BIG magazine - RINO amsterdam | Jaargang 3 editie 2• 2024

Page 1


RINO amsterdam

Mark van der Meer en Nikola Suboticki

‘Cliënten kunnen elkaar in positieve zin confronteren’

Achtergrond

De klimaatcrisis is ‘de grootste bedreiging voor onze volksgezondheid’

Ingrid Wigard

‘Niets werkt zo goed als samen aan een onderzoek werken’

Gezichten van RINO amsterdam

Els van der Ven

De opleideling ‘Ik neem vaak een koude duik in de Gaasperplas’

Dag van de docent Mirella van Minderhout

COLOFON

BIG magazine is een uitgave van de BIG-opleidingen van RINO amsterdam. RINO amsterdam biedt opleiding en inspiratie aan professionals in de ggz en aangrenzende werkvelden. Het magazine verschijnt twee keer per jaar en is gratis voor praktijkopleiders, opleidelingen, docenten en anderen die betrokken zijn bij de huidige BIGopleidingen van RINO amsterdam.

UITGEVER

Martijn Lamberts

HOOFDREDACTIE

Willemijn Scholten

Marleen Rijkeboer

Els van der Ven

MARKETING EN COÖRDINATIE

Zosia Bolscher

REDACTIE

Zosia Bolscher

Esther Hemink

Félicia Keizer

Marjolein Koementas

Jeroen Knipscheer

EINDREDACTIE

WareWoordenWereld

CONCEPT

Sandera Krol | de Bladencoach

VORMGEVING/ DRUKWERK

Lidia Chericoni | Mazeline BV

REDACTIEADRES

Leidseplein 5 1017 PR Amsterdam redactie@rino.nl

Auteursrecht voorbehouden. Behoudens door de wet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming van de uitgever, die daartoe door de auteur(s) is gemachtigd.

Frisse inzichten en nieuwe gezichten

BIG magazine RINO amsterdam

De opleideling

Achtergrond

Dag van de docent

Geschiedenis van RINO amsterdam

Gezichten van RINO amsterdam

De loopbaan

Het Leidseplein

Column

Onderzoek

Nieuws

Het jaar nadert alweer zijn einde en Els, onze nieuwe hoofdopleider van de GZ-opleiding, is op dit moment voor de kerst naar Canada, zoals te lezen is in de rubriek Gezichten van RINO amsterdam. Mocht je meer over haar plannen met de opleiding willen weten, lees dan het uitgebreide interview dat te vinden is op onze website (scan de QR-code). Bij het ministerie van VWS wordt het definitieve adviesrapport van het programma Adaptieve Psychologische Vervolgopleidingen (APV) aangeboden. Er is door velen hard gewerkt en dit heeft tot mooie plannen geleid. Nieuwe tijden breken aan en Sven Kimenai doet relaas van zijn persoonlijke ervaring met de pilot van één onderdeel van het programma APV, de directe aansluiting master-GZ opleiding, zie hiervoor Opleideling in beeld.

Wij wensen je veel ontspanning tijdens de feestdagen en inspirerende leestijd in de donkere dagen met deze uitgave.

Fijne feestdagen!

Marleen & Els

Mark van der Meer en Nikola Suboticki:
‘Groepen kunnen zo'n verbindende kracht hebben!’

TEKST

Heleen Peverelli

FOTOGRAFIE

Christiaan Krop

ZZe kennen elkaar vanuit hun studie, zitten al twaalf jaar samen in een intervisiegroep en geven samen lessen groepsdynamica. De basiscursus hiervan is het eerste onderdeel van de opleiding tot groepstherapeutNVGP. Het is ook een vast onderdeel van de opleiding tot GZ-psycholoog. Nikola en Mark praten bevlogen over hun vak en vullen elkaar steeds enthousiast aan.

Dankzij deze rubriek valt het op dat elk vakgebied binnen de psychologie zijn eigen slag mensen heeft. Groepstherapeuten en systeemtherapeuten lijken extra sociaal. Klopt dat?

Mark: ‘Ja! Op het congres van de NVGP – de Nederlandse vereniging voor groepsdynamica en groepspsychotherapie – vind je de gezelligste mensen bij elkaar. Als we samen zijn, zijn we gelukkig.’

Welke groepsprocessen bestaan er volgens de groepsdynamica?

Mark: 'We maken allemaal deel uit van verschillende groepen. Daarbinnen bestaan universele groepsprocessen. Zo gaat iedere groep door verschillende fases. En dan heb je nog de mate van cohesie, die ontstaat al heel snel. Er is zo’n grappig oefeningetje, waarbij je de groep indeelt in A’s en B’s. En daarna zeg je tegen een A: O sorry, ik heb een foutje gemaakt, jij hoort toch bij de B’s. Mensen komen dan meteen in opstand!’

Nikola: ‘Cohesie kan gezond of ongezond zijn. Als die gezond is, kan dit prachtige processen op gang brengen binnen de groep. Ongezond is het als de harmonie boven ontwikkeling wordt gesteld: dat de groep elkaar zo aardig vindt dat ze elkaar daardoor niet durven te corrigeren. Dit kan leiden tot negatieve cohesie. In zo'n groep kun je niet jezelf zijn.’

Mark: ‘Groepen zijn ook eng, want potentieel destructief.’

Wat is er zo eng aan groepen?

Mark: ‘We hebben allemaal ervaringen met groepen die minder prettig waren: dat je gepest werd, eruit geduwd werd. Veel opleidelingen vinden groepsdynamica dan ook een spannend vak.’

Waarom worden opleidelingen nerveus van groepsdynamica?

Mark: ‘Het is spannend, want het gaat over onszelf. Ik vraag altijd tijdens de eerste lesdag: welk spook gaat er rond in het gebouw van RINO amsterdam? Welke verhalen worden er verteld over het vak groepsdynamica?’

Nikola: ‘Mensen denken dat er veel gehuild wordt. Achteraf zeggen ze altijd dat het erg is meegevallen.’

Wat is er mooi aan groepen?

Mark: ‘Groepen kunnen zo’n verbindende kracht hebben! Ik denk nu bijvoorbeeld aan mijn dochter, die heeft net de eindmusical gehad. Zo mooi, ik word weer emotioneel als ik eraan denk. Die groep van dertig twaalfjarige kids, die samen een heel intensieve periode afsluiten. Die samenwerking, dat plezier, die trots. Er stond een stotterend meisje op het podium, en de kinderen gingen daar zo tof mee om.’

Waarom is de basiscursus groepsdynamica het eerste onderdeel van de opleiding tot groepstherapeut-NVGP?

Mark: ‘Groepstherapie is een vak apart, waarbij je theorie en praktische vaardigheden goed in de vingers moet krijgen.’

Nikola: ‘We willen uitdragen dat groepstherapie een vak is waar je echt geschoold in moet worden. Niet zoals nu vaak gebeurt, dat een manager denkt: We hebben een wachtlijst, dus doe de cliënten dan maar samen in een groep. Dat is zonde, want een groep kan echt helpend zijn voor cliënten.’

‘Je moet het lef hebben om op het juiste moment achterover te hangen’

Mark: ‘Er zijn groepsbehandelingen die een vast protocol hanteren, zoals groepen die gericht zijn op psychoeducatie. Maar alsnog zet je mensen bij elkaar, dan kun je niet om het groepsproces heen en is dus extra kennis hierbij van groot belang.’

Wat voegt een groep toe aan behandeling?

Nikola: Cliënten steunen elkaar, kunnen veel van elkaar leren en kunnen elkaar ook in positieve zin confronteren.’

Mark: ‘Je creëert als groepstherapeut een veilige setting waarin mensen kunnen experimenteren met nieuw gedrag. Soms is het de eerste keer dat ze iets vertellen waar ze mee zitten of de eerste keer dat ze echt steun ervaren. Maar ze krijgen ook te horen van hun groepsgenoten: dit vind ik ingewikkeld aan jou. Ik gun alle cliënten dat ze dit mogen meemaken.’

Wanneer ben je een goede groepstherapeut?

Mark: ‘Als je het lef hebt om op de juiste momenten achterover te hangen en de groep zelf het werk te laten doen.’

Nikola: ‘De eerste keer dat ik dit meemaakte als therapeut, was ik bijna verdrietig. Ik dacht: ik zit er maar een beetje bij, wat voeg ik eigenlijk toe? Maar daarna was ik trots, dat de setting veilig genoeg was voor hen om zelf te werken.’

Mark: ‘Soms doen peers het zelfs beter dan een therapeut. Als je het goed begeleidt, kan een groep zo’n krachtig instrument zijn, ook bij ingewikkelde problematiek.’

Wat kan er misgaan bij groepstherapie?

Mark: ‘Veel! Bijvoorbeeld dat iemand vast komt te zitten in de zondebok-rol, dat hij uit de groep wordt geduwd. Openlijk of heimelijk. Als behandelaar kun je daar zelfs aan meewerken, dat je gaat denken: deze groep is beter af zonder deze persoon, want die snapt het niet goed. Daarom is het altijd heel belangrijk om te reflecteren. Dat je bedenkt: is dit een groepsproces om ingewikkelde gevoelens niet te voelen en te projecteren op één persoon, of is het passend?’

Wat moeten beginnende groepstherapeuten weten?

Mark: ‘Zij hebben meestal de stiekeme wens van controle. Maar dat gaat niet, een groep leidt een eigen leven. Je kunt wel bijsturen. Hoe? Net als bij opvoeden, daarin ben je ook steeds bezig met: in hoeverre laat ik het los, in hoeverre stuur ik bij en wanneer grijp ik echt in? Zoals gezegd helpt het om te reflecteren met anderen.’

Nikola: ‘Daarom hechten wij veel waarde aan vertraging en reflectie gedurende de basiscursus in de GZ-opleiding. Ik hoor vaak van opleidelingen: ik heb drie, vier jaar ervaring in de ggz, maar dit is de eerste keer dat ik achterover mag leunen en denken: Wat doet dit proces met mij?’

Hoe staat het met de groepsprocessen in de opleiding?

Mark: ‘Het is een soort Droste-effect: we laten ze reflecteren op hun eigen opleidingsgroep. Wat ze leren in groepsdynamica, ervaren ze ook in hun eigen opleidingsgroep. Pas dan valt het kwartje vaak echt.’

Nikola: ‘Door te ervaren, maken ze de vertaalslag van de theorie naar de praktijk. Ik vind het ook belangrijk om te vertellen over mijn eigen ervaringen als cliënt in een leertherapiegroep. Wij zaten bijvoorbeeld in die groep heel

dicht op elkaar gepropt, dan kun je onderzoeken: wat doet dat met je eigen spanning?’

Sinds kort heeft de hoofdopleider van de GZ-opleiding besloten om het vak uit te breiden van drie naar vijf dagen. Sindsdien is het als basiscursus groepsdynamica geaccrediteerd door de NVGP. Wat heeft dat voor gevolgen?

Nikola: ‘Sindsdien is er meer ruimte voor vertraging, voor gevoel. Om bijvoorbeeld te denken: wat doet het met mij als er stiltes vallen, of als ik niet gehoord word? Vertraging vind ik een belangrijk aandachtspunt in de GZ-opleiding. Als opleideling moet je namelijk veel tegelijkertijd doen, in korte tijd, bijvoorbeeld dat je allerlei kennis tot je moet nemen over bijvoorbeeld protocollaire behandelingen, in soms korte modules.’

Mark: ‘Na de basiscursus en supervisiereeks van 25 sessies kun je je laten registeren als groepstherapeut-NVGP. Als je dat wilt, kan je verder gaan om geregistreerd te worden als specialistisch groepstherapeut-NVGP.’

Jullie zijn ook jaargroepopleider, dan ben je een soort mentor?

Nikola: ‘Ja, ik ben jaargroepopleider voor de GZ-opleiding. Het idee is: hoe zorg je voor de GZ-groep zodat ze optimaal leren? Na het toelatingsgesprek begint het groepsproces al op de eerste lesdag. De groep ontwikkelt normen en waarden; hoe helpen we elkaar te ontwikkelen als psycholoog, hoe geven we feedback op een veilige manier, hoe steunen en bevragen we elkaar? Ruimte voor herkenning, en elkaar uitdagen.’

‘Groepen zijn ook eng, want potentieel destructief’

Mag je groepstherapie geven als je niet geregistreerd bent?

Tegelijk, lachend: ‘Wij vinden van niet!’

Mark: ‘Dan kan het sneller misgaan. Je zet bijvoorbeeld mensen met een depressieve stoornis bij elkaar omdat je denkt dat ze herkenning vinden, maar je hebt geen oog voor groepsprocessen. En vervolgens worden ze nog depressiever.’

Nikola: ‘En lopen ze weg met het idee: dat kan ik beter niet meer doen, in een groep gaan zitten.’

Mark: ‘Of je kunt mensen bij elkaar zetten, maar nog steeds individueel te werk gaan. Dan mis je de kracht van de groep, die zowel destructief als mooi kan zijn.’

Mark: ‘Zo tof dat jij dat doet, jaargroepopleider zijn en docent groepsdynamica. Je kent die groep dan door en door. De insteek is: zorg goed voor de groep, dan kun je het maximale eruit halen. Door echte aandacht, energie en tijd te geven aan wat ingewikkeld is voor deze groep.’

Nikola: ‘Er is elk halfjaar een reflectiedag, waarin we per persoon vragen: hoe gaat het met jou, hoe gaat het op je werkplek, hoe is je werk-privébalans, je belastbaarheid? Kun je maximaal profiteren van deze opleiding? En hoe gaat het met jullie als groep, is daar iets in nodig?’

Is de rol als jaargroepopleider niet tegenstrijdig soms?

Je wilt veiligheid bieden, maar je beoordeelt ook.

Nikola: ‘Ja, daar hebben we het als jaargroepopleiders vaak over. Met elkaar maar ook met de hoofdopleider. Als mentor moet ik naast iemand staan, maar als er iets niet goed loopt, moet ik dat wel weten en ik moet dat ook doorgeven aan de opleidingsmedewerkers en de hoofdopleider. Ik had het laatst nog, dat een opleideling vertelde: ik voel me niet fijn op mijn opleidingsplek, maar ik wil niet dat RINO dit met hen bespreekt, anders raak ik misschien mijn plek kwijt. Als jaargroepopleider moet je genuanceerd zijn. Het is dan je taak om goed te luisteren, na te gaan of de opleidingsplek veilig is, en als dat niet zo is de opleideling te steunen in hoe daar mee om te gaan, maar ook goed te informeren en gerust te stellen, bijvoorbeeld dat een opleideling niet zomaar de plek kwijt is en dat het belangrijk is dat de hoofdopleider weet wanneer het onveilig is.’

Is veiligheid het belangrijkste voor elke (therapie)groep?

Mark: ‘Ja, en de mate van de nodige veiligheid is afhankelijk van het doel van de groep en welke fasen ze moeten doorlopen om dit te bereiken. De veiligheid creëer je door in het begin duidelijkheid te bieden over wat men kan verwachten. Zo vorm je de basiscohesie, daarna kun je door. Sommige groepen blijven erin hangen.’

Nikola: ‘Dat is niet erg als dat het doel is; erkenning en herkenning.’

Mark: ‘Maar als het doel is om dieper te gaan en te onderzoeken welke valkuilen je steeds tegenkomt, ga je een stapje verder.’

Is de ene opleidingsgroep leuker dan de andere?

Mark: ‘Haha, iedere groep wil altijd weten of ze de leukste

‘Cliënten

kunnen elkaar in positieve zin confronteren’

zijn. Het grappige is: ik volgde laatst een incompanytraining en ik wilde precies hetzelfde weten, of wij de leukste groep waren!’

En, heb je een favoriete groep?

Mark: ‘Nee, zo denk ik niet. Het is net alsof je vraagt: wie is je meest favoriete kind? Ik ga altijd van een groep houden. En elke opleidingsgroep gaat door fases, soms is er irritatie, soms is het intens. Op sommige momenten begrijp je ze niet, of willen ze niks. Aan het eind moet ik ze loslaten en ben ik ontroerd. De cursus groepsdynamica is maar vijf dagen, maar toch voel je het afscheid wel.’

Nikola, jij bent geboren in Joegoslavië en opgegroeid in Noorwegen. Is dat nog van invloed?

Nikola: ‘Ik vind dat de groepen, zowel de opleidelingen als de groepsleiders, wel diverser zouden mogen zijn. In cultureel opzicht, leeftijd, geaardheid. De ggz-cliënten zijn heel divers en ik vind het belangrijk dat wij als hulpverleners ook divers zijn.’

Mark: ‘Ik weet nog wel dat ik bijna boos werd, toen lang geleden een docent van de universiteit tegen jou zei dat je misschien maar geen psycholoog moest worden, omdat je de taal niet goed genoeg sprak.’

Nikola: ‘Grappig, daar had ik zelf niet zo’n last van.’

In welke groepen zitten jullie zelf?

Mark: ‘Ik heb een leuke vriendengroep, daarin wordt veel geappt en bediscussieerd.’

Nikola: ‘Ik vond het grappig om te ervaren toen er nog dienstplicht was. Dan zit je in een groep met 25 willekeurige jongens vanuit het hele land en ontstaat er een band. Verderop had je precies dezelfde soort 25 jongens, maar daar ontstond er dan weer een heel andere groep.’

Mark: ‘Groepen zijn heel uiteenlopend. Het blijft magie: je zet mensen bij elkaar en er vormt zich een identiteit, een groepsdynamiek. Dat maakt het zo'n tof vak om te geven.’

Over Mark en Nikola:

Mark van der Meer is klinisch psycholoog/ psychotherapeut en specialistisch groepstherapeutNVGP in het Zaans Medisch Centrum, hoofddocent groepsdynamica van de GZ-opleiding en jaargroepopleider bij de KP-opleiding. Mark is ook bestuurslid van het NVGP.

Nikola Suboticki is klinisch psycholoog/psychotherapeut, specialistisch groepstherapeut-NVGP en supervisor schematherapie bij Trubendorffer Verslavingszorg, hoofddocent van het vak verslaving en jaargroepopleider bij de GZ-opleiding.

De opleideling

Sven Kimenai

Sven (31) woont in Amsterdam en zit in de pilot Aansluiting Master-GZ. Hierin is er extra aandacht voor de jonge ggz-professional die direct doorstroomt vanuit de universiteit.

“Ik ben dankbaar dat ik direct na mijn afstuderen in februari kon beginnen met de GZ-opleiding. Het is vervelend om te horen dat veel collega's lang moeten wachten voordat ze kunnen starten met hun GZ-traject. Zeker ook doordat de GZ-opleiding de kloof tussen universitaire kennis en de praktijk als psycholoog mooi overbrugt door ons direct in de diagnostiek, behandeling en relationele dynamieken te laten verdiepen.

De GZ-opleiding combineren met vier dagen werk kan een flinke klus zijn. In mijn vrije tijd neem ik vaak een koude duik in de Gaasperplas, wat me rust en verbinding met de natuur biedt. Ook muziek speelt een belangrijke rol in mijn leven. Ik heb thuis een kleine studio met diverse instrumenten, waar ik me meerdere keren per week terugtrek. Sommige weekenden pak ik mijn hangmat en ga ik met mijn broer de natuur in om te bushcraften, een vorm van kamperen met minimale uitrusting. Deze activiteiten en lichaamsbeweging zijn een essentieel onderdeel van mijn zelfzorg tijdens de GZ-opleiding. Aan nieuwe psychologen zou ik aanraden om actief aan hun eigen therapeutische proces te werken aan de hand van psychotherapie. Na de GZ-opleiding overweeg ik verschillende richtingen. Ik ben sterk geïnteresseerd in psychedelisch-ondersteunde therapieën en ik zou graag bijdragen aan dergelijk wetenschappelijk onderzoek. Ook ben ik, na een onderzoek naar ‘behandelingsresistente depressie’, nieuwsgierig naar verdere integratie van wildernistherapieën, ademwerk en koude blootstelling in de klinische praktijk. Andere opties zijn het starten van een eigen praktijk in de basis-ggz onder supervisie of werken voor de Verenigde Naties in het MiddenOosten aan psychosociale ondersteuning bij naoorlogse conflicten.

Gaasperplas Amsterdam, woensdag 08.04 uur

KLIMAATPSYCHOLOGIE IS EEN VAKGEBIED IN ONTWIKKELING

De klimaatcrisis is ‘de grootste bedreiging voor onze volksgezondheid’

WWe zitten als mensheid flink in de problemen. Bijna twaalfduizend jaar lang heeft de aarde een stabiele klimatologische periode gekend, het holoceen, waarin de natuur groeide en bloeide.

TEKST

Sara Helmink is online GZpsycholoog. Ze heeft meer dan twintig jaar ervaring in diagnostiek en behandeling bij diverse doelgroepen. Vanaf 2015 is zij werkzaam in haar eigen psychologiepraktijk. Als mede-oprichter van Stichting Klimaatpsychologie geeft ze sinds 2022 ook intervisie, workshops en presentaties over eco-emoties & klimaatpsychologie.

Cornelie van Kampenhout is GZpsycholoog in opleiding tot klinisch psycholoog en psychotherapeut.

Ze werkt in de kinder- en jeugdggz. Sinds 2023 is ze aangesloten bij Stichting Klimaatpsychologie, daarnaast is ze actief bij Extinction Rebellion.

Onder deze omstandigheden heeft ook de mens zich kunnen ontwikkelen tot wie we vandaag de dag zijn. Sinds de negentiende eeuw zijn we echter steeds meer fossiele brandstoffen gaan gebruiken en op grote schaal vee gaan houden, waardoor de hoeveelheden koolstofdioxide en andere broeikasgassen in de atmosfeer flink gestegen zijn. Hierdoor wordt er meer warmte vastgehouden dan dat er uitgestraald wordt en warmt de aarde langzaam op. Dit opwarmen is geen overzichtelijk lineair proces maar omvat een aantal ‘tipping points' 1: kantelpunten die een zelfversterkend effect zullen hebben op de opwarming. Er zijn aanwijzingen dat we op dit moment bezig zijn een aantal van deze kantelpunten te passeren. Kortom, als we geen halt toeroepen aan de stijgende temperatuur op aarde, zal dit leiden tot onomkeerbare schade aan ecosystemen, het uitsterven van soorten en uiteindelijk een onleefbare planeet voor toekomstige generaties.

De gevolgen van de klimaatcrisis zijn al wereldwijd zichtbaar. Er is steeds vaker sprake van extreme weersomstandigheden, het ijs smelt overal in hoog tempo en er is een gigantisch verlies van biodiversiteit gaande. Kinderen die nu geboren worden, zullen veel vaker met extreme situaties zoals overstromingen of langdurende hittegolven te maken gaan krijgen. Dit besef leidt bij mensen tot sombere gedachten en belast hun mentale veerkracht. Ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) maakt zich in toenemende mate zorgen om de (psychische) gevolgen van de klimaatcrisis en noemt deze ‘de grootste bedreiging voor onze volksgezondheid'.

Als reactie op deze ramp in slow motion zijn wereldwijd talloze mensen in actie gekomen en initiatieven gestart om de opwarming tegen te gaan. Ook de psychologie houdt zich hier sinds enkele jaren mee bezig in de vorm van het nog ‘jonge’ vakgebied

Klimaatpsychologie. Want als menselijk gedrag de oorzaak is van klimaatverandering, is het immers ook de oplossing. En laat gedrag nou net onze specialisatie zijn.

Binnen het vakgebied

Klimaatpsychologie zijn in Nederland grofweg twee richtingen te onderscheiden. Enerzijds helpen klimaatpsychologen mensen om meer duurzaam gedrag 2 te vertonen door bijvoorbeeld organisaties te begeleiden in hun duurzaamheidstransitie. Dit gebeurt middels educatie, training en advies over gedrag, veranderkunde en klimaatcommunicatie. Hierbij staat de vraag centraal hoe gedrag van (groepen) mensen effectief beïnvloed kan worden en wat hierbij goede strategieën zijn. Anderzijds helpen klimaatpsychologen mensen om te gaan met hun emoties 3 rondom de klimaatcrisis. Dit kan door zelf met mensen in gesprek te gaan, door aandacht te genereren voor het onderwerp of door bij te dragen aan maatschappelijke veerkracht.

Niet iedereen voelt dezelfde emoties over de klimaatcrisis of laat deze toe. Dit heeft onder andere te maken met de grootte en complexiteit van het onderwerp en met de berichtgeving door diverse media. Hoewel onderzoek laat zien dat meer dan zeventig procent van de mensen zich zorgen maakt 4, gaat iedereen anders met deze pijn en machteloosheid om. De coping- of afweermechanismen die mensen hanteren zijn grofweg te verdelen in drie categorieën 5. Sommige mensen zijn meer actiegericht en veranderen hun gedrag, sluiten zich aan bij milieubewegingen of proberen anderen aan te zetten tot gedragsverandering. Anderen zijn meer sociaal gericht en delen hun

emoties met anderen en zoeken verbinding. Ook is een emotiegerichte copingstijl te onderscheiden bij mensen die optimistisch blijven of juist geen hoop meer hebben en het opgeven. Hoe gek het ook klinkt, ook dit laatste geeft een gevoel van controle. Voor zowel het optimisme als het pessimisme geldt echter dat wanneer je je te veel in één van beide uitersten bevindt, dit niet realistisch en helpend is en maakt dat je niet meer in beweging komt. Tot slot zijn er ook mensen die de situatie ontkennen of vermijden, wat eveneens onder de emotiegerichte copingstijl valt. Dikwijls is er sprake van een combinatie van copingstijlen.

‘Als menselijk gedrag de oorzaak is, is het ook de oplossing’

Mensen kunnen een breed spectrum van eco-emoties voelen bij de klimaatcrisis 6. Hierbij staan vooral ‘negatieve’ emoties op de voorgrond, hoewel mensen ook positieve emoties zoals gevoelens van verbinding en betekenisgeving kunnen ervaren. Wat betreft de moeilijke gevoelens worden bijvoorbeeld woede, verdriet, schuld of schaamte gevoeld. Het is belangrijk om te beseffen dat deze emoties niet pathologisch van aard zijn. Sterker nog, het is een zeer adequate reactie dit te voelen bij een zo existentiële crisis als de huidige ecologische ontwrichting; het betekent dat je een empathisch mens bent met liefde voor de aarde.

Bovendien sturen emoties ons gedrag aan en helpen ze ons, wanneer we er contact mee hebben, om tot gedragsverandering te komen. Zo is uit onderzoek gebleken dat woede (jegens politici of grote bedrijven die onvoldoende urgent handelen) vaker leidt tot klimaatactivisme 7, wat weer druk zet op beleidsmakers en het systeem. Verdriet en gevoelens van rouw (bijvoorbeeld over wat er al verloren is gegaan aan biodiversiteit of over de veranderende seizoenen) zijn eveneens waardevol. Iedereen die ooit een grote verlieservaring heeft meegemaakt weet dat dit, mits we ruimte geven aan verwerking, kan leiden tot nieuwe inzichten en betekenisgeving. Ook geldt dat wanneer we deze gevoelens delen, we meer verbondenheid ervaren met anderen. Schuldgevoelens werken als een zaklamp die licht schijnt op onze waarden. Het helpt om te ontdekken waar ons gedrag nog niet in overeenstemming is met onze (groene) waarden en wat we anders kunnen doen.

Wat in onderzoek 8 naar voren komt, is dat we structureel onderschatten hoeveel zorgen andere mensen zich maken over de klimaatproblematiek. Daarom praten we vaak weinig over onze zorgen. Klimaatgesprekken 9 zijn echter een krachtig veranderinstrument en cruciaal voor gedragsverandering. Door het uitspreken van je zorgen en door te laten zien wat jij al doet om duurzamer te leven, beïnvloed je bovendien de mensen om je heen. Dit noemen we het vergroten van je handafdruk, als aanvulling op het

verkleinen van je voetafdruk. Wat kunnen ggz-professionals nu eigenlijk met klimaatpsychologie?

Mensen zullen niet massaal aankloppen bij de ggz met klimaatgerelateerde emoties, en dat is maar goed ook. Omdat klimaatstress niet pathologisch is, kun je een groep gelijkgestemden opzoeken en je aansluiten bij bijvoorbeeld een milieubeweging of duurzaamheidsinitiatief. Ook zijn er allerlei (online) zelfhulp initiatieven 10 waar mensen hun gevoelens en gedachten kunnen delen met anderen. Toch zullen er ook mensen zijn die wel vastlopen in bijvoorbeeld angst of hopeloosheid over de toekomst en daardoor niet meer kunnen functioneren. Dit kan tot uiting komen in een losstaande hulpvraag in de ggz of als onderdeel van een breder klachtenpakket.

Overigens is het goed mogelijk dat klimaatstress al vaker een rol speelt bij onze cliënten dan wij vermoeden 11, maar dat we er nog geen aandacht voor hebben. Het is voor de meeste behandelaren niet gangbaar om ernaar te vragen. Mogelijk speelt hierin mee dat onze eigen copingmechanismen het onderwerp op afstand houden, deze crisis gaat immers ook over ons.

Wanneer je met kinderen en jongeren werkt, is het goed om te weten dat zij opgroeien met het besef dat hun toekomst onzeker is en dat veel jongeren zich hier zorgen over maken. Niet iedereen ervaart echter de ruimte om hun zorgen hierover thuis of op school te delen. Sommige jongeren voelen zich daardoor alleen of zelfs

in de steek gelaten door de generaties boven hen, wat we kunnen zien als een vorm van moral injury 12. Ook deze jongeren adviseren we om steun te zoeken bij een groep gelijkgestemden zoals de Jonge Klimaatbeweging of Fridays for Future. Binnen het onderwijs zijn en worden bovendien volop initiatieven ontwikkeld om duurzaamheid en klimaat een plek te geven in lespakketten 13 .

Het is onvermijdelijk dat, met het toenemen van de ernst van de klimaatcrisis, het onderwerp steeds vaker onze spreekkamer binnenkomt. Stichting Klimaatpsychologie heeft daarom een toolkit voor

‘Te veel optimisme of pessimisme zorgt dat je niet meer in beweging komt’

onderwijs in de opleidingen van ggz-professionals. Binnen diverse instellingen zijn er al duurzame aandachtsfunctionarissen of ‘green teams’ die zich hiermee bezig houden.

Ook jij kunt een bijdrage leveren aan het vergroten van het bewustzijn over dit onderwerp; het is immers bij uitstek onze vaardigheid als psycholoog om het gesprek aan te gaan over moeilijke of existentiële onderwerpen. Laat het thema bestaan, zowel voor jezelf, op je werk als in je omgeving. Je kunt als professional veel betekenen op het gebied van duurzaamheid door er simpelweg over te praten. Zo doorbreken we de ‘circle of silence’ en dragen we bij aan het ‘social tipping point’ 15; het moment dat de sociale normen veranderen en mensen massaal duurzaam gedrag gaan vertonen. Dit is een kantelpunt dat we wél mee willen maken.

behandelaren 14 ontwikkeld die gratis te downloaden is. In deze toolkit wordt gebruikgemaakt van ingrediënten uit verschillende behandelrichtingen zoals CGT, ACT en schematherapie. Ook zijn in de literatuur inmiddels meerdere casusbeschrijvingen beschikbaar.

Op meso-niveau kunnen we werken aan een klimaatbestendige ggz in de breedste zin van het woord. Hierbij kun je denken aan het verduurzamen van gebouwen, bedrijfsvoering en financiën tot het stimuleren van groen gedrag van medewerkers, het bieden van een passend therapieaanbod en het opnemen van klimaatbewust

Onlangs is in Nederland het boek Klimaatpsychologie 16 verschenen en is de master Klimaatpsychologie aan de Hogeschool van Amsterdam 17 gestart. Er lijkt hiermee een nieuw vakgebied te ontstaan waarbij psychologen niet alleen bijdragen aan de mentale gezondheid van mensen, maar ook aan het behoud van een leefbare aarde. Want die aarde, dat zijn wij.

Scan de QR-code om naar de literatuurlijst te gaan. (rino.nl/big-magazine)

De dag van Mirella van Minderhout

Mirella van Minderhout is Orthopedagoog-Generalist (NVO-OG), Cognitief Gedragstherapeut VGCt, Supervisor NVO en NIP, en Onderwijskundige. Bij RINO amsterdam is ze docente bij de OG-opleiding, Schoolpsychologie en Nascholing. Van oorsprong is Mirella leerkracht en ze heeft twee studies (Onderwijskunde en Orthopedagogiek) afgerond. Na een baan bij een onderwijsbegeleidingsdienst is ze gestart met haar bedrijf Bureau MIND. Samen met twee universiteiten heeft ze de interventie LLInC: Relatiegerichte Reflectie met professionele opvoeders ontwikkeld om leerkrachten en opvoedprofessionals te ondersteunen.

7.00 uur Het gezin verzamelt zich bij het keukeneiland voor het ontbijt en het smeren van broodjes.

TEKST

Marjolein Koementas

FOTOGRAFIE

Christiaan Krop

Tussen 7.30 en 8.00 uur

De auto in en luisteren naar Radio 1 of een podcast.

9.30 uur Online training geven.

13.00 uur Lezing op een congres.

Mirella heeft een partner, drie kinderen (elf, dertien en vijftien jaar) en staat vol in het leven. Ze heeft een afwisselende werkweek, van materialen ontwikkelen (bijvoorbeeld e-learnings), supervisie geven, overleggen met beleidsmakers tot reizen door het land voor het geven van trainingen. Mirella is goed op de hoogte van haar vakgebied door het luisteren naar de radio, gesprekken met collega’s en ervaringen in de praktijk. Theater is een bron van inspiratie. Ze houdt van gezellig en uitgebreid eten, met vrienden afspreken en tripjes maken met haar gezin.

Voor Mirella is het van belang om het kind altijd in de context te zien, alleen op individueel niveau diagnostiek of behandeling inzetten is onvoldoende. Ze vindt dat er in het onderwijs meer aandacht nodig is voor de pedagogische-

uur Even mail bijwerken.

en gespreksvaardigheden, waarbij de kennis vanuit de jeugdzorg en CGT meer geïntegreerd kan worden. Hierdoor zouden opvoeders en scholen beter begrijpen hoe ze kinderen kunnen ondersteunen waardoor er uiteindelijk minder zorg nodig is: “Het pedagogisch schip moet sterker worden in plaats van veel reddingsbootjes met zorg optuigen.” Doelmatig en effectief werken is van belang in samenwerking, met een ‘critical-friend blik’ naar jezelf. Mirella: “Ik vind het heerlijk als mensen vol inzichten, inspiratie en energie de deur uitgaan en trots zijn op hun vak!”

20.30 uur Wisselende activiteiten.

6.30 De wekker gaat 7.00 Het gezin ontmoet elkaar om het keukeneiland: samen ontbijten, broodjes smeren 7.30-8.00 De deur uit, de auto in en Radio 1 of een podcast opzetten 9.00 Koffieapparaat zoeken en de dag voorbereiden 9.30 Geven van een (online) training, overleg of ontwikkelen 12.00 Lunch 13.00 Verder met de training of lezing op een congres 17.00 Even napraten en mail bijwerken 17.15 In de auto, bellen met collega’s en met dochters de dag doornemen, lekker de dag ‘wegzingen’. 18.30 Samen met het gezin eten 19.30 Met hond Pepper in het bos wandelen, dan kom ik op de beste ideeën 20.30 Wisselende activiteiten, van padellen of met vriendinnen afspreken tot helpen met huiswerk 23.00 Is richttijd om naar bed te gaan, red ik meestal niet

17.00

1907

In 1907 verbouwt Gerardus Johannes de Boer een pand aan het Leidseplein tot Café Moderne, een café-restaurant en tabakswinkel. In de jaren twintig wordt het versierd met opvallende lichtreclame van De Gruyter. Eind jaren vijftig krijgt het de naam de Heineken Hoek. Wat gebeurde er nog meer in 1907?

• 1 januari Nederland voert een Zondagswet in. Het verrichten van activiteiten op zondag wordt hiermee beperkt • 21 februari Bij een scheepsramp met het stoomschip Berlin bij Hoek van Holland komen 128 mensen om het leven. Onder hen de autofabrikant Hendrik-Jan Spijker • 15 maart Finland verleent als eerste land het recht aan vrouwen om te stemmen en om gekozen te worden in het parlement • 14 april Het Nederlands

Elftal speelt zijn eerste wedstrijd in een oranje shirt en witte broek • 14 mei

Er vindt een bijeenkomst plaats voor de oprichting van de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen. De viering gaat gepaard met een parade en demonstraties op het IJ • 24 juni De Vereniging tot Bestrijding van het Nieuw-Malthusianisme richt een verzoek aan de gemeenteraad. Zij streeft naar een verbod op propaganda voor anticonceptiemiddelen • 30 juli De eerste steen wordt gelegd voor de bouw van het Vredespaleis in Den Haag • 17 augustus Dankzij het aannemen van de Spoorwegwet mag het spoorwegnet in Nederland uitbreiden • 12 september In Amsterdam vinden bijeenkomsten plaats ter ondersteuning van het uitbreiden van het vrouwenkiesrecht in Nieuw-Zeeland.

Prominente feministen sluiten zich erbij aan • 15 oktober De Nederlandse Vrouwenbeweging houdt het eerste congres in Amsterdam • 28 november De eerste officiële luchtpostdienst opent zijn deuren tussen Haarlem en Amsterdam. Een belangrijke stap voor de post- en communicatiediensten in de hoofdstad • 31 december Parijs heeft de eerste elektrische klok.

Els van der Ven

Wat is jouw functie bij RINO amsterdam?

‘Ik ben hoofdopleider van de GZ-opleiding. In deze rol houd ik me onder andere bezig met het curriculum en ben ik eindverantwoordelijk voor de beoordeling en voortgang van de opleidelingen.’

Wat wilde je later worden toen je klein was?

‘Van jongs af aan ben ik gefascineerd door orka’s, dus ik wilde vroeger bioloog worden en dan op een boot werken om het gedrag van orka’s te bestuderen en observeren. Ik wilde die kant op, of toch meer richting de Geneeskunde of Psychologie. Toen ik een studiekeuze moest maken, ben ik zelfs nog gaan kijken bij de studie Oceanografie, maar dat bleek een combinatie te zijn met Sterrenkunde en daar had ik niet zo veel mee. Daarom heb ik die kinderdroom laten varen en ben ik Psychologie gaan studeren. Al lijkt bioloog me nog steeds een erg mooi beroep; lekker in de natuur.’

Wat is voor jou het decembergevoel?

‘Dat is wel echt Kerstmis! Mijn partner is Canadees en wil de kerstmuziek in november al aanzetten, maar we hebben nu afgesproken dat het pas na Sinterklaas mag. We vieren kerst altijd in Canada met mijn schoonfamilie en daarom horen sneeuw, kou en schaatsen voor mij ook echt bij december.’

Wat zijn je goede voornemens?

‘Veel tijd met mijn gezin doorbrengen. In 2025 wil ik even geen nieuwe banen en rollen aannemen. Ik werk niet alleen als hoofdopleider, maar ook als universitair hoofddocent en als GZ-psycholoog.’

Welk boek raad je onze lezers aan?

Ik hou van alle boeken van Annejet van der Zijl. Ze schrijft prachtige biografieën. Ik vind het historische aspect heel interessant, maar ook het menselijke aspect waarin ik iemands levenspad en -keuzes probeer te begrijpen. Specifiek zou ik De Amerikaanse prinses aanraden, dat is een mooi boek over een vrouw die haar tijd ver vooruit was.’

De loopbaan van ... Ingrid Wigard

P-opleider en klinisch psycholoog-psychotherapeut Ingrid Wigard heeft erover nagedacht wat een rode draad is in haar leven en loopbaan. Dat is verantwoordelijkheid. ‘Als kind was ik vaak sterk gericht op hoe mijn gezinsleden zich voelden.’

I‘Ik was een vrolijk kind, maar ook veel bezig met het welzijn van anderen. Ik was niet onbevangen, misschien heb ik iets te weinig gespeeld.’

Na haar jeugd in Hoorn ging Ingrid, net als de meesten van haar vrienden, direct na het vwo studeren. Het werd Psychologie aan de UvA in Amsterdam. ‘Ik had geen behoefte aan wereldreizen naar India of Nepal. Ik vond het logisch om gewoon te gaan studeren, mijn drie jaar oudere zus studeerde ook al in Amsterdam.’

Dat het psychologie zou worden, had ze vanaf haar zestiende al bedacht. ‘Met vriendinnen sprak ik uren over wat mensen bewoog.’ Ze koos voor Klinische psychologie en A&O. Dat laatste vanwege haar vader, die leidinggevende was bij een bank. ’s Avonds aan de eettafel deelde hij verhalen over zijn werk, werknemers met spanningsklachten en de impact van managers. ‘Werk is een belangrijk onderdeel van je leven, dat kreeg ik mee. Dan is het belangrijk dat je je daar goed voelt.’

als ze was, kreeg ze meteen al een fikse verantwoordelijkheid: ‘Ik gaf trainingen bij ziekenhuizen, we trainden teams die bijvoorbeeld een conflict hadden met leidinggevenden. Daarnaast zag ik individuele cliënten met arbeidsgerelateerde problemen.’

De grote verantwoordelijkheid begon toch wat op haar te drukken, zeker toen ze ook nog moeder werd. Toen ze 28 was, werd haar zoon geboren. ‘Dat was een keerpunt, ik moest meer voor mezelf gaan kiezen. Ik heb mijn baan bij het organisatieadviesbureau opgezegd en ging drie dagen in de week werken bij de Riagg in Zaandam. Ik wilde de therapiekant op, meer de diepte in.’

TEKST

Heleen Peverelli

FOTOGRAFIE

Christiaan Krop

Tijdens haar studie liep ze stage bij een bedrijf dat trainingen gaf aan personeel en na haar studie kon ze meteen aan de slag bij een organisatieadviesbureau. Zo jong

Niet dat ze het rustig aan ging doen: er volgden de opleiding Cognitieve gedragstherapie en de verkorte GZ-opleiding. Ondertussen werd ook nog haar dochter geboren en verhuisde het gezin naar IJburg. ‘Het was een pittige tijd, maar wel heel leuk. Ik heb altijd van werken gehouden. En ik kon de opvoeding goed delen met mijn man. Hij ging bijvoorbeeld mee met de schoolreisjes, daar is hij beter in.’

Bij de Riagg had ze het erg naar haar zin: ‘Er heerste een ontspannen sfeer, met collega’s die ook kinderen hadden. Het werken in

grotere teams beviel me goed. En feitelijk ben ik daar nooit meer weggegaan.’ De Riagg ging op in ggz Dijk en Duin, en dat werd weer overgenomen door de Parnassia Groep. Daar is ze inmiddels P-opleider en klinisch psycholoogpsychotherapeut.

Zodra haar jongste op de basisschool zat, volgde Ingrid van 2007 tot 2010 de KP-opleiding bij RINO amsterdam. ‘Daar kwam mijn affiniteit met organisaties – beleid, innovatie, management – mooi samen met de therapiekant. In de KP-opleiding leer je ook hoe je de zorg efficiënt kunt organiseren.’

Na de opleiding werd ze dan ook manager bij PsyQ Haarlem. Ook heeft ze de zorglijn Diagnostiek binnen PsyQ opgezet. ‘Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in hoe we de zorg inhoudelijk kunnen verbeteren en goed kunnen organiseren.’

Daarnaast doet ze onderzoek naar PTSS bij volwassenen met vroegkinderlijk trauma. Onderzoek ziet ze ook als een vorm van teambuilding. ‘Niets werkt zo goed voor een team als samen aan een onderzoek werken: het geeft energie, het helpt om iedereen doelgerichter te laten werken. Nu zijn we bijvoorbeeld bij PsyQ Purmerend bezig met clinical trials om cliënten in twaalf sessies te behandelen voor PTSS. Zo’n onderzoek schept duidelijke voorwaarden voor de therapeuten; zij krijgen veel supervisie en intervisie. Bij dit onderzoek ervaren de therapeuten dat twaalf sessies vaak genoeg is, dat ze mogen afsluiten zonder dat dit de cliënt schaadt, uiteraard na goede evaluatie. Zo’n onderzoek houdt iedereen scherp en beter ingebed in de organisatie.’

In 2015 stopte ze als manager en is ze P-opleider geworden bij Parnassia, Noord-Holland, met 65 opleidelingen onder zich. ‘Zorgen dat jonge professionals optimaal kunnen leren in een prettige en stimulerende omgeving, vind ik belangrijk.’

Een glanzende carrière dus met alleen maar successen?

‘Nee, sindsdien zijn er ook dingen gebeurd die niet zijn gelukt. Twee jaar geleden werd een afdeling bij PsyQ

Amsterdam opgeheven, die ik zeven jaar eerder had opgericht en waarin ik veel energie had gestopt.’

Ook kreeg ze in november 2018 een ernstig ongeluk: ‘Ik

‘Het gaat niet altijd zoals je zou willen’
‘Niets werkt zo goed als samen aan een

werd als voetganger aangereden door een scooter die vijftig kilometer per uur reed. Ik was even buiten bewustzijn en had een hersenkneuzing. Ik was altijd een workaholic geweest, maar nu deed mijn hoofd niet meer mee. Ik was misselijk, prikkelgevoelig, gesprekken gingen niet meer. Het kostte me drie jaar revalidatie om echt hersteld te zijn.’

Ze heeft ervan geleerd. ‘Ik heb moeten loslaten. Je kunt ergens veel energie en wilskracht instoppen, maar het gaat niet altijd zoals je zou willen. Ik ben accepterender geworden, rustiger. En daarmee een betere therapeut.’

CV

Ingrid Wigard

1972 Geboren in Den Helder

1990-1996 Klinische Psychologie en Arbeids- en Organisatiepsychologie UvA

1996-2002 Werkzaam bij Organisatieadviesbureau

2003 GZ-psycholoog en Lid VGCt

2007 - 2010 Opleiding tot Klinisch Psycholoog RINO amsterdam

2002-heden Parnassia Groep en haar voorgangers (Riagg Zaandam, ggz Dijk en Duin) behandelaar, manager, programmaleider diagnostiek en trauma, onderzoeker, P-opleider

Ingrid.....

zingt al sinds haar 25e wekelijks in een zanggroep, waarmee ze optreedt en elk jaar een workshop doet in Spanje .... heeft een Volkswagenbusje waarmee ze vaak op pad gaat.... zegt: ‘Ik heb het te weinig spelen in mijn jeugd wel ingehaald!’

Wie is je grote voorbeeld?

‘Collega’s die ik erg inspirerend vind, weten wijsheid, bescheidenheid, een stevige interventie en engelengeduld met elkaar te combineren. Als ik me te veel opwind, trek ik me op aan de rust die zo iemand weet te bewaren.’

Wat staat er nog op je bucketlist?

‘Geen andere dingen dan die ik nu graag doe, maar daar meer tijd aan besteden zoals familie, vrienden, zingen, concerten, musea, films en door Europa reizen.’

Welk boek heeft jou beïnvloed?

‘Waarom krijgen zebra’s geen maagzweer van Robert M. Sapolsky. De heldere speelse uitleg hoe lichaam en geest samenwerken, heeft mij als beginnend therapeut enorm geholpen. De metaforen gebruik ik tot op de dag van vandaag nog in mijn werk.’

Wat is je levensmotto?

‘Echt lastig, ik leg me niet graag vast met een motto. Misschien juist dat je altijd ergens op terug kan komen. Dat hoor ik mezelf tenminste regelmatig zeggen.’

Psychologie diploma-uitreiking door Walter Everaerd, 1996

Foto PsyQ Amsterdam bij interview profiel Klinisch Psycholoog, 2015

Tijdens een optreden acht jaar geleden met mijn zanggroep

Op vijfjarige leeftijd in de tuin

Opleideling

van de GZ-2022B

Nick Drenth

Nick is groepsvertegenwoordiger van de GZ-opleiding GZ2022-B, gestart in september 2022. Hij woont in Uithoorn en reist met de bus en tram naar RINO amsterdam. De opleidingsgroep kreeg op de eerste dag al enkele tips voor een lekkere lunch of vrijdagmiddagborrel en daar zijn de afgelopen twee jaar nog wat leuke locaties bijgekomen.

La Place

De perfecte locatie om de opleidingsdag te beginnen, met een koffie of sapje en ontbijt. Vooral handig voor de laatkomers onder ons om met een paar minuten voor half tien nog even wat cafeïne te scoren! Leidsestraat 98.

Raam Amsterdam

We waren als opleidingsgroep het eerste jaar vooral hier te vinden. Veel keuze aan versbelegde broodjes en (meestal) genoeg zitplaatsen. Leuk om vanuit daar nog even een wandeling door de stad te maken. Raamdwarsstraat 3.

TEKST

Zosia Bolscher

FOTOGRAFIE

La Pace | instagram.com/raam_amsterdam/ thesandwichbar.nl | /cafepieper.nl

The Sandwich bar

De naam verklapt het al; hier kun je ook heerlijke broodjes halen en je laten verrassen door het broodje van de maand. In tegenstelling tot sommige broodjeszaken is het hier vaak goed te doen qua drukte. Nassauade 378 H.

Café Pieper

De Ebeling

Omdat de groep op vrijdag de lesdag had, was de vrijmibo-sfeer altijd wel aanwezig. In De Ebeling kun je een lekkere borrel en snacks bestellen én er is altijd genoeg ruimte als je met een wat grotere groep bent. Overtoom 52.

De Brabantse Aap

Dit is de ideale plek als je én een borreltje wilt doen én nog wil blijven hangen om een hapje te eten. Je kunt er ook lekkere biertjes bestellen van de Amsterdamse Brouwerij De Bekeerde Suster. Spui 30.

In de wat koudere herfst- en winterdagen vonden we het als groep fijn om knus in een cafeetje te zitten. Je kunt daar lekkere biertjes en ouderwetse borrelhapjes bestellen met een gezellig kaarslicht op de tafel. Prinsengracht 424.

Een spannende nieuwe ontwikkeling

‘We hebben geen concessies gedaan’

In september 2024 zijn we gestart met een incompany OG-traject bij een landelijke instelling voor cliënten met een verstandelijke beperking. Deze instelling heeft ervoor gekozen om in één klap zeventien orthopedagogen op te leiden tot Orthopedagoog-Generalist. Wij vonden het een krachtige beslissing en een vraag om serieus te nemen. Het besluit om deze incompany aan te bieden leidde tot gemengde reacties bij onze collega-hoofdopleiders. De eerste vond het een goed idee en wenste ons veel succes, de tweede raadde het ons zonder meer af en een derde stelde kritische vragen over het generalistische karakter van de opleiding in relatie tot opleidelingen die allemaal uit eenzelfde werkveld komen.

Dit zijn bedenkingen die we ook serieus nemen. Als je een incompany opleidingstraject organiseert, moet je ervoor zorgen dat de basis van de opleiding hetzelfde blijft. Hoe hebben we dit aangepakt? We hebben geen concessies gedaan aan de eisen ten aanzien van opleidelingen, werkbegeleider, cursorisch aanbod en praktijkervaring. Daarnaast moet de opleidingsgroep met een gevarieerde cliëntengroep te maken hebben. Denk bijvoorbeeld aan doelgroep, leeftijd van cliënten en ernst van de beperkingen. Verder hebben we gecontroleerd dat P-opleider en praktijkopleider voldoende tijd beschikbaar hebben om de ontwikkeling van zo’n grote groep opleidelingen goed te kunnen volgen. Ook vonden we het belangrijk om vooraf een solide selectieprocedure af te spreken. En wij roosteren meer evaluatiemomenten in om vinger aan de pols te houden.

We zullen jullie op een later moment informeren over onze ervaringen!

Nieuwsgierig naar de OG-opleiding of naar onze ervaringen tot nu toe? Neem dan contact op met onze manager via info@rino.nl.

Liesbeth Luycx (links) is samen met Helma Koomen hoofdopleider bij de OG-opleiding van RINO amsterdam.

PATIËNTEN MEER TEVREDEN ALS HUN VOORKEUREN MEEWEGEN

Het effect van patiëntvoorkeuren op de behandeling bij depressie

Eline Eigenhuis werkt als klinisch psycholoog – psychotherapeut bij ggz inGeest, zorglijn angst en depressie. Naast het klinisch werk is Eline praktijkopleider en doet ze promotieonderzoek (i.s.m. Amsterdam UMC) naar het verbeteren van behandelingen voor mensen met angst- en depressieve stoornissen.

VVoor angststoornissen en depressie zijn verschillende evidence-based behandelingen beschikbaar 1 .

Patiënten blijken steeds vaker de voorkeur te hebben voor een bepaalde therapievorm 2. Zorgstandaarden adviseren dan ook om patiëntvoorkeuren te bevragen en mee te wegen in een proces van ‘gezamenlijke besluitvorming’ 3,4. Enerzijds wordt het meenemen van patiëntvoorkeuren in behandelkeuze gezien als het recht van een patiënt 5, anderzijds zijn er aanwijzingen dat dit de behandeluitkomst en therapietrouw kan verbeteren 6,7. Het verbeteren van de behandeluitkomst en therapietrouw bij angst- en depressieve stoornis is van belang; slechts een beperkt aantal patiënten met angststoornissen (tussen 25% en 50%; 8,9) en depressieve stoornissen (tussen 26% en 38%; 10,11) bereikt in remissie na psychotherapie of farmacotherapie. Naast dit beperkte klinische resultaat is therapietrouw vaak een probleem 12,13 .

De bekendste vorm die rekening houdt met patiëntvoorkeuren is Shared Decision Making (SDM) 14. Een proces, waarbij patiënt en behandelaar, al dan niet ondersteund door een beslistool, in een aantal sessies samen tot een beslissing komen over de in te zetten behandeling. Naast SDM zijn er andere manieren, vaak minder uitgebreid, om rekening te houden met de voorkeur van de patiënt,

Scan de QR-code om naar de literatuurlijst te gaan. (rino.nl/big-magazine)

bijvoorbeeld door deze te laten kiezen tussen verschillende evidence-based behandelingen, of de inhoud of vorm van een behandeling te laten kiezen.

Eerder onderzoek naar het effect van patiëntvoorkeuren op behandeluitkomst laat kleine maar positieve effecten zien 6,15-17. Dit onderzoek werd voornamelijk uitgevoerd onder mensen met uiteenlopende psychopathologie of somatische aandoeningen. Om te onderzoeken in hoeverre het meewegen van patiëntvoorkeuren van invloed is op de behandeluitkomst, tevredenheid en therapietrouw bij angst en depressie, voerden we binnen ggz inGeest een meta-analyse uit.

We vonden dat rekening houden met patiëntvoorkeuren geen effect had op behandeluitkomst (d=0.06, p=0.16, n=23 studies). Wel werd er een klein positief effect gevonden op patiënttevredenheid (d=0.33, p=0.01, n=6 studies) en op therapietrouw (OR=1.55, p< 0.001, n=22 studies). Er bleken grote verschillen in de definitie en operationalisatie van ‘patiëntvoorkeuren’ tussen de studies. Ook werd duidelijk dat de effecten van patiëntvoorkeuren vooral bij depressie onderzocht zijn en nauwelijks bij angststoornissen.

Voor de klinisch praktijk betekent dit dat we er voorlopig niet vanuit gaan dat het meewegen van patiëntvoorkeuren ervoor zorgt dat onze patiënten beter opknappen van behandeling voor angst of depressie. Wél kunnen we verwachten dat onze patiënten tevredener en therapietrouw zijn als we hun voorkeuren laten meewegen in de behandeling.

Nieuws, kijktips & lezen

Nieuws

EVC-pilot succesvol afgerond

Afgelopen september is de laatste groep die meedeed aan de EVC-pilot afgestudeerd! In de pilot werden twee soorten verkorte GZ-opleidingen aangeboden. Ben je benieuwd naar de rol van RINO amsterdam in dit project?

Lees dan het interview met Martijn Lamberts, hoofd van de afdeling BIGopleidingen bij RINO amsterdam. Scan de QR-code om dit te lezen.

rino.nl/nieuws

Praktijkopleidersmiddag 2025 ‘Gedeeld opleiderschap’

Op 6 februari vindt de derde editie van de POM (praktijkopleidersmiddag) plaats in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Ben je een praktijkopleider of werkbegeleider en wil je graag bij deze inspirerende middag aanwezig zijn? Save the date en scan de QRcode voor meer informatie en voor de terugblik van de praktijkopleidersmiddag 2024!

rino.nl/praktijkopleidersmiddag

Welkom op de nieuwe mijn RINO

Implementatie mijn • RINO

Vanaf september 2024 krijgt de BIG-afdeling een nieuwe leeromgeving. We stappen geleidelijk over van Moodle naar mijn • RINO: een intuïtiever systeem dat opleidelingen, praktijkopleiders en hoofdopleiders meer overzicht biedt in het portfolio van de opleidelingen. We zijn ontzettend blij dat we met de hulp van RINO Groep, die dit systeem al in gebruik had, onze leeromgeving een upgrade konden geven. mijn.rino.nl

Kijktips

In deze zesdelige serie loopt documentairemaker Jessica Villerius mee met diverse hulpverleners, spreekt ze met ooggetuigen en nabestaanden en probeert ze in het hoofd te kijken van mensen die psychotisch zijn. NPO start

S10 - DAT HET GOED BLIJFT GAAN MET MIJ

Bij het grote publiek brak S10 – artiestennaam van Stien den Hollander – door bij het Eurovisie Songfestival in 2022. Voor deze documentaire is ze twee jaar lang gevolgd en hierbij zien we haar worsteling met de druk van de media en haar psychische problemen. NPO start

Lezen

In deze documentaire zien we hoe seksueel misbruik niet alleen op het slachtoffer, maar ook op haar dochter een schaduw werpt. In dit persoonlijke onderzoek gaat de dochter gewapend met filmcamera op zoek naar antwoorden. FilmVandaag.nl

MIJN VADER, NOUR EN IK

Een documentaire over intergenerationeel trauma. Filmmaker Wiam Al-Zabari gaat het gesprek aan met zijn vader over de vlucht uit Irak. Nu Wiam zelf vader is, wil hij weten wat er destijds is gebeurd, zodat hij zijn zoon kan behoeden van de zwaarte die hij als kind heeft gevoeld. NPO start

Vakliteratuur met korting bestellen? www.rino.nl/Boom

Groepsbehandeling en teambegeleiding in de zorg (Willem de Haas)

De behandeling in groepen heeft een vaste plek gekregen in het aanbod van de zorg. Dit boek is voor alle professionals in de zorg die op zoek zijn naar praktische kennis over en vaardigheid in het organiseren en leiden van alle soorten (online) behandelingsgroepen en zorgteams.

ISBN 9789024436538

Klimaatpsychologie (Jaap van der Stel, Sara Wortelboer, Sara Helmink)

Dit is de eerste publicatie in Nederland waarin een uitgebreid overzicht geboden wordt van hoe psychologie kan bijdragen aan het begrijpen en aanpakken van de complexe uitdagingen die klimaatverandering met zich meebrengt.

ISBN 9789024463855

Helpen bij verlies en verdriet (Manu Keirse)

Het boek gaat niet alleen in op verlies door de dood, maar besteedt ook aandacht aan andere verliessituaties die vaak onterecht onderbelicht blijven, zoals verlies van je gezondheid, je werk of je toekomstperspectieven.

EAN 9789401442879

NA JOUW OPLEIDING VERDER LEREN?

RINO amsterdam biedt opleidingen en cursussen aan ggz-professionals

Imagery Rescripting bij PTSS na trauma in de kindertijd

Onze plaatsvervangend hoofdopleider van de KP-opleiding Loes Marquenie verzorgt nu bij RINO amsterdam deze cursus. Imagery Rescripting (ImRs) wint snel aan populariteit als behandeling voor PTSS en heeft door de effectiviteit ook een plek in de Zorgstandaard voor PTSS gekregen.Tijdens de cursus krijg je veel tips en tricks uit de praktijk en word je in de gelegenheid gesteld om veel te oefenen. Schrijf je nu nog in!

Aanbod Diagnostiek

Wil jij je diagnostische vaardigheden uitbreiden of opfrissen?

RINO amsterdam biedt verschillende cursussen aan in het thema diagnostiek: van de MMPI-3 tot het Ontwikkelingsprofiel en de FEAS tot Integratieve persoonlijkheidsdiagnostiek.

Scan de QR-code en bekijk ons aanbod!

Opleiding Systeemtherapie

Denk je erover na om de opleiding tot systeemtherapeut te volgen?

Dan ben je bij RINO amsterdam aan het juiste adres! We bieden namelijk alle onderdelen van het opleidingstraject aan. Na het succesvol doorlopen van de opleiding en de bijbehorende stappen ontvang je een registratie als Systeemtherapeut NVRG.

Een incompany training is de ideale manier om met je team of een zelf samengestelde groep samen een cursus te volgen om je vakkennis op peil te houden. Met een incompany cursus breng je de kennis die wij in huis hebben rechtstreeks naar jouw groep, op de locatie van jouw keuze.

‘Ik vind het heerlijk als mensen vol inzichten, inspiratie en energie de deur uitgaan en trots zijn op hun vak!’

Mirella van Minderhout, Orthopedagoog-Generalist (NVO-OG)

BIG magazine verschijnt twee keer per jaar en is gratis voor opleidelingen, praktijkopleiders, werkbegeleiders, supervisoren, docenten en anderen die betrokken zijn bij de BIG-opleidingen van RINO amsterdam.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.