2025-Clubblad-FMC-43-2

Page 1


FRIES MODELBAAN BULLETIN

Friese Modelbaan Club

INHOUDSOPGAVE

Pagina 1 Inhoudsopgave.

Pagina 3 Van de bestuurstafel.

Pagina 4 Van de redactie

Pagina 5 Koudum-Molkwerum zag het licht.

Pagina 7 Sneek 80 jaar bevrijd.

Pagina10 Naar Praag en Dresden met Daan. Teil 2.

Pagina 17 FMC Activiteiten en beurzen derden.

Pagina18 Hall sensor en vuurkist simulatie.

Pagina 33 Hamertje tik.

Pagina34 Stoom in Oberftanken.

Pagina39 Automatisering per computer (5).

Pagina48 Colofon.

Kopij voor het septembernummer uiterlijk 10 aug. 2025 per mail naar de redactie.

Foto’s voorpagina:

1) Een klassiek Tatra-stel (Type T3) poseert naast een moderne lagevloercollega van Škoda. Zie verslag op pagina 13.

2) De N-modulebaan op bezoek in Sneek. Zie verslag op pagina 9.

3) De vuurkist simulatie. Zie verslag op pagina 21.

Clubblad juni 2025

Wat hebben we weer een mooie periode achter de rug. De club bruist, er gebeurt van alles en het is geweldig om te zien hoe actief en betrokken onze leden zijn. Een korte terugblik op de dagen, die er echt bovenuit springen, is dan ook op z’n plaats.

Eind maart hadden we onzeopen dagen, voorafgegaandooreen live-interview op Omrop Fryslân. Dat leverde al mooie publiciteit op en tijdens het weekend zelf konden we in totaal zo’n 400 bezoekers verwelkomen. Jong en oud liep verwonderd rond langs de banen, stelde vragen en genoot zichtbaar. Dat kunnen we met recht een succes noemen. Grote dank aan iedereen, die geholpen heeft met opbouw, uitleg, koffie en alles eromheen!

Op 3 mei waren we aanwezig bij het evenement ‘Sneek 80 jaar bevrijd’, met onze N-modulebaan. Een bijzondere gelegenheid, niet alleen vanwege de indrukwekkende opkomst en belangstelling, maar ook vanwege de betekenis erachter. Vrijheid is iets dat we vaak als vanzelfsprekend ervaren, maar het feit dat wij in alle rust en met plezier aan onze hobby kunnen werken, samen kunnen komen en tentoonstellingen kunnen organiseren — dat is ook vrijheid. Het was mooi om daar op deze manier bij stil te staan. En minstens zo mooi om te zien, dat leden zelfs na het clubbezoek nog “even” naar Sneek reden om te helpen bij het afbreken. Zulke inzet zegt veel over de betrokkenheid binnen onze vereniging.

De rijzondagen waren ook weer goed bezocht. Gezelligheid, mooie treinen, uitwisseling van kennis en vooral veel plezier. Het blijft mooi om te zien hoeveel er op zo’n zondag gebeurt zowel op de baan als in de gesprekken eromheen.

Ook op de modelbanen zelf wordt hard gewerkt. Er verschijnen steeds meer mooie details, van kleine taferelen tot technische verbeteringen. Zo is het ruwe landschapop devasteN-baaninmiddels afgerond, is bij devaste H0-baan de verlichtingskoof vervangen en zijn er inmiddels enkele duizenden wijnranken geproduceerd ja, duizenden! Zulke aanvullingen geven de banen steeds meer sfeer en karakter. Het is prachtig om te zien hoeveel creativiteit én inzet er in onze club rondloopt.

Verder is er een begin gemaakt met de verbouwing van het sanitair. Een klus waar we al een tijd tegenaan keken, maar die nu echt van start is. We pakken

dit gefaseerd aan, zodat het clubleven gewoon door kan gaan, al zal er af en toe wat overlast zijn. Dank alvast voor jullie begrip!

En dan: de zomer komt eraan. De zon laat zich steeds vaker zien en voor veel mensen breekt een wat rustigere tijd aan. Of je nu op vakantie gaat, thuis aan je baan sleutelt, of lekker even niets doet — namens het bestuur wens ik iedereen alvast een fijne en ontspannen zomervakantie toe.

Tot ziens op de club! Namens het bestuur,

Wijbe Wouda Voorzitter

Elektriciteit op een klein stationnetje, de N-modulebaan in een grote veemarkthal en dat allebei dicht bij huis. We werpen natuurlijk ook een blik over de grens met een smeuïg verhaal over de trammetjes in Praag en Dresden. Ook over de grens nog een terugblik “Stoom in Oberfranken” in de vorm van foto’s.

We duiken ook in het innerlijke van de stoomlocomotief van Fleischmann PB (BR38) voor het plaatsen van een sounddecoder, waarbij het geluid van de stroomstoot gesynchroniseerd wordt met de wieldraaiing. Ga er maar aan staan.

Ook het programma traincontroller komt aan bod, alweer aflevering 5, met uitleg over het rijden met de Modelbaanklok (“Clock”). Een bekend fenomeen op de FMC-modelbanen.

Zoals jullie zien, zitten er lange verslagen bij. Dat is niet verkeerd, maar graag voor een volgende keer de verslagen niet langer maken dan 8 tot 10 pagina’s op A5-formaat (incl. foto’s). Bedenk wel, dat er max. 42 pagina’s beschikbaar zijn voor het vullen met jullie verslagen en het streven is naar afwisseling.

Veel leesplezier.

Trijn

Van de redactie

Koudum-Molkwerum zag het licht

Elektrisch licht, tegenwoordig heel vanzelfsprekend. Thuis, maar ook in ons clubgebouw drukjemaarop eenknopen allesis goedverlicht.Na de gloeilamp en fluorescentiebuizen met LED-technologie, maar evengoed. Nu zo gewoon, maar zeventig jaar geleden zeker nog niet overal, zoals op een stationnetje in de Zuidwesthoek.

Het was maar een duistere zaak, daar op het stationnetje KoudumMolkwerum. Enkel zwakke petroleumverlichting bescheen zwak het perron en het wachtlokaal in het gebouw. Een doorn in het oog van de Koudumer Middenstandsvereniging, die een brandbrief naar NS stuurde met verzoek het licht eens te laten schijnen over verbetering. Dat hielp. In de donkere dagen van december 1954 kwam er een lichtpuntje: NS antwoordde dat er volgend jaar elektrisch licht zou komen.

Eind juni 1955 kreeg station Koudum-Molkwerum als één van de laatste in het Noorden elektrische verlichting. Weg met de ouderwetsche petroleumverlichting. Bij de overweg bleef voorlopig nog de petroleumlantaarn, maar op het perron werden vier nieuwe elektrische lantaarns geplaatst. Wat een vooruitgang zo'n zeventig jaar geleden...

Op maandag 3 november 1958 was het alweer feest. De nieuwbouw van het stationsgebouw werd in gebruik genomen. Het ontwerp van NS-architect Willem Kloos werd gerealiseerd door aannemer S. de Jong uit Koudum. Er waren zelfs nog centen voor een vijfde lichtmast op het perron!

De gemiddeld 100 reizigers per dag werden voortaan door NS in de schijnwerpers gezet. Reden voor tevredenheid zou je denken.

Maar ja, dan nog die nieuwe fietsenberging... Die kon ook maar liefst 100 fietsen bergen, maar er moest voortaan wel voor worden betaald; 10 cent per rijwiel per etmaal. Een maandabonnement: ƒ 1,30. De jeugd gooide de fietsen wel in de berm neer en de opbrengsten zullen NS nooit uit de nieuwbouwkosten hebben geholpen.

Wim Hoekema

Sneek 80 jaar bevrijd

Op 3 mei zijn we, op uitnodiging van stichting “Sneek 80 jaar vrij”, als FMC met onze N-modulebaan naar het evenement “Vroeger en Nu” geweest. Op het veemarkt terrein en in de veemarkthal te Sneek waren allerhande activiteiten op het thema “vroeger en nu”.

Als activiteiten commissie zijn we weken bezig geweest met de organisatie van deze dag en het onderhouden van de contacten met stichting “Sneek 80 jaar vrij”, met als resultaat dat dinsdag 29 april gestart is met het ontmantelen en transport gereed maken van de module baan. Goed om te melden, dat in de weken voorafgaande aan het evenement is gewerkt om potentiële storingen in kaart te brengen en op te lossen; uiteraard moesten de treinen zo probleemloos mogelijk rijden. Ook is de verlichting om de baan goed uit te lichten gecontroleerd en getest. Op vrijdagochtend 2 mei kon het vrachtwagentje dat is gehuurd om 11:00 worden opgehaald, waarna alle zaken die mee moesten naar Sneek zijn ingeladen. Tussen 13:00 en 13:30 konden de spullen in Sneek worden uitgeladen om vervolgens opgebouwd te worden. Rond 17:30 stond alles en was er ook getest: alles reed zonder problemen.

Op zaterdagochtend 3 mei gingen de deuren van de veemarkthal om 10:00 open voor het publiek. Tijdens het opstarten van de baan werden we geconfronteerd met een stroomstoring in de veemarkthal, waardoor alles uitviel; gelukkig was de stroom na een kwartiertje weer beschikbaar en kon verder worden gegaan met het (opnieuw) opstarten van de baan en het toewijzen van de treinen.

Op verzoek van de stichting is zoveel mogelijk gereden met materiaal, dat in de jaren na de Tweede Wereldoorlog op het Nederlandse spoor te zien was.

We hadden gedurende de gehele dag veel aanloop bij onze baan. Onderstaande foto’s geven een impressie van de drukte. De aanwezige clubleden konden tekst en uitleg geven aan de bezoekers. Wat leuk was, dat gezinnen met jongere kinderen meerdere keren terugkwamen (onze toekomstige leden?).

Om 17:00 sloot de veemarkthal haar deuren voor het publiek en kon gestart worden met het ontmantelen, transport gereed maken en inladen van de baan en overige zaken in de vrachtwagen.

Als medewerker aan deze dag hebben we nog even na kunnen zitten onder het genot van een hapje en een drankje.

Rond 18:30 vertrokken de vrachtwagen en de nog aanwezige leden naar ons clubgebouw. Na het uitladen van de spullen kon de vrachtwagen weer worden ingeleverd.

Al met al was het een geslaagde dag.

De stichting heeft al gevraagd, of we over 5 jaren weer van de partij kunnen zijn. Dat bekijken we te zijner tijd wel weer.

Uiteraard wil ik alle leden die een actieve rol hebben gespeeld in de aanloop naar en tijdens dit evenement van harte bedanken; zonder jullie was het niet mogelijk geweest!

Wat mij opviel is, dat wij werden gezien als het spoorwegmuseum in Sneek. Dit ondanks onze banners en bedankkaartjes. Ik heb een aantal keren moeten vertellen, dat wij uit Leeuwarden komen en niets met het museum te maken hebben.

Namens de activiteiten commissie, Meile de Haan.

Teil 2: In die Stadt!

Naar

In het vorige clubblad heeft u mijn ongemakkelijkheden in de nachttrein kunnen lezen. Van bagagerekbedjes, waar moeilijk in te komen is, via snurkende medeslaaptreinreizigers naar een dienstbaar aangeboden kop koffie in de ochtend met een venijnige, buitenproportionele zuurgraad. Dit eerste deel eindigde op de plaats van bestemming, Praag. Met de slaap(trein) nog in de oogjes gaan we de stad in!

Inmiddels is medeschrijver Daan aangeschoven om ook zijn zienswijze op de belevenissen te delen, vanaf Dresden Hauptbahnhof.

En dan sta je kort voor 9 uur op Dresden Hbf te wachten op ES459 uit Brussel met als Endziel Praha Hlavní Nádraží. Deze keer met special guest Peter Grün, de ons aller bekende Tatraknutscher die op de één of andere manier het Mekka van de Tatraproductie tot nu toe had weten te omzeilen. Tijd om daar verandering in aan te brengen! Koud hier. Keurig op tijd komt de collectie aan bijzonder archaïsche wagens het station binnengezeild, mét een vrolijk zwaaiende Groen aan boord in wagen 11. Een hartelijk weerzien, snelle kiekjes voor het familiealbum en met Hp0 vertrekt hij naar de hoofdstadvan het nabije buitenland. Dat ik niet instap, is natuurlijk officieel door van alles te verklaren, maar insiders weten dat nú de restauratiewagenvan de Tsjechische spoorwegennog inblokafstand achter de European Sleeper aanboemelt envoor het ontbijt een veel aantrekkelijkere mogelijkheid biedt. Bovendien is de oploskoffie daar wezenlijk minder slecht dan het spul dat doorgaans in nachttreinen wordt aangeboden. In het Elbedal met uitzicht op de Schrammsteine verschijnt het eerste stuk honingtaart op tafel en wordt het landschap verder aangekleed met enkele resten sneeuw. Januari blijft hier toch een hoogtepunt. De kerstmarkten zijn de deur weer uit, de toeristen zijn allemaal naar huis en met een beetje geluk dalen de temperaturen tot een punt, waar elke Fries concreet over een Elfstedentocht begint na te denken.

Praag & Dresden met Daan

In Praag tref ik Peter nog compleet verwilderd op perron 1 aan. Zo slecht had ik de oploskoffie toch ook weer niet in herinnering!

We lopen de stad in. Praag is prachtig, wat allitereert dat lekker. Vanaf het station is de omgeving al snel historisch. In welk vakje kunnen we de architectuur plaatsen; ‘art nouveau’, ‘kubisme’ of ‘sierlijk rococo’? Vakje ‘overweldigend’, grenzend aan vakje ‘eigen karakter’, zou ik zeggen. Dit gecombineerd met het verslag der dagelijkse bezigheden van heer Haalboom op kenmerkend hoog tempo gelardeerd door nietsontziende kritiek op alles wat andersdenkend is, aangevuld met info over de route. Tel daar de in ruime getale hysterisch passerende trams bij op en het nog jonge brein maakt overuren. Zoveel prikkels en zo weinig tijd.

Gezien de gunstige ligging ten opzichte van Dresden heeft Daan intussen Praag al meerdere keren ontdekt en verkend, om maar niet te spreken van regelmatig. Ten tijde dat ik de Tatra's slechts van plaatjes kende, was hij al bevriend geraakt onder deze oerdegelijke Tsjechoslowaakse noeste werkers.

Wellicht goed om de Tatra`s op deze plek even toe te lichten, opdat we niet met vragen blijven zitten. Er zijn al zoveel vragen in het leven. ČKD Tatra is een voormalig Tsjechoslowaakse tramfabrikant. Tatra produceerde een groot aantal trams voor de landen van het Oostblok, de Sovjet-Unie en Joegoslavië. Hetwarenvooral inde begintijd vierassigewagens naarvoorbeeld van de Amerikaanse PCC, zie het artikel in ons clubblad van september 2024. Trams van deze producent noemt men dus gemakshalve Tatra's. Dat neemt niet weg dat er meerdere type's gereden hebben en zelfs nog steeds rondrijden. De trams zijn doorgaans van een kloek, robuust en spartaans ontwerp. Zeer herkenbaar, maar is het mooi? Mooi van lelijkheid misschien? Ze zijn in ieder geval herkenbaar. Ik heb deze Oost-Europese dommekrachtjes een tijd weten te negeren binnen mijn tramliefhebberij. Er waren toch veel mooiere trams. Kijk nou eens hoe het Duitse Düwag het ervan afgebracht

heeft. Die sierlijk smalle trams met hun ronde kop en achterover hellende voorruit hebben menig Duitse stad opgefleurd. Google gerust mee. En niet in de laatste plaats, ons eigen Rotterdam, enkel- en dubbelgelede trams in het onverschrokken okergeel met antracietgrijs. Toen was geluk nog heel gewoon. Waarmee we bijna Wenen tekortdoen, ruim 300 van die roodwitte lieverds, met Grossraumbeiwagen ook nog. Nou jij weer, Tatra, met je plastic kuipstoeltjes. Aan mijn lijf geen Tatra. Ik lust dat niet.

Totdat.... ik oog in oog stond met een T4D, het wat smallere vierassige type wat veel in Duitse steden gereden heeft en in enkele gevallen nog steeds niet gemist kan worden. Het was nota bene in Dresden tijdens een eerder bezoek aan Jonkheer van Daanenstein tot Haalboomsma, alwaar het Tsjechoslowaakse spul in garnituur van drie motorwagens als extra spitsversterking werd ingezet op de lijnen naar de universiteiten. Heeft u wel eens zes Tatra motordraaistellen horen neuriën bij het optrekken van dit Tatragarnituur, een klein zuchtje rijwind plagend in het gezicht? Het is onweerstaanbaar, elke weerstand breekt en de bevooroordeelde tramliefhebbert smelt voor zoveel spierballenvertoon. Wat een tijdloos, oerdegelijk, stoer ontwerp en spartaans was altijd al het nieuwe comfortabel. Mag ik de koplampen even snel voelen, niemand ziet het. De vier smalle klapdeuren per ingang geven toegang tot het minimalistische Tatracompartiment, mits men zich tussen de smalle deuren door weet te

wurmen. Hoe heb ik hier zo lang zonder gekund, heel rap naar de laatste steden, waar nog meer Tatra's rijden en niet in de laatste plaats, hoe krijgen we zulks in model. In Dresden lag dus mijn omslagpunt, maar zoals al gezegd hebben deze Oostblok rakkers in veel steden carrière gemaakt. Bijvoorbeeld in Leipzig, alwaar men twee motorwagens van inmiddels respectabele leeftijd weet te combineren met een lagevloer bijwagen van veel recentere pluimage.

Een zeer doordachte manier om de oerdegelijke Tatra's op de baan te houden en ook het voorgeschreven deel onbehinderde toegang OV te bieden. Het levert een combinatie op van rauwe, wat boerse Tatra’s, hier, pak aan, what you see is what you get, met een meer van deze tijd bijwagen. In Leipzig hebben de Tatra`s vierkante koplampen gekregen tijdens een renovatie in de geest van die tijd. Mag ik daar ook even aanzitten, er is nog steeds niemand die kijkt.

De interesse voor de Tatra tram was dus eerder al gewekt. Praag bleek volgens eigenlijk alle trampropaganda een walhalla voor dit type tram te zijn en dat bleek niet gelogen. De ene na de andere crèmerode combinatie schoot ons voorbij, afgewisseld door nieuwe lagevloercollega`s, welke de schoonheidscommissie duidelijk hadden wetenaf te leiden. Veel Tatra`swaren zeer rigoureus verbouwd, door in het midden een lagevloerinstap aan te brengen. De wagens zijn hiervoor doormidden gezaagd en verlengd, men gaat hier niet over één nacht ijs. Een ‘koppelstel’ van twee wagens bestaat dan ook vaak uit zo`n zwaar gepimpte wagen met een traditionele hogevloer soortgenoot erachter. Men is ondanks de bedaagde leeftijd van de Tatra`s dan toch in staat de gewenste ongehinderde instap te bieden. Toch zagen we ook veel stellen met alleen hogevloer wagens, welke eigenlijk het leukst zijn.

De vijf komt in de klok, het moment waarop het gepast is al deze indrukken met een mooi glas wijn af te ronden. Vijf over half vier rekenen we overigens ook goed. Onderweg naar het diner weten we in een door Peter opgesnorde wijnbar een lokale fles wijn te scoren. De wijnbar biedt uitzicht op de trambaan, terwijl het assortiment van het sympathieke etablissement een ruim aanbod van Tsjechische wijnen biedt. Soms klopt alles. De overigens duidelijk niet op de buitentemperatuur geklede dameachter de bar sprak geen woord Engels, maar wel vloeiend de Internationale taal der gastvrijheid. Deze raar sprekende jongens, waarvan één exemplaar ernstig afgeleid was, wanneer er zich een Tatragarnituur deed voorbijkomen, bliefden een puike wijn uit de regio, in een koelemmer en daarbij wat knapperigs gaarne. Kijken we daarna wel weer verder.

Na dit uitstekende aperitief wist Daan een restaurant met de lokale keuken te vinden. Jekunt zeggenwatje wilt,maarwehebbenonsinieder geval proberen te verdiepen in de gastronomie van het land. Na al deze regionale smaken was het tijd het hotel op te zoeken. Peter had een hotel ver buiten het centrum weten te boeken, welke alleen met de tram bereikbaar was, en waar wij beide een kamer met uitzicht pal op de frequent passerende trams hadden. Ik verdenk het huftertje ervan, dat hier opzet in het spel was en hij tot einde dienstregeling uit het raam gehangen heeft, de Tsjechische vrieskou trotserend.

Na een fris doch ruim ontbijt gaan we weer verder. Deze dag staat in het teken van de exploratie van het lokale tramnetwerk. Van de ene keerlus naar de andere hoppen we door het tramnetwerk van de stad. Omdat slechts de helft van de dienstregeling met lagevloertrams wordt doorgevoerd en we bij de beginhalte netjes op de enige Tatra staan te wachten, is er flink wat tijd voor de tramenthousiasten onder ons om een serie aan plaatjes van trams naast een omgeploegd uienveld in een troosteloze Oostblokomgeving te schieten. Kostelijk is het juiste woord, dit kan alleen maar hier. Zelfs de trambestuurders werken mee, waar het kan matigen ze de snelheid, opdat de trambezetene een gave foto kan maken.

Al die Tatra`s in groefrails maken hongerig en het wordt tijd in de binnenstad een lunch op te zoeken. Ook hier weten we een gelegenheid te vinden met lokale producten op de kaart. Toen wij eenmaal geacclimatiseerd onze wensen hadden doorgegeven, werden koortsachtig alle wijnglazen gepoetst door het personeel. Hadden zij volumieuze verwachtingen van dit bezoek, of was het gewoon tijd om de wijnglazen weer eens een sopper te geven? Het is ons niet duidelijk geworden. Wel puik geluncht, met regionale vleeswaren, zuurdesembrood, rauwe ui en braadworst met gleufjes. De functionaliteit van de gleufjes is ons ook hier niet geheel duidelijk

geworden, alhoewel we vermoeden dat het de opname van de lokale mosterd (hořčice) ten goede komt.

Na nog wat waailappen in de stad, koffie bij een chique zaak en wat laatste Tatraflirts werd het tijd om terug naar Dresden te gaan. Dientengevolge nemen we EN47X van Praag naar Zürich, met ten eerste het nadeel dat we tot Dresden geen gebruik mogen maken van de couchette en ten tweede is er geen restauratiewagen voorhanden. Met wat snel ingeslagen versnaperingen nemen we plaats in een van de coupés, waar we vergezeld worden door een innemende Russische, die echter des te vermoeiender wordt, hoe meer ze zich over het gebrek aangastronomie aanboord opwindt.De aanblikvan Peter met zijnmeegebrachte reiswijnglas helpt natuurlijk ook niet mee,maar vanaf Děčín hebben we dan de coupe voor ons alleen en bereiken we keurig volgens dienstregeling Dresden. Na wat hobbyistisch-achtig rondkijken op het immer imposante Hauptbahnhof van Dresden is het alweer etenstijd. Daan weet een über-Deutsch restaurant, alwaar het bier in grote aardewerken kruiken wordt geserveerd en de kaart bestaat uit Schweinehaxe- en Schnitzelvarianten. Zeer voldaan bereiken wij met de gele DVB tram het appartement van Daan en hiermee komt ook deze dag tot een einde.

De volgende dag eerst een naburige modellbau laden in Dresden bezocht. Mooie zaak hoor, keurig gerangschikt allemaal, maar de modeltrams waren op één vinger te tellen.

Daarna lopen we de stad in. Sinds September 2024 is Dresden een geheel nieuwe attractie rijker. Het instorten van de Carolabrücke als het summum van Italiaanse toestanden in het Elbflorenz ontbreekt in het programma natuurlijk niet. Zeker voor het OV-publiek is het bitter, dat juist de brug met de tramsporen op 11-09-2024 `s nachts om 02:59 uur in de Elbe stortte en sindsdien blijft de locatie breuklijnen in de geschiedenis en maatschappij blootleggen: van bureaucratie, hoogwater tot blindgangers, en dan is tot op heden nog slechts een kwart van de constructie afgebroken. Dan kan alleen een goede portie Flammkuchen nog soelaas bieden.

Na een goed ontbijt met Kaiserschmarrn (een luchtige, gekarameliseerde pannenkoek met compôte van donker fruit, een klassiek nagerecht in Oostenrijk, maar ook een welgemeende hufter van een ontbijt in Dresden) brengen we de laatste middag door richting Weixdorf, op één van de enkelsporige tramlijnen, die de stad nog steeds rijk is. De reis gaat onder andere langs een voormalige remise, nu in gebruik als schoolgebouw.

Aansluitend brengen we een bezoekje aan Kraftwerk Mitte, een voormalige elektriciteitscentrale in het stadscentrum, waarvan de omgeving helemaal opgeknapt is en waar nu winkels en horecagelegenheden gevestigd zijn. Vrij druk hier op deze zonnige zondag, ook de lokale bevolking weet het te vinden. De dag komt tot een einde, en ook mijn bezoek aan Daan zit er alweer bijna op. De volgende dag staan we alweer vroeg aan de tramhalte, Daan om naar de universiteit te gaan en ik om terug naar huis te gaan. Het gewone leven begint weer.

Een klassiek Tatra-stel (Type T3) poseert naast een moderne lagevloercollega van Škoda op een trameindpunt ver buiten het centrum van Praag.

Wenaderen de zomerperiode en daarom geen rijdagen in juli en augustus.

Zondag 18 mei 3 mei

Zondag 22 juni 7 juni

5 juli

2 augustus

6 september

Op dit moment zijn er nog geen activiteiten bekend.

Rijdagen: Bouwzaterdagen

VOOR MEER ACTIVITEITEN, KIJK OP HET

PRIKBORD EN IN JE MAIL!

Op dit moment hebben we een 6-tal barmedewerkers. Dit is niet genoeg om alle clubdagen en avonden bezet te krijgen. Wij zijn op zoek naar jou. Bij voldoende barmedewerkers betekent dit, eens per vier of vijf weken een bardienst draaien DUS

Beurzen en evenementen 2025

23 augustus 2025 Houten 20 september 2025 Joure

5 juli SSN Bello festival Express (Rotterdam-Enkhuizen)

6 en 7 september VSM Stoomtreinfestival Terug naar Toen (Beekbergen) Activiteiten 2025

Met de sound decoders van de meeste bekende merken kan bij stoomlocomotieven het geluid van de stoomstoot gesynchroniseerd worden met de wiel draaiing. Geruime tijd geleden heb ik kleine supermagneten en zogenaamde hall sensoren gekocht. Dit jaar ben ik eindelijk toegekomen aan het inbouwen van een hall sensor. In deze clubblad- bijdrage deel ik mijn ervaringen met een hall sensor inbouw. Het omgebouwde model betreft een Fleischmann P8 uit een KPEV set (Fleischmann 4899). De nadruk ligt in deze bijdrage op de hall sensor in combinatie met een ESU LokSound 5, maar ook de simulatie van een vuurkist komt aan bod.

1. de ombouw, een overzicht van de wensen. Dé basisregel om de digitalisering van een loc tot een goed einde te brengen: begin met het opstellen van een wensenlijstje. Stap 2 is het bekijken en meten of alles kan. In de stappen daarna kan altijd nog iets weggestreept worden.

Voor de Fleischmann P8 (BR 38) had ik dit lijstje:

▪ een ESU LokSound 5 decoder, met Plux22 interface (ESU 58412)

▪ een Plux22 adapter print (D&H P22-3, niet meer leverbaar, had ik nog op voorraad). Deze loc is vanaf de fabriek voorzien van een 6-polige interface in de tender. Een decoder in de tender is niet gunstig, dan zijn veel te veel draden tussen loc en tender nodig.

▪ een supercondensator buffer (d.w.z. een 'Power Pack' of 'stay alive' buffer), opgebouwd met 6 in serie geplaatste 0,3F/2,7V supercondensatoren met afmetingen lengte 11 mm en doorsnede 4 mm ('Zimo MGOGURT miniGoldcaps')

▪ een grote luidspreker, of in ieder geval zo groot mogelijk

▪ gloeilampen vervangen door LEDs

▪ sluitverlichting, rode LED voor/achter en links/rechts apart in te schakelen

▪ machinist cabine verlichting

▪ drijfwerkverlichting. Of het P8 origineel dat al had weet ik niet, waarschijnlijk is dat pas later toegevoegd. Maar dit is ook een project om ervaring op te doen met drijfwerkverlichting.

▪ vuurkist simulatie met 3 LEDs: een rode, een gele en een oranje LED, met onafhankelijke aansturing om een zo realistisch mogelijke vuur simulatie te krijgen. Hall Sensor en vuurkist simulatie.

▪ een Hall sensor en kleine supermagneten voor de synchronisatie van stoomstoten.

Zoals al geschreven ligt de nadruk in deze clubblad- bijdrage op het hall sensor deel en in mindere mate op de vuurkist simulatie. De inbouw van de overige wensen zal ik daarom kort beschrijven.

De eerste vraag bij mijn wensenlijst: kan dat allemaal ingebouwd worden?

Antwoord: ja dat kan. Dezewensenlijst kan volledig uitgevoerd worden, omdat in het model erg veel ruimte aanwezig is in het loc deel. De motor is in de tender geplaatst. Figuur 1 geeft aan waar alles geplaatst kan worden. Het gewicht loopt door in het gedeelte dat gemarkeerd is met 'adapter+decoder'. De adapter met de decoder kunnen hier toch geplaatst worden, omdat het gewicht bij nieuwere modellen niet massief is, maar een grote uitsparing heeft. Op foto 11 is dat te zien (heel goed kijken!).

2. voorbereiding voor de ombouw.

In de loc versie die ik omgebouwd heb, is dus erg veel ruimte in het locomotief deel aanwezig. In oudere model versies wordt de loc bovenbouw met 2 schroeven op het chassis gemonteerd. In de versie die ik heb, wordt maar 1 schroef gebruikt. Bij de versies met 2 schroeven moet de steun voor de schroef in de vuurkist in sommige gevallen verwijderd worden. In die oudere modellen is geen ruimte in het gewicht vrij voor het plaatsen van een decoder (wel in de vuurkist).

Figuur 2 – loc chassis, de lamp+houder (rood) moet verwijderd worden.

Ik wilde een zo groot mogelijke luidspreker/resonantiekast inbouwen. Helaas zit een lampje met lamphouder in de weg (zie figuur 2). De lamphouder heb ik met een klein slijpschijfje meteen boven het chassis los geslepen. De lichtgeleider (in de bovenbouw) zit ook in de weg. Om die weg te halen, moeten de lantaarns voorzichtig omhooggetrokken worden. De lichtgeleider valt dan vanzelf uit de bovenbouw. Meer aanpassingen zijn niet nodig, klaar om de luidspreker resonantiekast op te bouwen.

3. luidspreker en luidspreker resonantiekast.

De luidspreker is een Multicomp MP000290. De specificaties: 4Ω, 1,5W continue vermogen en afmetingen 11 x 30 x 3 mm3 .

De behuizing/resonantiekast heb ik opgebouwd met stukken op maat gezaagde printplaat van 1,6 mm dik (beide uiteinden met printplaat met dikte 0,6 mm).

Inhoud van de resonantiekast: ±3,3 cm3. Foto 1 en 2 geven een indruk van de opbouw.

De rookkast, het voorste deel van de loc bovenbouw, heeft een grotere doorsnede dan de ketel. De rookkast binnendiameter heb ik als uitgangspunt genomen voor de afmetingen van de resonantiekast.

De lange zijden van de resonantiekast zijnmet 1,6 mm dikke printplaat gemaakt. De kast randen afslijpen is goed mogelijk, er is toch voldoende materiaaldikte aanwezig. De afgeslepen randen die te zien zijn op foto 2, zijn dus geen vergissing, maar met opzet zo gemaakt. De luidspreker wordt stevig geklemd in de ketel gemonteerd.

De rookkast is in dit model aan de onderzijde open voor de lamphouder en lichtgeleider. Voor de geluidskwaliteit en het geluidsvolume is dat niet nodig. Ik zie regelmatig ombouwbeschrijvingen op het internet, waarbij extra openingen in de modelbehuizing gemaakt wordt. Dat zou gunstig zijn, maar beter is een goede fixatie van de luidspreker(kast). Voor de duidelijkheid: montage met dubbelzijdige tape is géén goede fixatie! Alleen met een stevig geklemde of gelijmde luidspreker(kast) worden de trillingen door de hele locopbouw/-chassis weergegeven.

En hoe klinkt het? Nou, heel goed, en luid. De LokSound 5 heeft een toonregelaar voor de bas- en hoogweergave. De bassen heb ik maximaal versterkt, dat levert iets meer bassen op.

Foto 1 -resonantiekast
Foto 2 - de luidspreker klaar voor inbouw

4. LED verlichting (front- en sluitseinen).

In de P8 zitten kleine gloeilampen. De lamphouder vóór en de lichtgeleider vóór zaten in de weg voor een grote luidspreker. De lamphouder heb ik los geslepen, de lichtgeleider heb ik compleet verwijderd. In de lantaarns vóór heb ik 2-kleuren LEDs (warm wit + rood) geplaatst. Achter heb ik de lichtgeleider gesplitst en ingekort en per lantaarn dezelfde 2-kleuren LED geplaatst. Voor is het resultaat redelijk tot goed, maar achter is het witte licht erg wit geworden, geen warm wit, maar koud wit …. Op zich is dat niet zo erg, de loc zal voornamelijk vooruitrijden, met rijtuigen gekoppeld.

De gebruikte 2-kleuren LEDs: Victory Electronics, type VS-3T1D9 (o.a. te bestellen bij Modellbau Schönwitz).

Voor de cabineverlichting (geen foto's in deze clubblad bijdrage) heb ik ook een warm witte LED gebruikt. Omdat nog een decoder uitgang over was, heb ik ook een LED op de achterzijde van de cabine geplaatst, een 'licht' op de kolen in de tender.

5. Supercondensator buffer.

Dit deel beschrijf ik heel algemeen. Een grote condensatorbuffer is in deze loc niet echt nodig, maar er is voldoende ruimte aanwezig, en het kan geen kwaad. De supercondensatorbuffer bestaat uit deze onderdelen (zie ook foto 4):

▪ een zelfbouw laadschakeling (40mA laden) met spanningsbegrenzer (16,0V), aan te sturen met de ESU 'Power Pack Control' (PwrPackCtrl) uitgang.

▪ 6 In serie geschakelde 0,3F/2,7V supercondensator (Zimo MGOGURT miniGoldcaps. Echter, dit is geen Panasonic condensator, dus geen Goldcaps. Veel mensen denken, dat alle supercondensatoren Goldcaps zijn. Goldcap is een handelsnaam van Panasonic). Samen vormen deze condensatoren een 50mF/16V condensator.

▪ een eenvoudige zelfbouw 'active voltage balancing' schakeling, die ervoor zorgt dat geen enkele condensator tot een te hoge spanning, d.w.z. groter dan 2,7V, opgeladen wordt.

Met deze condensatorbuffer kan de loc na het wegvallen van de railspanning nog enkele seconden doorrijden. Ik heb de tijd begrensd op ongeveer 1,5 seconde. Dat is ruim genoeg.

Helaas is het niet mogelijk de te overbruggen tijd in te stellen afhankelijk van de snelheid. Logischer is: lange overbruggingstijden bij lage snelheden enkorte overbruggingstijden bij hoge snelheden.

Een supercondensatorbuffer van ESU, D&H of Tams is uiteraard ook mogelijk. Maar zelf bouwen is altijd leuker, vind ik.

6. Een Hall sensor, wat is dat?

Voor de synchronisatie van de wiel omdraaiingen en stoomstoten kunnen magneten in combinatie met een Hall sensor gebruikt worden. Het zal daarom niet verbazen, dat Hall sensoren elektronische componenten zijn, die gevoelig zijn voor magneetvelden. Maar dan begint het: welke is nodig, welke is geschikt?

De handleiding bij de ESU Loksound 5 noemt de hall sensor US2881 van Melexis. Met D&H sounddecoders is volgens de handleiding ook synchronisatie van de wielen en stoomstoten mogelijk. Helaas is bij D&H geen verdere informatie te vinden. De Zimo handleiding geeft wel informatie over het gebruik van Hall sensoren, maar helaas zeer summier en zonder voorbeeld type nummers te vermelden. Dus zelf een Hall sensor uitzoeken en kopen?

Hall sensor types.

Om een goede keuze te kunnen maken, is het van belang te weten, welke type

Hall sensoren verkrijgbaar zijn. Immers met zoeken bij gerenommeerde elektronica leveranciers zoals farnell en RS, levert zoeken met 'hall sensor' al snel honderden resultaten op …

Hall sensoren kunnen grofweg in 2 groepen verdeeld worden: hall sensoren en hall sensor schakelaars.

Hall sensoren geven een spanning op de uitgang, die afhankelijk is van de sterkte van het magneetveld, in sommige gevallen ook afhankelijk van de polariteit (noord of zuid, of noord en zuid). Dit zijn componenten, die bedoeld zijn om de veldsterkte te meten.

Hall sensor schakelaars geven een signaal aan de uitgang met 2 waardes: aan of uit, oftewel magneetveld aanwezig, of geen magneetveld aanwezig. Voor de synchronisatie van de wielen en geluiden is een Hall sensor schakelaar nodig, b.v. de al genoemde US2881. Helaas zijn de Hall sensor schakelaars ook weer in groepen te verdelen, niet elke Hall sensor schakelaar is geschikt

Hall sensor schakelaar types.

De US2881 is een zogenaamde bipolaire hall sensor schakelaar. Bipolaire hall sensor schakelaars reageren op magnetische noord- en zuidpolen. Unipolaire hall sensor schakelaars reageren alleen op een zuidpool, of alleen op een noordpool. Hall sensor schakelaars kunnen zeer verschillend schakel gedrag hebben. Alle manieren opsommen valt buiten het bestek van deze clubblad bijdrage. Ik heb een TLE4964-4M gebruikt.

Dat is een unipolaire hall sensor schakelaar gevoelig voor zuidpolen.

Hall sensor schakelaar TLE4964-4M werking.

De TLE4964-4M (en ook de H501) is een unipolaire hall sensor schakelaar met 3 aansluitingen, de uitgang is van het zogenaamde open draine type. Open draine uitgangen worden veel gebruikt in de elektronica, voorbeelden zijn snel te vinden. Kijk maar eens naar de decoders, die in onze locs ingebouwd worden, versterkte decoder uitgangen zijn altijd uitgevoerd als open drain uitgangen.

Een open draine uitgang is te vergelijken met een 1-polige schakelaar, waarbij één pool altijd gekoppeld is aan'aarde' (zie figuur 3).

Bij versterkte decoder uitgangen wordt i.p.v. een weerstand een lampje of LED (met serie weerstand) aangesloten.

De werking van de TLE4964-4M (en H501, te koop via conrad.nl) is nu eenvoudig uit te leggen. Met een weerstand aangesloten volgens figuur 3, geeft de uitgangsspanning aan of er wel of geen magneetveld aanwezig is:

▪ Zonder magnetisch zuidpool veld staat de schakelaar open, de uitgang is 'hoog'. Met een 5V voeding geldt 'hoog' = 5 Volt.

▪ De schakelaar sluit niet meteen, zodra een magnetisch zuidpool veld gedetecteerd wordt. Het magnetische veld moet een bepaalde sterkte overschrijden, voor de TLE4964 (en H501) is dat 10mT (mT = miliTesla, Tesla is de eenheid voor magnetische veldsterktes). Bij veldsterktes groter dan 10mT blijft de schakelaar gesloten. Met een gesloten schakelaar is de uitgang 'laag' (= 0V).

▪ Bij een zwakker wordend veld schakelt de sensor niet meteen uit als de veldsterkte onder de 10mT zakt. Bij de TLE4964 wordt de uitgang pas uitgeschakeld ('hoog') als de veldsterkte onder 8,5mT zakt (H501: onder 4mT).

Hall sensor schakelaars werken het beste met magneetvelden, die recht op de sensor staan (zie figuur 4). Daarmee moet bij de plaatsing van de magneten rekening gehouden worden.

De TLE4964-4M aansluiten op de Loksound 5 decoder

ESU-loksound 5 decoders (inclusief de DCC en FXversies) hebben 3 aansluitingen voor (hall sensor) schakelaars, 2 voedingslijnen en 1 schakel ingang (zie ESU-handleiding). Een weerstand R zoals getoond in figuur 3 is niet nodig. Die weerstand is al aanwezig op de decoder.

Let op: de Loksound 5 micro en Nano ondersteunen géén (hall sensor) schakelaars. Het geluid synchroniseren met de wiel draaiing is bij deze versies niet mogelijk!

Op de Lokpilot 5 kan ook een (hall sensor) schakelaar aangesloten worden. Met een (hall sensor) schakelaar kunnen lichteffecten aangestuurd worden.

Let ook hierop: de LokPilot 5 micro en Basic hebben geen (hall sensor) schakelaar ondersteuning!

Waarom de TLE4964-4M?

Het antwoord is eenvoudig: vanwege de beschikbare ruimte.

De TLE4964 wordt geleverd in een SOT-23 behuizing. De afmetingen (zonder aansluitpootjes) zijn 2,9 x 1,3 x 1,1 mm3 (l x b x h). De hoogte/dikte is 1,1 mm.

Zie foto 5 links.

De H501 wordt geleverd in een TO-92FLAT/TO-92-UA behuizing.

De afmetingen zijn 4,1 x 3,1 x 1,5 mm3 (l x b x h). Hoogte/dikte is 1,5 mm.

Zie foto 5 rechts.

De hall sensor schakelaar wilde ik tussen een wiel en het chassis plaatsen. De assen van de 3 grote wielen zijn zijdelings verschuifbaar. De binnenste as heeft de

grootste speelruimte, kan het verst heen en weer geschoven worden, de minimale ruimte tussen wiel en chassis is1,0mm. De 2buitenste assen hebben de minste speelruimte, de minimale ruimte tussen wiel en chassis is 1,5 mm. Alleen de TLE4964 past zonder freeswerk tussen een wiel en het chassis. Als locatie heb ik het rechter achterwiel gekozen (zie foto 7 en 8).

De TLE4964-4M voorbereiden voor montage

SOT-23 componenten zijn behoorlijk klein, met nog kleinere aansluitpootjes, vooral in vergelijking met de behuizing van een H501. Met nauwkeurig werken kunnen koperlakdraden gemonteerd worden. Voor het solderen heb ik de pootjes een beetje omhoog gebogen, zodat de totale dikte met gemonteerde draden niet groter dan 1,1mm wordt. Na het solderen zorgt een laagje aangebracht Micro Kristal Klear op de soldeerpunten voor een goede isolatie. Sluit lange draden aan, b.v. 15 cm, dat vereenvoudigt de plaatsing op het chassis. De draden op lengte knippen komt later. En wees niet bang voor koperlakdraden, 0,15mm koperlakdraden trek je niet snel kapot. De hall sensor schakelaar TLE4964 met draden en geïsoleerde aansluitingen is op foto 6 te zien, aansluitgegevens in figuur 5.

Dit is het moment om de hall sensor schakelaar te testen. Sluit de hall sensor schakelaar aan zoals in figuur 6 getoond. Kies een spanning die past bij de sensor. Voor de TLE4964 is 5V een prima waarde. Beweeg een magneetje boven de sensor. Als het goed is moet de gemeten spanning van 5V naar 0V veranderen als het magneetje met de zuidpool boven de sensor gehouden wordt (figuur 4). Als de sensor reageert, kan hij ingebouwd worden. Op dezemanierkan de zuidpoolvan de gebruiktemagneetjes bepaaldworden.

Met een rode marker heb ik de zuidpolen van 4 magneetjes gemarkeerd. De TLE4964 is goed in staat het magneetveld van de gekochte magneetjes te registreren. Tot op zo'n 10 mm afstand reageert de sensor nog. Dichterbij is uiteraard geen probleem.

De magneten en de plaatsing.

De kleinste supermagneten die ik kon vinden zijn kubusvormig, met zijdes van 1 mm. Bij supermagnete.nl kosten die nog geen € 0,20 per stuk. Op het internet zijn nog goedkopere leveranciers te vinden. Pas op met deze

magneetjes. Als kleine kinderen ze inslikken, kan dat vervelende gevolgen hebben als ze inwendig iets afklemmen. De aantrekkingskracht is niet heel hoog, maar voorkomen is beter dan genezen.

De spaken van de P8 hebben een breedte van 0,65mm. De magneetjes steken dus een beetje uit (zie foto 8). Één magneetje kan verstopt worden achter het gewicht in het wiel rechts achteraan, een ander tegenover het gewicht, daar zijn de spaken ook niet helemaal open. De overige moeten halverwege de 2 andere magneetjes geplaatst worden, ook weer tegenover elkaar.

De P8 heeft een vrij diepe rand in de wielen, de magneetjes heb ik telkens zo ver mogelijk naar buiten tegen deze rand gemonteerd (zie foto 7). Een beetje seconden lijm houdt ze op hun plaats.

Wie goed naar foto 8 kijkt kan randen/hoeken van 3 magneetjes zien.

De hall sensor schakelaar plaatsen.

De lange aansluitdraden komen nu van pas. De sensor moet nauwkeurig uitgelijnd worden t.o.v. de magneetjes. Alleen dan worden bij elke wielomwenteling 4 pulsen gegeven.

Met plakband heb ik de sensordraden gefixeerd. De testschakeling uit figuur 6 heb ik gebruikt om te controleren of de sensor reageert op de magneetjes. Dat gebeurde nietmeteen,maar met wat schuivenvan de sensoren anders fixeren van de draden reageerde de sensor uiteindelijk op de 4 magneetjes.

Het moment om de sensor met lijm vast de zetten, in dit geval met Micro Kristal Klear. Na uitharding van de lijm heb ik de bedrading goed gelegd en ook met lijm gefixeerd. Met een beetje bruin-rode verf is de sensor en bedrading gecamoufleerd. Op foto 8 is een klein stukje van de sensor en vooral een draad goed te zien, de sensor zit op de foto net boven de linker markering.

In Figuur 7 is een oscilloscoop meting van het uitgangssignaal van de TLE4964 hall sensor schakelaar te zien. Deze meting is uitgevoerd na de afgeronde montage. Voor de meting heb ik weer het schema uit figuur 6 gebruikt, met spanning V+ = 4,3V en R = 10k. De loc heb ik met de hand geduwd. Op het scope-plaatje zijn enkele pulsen te zien. De uitgangsspanning is meestal 4,3V, enkele keren kort onderbroken door een puls van 0V. Telkens als een magneetje langs de hall sensor schakelaar beweegt, zakt de spanning naar 0V.

Figuur 7: Scope beeld van het TLE4964 uitgangssignaal.

Cv-instellingen voor de ESU LokSound 5.

Belangrijk: stel AUX10 in als ingang. Doe dat bij voorkeur vóórdat de decoder in de loc geplaatst wordt, b.v. op een decoder tester. AUX10, normaal een logische uitgang, raakt defect als hij nog als uitgang ingesteld is en een (hall sensor) schakelaar een lage puls op AUX10 zet. AUX10 naar ingang omzetten is met de ESU LokProgrammer een eenvoudige klus. In menu 'Decoder/Funktionseinstellungen' staat in het midden een vak met de tekst 'Sensoreinstellungen' (figuur 8). Na het aanvinken van dat vakje en decoder programmeren is het omzetten klaar. Direct via cv-wijziging is ook mogelijk: CV 124 bit 4 op '1' zetten is voldoende. AUX10 als ingang programmeren is niet genoeg voor de synchronisatie van de stoomstoten. De waardes van twee andere CV's, 57 en 58, moeten aangepast worden. Ook dat kan eenvoudig met de ESU LokProgrammer software, maar nu via menu 'Decoder/Soundeinstellungen' eerste blok 'Dampfstöße' (figuur 9).

In figuur 7 is te zien dat de uitgang van de TLE4964 bij het 'passeren' van een magneetje een korte puls geeft. Voor CV 58 is dat waarde 1, tenminste, dat

dacht ik. De LokSound 5 reageert anders: bij elke wisseling van de spanning aan de TLE4964 uitgang is een stoomstoot hoorbaar. Gelukkig is de weergave van 2 stoomstoten per magneetje eenvoudig vermijdbaar. Het aantal pulsen moet op 2 gezet worden (zie figuur 9), dan wordt maar één stoomstoot weergegeven permagneetje. CV 57 en 58 kunnen ookdirect ingesteldworden. CV 57 met waarde 0, CV 58 in het geval van mijn P8 met waarde 2. Is het resultaat van de synchronisatie niet naar wens?

Geen paniek, zet CV 57 en CV 58 terug naar de oude waardes en de Loksound 5 genereert zelf de stoomstoten, onafhankelijk van de wieldraaiingen. Maar let op: zolang een hall sensor schakelaar op de decoder aangesloten is moet CV 124, bit 4 op '1' blijven staan!

Een reedcontact, is dat wat?

In plaats van een hall sensor schakelaar kan ook een reedcontact gebruikt worden. Voor een reedcontact oplossing zijn maar 2 draden nodig. Dat klinkt alsof dat makkelijker is. Nou ja, wat draden betreft wel, wat andere factoren betreft niet. In een reedcontact zitten 2 plaatjes die zonder magneetveld geen contact maken. Zodra de plaatjes in een voldoende sterk magneetveld komen, maken ze contact. Ook dat klinkt goed. Maar dan komen enkele nadelen.

Reedcontacten zijn altijd vrij groot t.o.v. de TLE4964 (behuizing SOT23). Voor plaatsing in mijn P8 zijn freeswerkzaamheden nodig. Ze zijn langzamer dan hall sensor schakelaars, maar voor synchronisatie van stoomstoten snel genoeg. Het gebruik van Hall sensor schakelaars, zoals de TLE4964, heeft gezien de kleine afmetingen de voorkeur. Hall sensor schakelaars zijn bovendien niet duur, voor minder dan € 1,- per stuk zijn ze te koop.

Oudere Loksound decoders

Ook bij oudere Loksound decoders kunnen Hall sensor schakelaars en reed contacten aangesloten worden. Lees bij deze decoders goed de handleiding, de ESU Loksound V3/V3.5 bijvoorbeeld heeft géén 5V voedingsaansluiting voor de hall sensor, de voeding komt van de blauwe draad (V+). De blauwe draad wordt afgetakt direct na de gelijkrichter, daar kan tot 27V (!) op staan, afhankelijk van de railspanning. Voor een TLE4964 is dat geen probleem, maar er zijn ook veel hall sensoren die max. 5,5V of 6,5V spanning aankunnen.

7. Vuurkist simulatie

Met Loksound 5 decoders kunnen maximaal 14 uitgangen aangestuurd worden. Voor mijn P8 zijn nog 12 uitgangen beschikbaar, één uitgang heb ik gebruikt als Power Pack Controle, AUX10 heb ik omgezet naar ingang voor de Hall sensor schakelaar.

3 Uitgangen heb ik gebruikt voor het maken van een vuurkist simulatie. Een vuurkist simulatie zou eenvoudig moeten zijn, de LokSound 5 heeft een instelling om uitgangen op 'vuurkist' te programmeren.

Ik hoop met 3 uitgangen een betere vuurkist simulatie te krijgen in vergelijking met 1 uitgang. In vuur zijn meestal meerdere kleuren te zien. Met LEDs in de kleuren rood, geel en oranje hoop ik dat na te bootsen.

Op foto 9 is een printje te zien met 3 LEDs, die in een klein 'bakje' gemonteerd zijn. Om doorschijnen van het licht te voorkomen, heb ik de buitenkant van het bakje zwart geverfd. De getoonde LEDs hebben de behuizing types 0603, 0402 en 0603. Het bakje is onder in de vuurkist geplaatst. Het beste effect wordt bereikt, indien LEDs met ongeveer dezelfde lichtopbrengst gebruikt worden (mcd waardes niet te ver uit elkaar).

Het Fleischmann P8 model heeft geen opening voor het doorlaten van licht. De opening heb ik zelf gemaakt. Onder het deurtje van de vuurkist is een smalle richel aanwezig, die richel heb ik doorgeboord. Op die manier is een smalle gleuf ontstaan waar het licht van de LEDs doorheen kan schijnen. Dat is voldoende. Als alternatief kan het hele deurtje verwijderd worden, maar dat vind ik wat overdreven.

Vuurkist simulatie, cv-instellingen

Het programmeren van de uitgangen voor de vuurkist gaat toch niet zo eenvoudig als gedacht. De instelling (onder de kop 'modus (effekt) des Ausgangs' in de LokProgrammer software) 'Feuerbüchse' levert wel een knipperende LED op, maar het ziet niet erg realistisch uit. Het gebruik van 3 LEDs met verschillende kleuren komt nu van pas. Een realistischer, maar nog steeds niet heel goede vuurkist simulatie, heb ik met deze instellingen gekregen:

▪ Gele LED: instelling 'Feuerbüchse'

▪ Rode LED: instelling 'Neonlicht' met 'Startzeit' op 255. Met waarde 255 wordt een defecte neonbuis gesimuleerd, de uitgang blijft dus knipperen

▪ Oranje LED: instelling 'oscilation Headlight' met 'Phasenverschiebung' op 0. Waar mogelijk is het vakje 'LED-modus' geactiveerd. Lichtsterkte verschillen kunnen aangepast worden met de helderheid ('Helligkeit'). Foto 10 toont 2 opnamen van de vuurkist 'in actie', links is vooral rood licht zichtbaar, rechts vooral geel licht. Het effect van 3 kleuren is dus duidelijk zichtbaar (kleurverschil misschien niet zichtbaar in het gedrukte clubblad).

De LEDs kunnen ook met andere instellingen geprogrammeerd worden. Uitbreiden met een vierde LED die continu op lage helderheid ingeschakeld is, is ook mogelijk.

Als de uitgangen ingesteld zijn, kan de vuurkist simulatie met meerdere uitgangen met 1 functie ingeschakeld worden, in te stellen met de ESU LokProgrammer software.

Volgende vuurkist opbouw anders

Bij de volgende loc, die ik een vuurkist geef, zal de vuurkist anders opgebouwd worden. In het bakje dat ik nu opgebouwd heb, zitten de LEDs tegen de achterwand. In een volgende versie zal ik ze onderin plaatsen en bovenin verkreukelde aluminiumfolie monteren. De LEDs zijn nu, afhankelijk van de kijkhoek, soms zichtbaar. Met de gewijzigde opbouw hoop ik dat te vermijden, de aluminiumfolie zorgt hopelijk voor een betere verstrooiing van het licht. De verschillen in opbouw heb ik in figuur 10 schematisch weergegeven. De LEDs bovenin en de aluminiumfolie onder kan natuurlijk ook. Figuur 10 toont de doorsnede, daarom is telkens maar 1 LED zichtbaar.

8. Samenbouw

Zodra ook de drijfwerkverlichting en de cabineverlichting ingebouwd zijn, kunnen het loc-chassis en de loc-bovenbouw samengevoegd worden (foto 11).

Ik wil de loc demontabel houden. Dat betekent, dat de bedrading tussen locchassis en loc-bovenbouw ontkoppeld moet kunnen worden. Dat heb ik opgelost met 2 stekkerverbindingen, 1 stekker met 7 polen, en 1 stekker met 6 polen. Om omdraaien bij het koppelen te voorkomen, heb ik telkens 1 pin gesloten (in totaal worden 6 + 5 = 11 pinnen gebruikt).

Op foto 11 zijn meerdere dingen te zien:

▪ Drijfwerkverlichting, 5 LEDs zichtbaar. De drijfwerkverlichting is opgebouwd met 6 warm-witte LEDs.

▪ Beide stekkers gekoppeld. Onder de supercondensators is plaats voor de stekkers, zodat de bovenbouw zonder problemen op het chassis gemonteerd kan worden (zie figuur 1).

▪ Een klein hoekje van het ketelgewicht is zichtbaar.

▪ De lamphouder voor de frontseinen is vlak afgeslepen,de lichtgeleider voor de frontseinen is verwijderd, de stroomdraden voor de LEDs lopen direct naar de lantaarns.

▪ De aansluitdraden voor de luidspreker en de draden voor de frontseinen lopen onder de ketel. Helaas kreeg ik het gewicht in de ketel niet uit de ketel, anders had ik een gleuf gefreesd, waarin de draden onzichtbaar in de ketel weggewerkt konden worden. Een andere optie was een gat boren in het gewicht, maar daarbij is er kans op beschadigen van de bovenbouw, dat heb ik niet gedaan. Gelukkig zijn de draden nauwelijks zichtbaar.

▪ Naar de tender lopen 8 draden. 2 Voor de stroomafname, 2 voor de motor, 4 voor de verlichting (1 voor de V+, de blauwe draad, 1 voor de witte verlichting, en telkens 1 voor de tender sluitverlichting, links en rechts op eigen decoder uitgang).

▪ Niet goed zichtbaar: de gesoldeerde draadaansluiting op de stekkers zijn niet met krimpkous geïsoleerd, maarmeteen laagje Micro Kristal Klear lijm. Alle draden in de tender aansluiten is de laatste stap van de ombouw en daarmee is weer een loc succesvol naar digitaal omgebouwd.

Slotwoord

Op foto 11 zijn zeer veel draden te zien, een ombouw als deze lijkt daarom erg ingewikkeld. Maar bedenk daarbij, dat elke draad een functie heeft. Voer de ombouw stap voor stap uit, gebruik zoveel mogelijk verschillende kleuren draad, noteer welke kleur draad waarvoor gebruikt is, dan blijft een ombouw overzichtelijk, ongeacht het aantal ombouwstappen.

D&H is een geregistreerde naam van Doehler & Haass Steuerungssysteme GmbH & Co. KG ESU is een geregistreerde naam van ESU electronic solutions ulm GmbH & Co. KG.

Fleischmann is een geregistreerde naam van Modelleisenbahn GmbH Goldcap, afkorting van Gold Capacitor, naam gebruikt door Panasonic voor supercondensators Tams is een geregistreerde naam van Tams Elektronik GmbH Zimo is een geregistreerde naam van ZIMO ELEKTRONIK GmbH

Figuur 1 en 2: Fleischmann onderdelenlijst 4160 (1982) – gemodificeerd

Figuur 4, 5 en 6: infineon datasheet TLE4964-4M, Revision 1.0, 2013-05-07 – gemodificeerd

Overige figuren en foto's door G.W. Kleijkers

Hamertje tik.

Op de dinsdagmiddag en dinsdagavond wordt er hardgewerkt aan de H0-baan door o.a. Jonny, Fedde en Wim L.

Fotograaf: Ans

Stoom in Oberfranken.

In de vorige editie heeft u het verslag “Met de stoomwet onder mijn kussen” kunnen lezen. Bij de foto’s zijn toen, vanwege ruimtegebrek, niet de onderschriften vermeld. Nu een terugblik op Stoom in Oberfranken met de foto’s (zie FMB-jaargang 43-01 maart 2025, blz. 31 e.v.)

Twee groepsgenoten geven de grootte aan van de DB Baureihe 10 001. (Het Deutsches Dampflokomotiv Museum in Neuenmarkt-Wirsberg) Het uitzichtpunt nabij Himmelkron aan de Schiefe Ebene.

Helaas deze keer geen stoom! Maar een Regio Shuttle van Agilis. De Schiefe Ebene
Het mooiste plekje van de trein! (Dampfbahn Fränkische Schweiz).

Locomotief nr. 2 rijdt om op het station Behringermuhle.

Locomotief nr. 2 stoomt er lustig op los. (Dampfbahn Fränkische Schweiz).

De geliefde Ludmilla 132 088-5 van de voormalige DR nabij het DDM.

DR BR 52 7596 en de DB 211 041-6 in het depot van het DDM.

Regio Shuttle VT 650 703 op het station van Neuenmarkt-Wirsberg.
Daarnaast staat de beruchte Regio Swinger.

De Roten Brummer 798 731-6 en 998 744-7 van de Rodachtalbahn.

Museumtram HEAG 31 op het stationsplein van Darmstadt.

Foto’s: Marthijn

Locomotief DR BR 52 7596 in ruststand.

Automatisering per computer (5).

In deze aflevering gaan we zoals al aangegeven de “Clock” en de”Schedules”behandelen. We komen hiermee in de wat diepere niveau’s van het programma en het wordt dus een beetje pittiger.

Via de “Clock” (Uiteraard de “Modelbaanklok”) kun je de “Schedules” laten starten of andere zaken via macro’s laten aansturen, denk hierbij aan verlichting en geluidseffecten.

De “Schedules” of even in het Nederlands “Rijschema’s” horen bij de basis van Traincontroller en vormen eigenlijk de ruggengraat van het rijden per computer. Je kunt deze rijschema’s via de klok laten aansturen, maar even zo goed is het mogelijk om de rijschema’s ook elkaar of door rijdende treinen te laten aansturen.

In de handleiding van TrainController worden veel voorbeelden gegeven, door de grote hoeveelheid mogelijkheden zou dit voor beginners iets te veel kunnen worden, waardoor je door de bomen het bos niet meer ziet. Om die reden beperk ik mij tot de meest gebruikte mogelijkheden. In de vervolgworkshop zal ik op basis van voorbeelden op de clubbaan dit onderdeel aan de hand van rijvoorbeelden nog verder verduidelijken.

Goed, de “Clock” dus:

Je maakt hem zichtbaar door op het tabblad “Windows” in de menubalk te klikken en daar in het uitklapmenu op het kloksymbooltje te klikken, op de klok zal waarschijnlijk een willekeurige tijd aangegeven zijn. Je ziet dan de klok in je beeldscherm verschijnen. In dit voorbeeld heb ik de klok zodanig ingesteld dat hij, iedere keer dat ik TrainController opstart, begint om 00.00 uur in de nacht. Je kunt dit echter ook achterwege laten. De klok zal dan bij opnieuw opstarten van traincontroller verder gaan met waar hij bij de laatste keer, dat je het programma hebt gebruikt, is gebleven.

Om dit naar je eigen smaak aan te passen klik je eerst even met je muis in de tijdsbalk boven de wijzers, deze wordt dan geel/oranje van kleur. Je kunt dan, zoals met elk venster, de klok verslepen naar een plek op je beeldscherm waar je hem wilt hebben. Je kunt vervolgens de eigenschappen van de klok aanpassen door in het “Edit” menu (Boven in je scherm in de werkbalk) op “Proporties” te klikken. Er opent zich het volgende scherm:

Je kunt hier een aantal zaken naar eigen behoefte invullen. Bij “Settings” en “Use System Time” kun je aanvinken, of je de systeemtijd van je PC als starttijdwil gebruiken. Ik heb dit niet gedaan in dit voorbeeld.

Je kunt bij “Current Time” een zelfgekozen waarde (Starttijd) voor de huidige sessie ingeven. Daaronder is de mogelijkheid om een “Reset Time” in te geven. Indit voorbeeldheb ik dezereset timeop00.00uur gezet entevensaangevinkt bij “Reset at Begin of a Session” dat ik, iedere keer dat ik Traincontroller opstart, de klok automatisch op 00.00 uur springt en vandaar af alle rijschema’s opstart.

Bij “Speed” en “Scale” kun je aangeven hoeveel sneller je de modelbaanklok wil laten lopen dan de werkelijke tijd. In dit voorbeeld staat de klok op een factor 10, dat wil zeggen dat een uur op de modelbaan in werkelijke tijd 60 : 10 = 6 minuten duurt. Het Tabje “Night” kun je gebruiken om vast te leggen hoe laat en hoe lang je de nachtperiode op je modelbaan wilt laten duren.

Je kunt dus met deze “Speed Scale” zelf bepalen hoelang je een “modelbaanuur” wilt laten duren. Wat is hiervan nu het nut, wel, in onze werkelijke wereld is het heel normaal, dat er om het halve of hele uur een trein van een station vertrekt. Op onze modelbaan is een half of een heel uur werkelijke tijd natuurlijk veel te lang voor ons om op te wachten, vandaar dat we de tijd kunstmatig kunnen “versnellen”. Zoals zal blijken als we “Schedules” gaan gebruiken is deze optie erg nuttig.

Naast het starten van een rijschema met behulp van de klok kun je rijschema’s ook elkaar laten starten. Dat wil zeggen, dat als een willekeurig rijschema klaar is en stopt, dit schema een startsein geeft aan een ander of zelfs meerdere rijschema’s tegelijk. We maken dan gebruik van de “Successor” functie. Ook kun je een rijschema laten starten door een of meer rijdende treinen. Daarnaast kun je ook een mix toepassen van alle drie startmogelijkheden. Verderop in deze aflevering kom ik hierop terug.

Voordat we met de rijschema’s aan de slag kunnen gaan is het voor je begrip nodig om even wat dieper in TrainController te duiken en daarom gaan we voor het eerst ook de “Dispatcher” ofwel in vrij vertaald Nederlands

“Treindienstleider” gebruiken, omdat deze treindienstleider heel nauw betrokken is bij onze rijschema’s. De treindienstleider beheert (net zoals in de werkelijkheid) het treinverkeer op de modelbaan door gebruik te maken van een “Logical” (of te wel in Nederlands” Logisch”) bloksysteem (niet te verwarren met ons klassieke bloksysteem, waarin alleen met eenvoudige schakelmogelijkheden werd gewerkt en alleen maar gezien kan worden of het volgende blok vrij is). Het “Logisch” bloksysteem daarentegen kijkt naar alle parameters op onze modelbaan en doet dat op basis van de informatie die door terugmelders gegeven wordt. Ook worden alle treinposities, wissel en seinstanden, opdrachten, voorwaarden en rijschema’s in dit logisch bloksysteem meegenomen. Dit is dus integenstelling tot het klassieke systeem een dynamisch systeem wat vrijwel onbeperkte rijmogelijkheden in zich heeft.

De “Schedules (of in het Nederlands “Rijschema’s”)

Hoe maak je nu een rijschema aan in TrainController? (Voor het gemak duid ik vanaf nu het programma aan met “TC”.) Wel, hiervoor staan verschillende mogelijkheden ter beschikking en ik zal een eenvoudige manier hier behandelen, zodat je deze optie van TC ook heel snel kunt toepassen op je eigen baan of het proefbaantje wat ik in een van de vorige afleveringen uit deze serie heb beschreven. Ook kun je in de “Demo mode” van TC dit allemaal ook oefenen en doortesten en zien of het is gelukt wat je de computer wilde laten doen met je rijschema’s. Nogmaals, naast de manier die ik hier behandel, zijn er nog andere methodes om rijschema’s te maken, maar die behandel ik in de vervolgworkshop TC.

Goed, open even de demobaan in TC, ga in de “Edit” mode en klik in de menubalk bovenin op het tabje “Windows”, er opent zich een uitklapscherm en hierin klik je op “New Dispatcher Window” Je ziet dan het Dispatcherscherm: Zoals je ziet lijkt het Dispatcherscherm wel wat op ons Switchboard, maar er zijn verschillen. Aan de linkerkant zie je een kolom, waarin je naar wens informatie over de blokken, routes en schedules kunt oproepen. We komen hier ook voor het eerst het woord “Routes” tegen. Ik ga er hier in dit bestek niet heel diep op in, maar het belangrijkste is, dat je weet dat

een route een verbindingslijn is tussen twee blokken en dat meerdere routes tezamen eigenlijk een rijschema kunnen vormen.

Het hierboven afgebeelde scherm staan de “Blocks”afgebeeld, om een rijschema te maken, gaan we naar het scherm “Routes”. We doen dit door op het tabje “Routes” in de linker kolom te tikken, we krijgen dan het volgende scherm:

Als je wilt weten welke route bij welke beschrijving in de linkerkolom hoort dan klik je met je muisaanwijzer op de beschrijving en deroute licht geel op in het railplan, op die manier kun je alle routes stuk voor stuk zichtbaar maken.

In de bovenstaande afbeelding staat onze loc in “Hidden Yard 1” (Staat hij er nog niet in dan moet je een loc uiteraard even koppelen aan het blok) en we willen een rijschema maken van “Hidden Yard 1” naar “Hidden Yard 3”. We doen dit eigenlijk op dezelfde manier als een loc van a naar b te laten rijden, zoals we geoefend hebben in de vorige aflevering. Ga hiertoe met je muisaanwijzer op “Hidden Yard 1” staan en klik met je rechtermuisknop. Je krijgt dan een uitklapscherm en hierin selecteer je dan de inmiddels bekende “A” van Autotrain.

Je ziet nu dat je automatisch naar het scherm “Schedules” bent doorgegaan, “Hidden Yard 1” is nu je vertrekblok geworden.

Selecteer “Hidden Yard 3” en wijs dit blok aan als eindbestemming. (Let op de rijrichting!) Je ziet nu het bovenstaande scherm: Klik nu nogmaals op de “A”, je krijgt de volgende boodschap op het scherm:

Kies Ja en TC gaat automatisch uit de edit mode en het rijschema wordt geactiveerd, je ziet dit aan de route die geel oplicht. Start even de simulator en je ziet de loc ook daadwerkelijk van “Hidden Yard 1” naar “Hidden Yard 3” rijden. Je ziet ook het rijschema staan in de linkerkolom, TC vult in dit geval automatisch als naam voor dit schema de naam “Hidden Yard 1-Hidden Yard 3” in.

Maak als oefening nu zelf een paar rijschema’s, zodat je doorkrijgt hoe gemakkelijk dit eigenlijk gaat, het lijkt echt veel moeilijker dan het is.

Willen we dit rijschema een andere naam geven dan kan dit natuurlijk ook. We doen dit door weer naar de edit mode te gaan met de muisaanwijzer op het blauwe balkje met “Hidden Yard 1-Hidden Yard 3” te gaan staan en met je rechtermuisknop te klikken. Kies in het uitklapmenu “Properties” (Jawel, daar is tie weer!). Je komt dan automatisch in de eigenschappen van dit rijschema en kunnen we hier dus van alles vastleggen over wat we met dit rijschema willen.

Onder het Tabje “General” kunnen we o.a. de naam van dit rijschema aanpassen (In dit geval laten we de naam gewoon staan). Op dit scherm kun je uiteraard nog meer, maar ook dit is voor de vervolgworkshop en doen we hier nu nog even niets mee.

Dan het Tabje “Rules”:

Een belangrijke tab, want hier kun je allerlei voorwaarden aan het rijschema opleggen. Ik noem er even twee, die je veel gaat gebruiken. Allereerst “Start Delay”, deze staat standaard op 2 seconden ingesteld, maar persoonlijk zet ik hem meestal op 5 of hoger. Het geeft de tijd aan, nadat een sein op groen is gegaan hoelang het dan nog duurt voordat de trein daadwerkelijk vertrekt. Ik vind dit veel natuurgetrouwer en overeenkomend met de werkelijkheid. De hier ingegeven waarde is ook van toepassing bij het gebruiken van “Successor” rijschema’s.

“Start the oldest train”: In geval van een vertrekroute uit meerdere stationssporen naar het hoofdspoor zal TC de loc laten vertrekken, die het langste heeft stilgestaan op een van de stationssporen.

“Look ahead”: Hier kun je vastleggen hoeveel blokken een rijdende trein voor zichzelf reserveert (Staat standaard op “Smart”, maar soms is het nodig om een vast aantal blokken te reserveren).

Zo zijn er onder deze tab “Rules” heel veel mogelijkheden om rijschema’s helemaal aan te passen op je eigen wensen. Lees ze allemaal eens door, (Met het schuifje aan de rechterkant kun je er doorheen scrollen. Als je ze aanklikt wordt de functie in een uitlegvak onder in het scherm beschreven.

De tab “Successors”:

Ik heb hier in dit voorbeeld een viertal rijschema’s aangemaakt in het “Dispatcher”scherm, wil je nu bijvoorbeeld dat het huidige rijschema “Hidden Yard 1Hidden Yard 3” opgevolgd wordt door “Southtown 1 –Track 1” dan klik je met je muisaanwijzer op dit rijschema in “Availeble

Schedules” en klik op het knopje”Add”. Het rijschema “Southtown 1 – Track 1” wordt opgenomen in het naastliggende Vak “Successors” en wordt gestart als het rijschema “Hidden Yard 1-Hidden Yard 3” is afgelopen.

Doe nu voor jezelf weer een aantal oefeningen en laat die door TC en de computer uitvoeren in de demo mode. Wees erop bedacht, dat je geen zogenaamd“DeadLock” bedenkt in de uitvoering vande diverse schema’s.Een “Dead Lock” wil zeggen, dat je een opeenvolging van rijschema’s hebt bedacht, die uiteindelijk resulteren in het niet meer kunnen uitvoeren door TC en de computer van de door jou bedachte volgorde. (In de VW kom ik ook hier nog op terug. In de VW bespreek ik ook de andere tabjes en de mogelijkheden daarvan.) Wil je een rijschema handmatig starten dan kun je dat in het “Schedule” scherm doen. Je kiest een rijschema en om dit te starten ga je met je muisaanwijzer op dat schema staan, klik met je rechtermuisknop en kies “Start”

We hebben nu besproken, hoe we rijschema’s elkaar kunnen aansturen maar tot slot van deze aflevering ga ik nog uitleggen, hoe we de klok kunnen gaan gebruiken als startpunt voor de rijschema’s. Belangrijk is, dat je al deze mogelijkheden door elkaar heen kunt gebruiken en zo een zeer afwisselend treinverkeer op je modelbaan kunt realiseren.

De klok als startpunt van de rijschema’s.

We maken voor deze optie gebruik van de “Timetable”ofwel in vrij Nederlands de “Dienstregeling”.We gaan daartoe weer in de edit mode van TC . (Ken je het nog?). Daarna gaan we boven in de menubalk naar “Windows” en kiezen in het uitklapmenu “Timetable”. (Daarachter staat een willekeurige tijd en/of datum vermeld). Er opent zich het volgende scherm:

Links van het datumvak bevindt zich een lijstsymbool met een klokje. Als je hier met je muisaanwijzer op gaat staan, lees je de tekst “New Timetable Entry”. Als je hierop klikt, wordt een starttijd gegenereerd in de “Time” kolom aan de linkerkant: De starttijd die je daar ziet staan, staat standaard altijd op zes uur in de ochtend. Dat willen we natuurlijk wel zelf bepalen en tevens willen we aan deze starttijd een rijschema koppelen. Ga daarom met je muisaanwijzer op de tijd van 6.00 uur staan en dubbelklik met je linkermuisknop.

Je komt dan in het eigenschappenscherm van dit rijschema: Ik denk dat je de bedoeling van dit scherm wel begrijpt en ook meteen ziet wat voor ontelbare mogelijkheden je hiermee kunt maken ten aanzien van de rijschema’s (Welke starttijd, welke dag of weekdag, zelfs welke datum).

Achter in het vakje achter “Element” zie je het zwarte pijlpuntje met de punt naar beneden, klik hierop en je ziet al de rijschema’s staan, die je hebt gemaakt in deze aflevering (In dit geval zijn het mijn rijschema’s, die ik in deze aflevering heb gemaakt):

Je kiest uit die rijschema’s een uit (In mijn geval Hidden Yard 1- Hidden Yard 3.) Het invulvakje Macro’s behandel ik later of in de VW.

Wel vertel ik even dat je bv. een macro “Kerkklok Luiden” kunt maken. Via deze macro kun je dan via een daarvoor geschikte decoder de kerkklok in het dorp of stad laten luiden van bijvoorbeeld 8.00 uur tot 8.15 uur in de morgen. Of je laat de verlichting in de huizen op je baan aangaan om 20.00 uur in de avond en om 23.30 uitgaan via een macro “Verlichting Huizen” Je kunt zelfs denken aan een volledige dag/nacht cyclus op je baan net zoals in Miniatur Wunderland.

De “Probability”laat je gewoon op 100% staan en “Maximum Delay” op 0 minutes (VW). In het vakje “Timetable” kun je de keuze maken tussen elke dag of een dag in de week of zelfs 1 dag per jaar (Date). Ik laat dit altijd op “Each Day”staan, omdat ik mijn rijschema’s elke dag wil rijden. Vervolgens vullen we een starttijd bij “Time” en een eindtijd bij “Repeat Until”. Als laatste vul je bij “Each” het aantal minuten in, waarop je dit schema wil herhalen. Het zou er bijvoorbeeld zo uit kunnen zien:

Dit schema start om 00.10 na middernacht en loopt door tot 23.10 in de avond en wordt elke dag om de 15 minuten herhaald. (Hou er rekening mee dat dit modelbaan minuten zijn, dus het tempo van je modelbaanklok bepaalt ook het tempo van je rijschema’s).

Uiteraard kun je meerdere schema’s op dezelfde tijd laten beginnen. Het voordeel van het werken met de klok is dat, als je hem start, alle ingevoerde schema’s automatisch zullen beginnen en je verder zelf niets handmatig hoeft te doen. Ook het stoppen is heel eenvoudig. Je hoeft alleen maar de klok te stoppen en alles komt na het uitrijden van het laatste rijschema tot stilstand. Als je via successors werkt, moet je een schema wel handmatig opstarten en stoppen. Uiteindelijk zou je “Timetable” overzicht er zo uit kunnen zien.

Als je nu de klok start door op het kloksymbooltje (rechts) op de menubalk bovenin je beeldscherm te klikken (Start or Stop the Clock), dan wordt dit symbool geel van kleur en gaat de klok lopen. Je ingevoerde rijschema’s zullen dan stuk voor stuk gaan opstarten. Wil je de klok weer stoppen dan druk je weer een keer op de hetzelfde symbooltje, de kleur wordt weer blauw en na het uitvoeren van het laatste rijschema zullen alle treinen weer tot stilstand gekomen zijn.

In de vorige aflevering heb ik aangegeven, dat ik ook nog de “Spotaneous Run” zou behandelen. Ik stel dit echter even uit naar de volgende aflevering anders wordt het artikel te lang.

Zo, weer een pittige aflevering, maar wel een waar je in één keer veel mogelijkheden hebt geleerd om op je baan een boeiend en dynamisch treinverkeer mogelijk te maken.

Zijn er vragen dan hoor ik die graag. © Koos Göhl.

COLOFON

FRIESE MODELBAANCLUB (FMC)

Bestuur:

Wijbe Wouda : Voorzitter

René Bourgonje : Vice-voorzitter

Christiaan de Bruin : Secretaris

Tjitte-Jaap Zijlstra : Secretaris

Eric Berendsen : Penningmeester

Roelof Nieuwhof : Bestuurslid

Rauke Burink : Bestuurslid

Contact: fmc.bestuur@gmail.com

Contactpersonen:

*Activiteiten : Rauke Burink activiteiten@friesemodelbaanclub.nl

*Ledenadministratie : Eric Berendsen ericbfmc@gmail.com en Trijntje Boon

Adres clubgebouw : Jupiterweg 20, 8938 AE Leeuwarden Geopend op zaterdagmiddag van 13:30 uur tot 17:00 uur en dinsdagavond van 19:30 uur tot 22:30 uur

Bankrekening (IBAN) : NL18 RABO 0340 8612 23 t.n.v. “Friese Modelbaanclub” te Leeuwarden

Kamer van Koophandel : nr. 40003087

Internet : www.friesemodelbaanclub.nl

*De FRIESE MODELBAANCLUB is opgericht op 21-08-1981 en heeft tot doel het bieden en bevorderen van mogelijkheden tot ontspanning en ontplooiing van liefhebbers van modelspoorbanen.

*De FRIESE MODELSPOORCLUB is aangesloten bij de Nederlandse Modelspoor Federatie (NMF), een overkoepelend orgaan van de Nederlandse modelspoorverenigingen.

Clubblad : Fries Modelbaan Bulletin

Verschijnt 4x per jaar (mrt., juni, sept. en dec.)

Redactie : Trijntje Boon redactie@friesemodelbaanclub.nl

Opmaak : Trijntje Boon trijntjeboon@gmail.com

Druk : Drukkerij Allprint te Dokkum

De redactie behoudt zich het recht ingezonden kopij te weigeren, dan wel te bewerken, dit alles in overleg. Uw bijdrage dient bij voorkeur digitaal te worden aangeleverd via email, als tekstbestand of als wordbestand.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.