11 minute read

Meerdere noviteiten bij Hissink Oeken

Elektrificeren is ook de ontwikkeling waar mechanisatiebedrijf en fabrikant Hissink Oeken op inspeelt. Aan een speciale laadpaal van Siemens zijn de Antonio Carrero eSP-werktuigdrager en de TP 175 Mobile E-ZE elektrische versnipperaar gezet. Ook de eigen Beaver-stobbenfrees en de nieuwe Seppe-zijklepelmaaier zijn volgens Hissink niet te versmaden.

De eSP van Antonio Carrero is een elektrisch aangedreven werktuigdrager, die zich onderscheid door een aftakas. “Het is een concept waarvan de ontwikkeling al twee jaar geleden is begonnen.

Advertisement

Op de EIMA is deze machine eindelijk aan het grote publiek getoond. Er is gigantisch veel vraag naar. We worden overspoeld met vragen en hopen dat de productie opschiet”, vertelt eigenaar Harm Jan Hissink. De eSP is uitgerust met een 25 kiloWatt (33 pk) elektromotor in combinatie met een 32 kiloWattuur-accupakket. De aandrijflijn is niet gewijzigd ten opzichte van de SP, die al naam maakt als gearticuleerde hydrostatische compacttrekker.

Hissink heeft de innovatie naast de TP 175 Mobile E-ZE gezet. Een mobiele houtversnipperaar, die uiteraard elektrisch wordt aangedreven. De TP 175 Mobile E-ZE ZE is voorzien van een modulair accupakket, is leverbaar in een 195, 260 of 325 ampère uitvoering en dat maakt een arbeidstijd tot vijf uren mogelijk. De versnipperaar beschikt over de TP Pilot+ no-stress bediening. Hiermee wordt overbelasting voorkomen, terwijl de maximale capaciteit verzekerd wordt. “Het model was al bekend, maar uitgevoerd met een wielstel. Nu is de versnipperaar ook met een smal rupsonderstel beschikbaar.”

Een andere noviteit, die door Hissink zelf is ontwikkeld, is de Beaver-stobbenfrees. “Geschikt voor trekkers van driehonderd pk. De Beaver B300 Pro heeft telescoop met een bereik van vier meter een freeswiel van meter, waardoor je de pk’s van de trekker goed kwijt kunt. Standaard is de proportionele bediening, automatische sturing kan optioneel.” Kenmerkend zijn de oranje tanden, een knipoog richting de naam Beaver. De stobbenfrees loopt nog niet in de praktijk. “Dus zoeken we naar proefpersonen, die met de Beaver zouden willen werken, zodat we de ervaringen uit de markt kunnen gebruiken om de stobbenfrees verder te ontwikkelen.”

De vierde noviteit op de Groene Sector Vakbeurs had Hissink met de introductie van een nieuwe zijklepelmaaier van Seppi. Het nieuwe design van de L7 en de L9 flex zorgen voor meer

Van Dyck: “Multihog is ruimer en geluidsarmer”

mogelijkheden met het mulchen. “Het is beter dan er al te koop is. Het zijn flexibele modellen, voor de kenners, je telt deze zijklepelmaaiers zo uit de sloot.”

Dabekausen: Primeur met veelzijdige McConnel-armmaaier

De nieuwe McConnel PA4330-armmaaier is een heuse innovatie, die Dabekausen naar de beurs heeft meegenomen. De maaier kan dankzij een zwenkrotator zowel op de arm als op het werktuig honderdtachtig graden links en rechts draaien. Optioneel is de mechanische werktuigdaging, hydraulisch uit te voeren.

Volgens algemeen manager Jeroen Huijsman is de potentie groot. “Met deze armmaaier krijg je met heel weinig correcties een mooi snoeibeeld. De mogelijkheid voor de extra knikbeweging is zeker in Nederland erg handig, met al die borden en palen. De armmaaier gaan we in series bouwen en verkopen we al alleen aan de hand van plaatjes.”

Huijsman voorspelt dat al een volgende stap. “Maak je en demontabele giek, dan krijg je een snoeishovel. Daar wil ik eigenlijk een concept van in de markt zetten.”

Först maakt hakselen op HVO100 mogelijk

Först Nederland deed met het oog op de verduurzaming van de groene sector ook een duit in het zakje. De TR8D55 is een krachtige hakselaar, met een 55 pk Doosan Stage V-motor die ook voor HVO100-biobrandstof geschikt is.

De hakselaar stond te pronken bij de ingang van de beurs. Dankzij de compacte bouwwijze en het rupsonderstel zal de machine voor veel loonwerkers in het groen een mooie aanvulling zijn op het machinepark. Met een invoerdoorsnede van 21 centimeter kan die bijna alle bomen aan. Andere eigenschappen die Först karakteriseren zijn de centrale smering, auto intelligent controle systeem, Föstgrip invoerrollensysteem, een open vliegwiel, eenvoudig te wisselen messen en een sterk chassis. Dankzij de mogelijkheid om ook diesel op HVO100 biobrandstoffen toe te passen is de uitstoot minimaal, terwijl de productiviteit hoog is.

Van Dyck Nederland, onderdeel van Van Dyck Marcel Belgium, trok het publiek van de beurs naar de stand met de CX75 van de Ierse fabrikant Multihog. De multifunctionele werktuigdrager heeft een Stage V-motor waarmee een snelheid van veertig kilometer per uur kan worden gehaald. En daar is veel vraag naar, weet Tom van Dyck. “Voor winterdienst, klepelmaaien en bijvoorbeeld onkruidborstelen en onkruidbestrijding. Door het compacte formaat werkt dit goed op fietspaden. Eigenlijk het werk waar je met een trekker de bermen stuk rijdt.”

Deze werktuigdrager is voor en achter geveerd, vertelt Van Dyck. “Voor de werktuigen is er een laadplatform met alle hydrauliek, dus frontaal een aftakas.” De werktuigen wissel je in enkele minuten. Volgens Van Dyck is er de Multihog CX75 vooral een doorontwikkeling. “De cabine is verruimd en geluidsarmer, dus ergonomisch gezien is dit een prachtmachine. ”

Fabrikant Schliesing zet met de 235 en 325 MX-E vol in op de revolutie van elektrificeren. Volgens Mark van den Heuvel van Mechan Groep zijn de houthakselaars op wielstel bij uitstek geschikt voor loonwerk in groen.

“De ervaring leert ons dat de hakselaars echt acht uren werkt. Dus kun je flink meters maken. Voordeel is de optie van hybride regeneratie. Als je de hout bij de hakschijf invoert en je blijft draaien, dan blijf je ook stroom genereren”, vertelt Van den Heuvel.

Schliesing hakselt honderd procent elektrisch met V-messen. Die zorgen voor een geluidsvermindering tot dertig procent, voor een uniforme en veilige invoer van het hout en voor een langere levensduur van de messen. “Honderd procent elektrisch, voor honderd procent professioneel werk.”

De houthakselaars kennen verder dezelfde voordelen als de dieselvarianten. “Uiterlijk is er geen verschil, alleen dan wordt er bij de MX-E gebruik gemaakt van een accupakket.” Schliesing maakt gebruikt van haar gepatenteerde snijsysteem

“Schliesing is de Rolls-Royce onder de houthakselaars. Het is niet meteen de goedkoopste variant, maar je koopt echt kwaliteit”, benadrukt Van den Heuvel. Volgens hem is er veel vraag naar deze elektrische houthakselaars. “En er is ook

Biologisch afbreekbare oliën en smeermiddelen worden de standaard

De eisen voor het werken in het groen worden steeds strenger. Volgens Michael Anslijn van Duport Lubricare is het de hoogste tijd dat er scherp naar de smeermiddelen wordt gekeken. “Het besef dat smeermiddelen in het milieu een potentieel gevaar zijn, moet nog flink groeien.”

“Biologisch afbreekbaar is steeds vaker een must en verduurzaming is noodzaak. Staatsbosbeheer eist het ook in haar bestekken, dus voor opdrachten in het groen moet hier ook voor de smeermiddelen goed over nagedacht worden. Ook de overheden eisen steeds vaker producten die vrij van pfas zijn. Dus dit moet voor iedereen een hot item zijn”, stipt Anslijn aan. “Steeds meer bedrijven zijn er op de één of andere manier mee bezig én bereid er in te investeren. Hierbij past ook het gebruik van biologisch afbreekbare smeermiddelen en het filtreren in plaats van vervangen van uw olie”, stelt hij.

Duport Lubricare beschikt over ruim dertig jaar kennis en ervaring in biologisch afbreekbare smeermiddelen.

De Motorex Excosynt Hees-lijn is goedgekeurd door toonaangevende fabrikanten en wereldwijd geaccepteerd worden via ecolabels.

Deze olie heeft in hydraulische systemen drie tot vijf keer langere standtijd. Bij een lekkage zijn de smeermiddelen binnen 28 dagen voor negentig procent afgebroken. “Met het gebruik van biodegradable olie en smeervetten kan een loonwerker zich echt onderscheiden.”

VAN WERVEN KIEST OPNIEUW VOOR HEMOS

Anderhalf keer sneller stobben frezen

Het wegfrezen van stobben kan Van Werven nu anderhalf keer zo snel. De firma uit Oldebroek verving recent na zestien seizoenen haar Hemos-stobbenfrees voor een nieuwe model van de machinebouwer. “Voor ons zit de winst echt in capaciteit.”

Tekst: Martin de Vries • Beeld: Jorden Koutstaal en Hemos Machinebouw

Volgens Danny Spronk van Van Werven draaien de beitels van de nieuwe Hemosstobbenfrees anderhalf keer zo snel in vergelijking met het oude model, dat zestien seizoenen dienst deed bij het bedrijf uit Oldebroek. Voor de afdeling bosbouw een mooie winst in tijd. “We verrichten knipen zaagwerk. Deze stobbenfrees wordt ingezet vooral als de ruimte beperkt is. Denk bijvoorbeeld aan gemeenten, die bomen wegsnoeien maar niet de grond in gaan omdat de wortels bij kabels zitten. Wij frezen de stobben tot onder het maaiveld weg. Het overige rot vanzelf weg”, legt Spronk het principe van stobbenfrezen uit.

De Hemos-stobbenfrees van Van Werven heeft een draaikop op de frees. Dit zorgt voor meer flexibiliteit door de freesrichting te veranderen. De frees is voorzien van een hydraulisch beweegbare beschermkap, wat veel minder wegspattend freesmateriaal geeft. De pomp is geschikt voor de vijfhonderd pk Fendt-trekker die op het bedrijf draait. Zo kan er worden gefreesd op maximale capaciteit. “Maar we hebben ‘m ook achter onze Fendt van 360 pk, het

Hemostrac: Werkvoertuig met draaibare giek en Hemos-stobbenfrees

De eerste zelfrijdende Hemostrac freest stobben in Duitsland tot onder het maaiveld af. Vorig jaar kondigde machinebouwer Hemos uit Meppel de introductie van de zelfrijder met een maaizuigcombinatie al aan. Inmiddels draait de eerste Hemostrac bij Baumdienst Enbergs GmbH in Bottrop-Kirchhellen. Volgens Pascal Mosterman van Hemos Machinebouw is ook de tweede zelfrijder bijna klaar voor aflevering in Duitsland.

Door de positie van de DAF Paccar MX11 330 (Euro VI) Stage IV-motor aan de achterzijde en de draaikolom van de giek die voor de cabine is geplaatst, heeft de Hemostrac een optimale gewichtsverdeling. Door de wielbasis van slechts 3,8 meter in combinatie met de vierwielsturing is de zelfrijder zeer wendbaar, de draaicirkel buitenwerks is nog geen tien meter. Verder valt ook de compacte bouw op. De breedte is namelijk 2,54 meter, terwijl de totale lengte zonder uitstekende delen of werktuigen op 7,48 meter zit. Door de 1,6 meter zijverstelling van de hydraulische giek kan perfect dicht op- of half in de berm worden gewerkt, waardoor het verkeer veel minder wordt gehinderd. Een drietraps vario-versnellingsbak zorgt voor een soepele rijaandrijving.

is maar net hoe we het met de planning invullen.” De bredere beitels zorgen ook voor meer capaciteit en een lager brandstofverbruik.

De stobbenfrees kan ook de giek van een graafmachine worden gekoppeld. “Het is mogelijk, maar dan zit je wel met het vermogen. Hydraulisch gezien is een kraan moeilijker. Met de aftakaandrijving van een trekker kun je het maximale uit de machine hallen.”

Het chassis met de eenvoudige kokerconstructie is zeer sterk en geschikt om de krachten op te vangen van het werken met de lange giek overdwars. De 450 pk zelfrijder heeft een cabine die negentig graden hydraulisch draaibaar naar rechts kan. Met rondom glas is het zicht optimaal. De Hemostrac is voorzien van een tweedelige hydraulische giek met een lengte van 6,75 meter, gemeten van het hart van de draaikolom tot aan de pen van de laatste giek. Uiteraard is aan de giek een Hemos-stobbenfrees gekoppeld.

Machinaal maar toch met fluwelen handschoentjes

Het machinaal oogsten van kool voor de bewaring is delicaat werk. Tot dusver zit er veel handwerk in, dat terwijl arbeidskrachten steeds lastiger te vinden zijn. Met de nieuwe kooloogstmachine MC-1020DF biedt GRIMME ASA-LIFT een oplossing voor de mechanische oogst van bewaarkool. “Dit bewijst dat mechanisch oogsten van een gevoelig product als kool kan.”

De zeer dicht bij de grond geplaatste opname-unit en de productvriendelijke transportband van het nieuwste model kooloogstmachine zorgt er voor dat de geoogste kool met een zeer kleine valhoogte de kist bereikt. Door de zeer geringe mechanische belastingen kunnen bewaarperiodes tot zes maanden gerealiseerd worden. En dat is ook een nadrukkelijke wens vanuit de Nederlandse markt. “We merken bovendien dat er groei zit in vollegrondsgroenten. Kool is een gezond product en de prijzen zijn bovendien goed”, vertelt Jan Bouma, vertegenwoordiger van GRIMME.

De oorsprong van oogstmachines specifiek voor de bewaarkool ligt in Noord-Holland. Loonbedrijf Hopmans uit Wieringerwerf gaf R. Hoekenga Mechanisatie uit Slootdorp twintig jaar geleden de opdracht om een kolenoogster te ontwikkelen. Een vrij specifiek opdracht, waarbij met name de wijze van snijden voor de bewaring een cruciaal onderdeel is.

Loonbedrijf Gebr. Nannes uit het Noord-Hollandse Warmenhuizen heeft met de nieuwe MC-1020DF van GRIMME ASA-LIFT een kolenoogstmachine waarmee hij zich als loonwerker kan onderscheiden in de groenteteelt. Arbeidskrapte is een groeiend probleem, vooral in de oogstperiode. Omdat bewaarkool een teer product is, bestaat er scepsis over een machinale oplossing. Volgens mede-eigenaar Jan Kees Nannes van het loonbedrijf bewijst de kolenoogster in korte tijd al het tegendeel.

“Twee tot drie jaar geleden begon het personeelsgebrek al op te spelen. Wij wilden daar als loonbedrijf, gespecialiseerd in de groenteteelt, op inspelen door de aanschaf van automatische plantmachine”, blikt Jan Kees Nannes terug. Navraag bij klanten leerde echter dat die meer behoefte hadden aan een oplossing tijdens oogsttijd. “Met planten lukt het nog wel om personeel te vinden, tijdens het oogsten is dat veel lastiger.”

Via R. Hoekenga Mechanisatie uit Slootdorp kwam het Noord-Hollandse loonbedrijf uit bij GRIMME ASA-LIFT. “Eén van onze klanten had een dergelijke machine gedragen in de hef. Dat wilde ik niet, omdat kool een heel teer gewas is (lees ook het kader ‘Machinaal maar toch met fluwelen handschoentjes’, red.). Met het doel om de oogst te mechaniseren met nul beschadiging hebben we de stap naar bewaarkool gemaakt. Dankzij de veelzijdigheid van de machine kunnen we nu ook zuurkool, vroege kool, herfstkool en zelfs platte zoete kool oogsten.”

Het resultaat is behoorlijk. “Het mechanisch snijden gebeurt zonder beschadiging.” Volgens Nannes moeten klanten over het algemeen wel worden overtuigd. “Het snijden gebeurt doorgaans met de hand. Per dag worden er dan dertig tot veertig kisten van het land gehaald. De kolen worden behandeld al ware het eieren. Met de nieuwe kolenoogster zitten wij nu op honderd kisten per dag. Het idee is dat groei van capaciteit ook betekent dat het een harde bewerking is. Dat blijkt niet het geval. Sterker nog, kool zit over het algemeen zo plat op de grond, dat je er handmatig met een mes niet onder komt. Dat kunnen wij nu wel, zonder een enkele beschadiging aan het gewas.”

De capaciteit in relatie tot de winst in arbeid, je hebt gezien de capaciteit maar vier werknemers nodig om te stapelen, is het grootste voordeel. “De machine kwam eind september. De vroege kool was al weg, maar toch kwam er nog een klant waar ik niet op had gerekend. We hebben zes tot zeven hectare afgesneden. En dat ging vrij goed.

Voor ons is het nog wel zoeken naar hoe de logistiek rondom de machinale kolenoogst moet worden geregeld. Welke wagen, met welke maten past hier het best bij. Daar zijn we inmiddels wel over uit en gaan we op investeren. Het enige wat we nu van de klant vragen is een trekker met chauffeur, die naast de oogster rijdt. Op deze wijze kunnen wij tachtig tot honderd kisten per dag op het pad afleveren. Personeel blijft nog wel een item, dus die automatische planter, die gaat er ook nog wel komen.”

“We hebben daarvoor als basis een Oost-Duitse machine genomen en uiteindelijk hier in de omgeving ook drie verkocht”, weet eigenaar René Hoekenga van Hoekenga nog te vertellen.

ASA-LIFT, inmiddels overgenomen door GRIMME, nam vervolgens de patenten over en daarmee werd een smidse machine een hoogwaardige oogstmachine. “Omdat we hier in het grootste koolgebied van Nederland zitten, is dit nog wel een belangrijk afzetgebied. Dus leveren we ook kooloogsters af.”

Aan de cruciale mechanische snijtechniek is nog weinig veranderd. “Belangrijk is dat als je kool snijdt, je de waslaag intact houdt. Met de duim kun je die laag er al afhalen.” Na de snij-unit gaat de kool langs de reinigingsrollen. Op de sorteertafel worden losse bladeren weggehaald. De kool wordt vanaf de band in de kist gelegd. “Overpakken van de gesneden kool en voorzichtig in een kist leggen. Met een snelheid van 2 tot 2,3 kilometer per uur gaat dit eigenlijk megahard.”

Volgens Jan Bouma is de logistieke weg na de snijunit door ASA-LIFT gestandaardiseerd. “Er zijn als het ware vier modellen kolenoogsters: gedragen en getrokken en voor industrie en bewaring. We zijn overigens nog niet uitontwikkeld. Eigenlijk geldt: zoveel kooltelers zoveel wensen en ideeën. De één werkt met sluitkool, de andere spitskool. De fabriek van ASA-LIFT in Denemarken is groot geworden door een stuk maatwerk te leveren. Sinds begin dit jaar zijn er, door de overname van GRIMME, Duitse mensen bij ASA-LIFT in de directie gekomen. Daarmee is het proces om voor een standaardproductrange in werking getreden. De wortelrooiers van ASA-LIFT zijn nu redelijk gestandaardiseerd. De kooloogster en preirooier zijn voor de Nederlandse markt interessant. Die technieken gaan wat verder vernauwen.”

Loonbedrijf Gebr. Nannes uit Warmenhuizen heeft één van de eerste MC1010XL-kooloogster in Nederland draaien. Wens was om minimaal zestig centimeter op rij te kunnen. Toch hebben ze ook klanten die kool op rijen van 75 centimeter en zelfs tuinders die op 50 centimeter telen. “Een tweerijige machine gaat niet, een éénrijige variant is een middenweg. Nu kan Nannes op gps planten, op gps oogsten en een behoorlijke capaciteit halen.” Met een groot mes wordt de kool machinaal afgesneden. Met als resultaat een glad snijvlak. “Alsof het met de hand gesneden is”, vertelt René Hoekenga.

This article is from: