11 minute read

Zelfamputatie

Next Article
Film: Grabbelton

Film: Grabbelton

Tekst: Mike de Leede // Foto’s: Familie Meijer, MMP, e.a.

Op 1 mei is het alweer acht jaar geleden. Op die bewuste dag loopt de familie Meijer uit Den Haag tijdens hun trekking door de Amerikaanse staat Utah bij toeval een zoekgeraakte bergbeklimmer tegen het lijf. Deze 27-jarige Aron Ralston blijkt vier uur daarvoor in pure doodsnood met een bot zakmes zijn rechter onderarm te hebben geamputeerd, nadat deze vijf dagen bekneld heeft gezeten onder een verschoven rotsblok. Uren later zijn de Meijers en Ralston ineens wereldnieuws. Highlife kijkt met de hoofdrolspelers terug uitkomt in Nederland. Aron’s sterk staaltje overlevingsdrang blijkt nog steeds ongeëvenaard.

De avontuurlijk ingestelde Eric en Monique Meijer (inmiddels beiden 48 jaar) en hun nu 18-jarige zoon Andy mogen tijdens hun vakanties graag in Amerika vertoeven. De ongereptheid trekt hen, het fraaie landschap, de onbegrensde mogelijkheden. Het avontuurlijk ingestelde echtpaar is het nodige gewend. Maar zo avontuurlijk als tijdens hun vakantie in 2003, zal het wel nooit meer worden.

“Met drie andere Nederlandse gezinnen trokken we van 19 april tot 10 mei met drie Four Wheel Drives door onze favoriete staten Arizona en Utah,” vertelt Eric bij een mok dampende kof e. “Waarbij ik als kenner van het westelijk gebied de route had uitgestippeld en als reisleider het voortouw nam. Op woensdagavond 30 april bereikten we het plaatsje Green River in Utah, nabij National Park Canyonlands, waar de andere gezinnen van een dag rust wilden genieten op een camping. Wij trokken er die donderdag (1 mei) met zijn drieën met dagrugzak en bergschoenen op uit. En reden met de auto naar het prachtige, nabijgelegen Horseshoe Canyon, voor een avontuurlijke trekking door de kloof aldaar. Op het parkeerterrein ervoor, de zogenaamde Trailhead, troffen we rond 11.30 uur een parkranger, die vertelde dat ze de eigenaar zochten van een rode jeep die hier sinds 26 april geparkeerd stond. Wij maakten er nog een grapje over: ‘Wij zullen die persoon wel even voor u vinden.’ En liepen vervolgens de uitgestorven canyon in, al spoedig genietend van de stilte en het onherbergzame landschap. Na twee uur (zo’n 10 kilometer klauteren, afdalen en klimmen) bereikten we het beroemde punt The Great Gallery, een enorme zandstenen wal waarop je onder meer prehistorische rotstekeningen van Anasazi-Indianen kunt zien. Ik heb er wat foto’s geschoten en we hebben er wat gedronken.”

“Op de terugweg zagen we ineens een roedel herten die we eerder kennelijk over het hoofd hadden gezien,” vult zijn vrouw Monique aan. “Kun je nagaan hoe moeilijk het hier moet zijn een vermist persoon te lokaliseren, opperde we nog.”

Ineens hoorde de familie achter zich geroep: ‘Help, I need help!’ Dat is hem, dachten ze meteen. We hebben hem gevonden! “Maar feitelijk had hij ons gevonden,” vertelt Monique. “Met z’n drieën renden we op hem af. Zijn T-shirt en korte broek zaten zo erg onder het bloed dat onze toen tienjari-

ge zoon er hevig van overstuur raakte. Zijn rechter arm (of wat daar nog van over was) droeg hij opgebonden omhoog in een geimproviseerde mitella van een camelback (waterzak met drinkslangetje).”

De atletisch gebouwde man stelde zich beheerst voor als Aron Ralston, een ervaren bergbeklimmer van 27 jaar. Afgestudeerd technisch ingenieur uit skioord Aspen (Colorado). Hij smeekte de geschrokken Nederlanders om medische hulp en een helikopter. Hij verklaarde zo’n vier uur daarvoor in pure doodsnood met een bot zakmes (“een goedkope imitatie van multitool Leatherman, die hij gratis had gekregen bij een zaklamp van 15 dollar”) zijn rechter onderarm te hebben geamputeerd, vlak onder de elleboog, nadat deze ruim vijf dagen lang bekneld had gezeten onder een verschoven rotsblok van zo’n 350 kilo in een afgelegen kloof. Muurvast zittend had hij al hangend becijferd dat de kans op ontdekking of overleven hier nihil zou zijn. Hij realiseerde zich dat hij als ervaren alpinist en voormalig lid van het Mountain Rescue Council van Albuquerque één van de belangrijkste survivalwetten had overtreden: hij was zo stom geweest niemand te vertellen waar hij zou gaan klimmen. Hij had geschreeuwd en gegild. Om hulp en van de pijn. En had diverse keren het bewustzijn verloren.

“Sterven van honger en dorst, terwijl zijn stoffelijk overschot waarschijnlijk nooit gevonden zou worden, was echter nimmer een reële optie voor hem geweest,” vertelde hij Eric, die hem water en koekjes gaf en hem al pratende moreel probeerde te ondersteunen, terwijl Monique en Andy zo goed en kwaad als dat ging terugrenden door de slingerende canyon om hulp te halen. “Toen de dagen verstreken (moet je je voorstellen: in T-shirt en korte broek ’s nachts in de vrieskou, overdag in die bloedhitte, hangend aan één arm en zittend op een geïmproviseerd zitje dat hij had gemaakt van touw en zijn harnas), concludeerde Aron rationeel dat hier maar één uitweg was: zichzelf lossnijdend bevrijden. Hij gebruikte zijn etsbroek om het bloed te stelpen en prepareerde dinsdag 29 april alvast een mitella. Hij bond zijn rechterarm af met klimtouw. Met zijn zakmes probeerde hij vervolgens anderhalve dag door zijn vlees te snijden, maar kwam nauwelijks door de huid. Laat staan door zijn botten. Donderdagochtend had hij uiteindelijk door met bruut geweld zijn gewicht te verplaatsen één voor één de twee botten van zijn onderarm gebroken, waarna hij loskwam en zijn arm afbond. Vervolgens is hij aan veiligheidstouw twintig meter aan zijn linkerhand de steile, zandstenen Bluejohn klif afgedaald, die hij zaterdag 26 april tot aan de top had willen beklimmen. Hij moet daarna nog zo’n negen kilometer hebben afgelegd voor hij ons eindelijk zag. Ongeloo ijk toch, na zoveel ontbering, pijn en bloedverlies. Na dagen zonder slaap en noemenswaardig eten en drinken.”

”Terwijl we samen terugliepen, verwonderde ik mij over Aron’s stevige tred door het mulle zand van de canyon. Hij moest er toch slecht aan toe zijn, concludeerde ik als EHBO-er. Toch bleek hij nog kracht genoeg te hebben om te gaan zitten om zand uit zijn schoenen te halen, te pauzeren, op te staan en mij te vragen zijn veters opnieuw te strikken. Tegelijkertijd verwonderde ik mij om zijn bijna onmenselijke geestelijke en lichamelijke kracht, zijn overlevingsdrang. Dit moest wel een supersurvivor zijn, een held van een zeldzaam soort. Zo zei hij, uitgedroogd als hij was, dagenlang geteerd te hebben op hele kleine slokjes van zijn eigen urine.”

Andy en Monique waren inmiddels in de buurt gekomen van een groep zoekende rangers, die waren opgetrommeld nadat er rond het middaguur door Aron’s moeder en vrienden alarm was geslagen en het kenteken van zijn truck was nagetrokken. De Nederlandse vakantiegangers wisten op een open plek een aan de verkeerde kant van het ravijn zoekende helikopter met armbewegingen de juiste richting in te dirigeren.

“Zo’n twintig meter verder kon de zwarte heli landen en uiteindelijk Aron oppikken, op nog geen anderhalve kilometer van zijn eigen jeep. Zwaargewond had hij het dus bijna op eigen kracht gered, al betwijfel ik ten zeerste of Aron het laatste steile stuk eigenhandig had kunnen klaren. Onder zijn zonnebril zag ik zijn ogen geregeld uitpuilen van vermoeidheid,” aldus Eric. “Twaalf minuten later arriveerde Aron in het Allen Memorial Hospital in Moab, waar hij tot ieders verbazing op eigen kracht de OK is binnengelopen.” Het gezin Meijer liet ondertussen hun gegevens achter bij de ranger die ze bij de Trailhead hadden ontmoet, waarna ze terugreden naar de camping in Green River om hun reisgenoten deelgenoot te maken van hun bizarre avontuur, waardoor ze Horseshoe Canyon nooit meer zouden vergeten.

Aron’s afgesneden hand met pols werd pas zondag 4 mei teruggevonden. Er waren dertien sterke kerels nodig om het

loodzware rotsblok in beweging te krijgen. Het had Aron uiteindelijk twee uur gekost om het vlees en de pezen door te snijden. “Ik had wel pijn, maar ik kon er tegen. Ik ging door,” vertelde hij tijdens zijn eerste persconferentie. “Ik denk dat het feit dat ik eindelijk iets kon ondernemen de amputatie heeft vergemakkelijkt.” Artsen vertelden hem later in het ziekenhuis dat wanneer hij uit zijn benarde positie zou zijn gered, zijn onderarm na vijf dagen beklemd te zijn geweest, hoe dan ook geamputeerd had moeten worden… Tot hun vertrek werd de familie Meijer in Amerika nagejaagd door Amerikaanse journalisten en televisiestations. Via NBC waren ze onder meer live te zien in alle staten van de VS, tijdens de ochtendeditie van de Today Show. Toen pas werd hen de impact duidelijk van hetgeen hen was overkomen: door hun ontmoeting met Aron waren ze wereldnieuws geworden! ”Goddank had ons reisgezelschap ook kinderen bij zich, zodat Andy ook zijn ei kwijt kon,” vertelt Monique. “Voor hem was het toch een uitermate schokkende ervaring geweest. Door er veel over te praten (met

Het slachtoffer zelf draagt na verschillende operaties en revalidaties diverse, uitstekend functionerende (sport) protheses. Daags na zijn zelfamputatie gaf Aron Ralston reeds lachend naar alle camera’s zijn eerste persconferentie. Zijn ster is sindsdien nog steeds rijzende. Hij groeide in recordtempo uit tot medialieveling, celebrity en een veelvuldig gehuldigd American Hero. Zo werd hij door het blad GQ in New York

“Ik zal in extremiteiten mijn uitdagingen blijven zoeken,” vertelde hij bij die gelegenheid. “Ik ga weer lange trektochten maken en actief deelnemen aan ultra-runs, adventure races, moutainbike-evenementen en bergbeklimmingen. Kortom: Ik zal doorgaan met het najagen van mijn dromen.”

Aron hield woord. Zo beklom de gehavende thrillseaker in de herfst van 2003 met succes voor de tweede keer Mount McKinley, met 6.194 meter de hoogste berg van Alaska. Als tweearmig alpinist had hij reeds op de 49 van de 59 hoogste bergen van Colorado gestaan, naast 33 toppen in andere staten hoger dan 4,2 kilometer. Daarnaast nam hij vijf maanden na zijn zelfamputatie deel aan de loodzware Adventure Duluth Race in Minnesota. Zijn team, de Green Chile Winds, nishte na twee dagen en zes duursportonderdelen (zwemmen, etsen, zeekajakken, skaten, hardlopen en bergbeklimmen) als 38ste in een veld van 72 teams, in een totaaltijd van 7 uur, 51 minuten en 24 seconden. Het leverde Aron een staande ovatie (en wederom veel publiciteit) op. zijn drieën, op school en met vrienden, kennissen en collega’s), hebben we het uiteindelijk kunnen verwerken. Zo vroegen we ons bijvoorbeeld af of we wel genoeg voor Aron gedaan hebben. Gezien de omstandigheden, hadden we het niet beter kunnen doen, was steeds weer onze conclusie.”

“Waar we wel erg veel moeite mee hadden, was de helden- of reddersrol waarin we constant door de media werden gedrukt. Daarom hebben we bijna alle Nederlandse interviewverzoeken resoluut afgewimpeld. We waren stomtoevallig op de juiste tijd op de juiste plaats. En hebben daarna de juiste beslissingen genomen. Meer niet. Aron Ralston heeft zichzelf gered. Hij is de held. Wij hebben hem slechts geholpen.” De Meijers voelen zich wel verbonden met hun held en hebben nog regelmatig contact met Aron. “Hij is ons oprecht dankbaar. Noemt ons ‘zijn door de hemel gezonden engelen’ en roemt ons kordate optreden. Dat heeft ons geraakt. We zijn vrienden voor het leven geworden. En zien hem bijna elke keer als we voor vakantie naar Amerika afreizen.”

dwong, dwars door de Grand Canyon,” vertelt Aron aan Highlife. “Het spoor volgend van ontdekkingsreiziger John Wesley Powell, de eenarmige majoor die in juli 1869 als eerste deze ruige rivier bedwong. In Zijn wereldwijd gepubliceerde boek ‘Between a Rock and a Hard Place’ werd een bestseller in 18 talen. In Nederland verscheen zijn relaas onder de titel ‘Klem’ bij uitgeverij Spirit/Kosmos. Het manuscript was ongelezen reeds goed voor miljoenen dollars. De rechten voor de verfilming gingen uiteindelijk naar de Engelse regisseur Danny Boyle (bekend van onder meer ‘Slumdog Millioniare’ en ’Trainspotting’). Het resultaat is getiteld ‘127 Hours’ (met een overtuigende James Franco als Aron Ralston) en draait vanaf 24 februari in de Nederlandse bioscoop. De recensies uit Amerika (waar de film op 5 november 2010 uitkwam) zijn alom lovend. De film staat ook voor diverse Oscars genomineerd. Al was de minuten durende amputatiescène voor

menig Amerikaan toch een beetje too much. ‘Publiek kotsend de zaal uit bij première,’ kopte De Telegraaf.

“Ik ben vrijwel onmiddellijk na mijn ongeluk gaan schrijven, hetgeen heel therapeutisch heeft gewerkt. Ik heb alle vijftien hoofdstukken in 14 maanden afgeschreven,” vertelt Aron. “Mijn protheses bevallen goed. De vraag is alleen steeds: hoelang houden ze het uit met mijn levensstijl. Inmiddels is mijn stompje volledig uitgehard. Hoewel ik soms nog overvallen wordt door de vreemde sensatie dat ik de vingers van mijn missende hand kan voelen.

Op zijn 30ste verjaardag is Aron met een camerateam van het ABC programma Dateline teruggekeerd naar de Canyon, voor het vervolg op zijn veelbekeken levensdocumentaire. “Mijn Nederlandse redders waren ook aanwezig. Ik heb daar toen de as van mijn gecremeerde rechter onderarm en hand uitgestrooid over de rots die mijn leven veranderde… Ik heb in 2003 een levensbedreigende fout gemaakt, maar heb een tweede kans gekregen. Heb het beste ervan gemaakt in een moeilijke situatie. Hopelijk leren anderen ervan en raken door mij geïnspireerd, ook in Nederland. Ik heb mijzelf echter nooit als held beschouwd. Nog steeds niet.”

2010 stond ik onder meer op de top van de Kilimanjaro in Tanzania. Voor 2011 staat Mount Everest op mijn verlanglijst, de hoogste berg ter wereld.” Hij (of zijn ouders) draven daarnaast al zeven jaar voor duizenden dollars per keer op in talkshows. De outdoorsspecialist is door zijn hachelijke avontuur een duurbetaald gastspreker geworden op congressen en schoolcolleges, die zich professioneel laat managen via het prestigieuze Keppler Nationwide Speakers Bureau. Via Internet gaan VIP-tafels (inclusief een meet and greet met Aron) van de hand voor 25.000 dollar. Zijn honorarium: 25.000 tot 37.000 dollar per lezing.

This article is from: