete

audrey van den bogaerde is 24 jaar en studeerde vorig jaar af als masterstudent meertalige communicatie engels, spaans en nederlands. net zoals ada, het hoofdpersonage in audreys eerste boek ‘kleine gelukjes’ dat deze zomer op de planken kwam. momenteel werkt ze in bibliotheek biekorf in brugge als educatief medewerker. ze werkt er met jongeren en doet alles rond leesbevordering voor secundair onderwijs. ook werkt ze mee aan verschillende projecten zoals ‘de leesjury’ en richtte ze op haar 15e een leesclub op in de brugse boekhandel die vandaag nog altijd standhoudt.

‘Kleine gelukjes’

Het boek ‘Kleine gelukjes’ is er eentje dat voor heel wat eerstejaarsstudenten in het hoger onderwijs veel kan betekenen. Het verhaal neemt je mee in het leven van de West-Vlaamse Ada, een meisje waarvan haar tijd in de middelbare school niet zonder obstakels was. Ze staat te popelen om haar plekje in de wereld te vinden. Tijdens haar avontuur in de studentenstad Gent kruisen heel wat nieuwe mensen haar pad. Haar passie voor boeken zorgt ervoor dat ze haar eigen leesclub begint en ook sluipt liefde stilletjes aan haar hartje binnen. Je wordt meegenomen in de rommel die het studentenleven soms kan zijn en voelt, door Audreys doordachte manier van zinnen vormen, elke emotie die in het verhaal voorkomt alsof ze eigen zijn. Het boek is perfect voor zij die vergeten zijn hoe het studentenleven was of nog moeten ontdekken wat het zal zijn.

Heb je zelf altijd een passie gehad voor lezen?

Audrey: “Eigenlijk vond ik lezen echt niet leuk toen ik klein was. Je kon me enkel verleiden met strips zoals Kiekeboe. Mijn liefde voor lezen kwam pas toen ik in het vijfde of zesde leerjaar de Twilight-films begon te kijken. Ik had toen alle films gezien en wilde weten wat erna gebeurde, dus las ik de boeken die mijn moeder toevallig in de kast had staan. Zo ben ik steeds meer beginnen lezen, heb ik andere boeken ontdekt en is mijn liefde ervoor gegroeid. Na een tijdje was ik dan echt wel verslaafd, ik las gemakkelijk een boek per week. Nu is dat wel verminderd, dit jaar heb ik een twintigtal boeken gelezen.”

"het boek focust niet op de coming-out, maar eerder op de weg die je aflegt en de vragen die je jezelf stelt."

Wanneer heb je voor jezelf beslist: oké, nu ga ik een boek schrijven?

“Sinds ik 15 was had ik een blog waar ik zeer veel schreef, voornamelijk non-fictie en recensies. In het middelbaar moest ik ook af en toe kortverhalen schrijven, wat ik heel leuk vond.

De wervelwind van emoties, zowel goede als slechte, die tijdens mijn eerste jaar aan de universiteit kwam aanwaaien was de aanleiding naar mijn eigen boek schrijven. Ik voelde dat er iets in mij zat en dat moest er op een bepaalde manier uit. Ik zag één scène heel goed voor me en ben die dan beginnen opschrijven. Die scène werd uiteindelijk het eerste hoofdstuk van mijn verhaal, dat na heel wat aanpassingen eigenlijk geen deel meer uitmaakt van het boek. Ik heb er drie jaar over gedaan om die eerste versie af te werken, door studeren en sociaal leven. Het verhaal is altijd blijven hangen en ik wou aan mezelf bewijzen dat ik het kon. Het was een bucketlist-ding, ik wou mijn eigen boek schrijven.”

Is het verhaal dat je geschreven hebt gebaseerd op eigen ervaringen?

“Het is geen autobiografisch boek, niet alles is uit mijn leven geplukt. Er is wel veel geïnspireerd op emoties die ik zelf heb ervaren en vorm probeerde te geven in mijn verhaal. Een voorbeeld daarvan is de eerste overweldigende week aan de universiteit die Ada meemaakt, de anticipatie naar het moment waarop je voor de eerste keer die nieuwe school binnenstapt of wanneer je de weg moet vinden in een stad die je totaal niet kent. Ik kan me precies herinneren hoe dat voor mij voelde.”

Er komen bepaalde thema’s aan bod zoals eenzaamheid, homofobie, eerste liefde, etc. Zijn dit thema’s die je zelf belangrijk vond om uit te lichten?

“Ik vind het zelf belangrijk dat een verhaal niet focust op één bepaald iets. We zijn allemaal mensen en hebben allemaal zo veel dingen die op hetzelfde moment gaande zijn in ons leven, dat het wel eens te veel kan worden. Zoals je op de kaft kan lezen wordt er verwacht dat studeren de beste tijd van je leven is, maar in die tijd schuilen ook dieptepunten die soms wel eens vergeten worden. Als je die dieptepunten aan

© jonathan veriez

het beleven bent, bijvoorbeeld eenzaamheid, vind je soms moeilijk steun en wordt daar vrij weinig over gepraat. Veel mensen weten ook niet dat het een queer boek is, omdat het zeer subtiel is aangeduid. Ik heb er bewust voor gekozen om het braaf te houden, om die eerste momenten van elkaar leren kennen ook aan te duiden met de onzekerheden die daarbij komen kijken. Het boek focust niet op de coming-out, maar eerder op de weg die je aflegt en de vragen die je jezelf stelt. Ik wou tonen dat het oké is om de zoektocht naar je seksuele geaardheid organisch te laten groeien en dat je jezelf geen druk moet opleggen om meteen te weten wie je bent of op wie je valt.”

Hoe zie jij de toekomst?

“Ik ben van plan om nog te schrijven. Ik heb zeker nog twee goede ideeën voor boeken, maar het is een kwestie van tijd vinden. Ik heb er vijf jaar over gedaan om van eerste zin naar afgewerkt boek te gaan en de afgewerkte versie is versie acht, al denk dat het nu misschien wel wat sneller zal gaan nadat ik wat oefening gehad heb.”

je koopt het boek ‘kleine gelukjes‘ o.a. in de brugse boekhandel voor € 18,99.

we geven een gesigneerd exemplaar van dit boek weg aan een trouwe blvrd-lezer! stuur een mailtje met jouw naam & adres naar sanne@blvrd be en wie weet zit het binnenkort bij jou in de bus!

tekst: marjolein velleman

© ward verhoustraete

VANAF 30/10

10 tickets voor 85 euro

Ga naar een film in Lumière Brugge en geniet van korting met de tienrittenkaart

TROOSTBAAR

verlies en rouwen zijn een universeel gebeuren: ze maken deel uit van ons leven als stervelingen. hoewel het rouwen ontzettend zwaar kan zijn, kan de troost van anderen het rouwproces verlichten. zo voelt samen rouwen voor velen verbindend aan, en wordt er troost gevonden in het delen van het verlies. de liefde die je hebt voor de persoon, die nu niet meer tot (fysieke) uiting kan komen, geeft je misschien zelfs inspiratie om verder met de rouw aan de slag te gaan. dat was het geval voor charlotte verrecas, die zelf nog niet zo lang geleden met een verschrikkelijk verlies geconfronteerd werd. haar persoonlijke rouwproces bracht haar op het idee om een webshop met troostcadeautjes op te starten. nu wordt hier een vervolg aan gebreid in de vorm van de nieuwe koffiebar ‘troostbaar‘: een safe space waar iedereen welkom is voor een babbel en een knuffel, met een koffie (of een ander drankje) in de hand. “mijn grote missie is om mensen bewust te maken van de kracht van troost. ik wil anderen inspireren om te durven troosten.”

Knuffelkaartjes

Vier jaar geleden, tijdens de covidperiode, verloor Charlotte haar jongere broer Sander aan een hersentumor. “Er mochten maar 100 mensen op zijn afscheid zijn, wat op zich redelijk veel was. Maar dat was een jonge kerel van 35 jaar, en wij hebben een supergrote familie, dus we moesten zoeken wie er kon komen en wie niet. Dan hebben we het jaar erop, in juni, met de familie beslist om een vzw op te starten, ‘TeamSander.’ Aangezien wandelen wel mocht, hebben we toen een wandeltocht gedaan van 70 km, met als eindpunt Knokke-Heist. De bedoeling was dan eigenlijk dat elke deelnemer geld ophaalde als sponsoring. We hebben uiteindelijk 25 000 euro opgehaald voor ‘De Vlinder’, de palliatieve dienst in Brugge waar hij gestorven is.” Aangezien Charlotte al vaak beroep had moeten doen op mensen, wou ze niet nogmaals om geld vragen. “Daarom had ik zoiets van: ik ga iets maken en verkopen. Toen heb ik kaartjes gemaakt: dat waren tekeningen van foto’s van op zijn afscheid. Tijdens corona mocht er niet geknuffeld worden, maar het was onmogelijk om niet te knuffelen.

Dat zijn 5 of 6 knuffelkaartjes, waarop je echt verdriet en echte knuffels ziet. Ik heb er toen superveel van verkocht, en veel mooie reacties op gekregen: dat de kaartjes mensen echt hebben geraakt.”

Herkenning en erkenning

Hierna is ze zich beginnen interesseren in troost, wat uitmondde in vele gesprekken bij haar thuis. Hoewel Charlotte wel wist wat troost voor haar betekende, was ze ook geïnteresseerd in wat het voor iemand anders kan betekenen. “De troostgesprekken waren niet alleen voor mensen die iemand verloren hadden, maar ook voor mensen die bijvoorbeeld in een burn-out hadden gezeten. Kortom, alle redenen waarom je troost zou kunnen nodig hebben. Wat ik hieruit gehaald heb, is dat er heel veel mensen zijn die,

als ze iets erg hebben meegemaakt, het gevoel hebben dat andere mensen hen uit de weg gaan en ontwijken. Er zijn wel heel veel mensen die willen troosten, of die willen helpen, maar die bang zijn om het verkeerde te zeggen (of te doen) en dan vervolgens niets doen. Als ik dan vroeg aan mensen welk gevoel ze kregen bij het feit dat anderen hen uit de weg gingen, was dat vooral dat ze zich nog eenzamer voelden. Mensen doen eigenlijk voor goed, omdat ze denken dat ze de ander zullen kwetsen door erover te beginnen, maar net door er niet over te praten wordt het allemaal eigenlijk een beetje erger.”

Durven troosten is hier volgens Charlotte de boodschap. “Durven is daarin heel belangrijk, omdat het zo belangrijk is om iets te geven aan iemand of om een klein berichtje te sturen. Dat kan voor de persoon een kleine opening zijn om toch hulp te durven vragen. Toen mijn broer gestorven is bijvoorbeeld, stond een vriendin uit Brussel opeens voor de deur met een hele stapel pannenkoeken die ze bij haar mama had gemaakt. Ze zei toen: ‘Kijk, ik ga niet blijven, ik wou dit gewoon eventjes komen brengen.’

Da’s ook al goed, je hebt niet altijd nood om met iemand te babbelen dus da’s heel fijn dat iemand zonder de verwachting van een gesprek komt. Dat heeft mij veel deugd gedaan, maar dat zorgde er voor mij ook voor dat er een kleine opening was om naar haar te bellen, als ik mij bijvoorbeeld heel verdrietig voelde. Dus ik denk dat je even de ongemakkelijkheid van je weg moet duwen, en toch moet gaan praten. Desnoods zeg je: ‘Amai ik weet echt even niet wat ik moet zeggen, ik vind het zo erg voor jou.’ En dat is genoeg, voor de rest moet je eigenlijk gewoon luisteren. Of zelfs gewoon zeggen: 'Kijk, ik kom bij jou zitten, maar je hoeft niets te zeggen als je dat niet wil.' Dat kan eventjes awkward zijn in het begin, maar het is eigenlijk nog veel moeilijker voor die persoon als er niemand komt.”

De troostgesprekken deden haar ook beseffen dat mensen die rouwen vooral nood hebben aan herkenning én erkenning van hun verlies en verdriet. “De erkenning dat jouw pijn en verdriet bestaan. Maar herkenning is ook gewoon supertroostend: dat je niet alleen bent, dat nog mensen hetzelfde meemaken. Da’s één van de dingen die ik echt heb geleerd, als iemand verdrietig is. Als mijn kinderen verdrietig zijn, bijvoorbeeld als mijn dochter gevallen is, heb ik echt geleerd dat je niet moet zeggen dat het ‘goed is, shhh.’ Dat je gewoon even moet luisteren naar wat er is. En da’s niet makkelijk, luisteren zonder direct te zeggen dat ‘je misschien eens dit of dat moet proberen.’

Soms hebben mensen er gewoon nood aan dat je eens luistert. Je hoeft daarom niet al hun verdriet op je te nemen, maar gewoon van ‘amai, dat moet echt heel erg zijn voor jou. Wat er nu gebeurd is, is echt niet chic.’”

Droom

Charlotte haalde niet alleen troost uit attenties van haar omgeving, maar ook uit haar creativiteit. “Ik merkte dat, als ik bijvoorbeeld in de zetel zat, ik heel snel in mijn hoofd kroop. Dan begon ik te panikeren, omdat ik een grote familie heb en nog veel mensen ga verliezen. Ik weet nu hoeveel pijn het doet om iemand te verliezen. Ik ben ook een hele tijd naar een psycholoog geweest, en zij zei dan dat het normaal is om te panikeren, maar dat je op zo’n moment uit je hoofd moet komen. Ik merk als ik bijvoorbeeld kaarsen aan het maken ben, dat ik moet opletten met wat ik doe, wat ervoor zorgt dat mijn hoofd met iets anders bezig is. Als ik niet oplet, dan valt er een mal om en ligt er bijvoorbeeld overal kaarsenvet. Je moet goed opletten met wat je doet, waardoor er terug ruimte is in jouw hoofd en het piekeren voorbijgaat. Voor mij is dat superbelangrijk, en ik denk dat heel wat mensen daar deugd van zouden hebben. Natuurlijk is niet iedereen creatief bezig, maar het kan ook op een andere manier. Bijvoorbeeld als je gaat wandelen is dat hetzelfde, dan zie je opeens een blad dat naar beneden dwarrelt. Je let de hele tijd op dingen, waardoor je opeens uit jouw hoofd geraakt.”

Na de troostgesprekken begon Charlotte een webshop vol troostcadeau’s, die de toepasselijke naam ‘Pakje Troost’ kreeg. “Mijn eigen kaarsen verkopen het best: een knuffelkaars en een troostkaars. Dan kwam mijn 5-jarenplan: ik wou graag zo’n bar starten.

Ergens in februari van dit jaar heb ik gedroomd dat ik dat ging doen. In mijn droom heette het ook de Troostbaar. Eenmaal het echt in mijn hoofd zit, kan ik niet meer op andere ideeën komen. Vervolgens ben ik beginnen rondkijken en ben ik per toeval op het pand in de Langestraat gekomen. Dit stond nog niet online te huur, en ik heb heel veel geluk gehad dat ik het heb kunnen krijgen.”

Kaarsenatelier

In de koffiebar zal er niet enkel koffie worden gedronken. Charlotte zal er elke ochten kaarsen maken, gezien de webshop ook blijft bestaan, en klanten zullen dat maandelijk ook kunnen doen. “Er zullen workshops en informatieen inspiratieavonden op maandelijkse basis worden gegeven. De workshops zullen wel uit max. 10 personen bestaan, en iedereen maakt elk twee kaarsen. Eén kaars voor zichzelf en één om te geven aan iemand die het moeilijk heeft. In het midden zal ook een pot met vragen

staan, waar af en toe een vraag uit getrokken zal worden. Bijvoorbeeld: ‘W"at is de naam van de persoon die jij momenteel heel hard mist?’ Ik heb de workshops al een paar keer gegeven, en die zijn supermooi omdat het zo intiem is wat je met elkaar deelt, maar ook omdat die herkenning en erkenning er zijn. De workshop duurt 3 uur: aan het begin zijn dat allemaal mensen die elkaar niet kennen en dan gaan ze weg, en geeft iedereen een knuffel aan elkaar. Iedereen weet dat we allemaal door dezelfde soort verlies zijn gegaan, dus die herkenning en erkenning betekenen gewoon heel veel”.

Al wie in de Troostbaar langskomt, zal ongetwijfeld niet naast de hoek vol stenen kunnen kijken. “Ik heb achter de bar een doosje met stiften liggen en mensen mogen, als ze dat wensen, een steen uitkiezen uit de patio en dan de naam van de persoon of een tekening op de steen zetten en deze vervolgens terugleggen. Nu liggen er al heel wat namen, maar het zou tof zijn als het nog voller geraakt. Het is echt enorm ontroerend om al die namen te zien, als je weet dat het personen zijn die gemist worden. Ook voor de persoon die de naam opschrijft, is dat iets wat heel troostend kan zijn. Als iemand gestorven is, hoor je de naam ook minder en minder. Mensen durven de naam ook niet altijd uitspreken, omdat ze denken dat ze de persoon verdrietiger zullen maken. Er zijn ook mensen die dat liever niet hebben, hé.

Maar wat ik al van heel veel mensen heb gehoord, is dat ze net graag hebben dat je begint over die persoon en hun naam uitspreekt, want dan is hij nog niet vergeten.”

De tranen de vrije loop laten

Eén van haar doelstellingen is dat er een mooie synergie is tussen de koffiebar en de winkel. “Dat mensen in de koffiebar binnenkomen om een koffietje te drinken en dat ze zien dat we dingen verkopen. Dat ze door die dingen te zien moeten denken aan iemand, erover beginnen te praten en het op die manier bespreekbaarder wordt. Want, ook al is er al heel veel veranderd de afgelopen jaren, er blijft toch een taboe rond bestaan.

Sommigen praten gewoon echt niet graag over verdriet, terwijl dat niet altijd superzwaar moet zijn. Maar ik denk dat verbinding heel belangrijk is daarvoor.”

Ook wil ze een ruimte bieden voor tranen. “Ik zou het heel fijn vinden als mensen hier durven wenen. Niet dat ik graag heb dat mensen wenen, maar dat ze zich duidelijk veilig genoeg voelen om dat hier te durven wanneer ze met elkaar babbelen. Er is hier al geweend, maar dat waren dan vooral vriendinnen. Maar dat het dus ook om mensen gaat die ik niet ken. Het is daarnaast ook belangrijk dat ik ervan kan leven. De job die ik 15 jaar heb uitgeoefend, heb ik hiervoor opgegeven. Het is allemaal met heel idyllische gedachten, maar het moet natuurlijk ook draaien. Als zou blijken dat de verdienmodellen die ik in mijn hoofd heb zouden werken, en ik er geld mee kan verdienen en als er verbinding is tussen mensen, dan is dat zoals ik het wil.”

En wat staat er nu allemaal op het menu?

“We bieden een vijftal koffies aan, meer bepaald de Dees koffie van Wilco. Er staan ook lekkere theetjes van Coeur Tisane op het menu, die ook in de webshop verkocht worden. Veerle (van Coeur Tisane, red.) maakt de mengeling zelf: één van de theetjes had ze gemaakt voor mijn veertigste verjaardag. Ik had aan alle mensen die ik op mijn verjaardagsbrunch had uitgenodigd, gevraagd om een wens voor mij door te sturen naar Veerle, die op basis van al die wensen een theemengeling heeft gemaakt. Alle kruiden hebben ook verschillende medicinale effecten. Er is bijvoorbeeld een thee met de naam ‘Als het wachten te lang duurt’ of ‘Als je het vertrouwen mist.’ Er zitten kruiden in die helpen met jouw zelfvertrouwen bijvoorbeeld. Alle theemengelingen zijn gemaakt met een bepaalde intentie. Ik heb de mengelingen uitgekozen die het beste passen bij mijn concept.”

“Verder heb ik ook limonades uitgekozen van Lemonaid, omdat dit eerlijke limonade is. De opbrengsten gaan ook naar goede doelen. Ik heb wel gewoon Coca-Cola, omdat ik andere cola’s echt niet lekker vind. Voor de rest heb ik bij alles geprobeerd om niet de typische drankjes te kiezen. Naar eten toe is er elke dag soep en brood. Dit wordt door mijn schoonmoeder gemaakt, dus dat is soep van moemoe. Er is ook nog taart van Zoets, ik probeer altijd twee verschillende taarten te doen. En er zijn ijsjes van Gelato Queen in Oostkamp.” Voor ieder wat wils dus!

Kleine attenties Of Charlotte als laatste nog iets wil delen waar ze zelf veel troost uit heeft gehaald? Zeker en vast. “Ik heb veel troost gehaald uit boeken, vooral uit de boeken van Uus Knops. Zij is psychiater en werkt vooral rond rouw, en heeft een heleboel heel mooie boeken. Ook het boek ‘Wil je met me rouwen?’ van Goedele Sannen, die haar man onverwachts verloor, heeft me heel hard geraakt. Haar rouw en haar boosheid waren heel rauw. De herkenning vond ik erin terug. Uiteraard waren er nog heel veel andere dingen zoals de pannenkoeken, de vriendin met ovenschotel, veel berichtjes en veel kaartjes in de bus. Een vriendin uit Londen die bloemen heeft laten brengen. Alle kleine attenties die tonen dat ze weten dat ik verdriet heb en dat ze me graag een knuffel zouden geven. Dat is voor mij ontzettend troostend, dat ik weet dat ze er zijn en dat ik niet alleen ben.”

langestraat 129 open van dinsdag t.e.m. zaterdag, van 12h tot 18h

troostbaar

tekst: alexia bruijlants beeld: wannes van camp

een man met een camera en een missie

ISAAC PONSEELE

wie actief is in het brugse uitgaansleven of villa bota frequenteert, zal hem zonder twijfel kennen. isaac ponseele legde al menig event scherp, maar met een zekere nonchalance vast. zijn foto’s zijn krachtige beelden die je doen wensen dat je erbij was. hoe hij het doet, weet hij zelf ook niet precies. hij deed alvast een poging zichzelf en zijn werk onder woorden te brengen in het gesprek dat we hadden. zijn verrassende antwoorden dragen bij aan z’n charme.

tekst: kato dijckmans beeld: isaac ponseele

PONSEELE

Isaac, wie is de man achter de camera?

“Wat een vraag! Ik ben Isaac Ponseele, 26 jaar oud. Ik ben freelancefotograaf en een heel klein beetje videograaf. Ik doe voornamelijk fotografie binnen de muziek-, event- en corporate sector. Events, festivals, concerten, dat soort dingen.”

Waar is het voor jou allemaal begonnen?

“Toen ik tien jaar was, heeft mijn oma mij een point-and-shootcamera cadeau gedaan. Dat was mijn eerste aanraking met fotografie. Ik gebruikte het cameraatje toen voornamelijk om Lego-stopmotionfilmpjes mee te maken. Met ouder te worden heb ik dat links laten liggen. Het is eigenlijk meer door foto’s te maken met mijn smartphone

dat ik verliefd ben geworden op fotografie. Die gingen echter snel stuk – omdat ik ze vaak liet vallen – en ik heb er uiteindelijk voor gekozen een echte camera te kopen, in plaats van een nieuwe en dure smartphone. Met een goedkoop instapmodelletje ben ik aan de slag gegaan!”

Waar ben je momenteel mee bezig?

“De zomer is nu op zijn einde gelopen en dat zijn eigenlijk mijn drukste maanden. Ik heb deze zomer een aantal festivals meegelopen, waaronder Les Ardentes, WECANDANCE, Paradise City, Tomorrowland, en tussendoor ook met Oscar and The Wolf mee op tour geweest. Dat was best crazy!”

Zou je dat je grootste flex noemen?

“Flex is een groot woord! Het is wel cool dat ik voor een artiest van dat kaliber binnen de Belgische muziekwereld mocht meedraaien, dat ik het vertrouwen heb gekregen van hem en zijn team. Ik ben daar wel erg trots op. De vraag kwam ook heel onverwachts. Plots werd ik opgebeld door iemand uit het team van Oscar and the Wolf. Toen is de bal beginnen rollen. Na dat eerste telefoongesprek heb ik uit blijdschap keihard staan springen. Ik heb twee shows meegedraaid als test, om te zien of het zou klikken. Uiteindelijk waren ze erg tevreden over mijn werk. Daarna mocht ik nog twee data meelopen. Voor de andere data was ik jammer genoeg al geboekt. Die vier optredens waren genoeg om mooie beelden op te leveren waar ik erg trots op ben. Volgend jaar staat hij twee keer in het Sportpaleis en wie weet mag ik opnieuw mee. Dat zou alweer een nieuwe mijlpaal zijn.”

Wat is je voornaamste drijfveer? Waar komen die grote ambities vandaan?

“De reden waarom ik sta waar ik sta, is volgens mij het feit dat ik heel erg gepassioneerd ben door het medium fotografie. Al vanaf het begin, met die eerste camera, ben ik het medium gaan onderzoeken. Ik wilde weten hoe alles in elkaar zat: hoe kan ik ISO, diafragma en sluitertijd manipuleren? Welke lenzen kan ik gebruiken? Hoe kan ik mijn beelden op een bepaalde manier bewerken? De drive is er altijd geweest. Ik wilde steeds meer en beter. Gelukkig had ik een vriend die rond dezelfde tijd met fotografie was begonnen. We leerden en pushten elkaar om het beter te doen. Ik ging op zoek naar manieren om de beelden te maken die ik in m’n hoofd had. Daarnaast was fotografie voor mij als tiener ook een manier om de wereld beter te begrijpen en in zekere zin te gaan structureren. Ik ging vaak alleen met de fiets op pad om in en rond mijn dorp beelden te maken. Dat gaf, en geeft, nog steeds een zekere rust, gewoon ik op pad met een camera. Bijvoorbeeld: op onze honderd-dagen was er een fotograaf aanwezig en vrienden van mij gingen diezelfde persoon boeken voor een feest. Ik heb toen mezelf aangeboden, voor een pak koeken, omdat ik waarschijnlijk hetzelfde kon als wat die man deed.”

"vergeet de camera en hou je bezig met wat en hoe je iets in beeld brengt."

Je hebt dus vooral geleerd uit de mensen rond je. Zijn er grotere, bekendere fotografen waar je naar opkijkt?

“Het is vooral via YouTube dat ik over de techniek heb geleerd en een zekere basis aan kennis heb aangelegd. Je moet er natuurlijk de “bullshit” uitfilteren. Het was daarom extra handig om samen met iemand anders de fotografiewereld te verkennen. De inspiratie kwam initieel door het eindeloos scrollen op Instagram. Het blijft natuurlijk Instagram waarbij de beeldstijl naar één kant uitgaat en ik voelde daar een zeker gemis in. Om die reden heb ik dan beslist om na mijn studies audiovisual design aan de Artevelde Hogeschool te beginnen aan een opleiding fotografie aan KASK. Daar ben ik voor het eerst in aanraking gekomen met “echte” fotografie.

Van de grote namen zijn er drie die mij altijd bijgebleven zijn, die ook heel sterk bij elkaar aanleunen: Stephen Shore, Alec Soth en Joel Sternfeld. Die laatste twee leunen zeker dicht bij elkaar aan, want Alec Soth was leerling van Joel Sternfeld.”

Welke stijl is dat voornamelijk?

“Dat is Amerikaanse roadtrip fotografie, maar dat hebben ze elk op hun eigen manier ingevuld. Er is veel met technische camera’s gewerkt, oudere toestellen waar je nog met één sheet moet werken. Het is een erg trage manier van fotograferen, maar door de grote negatieven zijn de beelden gedetailleerder. Ik werk niet met een technische camera, maar de beelden die het bij hen opleverden, zijn erg impressionant. Stephen Shore heeft bijvoorbeeld een grote

reeks gemaakt, American Surfaces, waarbij hij onderzocht hoe wij dingen écht zien. Dingen met een camera kadreren is niet 100% representatief. Meestal staat het onderwerp waar wij naar kijken centraal in beeld. Hij is dan met zijn camera gaan “kijken”, alsof het een menselijk oog is. Het is erg snapshotmatig. Erg oninteressante onderwerpen ook, zijn eten, de hotelkamer, het toilet, etc. Het is bijna saai, maar die manier van denken is erg interessant. Aan de andere kant blijven die beelden ook wel rechtstaan. Het was ook een van de eerste vormen van kleurfotografie die in de kunstwereld werd binnengebracht. Joel Sternfeld heeft met zijn reeks American Prospects een beetje op dezelfde manier gewerkt. Ook met een technische camera een roadtrip door Amerika gemaakt, maar bij hem zit er meer humor in. Alec Soth ligt in het verlengde daarvan, maar gaat eerder de poëtische richting uit.”

Je hebt fotografie gestudeerd aan het KASK, maar eigenlijk was je voordien al bezig met op jezelf technische zaken uit te zoeken op vlak van fotografie. Hoe verhoudt de theorie zich ten opzichte van de praktijk?

“Op het KASK focussen ze het eerste jaar erg hard op het technische. Ik dacht dat ik al erg streng was op mezelf, maar eigenlijk heeft dat eerste jaar ervoor gezorgd dat ik een betere fotograaf ben geworden. Ik ben nog kritischer naar dingen gaan kijken. Theorie en praktijk waren niet echt van elkaar te onderscheiden in die zin. Het technische leer je ook deels uit de praktijk. Daarbij, je kunt nog zo goed je theorie kennen en goed weten wat diafragma en sluitertijd is, maar fotografie blijft volgens mij een groot deel gevoelsmatig en intuïtief. Er zijn bepaalde regels die je kunt volgen, maar als je geen goede smaak hebt, dan werkt het niet.”

Je freelance werk wijkt daar wel wat van af. Het steunt voornamelijk op vier pilaren: festival, concert, corporate en portret. Dat zijn veel verschillende manieren van fotograferen.

“But I want to be able to do it all! De portretten die ik maak zijn meestal voor artiesten of bands. De corporate opdrachten zijn omdat er brood op de plank moet komen. Dat zijn niet altijd de meest spannende opdrachten, maar ik ben ook dankbaar voor zulke boekingen. Je weet heel vaak goed waar je aan toe bent. Bij concerten en festivals komt er al meer creativiteit en interpretatie bij kijken. Eigenlijk ben ik wel blij dat ik die twee vormen naast elkaar kan doen. Het moet niet altijd high stakes of mega stressvol zijn.”

Is stress het minst leuke aan je werk?

“Ja, maar na deze zomer kan ik zeggen dat het gebrek aan slaap ook z’n tol eist. Bij festivals lig ik vaak pas om 3u in bed. Vooral bij grote optredens zoals Oscar and the Wolf. Dat klinkt raar want meestal is dat maar een optreden van een uur of anderhalf uur, maar dan kwam ik toch pas om 4u of 5u ’s nachts terug thuis. Dan volgende dag moeten er meestal al beelden aangeleverd worden, dus sta ik rond 10u alweer op om verder te werken. De stress die erbij komt kijken kan meerdere vormen aannemen. Het kan stress zijn voor een show die je moet fotograferen of dat kan de stress zijn van “ga ik genoeg opdrachten hebben?”. Ik denk dat vooral dat het wat eng maakt. Zeker nu de zomer gedaan is, voel ik die onzekerheden terug opkomen.”

Langs de andere kant is dat waarschijnlijk ook het leukste, die vrijheid?

“Ja, de vrijheid! Als pas afgestudeerde had ik twee opties: ofwel zocht ik een job en deed ik freelancewerk in bijberoep, ofwel waagde ik de sprong en ging ik meteen in hoofdberoep. Ik heb toen eventjes de arbeidsmarkt wat in de gaten gehouden en voor enkele jobs gesolliciteerd, maar ik merkte dat ik echt niet gelukkig werd van het idee te werken voor een baas en zo een heleboel vrijheden te verliezen. Ik had mijn carrière tijdens mijn studies misschien al een stuk serieuzer kunnen nemen, dan ging die sprong minder eng geweest zijn. Maar ik ben gesprongen en tot nu toe mag ik niet klagen!”

Ondertussen ben je al erg ver gekomen als freelancefotograaf en -videograaf. Wat zou de échte droomopdracht zijn?

“Aanvankelijk had ik drie doelen. Ten eerste wilde ik dit jaar een bepaalde omzet draaien. Daarmee ben ik gelukkig goed op weg. Ten tweede wilde ik op lange termijn meer gaan touren met verschillende artiesten. Daar ben ik ook goed mee bezig. Het derde doel is heel persoonlijk; ik zou graag Skrillex ontmoeten en er een babbel mee doen. Als hij na die babbel dan zegt “we nemen je mee op tour”, dan zou dát het wel zijn. Eigenlijk is heel veel van waar ik nu sta naar hem terug te koppelen. Het pointand-shootcameraatje van mijn oma heb ik in het tweede middelbaar links laten liggen, omdat ik toen voor het eerst in aanraking was gekomen met dubstep. Het was muziek die aansloot bij mijn identiteit. Ik vond het zo cool dat ik het als veertienjarige ook wilde doen. Ik begon mezelf met onlinefilmpjes muziekproductie aan te leren. Die muziekproductie toen en de reden waarom ik nu festivals en concerten zo cool vind, is omdat Skrillex mijn passie voor muziek heeft aangewakkerd. Hij is een legende in mijn hoofd. Onrechtstreeks heb ik veel aan hem te danken.”

Wat is jouw gouden tip voor iemand die net zijn eerste stappen als fotograaf zet?

“Verlies jezelf niet in gereedschap. Fotografie is een technisch medium en er zijn zoveel camera’s, lenzen, ditjes en datjes die je kunt kopen, maar weet waarmee je aan het werken bent. Weet wat er allemaal bestaat en mogelijk is, maar staar je daar niet blind op. In het begin was ik zelf zo en het remt je af. Je bent dan niet bezig met de essentie van fotografie. Vergeet de camera en hou je bezig met wat en hoe je iets in beeld brengt. Daarnaast, als je er je job van wil maken, wil ik meegeven dat je niet overmoedig mag zijn, maar je mag je ook niet laten doen. Ik heb mij te lang laten doen, maar je moet weten wat je waard bent. Als laatste: deel je werk! Deel niet te veel, enkel het beste. Ik heb erg lang geweigerd om mijn commercieel werk online te zetten, omdat ik mezelf erboven wilde plaatsen. Ik zag mezelf als “artiest”, maar sinds ik mijn werk ben beginnen delen, heb ik veel meer kansen gekregen. Instagram is nog steeds een soort portfolio.” isaac.ponseele

Bosangani

ZAT | OKT

26

KAAP De Groenplaats

Dance workshop

Congolese moderne dans met Afro en hedendaagse invloeden.

ZAT | NOV

16

KAAP De Groenplaats

Bosangani on Tour

Triple bill met vooraf optie dinner & talk.

Foto: Jessy Mattador

Sectormoment Brugse muziekscene mikt op een muziekvriendelijker Brugge

op 9 oktober verwelkomen verschillende muzikale organisaties in brugge (jonge) artiesten, creatievelingen en muzikale sympathisanten tijdens een algemeen sectormoment rond de brugse muziekscene in de magdalenazaal. viktor, coördinator van jeugdhuis comma, en mathias, publiekswerker van snuffel hostel, stapten mee op de boot als drijvende krachten achter het muzikaal initiatief. na de popraad eind november vorig jaar, bleven ze aanwezig op de maandelijkse lerende netwerken en hopen ze zo van brugge een muziekvriendelijkere stad te maken.

muziekvriendelijker

Wat is voor jullie het belang van zo’n bijeenkomsten, vanuit jullie eigen organisatie?

Viktor: “Eerst en vooral, omdat Brugge een stad is met tal van muziekorganisaties. We hebben een mooi arsenaal aan zalen en instanties die zich dag in, en dag uit bezighouden met het muzikale binnen Brugge. Daardoor creëer je, eerder onrechtstreeks, een groot publiek, maar ook veel jong muzikaal talent. Het is wel jammer dat voor een groot deel van het publiek, maar zeker voor de artiesten, het niet altijd even duidelijk is bij wie ze terecht kunnen met hun vragen en wensen. Veel mensen weten vaak niet wat er zich hier allemaal afspeelt.”

Mathias: “Aan de andere kant voelen wij ook intern dat er nood is aan duiding. Organisaties zoals Het Entrepot, Cultuurcentrum Brugge, Jeugdhuis Comma of Snuffel weten dat ieder op zich goed werk levert. De communicatie loopt vaak stroef, waardoor er optredens overlappen

of artiesten niet goed weten waar ze terecht kunnen. Het is de bedoeling dat we beter gaan samenwerken en beter organiseren, zodat we geen dubbel werk doen en de artiesten op de juiste plek komen op het juiste moment. Om de noden allemaal te bundelen en er effectief efficiënt mee aan de slag te kunnen, schakelde stad Brugge VI.BE in.”

VI.BE is een Vlaams muzikaal project dat een steunpunt wil bieden aan de artiest- en muzieksector. Iedereen kan er terecht, van beginner tot pro. Stad Brugge organiseerde ongeveer een jaar geleden de Popraad waar alle muzikanten, creatieve organisaties of muzikale sympathisanten welkom waren om hun noden te duiden of vragen te stellen tijdens een collectief overleg. Achteraf maakte VI.BE een cijferanalyse en hier gingen de Brugse organisaties verder mee aan de slag.

Viktor vindt het belangrijk dat er geluisterd wordt naar de noden als je aan een muzikaal beleid werkt, en zeker als trekkende organisatie. “Op die manier creëer je een vorm van bottom-up, zodat je niet zomaar in het wilde weg concerten organiseert of muzikale ondersteuning aanbiedt. Enkel door erover te communiceren, kan je een sterk muzikaal aanbod op poten zetten.”

Het sectormoment is een open call voor het grotere publiek, voortgebracht uit maandelijkse lerende netwerken. Vertegenwoordigers van verschillende creatieve instanties in Brugge kwamen het afgelopen jaar maandelijks samen en bespraken wat er allemaal op het to do-lijstje stond. Tijdens het lerend netwerk rond de muziekscene in Brugge kwamen er heel wat werkpunten naar boven. Mathias vindt het jammer dat Brugse jongeren vaak gemakkelijker de entree naar Gent vinden. Hij hoopt van Brugge een muziekvriendelijkere stad te maken en zo de jonge generatie hier evenveel aanbod te kunnen geven. Dit doet hij door in Snuffel Hostel een platform te bieden aan jongeren met een idee, hoe laagdrempelig ook, en hen een zo goed mogelijke ondersteuning en vooral de nodige infrastructuur te bieden.

Mathias: “Er blijft een gevoel dat veel jongeren buiten Brugge trekken, omdat het moeilijk is om hier hun eigen ding te doen. Dat is zeker een van de beweegredenen om te kijken naar hoe we het beter kunnen doen. Uit de Popraad kwamen een aantal duidelijke punten naar voren waaraan gewerkt moet worden. Diversiteit en inclusie behoren daartoe. Hoe bereik je een breder publiek?”

Viktor: “Ja, zeker. Ook naar doelgroepen toe is er nog heel wat werk aan de winkel. Uit de bevraging die VI.BE maakte naar aanleiding van de Popraad, kwam naar voor dat er bijvoorbeeld maar 10% vrouwelijke respondenten waren. Op de Popraad zelf was de allerjongste doelgroep dan weer ondervertegenwoordigd. Het is een doelgroep die heel vaak over het hoofd wordt gezien. Het verduidelijkte welk publiek we het meeste aanspreken in Brugge en wie we net meer moeten betrekken.”

Hoe zal het eerste sectormoment voor de Brugse muziekscene er op 9 oktober uitzien?

Mathias: “We starten met een plenair gedeelte waar we met een aantal inspirerende sprekers in gesprek gaan. Zo komt Veerle Slootmans uit Schaarbeek praten over hun lokaal muziekbeleid Muzik1030. Zij hebben bijvoorbeeld Muzik 1030 BAR opgericht, een cafécircuitwerking, gesubsidieerd door de gemeente, waar cafés lokale artiesten laten spelen. Op die manier krijgt muzikaal talent kansen tegen een haalbare prijs. Daarnaast spreken we onder andere ook met Brugse muzikante Jente Neels, oprichter van het Brugse dub-collectief Roots Explosion Dries Talloen en Korneel Boon van VI.BE over het belang van een sterke lokale muziekscene.”

wild van Design en Architectuur?

“Daarna werken we aan de hand van thematafels rond onderwerpen die uit de Popraad voortkwamen als ‘hot issues’ in Brugge. Zo zullen we het hebben over een centrale plek voor de Brugse muziekscene, nightlife en het Brugse cafécircuit maar zal er ook nog een toekomsttafel zijn waar we samen met Brugge 2030 kunnen dromen over een ideale muziekstad van de toekomst. Aan iedere thematafel zit iemand die het gesprek gaande houdt en in goede banen leidt en er ook over waakt dat alles steeds op een veilige, respectvolle manier verloopt. Aan de meeste tafels zal ook een extern expert zitten die nieuwe inzichten kan geven.”

Viktor: “De thematafel rond een Brugs cafécircuit belooft zeker interessant te worden. We willen het gesprek aangaan over meer speelkansen krijgen voor Brugse artiesten in de cafés en willen daarbij graag ook de Brugse cafébazen betrekken. We hopen op het sectormoment informatie te kunnen verzamelen om zo tot een concreet voorstel te komen. Bij deze tafel schuift Veerle Slootmans uit Schaarbeek dan bijvoorbeeld aan om inzichten te geven uit een andere stad.”

“Op de Popraad kwam ook naar voor dat een centrale plek voor muzikanten in de stad belangrijk kan zijn. Cultuurcentrum Brugge doet vanuit hun Brugotta-werking daar een eerste voorzet. En ook over het thema nightlife in Brugge valt veel te zeggen. Daar focussen we op deze eerste thematafel vooral op ruimtes in Brugge waar nightlifeconcepten in kunnen worden uitgewerkt.”

“Het is echt de bedoeling van het lerend netwerk, en het sectormoment in het bijzonder, om er een positief verhaal van te maken. We hopen iedereen zijn of haar stem te horen om hier een muziekvriendelijke stad te creëren. Het wordt een moment om terug te koppelen en blijvend de vinger aan de pols te houden. Op die manier leert iedereen elkaar ook kennen en is het een groot netwerkmoment. Het informele moment op het eind van de avond is daarom ook superinteressant.”

Viktor: “Het is vooral een kwestie van jongeren correcte en duidelijke informatie bieden. Sommigen die met muziek beginnen, weten niet hoe. Je hebt gasten die ervaring hebben met evenementen opzetten, maar niet altijd de

plaats ervoor vinden of niet goed weten hoe ze door de administratieve rompslomp moeten geraken. Ze hebben het moeilijk om een publiek te bereiken of ze vinden hun genre niet. De ondersteuning is nodig, zoveel is duidelijk. Het sectormoment wordt een bijeenkomst waar alle vragen en opmerkingen welkom zijn en er veel informatie te rapen valt. Door alle mega-informatie, de technologische wereld en duizend en één kanalen, verliezen mensen vaak de weg. Het is via het fysieke contact en op een laagdrempelige manier een babbeltje slaan, dat we muzikanten en organisatoren op het juiste spoor proberen te helpen.”

sectormoment brugse muziekscene

9 oktober 2024 om 19u magdalenazaal

cultuurbeleid@brugge.be

organisatie: cel cultuurbeleid, cultuurcentrum brugge, cactus muziekcentrum, het entrepot, jh comma, snuffel, jeugddienst brugge, kaap en do vzw.

geselecteerd door Soundcast

Jonger dan 26 jaar? 50% ko ing!

Ballet Vlaanderen / Anne Teresa De

ZO 10 & MA 11 NOV 2024

Ladies Show: de marathon VR 22 NOV 2024 Arifa & Claron McFadden WO 11 DEC 2024

Keersmaeker
© Klaa
je Lambrechts

COLUMN

Alexandra Dervenis is pedagoge en deelt haar passie voor schrijven een jaartje met ons, hier in BLVRD.

alexderveni

Eten wat de pot schaft, ik ben daar niet zo voor. Soms lust ik namelijk iets écht niet, ook niet na de verplichte keertjes proeven.

Rijstpap werd zo een dessert op mijn zwarte lijst, waar ik alleen met koude rillingen aan terugdenk. Ik haat avocado's, noten, gedroogd fruit en artisjokken met een passie, ook al hoorde ik al duizend keer dat ze bij de categorie superfoods horen. Bier en rode wijn heb ik gewoon links laten liggen. Ik zag er het nut niet van in om mezelf dat te léren lusten.

Wat ik me nu vooral afvraag is wat we onze kinderen leren met het moeten en het zullen eten van whatever die pot vandaag schaft. Dat we streng en consequent zijn en dat ze te luisteren hebben naar ons? Dat we niet gaan toegeven aan die verwende kinders die we (al dan niet) zelf hebben gemaakt? Dat er vandaag nu eenmaal niets anders voorhanden is dan rijstpap, artisjokken, nootjes of die ene pot van vandaag?

Misschien gaat het minder om het eten van wat wij zeggen dat kinderen moeten eten, én meer om een soort van controle dat we denken te moeten uitoefenen. Voor wie na deze zin nog volgt: ik vraag me af wat we kinderen nu écht leren door ze dagelijks van de verplichte pot te laten eten. Wat leren ze er onbedoeld allemaal nog bij als ware het collateral damage?

Ik kom regelmatig kindjes tegen die geforceerd worden om te eten wat net dan toevallig op tafel staat. Dat gaat natuurlijk vrij gemakkelijk met gepureerde voeding: lepel in, slik, lepel uit. Vanaf

rond een maand of 18 komt de eigen autonomie echter van om de hoek kijken en daarmee ook de befaamde ‘nee’-fase (sidenote: we spreken bij baby’s in maanden in plaats van in jaren omdat de ontwikkeling tussen 0 en 3 jaar van zo'n duizelingwekkende snelheid is dat je hetzelfde kind op anderhalf en daarna op twee jaar niet zou herkennen. Ja, dat is wel wat meer rekenwerk).

Die autonomie is eigenlijk vooral het besef dat het kindje zelf bestaat, als persoontje in deze wereld. Wanneer dan te hard aan de ‘eten wat de pot schaft’- theorie vastgehouden wordt, leert het kind veel proeven, dat wel, maar ook dat het niet te beslissen heeft over wat het wel of niet in diens mond steekt. Autonomie is natuurlijk ook baas over eigen lichaam zijn. Als de teugels dan te strak worden aangehouden, en er daarnaast onvoldoende basisveiligheid aanwezig is in de omgeving van dat kind (de al dan niet veilige hechting, voor de kenners), is dat voer voor miserie.

Ja, maar ja, wat dan met consequent zijn, hoor ik ergens wel iemand denken. Is dat niet de belangrijkste pijler van een goede opvoeding misschien? Dat is zeker wel één van de pijlers, maar even zeker niet de enige. En als het kind voor je toevallig wel van een uitdaging houdt, wordt etenstijd voor je het beseft een strijd waarin alleen verliezers zijn en waarin al snel met straffen en beloningen geschermd wordt. Voor wat hoort wat, als het ware.

Als ouder krijg je er zo alleen de illusie van controle voor terug, terwijl het kind heel wat bijgeleerd heeft over hoe je anderen kan manipuleren. Niet het meest ideale misschien. Neen, ook niet als het maar over een simpele sticker als beloning gaat. Als je het mij vraagt, houd je het als ouder gewoon bij de dagelijkse pot klaarmaken en aanbieden. Proeven is altijd een goed idee, maar wil je kindje het verder niet, laat het dan los. Standaard een fles melk of een kom cornflakes achter de hand houden hoeft niet. Van even honger te hebben sterft niemand, en wie weet kan je vragen aan je kindje wat het dan wel zou willen eten. Zo kan je je wekelijkse menu de volgende keer wat aanpassen, en wordt je kindje in diens autonomie bevestigd. Iedereen gelukkig en opnieuw proeven kan later altijd nog.

Als het gaat over het eten dat op tafel komt is gewoon dus zeker al gek genoeg. Haalbaar, menselijk en niet al te zwart-wit, daarmee leert je kindje voor je het weet tóch gewoon te eten wat de pot schaft en weet je als ouder meteen weer wat meer over wie je kindje is en waar die van houdt. Iedereen gelukkig, toch?

DOCFEST

de toekomst nadert en daar hoef je niet per se iets voor te doen. de tijd gaat door, je leeft van dag tot dag, tot de volgende week of tot het einde van de maand. als op een trein zonder bestemming en zonder haltes dender je door. de tien documentairefilms van docfest 2024 zijn stuk voor stuk op hun eigen manier een uitnodiging om even stil te staan, om na te denken over de plek waar je heen gaat en de route die je ondertussen aflegt. wat maakt jou gelukkig? welke avonturen staan op jouw bucketlist? en wat wil jij meegeven aan de volgende generaties? de derde editie van docfest gaat door van 19 tot en met 24 november en staat volledig in het teken van verhalen die hoop geven, die inspireren en doen dromen. in tien films vraagt docfest het publiek om samen naar de toekomst te kijken.

Het festival opent met een bijzonder hartverwarmende documentaire van Belgische bodem, “Les Dames Blanches”. In de film volgen we Simeon, een jonge stagiair die zijn eerste stappen zet richting een professionele carrière in de ouderenzorg in België. De film werd geregisseerd door Camille Ghekiere, en is opgenomen in een woonzorgcentrum in Gent, op iets meer dan 50 km afstand van Cinema Lumière in Brugge waar de film op 19 november Docfest opent. Niet erg ver, waardoor we zowel regisseur als protagonist op de opening kunnen verwachten.

Wanneer mensen over woonzorgcentra praten, spreken ze soms met grote bezorgdheid. Alsof je ernaartoe gaat om je laatste dagen te tellen, alsof het een plek is waar de toekomst stopt. Leg je die harde woorden naast “Les Dames Blanches” dan zie je even hoe die gedachten eigenlijk diepgrauw en nihilistisch zijn. De documentaire focust namelijk op de schoonheid van zorg en ouder worden, en toont zo op een heel tedere manier dat we ook in woonzorgcentra kunnen dromen van een nieuw begin.

In de eerste minuten van de film vertelt Simeon: “Gisteren droomde ik dat mijn oma tegen me sprak. “Simeon,” zei ze, “Ze zeggen vaak dat je sterk moet zijn om anderen te dragen, maar je moet zacht zijn, zodat de angsten en gevoelens van anderen zacht op jou kunnen landen. Oude mensen weten goed hoe je anderen draagt, want alles wat je in een leven kan voelen, heeft ons zacht en poreus gemaakt. Zelfs onze huid.””

Hoe Simeon gelooft in de sterke poreusheid van zijn eigen vel, duidt hij even persoonlijk:

© wallis annika

Hé Simeon, in het fragment hierboven spreek je met je overleden grootmoeder, herkende je haar in de vrouwen in het woonzorgcentrum?

Simeon: “Eigenlijk is mijn oma in de film een synthese van verschillende personen die ik kende in de Dominicaanse Republiek, het land waar ik opgroeide. Amada, Juanca, Marieta, Elena. Regisseur Camille en ik besloten om al mijn verhalen en anekdotes in één persoon te gieten, mijn grootmoeder.”

Herinneringen aan de Dominicaanse Republiek zweven door de film. Verschilt de zorg voor ouderen er veel met hier in België?

“België blinkt uit in structuren en organisaties die rond ouderenzorg zijn uitgebouwd, en ook de machines en het materiaal die hier beschikbaar zijn, zijn al enkele jaren vooruit op de tijd.

In de Dominicaanse Republiek zijn er niet veel plekken waar ouderen naartoe kunnen, maar net omdat de instituties tekortschieten, is er meer bereidwilligheid in de samenleving om die taken op zich te nemen. Ouderen wonen er niet in een woonzorgcentrum, maar bij hun familie, of nog in hun eigen huis terwijl kinderen of buren zorg en ondersteuning bieden. In de Dominicaanse is elke oude man een opa, elke oude vrouw een oma, daarom worden alle ouderen in het algemeen heel warm behandeld; alsof ze je eigen familie zijn. Zo blijven ouderen deel uitmaken van de maatschappij.”

Zorgde dit voor specifieke uitdagingen tijdens je stage?

“Zorgen volgens de strikte regels van hier vind ik soms moeilijk. Op mijn allereerste stage was er bijvoorbeeld eens een vrouw die verdrietig was. Ik dacht: “We moeten een stapje zetten, laten we iets gaan drinken.” Ik nam haar mee naar de cafetaria van het woonzorgcentrum en trakteerde haar op een biertje, als een hart onder de riem. Hierna werd ik op gesprek gebracht bij de directie

en kreeg ik een serieuze berisping. Ik was best verontwaardigd. Ze zeiden: “Je mag niet zo nabij de bewoners komen.” Maar de boodschap leek: “Doe je taak en laat de mensen verder maar met rust.”

Maar zo blijft de rol van zorgverlener een job, een reeks taken die zo efficiënt mogelijk moet worden uitgevoerd. Toch hoop ik dat als ik iemand verzorg en ik zie een kans om echt contact te leggen, om elkaar wat te leren kennen, om grapjes te maken en even te gaan neerzitten, dat dat nog steeds kan, want dat vind ik zelf zo belangrijk en waardevol.”

© wallis annika

Hoe droom jij over de ouderenzorg van de toekomst?

“De meeste mensen zien ouderenzorg nu op een negatieve manier: veel klachten, moeilijke situaties, weinig tijd. We kunnen proberen het perspectief te veranderen naar goeie aspecten: communicatie, de liefde die we aan een bewoner kunnen geven, en de liefde die je kan krijgen, de mooie momenten die je kan delen. Daar focus ik mij ook op.

De belangrijkste motivatie is om dichtbij de mensen te zijn. Zoals je je goed voelt bij je eigen oma en haar vrienden, zoals die band deugd kan doen, zo kan werken in de ouderenzorg net zoveel voor jezelf en anderen betekenen.”

benieuwd naar het integere portret dat ‘les dames blanches’ van simeon schetst? bekijk de film dan tijdens docfest en blijf zo luidop dromen van een toekomst vol warme, speelse en menselijke zorg.

docfestbrugge.be

tekst: klara camerlinck

Docfest Brugge

19 - 24 november ‘24

YOUNG ONES

jong volk lanceerde eind augustus de elfde docu uit hun young ones-reeks. dit keer staat noortje devriese centraal. ze spreekt er openhartig over de duisternis in haar hoofd, die contrasteert met haar passie voor het kleurrijke disney. naar aanleiding van de aflevering spraken we met haar over de ervaring met geestelijke gezondheidszorg.

ONES #11

“Ik hou niet van mezelf, dat ben ik aan het leren.”

Deze woorden concluderen de intro van de elfde ‘Young Ones’. Het is een documentaire waarmee Noortje niet alleen haar verhaal wil delen, maar ook andere mensen wil aanspreken. Vroeger wou ze zoals Demi Lovato zijn. Zoveel later beseft ze dat ze inderdaad op elkaar lijken, zij het niet op de manier waarop ze het verwachtte. Net als de zangeres leed ze aan boulimie en donkere gedachten.

Alarmbel van het lichaam

Die mentale gezondheidsproblemen bleken achteraf ook een teken van haar lichaam te zijn. Noortje heeft ADD. Daardoor is ze graag zeer actief bezig, wil ze onder de mensen zijn en is ze soms ook wel verstrooid. Op haar eenentwintigste kreeg ze daarnaast de diagnose van ASS. Autisme en ADD, het is een moeilijke combinatie met eigenschappen die recht tegenover elkaar staan. Daardoor kon ze in overdrive raken en zichzelf volledig uitputten. De gezondheidsproblemen en depressieve gedachten waren de finale alarmbel van haar lichaam. Toen dankzij de diagnose duidelijk werd waarom ze zo sukkelde met haar gezondheid, kon haar genezingsproces beginnen.

Revalidatie in Inghelburch

Na zeven maanden kon ze – eindelijk – bij een psychiater terecht. Daar merkte ze dat ze eigenlijk meer nodig had dan enkel psychiatrische begeleiding. Via haar peter, een autismetherapeut, kwam ze in contact met Inghelburch. Dat is een centrum voor psychische revalidatie in Brugge. Na een kennismakingsbezoek en rondleiding voelde ze dat dit de plaats voor haar was. Zo zette ze de stap naar vrijwillige opname in het centrum. Ze kreeg er niet enkel medische begeleiding van twee dokters en psychiaters, maar volgde ook veel creatieve sessies. In de ateliers voelde ze zich meteen thuis. Haar opname duurde een jaar.

Noortje bezocht Inghelburch samen met haar ouders. Ze merkte dat vooral haar vader het er lastig mee had. Volgens hem was er in eerste instantie niks mis met haar, ze was “gewoon Noor”. Achteraf voelden ze wel dat het de juiste beslissing was. Ondanks dat bleef het moeilijk om erover te praten met buitenstaanders. Mensen begonnen te vragen waar ze was en waarom ze niet meer werkte. Ze was ook niet echt “ziek”, maar moest wel een jaar van een ziekte-uitkering leven. Zelfs nu, na meer dan een jaar, blijft het nog steeds moeilijk om er met buitenstaanders over te praten. Zeker niet als ze eens op reis ging met haar ouders of iets ging drinken met een paar mensen. “Je bent ziek, dus je kan zo’n dingen niet doen,” is een vooroordeel dat vaak terugkwam. Ook ongepaste grapjes – ook al was het echt gewoon als grap bedoeld – lieten vaak een slecht gevoel na. Dan moest ze zichzelf ervan overtuigen dat ze het verdient om er te zijn en om leuke dingen te mogen doen. Het blijft altijd werken aan jezelf.

Een passie voor Disney Tegenover de donkere gedachten staat een passie die compleet het tegenovergestelde is: Disney en fantasiewerelden. Ze zegt zelf dat die er altijd al geweest is. Van jongs af aan wou ze – zoals het een klein meisje betaamt – heel graag prinses worden. Later kwam Harry Potter daar ook nog bij. Ze vindt comfort in die fantasiewerelden. Een bezoek aan Disneyland staat dan ook vaak op het programma. Dat heeft niet alleen met die passie te maken, want de Disneyparken zijn ook zeer autismevriendelijk ingericht. Dat zorgt ervoor dat ook Noor ten volle kan genieten van een pretparkbezoek zonder overprikkeld te raken.

Durven grenzen stellen Noortje heeft vooral geleerd om haar grenzen te stellen. Als het niet gaat op haar werk of om te sporten, weet ze dat ze het niet mag forceren. Rust nemen om weer tot jezelf te komen, is belangrijk. Daarnaast vindt ze het ook belangrijk om te durven praten met mensen als het wat minder gaat. Wees eerlijk als iemand je vraagt hoe het gaat. Je mag het gerust eens zeggen als je een mindere dag hebt. Als je zelf accepteert dat het wat minder gaat, zet je al de eerste stap in het hulpproces.

zit je zelf minder goed in je vel? in brugge zijn er heel wat organisaties die een luisterend oor of concrete hulp bieden. je vindt een overzicht via bruggenvoorjongeren.be

tekst: arno vanhoutte beeld: sarah van dale

leerlingen vti doken in het

gezellearchief voor het project vrouwen van papier

CREATIEF MET VAN 150 JAAR

precies een jaar geleden maakten de leerlingen van het 6de jaar crossmedia en grafimedia van het vti brugge een dag lang kennis met guido gezelle en zijn 200 (!) vrouwelijke briefschrijfsters. het werd een verrassende kennismaking, want wie zou nu vermoeden dat deze negentiende-eeuwse priesterdichter met zoveel vrouwen correspondeerde? en dat hij zelfs het plan had om een tijdschrift voor vrouwen uit te geven? de leerlingen lieten zich inspireren door het archiefmateriaal van 150 jaar geleden en gingen creatief aan de slag. het resultaat kan je dit najaar bekijken in hoofdbibliotheek biekorf. de expo maakt deel uit van het grote project ‘vrouwen van papier‘

Even kaderen: waarom achtduizend brieven in de Brugse bib bewaard worden De Brugse bib is niet alleen een openbare bibliotheek, maar ook een erfgoedbibliotheek. Er worden eeuwenoude boeken en documenten bewaard, waaronder het volledige archief van Guido Gezelle. Gezelle is vooral bekend door zijn natuurgedichten die de tand des tijds wonderwel hebben doorstaan en ook nu nog actueel zijn. Naast dichter was hij ook een fervente brievenschrijver. Zo’n achtduizend brieven worden in het Gezellearchief bewaard en systematisch onderzocht. Dit najaar ligt de focus op de brieven van tweehonderd vrouwen. Uit die brieven leren we dat Gezelle een empathische man was met een verrassend moderne kijk op zijn vrouwelijke tijdgenoten.

Vrouwen van papier, een tijdschrift & Sammy Slabbinck

Uit één van Gezelles brieven blijkt dat hij het plan had opgevat om een tijdschrift voor vrouwen uit te geven. Het tijdschrift is er nooit gekomen, maar voor het project 'Vrouwen van papier' werd er wel een hedendaagse variant van gemaakt. Een twintigtal hedendaagse kunstenaars en schrijvers werkte eraan mee. De Brugse collagekunstenaar Sammy Slabbinck ontwierp de cover van het magazine en tegelijk het campagnebeeld voor de expo Vrouwen van papier.

MET BRIEVEN

JAAR GELEDEN

Archiefstukken als inspiratie voor jongeren Omdat het archiefmateriaal zo inspirerend bleek voor hedendaagse kunstenaars en schrijvers, wilden de medewerkers van het Gezellearchief ook jongeren de kans geven om met de verhalen, de brieven en de foto’s uit het archief aan de slag te gaan. Leerkracht Sylvie Crutelle van het VTI was meteen enthousiast om haar leerlingen deel te laten uitmaken van dit project. “Toen ik de vraag kreeg hieraan mee te werken, leek het mij boeiend om de leerlingen onder te dompelen in de analoge ontwerpwereld en rond een thema te werken dat ver van hun leefwereld staat. Het was een risico, maar ik had vertrouwen”, vertelt Sylvie.

Na een wandelzoektocht rond Gezelle in de Brugse binnenstad, kwam ze met haar leerlingen naar Hoofdbibliotheek Biekorf. Daar kregen ze onder meer een inkijk in de brieven van Gezelles correspondentes. Met de kennis en de indrukken die ze opdeden, gingen ze op school creatief aan de slag.

“Samen met een ex-collega, Filip Batavia, reikten wij de leerlingen een week lang enkele experimentele tools aan en ‘tonnen’ materiaal en papier: kopieën van Gezellebrieven, foto’s, tijdschriften, boeken, … De leerlingen experimenteerden met veel goesting met verschillende technieken. Er werd zelfs genaaid, een mooie referentie aan het ‘vrouwelijke’.

De leerlingen slaagden er niet alleen in om technisch knap werk te maken, maar ook de vormgeving was sterk. Het lokaal was een atelier, de muren expositieruimte, de leerlingen dichtten met beeld”, vervolgt Sylvie. “Het was verrijkend, zowel voor de leerlingen als voor mezelf. Ik ben trots op hen, hun durf om vrij te denken en open te staan voor die ‘oude priester/dichter’.”

de alternatieve covers die de leerlingen maakten voor het magazine ‘vrouwen van papier‘ kan je in november en december gaan bekijken in hoofdbibliotheek biekorf. je vindt er ook al enkele bij dit artikel. welke is jouw favoriet?

tekst: an desmedt

REKUUP: SAMEN CIRCULAIR

60

duurzaam shoppen? dat wil de republiek promoten met het project ‘rekuup‘ als consument doe je inspiratie op tijdens heel wat events, terwijl brugse ondernemers tips en tricks krijgen om meer circulair te werken. tom vlonk van otto waffle atelier en wilco dees van dees koffiebranders zetten alvast belangrijke stappen.

Tom, vertel eens. Wat doe jij precies?

Tom: “Mijn ouders, zus en ik hebben in 2019 samen een wafelzaak geopend in de Katelijnestraat. De Luikse en Brusselse wafel kent iedereen, wij hebben de Brugse variant gelanceerd. Het is een ‘specialleke’, want de vorm is geïnspireerd door Brugse kant. We maken hem met havermeel, waardoor hij gluten- én melkvrij is. We bieden ook een vegan variant aan zonder ei, iedereen kan dus van onze wafels genieten!

Niet alleen de wafel is anders dan anders, ook de toppings: de standaard slagroom en aardbeien staan wel op de menukaart, maar we vinden het belangrijk om te blijven verrassen. En dat doen we altijd met lokale en seizoensgebonden producten.”

What about you, Wilco?

Wilco: “Ik ben toevallig ook in 2019 gestart met de koffiebranderij. We delen met vier een coworking space: een barbier, mijn broer die tattoo artist is, mijn schoonzus die goudsmid is en ik. M’n broer en schoonzus verhuizen in 2025, dan wordt de tattoostudio een logistieke ruimte.

De branderij is flink gegroeid en om aan de vraag te kunnen voldoen, is die extra plaats heel welkom.

Ondertussen hebben we een nieuwe bar geopend, schuin tegenover de huidige branderij, met enkele zitplaatsen, takeaway en een winkel. Je kan bij ons terecht als expertisecentrum voor koffie. Geen gewone, maar specialty coffee.”

Waaraan moet koffie voldoen om als specialty coffee erkend te worden?

Wilco: “Een Q-grader, een soort ‘sommelier’ maar dan voor koffie, beoordeelt de koffie en kent een score toe tussen 0 en 100. Ligt die hoger dan 80, dan krijgt ze het label ‘specialty coffee’. Maar voor ons draait het om meer dan dat: we willen vooral inzetten op een duurzamere koffieketen. En dan heb ik

het niet alleen over onze koffiebranderij, maar over het collectief aan specialty roasters. We willen dat iedereen van heel goeie koffie kan blijven genieten, wat door de klimaatopwarming niet vanzelfsprekend is.

Doordat wij een steeds groter aandeel hebben in het aantal verkochte koffies, wordt onze impact ook telkens groter. De importeurs zetten allerlei initiatieven op in het land van herkomst om boeren beter te kunnen wapenen tegen klimaatopwarming, bijvoorbeeld door cursussen te geven over hoe ze hun land beter kunnen bewerken, hoe ze biodynamisch te werk kunnen gaan, maar ook door prefunding aan te bieden. Dat betekent dat de boeren niet moeten wachten tot de oogst, maar vooraf al een deel van hun centen krijgen, waardoor er geen periodes zonder inkomsten zijn en ze hun familie naar school kunnen sturen. Ze doen echt aan community building.

Bij Dees branden we op heel kleine schaal, waardoor we volledige controle hebben over het brandproces en het maximum uit de smaak kunnen halen. Daar zit ‘m het verschil met andere branders: we passen het brandproces aan élke koffie aan om de beste smaak te bereiken. En dat kan alleen maar door heel veel te oefenen en te experimenteren met onder andere de druk en temperatuur. Sommige koffies hebben we maar drie maanden op voorraad, omdat er wereldwijd maar tien balen beschikbaar zijn. Wij kunnen er dan één of twee bemachtigen. Net als bij Otto Waffle Atelier zijn onze producten dus ook seizoensgebonden.”

Jullie zijn allebei al bewust bezig. Waar helpt Rekuup jullie nog bij?

Wilco: “Rekuup omvat verschillende luikjes. Onder het gedeelte ‘Reduce’ verminderen we de afvalstromen zoveel mogelijk of zetten ze opnieuw in via ‘Re-

© otto waffle atelier

use’. Koffiebranden produceert niet veel afval, maar de chaffe – de vliesjes rond de koffiebonen die vrijkomen bij het branden – wordt opgehaald door Kopje Zwam.”

Tom: “Kopje Zwam komt ook bij Otto Waffle Atelier het koffiegruis ophalen. Het is een lokale en sociale onderneming die oesterzwammen en microgroenten kweekt op reststromen, zoals koffiegruis.”

Wilco: “Naast het stukje ‘Reduce’ focussen we ook op ‘Re-use’. Ik bied B2B-klanten de optie aan om de koffie in herbruikbare tonnen te leveren, zo besparen we zo’n 7000 à 8000 zakken uit. We zijn nog aan het onderzoeken hoe we dat ook voor particulieren kunnen aanpakken.”

Tom: “Bij ons ligt de focus op het vegan verhaal. We vermijden dus dierlijke producten. Ook onze zelfgemaakte ijshoorntjes en koekjes

zijn plantbased. In het kader van Rekuup onderzoeken we volop of het haalbaar is om onze wafel standaard vegan te maken, voor iedereen. We hebben al veel tests gedaan in labo’s, met trial and error. Het is namelijk niet altijd evident: doordat de wafel al glutenvrij is, is de binding minder sterk. Zeker als we dan ook nog eens geen ei meer gebruiken.

Al onze wafels worden met de hand gemaakt. We leggen nu de eerste contacten met maatwerkbedrijven om een deel van het werk uit te besteden. Dat zou een win-win zijn: een grote hulp voor ons en een mooie kans voor de mensen die werken binnen de sociale economie. Op dit moment werken we al samen met de Kruiderie, een maatwerkbedrijf waar mijn mama de bloemen en plantjes zelf gaat plukken waarmee we de wafels dresseren. Onze aardbeien halen we rechtstreeks bij een lokale boer en we kopen geregeld ingrediënten van de markt.”

Wilco: “Ook wij bekijken de opties om met maatwerkbedrijven samen te werken. De bestellingen in herbruikbare emmers leveren we nu allemaal zelf, maar dat zouden we graag uitbesteden. Net als het verpakken in zakjes. Nu werken we al samen met Covias, een zorgorganisatie voor mensen die psychisch kwetsbaar zijn en lange tijd uit de reguliere arbeidsmarkt zijn.”

Wat jij zelf kan doen

Hoe kan jij je steentje bijdragen? Tom en Wilco helpen je op weg met deze drie tips: 1. Neem je eigen beker, potje of bordje mee voor takeaway. 2. Gebruik wasbare servetten en herbruikbare rietjes. 3. Koop tweedehands!

meer inspiratie nodig om bewust te shoppen? dit najaar pik je nog heel wat rekuup-events mee. zet alvast het duurzaam shoppingweekend in je agenda op 30 november en 1 december.

rekuup.be

tekst: ellemijn van puymbroeck

Wil je graag anders en bewuster shoppen?

Minder vaak kopen en langer genieten van wat je al hebt?

Rekuup dan zeker met ons mee!

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.