REVEIL #19
dag van de vergeten verhalen
p09 Vooraf
p13 Mariet De Kegel | Blauwen
p16 Anneleen Van Offel | Echo
p18 Christine Van den Hove | Hoed en schoenen
p19 B.P. Arend | Schaduw
p20 Leen Raats | Muren gaan niet dood
p22
Sofie Florin | Was ik maar
p23 Andreas Raven |
Zeventien verdiepingen is een lange afstand
p24 Simon Sileghem | Het zal wel niet
Het lettertype collectief Kortrijk
p26 Alice Boudry | Broere
p29 Salma Nachi
p30 Martijn Verhelst | Ik mis u
p33 Trees Accou
p35 Imane Ghislaine | Hamza
p38 Vere Verheecke
p40 Thomas Jacques | Smeedwerk
p42 Roderik Six | C.
p43
p45
p47
p48
p50
Lise Surmont | Luisterrijk
Annette Akkerman | Je warme mantel
Aimée Bruyninckx
Rudi Lavreysen | Roger that
Bart Steenhaut | Spinvis
Rubriek Deerlijkse vertellers
p53 José Vandenbroucke
p57 Patrick Buysschaert
p60 Ruben Vandewoestijne | Iets-niets
p65 Dominique Minten | Vaders wis-kunde
p66 B.P Arend | 25
p67 Simon Sileghem | Maar de dood was me voor
p69 Willem De Pessemier | Eens de tijd het tikken verleert
p72 Stijn Viaene | Alois
p73 Lieven Baeyens | Vergeten
p75 Siel Verhanneman |
Daar lag je ook maar te verdrinken in al dat zwart en een driehoek wit
VOORAF
In 2012 stierven in de gemeente Deerlijk vier jonge mensen uit dezelfde vriendenkring in zes maanden tijd. De band Zinger, die zo een muzikale vriend had verloren, maakte er een nummer over, Grace (Everybody’s Dying these Days). Bij de voorbereiding van de bijbehorende videoclip kwam de band bij Nico Hermans, voorzitter van de Belgian Truckers Club (BTC). Hij had een oude Chevrolet Bisontruck gekocht om die als pensioenproject op te knappen. Nico was heel enthousiast om samen met zijn truck de hoofdrol te spelen in de video.
Net voor de opnames kreeg Zinger een mailtje van een van de BTCvrienden van Nico. Zijn hart had het begeven tijdens de reparatiewerken. De BTC-kompanen lieten de band weten dat ze Nico’s werk graag wilden voortzetten en ook de clip wilden helpen afwerken. Toen de truck een jaar later af was, reden ze naar het kerkhof om Nico zijn afgewerkte pronkstuk te laten zien. De truckers en de band hieven het glas op Nico, terwijl de Zingerfanfare het nummer Grace speelde. De beelden van die avond werden de videoclip voor het lied. De truckers ontkurkten enkele flessen, toostten en lachten om schunnige anekdotes en Nico’s koppige karakter. Geen opsmuk, geen verheerlijking, enkel eerlijke, menselijke verhalen.
Zanger Pieter Deknudt besloot om dit beklijvende moment mee te nemen naar zijn thuishaven Deerlijk. Samen met de cultuurraad organiseerde hij er op 1 november 2014 de eerste editie van Reveil.
Tussen 17 en 18 uur baadde de lokale begraafplaats even in een gloed van theelichtjes, koperblazers en vergeten verhalen. De heemkring
vertelde en de band speelde tussendoor muziek onder begeleiding van de lokale fanfare. De opkomst en reacties waren overweldigend.
De mensen achter Reveil ontdekten dat veel mensen de behoefte hebben om op 1 november iets meer te doen dan een chrysant op een graf te leggen.
Sindsdien laat Reveil elk jaar op 1 november Vlaamse begraafplaatsen opleven met muziek, poëzie en verhalen. Aan de tweede editie in 2015 namen meer dan twintig gemeentes deel. In 2016 al meer dan zestig en in 2017 werd de kaap van zeventig bereikt en in 2018 werd bijna de kaap van 100 gehaald. Elke gemeente geeft een plaats aan lokale muzikanten en woordkunstenaars om een respectvol eerbetoon te brengen aan overleden streekgenoten. De zesde editie in 2019 vindt plaats in meer dan 100 gemeentes, wat net geen een op drie Vlaamse gemeentes is. Op elke locatie staan mensen stil om even na te denken, naar verhalen en poëzie te luisteren, herinneringen op te halen of te genieten van sfeervolle muziek bij zonsondergang. Dit jaar komen onder meer Dana Winner, Rick de Leeuw en Illuminine.
Omdat het te jammer is om de opgehaalde verhalen, gedichten en herinneringen na elke editie telkens onder het stof te laten verdwijnen, besloot Reveil in 2016 om een verhalenblog op te zetten waar teksten op terechtkomen die mensen insturen. Het gaat om poëzie en fictie, alsook over de vergeten verhalen van dierbare overledenen.
Enkele van die inzendingen prijken in dit boek naast werk van professionele auteurs, zoals Roderik Six, Siel Verhanneman en Anneleen Van Offel. Ook opkomend literair talent krijgt hier een plaats. Een
mooi aandenken voor wie na Reveil 2019 nog wat wil nalezen, of een mooi eerbetoon aan alle mensen die het verdienen om niet vergeten te worden.
Sinds 2017 wordt het Reveilboek geïllustreerd. Zo zorgden
Lara Jakoba Breine, Sven Verhaeghe en Larissa Viaene samen met andere beloftevolle illustratoren voor illustraties bij enkele verhalen en gedichten.
BLAUWEN
Mariet De Kegel
Ik zag je vanmiddag op het strand van mijn gedachten, de zon glimmend op je huid die je zoals altijd met olie had ingesmeerd. Jij wou geen oud vel.
Je voelde licht, alsof alles wat woog verdwenen was. Alle aan elkaar genaaide lapjes pijn als een vlieger met de wind mee, littekens geheeld. Je zwaaide. Ik glimlachte terug en hield je met mijn ogen vast om nooit meer los te laten.
Blijven kon niet, zei je.
Eens de grens voorbij keer je niet meer terug, tenzij als bries met de wind
langs mijn wangen zoals je vroeger deed.
Als je straks opnieuw vertrekt als een stukje wrakhout deinend op de golven, ben ik je dankbaar om alles wat je meenam van mij.
Drijvend tot de einder naar verre landen waar het smelten mag.
Bij jou hoefde ik niets uit te leggen, er was geen minder, meer of zus en zo.
Waar jij bent, is alles eindeloos. Geen tijd, geen donker, scherf of kras.

Wit en witter, een pallet van blauwen waar taal onuitgesproken wist wat van geen tel meer is.
Als ik straks vertrek
weet ik dat ik terug zal keren omdat wat jij hier doet met mij geen ander kan.
Tenzij jouw vuur van toen dat in mij nog steeds het licht ontsteekt.
ECHO
Anneleen Van OffelIn een ander verhaal treurt een meisje zo erg om het verlies van haar geliefde dat haar lichaam uitdooft, oplost, tot ze alleen nog maar stem is. Ze bestaat uit het geluid van haar omgeving, haar omgeving leeft in haar, wordt eeuwig herhaald. Alleen als een echo wordt ze nog opgemerkt, nooit wordt zij nog ergens gezien. Mijn grootmoeder kon plots de havermoutpap niet meer doorslikken die ik haar gaf. Ze gaf over, zakte diep in haar kussen. Haar blik draaide weg. De verpleegster zei dat we bij haar moesten blijven, we konden overnachten naast haar bed. Het weggaan heeft een week geduurd. Ze heeft een week gepraat. Zij vervaagde, liet haar lichaam achter, vertelde haar hele leven opnieuw in verhalen die we al kenden die we een leven lang hadden gehoord en die we zelf zouden herhalen, later, als een eerbetoon.
Doorzichtige laagjes vel als een zoutkorst op haar lippen, we drukten ijsblokjes van champagne tegen haar mond, geen water. De dood komt met uitdroging.
(moeder en ik, samen in het winkeltje van het ziekenhuis. Het was goedkope cava, geen champagne. Ze hadden geen champagne. Wie koopt er cava in het ziekenhuis? Wie iets te vieren heeft. Hadden we iets te vieren?)
Als we vroegen of ze heel even wilde zwijgen zei ze: maar ik ga wel dood. En ze vertelde verder, over de keer dat haar broer een kip tot stervens toe zou opereren, mijn vader water in de broekzakken van zijn vader, over hoe we torens maakten van lego en onszelf een vliegend tapijt bedachten, en in die verhalen zag ik mijn vader zijn moeder verliezen, langzaam verliezen, langzaam verzinken in een verhaal dat wij ten slotte over haar zullen vertellen, over een week waarin zij haar leven samenvatte enzovoort, enzovoort.
Op zondag stopte haar hart. In haar hersenen trok het kalium met een snelheid van vijftig micrometer per seconde van neuron tot neuron, een brand, een golf van warmte en energie. De genen die haar drieëntachtig jaar geleden hadden ontwikkeld in de baarmoeder van haar moeder, ontwaakten (dat zou ik later lezen in een tijdschrift) maar tevergeefs
het kalium greep giftig om zich heen, en wij zagen haar wegglijden in haar lijf, we namen haar hand vast (en in ons een kloppend hart en in de neuronen in onze hersenen kalium slapend maar klaar).
HOED EN SCHOENEN
Christine Van den Hove
op een dag als vandaag
denk ik aan je bruine hoed en aan je oude schoenen
aan dat lichtgroene hemd
dat je zo goed stond
ik probeer me het weefsel
van je tweed jasje te herinneren
en dan krijg ik spijt
van alles wat ik heb weggedaan
ik zou je kleren willen terugvragen
aan wie ik ze gegeven heb
van alles zou ik een stuk op het bed leggen
het groene hemd
de grijze broek
een paar donkere sokken
het grof geweven jasje ernaast
de hoed op het kussen
en de schoenen aan het voeteneinde
dan zou ik wachten tot jij
daarin kwam
SCHADUW B.P. ArendJe zal niet hier zijn en verblind worden door de zon, die morgen mijn schaduw vormt.
Je zal niet hier zijn wanneer de klok half zes slaat terwijl ze overzee achterloopt en alles nog
maar net begint zoals wij dat ooit deden op een ochtend die plots avond werd.