REVEIL #18
dag van de vergeten verhalen
INHOUD
p09 Vooraf
p13 Maud Vanhauwaert
p14 Ont-waken | Mariet De Kegel
p16 Een denkbeeldige foto | Annette Akkerman
p19 Gaea Schoeters
p20 De schaduw van de tijd | Andrea Derese
p21 Gouden takken | Lise Surmont
p24 Död | Nicolas Leenaerts
p25 Sylvia | Christophe Vansteeland
p26 Dat verdriet eigenlijk lijm is | Jonas Bruyneel
De allerjongste dichter
p29 Julliette Florine Serré
p30 Edward Hoornaert
p31 De staande vrouw | Caro Van Thuyne
p38 Papa | Noëmi Willemen
p42 (En wat dan?) | Leen Verheyen
p43 Het touwtje om mijn pols | Lies Cattersel
het lettertype collectief Kortrijk
p45 Alice Boudry
p48 Lacuna | Vere Verheecke
p49 Het verstrijken van de tijd | Thomas Jacques
p53 Nachtblind. | Imane Ghislaine
p56 Momentopname | Ann Cael
p58 Perfect | Annelies Leysen
p60 Meest heldere ster in mijn duisternis | Chloë Cousaert
de Deerlijkse vertellers
p62 Geert Malfait | Tom Malfait
p64 Van de gaze gegrepen | Philip Vannieuwenhuyze
p67 Leontine, Blanche en Hilde | Jeroen Serruys
p71 Klein van gestalten, groot voor velen | Marc Vergote
p74 Verdwaalpaal | Leen Verheyen
p75 Tot de dood ons scheidt | Annick Speeleveld
p77 Aimée Bruyninckx
p79 Gaea Schoeters
Auw La
p80 Ik mis je | Kristien Spooren
p81 Domme elegie | Benjamin De Roover
p87 De kappeltjesmevrouw | Rudi Lavreysen
p89 Je oorverdovende kou | Silke Crols
p91 Zo zal ze liggen | Christophe Vekeman
p92 Conservatief gedicht | Christophe Vekeman
VOORAF
In 2012 stierven in de gemeente Deerlijk vier jonge mensen uit dezelfde vriendenkring in zes maanden tijd. De band Zinger, die zo een muzikale vriend had verloren, maakte er een nummer over: Grace (Everybody’s Dying these Days). Bij de voorbereiding van de bijbehorende videoclip kwam de band bij Nico Hermans, voorzitter van de Belgian Truckers Club (BTC). Hij had een oude Chevrolet Bisontruck gekocht om die als pensioenproject op te knappen. Nico was heel enthousiast om samen met zijn truck de hoofdrol te spelen in de video. Net voor de opnames kreeg Zinger een mailtje van een van de BTC-vrienden van Nico. Zijn hart had het begeven tijdens de reparatiewerken. De BTC-kompanen lieten de band weten dat ze Nico’s werk graag wilden voortzetten en ook de clip wilden helpen afwerken. Toen de truck een jaar later af was, reden ze naar het kerkhof om Nico zijn afgewerkte pronkstuk te laten zien. De truckers en de band hieven het glas op Nico, terwijl de Zingerfanfare het nummer Grace speelde. De beelden van die avond werden de videoclip voor het lied. De truckers ontkurkten enkele flessen, toostten en lachten om schunnige anekdotes en Nico’s koppige karakter. Geen opsmuk, geen verheerlijking, enkel eerlijke, menselijke verhalen.
Zanger Pieter Deknudt besloot om dit beklijvende moment mee te nemen naar zijn thuishaven Deerlijk. Samen met de cultuurraad organiseerde hij er op 1 november 2014 de eerste editie van Reveil. Tussen 17 en 18 uur baadde de lokale begraafplaats even in een gloed van theelichtjes, koperblazers en vergeten verhalen. De heemkring vertelde en de band speelde tussendoor muziek onder begeleiding van de lokale fanfare. De opkomst en reacties waren overweldigend. De mensen achter Reveil ontdekten dat veel mensen de behoefte hebben om op 1 november iets meer te doen dan een chrysant op een graf te leggen. Sindsdien laat Reveil elk jaar op 1 november Vlaamse begraafplaatsen
opleven met muziek, poëzie en verhalen. Aan de tweede editie in 2015 namen meer dan twintig gemeentes deel. In 2016 al meer dan zestig en in 2017 werd de kaap van zeventig bereikt. Elke gemeente geeft een plaats aan lokale muzikanten en woordkunstenaars om een respectvol eerbetoon te brengen aan overleden streekgenoten. De vijfde editie in 2018 vindt plaats in bijna 100 gemeentes, wat net geen een op drie Vlaamse gemeentes is. Op elke locatie staan mensen stil om even na te denken, naar verhalen en poëzie te luisteren, herinneringen op te halen of te genieten van sfeervolle muziek bij zonsondergang. Dit jaar komen onder Outer en Illuminine.
Omdat het te jammer is om de opgehaalde verhalen, gedichten en herinneringen na elke editie telkens onder het stof te laten verdwijnen, besloot Reveil in 2016 om een verhalenblog op te zetten waar teksten op terechtkomen die mensen insturen. Het gaat om poëzie en fictie, alsook over de vergeten verhalen van dierbare overledenen. Enkele van die inzendingen prijken in dit boek naast werk van professionele auteurs, zoals Christophe Vekeman, Maud Vanhauwaert, Caro Van Thuyne en Gaea Schoeters. Ook opkomend literair talent krijgt hier een plaats. Een mooi aandenken voor wie na Reveil 2018 nog wat wil nalezen, of een mooi eerbetoon aan alle mensen die het verdienen om niet vergeten te worden. Sinds 2017 wordt het Reveilboek geïllustreerd. Zo zorgden Sabien Clement, Gerda Dendooven en Lukas Verstraete samen met andere beloftevolle illustratoren voor illustraties bij enkele verhalen en gedichten.
ik heb ze nodig de dichters de levende en de dode om hun verzen te knopen aan elkaar tot een prikkeldraad waar de dood niet overheen kan
je kan er niet mee naar de oorlog bovenal leven zij in hun verwaaide hoofden struikelen al over een komma
dwalend onder het blauwe licht van verlegen lantaarns en toch ik heb ze nodig nu meer dan ooit de dichters de levende de dode hun verzen op spanning hun gewogen woorden nu mijn taal zich terugtrekt
het eb is in mijn lichaam en de leegte zo groot maar zo
aanaanzienlijk groot maar zo
onaanzienlijk maar zo
ONT-WAKEN
Mariet De KegelWe lagen huid aan huid, twee arme velletjes graag zien, daar, in het nu, drijvend op een donzen zee herinneringen. Er was nog steeds ons, een stroom van teder weten zonder woorden. Achter ons lag wat we deelden, schater, glimlach en alles wat vergeten mocht worden. Tussen ons een hoopje verdriet dat dankbaarheid wou verdringen omdat je door het kiezen elk een andere kant op gaat.
Jij koos, genoeg en op, met wakkere ogen naar de dood, de veerboot naar de overkant. Hand in hand daar op de oever voelde ik dat jij vertrok. Je warmte gleed als ochtenddauw over het water, je vingers koud en stram.
Ik lag naast je, met en zonder tranen, met in mijn armen, de liefde die er altijd was.
EEN DENKBEELDIGE FOTO
Annete AkkermanWe zitten samen op de rand van zijn bed. Het verguisde bed in de woonkamer. Het bed waar hij niet meer in wil liggen.
De nachten vallen mijn vader lang. Overdag slaapt hij zijn laatste uren. We weten niet wat er ’s nachts in zijn hoofd speelt, maar hij is onrustig en kan zijn draai niet vinden. Het laatste is eufemistisch. Ook voor het omdraaien in bed is hij te zwak. In een luttel aantal dagen is alle kracht verdwenen. Mogelijk ligt dit ten grondslag aan de onrust ’s nachts. Het is niet gemakkelijk te verwerken dat je alleen nog een schim bent van wie je zo pas nog was.
Zo ook deze nacht. Hij heeft in zijn hoofd gezet om een eindje te lopen tot het einde van de diepe tuin. Hij weet zeker dat hij niet in bed wil blijven. Aangezien hij niet meer kan staan en zeker niet lopen, vervalt deze optie. Als douceurtje wil hij op de rand van het bed zitten en met de benen ‘wiebelen’. Ik heb me in een paar dagen een procedure eigengemaakt, waarbij ik via het spelen met het beweegbare bed zo kan manoeuvreren dat mijn vader bijna zit. Ik wil hem zo graag dit plezier geven, terwijl ik weet welke moeite we een aantal uren hiervoor hadden om hem met twee personen fatsoenlijk terug in bed te krijgen.
Met veel inspanning lukt het me om hem te laten zitten. Hij is buiten adem. Ik ga naast hem zitten om hem te ondersteunen. Ik streel zijn rug. Ik voel dat hij trilt en vraag of hij alweer wil liggen. Hij schudt nee. Hij glundert als een kind dat een ijsje heeft gekregen. Hij wil wat drinken. Ik geef hem een paar slokken water uit een glas met een rietje, waar hij eerst bellen in blaast.
Nog even zitten we samen, mijn arm om zijn schouders, waar hij me zo vaak heeft op getild als mijn benen te moe waren. Ik leg mijn hoofd tegen zijn hoofd. Heel dicht bij zijn ingevallen gezicht en ik maak in gedachten een foto, een denkbeeldige foto van mezelf met de vader die me zo lief is.
Het laatste wat ik van je zag, was sigarettenrook opwolkend uit de winterkou beneden. Had ik daarin iets moeten lezen?
Die nacht verdween je zonder verdere verklaring voorgoed achter politietape. Een te laat ingebeukte deur sloeg dicht.
Drie dagen na je dood kwam ik je tegen; je bleek je tweelingsbroer met rood omrande ogen rokend onder mijn raam. Die zondag was voor ‘t eerst sinds lang de kerk te klein. Je was zoveel minder onbetekenend dan je dacht te zijn.