Vakblad De Loonwerker NL thema Bosbouw februari 2023

Page 1

De bosfrees

MACHINE IN DE KIJKER THEMA: Bosbouw LOONWERKER IN BEELD Loonbedrijf Vos uit Ruinerwold (Dr.) Kolen oogsten met loonbedrijf Nannes AGRI Onafhankelijk maandblad voor de Nederlandse loonwerksector • 13e jaargang • nr. 2 • februari 2023

Verandering van spijs doet eten

Het loonbedrijf verandert en vakblad de Loonwerker verandert mee. Geen zorgen, waar gaan het roer niet drastisch omgooien, maar er gaat wel degelijk iets veranderen. Waar de landbouw steeds meer onder druk komt te staan, zie je dat binnen loonbedrijven gekeken wordt naar hoe de risico’s beter gespreid kunnen worden. Het is een trend die al langer aan de gang is. Ondernemers in loonbedrijven gaan op zoek naar oplossingen voor meer continuïteit om bijvoorbeeld seizoenswerkloosheid te voorkomen, oftewel het personeel ook in de winter aan het werk te houden. Daarnaast zie je dat agrarische loonbedrijven worden verrijkt met een dumper of een graafmachine en dat daardoor ook het loonwerk in grondverzet of groen langzaam maar zeker toeneemt. Ondernemers die toekomstgericht zijn, zien de kansen en spelen er op in. Zo ontstaan ook bedrijven die zich specialiseren op grond-, weg- en waterbouw of bosbouw, sloot- en bermonderhoud.

Ik wil u als lezer niet te veel vermoeien met clichés, maar wij weten als sector van een bedreiging een kans te maken. Zo zal het ook gaan met de landbouw. Dat er grote uitdagingen zijn in de agrarische sector is evident. En er zijn nog veel vraagtekens. Wat gaat daadwerkelijk de impact worden van het stikstofdossier? Hoe pakt schaalvergroting uit, want er staat steeds minder opvolgers klaar terwijl de groep met stoppers groeit? Wat wordt de richting nu de druk op grond steeds groter wordt? Woningbouw,

duurzame projecten als zonneparken en natuurontwikkeling moeten ook een plek krijgen en dan wordt er ook naar vruchtbare landbouwgrond gekeken. Voor onze klanten kan dit grote gevolgen hebben en daarmee worden indirect ook de werkzaamheden van ons als loonwerkers beïnvloed. Aan de andere kant, waar landbouwgrond natuur wordt, groeit het belang van landschapsbeheer. En wie heeft het materieel om het landschap goed te onderhouden?

De veranderingen in de Loonwerker kondigde ik in mijn voorwoord in de laatste editie van 2022 al aan. Wij gaan in het vakblad naast het agrarisch loonwerk ook een vaste plek inruimen voor grond(verzet)-, weg en waterbouw én groen (bosbouw, sloot- en bermonderhoud, tuin en park). Zo komt iedere loonwerker, waar zijn specialisme ook ligt, in iedere editie van zijn vakblad aan z’n trekken. De vormgevers kregen de opdracht om op subtiele wijze deze accentwijziging te verwerken in het vakblad. En dat is gelukt.

Toevalligerwijs kenden wij aan de februari-editie al het thema ‘Bosbouw’ toe. In deze eerste ‘hernieuwde’ editie zal de nadruk dankzij het thema iets meer liggen op groen. Want waar het nu met werk op het land en in gww iets rustiger is, zijn de vakmensen met hun specialistische machines druk bezig om natuur te onderhouden. Verwildering wordt voorkomen en kwetsbare planten en dieren wordt de ruimte gegeven,

buiten het broedseizoen om. Dankzij bosbouwwerkzaamheden slagen bedrijven, zoals als Otten uit Wapse (lees hun verhaal op pagina 18), er in om personeel in de winter aan de slag te houden en te groeien ‘met het werk in de achtertuin’. Een voorbeeld van ondernemerschap waarbij van een uitdaging een kans wordt gemaakt. Het zijn verhalen uit de praktijk waarmee wij de lezers van ons vakblad willen inspireren. Uiteindelijk is onze doelstelling om u als loonwerker te helpen in de bedrijfsvoering. De vertrouwde rubrieken zullen meer in die richting geschreven worden. Met de accentwijziging segmenteren we het loonwerk ook in het vakblad, ook visueel. Verder blijft het uw vertrouwde de Loonwerker

Bij tips of vragen mag u mij altijd mailen via martin.de.vries@prosu.nl

Veel leesplezier!

VOORWOORD 3
3
Martin de Vries Hoofdredacteur de Loonwerker Vormgeving Mixcom Design buigt zich over 'restyling' vakblad de Loonwerker.

Colofon

Onafhankelijk maandblad voor de Nederlandse loonwerksector

De Loonwerker is een uitgave van Prosu Media Producties BV

Postbus 283, 8250 AG Dronten

Tel: +31 (0)320 28 69 39, mediaproducties@prosu.nl www.prosumediaproducties.nl

Verantwoordelijke uitgever

Lisanne Andeweg, Postbus 283, 8250 AG Dronten

Advertenties

Jan Geert Vedelaar, +31 (0)320 28 69 39, jangeert.vedelaar@prosu.nl

Coördinatie

Prosu Media Producties BV, advertenties@prosu.nl

Hoofdredacteur

Martin de Vries, tel: +31 (0)320 28 69 39, martin.de.vries@prosu.nl

Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving.

Druk SMG Zwolle

Grafische Vormgeving

MixCom digital & print creatives, Zwolle: Ricardo Reezigt, Paulien Schutten, Jesse Mulder (vormgever) en Martijn Eilander (art-director)

Eindredactie

Seppe Deckx, tel: +32 (14) 286 080, seppe.deckx@prosu.nl

Redactie

Martin de Vries, Seppe Deckx, René Koerhuis, Annelies Bakker, Dick van Doorn en Jens Kusters

Abonnementen

Tel: +31 (0)320 28 69 39, deloonwerker@prosu.nl

Jaarabonnement

Jaarabonnement: (11 edities, incl. portokosten)

Nederland: € 89,95 (excl. btw), Europa 169,95 (excl. btw) per jaar. Voor overige landen op aanvraag.

Abonnementen kunnen op elk moment ingaan en gelden voor onbepaalde tijd.

De opzegtermijn bedraagt drie maanden.

Foto cover

Thema

08 Loonwerker in beeld

Loonbedrijf Vos uit Ruinerwold (Dr.)

12 Machine in de kijker

De bosfrees

16 Door de ogen van…

Eric Hansotia, Ceo AGCO Group

GROEN Groen, sloot- en bermonderhoud, tuin en park

18

Thema: Bosbouw

Pag 18 Otten Groep • Groei door ‘bosbouwovername’

Pag 20 Martens Chopper • Laagtoerig grassen verwijderen

Pag 22 Boomknippers onder de loep • Serieus alternatief voor kettingzaag

Pag 24 Matt Nielen-knipschaar • Roothans knipt hoge bomen

Pag 26 In productie • Ufkes: Roofdieren in maatwerkpak

Pag 29 Groene Sector Vakbeurs • Duurzame snipperdagen

Pag 32 Hemos bij Van Werven • Anderhalf keer sneller stobben frezen

“Farmer first is niet alleen uitdrukking, het is wie we zijn”

AGRI Veehouderij, akkerbouw, fruitteelt, bollen en glastuinbouw

34 In het spoor van Loonbedrijf Nannes snijdt kolen mechanisch af

36 Uit de schoolbanken

Yuverta

38 Boven het maisveld

39 Nieuw materieel

Unieke Kramer Proseeder naar Oostenrijk

GWW Grond (verzet)-, weg- en waterbouw

40 Trekker van de maand

41 Nieuw materieel

Takeuchi-rupsdumper bij specialist Oussoren

Uit de schoolbanken

“Verbindingen leggen richting duurzaam bodembeheer”

42

Nieuw materieel

Dezeure-gronddumper bij Urlings

INHOUDSOPGAVE
FAE
36
Bosbouw 18
in beeld
tijd stoppen is ook ondernemen” 08
Loonwerker
“Op
Door de ogen van…
Nieuw materieel Duurzame Japanner bij rupsdumperspecialist 40 16 GWW AGRI GROEN
5 de Loonwerker februari 2023

Vredo investeert in testbaan en moderne productiefaciliteit

Landbouwmachinefabrikant Vredo heeft haar nieuwe productiefaciliteit in Dodewaard officieel in gebruik genomen. De moderne en duurzaam gebouwde productiefaciliteit is volgens Vredo noodzakelijk om de verdere groei faciliteren. Daarnaast is er uitgebreid in kantoorruimtes en trainingsruimtes om de honderdtachtig medewerkers optimaal te ondersteunen.

Vredo produceert onder andere doorzaaimachines, zodenbemesters, zelfrijdende mesttankcombinaties, snijfilters en sleepslangtechnieken.

Om de machines voor uitlevering volledig te kunnen testen is er achter de nieuwe productielocatie ook een testbaan aangelegd. Hier kunnen de omstandigheden worden gesimuleerd waar de Vredotechnieken in het veld mee te maken krijgen. Dit draagt volgens de fabrikant zorg voor maximale kwaliteitsborging en het gecontroleerd versnellen van ontwikkeltrajecten.

Om de logistieke processen binnen het bedrijf te optimaliseren heeft Vredo ook in de interne logistiek geïnvesteerd. Dit moet niet alleen bijdragen aan de interne doorloopsnelheid, maar ook aan een maximale onderdelen serviceverlening.

Scan de QR code en bekijk hier de videoreportage.

Krone wisselt werktuigdata uit op basis van zonne-energie

Landbouwmachinefabrikant Krone introduceert de SmartConnect Solar. Een telemetrie-unit die zijn energie haalt uit een zonnecel en daardoor flexibeler ingezet kan worden. De oplossing zorgt er voor dat ook eenvoudige machines zoals maaiers, schudders, harken en andere werktuigen zonder eigen elektronica in het digitale gegevensbeheer van Krone kunnen worden geïntegreerd, ongeacht welke fabrikant of werkzaamheden.

De SmartConnect Solar wordt gevoed door een zonnepaneel en een accu. Met behulp van een positiesensor kan de unit ook gebruikt worden als vrachtenteller op bijvoorbeeld een aanhangerklep. Als alternatief wordt bij aanbouw aan een draagarm van een schijvenmaaier de werken transportstand door de standsensor herkend. Met een opgeslagen werkbreedte kan de SmartConnect Solar daarnaast ook gebruikt worden als hectareteller. Verschillende positie- en statusgegevens van de machine worden in realtime verzonden via een geïntegreerde gps-ontvanger en een draadloze modem met simkaart. Als er geen mobiel netwerk beschikbaar is, worden de gegevens tijdelijk opgeslagen en later verzonden wanneer het mobiele netwerk beschikbaar is. De SmartConnect Solar voldoet aan beschermingsklasse IP69K en is daarmee water- en stofdicht.

Precisiespecialist investeert in Homburg Holland

PMH Investments verwerft een substantieel aandelenbelang in Homburg Holland, actief in de precisielandbouwtechniek op het gebied van gewasverzorging, grondbewerking en zaaitechniek. In samenwerking met PMH Investments wil de huidige directeur-aandeelhouder Jack Thibaudier de stevige positie van Homburg Holland op een duurzame manier verder uitbouwen.

Homburg Holland beschikt over innovatieve smart farming oplossingen om werktuigen met gps optimaal aan te sturen. Daarnaast is het bedrijf importeur van hoogwaardige merken, waarmee het een totaaloplossing biedt op het gebied van precisielandbouw.

Jack Thibaudier: “Naast verdere groei met onze importeurschappen in de Benelux zie ik wereldwijde groeikansen in de akkerbouw betreffende de doorontwikkeling van ons product SmartSolutions. Met deze soft- en hardware sturen we op basis van gps de werktuigen achter de trekkers

Alrena ook over op sectiecontrole voor bemesting

Nadat Alrena enkele jaren gelden succesvol is gestart met de ontwikkeling, de productie en de uitlevering van vele duizenden Alrena snijverdelers, wordt het productprogramma nu uitgebreid met het Alrena Section Control-systeem (ASC). Met de innovatie kan de werkbreedte bij bemesting variabel worden ingesteld.

De techniek is op basis van ervaringen en aanhoudende vraag van Bomech- en Alrena-gebruikers ontwikkeld. Door de constante drang naar efficiëntie en de steeds kleiner wordende giften, wordt het belang van precisie bemesten steeds groter. Uitgangspunt was een systeem dat minimale onderhoud vraagt, snel schakelt, niet gevoelig is voor scherpe delen in de mest en goed om kan gaan met eventuele drukverschillen in het luchtdruksysteem. Het ASC-systeem wordt als complete set, inclusief montage, in de Bomech-sleepvoetbemesters aangeboden. Afhankelijk van de wensen van de gebruiker kan het systeem de werkbreedte met vooraf te bepalen secties reduceren. Daarnaast kunnen de rijpaden of spuitsporen ook in- of uitgeschakeld worden.

Agritechnica zet natuurinclusiviteit centraal

Groene productiviteit is het thema voor de Agritechnica die van 12 tot 18 november in het Duitse Hannover wordt georganiseerd. Tijdens de mondiale vakbeurs voor landbouwmachines staan de uitdagingen van de landbouw - hoe verhogen we de productiviteit en houden we tegelijk rekening met bodem, klimaat en milieu – centraal.

Beursorganisatie DLG organiseert naast de beurs nog verschillende liveevenementen, demoshows en een reeks seminars waarbij onderwerpen als slim spuiten, remote sensing, connectiviteit, autonome landbouwmachines, alternatieve aandrijflijnsystemen en het goed bandengebruik aan bod komen. Partnerevenementen zijn Systems&Components, de B2Bmarktplaats voor de internationale toeleveringsindustrie in de landbouwmachines en de ‘Inhouse Farming - Feed &Food’-show. Dis is een nieuwe platform voor de landbouw- en voedselsystemen van de toekomst.

Cabine moet nieuwe Takeuchi-binnendraaier onderscheiden

De TB335R is de nieuwste Takeuchi-binnendraaier met een gewicht van 3,5 ton. Wat dit type volgens de Japanse fabrikant uniek maakt, is de ruime en comfortabele cabine die is uitgerust met bijzondere features zoals een touchscreen monitor. De nieuwe binnendraaier kenmerkt zich daarnaast door een hoge stabiliteit tijdens het werk en een goede bereikbaarheid van de draaiende delen.

aan. Verder kunnen wij ons wereldmarktleiderschap in drainagereinigers uitbreiden met klimaat afhankelijke regelsystemen waarbij drainage gekoppeld wordt aan subirrigatie.”

Directeur Durk van der Meer van PMH Investments: “Homburg Holland beschikt over een sterke organisatie en is wereldwijd actief met een mooie productportfolio. De onderneming heeft voldoende groeimogelijkheden: uitbouw van de export, de softwareontwikkeling en de watermanagement oplossingen.”

De cabine van de TB335R is bijna net zo groot als die van de conventionele TB235-2. De ruime opzet zie je bij een binnendraaier niet vaak. Meestal moet er door de kenmerkende ingekorte achterkant ingeleverd worden op de ruimte in de cabine. Bij de ontwikkeling van nieuwe modellen kijkt Takeuchi goed naar hoe de achterzijde kan worden ingekort zonder concessies te doen op het gebied van ruimte, ergonomie en het gebruiksgemak voor de machinist. Nog een ander voordeel van de TB335 R is dat de binnendraaier, ondanks zijn kortere achterzijde, erg stabiel is. Door een slimme constructie is het zwaartepunt optimaal gepositioneerd waardoor je lekker kunt werken zonder je druk te maken over de stabiliteit van de machine. De gebruiker heeft de mogelijkheid om uit drie hydraulische functies te kiezen. Ideaal voor het gebruik van verschillende uitrustingsstukken. Bijkomend voordeel qua veiligheid is de standaard slangbreukbeveiliging waarmee de machine is uitgerust.

Verhoeven Grondverzetmachines uit Maarheeze is voor de gehele Benelux en Duitsland en Polen importeur van Takeuchi minigravers en midigravers, rupsladers en rupsdumpers.

MECANOFLASH 7 MECANOFLASH 6 de Loonwerker februari 2023 de Loonwerker februari 2023
Samenstelling: Martin de Vries
AGRI GROEN
GWW
AGRI AGRI
AGRI
AGRI

Lange werkdagen maken in de oogsttijd is heel gebruikelijk. Bart de Weerd, als planner ging niet eerder slapen voordat de jongens met hun trekkers en machines weer veilig op het bedrijventerrein terug waren. De Weerd werkt al 45 jaar bij Vos. Het komende jaar 2023 zal alles anders worden. De acht eigenaren besloten eerder om eind 2022 te stoppen met het bedrijf Vos Ruinerwold bv en Vos Materiaal bv. Personeel, klanten en overige zakelijke relaties werden in oktober geïnformeerd. Een pijnlijke beslissing maar wel een verstandige. Want op tijd stoppen is ook ondernemen. de Loonwerker zocht het bedrijf op en sprak met Bart de Weerd en Wobby Vink, twee van de acht eigenaren.

Tekst en beeld: Annelies Bakker

Vink: “In de regio stond Vos Ruinerwold, officieel opgericht in 1949 door de heer Lambert Vos (geboren in 1905 in Wapserveen, red.), bekend als een betrouwbare zakenpartner. Een bedrijf dat zijn afspraken nakomt met een groot aantal trouwe en vakkundige medewerkers in dienst. Het is een gevestigde naam in de regio. Die reacties ontvingen wij als eigenaren tijdens een afscheidsbijeenkomst met klanten, leveranciers, oud-medewerkers eind 2022. Met sommige klanten hadden wij al 45 jaar een samenwerking. Het was een afscheid met gemengde gevoelens.”

De Weerd: “Vanwege het vorderen van de leeftijd - alle aandeelhouders lopen tegen de zestig jaar of zijn de zestig al gepasseerd – en de veranderende markt en omstandigheden is circa vijf jaar geleden besloten om de onderneming op termijn aan een geschikt persoon over te dragen. Tenminste als die gevonden werd.

Al sinds 2018 volgden er gesprekken met belangstellenden over een eventuele overname.

Om verschillende organisatorische en financiële redenen strandden deze pogingen iedere keer weer. Het bedrijf is financieel gezond en heeft een jong en professioneel machinepark.

Door de leeftijd en de onzekere toekomst waren wij het er allemaal over eens. Nú stoppen zou de beste beslissing zijn.”

Vink: “Als eerste hebben wij in oktober 2022 het personeel ingelicht. Op dezelfde dag stuurden wij de klanten ook een brief. Voor de 24 medewerkers was de beslissing een schok. Voor hulp en advies hebben wij contact opgenomen met Cumela. Met alle werknemers is in goed overleg een vaststellingsovereenkomst gesloten. Gelukkig hebben alle medewerkers bij loonbedrijven of bedrijven actief in de

infra of gww-sector vrij snel een nieuwe baan gevonden. Dit geldt ook voor de relatief oudere werknemers.”

De Weerd: “Op dit moment (het interview vond begin januari plaats, red.) worden de machines grondig schoongemaakt. Een aantal mensen van Troostwijk Auctions loopt hier rond om alle machines en onderdelen in kaart te brengen en te taxeren. Op 11 februari is de kijkdag. Drie dagen later de veiling. Je praat dan over hakselaars, trekkers, zelfrijdende maaiers, kippers, graafmachines, dumpers en ga zo maar door.”

Gematigd positief over de toekomst “Eerlijk gezegd hebben wij geen idee hoe de toekomst van agrarische loonbedrijven eruit zal gaan zien. Op het gebied van regelgeving vanuit Brussel en Den Haag komt er veel af op de agrarische sector. Als de veestapel met de helft moet minderen, wordt er ook minder mest uitgereden. Bovendien neemt het gras- en maisareaal ook af. Uiteraard heeft dat gevolgen

voor de agrarische sector, en dus ook voor loonbedrijven. Daarnaast denken wij ook dat er wel kansen zijn. Er zijn plannen om landbouwen natuurgebieden anders in te richten. Dus hier liggen mogelijkheden voor de grond, weg- en waterbouwsector. Gematigd positief kijken we naar de toekomst. Vos Ruinerwold is er straks niet meer. Daar gaan weer bedrijven op inspringen. En dat biedt weer kansen voor jonge ambitieuze mensen in dit gebied. Of de loonwerker van de toekomst breed georiënteerd moet zijn of gespecialiseerd, is per bedrijf verschillend. Je ziet dat er soms bedrijven zijn die gespecialiseerd zijn in bijvoorbeeld slotenonderhoud en dan zie je dat ze in slappe periodes gaan uitbreiden door gras in te kuilen en balen te persen. Uiteraard zie je ook bedrijven die net weer het tegenovergestelde doen. Het is moeilijk om daar een algemeen antwoord op te geven.”

Vink: “Van oudsher zijn de tarieven die loonbedrijven vragen relatief laag. Een

vakbekwame timmerman ontvangt rond de 45 euro. Voor het huren van een machinist plus kraan van vijftien ton waar normaliter tien liter brandstof per uur in moet vragen we 74 euro. Door de stijgende brandstofprijzen in 2022 hebben wij voor het eerst in de geschiedenis een brandstoftoeslag door moeten berekenen. Je moet het in de loonwerksector hebben van veel uren draaien.”

“Toen we 28 jaar geleden het bedrijf overnamen, duurde het inkuilen van de eerste snede gras een week of zes. Tegenwoordig moet dat in ongeveer vijf dagen klaar zijn. Daarnaast zijn de te bewerken hectares ook veel meer geworden. En de capaciteit van de machines is vergroot. Om de gestegen kosten het hoofd te kunnen bieden, moeten de tarieven ook omhoog. Er zijn veel variaties in tariefbepaling in het agrarisch loonwerk. Zo worden er bij het persen van balen staffelprijzen gehanteerd.

9 de Loonwerker februari 2023 8 de Loonwerker februari 2023 LOONWERKER IN BEELD
RUINERWOLD BV IN RUINERWOLD
VOS
Verder op pagina 10 ›
“Op tijd stoppen is ook ondernemen”

Naam: Vos Ruinerwold

Plaats: Ruinerwold

Opgericht: 1949

Geschiedenis: Lambert Vos begon in Meppel als loonwerker. Als zelfstandig ondernemer voerde hij maai- en spuitwerk voor boeren en fruittelers uit. Ook melkritten vormen een belangrijk onderdeel van de activiteiten toentertijd. In 1962 kwamen de twee zonen Henk en Jan Vos het bedrijf versterken. In 1977 verhuisde het bedrijf van Meppel naar de Wolddijk 7 in Ruinerwold. Vanaf die tijd maakte het bedrijf een gestage groei door. In 1995 is het bedrijf welke actief was in grondwerk, agrarisch loonwerk, cultuurtechnisch werk omgevormd tot een bv waarbij elf werknemers aandeelhouder zijn geworden. De jaren die volgden waren productieve jaren met werkzaamheden voor agrarisch klanten in de regio, cultuurtechnische werken, grond-, weg-, en waterbouw en natuurprojecten voor diverse opdrachtgevers in Noord- en Oost-Nederland. In 2023 wordt het bedrijf na 73 jaar bestaan officieel beëindigd.

Machinepark: Fendt trekkers, drie New Holland hakselaars, een Massey Fergusonen Herder-maaier, Veenhuis bemestertanken, Schouten sleepslangbemester, Krone Comprima rondebalenpersen, New Holland Bigbaler, Pöttinger-rotorhark, Amazone ZG B

7000-kalkstrooier, Vredo Agri Twin-doorzaaimachine, Veenhuis kiepers, Lemken-cultivator, Swincosem-zaaimachine, Krone Easycut-maaiers, Krone Big M 400-maaier, opraapwagens van Krone, een Kuhn-rotorkopeg, Lemken-ploegen, Tebbe-breedstrooiers, JCB Dumper, graafmachines van Atlas, Kobelco en Caterpillar en een Caterpillar- heftruck.

Uiteraard reken je een andere prijs wanneer je tien of honderd balen komt persen. Dat is logisch.”

Ander naambordje

“Naast al het roerend goed wat geveild gaat worden, komen ook de gebouwen waar de nodige zonnepanelen op liggen en de bedrijfsterreinen te koop. Dat gaat echter pas gebeuren nadat alle machines verkocht zijn. We nemen daar ongeveer een jaar de tijd voor. Het is niet ondenkbaar dat er over een jaar een ander naambordje aan de weg staat. Het organiseren van de veiling en het op orde brengen van de machines kost tijd.”

De Weerd: “Wanneer alles achter de rug is, ga ik misschien een paar weken naar mijn zoon die momenteel in Australië werkzaam is. Straks heb ik daar eindelijk tijd voor en ik wil hem

graag bezoeken. Vervolgens kom ik weer terug. Want ook ik heb een nieuwe baan als uitvoerder en werkvoorbereider gevonden. Een andere aandeelhouder gaat gras maaien op een golfbaan en weer een andere wordt spuitspecialist bij een akkerbouwer. Wij vinden onze weg wel weer.”

“Al met al kijken we positief terug op de mooie tijd bij Vos Ruinerwold bv. Het was een leuke club, met fijne klanten en korte lijnen. Medewerkers waren trouw en hadden een dienstverband van vele jaren. Dat zegt ook wel wat. De mentaliteit van de jongens die bij ons aan het werk waren, was gewoon top. Het blijft toch bijzonder dat je ’s ochtends zeer vroeg begint en in de zomermaanden soms pas rond middernacht klaar bent. In andere sectoren is dat ondenkbaar.” •

11 de Loonwerker februari 2023 10 de Loonwerker februari 2023 LOONWERKER IN BEELD
Een breed georiënteerd agrarische loonbedrijf heeft ook een gevarieerd machinepark. De aandeelhouders (vlnr.)
LOONWERKER IN BEELD
Harry Houdijk, Wobby Vink, Hans Otten, Bart de Weerd en Hilco Teunissen. Het technische dienstcentrum maakte onderdeel uit van Vos Ruinerwold. Naast het onderhouden van eigen machines werden hier ook reparaties voor derden uitgevoerd.

Bosfrezen: Aandachtspunten

bij aanschaf en gebruik

In deze editie van Machine in de Kijker bij wijze van uitzondering geen aandacht voor één fabrikant of machine, maar voor een type machine: bosfrezen en bosklepelmaaiers. Machines om houtopstanden, bospercelen en de restanten daarvan op te ruimen. Waarop let ik als loonwerker bij aanschaf en gebruik?

Om die vraag te kunnen beantwoorden, ging de Loonwerker te rade bij een groot aantal Belgische en Nederlandse importeurs van bosfrezen. De productie daarvan lijkt zich - vergelijkbaar met klepelmaaiers voor beheer van wegbermen en dergelijke - te concentreren in Italië en Spanje met daarnaast enkele fabrikanten in Duitsland en Finland. Hoewel zij ook frezen leveren voor het verkleinen van bestrating en stenen, concentreren we ons op bosfrezen. De markt daarvoor is in Nederland in elk geval niet zo groot meer, vertelt Nanno Evenhuis van FAE-importeur Mechanisatiebedrijf Evenhuis. “Het grote werk is naar mijn idee nu wel weg. In Noord-Nederland is destijds veel bos gerooid om te voorkomen dat die grond permanente bosgrond in plaats van landbouwgrond werd. Verder wordt er tegenwoordig ook minder gefreesd en geklepeld. Er gaat steeds meer door een versnipperaar.” Robert Wellink van Prinoth-importeur Wellink Equipment zegt tegenwoordig vooral mulchfrezen te verkopen voor onderhoudswerkzaamheden in bossen en langs spoorlijnen en (snel)wegen.

Omstandigheden allesbepalend

De eerste afweging die bepalend is bij de keuze voor een bosfrees, is onder welke omstandigheden gefreesd gaat worden. De voornaamste vraag is of dat bovengronds of ondergronds is en tot hoe diep? Een frees die bovengronds werkt, wordt ook wel klepelmaaier of mulchfrees genoemd. Ze hebben allemaal een duwbeugel om struikgewas en bomen om te duwen en kunnen vaak vijf tot tien centimeter diep in de grond werken. Die werkdiepte wordt bepaald door de hoogte en breedte van de glijsloffen. Dieperliggende boomwortels en stobben worden niet verkleind. Het toerental van de rotoras ligt hoog om goed te kunnen verkleinen. Een verschil met klepelmaaiers voor wegbermen is dat bosklepelmaaiers tegenwoordig vaak vaste klepels hebben. Losse klepels

komen ook voor, maar dan is de rotor voorzien van uitsparingen om wijkende klepels ‘op te vangen’ zodat ze de rotoras niet beschadigen. Seppi M is één van de merken met deze constructie hoewel hun frezen volgens importeur voor Nederland, Hissink, in 95 procent van de gevallen vaste klepels hebben.

Wil je in de grond werken, dan kies je voor een bosfrees of diepfrees die tot wel vijftig centimeter diep kan werken. Het rotortoerental van zo’n model

ligt een stuk lager om het brandstofverbruik te beteugelen. De grondsoort en de aanwezigheid van stenen en/of andere verontreinigingen bepalen de uiteindelijke efficiëntie en capaciteit.

Het aantal klepels en tegenmessen bepaalt samen met het rotorastoerental de fijnheid van het werk. Een (eventuele) hydraulische achterklep fungeert daarbij als extra tegenmes om een vlakke bodem achter te laten. “Die fijnheid is iets waar boswachters en -beheerders erg kien op zijn”, zegt Maikel Roelofsen van Picursa-importeur Ufkes Greentec.

Wel of geen combifrees?

Over combifrezen die zowel bovengronds kunnen klepelen als ondergronds kunnen diepfrezen, verschillen de meningen. FAE-importeurs Evenhuis en Van Laecke Group en ook Ufkes Greentec zijn er geen voorstander van en noemen de combifrees een compromis. “De rotorsnelheid daarvan bevindt zich tussen die van een klepelmaaier en van een diepfrees en daardoor kun je beide werken niet honderd procent goed uitvoeren”, meent Geoffrey Verzele van Van Laecke Group. Ook Gijs de Hoop en Peter Martens van respectievelijk Wim van Breda en Martens iQuipment, MeriCrusher-importeurs voor Nederland, vinden een combifrees technisch uitdagend vanwege het koppel dat op de aandrijflijn van de machine komt.

Hendrie van Dijk van Seppi M-importeur Hissink geeft aan dat Seppi M daartoe een schakelkast monteert om het toerental aan te kunnen passen aan het type werk. Ook TMC Cancela werkt volgens Steven Vandewalle van Verhaeghe Products met een dergelijke tandwielkast. Van Dijk meent zelfs dat combifrezen in opkomst zijn omdat ze multifunctioneel zijn en omdat de techniek voortschrijdt. Vandewalle haakt daarop in door aan te geven dat TMC Cancela hamers met drie ‘tenen’ heeft waarvan de middelste langer is. “Dat geeft meer rendement en een grotere capaciteit.” En Wellink licht het BCS (bite control system) uit: een instelbare haplengte voor de beitels.

Trekker of graafmachine?

Wie online zoekt naar bosfrezen, komt al snel video’s tegen van vijfhonderd pk sterke trekkers die achterwaarts rijdend bomen tot wel vijftig centimeter doorsnede te lijf gaan. En tot vijftig centimeter diep alles verkleinen. Wil je echt capaciteit en zijn de omstandigheden geschikt om met een grote en zware trekker te werken, dan is dat dé manier. Sommige diepfrezen van MeriCrusher kunnen volgens De Hoop en Martens zelfs zevenhonderd pk aan.

“Dat komt omdat ze ontwikkeld zijn in combinatie met de zevenhonderd pk sterke MeriTractor rupstrekker van de fabrikant bedoeld voor het frezen van turfwinningsgebieden.”

Bij Prinoth worden steeds meer machines uitgerust met vloeistofkoppelingen. “Die sparen de aandrijflijn van het voertuig en beperken de slijtage van de mulcher”, aldus Wellink. Het beschikbare vermogen bepaalt ook de maximale stamdiameter die je kunt verwerken. Het is niettemin een misvatting dat grote trekkers het alleenrecht hebben op bosfrezen. Zowel Martin Kruse van de gelijknamige importeur van Schmidt-bosfrezen voor België en Nederland, Hendrie van Dijk en Geoffrey Verzele geven aan dat kleinere compact- en smalspoortrekkers vanaf zo’n zeventig pk ook prima in staat zijn om bomen tot 25 centimeter doorsnede op te ruimen. Van Dijk: “Dergelijke trekkers leveren bovendien een lagere bodemdruk en lagere ecologische voetafdruk op.” Wellink kan daarvoor specifiek de 75 pk sterke Pfanzelt Moritzwerktuigdrager met rupsonderstel leveren.

Is een locatie niet toegankelijk voor een trekker of is een trekker met voldoende vermogen niet beschikbaar? Dan komt een hydraulisch aangedreven frees of klepelmaaier aan een graafmachine of maaiarm in beeld. Bijvoorbeeld voor slootkanten, taluds, of steilere hellingen in bossen. “Bedenk wel dat hydraulische aandrijving 50 tot 75 procent minder efficiënt is en een evenzoveel lager capaciteit oplevert”, geeft Nanno Evenhuis aan. “Bovendien”, zegt Van Dijk “kunnen lang niet alle graafmachines voldoende

Verder op pagina 14

Is een locatie niet toegankelijk voor een trekker? Dan komen een graafmachine of een maaiarm maar ook een schranklader of een speciaal voertuig in beeld.

MACHINE IN DE KIJKER
René Koerhuis • Beeld: Leveranciers MACHINE IN DE KIJKER
Tekst:
13 de Loonwerker februari 2023 12 de Loonwerker februari 2023
Een frees die bovengronds werkt heet ook wel klepelmaaier of mulchfrees. Ze hebben een duwbeugel en kunnen vaak vijf tot tien centimeter diep werken. Het toerental van de rotoras ligt hoog. De eerste afweging die bepalend is bij de keuze voor een bosfrees zijn de omstandigheden waaronder gefreesd wordt. De voornaamste vraag is bovengronds of ondergronds, en tot hoe diep. Wil je echt capaciteit en zijn de omstandigheden geschikt om met een grote en zware trekker te werken, dan is dat dé manier. Sommige frezen kunnen zelfs zevenhonderd pk aan.

oliedruk en -vermogen leveren voor externe functies.”

Voor de uiteindelijke werkbreedte van een bosfrees zijn het beschikbare vermogen en de wijze van transport bepalend. Wie veel op de weg zit wil immers een transportbreedte die binnen de wettelijke grenzen blijft. Steven Vandewalle merkt dat er momenteel meer vraag is naar bosfrezen voor trekkers van honderdvijftig tot driehonderd pk. “Voorheen was het vooral voor 300 tot 550 pk.” De Hoop: “Voorheen stond er een honderd pk trekker met kruipbak voor. Nu zien wij minimaal 250 pk met een cvt versnellingsbak.”

Als een zaaibed

Goedkoop is duurkoop is een gevleugelde uitspraak en die gaat volgens de leveranciers die de Loonwerker van informatie voorzagen, zeker voor bosfrezen op. Dat zou niet alleen gelden voor de machine en het type beitels, maar ook voor de manier van werken. Evenhuis daarover: “Voor een opdrachtgever klinkt het natuurlijk aantrekkelijk als hij of zij een klus voor drieduizend euro kan uitbesteden in plaats van voor vijfduizend. En als de loonwerker de week erop kan starten. Totdat de opdrachtgever erachter komt dat het perceel toch niet zo gelijkmatig bewerkt is als voor een vervolgbewerking noodzakelijk is. Dan kan die tweede loonwerker alsnog voor een tweede dure bewerking langskomen. Je kunt goed freeswerk gerust vergelijken met het maken van een goed zaaibed. Dat moet ook op het juiste moment, bij de juiste vochttoestand en met het juiste materieel. Vaak kun je het echter maar één keer goed doen zonder alles te versmeren en te verpulveren.” “En is het uiteindelijk de chauffeur die de finesse bepaalt”, aldus Vandewalle. Martens: “MeriCrusher gebruikt een speciale zeef die te grote delen tegenhoudt zodat de beitels ze opnieuw raken.” Een verstelbare aandrukrol kan het ontstane ‘zaaibed’ vervolgens vlak afwerken.

Huren om vertrouwen te krijgen

Evenhuis noemt specifiek nog de optie huren om snel een klus te klaren en kennis te maken met bosfrezen zonder direct te investeren in wellicht niet de meest optimale machine. “Als een opdrachtgever het werk snel gedaan wil hebben en je hebt geen geschikte frees ter beschikking, dan is huren vaak de enige optie om het werk aan te kunnen nemen. Bovendien heb je als loonwerker dan niet te maken met lange levertijden en kun je vertrouwen krijgen met het werk.” Van Dijk benadrukt tenslotte dat niet alleen de aanschafprijs goed afgewogen moet worden. Ook het brandstofverbruik, de kosten voor slijtdelen en onderhoud en de afschrijving van een bosfrees. Op die manier kan een bosfrees die duurder is in aanschaf, alsnog resulteren in lagere kosten per draaiuur of hectare. •

Tel 0165 74 50 02 martens-iQuipment.nl FORREZ VELGENCONSTRUCTIE Uw landbouwvelgen op maat Forrez Nederland • Middelkampseweg 7 - 5311 PC Gameren T +31 (0)416 693 355 • nederland@forrez.com • www.forrez.com BOSCHBETON.NL BUILDING A SOLID FUTURE GRAS GOED BEWAREN, IS GELD BESPAREN Ruwvoer is de basis voor alles. Een oplossing op maat voor uw sleufsilo? Bel uw persoonlijke adviseur Tel: +31 (0)342 44 10 50 14 MACHINE IN DE KIJKER de Loonwerker februari 2023
Wil je in de grond werken, dan kies je voor een bosfrees of diepfrees die tot wel vijftig centimeter diep kan werken. Het rotortoerental van zo’n model ligt een stuk lager. Het eindresultaat kan als een zaaibed zijn. Het is een misvatting dat bosfrezen alleen voorbehouden zijn aan sterk vermogende trekkers. Compact- en smalspoortrekkers zijn prima in staat zijn om bomen tot zelfs 25 centimeter op te ruimen. Niet zelden worden bosfrezen in combinatie met speciale voertuigen ingezet. Zoals deze 75 pk sterke Pfanzelt Moritz werktuigdrager met rupsonderstel.

was om hooi of graan te oogsten, was het volle vaart vooruit. Die instelling is me door de jaren heen goed bijgebleven.”

Welke opleiding hebt u genoten en hoe is uw carrière tot dusver verlopen?

“Ik heb zowel een bachelor- als een masterdiploma in Werktuigbouwkunde van de Universiteit van Wisconsin. En ik heb een MBA van de Universiteit van Iowa. Sinds januari 2021 ben ik voorzitter en ceo van AGCO. Sinds ik in 2013 bij AGCO kwam, heb ik eerst functies bekleed als Chief Operating Officer en Senior Vice President die Global Crop Cycle en Fuse Connected Services leidt. Voordat ik bij AGCO kwam, had ik een succesvolle carrière bij Deere & Company. Al mijn ervaringen worden gekenmerkt door een passie voor boeren, het leveren van uitmuntendheid door samenwerking en het benutten van de kracht van technologie.”

Wat heeft u doen besluiten om naar AGCO te komen?

“Ik vond het interessant om bij AGCO te komen werken omdat ik dacht dat het een geweldig potentieel had voor innovatie en groei. Het was leuk en opwindend om een rol te spelen in het omzetten van dat potentieel in realiteit.”

Hoe moeilijk is het als ceo van zo’n wereldwijde organisatie om een overzicht te krijgen, over zowel een grote organisatie, als ook wat er wereldwijd gebeurt?

“Het is gemakkelijker dan je denkt, omdat ik een uitstekend leiderschapsteam en geweldige leiders in alle regio’s heb, die me op de hoogte houden van wat er gebeurt in het bedrijf en in de breedte van de industrie. Ik ben ook een vraatzuchtige lezer, vooral over nieuws uit de maakindustrie voor de landbouw.”

Eric Hansotia is sinds vorig jaar als ceo de hoogste baas van AGCO. AGCO is nog een relatief jonge onderneming dat in 1990 door een management buyout vanuit Deutz Allis is opgericht door Bob Ratliff. Na zijn pensionering werd de Duitse Martin Richenhagen de topman en hij heeft vorig jaar op zijn beurt het stokje overgedragen aan de huidige topman Eric Hansotia, die toen nog verantwoordelijk was voor de precisielandbouwtak. AGCO heeft zich in die jaren door overnames ontwikkeld tot een der grootste ondernemingen in de landbouwmechanisatie. De voor ons bekendste namen onder de AGCO-papaplu zijn Massey Ferguson, Fendt, Valtra, Hesston, Laverda en Fella. Voor een nadere kennismaking had de Loonwerker een gesprek met Hansotia en horen we hoe hij zijn functie ziet.

Tekst en beeld: Hendrik Begeman

Wat is uw achtergrond, komt u uit de landbouw?

“Ik ben geboren en opgegroeid in het noorden van Dairystate Wisconsin, waar onze buren melkveebedrijf hadden. Omdat ik daar van kinds af veel kwam heb ik er ook veel gewerkt en mee geholpen. Zo ben ik in de boerenwereld

opgegroeid, maar het overnemen van de boerderij was geen optie. Het heeft mij wel definitief gevormd voor mijn toekomstige carrière. En op uw vraag naar mijn eerste trekkerervaring, de eerste trekker waar ik op heb gereden en mee gewerkt was een Oliver 770.”

Ik las ergens 'The best memories are made on the farm', klopt dit?

“Ik heb zoveel mooie herinneringen aan mijn tijd op de boerderij. Meer dan wat dan ook legde het een geweldige basis wat betreft werkethiek. De koeien moesten hoe dan ook elke ochtend en elke avond gemolken worden. Als het weer goed

Door de jaren heen is AGCO uitgegroeid tot een echte full-liner. Wat zijn uw ambities voor de toekomst?

“Ik zou graag zien dat de wereldwijde merken van AGCO blijven groeien en meer boeren bedienen. Over al onze merken heen hebben we de sterkste line-up in de industrie en we kunnen veel waarde leveren aan boeren, ik zou graag zien dat meer boeren profiteren van ons volledige assortiment innovatieve oplossingen die met hen in gedachten zijn ontworpen. In de zin van ons leveringsprogramma zijn we altijd aan het evalueren hoe we de landbouwers het best kunnen bedienen met wat ze nodig hebben aan machines of techniek voor precisielandbouw.”

Op welk punt is AGCO anders dan andere bedrijven?

“Er zijn twee belangrijke verschillen: ten eerste zijn we honderd procent gericht op boeren en landbouw. We zetten boeren de hele dag op de eerste plaats, elke dag. Ten tweede bieden we een reeks retrofit-oplossingen die elke boer kan gebruiken om zijn bestaande apparatuur - of het nu onze apparatuur is of die van anderen - vandaag beter en productiever te maken. Niemand anders doet dat.”

Hoe ziet u de positie van AGCO in Europa, en in het bijzonder Nederland en België, ten opzichte van andere delen van de wereld?

moeten verdubbelen terwijl ze slechts een kwart van de middelen van de huidige landbouw gebruiken. Zuid-Amerika heeft extra potentieel om de komende jaren meer onproductieve landbouwgrond in productie te nemen.”

Hoe belangrijk zijn loonwerkers als klanten voor AGCO wereldwijd?

“Loonwerkers zijn voor ons een zeer belangrijke groep klanten, met name in Europa. Precisielandbouw en technologische vooruitgang kunnen een grote impact hebben op hun bedrijfsresultaten. Onze retrofit-oplossingen en ontwikkelingen binnen onze machinemerken, zoals Fendt, Massey Ferguson en Valtra, zijn ontworpen om de waarde te maximaliseren.”

AGCO heeft een breed programma aan machines, is er een machine met een speciale interesse, zogenoemd your favorite? En werkt u af en toe met machines omdat u het leuk vindt of om er wat gevoel bij te krijgen?

“Ik hou van al onze apparatuur, maar de IDEAL-combine heeft een speciaal plekje in mijn hart. De IDEAL is een ‘clean sheet’ ontwerp - we hebben opnieuw uitgevonden wat een maaidorser zou kunnen zijn en hebben het vervolgens gebouwd - met doorslaand succes. Mijn werk houdt me in beweging, maar ik hou van het buitenleven en onze apparatuur. Elke dag dat ik de kans krijg om onze apparatuur op een boerderij te gebruiken, is een geweldige dag.”

Bent u een persoon met bijzondere interesse in de techniek, in de financiële cijfers of in marktaandelen?

“Als ceo geef ik om alle drie, maar ik heb een speciale passie voor technologie en de voordelen die het boeren kan bieden. Als we de innovaties leveren die echte landbouwuitdagingen oplossen, zullen de andere twee voor zichzelf zorgen.”

Over marktaandeel gesproken, ik las dat uw marktaandeel (2020-2021) in Europa met 2,7 procent is gedaald. In hoeverre maakt u zich daar zorgen over?

“Het marktaandeel in Europa werd beïnvloed door beperkingen in de toeleveringsketen als gevolg van de COVID-19-pandemie in plaats van een daling van de vraag van klanten. Ons orderbord is sterk – als we het kunnen produceren, is er een boer die het wil.”

“Europa blijft de sterkste markt voor AGCO. Onze merken leiden deze essentiële markt en dat willen we graag zo houden. We zien Nederland bijvoorbeeld als een belangrijke toonaangevende markt van boeren die vaak nieuwe benaderingen innoveren voor de rest van de markt. Als voorbeeld noem ik het gegeven dat op uw relatief kleine oppervlakte landbouwgrond de boeren moeten innoveren om efficiënt gebruik te maken van hun beperkte ruimte en tegelijk het milieu te beschermen. Dat is waarom de productiviteit in Nederland ongeveer vijf keer hoger is dan het Europees gemiddelde. Een aantal gebieden waar Nederlandse boeren hebben geïnnoveerd zijn robotisering en autonoom rijden (met bedrijven als AgXeed, Odd.Bot, red. en de Lely Sphere, een circulaire mest behandelingssysteem voor het scheiden van de minerale stromen ter beperking van emissies.”

Ziet u sommige delen in de wereld met een grote potentie voor landbouw in de toekomst?

“Absoluut! Onze bevolking groeit nog steeds, dus de behoefte om meer voedsel van hoge kwaliteit te produceren bestaat in verschillende regio's. Alle boeren zullen hun productiviteit

Hebt u in uw functie als topman van een op landbouw gericht bedrijf enige voordeel die u op een boerderij hebt opgebouwd?

“Werken op een boerderij als jongere is zeker een voordeel. Landbouw en boeren zijn niet alleen werk voor mij - het is een manier van leven. Boeren doen hard, vitaal werk en begrijpen dat dit op een persoonlijk niveau de manier bepaalt waarop ik ons bedrijf benader – ‘farmer first’ is niet alleen een uitdrukking, het is wie we zijn.”

Wat verwacht u voor de toekomst, gaan we nog door met diesel of maken we een overstap naar elektrisch of waterstof?

“We blijven enthousiast over emissievrije motoren, zowel elektrisch als waterstof, en we erkennen ook dat de adoptie van die technologieën in de eerste jaren traag zal zijn. Dat betekent dat dieselmotoren nog geruime tijd een primaire rol zullen spelen voor agrarische machines. We hebben geïnvesteerd in een nieuwe, geavanceerde dieselmotor die nu onze Fendt tractoren aandrijft om ervoor te zorgen dat boeren topkwaliteit, zeer efficiënt vermogen hebben terwijl de overgang aan de gang is.” •

17 de Loonwerker februari 2023 16 de Loonwerker februari 2023 DOOR DE OGEN VAN…
DOOR
DE OGEN VAN… Eric Hansotia ceo AGCO

“Van grijs naar groen”

Loonbedrijf Leffers uit Havelte toonde zich jarenlang specialist in bosbouw. Afgelopen najaar nam Otten Groep uit Wapse vijftien man personeel en het gespecialiseerde materieel over. Door de uitbreiding van werkzaamheden in ‘grijs’ naar nieuw werk in ‘groen’, wordt geïnvesteerd in continuïteit. “Bovendien groeien we met werk dat hier in de achtertuin ligt.”

Het herstel van de heide op de Anserdennen is een typisch project waar specifieke kennis over bosbouw goed van pas komt. Door het verwijderen van bomen en houtopslag moet kwetsbare en zeldzame vegetatie weer de ruimte krijgen om te ontwikkelen. In opdracht van Natuurmonumenten voert Otten Groep de werkzaamheden uit. Een onderneming, die zich voorheen vooral op infrastructurele projecten richtte, maar inmiddels ook vakmanschap toont in het bos. “De werkzaamheden voor wegenbouw kun je redelijk intekenen. Alleen dat kan niet als je in de natuur werkt. Je moet rekening houden met het onverwachte. Er zit een bijzondere vogel, een dassenburcht of mierenhoop waar je rekening mee moet houden. Daar kun je geen weekplanning op maken, maar teken je van dag tot dag uit”, vertelt Victor Moes.

Moes hij is planner bij Otten Cultuurtechniek en één van de werknemers die op 1 oktober vorig jaar is overgekomen van Loonbedrijf Leffers uit Havelte. De toenmalige eigenaren van het loonbedrijf besloten om het grotere bosbouwwerk af te stoten en het bedrijf rustig aan af te bouwen omdat er geen opvolging is. “Een gezond bedrijf met modern materieel en vakkundig personeel voor de bosbouw”, schetst eigenaar Henri Otten van de Otten Groep. Hij vertelt dat de overname precies op het moment kwam waar het bedrijf zich ook oriënteerde op het verbreden van de

werkzaamheden. “Wij zijn in vijftien tot zestien jaar van stratenmaker gegroeid naar een bedrijf gespecialiseerd in wegenbouw en agrarisch loonwerk. Ik was zelf eerlijk gezegd ook wel weer toe aan een nieuwe uitdaging. Los van die groeiambitie hebben wij 150 tot 160 man personeel dat we een stuk continuïteit willen bieden. In de winter is dat in de wegenbouw wat lastig. Juist de tijd dat het in de bosbouw moet gebeuren. Met het oog op het broedseizoen wordt bosbouw na 15 maart weer minder, terwijl de werkzaamheden dan in infra weer toenemen.”

Otten Infra deed soms al wat werk voor Staatsbosbeheer. “Toen wij ons op groter werk inschreven, zagen wij gefronste wenkbrauwen. Wij zijn immers grijs. Het rouwdouwen en de snelheid van infra moet je eigenlijk niet in de natuur hebben.” Met de overname van Leffers heeft Otten echter vijftien vakmensen binnengehaald die al vele jaren werkzaamheden in de natuur uitvoeren. Zij weten wat er voor werk in de natuur wordt gevraagd. Het vakmanschap is ook te zien aan het machinepark, dat is toegesneden op bosbouw. “We hebben snipperaars, Forest Cutters, bomenknippers, dumpers, carriers, mobiele kranen en rupstrekkers. Daarnaast hadden we bij Leffers en hebben wij nu bij Otten pistenbully’s die uitermate geschikt zijn voor de natte lage gebieden. En die hebben we hier in de directe omgeving”, aldus Victor Moes.

“Het mooie is dat door de overname van Leffers wij nu als bedrijf kunnen groeien, met werk dat bij ons in de achtertuin ligt”, stelt Henri Otten. Hij doelt op onder andere het Drents-Friese Wold waar meer dan voldoende natuur is om te onderhouden. Met opdrachtgevers als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en bijvoorbeeld de Maatschappij van Weldadigheid, voor het onderhoud van de landgoederen, zijn er meer dan voldoende mogelijkheden voor werk om op in te schrijven. “Het vakmanschap in groen is daarbij doorslaggevend. Ik snap, nu we ons meer focussen op bosbouw, de terughoudendheid voor grijs. De lijst met voorwaarden van de opdrachtgevers is heel anders dan bij onze infrastructurele projecten. Je komt niet weg met een bewonersbrief om de omgeving op de hoogte stellen van de werkzaamheden.”

De eisen zijn er voornamelijk op gericht om schade aan de kwetsbare natuur te voorkomen. Partijen als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten zitten bijvoorbeeld scherp op insporing. “Dat willen ze niet. Daarom maaien we natuurpercelen bijvoorbeeld ook altijd met de bully’s”, haakt Victor Moes in, “Ook moeten we bijvoorbeeld het maaisel 24 uren laten liggen en zetten we vrijwel altijd een vingerbalk in. Overigens zou een schijvenmaaier ook kunnen, maar dat is wat lastiger als het natter wordt.” De houtsnippers worden als restproduct afgevoerd naar een biocentrale.

Henri Otten vertelt dat het bedrijf ondertussen druk bezig is met het investeren in de toekomst. Want de eisen voor bijvoorbeeld het beperken van milieu-impact worden steeds strenger. Zo worden onder andere biologisch afbreekbare smeermiddelen steeds vaker als eis gesteld. “Dus hebben we recent ook een waterstoftrekker gekocht. Daarnaast komen er binnenkort nieuwe mobiele kranen, rupskranen en een vrachtwagen.” Otten stelt dat het nu aan de onderneming uit Wapse is om het werk naar behoren op te leveren. “We hebben het materieel en het personeel. De contracten zijn echter op Leffers opgenomen en voorlopig blijft dat zo. We doen ons uiterste best om ons in bosbouw te bewijzen.”

de Loonwerker februari 2023 19 18 de Loonwerker februari 2023
Dankzij de Valtra met omkeerinrichting heeft de chauffeur goed zicht op de Palfinger Epsilon kraan met grijper, onderdeel van de Ufkes Greentec houtversnippercombinatie. Pistenbully’s worden ingezet voor het werk in de lagergelegen drassige gebieden. Met de FAE-bosfrees cq -mulchfrees heeft Otten Groep een specialistische machine in huis. Tekst: Martin de Vries • Beeld: Martin de Vries en Otten Groep OTTEN GROEP UIT WAPSE GROEIT MET 'BOSBOUWOVERNAME'
THEMA: BOSBOUW THEMA: BOSBOUW
Groen

Laagtoerig grassen verwijderen net onder maaiveld

In 2021 brachten we in de Loonwerker het verhaal van Peter Martens uit Oudenbosch. Hij vertelde toen hoe hij met zijn bedrijf Martens iQuipment verdeler werd van de MeriCrusher-bosfrees. Ondertussen zat hij niet stil. Het bedrijf werd inmiddels omgedoopt tot ‘iQuipment engineered by Martens’ en een eerste eigen product zit eraan te komen. “Als basis van de Chopper gebruiken we een MeriCrusher-frees maar verder is alles eigen ontwerp.”

Tekst: Seppe Deckx • Beeld: Seppe Deckx en Peter Martens

Één van de basiskenmerken van de MeriCrusher-bosfrees is dat het een traagdraaiende frees is. Een eigenschap van Peter Martens is dan weer dat hij heel veel van de MeriCrushers die verkocht worden, aanpast op maat van de klant. De mix van deze twee leidde uiteindelijk tot het idee voor de Chopper. “Hier zit een stuk van een MeriCrusher-frees in maar het ontwerp gebeurde in eigen beheer, het is dus niet van MeriCrusher. Zij weten er wel van en steunen het idee.”

Heide kans geven om te herstellen

Iquipment is dus de fabrikant van de Chopper. Het is volgens Martens een machine die bedoeld is om natuurherstellende bewerkingen uit te voeren. “Een groot probleem de dag van vandaag is de vergrassing van heidegebieden. Grassen als het pijpestrootje houden van vochtige, zure bodems en zorgen ervoor dat heidegebied verdrongen wordt. Onze Chopper is een machine die bedoeld is om de grassen met wortel weg te halen uit de grond en af te voeren. De rotor die we daarvoor gebruiken is laagtoerig driehonderd toeren per minuut, red.). We werken op een diepte van nul tot vijftig millimeter. Dieper zou ook kunnen maar dat is niet nodig want je wil enkel de minerale grond weg. Daaronder zit een bepaalde laag die je net intact wil laten. De diepte is instelbaar door middel van een looprol.”

Als het gras met wortel is uitgetrokken door de frees die tegen het te chopperen materiaal indraait, wordt het op een transportband geworpen. Het materiaal is vrij zwaar – het gaat tenslotte vooral om zand – en daarom moet het zo dicht mogelijk bij de rotor opgevangen worden door die transportband.

“Dat is ook de reden waarom oplossingen met een afvoerpijp niet goed werken, zeker niet bij een laagtoerige machine. Maar ze heeft wel genoeg toeren om het materiaal een vlucht te laten maken en op de afvoerband te gooien.” De band transporteert het gras naar een opvangbak die vervolgens gelost kan worden aan de kant van het perceel.

Insporing belangrijker dan capaciteit

“De vraag kwam van een klant die hoogtoerige machines heeft. Zij verwijderen het gras nu eigenlijk met machines die er niet voor gemaakt zijn. Mijn broers hebben een loonbedrijf dat ook actief is in de sector en dus heb ik met hen wel eens bekeken of het idee kans op slagen had. Want het heeft natuurlijk wel een kostenplaatje. Zij gaven aan dat bosopzichters het

belangrijk vinden dat machines compact en niet te zwaar zijn en minimale insporing veroorzaken. Beheerders geven voorrang aan minimale afdruk in de natuur boven capaciteit. Daar zijn we vervolgens mee gaan werken. Het huidige prototype zit in combinatie met de tractor die wij gebruiken op minder dan vijfhonderd gram per vierkante centimeter druk op de banden. De combinatie is zeven meter lang, drie meter hoog en freest 1,80 meter breed met een totale breedte van twee meter.” De Chopper vraagt weinig van een tractor. “Wij doen het met compact trekker van 65 pk maar dat is echt wel de ondergrens. Honderd pk lijkt me ideaal om het comfortabel te kunnen doen.“ Werken gebeurt aan een snelheid van ongeveer anderhalve kilometer per uur.” Martens vertelt dat er op dit moment nog geen exemplaar verkocht is, hoewel de interesse er is. “In mijn hoofd wist ik dat het concept ging werken maar we moesten het wel bewijzen. We hebben nu een prototype dat al getest is. We gaan nog enkele verbeteringen aanbrengen, terug testen en dan wil ik in maart naar buiten met demo’s en promotie. Ideaal zou zijn om in 2024 in productie te zijn met de eerste serie.” De machine werd reeds getoond tijdens de Demo Forest in Libramont (Wallonië, België) en daar waren de reacties alvast positief, aldus Martens.

Bij het prototype in de werkplaats is de hydraulisch aangedreven transportband momenteel gedemonteerd. “We gaan die vervangen door

een nieuwe afvoerband met spijlenband. Die komt in Z-vorm in de machine terwijl hij oorspronkelijk recht was. Daardoor kan je dichter bij de rotor met meer bodemvrijheid. En door de helling steiler te maken, kan de bak groter gemaakt worden door er extra schotten op te zetten. De band scharniert in het frame. Dat maakt het lossen mogelijk zonder ruimte te verliezen.”

Martens herhaalt nog eens dat eerst het principe bewezen moest worden:

“We kunnen laagtoerig met minder vermogen (en dus lagere uitstoot, red. net onder het maaiveld de grassen verwijderen. Dat is de basis. Daarna kan er heel veel worden aangepast op vraag van de klant. De bak kan groter of je kan er meer wielen onder zetten.”

Parallellogram

Als we rond de Chopper lopen, benoemt Martens de belangrijkste technische aspecten. “We zijn gestart met enkele originele onderdelen van MeriCrusher en de rest is er omheen gebouwd. De rol is er af gehaald en er kwam een

snelsluitsysteem in de plaats om de machine aan en af te koppelen. Er werd ook een dissel voorzien want origineel hangt de machine in de hef. Verder hebben we een eigen hydraulisch systeem opgebouwd. Als de frees aangaat, krijgt het ventiel voeding en dan krijgt ook de band voeding. Alles kan vanuit de trekker bediend worden met de bedieningskast.”

De Chopper hangt in de trekhaak. Twee cilinders bepalen de hoogte van de machine terwijl de diepte bepaald wordt door de looprol. In het veld staan de twee cilinders in zweefstand. De machine rolt dan over de grond en de hydraulisch bediende looprol bepaalt de diepte. Op de weg gaan de twee cilinders uit en dan gaat machine omhoog in transportstand. Om de bodemdruk zo goed mogelijk te verdelen, is de constructie voorzien van een parallellogram om bodemdruk te verdelen.

Dit zorgt ervoor dat de druk verdeeld wordt over de banden van de trekker en machine maar ook de looprol.

De benaming MIQ 1800-1 geeft de werkbreedte aan en dat het de eerste machine is. Martens hoopt dit soort projecten in de toekomst nog meer te kunnen doen. “Het hoofd zit alvast vol.”

www.yokohama-oht.com www.agristarII.com ONS ONTWERP. UW VERTROUWEN. Wouter Vijfwinkel (Directeur van Loonbedrijf Vijfvinkel) DEZE BANDEN VOLDOEN BOVEN VERWACHTING! 12
ADVERTENTIE 21 de Loonwerker februari 2023 Groen
Nieuwe Maten Beschikbaar De halfgedragen machine hangt op in een parallellogram en heeft grote banden. Dat alles met het oog op het verminderen van de bodemdruk. Het resultaat van laagtoerig frezen onder het maaiveld.
20 de Loonwerker februari 2023 THEMA: BOSBOUW
‘IQUIPMENT ENGINEERED BY MARTENS’ ONTWIKKELT CHOPPER

HOE KIES IK EEN GESCHIKTE BOOMKNIPPER/-SCHAAR?

Boomknippers als efficiënt, snel en veilig alternatief

Boomknippers kunnen een serieus alternatief zijn voor mannen en machines met kettingzagen. Ze zijn snel en je kunt er veilig alleen mee werken. Wanneer gebruik je ze en wanneer liever niet? In dit artikel inzicht en antwoorden op de belangrijkste vragen.

Tekst: René Koerhuis • Beeld: Leveranciers

Hoewel takken snoeien rondom huis met een snoeischaar de normaalste zaak van de wereld is, wordt voor het oogsten, ruimen en terugsnoeien van struikgewas en bomen veelal een kettingzaag ingezet terwijl een boomknipper of -schaar aan een graafmachine ook een optie is. Volgens de leveranciers daarvan biedt zo’n schaar juist verschillende voordelen. de Loonwerker benaderde vorig jaar diverse leveranciers om hun adviezen hieronder te bundelen.

Veilig alternatief

Zowel Firma Beel (verdeler Hydraram scharen in België), Demarec als Aerts-Herselt (verdeler TMK scharen in België) zien boomscharen als een veiliger alternatief ten opzichte van andere technieken en machines. Kurt De Vriese, product manager bij Firma Beel daarover: “Het grote voordeel van werken met een boomschaar aan een graafmachine is dat er geen personele inzet is. Er is geen gevaar van vallende takken en omvallende bomen voor mannen ‘op de grond’ omdat die er niet meer zijn.” “In veel gevallen kun je alleen werken. Dat heeft trouwens ook een financieel voordeel want er is maar één medewerker bezig met het ruimen van opschot, struikgewas en bomen”, zegt Jurgen Dillen van Aerts-Herselt.

Volgens Jason Sanders, commercieel verantwoordelijke bij Demarec, heeft de praktijk uitgewezen dat een boomschaar effectiever en productiever is dan de inzet van zes personen met kettingzagen. Dat vertaalt zich in een grote capaciteit doordat er sneller gewerkt kan worden. Wat weer een groot voordeel is wanneer grote oppervlaktes aangepakt moeten worden en het hout bijvoorbeeld doorverkocht wordt.

Niet voor elk gewas geschikt Tegelijkertijd zijn boomknippers ook niet voor elke situatie of voor elk gewas geschikt. Echte nadelen zijn het niet, maar als aannemer en gebruiker dient u er wel rekening mee te houden. De Vriese:

“Ik adviseer om in struikgewas met stammen tot tien à vijftien centimeter dikte gewoon een mulcher te gebruiken. Op die manier kun je sneller werken want met een boomknipper is daar geen ‘volumevoordeel’ te behalen. Zeker als het gaat om het bouwrijp maken van een perceel. Ondanks de eerdergenoemde snoeischaar is een boomknipper daarmee niet vergelijkbaar. Een knipper beschadigt namelijk de structuur, de nerven, van het hout en dat belemmert bij veel boomsoorten de hergroei. Dit speelt vooral bij harde houtsoorten. Daarnaast is het natuurlijk belangrijk dat de drager waaraan de boomknipper hangt, vaak een graafmachine, uit de voeten kan in het terrein waar je werkt. En het type boomschaar moet passen bij de gewichtsklasse van de machine. Die machine moet ook overweg kunnen met het formaat, met name de lengte, van het te rooien hout.”

Dillen beaamt dat en geeft verder aan: “Boomzagerijen hebben liever ook geen afgeknipte bomen. Waar boomknippers wel bij uitstek geschikt voor zijn is het terugsnoeien van zachte houtsoorten. Denk dan aan populieren en (knot) wilgen. Die kun je prima en snel snoeien met bijvoorbeeld een

die je knipt hebben ook nauwelijks invloed op de standtijd/levensduur ervan. “Het mes lijdt het meeste van wringen tijdens het knippen hetgeen met name gebeurt als je te dik hout wilt knippen”, zegt De Vriese. “Wat dat betreft zijn de onderhoudskosten van een boomknipper bijzonder laag.”

Wel/geen draaikantelstuk?

Over het gebruik van een boomschaar aan een draaikantelstuk zijn de meningen verdeeld. Firma Beel ziet een boomschaar liever niet aan een draaikantelstuk: “Een draaikantelstuk is in feite een draaikrans die bepaalde krachten aankan. Dankzij de lekleiding kan de olie wel weg als een boom te zwaar is, maar toch. Bovendien geeft ’t extra gewicht en dat betekent minder capaciteit. Onze HTC-650R kan draaikantelen dankzij een wormwiel en kan daardoor juist wel grotere drukken en krachten aan en knipt tot 25 centimeter dik hout.”

GMT-velkoppen voor het ‘dikkere’ werk

Zodra een boomschaar tegen z’n grenzen aan dreigt te lopen qua houtdiameter en flexibiliteit bij rooien en snoeien, komen de velkoppen van GMT Equipment uit Vragender in beeld. Dit bedrijf slaagde erin een eenvoudige bediening/aankoppeling voor haar velkoppen te ontwikkelen die bovendien gepatenteerd is. “Onze bediening vergt geen aanpassingen aan de machine en hierdoor past de velkop aan iedere (graaf)machine waar ook een (sorteer)grijper aan past. Zonder aanpassingen of extra leidingen”, zegt Ingar Luttik. Hij is business development manager bij GMT Equipment. “Je kunt de velkop dus ook eenvoudig aan iedere graafmachine of ander dragend voertuig koppelen. Het ontwerp van de GMT velkop is toegerust op het specialistische vakgebied van het vellen van bomen. Zo liggen de hydrauliekleidingen bijvoorbeeld goed beschermd. Onze twee typen velgrijpers (de GMT035 tot 40 cm en GMT050 tot 50 cm) zijn lichter dan boomknippers met vergelijkbare diameter en passen daardoor ook aan lichtere graafmachines en aan verreikers. Je kunt er bovendien in elke positie en onder elke hoek mee werken tot op grote hoogtes.”

TMK 200 of TMK 300 en ze zullen dan ook altijd terugschieten. Dan heb je het over graafmachines van respectievelijk maximaal zeven (TMK 200) en maximaal vijftien (TMK 300) ton.”

Opbouw als een sloopschaar

Een boomschaar is op vergelijkbare wijze als een sloopschaar opgebouwd. Naast het mes, vaak uit Hardox (500), en het tegenmes zijn er echter vaak ook vingers/verzamelklemmen die ervoor zorgdragen dat een afgeknipte tak of boom niet omvalt en waarmee de machinist ze gecontroleerd kan plaatsen. Het laatste kan bijvoorbeeld met een Hydraram HTC-450R die dankzij de vingers ook een honderd kilogram zwaarder is en dat vraagt ook meteen een zwaardere graafmachine dan bij een HTC-250. Denk aan een gewichtsklasse van zes tot acht ton.

Omdat het mes aan de onderzijde van de boomschaar zit, kun je met een boomschaar tot vlak boven de grond werken en in tegenstelling tot een kettingzaag is het ook geen probleem als je met het mes een keer de grond raakt. Zand zorgt ook niet direct voor slijtage en indien nodig is het mes te slijpen met bijvoorbeeld een lamellenschijf. Dat mes gaat vaak overigens een leven lang mee en de houtsoorten

Aerts-Herselt ziet geen probleem in de combinatie van TMK-boomknippers en draaikantelstukken zoals van Steelwrist of Engcon. “Zolang je maar rekening houdt met het totaalgewicht dat er aan de giek hangt en de bomen die je wilt hanteren. Zorg ervoor dat je marge overhoudt en te allen tijde veilig kunt werken. De manier van knippen is ook belangrijk: kantel de boom weg van je kraan voordat je knipt. Een paar graden is al voldoende. En stuur vooral geen onervaren machinisten op pad met een boomknipper.”

De combinatie met een CW-snelwissel is geen probleem maar bedenk dat een snelwissel enkel loont als je ook daadwerkelijk vaak uitrustingsstukken wisselt.

Zeer beperkte onderhoudsbehoefte

Boomscharen kennen een zeer beperkte onderhoudsbehoefte. Vanzelfsprekend zijn er de geijkte controles van cilinders, slangen, pennen en bussen en het doorsmeren van de aanwezige vetnippels. Het enige slijtdeel is het mes zelf en dat kan zoals reeds vermeld geslepen worden zodra het snijbeeld/snijvlak minder vlak wordt. “Het snijvlak van het mes zit aan de bovenzijde ervan. De onderzijde moet mooi vlak zijn omdat het mes anders omhoog beweegt tijdens het knippen.

Om nog meer controle te houden over de afgezaagde tak(ken) of boom, ontwikkelde GMT twee jaar geleden het zogenoemde TTC-systeem. TTC staat voor Total Tree Control en die naam zegt al direct wat het doet: met een druk op een knop fixeer je er het afgezaagde hout mee en heb je totale controle vanuit de bestuurdersstoel. TTC is hierdoor in het bijzonder geschikt voor werken in bebouwde omgevingen waar je takken en bomen niet zomaar vrij kunt laten afkiepen. “Onze velkoppen vragen een grotere investering omdat het specialistisch gereedschap is maar het voorkomt dat je als boomverzorger in een boom of hoogwerker moet klimmen zodat je veiliger en efficiënter kunt werken bij het snoeien en zagen van bomen, ook op hoogte.”

Bovendien is een mes dat aan één zijde geslepen is veel scherper”, betoogt Kurt De Vriese. Een mes bij vervanging onverhoopt ondersteboven monteren gaat niet dankzij de constructie van mes en meshouder.

Als een boomknipper eenmaal is ingesteld hoef je daar als gebruiker eigenlijk niet meer naar om te kijken. De werkdrukken komen sowieso tot stand via proportionele ventielen zodat je je daar niet druk over hoeft te maken. Vaak is de cilinder zelf bij te stellen als je ‘m aan verschillende graafmachines of (roterende) verreikers of hoogwerkers monteert.

Qua nieuwigheden en innovaties geeft Jurgen

Dillen aan dat TMK met een combinatie van kleine en grote cilinders is gaan werken waarbij een

kleine cilinder een grotere inschakelt. “Hiermee kun je dunner hout sneller knippen omdat de schaar niet helemaal open hoeft. Je hebt wel iets meer - tien tot zeventien kilogram - gewicht. Een andere nieuwe optie is een kantelstuk om de schaar negentig graden te kunnen kantelen. Deze is speciaal bedoeld voor het knotten van wilgen.”

Firma Beel komt met de nieuwe Hydraram HTRserie. Dit model geeft door de continue hydraulische rotatie onder alle omstandigheden een stevige grip en de boomknipper kan worden uitgerust met een optioneel ‘voetstuk’ voor meer ondersteuning en veiligheid tijdens het werken op steile hellingen. De HTR heeft twee omkeerbare messen. Het dubbele mes en de centrale en bovenste grijparmen zijn gemaakt van materiaal Hardox 400.

23 22 de Loonwerker februari 2023
THEMA: BOSBOUW
Groen Een boomknipper is bij uitstek geschikt voor het snoeien/rooien van zachte houtsoorten. Zoals deze TMK 300 geschikt voor graafmachines tot 15 ton. De manier van knippen is belangrijk: kantel de boom weg van je kraan voordat je knipt. Een paar graden is al voldoende. Een boomschaar gaat ruwer te werk dan een kettingzaag en beschadigt de structuur, de nerven, van het hout en dat belemmert bij veel soorten de hergroei. Dit speelt vooral bij harde houtsoorten. Een Demarec Multi-Quick-Processor (MQP) voorzien van W-bek (houtbek) De opbouw van een boomknipper is vaak vergelijkbaar met een sloopschaar.

MATT NIELEN-BOOMKNIPSCHAAR

HEEFT DIVERSE VOORDELEN VOOR LOONWERKER

Bomen knippen tot vier meter hoogte

Zo’n dertig procent van de werkzaamheden van Roothans en Zn. Loon- en Bosbedrijf uit Borkel en Schaft bestaat uit bosbouwwerkzaamheden. Ze klepelden al decennialang voor Staatsbosbeheer en natuurorganisaties, maar in 2012 zagen ze kansen wat betreft het vrijwel geluidloos knippen van bomen en het uitdunnen van bospercelen. Dus schaften ze een Matt Nielen HBKS 800-6 boomknipschaar aan.

Tekst en beeld: Dick van Doorn

Joost Roothans laat de werking van de zware Matt Nielen boomknipschaar van 1350 kilogram zien. Die heeft een schaaropening van tachtig cm en de afstand tussen de klemmen is veertig centimeter. De boomknipschaar is voorzien van een tweede rotatiemotor zodat het roteren meer vermogen krijgt. De tak kan dus niet doorvallen, zoals dat heet. “Dit is vooral van belang als je een tak schuin afknipt, zoals je net gezien hebt (zie foto, red.). Als je maar één rotatiemotor hebt, dan kan de tak doorvallen of doordraaien (naar beneden gaan hangen, red.) en dat wil je niet. Met een twee rotatiemotor kun je hem altijd netjes in positie houden en waar je maar wilt netjes wegleggen.”

Het familiebedrijf Fa. Roothans en Zn. Loon- en Bosbedrijf is een vof en bestaat uit vader en huidige eigenaar Frans Roothans, zoon en opvolger Joost Roothans en dochter en opvolgster Iris Roothans. Volgens Joost Roothans is zijn opa in 1950 begonnen met het huidige loonwerk- en bosbouwbedrijf. “Bij de oprichting van het bedrijf ging opa Roothans ook gelijk al bosbouwwerkzaamheden doen. Dat komt omdat je hier veel bosgebieden hebt zoals bijvoorbeeld De Kempen, Leenderheide en De Malpie. De boswachters van die gebieden vroegen opa of hij bosbouwwerkzaamheden voor hen wilden uitvoeren." De zonen Frans en Jos namen in 1990 samen met hun partners het bedrijf over en verrichtten veel klepelwerkzaamheden voor Staatsbosbeheer en andere

natuurbeheerders. Na het klepelen mochten ze vaak ook de nieuwe aanplant doen.

Vader Frans Roothans zag in 2012 kansen binnen het loonbedrijf een stukje bosbouw verder te ontplooien. Er werd in die tijd veel gekapt door middel van motorzagen en processors, maar er kwamen steeds meer (stille) boomknipscharen op de markt. Dus besloot hij een Matt Nielen HBKS 800-6 boomknipschaar aan te schaffen. Na wat navraag en onderzoek in de markt is de Matt Nielen HBKS de eerste keuze geworden.

Door de grote kracht op de scharen en doordat de scharen van hardstaal zijn, kan de HBKS 800-6 zachthout tot plusminus 35 centimeter en hardhout tot plusminus twintig cm diameter knippen. Doordat het hardstaal is, hoef je de scharen zelden te slijpen volgens Roothans (tenzij er natuurlijk iets van metaal in een boom zit). Als Fa. Roothans en Zn. in bossen werkt, dan zetten ze deze boomknipschaar op een rupskraan, langs wegen kan gewoon een mobiele kraan gebruikt worden. Om de boomknipschaar goed te kunnen laten werken, moet er minimaal een 15tons kraan worden ingezet, tot maximaal 24-tons.

Voordelen boomknipschaar

De klanten van Fa. Roothans en Zn. zijn voornamelijk gemeentes,

Staatsbosbeheer, natuurorganisaties en landbouwers waar houtwallen of bosgroepen uitgedund moeten worden. Roothans: “Wat ook een voordeel is van een boomknipschaar is dat je een boom op bijvoorbeeld vier meter hoogte af kunt knippen en daarna bijvoorbeeld onderaan om kunt zagen. Daardoor heb je minder kans op valschade, aan gebouwen of objecten die er omheen staan. En, als een etw'er (een European Tree Worker oftewel allround vakbekwame boomverzorger, red.) zo'n boom in moet, is natuurlijk ook weer risico. Ook na stormen is het veiliger om een tak, die op een huis of gebouw dreigt te vallen, af te knippen met een boomknipschaar. Roothans: "Wij kunnen zo'n tak meestal op een veilige manier afknippen, voor etw'ers zijn dit vaak hele gevaarlijke klussen.” Boomsoorten die Roothans vaak knipt zijn bijvoorbeeld eiken-, berken- en dennenhout. Eiken kan hij dan tot zo'n 20 centimeter afknippen, berken en dennen tot zo'n 35 centimeter. “Vorige week hebben wij voor een particulier in zijn houtwal een aantal dennen geknipt. Dat valt dan onder reguliere dunningswerkzaamheden.”

Wat betreft de terugverdientijd is Roothans optimistisch. “Als je de boomknipschaar regelmatig gebruikt, dan heb je het aankoopbedrag binnen een paar jaar terugverdient.” Een tweede boomknipschaar aanschaffen is nog niet nodig volgens de opvolger. Dat heeft volgens hem ook te maken met het broedseizoen. Tussen vijftien maart en vijftien juli mag niet met een boomknipschaar gewerkt worden. Voordeel is volgens hem dat er in deze periode juist veel agrarische werkzaamheden zijn. “Dus de bosbouw- en de loonwerkwerkzaamheden in de agrarische sector sluiten perfect op elkaar aan.” Naast de boomknipschaar heeft Roothans ook een houtklem voor aan de vaste kraan. Deze wordt vooral gebruikt om stammen te laden en dikke bomen mee te rooien. In 2018 werd een choppermachine aangeschaft, speciaal voor het afplaggen van heide. Die werkzaamheden voeren ze regelmatig uit voor natuurorganisaties. De choppercombinatie bestaat uit een Seppi-chopper met daarachter een Jan Veenhuis kieper, die het choppermateriaal opvangt. Voor de choppercombinatie dient een tractor te staan met ongeveer tweehonderd pk.

Matt Nielen maakt veel aanbouwdelen voor bosbouwmachines

De boomknipschaar die Roothans heeft gekocht is van het bedrijf Matt Nielen Constructies, dat zowel in Oploo als Boxmeer gevestigd is. De huidige eigenaren, Matt en zijn vrouw Gerry Nielen, richtten het bedrijf in 1991 op. Het bedrijf levert in heel Europa aanbouwdelen voor bosbouwmachines, ook veel in Duitsland. Zo’n twintig procent van het totale machineaanbod van het bedrijf bestaat uit aanbouwdelen bosbouwmachines, de rest zijn hulpstukken voor de agrarische sector, loonbedrijven, wegenbouw- en grondverzetbedrijven en infrabedrijven. De eerste boomknipschaar, de Matt Nielen HBKS-800 werd in 2001 ontwikkeld naar aanleiding van een vraag van een klant. Naast boomknipscharen maakt het bedrijf voor de bosbouwsector ook grondharken, rooirieken en -messen, wortelmessen en boomschrapers. Boomschrapers zijn volgens Matt Nielen zelf een goedkoper en onderhoudsvriendelijker alternatief voor boomfrezen. Een echte Matt Nielen boomknipschaar herken je aan een robuuste klem met daaronder een grote knipschaar. Matt Nielen boomknipscharen zijn er voor elke gewichtsklasse machine. De nieuwste types boomknipscharen hebben een spoelventiel, zodat twintig procent olievolume rechtstreeks terug gaat naar de tank. Daardoor knipt de schaar sneller en blijft de olie koeler.

Verkleinen met een chipper

De machines worden vooral aangekocht bij dealers in de regio. Zo ook de allerlaatste aanwinst, een Ufkes 952 Chipper die in november vorig jaar aangeschaft werd. Op de chipper zit ook een kraan om het materiaal in te voeren. De chipper verkleint takken en stammen tot houtchips welke gebruikt worden om groene stroom van te maken. Roothans: “Reden om een chipper aan te schaffen is eenvoudigweg omdat er steeds meer om dat soort werkzaamheden gevraagd werd aan ons. Dus inspelen op je klantvraag.” Voor het bovengronds klepelen wordt gebruik gemaakt van de AHWI m700 bosfrees/-mulch met een werkbreedte van 2,25 meter. Deze kunnen worden ingezet voor het kapotfrezen van zwaar hout en het dunnen van opslag. De klepelmaaier slaat tijdens de bewerking het hout helemaal kort, zodat er daarna alleen kleine houtsnippers overblijven. Deze machine kan enkele centimeters door de grond, maar kan niet gebruikt worden voor het ondergronds frezen van hout. Daarvoor wordt een FAE SSH250 ingezet. Met deze diepfrees kunnen bosgronden vol wortelen tot vijftig centimeter werkdiepte gefreesd worden, zodat een homogene en bewerkbare teeltlaag ontstaat. De zevenhonderd millimeter grote rotor beschikt over het type A smalle beitels met een agressieve werking. In combinatie met de tegenmessen aan de binnenzijde van de frees worden alle houtresten fijn gemaald. De machine is voorzien van een hydraulische achterklep met dozerblad voor een mooi egaal eindresultaat. Na deze bewerking is het mogelijk om de nieuwe aanplant te planten.

Voor het ondergronds verwijderen van één of enkele stobben maakt Fa. Roothans en Zn. gebruik van een Ufkes Greentec stobbenfrees. Die kan de stobben tot op een diepte van dertig centimeter wegfrezen. Deze kan ook gebruikt worden tussen bebouwing en bestrating. Roothans:

“Verder doen wij nog diverse bosbouwwerkzaamheden, zoals plaggen oftewel het verschralen van grond, plantvoren ploegen en plantgaten woelen of boren. Ook doen wij weer nieuwe aanplant planten met onze plantmachine. Dit is inmiddels mogelijk, indien gewenst, met behulp van gps.”

de Loonwerker februari 2023 25 24 de Loonwerker februari 2023
Door de grote kracht op de scharen en doordat de scharen van hardstaal zijn, kan de HBKS 800-6 zachthout tot plusminus 35 centimeter en hardhout tot plusminus twintig centimeter diameter knippen.
THEMA: BOSBOUW THEMA: BOSBOUW
Groen

omdat Ufkes Greentec op dit moment weinig problemen ondervindt om goed technisch personeel te vinden. “We hebben het voordeel dat we hier mooie machines maken in een nieuw modern bedrijfspand, pal aan de snelweg. We zitten niet weggestopt op een donker hoekje van een industrieterrein. Dat scheelt.” Ufkes Greentec telt 75 fulltime medewerkers die met elkaar hoogwaardige bosbouwmachines maken. “Dat met elkaar is belangrijk. Iedere schakel is belangrijk. We zijn veel op de werkvloer te vinden en dat maakt dat de lijntjes kort zijn. Belangrijk omdat wij klantspecifieke machines bouwen. Dan moet je snel kunnen schakelen.”

Het topmodel

Greentec 962-houtversnipperaar (hoogkieper met zijinvoer)

Volume: 20/25 kubieke meter

Invoer: tot 65 centimeter

Vermogen: 425 tot 780 pk

Benodigd vermogen trekker: 200 tot 450 pk

Invoermotor: Poclainwielmotor

Wielstel: Enkelas Palfinger C60F86, tandemas Palfinger C60F86 of M70F101 (naar wens uit te voeren op tracks)

Prijs: Vanaf 285.000 euro

Roofdieren in hoogwaardig maatwerkpak

De modulaire bouw van de bosbouwmachine is een belangrijk stukje dna in de bosbouwmachines van Ufkes Greentec. In de productiehal in het Friese Drachten worden versnipperaars, houtsnippercombinaties, stobbenfrezen, boomzagen en bosfrezen gemaakt die zich aan de buitenbuitenkant karakteriseren als ‘heavy duty’ voor een lange levensduur. Onderhuids ligt een fijn stukje techniek. “Uiteindelijk bouwen wij concepten waarmee de gebruiker geld kan besparen. Met minder mensen, hetzelfde werk in kortere tijd. Daar zijn wij de grootste mee.”

De namen spelen tot de verbeelding: Shark (aanbouw stobbenfrees), Piranha (driepunts stobbenfrees), Jaguar (drumversnipperaar), Cheetah (schijfversnipperaar) en Panthera (biomassa versnipperaar). Roofdieren die hun prooi, in dit geval takken, kruinen en stammen met scherpe tanden verorberen door te mulchen of te versnipperen. Weinig vermogen en een grote capaciteit.

Het dna van de bosbouwmachines van Ufkes Greentec zit daarnaast zonder meer ook bij de mensen die voor het bedrijf werken. Volgens Piet Yntema komen

veel medewerkers van oorsprong van de boerderij of sleutelen ze ook graag thuis. Dit maakt dat iedere schakel binnen de productie praktisch is ingesteld en vooral denkt in oplossingen in plaats van problemen. De logistieke lijnen binnen de 4500 vierkante meter grote productiehal is net zo praktisch ingericht, als de werknemers die bouwen aan de machines. Een Forestcutter, stobbenfrees of bosfrees wordt op een vaste plek van begin tot eind opgebouwd. Onderdelen zijn direct voor de monteur beschikbaar. “Zo is de productie niet afhankelijk van de magazijnman. Die

vult aan de andere kant van de stelling de onderdelen aan, zodat er nooit hoeft te worden gewacht”, legt Yntema uit. Het bedrijf houdt een grote voorraad aan onderdelen aan. “Hierdoor hebben we ook in coronatijd weinig last gehad van lange levertijden.”

De hoge stellingkasten en pallets zijn door de hele productiehal te vinden, maar zijn weggewerkt achter doeken met bosbouwtaferelen, wat een druk beeld in hal voorkomt. De hal is licht, wat het plezierig werken maakt. Dit werkt, ook

Ufkes Greentec is in nog geen twintig jaar sterk gegroeid. Jippe Ufkes werkte bij een mechanisatiebedrjif die machines verkocht voor de recycling, land- en bosbouw. In 2004 richtte hij zelf een onderneming op voor de in- en verkoop en onderhoud van importmachines voor de bosbouw. De Amerikanen domineerden de markt voor het verkleinen van hout. Ufkes haalde die machines naar Europa, maar al snel was de conclusie dat de houtsnipperaars niet de gewenste kwaliteit hadden. De fabricage van eigen machines is toen gestart onder het mom van ‘als je denkt dat je het zelf beter kan, moet je het zelf gaan doen’. In 2009 werden vanuit een boerenschuur de eerste Ufkes Greentec-modellen geproduceerd. Zeven jaar later werd het bedrijfspand aan de A7 in Drachten betrokken.

Heavy duty maatwerk

De modulaire bouw karakteriseert een echte Ufkes Greentec-machine. Casco en hoofdonderdelen worden in serie geproduceerd en zijn ‘heavy duty’. Immers, een bosbouwmachine wordt vaak aan zware omstandigheden blootgesteld. De machines zijn doorgaans opgebouwd uit staal 355. Na gritstralen worden de machines tweelaags gepoedercoat. Onder de sterke buitenkant schuilt een fijn stukje techniek. De Jaguar-drumversnipperaars hebben bijvoorbeeld een grote hakseldrum met een doorsnede van zeshonderd millimeter. Met twintig millimeter dikke wanden blijft het snipperen stabiel, wat voor soort takken of stammen worden ingevoerd. Met een gesloten Hardox-ketting wordt het groen materiaal over de gehele tafellengte ingevoerd. Een grote snippertrommel of hakseldrum snijdt vrijwel alles onder hartlijn van de trommel. De messen trekken en snijden alles moeiteloos naar binnen. Voor

de beste snipperkwaliteit worden de fijne takken met een speciaal design tegenmes gesneden. De afmeting van de snippers kan worden aangepast door de zeef te wisselen of de invoersnelheid traploos aan te passen. Het resultaat wordt met een Venturiuitblaasmond weggeworpen.

De Cheetah versnippert hout tot een maximale lengte van 25 millimeter. Het materiaal wordt onder een hoek van vijftig graden afgesneden en door de messen naar binnen getrokken. Dit wordt gecombineerd met agressieve invoerrollen. De snipperunit is stabiel en overgedimensioneerd opgebouwd. De massieve hakschijf van 58 millimeter dikte zorgt voor veel slagkracht.

Ook de frezen en boomzagen kenmerken zich door een sterke Hardox-uiterlijk, maar wel met een onderhoudsvrije aandrijving.

Deze modellen zijn meer gestandaardiseerd. Voor de Shark-aanbouwfrees voor

kraan- of werktuigdrager en de Piranha driepuntstobbenfrezen geldt dat de aandrijving onderhoudsvrij is en de aandrijflijn door het hart van de machine loopt. De hydromotor van de bosfrees zit geïntegreerd in de rotor.

De Forestcutter tot slot is een in het oogspringende sorteergrijper waarmee dankzij een zaagwiel met een diameter van 855 millimeter (de 370-variant heeft een zaagwiel van 1050 millimeter) ook meteen bomen vlak worden afgezaagd. De Forestcutter is tot honderdtachtig graden hydraulisch draaibaar, wat zorgt voor een optimaal zicht vanuit de cabine van de kraan en een maximale capaciteit.

Arbeidsbesparing

“Uiteindelijk moeten Ufkes-machines geld voor de gebruiker besparen, doordat ze met Verder op pagina

Tekst: Martin de Vries • Beeld: Ufkes Greentec IN PRODUCTIE UFKES GREENTEC
27 de Loonwerker februari 2023 26 de Loonwerker februari 2023
28
THEMA: BOSBOUW
Groen

minder mensen hetzelfde werk in kortere tijd kunnen doen. Een Ufkes Greentec-machine versnippert dus niet alleen, maar biedt de gebruiker voordelen. Met onze versnipperaar kan één man direct bij de vrachtwagen kippen en doorsnipperen. Hiermee houdt die met één machine het werk van vier of vijf snoeiploegen bij”, schetst Yntema. De machines die uit de productiehal rollen lijken universeel, maar zijn door de specificaties en opties naar de wensen en omstandigheden van de klant in een maatpak gehesen. De ene keer staat een houtsnippercombinatie op rupsen, omdat de loonwerker of boomverzorger vaak in lage natte gebieden aan het werk is, terwijl voor de ander een wielstel en een compacte bouw handiger is omdat die altijd in stedelijk gebied werkt. Het is een kleine greep uit de mogelijkheden. “Maar eigenlijk is iedere machine klantspecifiek.”

Volgens Ronald Kluitenberg, marketeer bij Ufkes Greentec, groeit de belangstelling voor de bosbouwmachines. “Daar waar het landbouwareaal slinkt, komt er vaak landschap voor terug en dat moet onderhouden worden. Werk in het groen

blijft dus. Biomassa is bovendien een voordelig restproduct.” Nederland en België zijn voor Ufkes Greentec de stabiele thuismarkten. “In landen zoals Duitsland is voor ons veel te winnen. Het zorgt voor een continuïteit. Bovendien sta je als bedrijf sterker als er sprake is van een economische terugval.” Kluitenberg vertelt dat in de haven van Lubeck momenteel een duurtest wordt gedaan met een Pantheraversnipperaar die stammen met een doorsnede van negentig centimeter verkleint tot kleine snippers. “Vooral uit Duitsland is er veel vraag naar machines met een dergelijke capaciteit.”

Waar de Panthera op locatie wordt getest, heeft Ufkes Greentec in Drachten alle mogelijkheden in eigen huis om de machines te testen. Dat wordt met alle producten gedaan, die in eigen fabriek worden gemaakt. De opties worden allereerst optisch gecontroleerd. Daarna wordt de machine afgesteld. Tot slot wordt de machine gekoppeld aan de simulatie-unit. Die is compleet ingericht met hydrauliek, aftakas, luchtremmen en verlichting. Eenmaal aangesloten worden

functies en situaties gesimuleerd. Invoersnelheid of snipperlengte worden afgesteld, waarna zware omstandigheden en veiligheidsinstellingen worden nagebootst. Met een hydraulisch aggregaat kan dit stationair. Dankzij de aanwezigheid van een smeerkelder is er de mogelijkheid om de onderkant van de machine te inspecteren. “Alles is dus uitvoerig getest voor het wordt overgedragen. De testresultaten worden gedocumenteerd en samen met een volledig gewassen machine aan de klant afgeleverd.”

VERSLAG GROENE SECTOR VAKBEURS: DUURZAAM INSPIREREN TIJDENS ‘SNIPPERDAGEN’

Groen wordt nog groener

De bereidheid om te investeren in duurzame alternatieven groeit in de groene sector. Het resulteert in een groot aantal innovaties op het gebied van bijvoorbeeld elektrificeren. Op de Groene Sector Vakbeurs, die op 10, 11 en 12 januari in Hardenberg werd georganiseerd, waren veel noviteiten op het gebied van duurzaamheid te zien.

Veenma heeft eigen lijn hogedrukreinigers

Veenma Mechanisatie uit Dokkum heeft met Ceres Cleaning Equipment sinds een half jaar een eigen lijn met koudwater en heetwater hogedrukreinigers. Volgens eigenaar Feitze Veenma heeft de jarenlange ervaring met andere merken er toe geleid dat ze zelf cleaners zijn gaan ontwikkelen. “Je ziet vaak dat niet de juiste machine op het juiste werk wordt ingezet. Want heb je veel druk nodig of juist veel water om goed schoon te maken?”

Al veertig jaar heeft Veenma Mechanisatie hogedrukreinigers in het pakket. Dat kunnen we zelf beter, is de overtuiging bij het Friese bedrijf. “Onze nieuwe lijn cleaners heeft geen printplaten, een frame van roestvrijstaal en grote wielen. Allemaal cruciale onderdelen waar je van weet dat een hogedrukreiniger kwetsbaar is.” Feitze Veenma vertelt dat de eerste dertig machines verkocht zijn. “Machines worden steeds duurder en daardoor wordt er steeds meer onderhoud gepleegd. Los van het feit dat goed schoonmaken de levensduur verlengd, kom je tijdens een schoonmaakbeurt ook ieder element tegen en zie je de gebreken.”

Doelgroep is vooral het type loonwerk, waar

machines veel worden schoongemaakt. Een goede hogedrukreiniger is daarbij cruciaal. “De kosten van hogedrukreinigers gaat vooral zitten in de liters per uur. Als je veel modder of mest, dus volume, moet weg spuiten, dan heb je vooral meer water nodig dan druk. Daar moet je rekening mee houden. Met een heetwater hogedrukreiniger heb je in minder tijd, met minder water en minder druk een schoner resultaat. Warmte lost beter vervuiling en vettige aanslag op zoals klei en olie.”

Op de Groene Sector Vakbeurs in Hardenberg heeft Veenma ook de aandacht gevestigd op verhuur van robotmaaiers, wat al vanaf 0,5 cent per vierkante meter mogelijk is.

Wim van Breda: “Matador M-Trac is duurzame topmaaier”

Ecologisch en emissieloos zijn de kernbegrippen achter de ontwikkelingen waar Wim van Breda op probeert in te spelen. Op de Groene Sector Vakbeurs toonde het bedrijf een volledig elektrische Matador M-Trac maaier, die samen met Reform is ontwikkeld. Fabrikant Matador voert de machine uit met een Busatismessenbalk van 1,35 meter die fauna moet beschermen. “Deze combinatie resulteert in een topmachine.”

Wim van Breda jr. vertelt dat het bedrijf zelf geen machines bouwt, maar de juiste partijen zoekt om op ontwikkelingen in te spelen. De elektrische maaier is daar een voorbeeld van. Aftakastoerental (van nul tot duizend rpm) en snelheid (nul tot zes kilometer per uur) zijn traploos instelbaar. De maaier heeft een traploos instelbare aftakastoerental (nul tot duizend “De eersten zijn nu verkocht. Dit is voor loonwerk in het groen een hele mooie machine omdat je twee dagen op één acculading door kunt werken.”

Ook bij de maaiarmen ziet Wim van Breda jr. een zwaai naar ecologisch (berm)beheer. “Klepelen

staat toch wat onder druk.” Tegelijk groeit ook de populariteit van de Mowhawk. Deze techniek lokaliseert bermafval en ongewenste planten op basis van beeldherkenning en meet de gewasstand. Gekoppeld aan plaatsspecifiek werken is dit een goede hulp voor natuurinclusief bermbeheer. Wim van Breda ontwikkelt deze techniek samen met Datacadabra door en brengt die op de markt. “Als we het hebben over het maaien zelf dan zie je dat er steeds vaker verminderde zuigkracht wordt toegepast. Ook blijft gras liggen. De ontwikkelingen op dat gebied gaan gewoon snel. Dat in combinatie met elektrificeren en het gebruik van waterstof zal de innovatie sturen.” Verder

28 de Loonwerker februari 2023
Het testen van een Piranha-stobbenfrees in een speciale simulatie-unit. De magazijnkasten grenzen direct aan de productievloer waar de verschillende modellen van begin tot eind worden geassembleerd.
THEMA: BOSBOUW THEMA: BOSBOUW Groen 29 de Loonwerker februari 2023
Tekst en beeld: Martin de Vries
op pagina 30

Meerdere noviteiten bij Hissink Oeken

Elektrificeren is ook de ontwikkeling waar mechanisatiebedrijf en fabrikant Hissink Oeken op inspeelt. Aan een speciale laadpaal van Siemens zijn de Antonio Carrero eSP-werktuigdrager en de TP 175 Mobile E-ZE elektrische versnipperaar gezet. Ook de eigen Beaver-stobbenfrees en de nieuwe Seppe-zijklepelmaaier zijn volgens Hissink niet te versmaden.

De eSP van Antonio Carrero is een elektrisch aangedreven werktuigdrager, die zich onderscheid door een aftakas. “Het is een concept waarvan de ontwikkeling al twee jaar geleden is begonnen.

Op de EIMA is deze machine eindelijk aan het grote publiek getoond. Er is gigantisch veel vraag naar. We worden overspoeld met vragen en hopen dat de productie opschiet”, vertelt eigenaar Harm Jan Hissink. De eSP is uitgerust met een 25 kiloWatt (33 pk) elektromotor in combinatie met een 32 kiloWattuur-accupakket. De aandrijflijn is niet gewijzigd ten opzichte van de SP, die al naam maakt als gearticuleerde hydrostatische compacttrekker.

Hissink heeft de innovatie naast de TP 175 Mobile E-ZE gezet. Een mobiele houtversnipperaar, die uiteraard elektrisch wordt aangedreven. De TP 175 Mobile E-ZE ZE is voorzien van een modulair accupakket, is leverbaar in een 195, 260 of 325 ampère uitvoering en dat maakt een arbeidstijd tot vijf uren mogelijk. De versnipperaar beschikt over de TP Pilot+ no-stress bediening. Hiermee wordt overbelasting voorkomen, terwijl de maximale

capaciteit verzekerd wordt. “Het model was al bekend, maar uitgevoerd met een wielstel. Nu is de versnipperaar ook met een smal rupsonderstel beschikbaar.”

Een andere noviteit, die door Hissink zelf is ontwikkeld, is de Beaver-stobbenfrees. “Geschikt voor trekkers van driehonderd pk. De Beaver B300 Pro heeft telescoop met een bereik van vier meter een freeswiel van meter, waardoor je de pk’s van de trekker goed kwijt kunt. Standaard is de proportionele bediening, automatische sturing kan optioneel.” Kenmerkend zijn de oranje tanden, een knipoog richting de naam Beaver. De stobbenfrees loopt nog niet in de praktijk. “Dus zoeken we naar proefpersonen, die met de Beaver zouden willen werken, zodat we de ervaringen uit de markt kunnen gebruiken om de stobbenfrees verder te ontwikkelen.”

De vierde noviteit op de Groene Sector Vakbeurs had Hissink met de introductie van een nieuwe zijklepelmaaier van Seppi. Het nieuwe design van de L7 en de L9 flex zorgen voor meer

Van Dyck: “Multihog is ruimer en geluidsarmer”

mogelijkheden met het mulchen. “Het is beter dan er al te koop is. Het zijn flexibele modellen, voor de kenners, je telt deze zijklepelmaaiers zo uit de sloot.”

Dabekausen: Primeur met veelzijdige McConnel-armmaaier

De nieuwe McConnel PA4330-armmaaier is een heuse innovatie, die Dabekausen naar de beurs heeft meegenomen. De maaier kan dankzij een zwenkrotator zowel op de arm als op het werktuig honderdtachtig graden links en rechts draaien. Optioneel is de mechanische werktuigdaging, hydraulisch uit te voeren.

Volgens algemeen manager Jeroen Huijsman is de potentie groot. “Met deze armmaaier krijg je met heel weinig correcties een mooi snoeibeeld. De mogelijkheid voor de extra knikbeweging is zeker in Nederland erg handig, met al die borden en palen. De armmaaier gaan we in series bouwen

en verkopen we al alleen aan de hand van plaatjes.”

Huijsman voorspelt dat al een volgende stap. “Maak je en demontabele giek, dan krijg je een snoeishovel. Daar wil ik eigenlijk een concept van in de markt zetten.”

Först maakt hakselen op HVO100 mogelijk

Först Nederland deed met het oog op de verduurzaming van de groene sector ook een duit in het zakje. De TR8D55 is een krachtige hakselaar, met een 55 pk Doosan Stage V-motor die ook voor HVO100-biobrandstof geschikt is.

De hakselaar stond te pronken bij de ingang van de beurs. Dankzij de compacte bouwwijze en het rupsonderstel zal de machine voor veel loonwerkers in het groen een mooie aanvulling zijn op het machinepark. Met een invoerdoorsnede van 21 centimeter kan die bijna alle bomen aan. Andere eigenschappen die Först karakteriseren zijn

de centrale smering, auto intelligent controle systeem, Föstgrip invoerrollensysteem, een open vliegwiel, eenvoudig te wisselen messen en een sterk chassis. Dankzij de mogelijkheid om ook diesel op HVO100 biobrandstoffen toe te passen is de uitstoot minimaal, terwijl de productiviteit hoog is.

Van Dyck Nederland, onderdeel van Van Dyck Marcel Belgium, trok het publiek van de beurs naar de stand met de CX75 van de Ierse fabrikant Multihog. De multifunctionele werktuigdrager heeft een Stage V-motor waarmee een snelheid van veertig kilometer per uur kan worden gehaald. En daar is veel vraag naar, weet Tom van Dyck. “Voor winterdienst, klepelmaaien en bijvoorbeeld onkruidborstelen en onkruidbestrijding. Door het compacte formaat werkt dit goed op fietspaden. Eigenlijk het werk waar je met een trekker de bermen stuk rijdt.”

Deze werktuigdrager is voor en achter geveerd, vertelt Van Dyck. “Voor de werktuigen is er een laadplatform met alle hydrauliek, dus frontaal een aftakas.” De werktuigen wissel je in enkele

minuten. Volgens Van Dyck is er de Multihog CX75 vooral een doorontwikkeling. “De cabine is verruimd en geluidsarmer, dus ergonomisch gezien is dit een prachtmachine. ”

Fabrikant Schliesing zet met de 235 en 325 MX-E vol in op de revolutie van elektrificeren. Volgens Mark van den Heuvel van Mechan Groep zijn de houthakselaars op wielstel bij uitstek geschikt voor loonwerk in groen.

“De ervaring leert ons dat de hakselaars echt acht uren werkt. Dus kun je flink meters maken. Voordeel is de optie van hybride regeneratie. Als je de hout bij de hakschijf invoert en je blijft draaien, dan blijf je ook stroom genereren”, vertelt Van den Heuvel.

Schliesing hakselt honderd procent elektrisch met V-messen. Die zorgen voor een geluidsvermindering tot dertig procent, voor een uniforme en veilige invoer van het hout en voor een langere levensduur van de messen. “Honderd procent elektrisch, voor honderd procent professioneel werk.”

De houthakselaars kennen verder dezelfde voordelen als de dieselvarianten. “Uiterlijk is er geen verschil, alleen dan wordt er bij de MX-E gebruik gemaakt van een accupakket.” Schliesing maakt gebruikt van haar gepatenteerde snijsysteem

“Schliesing is de Rolls-Royce onder de houthakselaars. Het is niet meteen de goedkoopste variant, maar je koopt echt kwaliteit”, benadrukt Van den Heuvel. Volgens hem is er veel vraag naar deze elektrische houthakselaars. “En er is ook

Biologisch afbreekbare oliën en smeermiddelen worden de standaard

De eisen voor het werken in het groen worden steeds strenger. Volgens Michael Anslijn van Duport Lubricare is het de hoogste tijd dat er scherp naar de smeermiddelen wordt gekeken. “Het besef dat smeermiddelen in het milieu een potentieel gevaar zijn, moet nog flink groeien.”

“Biologisch afbreekbaar is steeds vaker een must en verduurzaming is noodzaak. Staatsbosbeheer eist het ook in haar bestekken, dus voor opdrachten in het groen moet hier ook voor de smeermiddelen goed over nagedacht worden. Ook de overheden eisen steeds vaker producten die vrij van pfas zijn. Dus dit moet voor iedereen een hot item zijn”, stipt Anslijn aan. “Steeds meer bedrijven zijn er op de één of andere manier mee bezig én bereid er in te investeren. Hierbij past ook het gebruik van biologisch afbreekbare smeermiddelen en het filtreren in plaats van vervangen van uw olie”, stelt hij.

Duport Lubricare beschikt over ruim dertig jaar kennis en ervaring in biologisch afbreekbare smeermiddelen.

De Motorex Excosynt Hees-lijn is goedgekeurd door toonaangevende fabrikanten en wereldwijd geaccepteerd worden via ecolabels.

Deze olie heeft in hydraulische systemen drie tot vijf keer langere standtijd. Bij een lekkage zijn de smeermiddelen binnen 28 dagen voor negentig procent afgebroken. “Met het gebruik van biodegradable olie en smeervetten kan een loonwerker zich echt onderscheiden.”

THEMA: BOSBOUW THEMA: BOSBOUW 31 de Loonwerker februari 2023 30 de Loonwerker februari 2023 Groen
al een aantal verkocht in Nederland.”

VAN WERVEN KIEST OPNIEUW VOOR HEMOS

Anderhalf keer sneller stobben frezen

Het wegfrezen van stobben kan Van Werven nu anderhalf keer zo snel. De firma uit Oldebroek verving recent na zestien seizoenen haar Hemos-stobbenfrees voor een nieuwe model van de machinebouwer. “Voor ons zit de winst echt in capaciteit.”

Tekst: Martin de Vries • Beeld: Jorden Koutstaal en Hemos Machinebouw

Volgens Danny Spronk van Van Werven draaien de beitels van de nieuwe Hemosstobbenfrees anderhalf keer zo snel in vergelijking met het oude model, dat zestien seizoenen dienst deed bij het bedrijf uit Oldebroek. Voor de afdeling bosbouw een mooie winst in tijd. “We verrichten knipen zaagwerk. Deze stobbenfrees wordt ingezet vooral als de ruimte beperkt is. Denk bijvoorbeeld aan gemeenten, die bomen wegsnoeien maar niet de grond in gaan omdat de wortels bij kabels zitten. Wij frezen de stobben tot onder het maaiveld weg. Het overige rot vanzelf weg”, legt Spronk het principe van stobbenfrezen uit.

De Hemos-stobbenfrees van Van Werven heeft een draaikop op de frees. Dit zorgt voor meer flexibiliteit door de freesrichting te veranderen. De frees is voorzien van een hydraulisch beweegbare beschermkap, wat veel minder wegspattend freesmateriaal geeft. De pomp is geschikt voor de vijfhonderd pk Fendt-trekker die op het bedrijf draait. Zo kan er worden gefreesd op maximale capaciteit. “Maar we hebben ‘m ook achter onze Fendt van 360 pk, het

Hemostrac: Werkvoertuig met draaibare giek en Hemos-stobbenfrees

De eerste zelfrijdende Hemostrac freest stobben in Duitsland tot onder het maaiveld af. Vorig jaar kondigde machinebouwer Hemos uit Meppel de introductie van de zelfrijder met een maaizuigcombinatie al aan. Inmiddels draait de eerste Hemostrac bij Baumdienst Enbergs GmbH in Bottrop-Kirchhellen. Volgens Pascal Mosterman van Hemos Machinebouw is ook de tweede zelfrijder bijna klaar voor aflevering in Duitsland.

Door de positie van de DAF Paccar MX11 330 (Euro VI) Stage IV-motor aan de achterzijde en de draaikolom van de giek die voor de cabine is geplaatst, heeft de Hemostrac een optimale gewichtsverdeling. Door de wielbasis van slechts 3,8 meter in combinatie met de vierwielsturing is de zelfrijder zeer wendbaar, de draaicirkel buitenwerks is nog geen tien meter. Verder valt ook de compacte bouw op. De breedte is namelijk 2,54 meter, terwijl de totale lengte zonder uitstekende delen of werktuigen op 7,48 meter zit. Door de 1,6 meter zijverstelling van de hydraulische giek kan perfect dicht op- of half in de berm worden gewerkt, waardoor het verkeer veel minder wordt gehinderd. Een drietraps vario-versnellingsbak zorgt voor een soepele rijaandrijving.

is maar net hoe we het met de planning invullen.” De bredere beitels zorgen ook voor meer capaciteit en een lager brandstofverbruik.

De stobbenfrees kan ook de giek van een graafmachine worden gekoppeld. “Het is mogelijk, maar dan zit je wel met het

vermogen. Hydraulisch gezien is een kraan moeilijker. Met de aftakaandrijving van een trekker kun je het maximale uit de machine hallen.”

Het chassis met de eenvoudige kokerconstructie is zeer sterk en geschikt om de krachten op te vangen van het werken met de lange giek overdwars. De 450 pk zelfrijder heeft een cabine die negentig graden hydraulisch draaibaar naar rechts kan. Met rondom glas is het zicht optimaal. De Hemostrac is voorzien van een tweedelige hydraulische giek met een lengte van 6,75 meter, gemeten van het hart van de draaikolom tot aan de pen van de laatste giek. Uiteraard is aan de giek een Hemos-stobbenfrees gekoppeld.

33 32 de Loonwerker februari 2023
THEMA: BOSBOUW THEMA: BOSBOUW
Groen
De tanden van de nieuwe Hemos-stobbenfrees bij Van Werven zijn in de werkplaats vervangen. Van Werven Oldebroek zet de machine veelvuldig in voor de eigen werken, maar dus ook voor klanten zoals gemeenten.

Machinaal maar toch met fluwelen handschoentjes

Het machinaal oogsten van kool voor de bewaring is delicaat werk. Tot dusver zit er veel handwerk in, dat terwijl arbeidskrachten steeds lastiger te vinden zijn. Met de nieuwe kooloogstmachine MC-1020DF biedt GRIMME ASA-LIFT een oplossing voor de mechanische oogst van bewaarkool. “Dit bewijst dat mechanisch oogsten van een gevoelig product als kool kan.”

De zeer dicht bij de grond geplaatste opname-unit en de productvriendelijke transportband van het nieuwste model kooloogstmachine zorgt er voor dat de geoogste kool met een zeer kleine valhoogte de kist bereikt. Door de zeer geringe mechanische belastingen kunnen bewaarperiodes tot zes maanden gerealiseerd worden. En dat is ook een nadrukkelijke wens vanuit de Nederlandse markt. “We merken bovendien dat er groei zit in vollegrondsgroenten. Kool is een gezond product en de prijzen zijn bovendien goed”, vertelt Jan Bouma, vertegenwoordiger van GRIMME.

De oorsprong van oogstmachines specifiek voor de bewaarkool ligt in Noord-Holland. Loonbedrijf Hopmans uit Wieringerwerf gaf R. Hoekenga Mechanisatie uit Slootdorp twintig jaar geleden de opdracht om een kolenoogster te ontwikkelen. Een vrij specifiek opdracht, waarbij met name de wijze van snijden voor de bewaring een cruciaal onderdeel is.

Loonbedrijf Gebr. Nannes uit het Noord-Hollandse Warmenhuizen heeft met de nieuwe MC-1020DF van GRIMME ASA-LIFT een kolenoogstmachine waarmee hij zich als loonwerker kan onderscheiden in de groenteteelt. Arbeidskrapte is een groeiend probleem, vooral in de oogstperiode. Omdat bewaarkool een teer product is, bestaat er scepsis over een machinale oplossing. Volgens mede-eigenaar Jan Kees Nannes van het loonbedrijf bewijst de kolenoogster in korte tijd al het tegendeel.

“Twee tot drie jaar geleden begon het personeelsgebrek al op te spelen. Wij wilden daar als loonbedrijf, gespecialiseerd in de groenteteelt, op inspelen door de aanschaf van automatische plantmachine”, blikt Jan Kees Nannes terug. Navraag bij klanten leerde echter dat die meer behoefte hadden aan een oplossing tijdens oogsttijd. “Met planten lukt het nog wel om personeel te vinden, tijdens het oogsten is dat veel lastiger.”

Via R. Hoekenga Mechanisatie uit Slootdorp kwam het Noord-Hollandse loonbedrijf uit bij GRIMME ASA-LIFT. “Eén van onze klanten had een dergelijke machine gedragen in de hef. Dat wilde ik niet, omdat kool

een heel teer gewas is (lees ook het kader ‘Machinaal maar toch met fluwelen handschoentjes’, red.). Met het doel om de oogst te mechaniseren met nul beschadiging hebben we de stap naar bewaarkool gemaakt. Dankzij de veelzijdigheid van de machine kunnen we nu ook zuurkool, vroege kool, herfstkool en zelfs platte zoete kool oogsten.”

Het resultaat is behoorlijk. “Het mechanisch snijden gebeurt zonder beschadiging.” Volgens Nannes moeten klanten over het algemeen wel worden overtuigd. “Het snijden gebeurt doorgaans met de hand. Per dag worden er dan dertig tot veertig kisten van het land gehaald. De kolen worden behandeld al ware het eieren. Met de nieuwe kolenoogster zitten wij nu op honderd kisten per dag. Het idee is dat groei van capaciteit ook betekent dat het een harde bewerking is. Dat blijkt niet het geval. Sterker nog, kool zit over het algemeen zo plat op de grond, dat je er handmatig met een mes niet onder komt. Dat kunnen wij nu wel, zonder een enkele beschadiging aan het gewas.”

De capaciteit in relatie tot de winst in arbeid, je hebt gezien de capaciteit maar vier werknemers nodig om te stapelen, is het grootste voordeel. “De machine kwam eind september. De vroege kool was al weg, maar toch kwam er nog een klant waar ik niet op had gerekend. We hebben zes tot zeven hectare afgesneden. En dat ging vrij goed.

Voor ons is het nog wel zoeken naar hoe de logistiek rondom de machinale kolenoogst moet worden geregeld. Welke wagen, met welke maten past hier het best bij. Daar zijn we inmiddels wel over uit en gaan we op investeren. Het enige wat we nu van de klant vragen is een trekker met chauffeur, die naast de oogster rijdt. Op deze wijze kunnen wij tachtig tot honderd kisten per dag op het pad afleveren. Personeel blijft nog wel een item, dus die automatische planter, die gaat er ook nog wel komen.”

“We hebben daarvoor als basis een Oost-Duitse machine genomen en uiteindelijk hier in de omgeving ook drie verkocht”, weet eigenaar René Hoekenga van Hoekenga nog te vertellen.

ASA-LIFT, inmiddels overgenomen door GRIMME, nam vervolgens de patenten over en daarmee werd een smidse machine een hoogwaardige oogstmachine. “Omdat we hier in het grootste koolgebied van Nederland zitten, is dit nog wel een belangrijk afzetgebied. Dus leveren we ook kooloogsters af.”

Aan de cruciale mechanische snijtechniek is nog weinig veranderd. “Belangrijk is dat als je kool snijdt, je de waslaag intact houdt. Met de duim kun je die laag er al afhalen.” Na de snij-unit gaat de kool langs de

reinigingsrollen. Op de sorteertafel worden losse bladeren weggehaald. De kool wordt vanaf de band in de kist gelegd. “Overpakken van de gesneden kool en voorzichtig in een kist leggen. Met een snelheid van 2 tot 2,3 kilometer per uur gaat dit eigenlijk megahard.”

Volgens Jan Bouma is de logistieke weg na de snijunit door ASA-LIFT gestandaardiseerd. “Er zijn als het ware vier modellen kolenoogsters: gedragen en getrokken en voor industrie en bewaring. We zijn overigens nog niet uitontwikkeld. Eigenlijk geldt: zoveel kooltelers zoveel wensen en ideeën. De één werkt met sluitkool, de andere spitskool. De fabriek van ASA-LIFT in Denemarken is groot geworden door een stuk maatwerk te leveren. Sinds begin dit jaar zijn er, door de overname van GRIMME, Duitse mensen bij ASA-LIFT in de directie gekomen. Daarmee is het proces om voor een standaardproductrange in werking getreden. De wortelrooiers van ASA-LIFT zijn nu redelijk gestandaardiseerd. De kooloogster en preirooier zijn voor de Nederlandse markt interessant. Die technieken gaan wat verder vernauwen.”

Loonbedrijf Gebr. Nannes uit Warmenhuizen heeft één van de eerste MC1010XL-kooloogster in Nederland draaien. Wens was om minimaal zestig centimeter op rij te kunnen. Toch hebben ze ook klanten die kool op rijen van 75 centimeter en zelfs tuinders die op 50 centimeter telen. “Een tweerijige machine gaat niet, een éénrijige variant is een middenweg. Nu kan Nannes op gps planten, op gps oogsten en een behoorlijke capaciteit halen.” Met een groot mes wordt de kool machinaal afgesneden. Met als resultaat een glad snijvlak. “Alsof het met de hand gesneden is”, vertelt René Hoekenga.

35 de Loonwerker februari 2023 Agri ADVERTENTIE Bestel nu met voorverkoop korting en leverzekerheid: Fred van der Eijk +31 610 93 43 53 www.kemper-stadtlohn.de De perfecte deal voor uw hakselaar 9 Pick-up C3003 MAXIMUM Claas N3003 MAXIMUM New Holland 9 ProfiCracker™ 9 Maïsbek Haal het MAXIMUM uit uw hakselaar met de de Loonwerker februari 2023 34 Waslaag is nog intact na het snijden van de kool in de snij-unit.
Martin de Vries • Beeld: Jan Bouma en Martin de Vries
Tekst:
“Kwaliteit is beter als handgesneden”
IS ANTWOORD OP ARBEIDSVRAAGSTUK
MECHANISCHE KOLENOOGSTER IN LOONWERK
IN HET SPOOR VAN IN HET SPOOR VAN

met bedrijven ontwikkelen we het onderwijs”

Met het practoraat ‘Duurzaam bodembeheer’ wil Yuverta mbo in Boxtel overheid, praktijk, onderwijs en onderzoek met elkaar verbinden. Willem Jan van de Kamp is als practor aangesteld. Focuspunt voor hem is verbinden en samenwerken. “We moeten van elkaar leren in plaats van elkaar bekritiseren. Deze uitdagende klus kunnen we namelijk alleen samen klaren. Belangrijk uitgangspunt is ook welke realistische perspectieven we de landbouw geven. Oftewel, hoe krijgen we volhoudbaar bodembeheer?”

Het practoraat, dat ondersteund wordt vanuit het provinciale project Brabant Eet (Beet!) moet het onderwijs rond het thema bodem ondersteunen. Het bestaat uit een practor in de persoon van Van de Kamp en docentonderzoekers uit de opleidingen loonwerk, veehouderij, tuin en landschap en techniek. “Met elkaar kijken we hoe we een nog meer inspirerende leeromgeving kunnen creëren”, legt Van de Kamp uit. Dit wordt ook vooral samen met bedrijven gedaan. Niet alleen zorgen zij voor cofinanciering, ondernemingen als Loonbedrijf Van der Woerd uit Zoelen, Van den Borne Aardappelen uit Reusel en Campus Almkerk vormen een inspirerende en praktische leer- en werkplek. “Het is een vorm van hybride leren in een co-creatie. Samen met de bedrijven ontwikkelen we het onderwijs. De leerlingen komen op de bedrijven, volgen daar theorie- en gastlessen en gaan het veld in. Daar worden innovaties onder de aandacht gebracht. Bovendien verzamelen we bodemmonsters die we in ons eigen bodemlab onderzoeken. De faciliteiten voor de studenten om echt onderzoek

te doen zijn nieuw en een aanvulling op het bestaande onderwijs.”

Van de Kamp verwacht dat door de samenwerking en de onderzoekende insteek bewustwording rond duurzaam bodembeheer bij leerlingen en docenten groeit. “Het klinkt cliché, maar onze bodem is de basis. Innovatie heeft ons als landbouw veel gebracht, vooral als je kijkt naar de productie per hectare. Productiviteit is door kunstmest toegenomen en dankzij de mechanisatie zijn we instaat veel grotere oppervlaktes efficiënt te bewerken. Bodems die niet geschikt waren voor landbouw, zijn dat nu wel. Dat is de positieve kant, alleen is er ook een schaduwkant van het verhaal. Kunstmest heeft een negatief effect op bodemleven en er is sprake van uitspoeling van nutriënten. Dat verlies merken we nu helemaal nu de prijzen van kunstmest stijgen. Productie van kunstmest vraagt bovendien veel energie. Toegenomen mechanisatie en de intensieve bewerking van percelen zorgt voor bodemverdichting. Intensieve teelten hebben geleid tot meer grondgebonden

doen, dan begint dat bij de basis, oftewel een loonwerkopleiding waarbij je in de praktijk hebt gezien wat duurzaam bodembeheer is en doet. Tegelijk is dat mijn grootste zorg. Hoe komt al die kennis ook echt in de praktijk terecht? Hoe geeft de loonwerker straks handen en voeten aan duurzaam bodembeheer?”

Willem Jan van de Kamp heeft een behoorlijk cv opgebouwd in onderwijs, praktijkonderzoek en bodem en bemesting. Hij combineert zijn werk als practor duurzaam bodembeheer met zijn functie als docent-onderzoeker bij het lectoraat 'Gezonde plant op een vitale en duurzame bodem' van Judith van de Mortel aan de HAS Green Academy. “Ook hier hoop ik dat de verbinding, in dit geval tussen mbo en hbo, het totaal sterker maakt. Want uiteindelijk is de uitdaging op het gebied van onze bodem enorm groot en dat kunnen we alleen samen oplossen.” •

‘Uit de schoolbanken’ is een rubriek die een brug wil slaan tussen onderwijs en praktijk. Afwisselend worden hier actualiteiten en activiteiten belicht van de loonwerkopleidingen van Yuverta (ZuidNederland) en Aeres (Noord-Nederland).

ziekten. We hebben Brussel en Den Haag niet nodig om te zien dat we tegen problemen aanlopen. We moeten kijken naar de langere termijn en daarbij is het belangrijk dat er een vruchtbare basis blijft voor onze teelten. De focus ligt wat mij betreft niet op biologische teelten of regeneratieve landbouw, maar op de reguliere teelten, hoe we er voor zorgen dat de kwaliteit van de bodem daar niet achteruit gaat. Vooral in de reguliere teelten is het belangrijk dat we stappen zetten naar duurzaam bodembeheer.”

In het practoraat is de onderzoekende houding van de studenten belangrijk. “Niet de chemische of fysische kant van het bodemverhaal, maar vooral biologisch. Wat gebeurt er nu in de bodem en hoe zorgen we er voor dat het bodemleven een grotere rol gaat spelen?” Volgens Van de Kamp speelt de loonwerker, en daarmee de opleiding voor de loonwerkers in spe, een cruciale rol.

“Alleen al in het stukje advisering richting de agrarische ondernemer. Wil je dat goed

Tekst: Martin de Vries • Beeld: Yuverta mbo
37 36 de Loonwerker februari 2023 de Loonwerker februari 2023 Neereind 33 | 3998 WJ Schalkwijk | Tel. 06 59811330 info@kempschalkwijk.nl | www.kempschalkwijk.nl KEMP SCHALKWIJK BV Ons verhuurgebied strekt door heel Nederland TE HUUR RECYCLINGMACHINES MET OF ZONDER BEDIENING ADVERTENTIE
LEGGEN RICHTING DUURZAAM BODEMBEHEER
“Samen
PRACTOR WILLEM JAN VAN DE KAMP WIL VERBINDINGEN
Agri UIT DE SCHOOLBANKEN
Practor Willem Jan van de Kamp geeft de aftrap voor het practoraat ‘Duurzaam bodembeheer’ tijdens een speciale bedrijvenmarkt.

LEMKEN CARBON-FARMING-PLOEG

Door extra koolstofopslag in bodem minder CO2-emissie

De bodem herbergt een gigantische hoeveelheid koolstof. Hoe de bodem uit de atmosfeer CO2 kan onttrekken en met welke maatregelen we koolstof in humus kunnen vastleggen is echter een complex vraagstuk. Een mogelijk stimulerend effect om extra CO2 vast te leggen in de bodem is een techniek waarbij tijdens de de grondbewerking de bovenlaag en de onderlaag van de bouwvoor gedeeltelijk met elkaar worden vermengd.

Gebaseerd op bestaande onderzoeken in de voormalige DDR ging Lemken verder met de ontwikkeling van de zogenoemde segmentploeg en noemde deze de Carbon-Farming-Ploeg. Het principe van deze ploeg berust op het mengen van diepe- met minder diepe grondlagen in de bouwvoor. We moeten daarbij denken aan scharen van 25 centimeter werkdiepte afgewisseld met scharen die wel tot 55 centimeter diepte werken. Hierdoor ontstaat een schachtstructuur waarbij de humusarme benedenlaag gedeeltelijk wordt gemengd met humusrijke grond uit het bovenste deel van de bouwvoor. Ongeveer twintig procent van de bovengrond wordt op deze manier uitgewisseld. De microbiële activiteit wordt hiermee naar diepere lagen gebracht en storende lagen worden doorbroken.

Langjarig onderzoek

Het voormalig onderzoek in de DDR was met name gericht op het tegengaan van verdichting in de bodem en het onderzoek spitste zich toe op een vergelijk met het breed verbreken van een storende laag. Echter, een opgebouwde dataset van 231 proeven tussen 1961 en 1987 leverde tevens een significante opbrengststijging van 250 tot 500 kilogram gerst per hectare op met de inzet van de segmentploeg. Belangrijk aspect van deze tijd is de CO2-vastlegging in organische stof in de bodem met deze techniek. Ook van dit laatste aspect kon de dataset en onderzoek van veertig jaar geleden antwoorden geven.

In de onderstaande grafieken zijn de effecten van de segmentploeg nagebootst door de effecten van CO2-vastlegging te monitoren in grond uit

de bovenlaag van de bouwvoor op een diepte van 26 tot 52 centimeter en de vastlegging in puur grond uit de onderlaag in het 0 tot 26 centimeter traject. De effecten zijn gemeten bij drie bemestingsniveaus: kunstmest, kunstmest plus organische mest en geen bemesting. Duidelijk is de CO2-opname waarneembaar in de bovenste bouwvoor van grond afkomstig uit de beneden bouwvoor. En de afname van CO2 in de diepere laag van de grond uit de bovenlaag. Let wel, dit is een proef van meerdere decennia.

Lemken Nederland

Hans Hoogland van Lemken Nederland laat ons weten deze ontwikkelingen in Duitsland nauwlettend te volgen en bekijkt de mogelijkheden voor een praktijkproef in Nederland. Volgens Hoogland dienen we bij de hierboven genoemde proefresultaten op te merken dat het gaat om zeer lage koolstofpercentages en de positieve effecten pas na enige jaren duidelijk zichtbaar zijn.

CO2-opslag potentieel per hectare

Professor Sommer van het Thünen Institut in Braunschweig berekende op basis van tweeduizend onderzochte akkerbouwpercelen dat de CO2-vastlegging 1,2 ton per hectare bedraagt indien éénmaal per tien jaar met de CarbonFarming-Ploeg wordt gewerkt.

De cirkels zijn plots van verschillende bodemtypen. De transparante robotkamers kunnen boven de plots de CO2-uitwisseling meten. De metingen fluctueren sterk gedurende dag en nacht en bij verschillende bemestingsniveaus.

Het verloop van koolstofpercentage in boven- en onderlaag bij nabootsing segmentploeg. Links vermindering CO2-opslag van bovenlaag in de onderlaag, rechts opbouw CO2 wanneer onderlaag naar boven wordt gebracht (bron: ZALF M. Sommer)

Interessant voor maisteelt

“De bodem vormt een grote opslagplaats voor koolstof. In de vrije natuur wordt in de bodem meer organische stof opgebouwd dan afgebroken. Wanneer door intensieve landbouw dit proces wordt omgekeerd en er meer organische stof wordt afgebroken komt er meer CO2 als broeikasgas vrij in de atmosfeer. De Carbon-Farming-Ploeg kan wellicht een bijdrage leveren om de versnelde afbraak van organische stof in de bodem te keren.”

Zie voor meer informatie: maisexpert.nl

‘Boven het maisveld’ is een samenwerking tussen vakblad de Loonwerker/ Melkveebedrijf en Maisexpert.nl

Een Kramer ProSeeder gaat in Oostenrijk in één werkgang dertig rijtjes met uien of sjalotten zaaien. Via Maschio Gaspardo kwam deze akkerbouwer en loonwerker uit het Alpenland bij Kramer BV in de Nederlandse polder terecht. “Een mooi project, waarmee we kunnen laten zien wat we kunnen”, vertelt eigenaar Reinoud Tepper.

Tekst: Martin de Vries • Beeld: Kramer BV

Het Oostenrijkse landbouwbedrijf is gespecialiseerd in sjalottenteelt, waarmee hij een enorm areaal verzet. Deze teelt is daar qua schaal vergelijkbaar met Nederland. Het areaal uien is niet heel groot. “Dit is gewoon een gigantische akkerbouwer”, vertelt Tepper. De ondernemer had een specifieke wens voor zijn zaaimachine. “Hij wilde elektrisch zaaien en granulaat toevoegen. Bovendien wilde hij nog preciezer gaan zaaien om het rendement te vergroten. Omdat sjalotten erg fijn zijn, plant je ze dichterop elkaar. Het gewas wordt anders al gauw te grof. Als je uien over het algemeen de ruimte geeft, gaan ze groeien.” Om de optimale maat sjalot te telen, zaait de akkerbouwer annex loonwerker op dertig rijen, drie keer tien rijen van 19,4 centimeter. “Laten wij nou veel bezig zijn met precisie.”

De werkbreedte van de zaaimachine blijft in principe 6,75 meter (driemaal 2,25). “Maar met dertig rijen krijg je gewoon meer beteelde oppervlakte. Bij uien is het de vraag of dat een voordeel is, met sjalotten zeker wel.” Voor de opdracht kwam de Oostenrijker naar Bant om het gesprek aan te gaan. “Dan heb je het met elkaar over de wijze van telen en in welke grond.”

De zaaimachine is voorzien van dertig snijschijven, een per rij, die in de grond ruimte maken voor de kouters. “Officieel spreken we misschien

niet over een niet-kerende grondbewerking, maar het wordt wel zo gebracht. Je snijdt makkelijker gewasresten door, zodat de kouters er doorheen kunnen. Omdat te laten zien, was het al goed dat hij hier is geweest. Ik had een zaaielement klaar gemaakt in de uitvoering waarvan ik dacht dat deze goed zou zijn. Dan loop je de techniek helemaal door, zodat de opdrachtgever de juiste keuze kan maken.”

“Een optie was ook om de machine uit te voeren met ‘ski-sloffen’. Die vlakken de grond voor het kouter af en na het zaaien drukken die de zaai-voor licht aan. De ski’s zorgen voor een stabiele loop van het zaai-element en dat is een belangrijke factor voor een constante zaaikwaliteit. In dit geval hebben we toch gekozen voor aandrukwielen. Dat kent men en is men vertrouwd mee. Anders ten opzichte van de oude machine is wel dat je door het type wiel nu een bolletje legt, in plaats van een kuiltje. We kiezen er namelijk voor om de zijkanten wat meer aan te drukken, waardoor je lossere grond over het zaadje krijgt en de plantjes er makkelijker doorheen groeien.”

De zaaimachine is voorzien van 37 elektrisch aangedreven motoren. 30 voor de zaaielementen en 7 voor de granulaat toepassing. Bijzonder is ook de toevoeging van granulaat

tijdens het zaaien. “Voor dertig rijen elektrisch hebben we niet vaak gedaan elektrisch.” De zaaimachine heeft een dynamokit voor genoeg stroom. De ventilator voor het vacuüm is hydraulisch aangedreven. Alles wordt volledig aangestuurd door de Isobus-terminal op de Fendt-trekker.

“Deze machines is voor Nederlandse loonwerkers interessant omdat je makkelijk kunt schakelen van bijvoorbeeld sjalotten naar uien, maar ook verschillende eenheden zaad. Met één druk op de knop wordt de gewenste zaaidichtheid ingesteld. Ook kun je variëren met granulaat, door er ook nog een taakkaart onder te hangen. Het is een veelzijdige machine, met opties die loonwerk ermee interessant maakt.”

de Loonwerker februari 2023 38
Tekst: Eugène Houben (HAS&S) • Beeld: Lemken
BOVEN HET MAISVELD
39 de Loonwerker februari 2023 Agri NIEUW MATERIEEL
“Veelzijdige zaaier met opties die loonwerk ermee interessant maakt”
Dynamo en hydraulische aandrijving voor voldoende stroom.
Agri
UIEN EN SJALOTTEN WORDEN IN OOSTENRIJK MET NEDERLANDSE PRECISIE GEZAAID

New Holland T7.170: Trekt op met geluid als brullende stofzuiger

Wat voor de New Holland T5.120 van Gerrit van Dijk is weggelegd, moet ook voor de T7.170 kunnen, moet William Huisman (16) hebben gedacht. Twee maanden achter elkaar is een trekker van Loon- en Grondverzetbedrijf G. van Dijk uit Wekerom (Gld.) tot Trekker van de Maand gekozen. Een verklaring heeft Huisman niet, al weet hij één ding zeker. “Deze New Holland is een dikke trekker.”

Tekst: Martin de Vries

Vaste trekker

“Sinds februari 2022 werk ik bij Loon- en Grondverzetbedrijf G. van Dijk uit Wekerom. Eerst zat ik niet echt op een vaste trekker. Tot ik in september een klus had in Ede en vervolgens niet alleen die dag, maar ook de dag er na tot eind vorig jaar ik op deze New Holland reed. Waarschijnlijk wordt de T5.120 binnenkort verkocht. De trekker heeft meer dan elfduizend uren op de teller en is aan vervanging toe. Ik weet de precieze reden niet, maar feit is wel dat deze New Holland wat ouder wordt. We werken veel met de kar op projecten met grondverzet. Dat vraagt toch wat zuinigere machines. Met Stage V kun en moet je daar wel op inspelen.”

‘Dik’ geluid

“Ik heb altijd met plezier op deze New Holland gereden. Het is een wat oudere trekker en zo’n model vind ik echt stoer. Het geluid vind ik dik.

Als je dan een volle kar hebt en je staat voor een stoplicht en trekt dan op, dan klinkt het als een stofzuiger met brullend geluid. Wruuung, wruuung….”

Genieten

“Vorig jaar februari ben ik bij het loonbedrijf gekomen. Ik heb best wel vaak op de T7.230 gereden. Ik deed er hetzelfde werk mee als nu met de T7.170. Ik had toen dus wat meer pk’s en de trekker was iets luxer, ook qua interieur bijvoorbeeld. Maar op het moment dat ik min of meer mijn eigen trekker kon claimen, ben ik vol voor de T7.170 gegaan. Natuurlijk merk je het verschil in pk’s. Belangrijkste is dat je geniet als je op de trekker rijdt.”

Mooie vracht

“Op de foto staat de New Holland met een Veenhuis-kar vol puin. Het is een mooi vrachtje, 24 ton. Onze kraanmachinist was bezig om een bouwput voor een woning aan te vullen met

grond. Ook moest er een bouwweg opnieuw worden aangelegd. Zo rijd je het ene moment met een kar vol grond en het andere moment volgeladen met puin.”

Glimmen

“De trekker had ik net gewassen. Eigenlijk het perfecte moment om een foto te maken. Alles wat glimt is mooi, toch? Wassen doen we veel. Misschien niet iedere dag, maar even afspoelen sowieso wel dagelijks. Dat hoort ook zo vind ik. Als je bij klant bent, dan is een modderige, beschadigde trekker een heel ander aangezicht, dan als je met een nette en schone machine de dam op kunt rijden. Je zult van mij weinig Instagram-foto’s vinden zonder dat de trekker glimt.”

Van jongs af aan

“Ik zat op middelbare school in Apeldoorn bij Gerrit van Dijk in de klas. Op een verjaardag vroeg zijn vader of ik niet bij het loon- en grondverzetbedrijf wilde werken. Ik heb er even over nagedacht, maar eigenlijk wilde ik van jongs af aan al op een trekker rijden. Dus heb ik mijn trekkerrijbewijs gehaald en ben een paar jaar later in de praktijk begonnen. Overigens zit ik tot op de dag van vandaag elke donderdag bij Gerrit op school, we volgen de loonwerkopleiding op het Zone College in Zwolle. Daarnaast zie ik hem iedere dag op de zaak en we hebben dezelfde vriendengroep.”

Afwisseling

“Loon- en grondverzetbedrijf Van Dijk uit Wekerom verricht het agrarisch loonwerk met een vast clubje medewerkers. Daarnaast zijn we actief in de wegenbouw en grondverzet. Dus redelijk wat kraanwerk en vervoer met karren. De afwisseling in het werk en het gezellige team maken dat ik enorm op mijn plek zit. Ik

Stiekeme hoop

“Op wat voor trekker ik hoop als vervanger voor de T7.170? Stiekem zo’n T5.120 waar Gerrit op zit. Het is een trekker waar je alles mee kan doen. Dat zie ik wel zitten.”

OUSSOREN KIEST VOOR TAKEUCHI MET STAGE V

Rupsdumperspecialist kiest voor duurzame Japanner

Loon- en verhuurbedrijf Oussoren uit het Utrechtse Westbroek heeft als rupsdumperspecialist geïnvesteerd in een duurzame uitbreiding van het machinepark. Ze vonden de oplossing in een TCR50-2, de nieuwe rupsdumper in het assortiment van Takeuchi die voldoet aan Stage V-normen. De unieke machine is geleverd door Midejo Machines uit Hardinxveld-Giessendam. Dankzij een verhoogde bak heeft de machine voldoende laadvermogen en is het gunstige eigen gewicht van ongeveer 6500 kilogram behouden. “Wij zijn dik tevreden, helemaal omdat onze klanten er ook enthousiast van worden.”

Tekst: Martin de Vries • Beeld: Midejo Machines

Loon- en verhuurbedrijf Oussoren heeft verschillende IHI-rupsdumpers en is daar tevreden over. Omdat de keuze voor dumpers die voldoen aan de Stage V-normen niet heel ruim is, is de onderneming naar Takeuchi gaan kijken. “Voor het vernieuwen van het rupspark is Stage V wel noodzakelijk. Als je grotendeels het geld verdient in dergelijk werk, dan moet je in die ontwikkeling mee gaan. Ik wist dat Midejo Machines Takeuchi had staan, dus zijn we daar gaan kijken en we hebben een demo gehad”, vertelt Freek Oussoren. “Onze jongens waren best wel te spreken over deze machine. De dumper heeft een mooi uiterlijk, rijdt comfortabel zo met een joystick en heeft een hele fijne cabine.”

De TCR50-2 is voorzien van een honderdtachtig graden draaiende kiepbak met een ruime storthoek van 65 graden. Oussoren heeft de dumper uitgevoerd met een verhoogde bakopbouw zonder achterklep, waardoor het laadvermogen van 3700 kilogram is verhoogd naar zo’n 4500 tot 5000 kilogram. “Dit hebben we zelf gedaan in de werkplaats. Machines uit Japan worden standaard uitgevoerd met lage bakjes. Al onze oudere type dumpers hebben hetzelfde bakformaat, dus wilden we dat met deze ook. Uiteindelijk moet deze dumper ook een ouder type vervangen, dus wil je qua laadvermogen niet achteruit gaan.”

deloonwerker.nl/trekker-v-d-week

Oussoren heeft zich sinds 1997 steeds meer ontwikkelt als rupsdumperspecialist. Toen kwam de eerste dumper op het bedrijf om het mais onder lastige omstandigheden van het land te krijgen. Het machinepark werd steeds verder uitgebreid en er kwamen dumpers met allerlei modificaties. “De focus ligt nu op grondverzet en cultuurtechnisch werk. We verhuren de machines ook, met of zonder bediening. Dat laatste neemt wel toen. Vaak vinden bedrijven een rupsdumper zonder bediening wel makkelijk in de winter, omdat ze dan personeel over hebben. Voor ons is het daarentegen weer een uitdaging om de planning ingevuld te krijgen, maar goed verhuur zorgt ook weer voor inkomsten.” Freek Oussoren vertelt dat het loonbedrijf ‘dik tevreden’ is met de nieuwe Takeuchi. “De klanten voor losse verhuur worden er ook heel enthousiast van. Dat is voor ons ook leuke reclame.”

In de dumper ligt een Stage V-motor. De Takeuchi is standaard voorzien van het eigen Fleet Management Systeem, airco, een achteruitrijcamera, rijalarm bij achteruitrijden, brandstofvulpomp en een uitgebreid led-pakket.

Midejo Machines uit Hardinxveld-Giessendam heeft de Takeuchirupsdumper aan Oussoren geleverd. Het betreft een jong mechanisatiebedrijf dat zich met name richt op grondverzet en bouwmachines. De verkoop van kranen, shovels, kippers, rupsdumers, hulpstukken, trilplaten, hoogwerkers en elektrisch materieel zijn enkele hoofactiviteiten van het bedrijf. "Van huis uit ben ik op een loonbedrijf (Gebr. de Jong uit Hardinxveld-Giessendam, red.) opgegroeid en in een regio met veel actieve grondverzet bedrijven en aannemers liggen er kansen genoeg", aldus Mijndert de Jong van Midejo Machines.

41 de Loonwerker februari 2023
GWW NIEUW MATERIEEL 40 de Loonwerker februari
2023
GWW
deloonwerker
William Huisman
Stemmen of zelf jouw trekker inzenden?
TREKKER VAN DE MAAND JANUARI
ben vooral met de New Holland T7.170 in de wegenbouw te vinden. Geen dag is hetzelfde en je kunt lekker je gang gaan.”

URLINGS VOEGT

DEZEURE TPX 26S TOE AAN WAGENPARK

Omdat de vraag naar werk blijft toenemen besluit Gé Urlings, van het gelijknamige grondverzet- en loonbedrijf, om de ‘oude’ Krampe HP 20-gronddumper niet in te ruilen, maar om een tweede toe te voegen aan zijn wagenpark. De keuze valt al snel op de Dezeure TPX 26 S. De dikke acht millimeter bodem en de, door Dezeure zelf ontwikkelde, hydraulische driehoeksvering met onderhoudsvriendelijke lagers spreken Urlings enorm aan. De relatief korte levertijd is ook een pré voor het bedrijf uit het Limburgse Born.

De gronddumper heeft aluminium afdekkleppen en een opklapbare stootbumper. “Omdat we veel met stortkeien rijden is niet na de eerste keer kippen je bumper gedeukt,” vertelt Gé Urlings. De Dezeure staat op Alliance 600/60R30,5 banden. De gronddumper is, ondanks de brede Hardox-bak van 2,25 meter, maar 2,55 meter breed. Voor Urlings is dit een groot pluspunt. Compact voor in het straatwerk en tevens toegelaten in België. Daarnaast is de brede vlakke bodemplaat fijn om met een graafmachine in te werken. Iets wat in de halfpipe van Krampe niet zo gemakkelijk is. “De Dezeure is uitgerust met een gedwongen stuursysteem. Dit is voor ons even wennen want op de Krampe hebben we helemaal geen stuursysteem.”

Kort werd er getwijfeld of er niet een drie-asser moest komen. Maar die gedachte was snel weer van de baan. Nu heeft het bedrijf twee dumpers met dezelfde inhoud. Men hoeft niet een grotere trekker aan te schaffen en volgens Urlings gebruiken ze hier zelfrijdende dumpers als er flink wat kuubs verzet moeten worden.

Het grondverzet- en loonbedrijf wordt gerund door Gé Urlings en zijn vriendin Marieke Frijsinger. Daarnaast hebben ze een vaste medewerker in dienst. In de piekperiodes krijgt het koppel hulp van een zzp’er. Urlings bezit naast de twee gronddumpers nog twee watertanks, twee grote rolbezems, een drie-assige STAJA haakarmcarrier en een Volvo L90H loader. Het trekker park bestaat uit twee John Deere’s (6110 en 6R150) en twee New Holland’s (T7.210 en T7.270).

Normaal werken ze binnen een straal van dertig kilometer rondom Born. ”Maar het kan best zijn dat een aannemer ons mee wil nemen naar een project verderop, natuurlijk gaan wij dan mee,” aldus Frijsinger. Urlings heeft het op het moment erg druk met een groot project, het zogenoemde Grensmaas project. Over een lengte van 43 kilometer werd de afgelopen tijd en wordt in de komende jaren het stroombed van de Maas met driehonderd hectares verbreed. Bovendien worden de oevers verlaagd en over een lengte van twaalf kilometer worden de dijken verhoogd en verstevigd. Op die manier moeten de inwoners van Zuid-Limburg de komende jaren beschermd worden voor eventuele nieuwe overstromingen van de Maas.

Omdat de gronddumpers op het Grensmaas project veel stortkeien vervoeren, heeft Urlings ervoor gekozen om nog een extra zes millimeter dikke staalplaat op de bodem te laten lassen zodat deze nu veertien millimeter dik is. Voor het gebruikersgemak heeft Urlings er meteen een centrale smering op laten bouwen. Eveneens is er een elektrisch uitlijnsysteem opgezet, dit omdat het bedrijf nogal eens wisselt tussen de verschillende trekkers.

“Met deze gronddumper kunnen we de komende jaren weer plezierig werken,” besluit Urlings.

WWW.UFKES.NET

Stobbenfrezen

Voor aan kranen en als driepunt

Forestcutters

Bosfrezen

Houtversnipperaars

Combinaties hoogkippend

Combinaties achteroverkippend

PTO machines driepunt en wielstel

Snelverkeer 80km/h

Langzaamverkeer 40km/h

Rupsversnipperaars

Vrachtwagen opbouw

de Loonwerker februari 2023 42
Tekst en beeld: Jens Kusters
“Een compacte, veilige en betrouwbare gronddumper”
GWW NIEUW MATERIEEL
www.gtjtrading.nl p.janssen@gtjtrading.nl +31 615 370 411 Wilt u meer informatie? Vandaele Forestmaster Vermogen: 22 – 55 KW Driepunt Cat II Swingende beitels Capaciteit hout: tot 10 cm & www gtjtrading nl j.janssen@gtjtrading.nl +31 630 112 295 Wilt u meer informatie? Bomford Turner Vermogen: vanaf 100 KW Driepunt Cat II of III Swingende of vaste beite Capaciteit hout: tot 20 cm &

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Vakblad De Loonwerker NL thema Bosbouw februari 2023 by Prosu Media Producties - Issuu