Pook jaargang 1 - editie 2

Page 1

POOK

JAARGANG 1 EDITIE 2

35JAAR

OEMTAT A

PORNO * DAAN * RONY ROMAIN

UPTEMPO BLUESMACHINES

DICK SCHELPE * 35 JAAR OEMTA DE LEGENDE VAN DE ZEEHOND

CHINEZEN IN CONGO

GESCHIEDENIS VAN DEN OEMTATA


Wanneer de gelegenheid voorbij komt gefietst, poken we graag even gemeen tussen de spaken. De pijnlijke val zal zich vastketenen in uw memorie. U kan zich de eerste septemberdagen verwachten aan een volgende uitschuiver. redactie: sven de scheemaeker, tim van laere, evelyn de craene, michiel vergauwe pook dankt lieselot mechelinck, paul vergauwe, joke willems, die zukunft, dieter de craene, charlotte coene, dick schelpe, uptempo bluesmachines, wouter steyaert, poemtata poĂŤziemanifestaties, cirque constance, bram desaedeleir, katelijne de vuyst, bralt hannicart & pieter rosseel.

POOK JAARGANG 1 EDITIE 2


editoriaal ertveldse exoten * michiel fietste rond shikoku, japan actua * chaos en discipline in japan geschiedenis van den oemtata * links van ‘t cafĂŠ onbekend is onbemind * de diepzeehengelvis de cultuuremmer * 1976 rony romain de naakte kok het concert * daan de strip reportage * beeldend kunstenaar dick schelpe het pornoverhaal * konijn met pruimen history in the making * chinezen in congo maatschappij poĂŤzie wereldbeeld actua * de revolutie is als de liefde, ze maakt iedereen mooier erfgoed revisited * de legende van de ertveldse zeehond de grote pookpostkaartwedstrijd het vervolgverhaal * de pekineesjes van de katte fair trade product in de kijker * oxfam bio lemonade de foto de collage de geest van de punk de schets als de artiest de passie preekt * uptempo bluesmachines het prikbord rock earthfield * vooruitblik oemtata 35 jaar kalender

2 3 4 5 7 8 10 11 12 14 17 18 19 21 22 24 26 27 28 30 31 34 36 37 38 44 45 46


editoriaal Zou het een Orwelliaans niemandsland kunnen zijn waarin we ons bevinden? Een met oogkleppen beveiligde burcht te midden van oeverloze sloppenwijken? Kan het zijn dat we grillig en grimmig kiekenvel verwarren met orgastische extase? Dat we niet meer in staat zijn verder te kijken dan onze geëpileerde wenkbrauw lang is? ’t Is godgeklaagd. De wereld staat op zijn kop en de Vlaming blijft mak supporteren voor diens eigen clowneske leeuw in de communautaire kooi. Van Afrika tot in Zuid-Amerika verwijt men ons hypocriete navelstaarderij en zelden konden we kritiek met zo weinig argumenten weerleggen. Is ’t geen waar dan? Jan met de vlag schreeuwt moord en brand als een landgenoot beroep doet op het solidariteitsprincipe en steekt vervolgens zijn argeloze toot in de klei als de financiële mastodonten exuberante bonussen uitdelen aan hun managers, die eigenhandig de wereldwijde crisis veroorzaakten. Hij juicht de gedwongen terugkeer van Marokkaanse gevangenen toe naar hun land van oorsprong – waar ‘t cachot allerminst uitblinkt in menswaardigheid, maar gaapt ondertussen wél verontwaardigd naar het dictatoriale lot van de kleine man in de mediagenieke Midden-Oostenrevolutie. En Obama, die wordt plots internationaal opgevreeën omdat hij na tien jaar paniekvoetbal eindelijk gelijkgespeeld heeft met Osama. Geen geschiedenisboek dat er ooit zal aan herinneren dat de scheidsrechter al lang gaan douchen was, maar hé, wie maalt er om twee maten en twee gewichten als onze omvangrijke Vlaamsche Leider in de baskuul ligt? ’t Is uiteraard niet allemaal ellende en miserie en gejank wat de klok slaat. Rock Earthfield nadert met zevenmijlslaarzen en ook tijdens de resterende zomerweekends is er geen enkel excuus om uw favoriete kroeg niet op tijd en stond te frequenteren. Vzw Oemtata bestaat 35 jaar en zoals voor ingewijden genoegzaam bekend is, was die existentie niet altijd een evidentie. Al 35 jaar weert den Oemta zich klein maar dapper tegen de stortvloed aan appartementsblokken, regelneven en de roep van het luie gat. De Oemtabird wordt aldus voor de gelegenheid verheven tot party animal van het jaar en trakteert u vijf feestweekends lang op Spartapils, muziek en allerlei uit de kant. Op dezelfde cadans trekt Pook onverstoord verder aan de tegendraadse narrenkar richting rechtvaardig, solidair en complexloos. Tegelijkertijd wordt het weifelende ‘one-hit wonder’- juk de pezige schouders afgesmeten. Twee birds in één klap! Dames en heren, zie hier de moeilijke bevestigende tweede. Wilt u in de nabije of verre toekomst uw bloed, zweet en inkt vermengen met dat van de Pookredactie, dan kan dat heel eenvoudig door uw (ir)relevante bijdrage te mailen naar oemtata@gmail.com of uw beste prijsduif te laten vliegen op Pastorijstraat 40, 9940 Ertvelde. Al 35 jaar hetzelfde adres!

Drinkebroer en zusterlief, pook en vermenigvuldig u! (edc)

< Luc Van Hyfte

4 | POOK


ertveldse exoten

In deze rubriek berichten trouwe Oemtagangers over hun wedervaren in den vreemde. Michiel ging dit voorjaar fietsen in Shikoku, Japan. Hier rijdt men op z’n Brits, links. Fietsers worden geacht dat ook te doen, al wordt dat door velen met een korrel zout genomen en is het voetpad zowat gelijk aan het fietspad. Bij momenten is dat slalommen geblazen. Gelukkig staan plaatsnamen ook in het Engels op de wegwijzers, alsook de meeste toeristische trekpleisters. Soms gaan de fietspaden over in lange idyllische, edoch mooi geasfalteerde wegeltjes, weg van de autobaan, op dijken langs de kust en door de achtertuinen van vissersdorpjes. Daar zie je ook het echte Japan; kleren die hangen te drogen boven een berg verroestte afgedankte fietsen, naast een oude vissersboot die de moestuin in tweëen deelt en een half begraven traktormotor. Wind en zon zijn hier dagelijkse kost. Ik draag daarvan de logische gevolgen; een halfrode kop en veel te droge gespleten lippen. Toen een Jap een portret van mij wou trekken en me verplichtte tot een homofiele knipoog en een gigantische glimlach, gutste het bloed in die mate uit mijn bovenlip dat ik de zeearenden mijn sushi moest toewerpen om de rest van mijn vel te redden. Shikoku is een prachtig eiland. Toen ik een natuurreservaatbordje opmerkte en daarvoor even een detour maakte, viel me toch op hoeveel afval tussen de machtige bomen en aan de oevers van de rivieren is terug te vinden. Waar Japan zo clean is in de straten van de grootsteden, zo vuil kan een afgelegen stuk natuur in een afgelegen gebied erbij liggen. Ondertussen heb ik al tientallen verroestte kustdorpjes doorkruist, waar afval gewoon naast, achter, op, in, en waarschijnlijk ook onder de huizen ligt opgehoopt. Wat niet meer wordt gebruikt, gooit men hier vlotjes over de schouder. Ook kilometers Gentse zeehaven, maar nog net iets smeriger, zijn hier niet zeldzaam. Ik kan natuurlijk alleen spreken voor de paar honderd kilometer Shikoku die ik achter de tandwielen heb, maar afvalbeleid en natuurbehoud mogen misschien iets hoger op de agenda. De toeristen worden wel herhaaldelijk aangemaand hun afval niet achter te laten en Japan netjes te houden. Daar kan ik best begrip voor opbrengen, zij het niet dat je hier sneller een hermafrodiet treft in een onsen (badhuis, nvdr), dan een vuilbak langs de weg. True story. Desalniettemin, Japan is gezegend met berg, woud, rivier en meer. Misschien is dergelijk thema eerder een issue bij ons dan hier. Groen! scoort hier duidelijk al even slecht als bij ons. Al zou dat na de gebeurtenissen rond Fukushima wel eens kunnen veranderen. In Japan vind je op de gekste plaatsen drankautomaten. Daarin ook vaak 48 soorten gekoelde koffie in blik. Natuurlijk is die alomtegenwoordigheid een zegen voor de dorstige fietsende Belgi-jin, maar het levert soms bizarre beelden op. Imagine een reeks rode en blauwe Coca Cola en Pepsi-automaten op rij langs de weg temidden kilometers groene bergen. Het contrast is treffend. Ik las ooit dat Japan een land is van tegenstellingen. Het lijkt me geen verzinsel. Technologie, natuur en cultuur worden hier allemaal op een hoopje gegooid. In de hoop wordt eens goed gepookt, waarna de stukjes netjes naast elkaar worden rechtgezet.

Toen ik ’s morgens vroeg wilde aanzetten richting Shimanto, werd me na 100 meter de weg versperd door een aantal politiemannen. Wagens mochten door, fietsers en voetgangers zouden een tijd geduld moeten oefenen. Een tsunami had Japan getroffen en het waterniveau zou danig stijgen dat het voor niet-vierwieligen te riskant passeren zou zijn langs de kuststrook. In een koffiehuisje enkele kilometer terug werd alles me al iets duidelijker. Op de televisie werd non-stop verslag uitgebracht over de getroffen gebieden. Bovendien maakte de koffiedame me duidelijk dat deze fietser nog wel eens lang zou kunnen wachten op groen licht. Het lot stortte dan maar een emmertje Japanse vriendelijkheid uit over de in Sada gestrandde Belg. De koffiedame belde haar man op, die mijn gehele huishouden de auto inzwierde en me een dertig kilometer verder in Shimanto dropte. Geniaal, geen meter getrapt en reeds voor de middag op schema. In Shimanto was een traditioneel bloemenvestival aan de gang aan de oevers van de Shimanto rivier. Ik kon er zonder problemen op dertig meter van het festival de tent openwerpen. Op het festival leerde ik Yuta kennen, een vijventwintigjarige kayakinstructeur, die ooit een jaar in Canada studeerde. Eindelijk nog eens gesprekken met volzinnen! Yuta maakte me duidelijk dat er ondertussen al een aantal duizend slachtoffers van de tsunami waren geteld. Voordien was het me nog niet gedaagd dat dit een uitzonderlijke gebeurtenis was. Ik dacht simpelweg dat een tsunami in de vorm van een verhoogd zeeniveau wel eens meer voorkwam in deze uithoek van de aardbol. Ondertussen weten we dat er vele duizenden omgekomen of vermist zijn. Eenzame beelden van verwoesting vulden wereldwijd een tijdlang elk medium. Twee dagen voor de aardbeving en tsunami stuurde ik volgende mail naar getrouwen: ‘Pook reporter pro-actief ter plaatse’. Daarbij voegde ik een foto van een bord dat ik voorbijfietste (zie boven). Het bord gaf aan dat de volgende tiental kilometers binnen potentieel overstromingsgebied lagen in geval van een tsunami. Ik, Nostradamus, voorspeller van de apocalyps, grijnzende engel des doods. Een rare gedachte, en misschien een debiele. Maar geef toe, het is een bizar toeval. Het noodlot smalend uitdagen, dat doe je niet. (mv)

POOK |

5


actua chaos en discipline in japan Verschillende mensen die ik sprak na mijn thuiskomst toonden zich verwonderd over de discipline van de Japanners, en over het uitblijven van totale chaos en paniek tijdens en na de aardbeving en tsunami. De Japanners waren zich initieel ook niet bewust van de ernst van de gebeurtenissen. Japan ligt op een kruising van drie tectonische platen (de Euraziatische, de Filippijnse en de Pacifische plaat) en bevingen zijn er dan ook niet zeldzaam. Heel Japan weet wat doen in geval van een aardbeving. Het hoofd koel houden, het liefst onder een deuropening, is daarbij regel één. Toch zit discipline hen ook in het bloed. Net zoals bij ons heeft religie de waardenpiramide gebouwd. Maar met een onduidelijke grens tussen Shinto en Boeddhisme is religie hier vooral een persoonlijke beleving. Een beter systeem dan dat van het Christendom me dunkt, alwaar de Kerk als medium optreedt, en de mensen angst voor het hellevuur instampt.

Het leven hier is gebaseerd op een schaamtecultuur, waarbij de mensen zich proactief bedenken waarvoor zij zich zouden te schande maken. De schandelijke daad zullen zij dan simpelweg proberen niet te stellen. Het westerse bewustzijn is gebaseerd op een een schuldcultuur (dank o dank Kerk ik zal nooit meer masturberen!), waar wij eerst een daad stellen, ons er daarna schuldig over voelen en daarna met de spijt en schuld proberen omgaan. Nature én zeker ook nurture. De cultuur van de schaamte is een uitloper van een religieuze geschiedenis, een smeltpot van Shinto, Boeddhisme, Confucianisme, Taoïsme. Het hangt samen met een ingebouwd ondergeschiktzijn van het individu aan de groep. Harmonie is een Shintoïstisch begrip. Alles wat de harmonie bestendigt is goed, alles wat ze afbreekt is slecht. Elkeen zet zich in voor de familie en wijder, het dorp of de organisatie. De ondergeschiktheid van het individu aan het gemeenschappelijke belang was ook eeuwenlang van praktisch nut. De volledige dorpsgemeenschap spande zich immers tesaam in om een goede oogst te verzekeren. Samenwerking in functie van de gemeenschap, religie, voorouderverering en traditie zijn versmolten tot een collectieve geest die natuur, harmonie en respect hoog op de waardenladder plaatst. Een goed voorbeeld van een dergelijk collectieve

6 | POOK

geest is de Shinkansen, de Hogesnelheidstrein die hier door het land ‘zweeft’ op het magnetisch principe. Het openbaar vervoer is hier uitzonderlijk stipt, op de seconde bijna. Als de trein enigsinds te laat komt, zal al het personeel van Japan Rail zich aan eenieder uitgebreid verontschuldigen voor de vertraging, ook al treffen zij geen individuele schuld. Schaamte voor een fout deint automatisch uit naar schaamte voor de gehele organisatie. Daarom zal eenieder zich danig inzetten om geen fouten te maken, om zo de reputatie van en de harmonie binnen de organisatie niet te beschadigen. De onmiddellijk voelbare gevolgen daarvan zijn; uitermate behulpzame mensen, stipte treinen, discipline,

lekker en gezond eten en geweldig propere openbare plaatsen. Waar wij eerst ons eigen vel zouden redden, zal de Japanner zich inzetten voor de hele gemeenschap. Paniek is een slechte raadgever, ingetogenheid een goede. Laten we niet blind zijn voor de gevolgen van ons bestaan op deze aardkloot. De overdreven vraatzucht naar luxe en macht heeft onze planeet doen walgen. Het wordt pijnlijk duidelijk dat de elementen zich niet zomaar laten temmen. De verantwoordelijkheid ligt bij ons allen. Het besef komt misschien te laat. (mv)


geschiedenis van den oemtata Den Oemtata bestaat in 2011 35 jaar. Elke editie van de Pook kijken we nog eens achterom. De oneindige mogelijkheden die de VZW biedt aan vrijbuiters van alle aard, zijn gevolg van de inspanningen van vele peetvaders –en moeders. Pook pookt eens in de aarde waaraan hij is ontsproten. Voor deze tweede Geschiedenis van den Oemtata martelden we Johan Janssens, op zoek naar het verhaal achter de Wereldwinkel, een gemene thriller over klakken, linkse ratten en de aanval op de onverschilligheid.

hoofdstuk 2: links van ‘t café

Al 9 jaar bestaat een stedenband tussen Evergem en Guaranda in Ecuador. Johan bezocht daar ooit een confituurfabriekje, waarvan hij de confituur introduceerde bij Oxfam, die groen licht gaf voor de verdeling ervan. Sinds oktober 2010 kan u in elke Oxfam Wereldwinkel braambessenof guave/passievruchtconfituur uit Guaranda bekomen.

Sinds het prille begin van VZW Oemtata was de Wereldwinkel present. In fact, de wereldwinkel was er reeds vóór de VZW (° augustus ’76). Al in januari van dat jaar trokken Johan Janssens en de zijnen in in het voormalige bakkerswinkeltje in de Pastorijstraat, om er Ertvelde te voorzien van fair trade koffie, rijst, thee, wijn en suiker uit het Zuiden. Sinds 1972 waren de Ertveldse wereldwinkelpioniers al actief in een werkgroep ’3e Wereld’, waarin jong en versleten links geïnspireerden discussieerden rond de Noord-Zuidproblematiek. Om de Ertveldse burger ‘een geweten te schoppen’, zetten zij ook ludieke acties op touw. Zo speelden zij sensibiliserend toneel op de verjaardag van de moord op Allende, socialistisch president van Chili en communistische rat, die door de Amerikanen de eeuwigheid werd ingeknikkerd en vervangen door de immer sympathieke Augusto Pinochet. Pinochet voer vervolgens de meest liberale koers van Latijns-Amerika en realiseerde onderwijl enkele van de plezantere humanitaire kermissen die zeker een vermelding in de geschiedschrijving waard zijn. Toen Johan Van de Fonteyne in 1975 het Oemta-ei had gelegd, bood hij de werkgroepleden het oude bakkerswinkeltje aan om er een Wereldwinkel te vestigen. Op 1 januari 1976, zeven maanden vóór het Oemta-ei feitelijk werd uitgebroed, opende de Wereldwinkel voor het eerst de deur. Destijds lagen de rekken gevuld met basisproducten zoals koffie, suiker, rijst. Verwerkte producten vervoegden pas later het Oxfamaanbod. Na de oprichting van de VZW nam de Wereldwinkel plaats onder de vleugels van de Bird, naast haar broeders en zusters, het jeugdatelier, het café en de jongerengroep. Wereldwinkelpioniers die we graag in de Oemta-analen kerven zijn Guy Verhelst, Eddy Willems, Frank Chinitor (thans nog financieel verantwoordelijke), Patrick Vernaeve, Christine Genbrugge en Johan Janssens. We vergeten onbekende fair trade soldaten. De Wereldwinkel, het café, het atelier, de jongerengroep, het was één vochtige pot nat. De Wereldwinkel vulde ook de Oemtatapublicatie ‘Eén Wereld’ om de onwetende te bestuiven met ontluisterende informatie over de kloof tussen noord en zuid, vrede en milieu. Sinds jaar en dag doen wereldwinkeliers ook mee met de acties van 11.11.11. Het was een gouden tijd voor idealisme. Achter elke baard, sandaal, bloemenjurk of plastron school een vrijwilliger. Met veel plezier vermelden we ook het jarenlange steunpilaarschap van Gerard Van Hyfte en Susanne Scheir. Toen in 1984 de marktkramers voor het eerst de keel openzetten in Ertvelde, was de Wereldwinkel er meteen bij. Johan Janssens en Frank Chinitor zetten nog elke woensdagochtend moedig het Wereldwinkelkraam op tussen het consumerende en reclamerende ochtendvolk. 15 jaar na de verkoop van het eerste pak fair trade koffie, werd op instructie van Oxfam de Wereldwinkel afgesplitst van VZW Oemtata. De Wereldwinkel zou sindsdien door het leven gaan als Oxfam Wereldwinkel. Johan Janssens leidde die nog tot eind 2000, en werd opgevolgd door Els De Vos. Sinds 2002 leveren de Oxfam Wereldwinkels van Ertvelde, Evergem en Sleidinge elk een specifiek product aan de gemeentediensten. De Wereldwinkel van Ertvelde levert al sinds 1983 alle koffie aan de gemeente, met dank aan toenmalig schepen Lidwina De Bock. POOK: ‘Met de financiële crisis, een steeds sluimerende onverschilligheid, en een nieuwe machtswissel kampt onze wereldwinkel met een tanende verkoop. Heeft u nog goede raad voor de nieuwe generatie wereldwinkeliers?’ JANSSENS: ‘We moeten de mensen opnieuw sensibiliseren voor de Noord-Zuidproblematiek. We moeten ze opnieuw warm maken, en dat kan door o.a. opendeurdagen en gerichte acties. Ik plaats mijn vertrouwen alvast in de nieuwe vrijwilligers en hoop dat ze de wagon opnieuw op de rails krijgen.’ Pook blijft niet onbewogen en tsjoekt graag mee met de fair trade wagon. Fair trade product in de kijker is deze editie biolemonade. Je leest er alles over op pagina 30. Johan, tot op de markt! (mv)

POOK |

7


RESERVEER JOUW PLEKJE IN DE HEMEL KOOP BIJ ONS JE HEMELTICKET NIET TEVREDEN? GELD TERUG! AANTAL PLAATSEN IS BEPERKT RESERVEER JOUW PLEKJE VANDAAG NOG! €18

Waarom wachten op de dag des oordeels? Het is nu mogelijk te genieten van een geweldig leven doorspekt van zonde, apathie en hedonisme, met je hemelticket reeds op zak! Jawel, op dit moment is er meer dan genoeg ruimte in de Hemel voor u en uw geliefden. Maar wat velen niet beseffen is dat de vacante plaatsen snel worden ingevuld. Met een steeds groeiende wereldbevolking stijgt ook steeds het aantal sterfgevallen. Als u nu niets onderneemt, kan uw kans verkeken zijn. Eeuwige foltering is niet bepaald een gezellig alternatief, nietwaar? Daarom zijn er nu Hemeltickets!

Grijp de kans van je leven en verzeker jezelf van een stukje Hemel! Na je laatste miserabele dagen op aarde word je dan nog eens verplicht een eindeloze trap richting hemel op te gaan. Het schiet in je knie en in je rug en al dat vloeken dat daarop volgt, word je aan de Hemelpoort nog eens aangerekend. Daar kan je van op aan! Eens boven gekomen, sta je als laatste in een ellenlange rij aan te schuiven door marmeren poortjes. Weken gaan voorbij. Wanneer je dan eindelijk de Hemelpoort bereikt weet Sint Pieter jou doodleuk te melden dat er geen plaats meer is! Had je bij ons je plekje gereserveerd, dan hadden we je als VIP tot helemaal vooraan de rij geloodst, en dan stond je nu niet te druilen met een vervelend vooruitzicht op eeuwigdurende pijn, hellevuur en angst. Wij zijn de enige officiële verdeler van Hemeltickets. Wij werden rechtstreeks gemachtigd door het Committee van de Heilige Heiligaards, het enige beleidsorgaan in de Hemel, om de rijken der aarde een zorgeloze toegang tot de Hemel aan te bieden. Weg met die onzekerheid! Jij gaat omhoog, en niet omlaag! Onze Hemeltickets gaan altijd gepaard met een 100% Geld-Terug-Garantie! Als je door onvoorziene omstandigheden toch wordt geplaagd door kwelduivels in de vuurgrotten des hels, zullen wij je investering terugstorten. Maar maak je geen zorgen.

8 | POOK

De statistieken spreken in ons voordeel: minder dan 0,000001% van onze reizigers had problemen om de Hemel binnen te geraken! Reserveer dus met een gerust hart je eigen Hemelplekje!

Je wil graag door die Hemelpoort? Onze reiskit bevat alle benodigdheden om iemand de Hemel in te loodsen: Een officieel Hemelreservatiecertificaat dat ook is geregistreerd in Het Boek des Lichts Een eerste klas Hemelticket. Waarom al die trappen doen, als je evengoed naar boven kan vliegen? Een officiële Hemelidentiteitskaart die je vrije rondgang garandeert zonder het de hele tijd te moeten gaan uitleggen aan de Hemelwacht. De Heaven 101, een informatieve Hemelgids. Vermijd een cultuurshock. Leer over de gewoonten en de do’s en don’t’s.

JOUW VIP HEM

nu voor slechts

ELREISKIT

€18

Voor groepen van meer dan 10 personen bieden we groepskorting van 15% aan!

alle info: www.ikwilnietnaardehel.be judaswaseentettenman@hotmail.com


onbekend is onbemind de diepzeehengelvis

Wel negentig dikke procenten van alle leven op aard bevindt zich onder de waterspiegel! Gewapend met snorkel, waterpistool en onderwaterwegwerpcamera dook ik een volle kilometer richting middelpunt aarde. Gelukkig stonden er wegwijzers want mijn pa had mijn gps geleend. Toen ik er mijn boterham met kaas en choco opsmulde, trappelde ik opeens oog in oog met de Joëlle Milquet van de diepzee. Ik trok mijn Speedo enigsinds uit mijn groeve en vroeg haar wat voor iets ze in hemelsnaam mocht wezen. Ze scharrelde enige tijd in haar sjakosh en gaf me een met zilveren boordjes gelamineerd businesskaartje: Geneviève, diepzeehengelvis. De anglerfish of diepzeehengelvis is familie van de zeeduivel. De eerste diepzeehengelviskens werden al tussen 130 en 100 miljoen jaar geleden, ergens midden ’t Krijt, in de Hubo gespot. Sommige anglerfish leven in open wateren, anderen manifesteren zich als bodemdweilers. Dienstencheques worden sindskort ook gelamineerd. De diepzeehengelvis heeft haar naam te danken aan haar specifieke manier van jagen. Deze vis vist. Een stuk vergroeide rugvin bengelt als een soort hengel voor een schrikwekkende muil. Op het wiebelende uiteinde bevindt zich een flosh vlezige slierten, dat dienst doet als lokaas voor de hongerige diepzeetoerist. Sommige anglerfish hebben een lichtgevende flosh op de hengel, door een symbiose met bacteriën. De ongelukkige die het waagt de hengel te dicht te onderzoeken, zal zijn me-

moires niet schrijven. Een vliegensvlugge hap maakt een eind aan het jofele bestaan van de niets vermoedende (ex-)auteur in spe. Elastische beenderen en maag maken dat anglerfish prooien van twee keer het eigen volume kunnen verorberen. Bovendien hebben de vinnen van bodemdweilende anglerfish veel weg van voetjes, zodat ze de bodem kunnen afhinkelen, alwaar ze zich over het algemeen tussen het zeewier ophouden. Hun vel gelijkt op zeewier en algen, en daarenboven kan deze kleine zelfstandige zich vlot aanpassen aan de kleur van de omgeving. De diepzeehengelvis heeft onovertroffen ambushskills, vergelijkbaar met de vindingrijkheid van een jonge Macgyver op paddo’s.

Blijkt dat de mannelijke anglerfish een kort leven is beschoren met slechts één doel, het vinden van een vrouwtje en het grof geschut bovenhalen. Bepaalde diepzeehengelvissen hebben een bizarre manier van voortplanten. Omdat deze vissen vaak een eenzaam leven leiden in diepzeëen, en zij hun gsm niet gemakkelijk opgeladen krijgen, zijn dates eerder zeldzaam. Wetenschappers vonden lang geen enkel mannelijk exemplaar. Blijkt dat de mannelijke anglerfish een kort leven is beschoren met slechts één doel, het vinden van een vrouwtje en het grof geschut bovenhalen. Mannetjes hebben een sterk reukvermogen dat hen vanaf jonge leeftijd in staat stelt een vrouwtje

te lokaliseren. De mannetjes zijn vaak organisch onderontwikkeld en klein, wat voedsel vinden en verwerken bemoeilijkt. Daarom moet hij ook bliksemsnel een vrouwtje verleiden vóór Piet Hein hem kielhaalt. Feromonen leiden hem naar een vrouwtje, waarin hij zich lafhartig vastbijt. Zijn mond en haar vel vergroeien. De symbiose gaat tot op het niveau van de bloedsomloop. Mission accomplished, het mannetje mag met een gerust hart de pijp aan Maarten geven. Eerst verliest hij zijn voedselverwerkende organen, dan z’n brein, hart en ogen, tot zijn hele zijn is gereduceerd tot een zakje kloten, die periodiek sperma lossen in de bloedbaan van het vrouwtje. Het vrouwtje kan op die manier op elks mogelijks moment paren met het aangemeerde quasi-lijkje. Er kunnen verschillende mannetjes bij een vrouwtjeslichaam worden ingelijfd. Een vrouw met ballen. Slim gezien van die diepzeehengelvissen. Edoch, in deze erotische thriller ben ik liever geen acteur. In Europa en Noord Amerika is het staartvlees van de Monkfish (een ‘subspecies’ - Google knows) een veelgebruikt ingredient in de keuken. De smaak en textuur ervan worden vergeleken met die van de kreeft. In Azië is deze vis een delicatesse, vooral in Korea en Japan. Naar het schijnt houden veel Anglerfish van het werk van Tom Lanoye, en zijn ze onwijs sterk in midget golfen, Mikado en kantklossen. Na dagen intensieve research blijken vele diepzeehengelvissen fan van ‘de zee’, ’muilen’, en ‘uitslapen’. (mv) POOK |

9


de cultuuremmer * 1976 warren zevon ‘Going to a 7-Eleven in the middle of the night and hearing the clerk whistling one of my songs – that’s my idea of a great cover version.’ 1976 is het jaar van de muzikale intrede van Warren Zevon. Zoon van een beroepsgokker en Russisch immigrant, begenadigd drankorgel, hypochonder pur sang, cultfenomeen, randloper avant la lettre. Bovenal een groot songschrijver met teksten die zich kunnen meten met het beste van Randy Newman, Leonard Cohen en de Godheid genaamd Bob Dylan. Messcherpe miniatuurtjes bevolkt door – wederom - randlopers, figuren uit de onderwereld, verschoppelingen en andere dolende schapen, gedrenkt in zwarte humor, bijtend sarcasme, sadomachochisme en kogelschoten. Hoewel hij eind jaren zeventig commercieel weet door te breken, verliest hij in de jaren tachtig behoorlijk volledig de pedalen; zijn lever zou nadien nooit meer dezelfde zijn. Hitparades waren hem niet meer gegund, hoewel hij in de jaren negentig artistiek weer nagels met koppen slaat. In zijn gekende stijl reageerde hij laconiek op de mededeling dat hij een razend agressieve vorm van longkanker had: ‘I’m ok with it, but it’ll be a drag if I don’t make it till the next James Bond movie comes out.’ Ere hem, luitjes. (sds)

Wie de Brugse Puurte kent, kent De Vieze Gasten. En omgekeerd. Aanvankelijk startte het theatergeschelschap in de Sleepstraat, maar in 1999 streken De Vieze Gasten neer in de Brugse Poort. Het werd het kloppende culturele hart van de buurt en dat is het vandaag nog. 1976 betekende een mijlpaal voor De Vieze Gasten. Het gezelschap werd in dat jaar erkend als vormingtheater! Mong Rosseel stond aan de wieg van De Vieze Gasten, een gezelschap sterk geïnspireerd door de anarchistische en rebelse geest van de studentenopstanden van mei ’68, dat in 1971 werd opgericht. Mong en de Vieze Gasten speelden op alle grote manifestaties voor vrede, voor werk en werkbehoud, voor verdraagzaamheid. Twaalf jaar lang trokken ze met een circustent door Vlaanderen en Nederland, waardoor ze een publiek bereikten dat nooit naar theater ging kijken. Mong zelf aan het woord: “Toen we een jaar bezig waren, presenteerden we een verjaardagsprogramma, waarop Walter De Buck kwam zingen. We maakten een heel programma rond de liedjes die binnen de acties van het buurthuis waren gemaakt en we verkleedden ons met de kleren van het kinderatelier. Dat verjaardagsprogramma was bedoeld als éénmalig optreden onder een gekke naam: ‘the bubbel knubbel corporation of sound waw ende woopie inc audiovisueel circus’. Met Mirza, de enige pianospelende straathond ter wereld, met doorgezaagde maagden, erectiefluiten, een waanzinnig gedoe. Walter vond het niet te doen dat we dat maar één keer zouden brengen, maar ik zei hem dat we geen enkele ambitie hadden om daarmee verder te gaan. Toen heeft hij ons op sleeptouw genomen. Toen ging het razendsnel. Tijdens de Gentse Feesten in ’72 werd het nog erger, stonden we ineens op het groot podium, zo amateuristisch als we waren. Niemand van ons kwam uit de theaterwereld, niemand van ons had enige opleiding. In de theaterwereld zijn we pas echt gerold door de Internationale Nieuwe Scène. Zij zijn op een gegeven moment tegen ons komen vertellen dat we vormingstheater aan het maken waren − we hadden nog nooit van die term gehoord. Ze vertelden ons dat er een decreet was waarin ruimte was voorzien voor vormingstheater, en dat ze zouden proberen ons daar in te krijgen. Dat is een zotte historie geweest, en het lukte. Wij waren in een buurthuis in Mechelen aan het spelen toen ons werd gevraagd om in de pauze dringend te bellen naar een bepaald nummer. Dat was Wim Meeuwissen van De Internationale Nieuwe Scène, en die zei: ‘Jongens, jullie zijn erkend, jullie krijgen een half miljoen subsidie!’ Een half miljoen, wij dachten: ‘Waaw!’ Toen bleek dat we daarmee net drie mensen konden inschrijven, aan 7.000 frank in de maand. Maar goed, we waren vertrokken. Toen we erin rolden, waren we hippies, we hadden allemaal zo’n koppen haar, de mensen zeiden dat wij vuil waren. ’t Is altijd goed om een scheldnaam te gebruiken als eretitel, zo hebben de geuzen het ook gedaan. Wij waren het

10 | POOK

de vieze gasten Circus van Vuile Mong en zijn Vieze Gasten en het kon niet vuil genoeg zijn.” De Vieze Gasten beten zich vast in de actualiteit en bracht aanvankelijk collages van liederen en sketches rond alle mogelijke maatschappelijke thema’s. “Ik denk dat er niet één groep is die zoveel voor benefietvoorstellingen, acties en stakingen gespeeld heeft als wij. Wij waren kind aan huis bij de Boel-scheepswerven, wij stonden er bij Sidmar, wij stonden bij de staking van Glaverbel, de staking van Vieille Montagne. We trokken zelfs naar Wallonië, we speelden in het Frans, we hebben Het Apenkot nog in het Frans gezongen. Weet je, je moet niet wachten tot er een wonder gebeurt, je moet het zelf doen. Die attitude vind je in onze oudste liedjes terug: ‘Het is onze wijk, het is onze buurt, het heeft nu lang genoeg geduurd.’ We deden het samen, niet alleen. We zijn sociale dieren, we moeten ons daar bewust van zijn en samen aan de slag gaan. Dat was eigenlijk het uitgangspunt. En dat is nog een beetje zo, hoor! Vandaag de dag kom je met die boodschap misschien belachelijk over, maar in wezen komt het nog altijd op hetzelfde neer.” Vandaag de dag zetten De Vieze Gasten nog steeds allerlei uiteenlopende sociaal-culturele buurtprojecten op waarbij buurtbewoners en kunstenaars elkaar inspireren, reizen ze Vlaanderen rond met vormend theater waarbij actuele maatschappelijke thema’s zoals globalisering, energieverbruik en armoede worden uitgelegd en bieden ze podiumkansen aan artistiekelingen die hun ei kwijt willen. (jw) www.deviezegasten.org www.toneelstof.be


louis paul boon De zwarte hand of het anarchisme van de negentiende eeuw in het industriestadje Aalst (1976) Wauw, wat een tip! Louis Paul Boon. Waarom niet meteen Vergilius, Shakespeare of Marquez bespreken? Ontzettend originele leessuggestie. Wat een bom. Was deze rubriek niet bedoeld om obscure literaire kleinoden van volstrekt genegeerde maar absoluut briljante cultauteurs op een sokkel te hijsen? Om dan heerlijk nonchalant aan name dropping te kunnen doen tijdens de zoveelste pseudo-intellectuele conversatie met die elitair lispelende poëzie- en literatuurtrut die je in je laatste jaar letteren trachtte binnen te draaien? Nope. U kunt allemaal vrolijk mijn rug op. Louis Paul Boon zal het worden 1. Omdat Boon eenvoudigweg in het rijtje Vergilius, Shakespeare en Marquez thuishoort. 2. Omdat Boon de meest relevante Nederlandstalige auteur van de twintigste eeuw is, groter dan Claus, groter dan Hermans, Reve, Elsschot. 3. Omdat u Boon godverdomme helemaal niet leest. Omdat u godverdomme te lui, te leeg en te vadsig bent om deze kanjer aan de borst te drukken. 4. Omdat de Boon ook in deze roman volgens zijn beproefd recept te werk gaat: bijt je vast in een onderwerp waar niemand een fluit in geïnteresseerd is, doorploeg duizenden bladzijden politie- en krantenarchief en puur er een uniek boek uit dat leest als een trein en je als een teletijdmachine honderd jaar terug in de tijd katapulteert. 5. Omdat in het jaar 1976 ook de Ertveldse anarchisten hun zwarte pollen balden om de Oemta uit de grond te stampen. En geef toe, ook al geloven alleen losers in de symboliek van het toeval, dit kan toch geen toeval zijn? 6. Omdat die titel alleen al in de Pook moest staan. Simpel. 7. Louis Paul Boon. Louis Paul Boon. Louis Paul Boon. Lezen, klootzakken, lezen! Lezen!! Godverdomme toch. KORTE INHOUD: Industriestad Aalst wordt op het einde van de negentiende eeuw ook wel het Chicago van België genoemd. Een handjevol revolutionairen en anarchisten – samen De Zwarte Hand – uit het naburige Erembodegem krijgt stenen kloten van de corruptie bij katholieke en wereldlijke gezagsdragers en pleegt aanslag na aanslag. Er ontstaat een zwaar uit de hand lopend kat-en-muisspelletje met de politie, aangezien het revolutionaire zooitje, aangevoerd door een tachtigjarige oud-verzetsheld uit WOII, lange tijd de dans weet te ontspringen door zich tijdig naar de gemeentegrens te reppen. Op Eremboods grondgebied kon de Aalsterse politie namelijk geen gezag uitoefenen. Lol verzekerd. (sds)

novecento

(door die Zukunft - www.diezukunftistrobothand.blogspot.com)

Het onderste gedeelte van de bijgevoegde affiche wordt in beslag genomen door het bekendste werk van de Italiaanse neo-impressionistische schilder Giuseppe Pellizza da Volpedo, Il Quarto Stato. Dit epische schilderij, waarin het werkvolk naar het licht toe stapt, is uitgegroeid tot een symbool van de socialistische zaak in Italië aan het begin van de 20e eeuw. Het is dan ook geen toeval dat net dit schilderij tijdens de openingscredits van de film Novecento te zien is. Deze meer dan vijf uur durende lofzang op het socialisme vormt een magistrale kroniek van de veranderende Italiaanse maatschappij, startend in 1900 en eindigend met de Tweede Wereldoorlog. Regisseur van dienst is Bernardo Bertolucci, die op 12 mei laatstleden nog een erepalm voor zijn gehele carrière in ontvangst mocht nemen op het filmfestival van Cannes. Bertolucci besloot na het ‘succès de scandale’ Last Tango in Paris (1972) om zich opnieuw met een internationale sterrencast in te laten. In Novecento, een film die overloopt van de memorabele scènes, wordt het verhaal verteld van twee jongens (waarvan de oudere versie grandioos vertolkt worden door Gérard Depardieu en Robert De Niro) met een verschillende sociale achtergrond, die op dezelfde dag in de zomer van 1900 geboren worden. Ze groeien samen in vriendschap op, maar de dood van hun respectievelijke grootvaders en de dageraad van een nieuw tijdperk drijven hen uit elkaar. Ze worden elk op een andere manier meegesleurd door de ingrijpende veranderingen van de 20e eeuw, waarbij gaandeweg de opkomst van het fascisme wordt geschetst. Het socialistische gedachtegoed zal echter in heroïsche proporties zegevieren, waardoor deze film een meer dan intrigerende smeltkroes van zowel idealistische als esthetische motieven vormt. POOK |

11


12 | POOK


het concert daan * simple 25 maart 2011, een uitverkochte CC, 2 tickets, mijn zus en ik. Verscholen tussen de menigte, gebukt onder de warme druk van de nokvolle, razende zaal. Iedereen met hetzelfde doel: een glimp opvangen van de popster, “den dienen van tv”, onbereikbaar klassevol, maar eindelijk vastgereden op één van onze sompige akkers. Vanavond staat Daan Stuyven op het menu, en dan nog wel zijn Theatershow?! Juij, Daan. Ik hoop alvast dat hij Housewife speelt… Het ideale concept om de handtekeningenjager te scheiden van de muziekliefhebber. Het kaf van het koren. Zo moet ook Daan gedacht hebben. Weg met het overbodige, weg met de beats, weg met de belichting, weg met de grote bezetting. Hij noemt het Simple, op zoek naar een uiterst intieme setting. De plaat die Manhay nooit geweest is.

Ze blinkt uit in werklust, ze huppelt in een oh zo kort jurkje van het ene naar het andere instrument. Daan bouwt zijn setting heel erg bedachtzaam op. Vooreerst kiest hij voor de frêle Isolde Lasoen. Zij wordt voor eens ook volledig uitgekleed. De drum is slechts een fractie van haar enorme expositie. Deze maakt plaats voor beter gekende instrumenten zoals de vibrafoon (soort xylofoon), de tubular bells (idiofoon), de Moog taurus (bas pedalen) en de trompet (soort blaasinstrument). Ze blinkt uit in werklust, ze huppelt in een oh zo kort jurkje van het ene naar het andere instrument. Maar even geniaal weet ze alles naadloos te beheren. Als ze dan ook nog eens blijkt te kunnen zingen en fluiten, weet geen enkele man nog waar de klepel hangt… Verder kiest Daan voor de even frêle klank van één van de mooiste instrumenten ooit: de cello, bespeeld door J-F Assy. Gebruikmakend van de loopfunctie strijkt hij live drie partijen boven elkaar, de tristesse bespelend met passie. Passie voor muziek, met aan de basis een experimenteel-klassieke beheersing van het instrument. En dan is er nog Daan zelf, de steeds in-kostuum-verschijnende, vreemde-bekken-trekkende, nood-aan-een-lijntje-en-snel, maar toch geniaal-zingende pianospelende gitarist. Alsof je een genie überhaupt kán beschrijven. Love him or hate him, hij bewijst hier een geweldig performer te zijn. De line-up is in principe een Best Of, maar dan eentje in een klassiek kader, iets wat weinigen hem voordeden. Elke compositie klopt en ook de nieuwe versie van Housewife is het vermelden waard. Voor mij één van de beste optredens sinds jaren. Dit optreden gemist? Dan heb ik twee keer goed nieuws voor jullie. De cd “Simple” is een bijna identieke kopie van het concert en zeer de moeite om aan je collectie toe te voegen. Deze zomer speelt hij dezelfde show nog eens op de Lokerse Feesten. (tvl)

POOK |

13


14 | POOK


pieter rosseel c

POOK |

15


reportage beeldend kunstenaar dick schelpe Een oprecht bescheiden, aaibaar heertje met een onverzettelijke artistieke wil, zo kun je beeldend kunstenaar Dick Schelpe (°1952) uit Kluizen nog het best omschrijven. Bijzonder minzaam, maar wel met mieren in het hoofd. ‘Het kriebelt vaak in mijn bovenkamer’, biecht hij op, ‘dan moét ik gewoon naar mijn atelier. Boetseren, slijpen, lassen, maakt niet uit, maar mijn handen moeten werk krijgen. De hele wereld verdwijnt dan naar de achtergrond. Wanneer de muze me aanport, moet alles wijken. Kan ik makkelijk twintig uur na elkaar in de weer zijn zonder eten of rusten. Ik ben erg onrustig van aard, zelden zit ik meer dan twee weken zonder inspiratie. Na zeven dagen reis hunker ik al naar mijn atelier. Vaak ook bespringen de mieren me ’s nachts. Mocht ik alleen wonen, ik kruip zonder gêne bij nacht en ontij in mijn atelier.’ Je zou het de kunstenaar niet aanzeggen, tijdens het interview vertelt hij op een aangenaam bedaarde toon over zijn leven en werk, voorzichtig nippend van een glas rode wijn. De microbe was er al heel vroeg: als kleuter was hij al de hele tijd in de weer met plasticine en verf. Ondertussen heeft hij die twee ingeruild voor klei, beton, metaal, gips, brons, met een absolute voorkeur voor ijzer. ‘Je kunt dat zo makkelijk naar je hand zetten.’ In zijn familie is hij het buitenbeentje, de enige die creatief bezig is. Zijn ouders hebben het hem wel nooit verboden, ze zagen het als een onschuldige hobby waarmee je uit de kroegen bleef. ‘Van een kunstopleiding was in die tijd hoegenaamd geen sprake, een man moest een stiel leren. Ik werd mechanieker. Mocht ik mijn jeugdjaren kunnen herdoen, ik volgde grafische vormgeving op het Sint-Lucas.’

“Kunstenaars die over hun werken waken als een kloek en amper iets kunnen afstaan, daar begrijp ik geen snars van.” ‘Officiële erkenning was nooit de echte drijfveer, de drang om te scheppen is altijd de echte motor van mijn bezigheden geweest. Niet dat ik niet gesteld ben op een compliment of een aanmoediging, tuurlijk wel. Ikzelf geef ook spontaan een compliment aan de artiest als ik een schilderij of beeld zie dat ik geslaagd vind. Af en toe krijg ik hier collega-beeldhouwers over de vloer die mijn werk lopen te keuren, maar geen kik geven. Niet één woord. Alsof het zelfs het spreken niet waard is. Dat steekt wel, ook al heb ik er geen probleem mee als mensen niet als een blok vallen voor mijn werk.’Het typeert de mens achter de beeldhouwer. Bij hem merk je niks van de snoeverige zelfingenomenheid van sommige (zelfverklaarde) kunstenaars, die hun creaties voortdurend in hoogdravende volzinnen aanprijzen. ‘Ik ben geen man van grote woorden, ik trek me liever terug in stilte, met mijn beelden en werktuigen. Mezelf lekker opzichtig commercieel verkopen, da’s niets voor mij. Maar ik vind het wel ontzettend belangrijk om je scheppingen niet in een kluis op te bergen. Kunst is er om te delen, daar mag je niet krenterig mee omspringen. In het begin van mijn carrière heb ik zelfs letterlijk heel wat werk uitgedeeld. Gratis. Kunstenaars die over hun werken waken als een kloek en amper iets kunnen afstaan, daar begrijp ik geen snars van.’ Op het antwoord op de vraag door wie hij beïnvloed wordt, moet ik even wachten. ‘Kunststromingen hebben me nooit echt geïnteresseerd, ik doe gewoon mijn ding. Niet uit desinteresse, ik heb vijf jaar school gelopen op het Sint-Lucas te Gent, maar dat was vooral om mezelf op technisch vlak bij te schaven. Als je

16 | POOK


beeldjes van amper dertig centimeter omvallen, volg je misschien toch best een cursusje anatomie.’ Met een schuchter lachje vertelt hij dat hij er steevast grootste onderscheiding behaalde. ‘Lessen kunstgeschiedenis kreeg je er natuurlijk ook, maar toch heb ik het moeilijk met bepaalde gevestigde waarden. Zo zag ik ooit beeldend werk van Matisse – een groot schilder overigens – dat ik absoluut waardeloos vond. Tsja, grote namen kunnen soms echt niks verkeerd doen. Of die kunstkenners als Jan Hoet die het hele debat monopoliseren. Vinden zij geen zak aan je werk, dan kun je het schudden, wat je ook doet.’ We lachen wat met de recente uitspraak van Jan Hoet dat alle kunst op de rotondes subito presto op het containerpark mag. ‘Die Hoet mag echt zeggen wat hij wil, maar ik vind dat er af en toe heel interessante dingen aangekocht werden door de overheid. Neem nu de rotonde van Wippelgem, met het beeld van Dirk De Keyzer, prachtig toch?’ Dick Schelpes eigen favoriete beeldhouwer is de Italiaanse virtuoos Alberto Giacometti (1901-1966). ‘Die lange, stakerige beelden, die fenomenale intensiteit, dat technisch meesterschap, voor Giacometti buig ik diep.’

“Een mens zou wel honderd vijftig jaar moeten kunnen worden. Er is zoveel te leren, zoveel te ontdekken, zoveel te scheppen.”

‘Welke kunstvorm hij naast beeldhouwen het liefst zou willen beoefenen? Literatuur, dat vind ik het allerhoogste. Hoe complex is dat niet, hoe eindeloos veel werk moet dat niet zijn, een boek schrijven. Ik vind het doodjammer dat ikzelf niet echt talent als schrijver heb. Voor mij is dat echt onbereikbaar, een roman verzinnen.’ Misschien maakt net die onbereikbaarheid literatuur als kunstvorm zo verheven, oppert zijn aandachtig luisterende echtgenote. Dick knikt bedachtzaam, weifelend. ‘Een mens zou wel honderd vijftig jaar moeten kunnen worden’, zucht hij plots. ‘Er is zoveel te leren, zoveel te ontdekken, zoveel te scheppen. Als ik mijn lichamelijke krachten zou verliezen, schakel ik over naar twee dimensies. Momenteel vind ik het fantastisch om letterlijk te arbeiden met gips en brons en ijzer, maar als dat niet meer lukt, dan zet ik me voor een schildersezel en begin ik gewoon van voor af aan.’ (sds * foto’s mv)

POOK |

17


BUY A ONE WAY TICKET TO LUCIFER ▼

nu voo r slechts

GO TO HELL

€21

KOOP BIJ ONS EEN TICKET NAAR DE HEL

TEVREDEN? GELD TERUG!

ONBEPERKT AANTAL PLAATSEN RESERVEER VANDAAG NOG EEN PLEKJE IN DE HEL! Verzegel het lot van een ander en zend iemand naar de ongenadige Lucifer! Het is nu eindelijk mogelijk om jezelf of iemand die je kent het hellevuur in te kegelen voor een schrikwekkend bestaan van pijn en angst. Reserveer snel een plekje in de Hel! Wij stellen ons graag begripvol op ten opzichte van personen die liever hun leven vullen met criminaliteit en kloterij allerhande. Voor hen is de Hemel, met dat softe metroseksuele gedrag zoals handjes vasthouden en liedjes zingen, erger dan de Hel. Wil ook jij liever aan de harddrugs blijven en ad random voorwerpen vernielen? Of wil je iemand een serieuze kloot afdraaien en zijn of haar eindeloze verblijf in de tergende teerputten van Lucifers lunapark verzegelen? Wij zijn er voor je! Je hele leven stond in het teken van naastenliefde, vrijwilligerswerk, begrip en vrijgevigheid. Jouw doorkomst aan de Hemelpoort stond reeds lang in de sterren geschreven. Na een lange dag vol hinkelen, bloemen water geven en liederen van Vanessa Chinitor ten berde brengen, ben je opeens toe aan een dikke joint en een avond stevig tooghangen met de maten. Jammer maar helaas, in de Hemelherberg is enkel thee en melk te krijgen, en sinds de uit de hand gelopen schoenenstrikmarathon worden alle feestjes strikt gemonitord door de Hemelwacht. Geen alcoholische uitspattingen, geen pornodonderdag meer, geen negergrapjes, niets dan liefde. Je realiseert je opeens dat al de dingen waar je van hield in de Hemel niet te vinden zijn. Had je bij ons een ticket naar de hel aangekocht, dan had je nu niet tot in de eeuwigheid als een debiel moeten zitten glimlachen met een hart voor alles wat leeft.

Met onze tussenkomst bent u verzekerd van een snelle transfer naar de plaats waar de menselijkheid halt houdt en de tragiek van de pijn op elk moment tot in de uithoeken van de roodgloeiende kolenwoestijn reist. Misschien heb je wel een ex-lief, schoonmoeder of pastoor met snelle handjes die jou ooit het leven heeft zuur gemaakt tijdens je verblijf op de aarde? Je haat die persoon dieper dan diep, en vreest dat hij of zij mogelijks zullen worden toegelaten tot de Hemelse vertrekken. Nu is je kans om die persoon eens een geweldige kloot af te trekken. Weet voor

18 | POOK

de rest van jou aardse bestaan met zekerheid, dat het voor die eikel na de dood nooit nog vakantie wordt! Wij zijn als enige gemachtigd om toegangstickets tot de Hel aan de man te brengen. Wij kregen daarvoor toestemming van De Hoge Raad der Vergetenen zelve. Als je door onvoorziene omstandigheden toch te weinig hebt uitgespookt om rechtstreeks binnen te geraken en je in de Hemel jezelf betrapt op het continu neuriën van ‘Like The Wind’ van Vanessa Chinitor, geen nood! Gelukkig zit daar in je portefeuille nog dat Ticket naar de Hel! Of zit je ex-vrouw duidelijk op kruissnelheid richting Hemel? Geen nood! Met onze hulp zal het wijf branden in de ovens van de verdoemenis! Onze Heltickets gaan altijd gepaard met een 100% Geld-Teruggarantie. Kom je met je Helticket dan toch in de Hemel terecht, dan zullen wij je investering integraal terugstorten. Edoch, minder dan 0,000001% van onze klanten had problemen om de Hel binnen te geraken of er iemand heen te sturen! Onze Lucifer reiskit bevat dan ook alles wat je nodig hebt om een individu de onderwereld in te loodsen: Een Duivels Reservatiecertificaat, officieel geregistreerd in Het Logboek der Gefolterden. A one way ticket to Hell. Geen betere manier om er te geraken dan een rechtstreekse vrije val in de duisternis. Een officiële Helidentificatiekaart zodat niemand je kan verplichten een softe Hemelse activiteit aan te vatten Hell 101 informatiegids, vol leuke plekjes, toffe woordpuzzels en nuttige tips om pijn te verbijten.

nu voor slechts

JOUW LUCIFE

R REISKIT

€21

Wij raden aan uw documenten te verpakken met niet-ontvlambaar materiaal. Voor groepen van meer dan 10 personen bieden we een groepskorting van 15% aan. alle info: www.nietnaardehemel.be

judaswaseentettenman@hotmail.com


het pornoverhaal konijn met pruimen Dit ietwat gekke waargebeurde verhaal speelt zich af in het jaar 1941. De enige die er iets vanaf weet, is de voormalige pastoor van Zwevezele, mijn broer Médart en de zijne. Mijn acht jaar jongere broer Médart was in het huwelijk getreden met de niet te versmaden Marie-AntoinetteConnie-Jozephine Van Den Abeele. Bij toeval was ons buurvrouw Alice net overleden aan syfilis of een valling. De doodsoorzaak werd nooit vastgesteld. Ze hebben haar gewoon in een put gegooid. Vrolijke dwergen dansten op de aarde die de wereld van haar aanblik verloste. Mijn broer en zijn wijf kochten de woonst. Médart is altijd een ferm beïnvloedbare zwartzak geweest. Konijnen schieten was zijn hobby. Hij gaf zich op als vrijwillig collaborateur en ging op erasmus met een gezellige meute Duitsers naar het Franse Oradour-sur-Glane. Zijn afwezigheid bezorgde Marie-Antoinette-Connie-Jozephine heel wat eenzame avonden aan de stoof. Alleen is maar alleen, dacht ik bij mezelve, en ik nodigde ze uit om konijn te komen eten. Na een week kwam de correspondentie van Médart tot een halt, en Marie-Antoinette-Connie-Jozephine kwam al snel elke avond bij mij op de aperitief, uitgezonderd van de avonden dat ik bij haar op de aperitief kwam.

Het kwijl uit haar mondhoek ontpopte zich tot een meander rond haar tepelhof. Geïnspireerd door de aangeboden gewilligheid ontdeed ik me snel doch onhandig van alle klederdracht, met uitzondering van mijn sokken, die ik tenslotte van mijn vader had geërfd. Op een avond bereidde ze me konijn met pruimen. Ik had de gewoonte gekweekt haar van tijd tot tijd eens goed te doen verschieten. Zo ook die zekere avond in het bouwverlof. Ik sloop als een bronstige hyena naar haar achterkant en boerde legendarisch in haar oor. Ze schrok zich een hoedje, draaide zich in een flits om, en vond zich opeens ingesloten tussen mijn stoppelbaard met rabarberconfituur en het gasvuur. Haar ogen vonden de mijne. Ze glimlachte en ik detecteerde een druppel kwijl aan haar linker scheurmond. Dergelijke momenten vol spanning werden meer regel dan uitzondering. Op een hete septemberdag hielp ik haar met het snoeien van de haag, in vervlogen tijden een werkje voor Médart. Ze droeg een witte jurk met bloemen en zweette als een yak in de tropen. Ze draaide uitdagend haar achterste van links naar rechts en zong de nieuwe van Jimmy Frey, ‘Rozen voor Sandra’. Die avond toonde ik haar mijn collectie postzegels met prenten van konijnen. Voor ik het wist greep ze naast het boek waarin ik de zegels zorgvuldig had geschikt met neuslijm. Haar hand lag op mijn onderste van drie buikrollen en gleed als een slome haas naar beneden, alwaar mijn tussenschot de eerste tekenen van bloedtoevoer vertoonde. “Wat heb je mooie ogen”, zei ik knullig. Ze lachte kort en kuste me hartstochtelijk op de mond en in de nek. Ik vergat de herpes op haar kin en smoelde met zoveel mogelijk vocht terug. De jurk met bloemen gooide ik richting luster. Ik miste. Toen na drie minuten opgewonden prutsen met metserspoten de bustehouder zich maar niet gewonnen gaf verwijderde ze die zelf met de elegantie van een maneschijter. Het kwijl uit haar mondhoek ontpopte zich tot een meander rond haar tepelhof. Geïnspireerd door de aangeboden gewilligheid ontdeed ik me snel doch onhandig van alle klederdracht, met uitzondering van mijn sokken, die ik tenslotte van mijn vader had geërfd. Ze complimenteerde mijn gerezen tussenschot en duwde haar bever tegen mijn in vet verborgen navelholte, en wiebelde haar borsten in mijn aangezicht. “Wat een mooie nazomer”, kreunde ze. “Médart is er niet meer voor me, en ik mis genegenheid”, lispelde ze terwijl ze zich, zonder zich zorgen te maken over een mogelijke bevruchting, zuchtend liet zakken. Bewust hoe ze Médart had gemist, en wetende hoe hij haar ooit het hof maakte, sloeg ik enkele keren op haar bek. Het kwijl bereisde de kamer en ik gooide ze op haar rug. Zonder klagen accepteerde ze stoten die boer Dries zijn wildste paard niet durft verkopen. Drie tellen later geschiedde wat geschieden zou. We deelden een sigaret en ik stuurde ze naar huis. Een mens zou van minder moe worden. Konijn met pruimen. De volgende zomer schreef ik Médart dat ik zijn wijf haar bever had gevangen. Hij schreef nooit terug. Hij was niet goed met woorden. (mv)

POOK |

19


history in the making Geen Pook zonder een portie gepook, en geen pook zonder een dik belegen boterham met achtergrond. Naar goede gewoonte wordt die voor u herkauwd, verteerd en ontlast in onze rubriek History in the making. Eén van onze pookers verbleef in het kader van een eindwerk in het eens zo Belgische Congo. Eens zo Belgisch, want these days worden daar ontelbare roedels Chinezen gespot. What’s that all about? Pook weet er weer vanalles van.

chinezen in congo

Afrikaanse bevolking. Het waren niet de toeristen met de camera in de aanslag die we in de Belgische steden nog nauwelijks opmerken. Wel waren het werfleiders van infrastructuurwerken zoals bijvoorbeeld de (her)aanlegging van wegen. Het schijnbaar bizarre verschijnsel heeft een heel specifieke verklaring: in 2007 werd het eerste protocolakkoord gesloten tussen de Congolese regering en drie Chinese bedrijven omtrent de ‘financiering voor de ontwikkeling van de infrastructuurwerken in ruil voor de uitbating van grondstoffen van de DRC’. Dit akkoord past binnen een groter geheel van maatregelen van de Congolese regering om een scheefgetrokken situatie recht te trekken, en het land de vruchten te laten plukken van de rijkdom die verscholen zit in de Congolese grond. Maar draagt deze samenwerking werkelijk bij tot meer en welvaart en duurzame ontwikkeling voor de Congolezen? Gelijklopende belangen?

Zowel op sociaal vlak als op vlak van leefmilieu kan er dus worden gesproken van een merkbare verbetering.

We kunnen het ons niet meer voorstellen, een leven zonder gsm en laptop. Zij dicteren het moderne bestaan zoals we dat vandaag in onze welvarende contreien kennen. Zelden wordt de aandacht getrokken op de samenstelling van dergelijke elektronische apparaten. Een laptop bijvoorbeeld bevat kleine hoeveelheden tin om de onderdelen te solderen en in een gsm zit tantalium verwerkt om ervoor te zorgen dat de informatie op het toestel niet verloren gaat wanneer de batterij leeg is. Tin en tantalium zijn slechts twee van de vele mineralen die essentieel zijn om onze comfortabele levensstandaard te behouden en mijnbouw is nog steeds de primaire ontginningsmethode om die mineralen te bekomen. Eén van de Beloofde Mineralen Landen is de Democratische Republiek Congo: 6% procent van alle tin en 9 à 18% tantalium wereldwijd komt uit DR Congo, wat relatief gezien best

20 | POOK

nog meevalt. Maar tel daar ook nog het koper, kobalt en zilver bij dat er voortdurend uit de rijke grond wordt gehaald en dan wordt snel duidelijk hoe belangrijk het land, meerbepaald de provincie Katanga en bij uitbreiding de gehele Oostelijke regio, is voor de ontginning van ertsen.

Een frappant fenomeen dat ik er aanschouwde was de prominente aanwezigheid van Chinezen tussen de voor de rest overwegend Afrikaanse bevolking. In het kader van mijn scriptie verbleef ik enige tijd terug vijf weken in Kinshasa, de hoofdstad van de Democratische Republiek Congo. Een frappant fenomeen dat ik er aanschouwde was de prominente aanwezigheid van Chinezen tussen de voor de rest overwegend

De G77, een intergouvernementele organisatie van 130 ontwikkelingslanden is de gesprekspartner binnen de Verenigde Naties met het meeste aantal landen in het gelid. Dat China, een ‘ontwikkelend land’ (eerder dan een ‘ontwikkelingsland’) tot deze partij behoort, doet de wenkbrauwen fronsen. In hoeverre zijn de belangen van China en bijvoorbeeld DR Congo gelijklopend? Al op de klimaattop in Kopenhagen in 2009 werd duidelijk dat er sleet komt op de samenwerking tussen China en de ontwikkelingslanden. Desalniettemin fungeren ze nog altijd als één gesprekspartner op het internationale toneel. Deze formatie legt de nadruk op de rol van mijnbouw in het behalen van de millenniumdoelstellingen. Een belangrijke factor is ook de landrechten van lokale gemeenschappen. Verder hameren ze op o.a. milieuverplichtingen voor buitenlandse bedrijven, ondersteuning voor de (her)onderhandeling van mijnbouwcontracten, ethische bestuurlijke richtlijnen, voorrang geven aan nationale prioriteiten eerder dan internationale engagementen, het nakomen van sociale en zakelijke verantwoordelijkheden van mijnbedrijven en respect voor de nationale regelgeving. Op de officiële website van China verscheen op 19 mei 2011 een nieuwsbrief met de titel: ‘China calls on international community to


maatschappij provide practical support to DRC.’ Li Baodong, de Chinese permanent verantwoordelijke voor de Verenigde Naties, riep de internationale gemeenschap op om blijvend praktische steun te verlenen aan de voormalige Belgische kolonie. Daarbij wordt enerzijds verwezen naar de komende verkiezingen in november van dit jaar en anderzijds naar de economische ontwikkeling van DR Congo. Meerbepaald pleit China voor het stimuleren van binnen- en buitenlandse investeringen, voor het ondersteunen van Congolese ‘ownership’ wat betreft het onderzoeken en ontginnen van natuurlijke bronnen en het omzetten van de ertsenrijkdom naar ontwikkeling voor het gehele land ‘opdat de mensen zo snel mogelijk van vrede en stabiliteit zouden kunnen genieten.’ Daarnaast wordt een oproep gedaan naar elk betrokken land om DR Congo te helpen bij het bestrijden van illegale exploitatie van natuurlijke bronnen door rebellengroeperingen. Tenslotte zegt de Chinese afgevaardigde dat het belangrijk is om blijvend te luisteren naar en respect te tonen voor de Congolese overheid.

Het is duidelijk dat de regering van DR Congo niet afwijzend reageert op de grote belangstelling van China. Eerder dan als een bedreiging zien ze de komst van de ‘Emerging Economies’ (naast China wordt hieronder ook Brazilië, Rusland en India verstaan) eerder als een kans dan als een bedreiging. De vraag rijst of de aanwezigheid van China in de Congolese mijnbouw getuigt van een duurzame aanpak. Hoewel in officiële Chinese berichtgevingen wordt gehamerd op het belang van Congolees ‘ownership’, blijkt dat de winsten nog steeds naar de Chinese ondernemers gaan. Daarenboven is het zo dat de Congolese overheid bestaande mijnconsessies afneemt van bestaande joint ventures om die over te hevelen naar Chinese bedrijven. Dit is bijvoorbeeld het geval voor Katanga Mining. De oppositie binnen de kamer van het Congolese parlement spreekt van ‘een uitverkoop aan de Chinezen’. Vanuit de Bretton Woods instellingen (de basis van ons economisch wereldsysteem sinds 1944, met de oprichting van IMF en de Wereldbank en de invoering van de goudstandaard, nvdr.) weerklinkt de vrees dat het Congo-Chinacontract de schulden van DR Congo nog zou kunnen verhogen, terwijl de Wereldbank eraan toevoegt dat de heronderhandeling van de contracten tot ‘destabiliserende gevolgen zou kunnen leiden op de internationale markten’. Een belangrijke noot is dat de Wereldbank niet geheel belangeloos is, gezien de aandelen van de instelling in be-

paalde mijnbedrijven en toegekende leningen aan belanghebbende partners. ‘We kunnen ons indenken dat de Wereldbank bezorgd is om het rendement van haar investeringen’, schrijft Raf Custers pienter.

Is de ruil van het mijnbouwbeheer tegenover ontwikkelingshulp geen vorm van neo-kolonialisme? Het is ongetwijfeld positief dat de contracten met buitenlandse ondernemingen heronderhandeld worden opdat DR Congo voordeel kan halen uit haar rijke bodem. Tegenover de ontginningspraktijken staat dat China investeert in de (her)opbouw van het land. Zo zijn ze momenteel volop bezig met het aanleggen van spoorwegen, nieuwe asfaltwegen en nieuwe stuwdammen en wordt er werk gemaakt van de herstelling van het elektriciteitsnet in Kinshasa en Lubumbashi. Ook sociale woningen, de bouw van 31 ziekenhuizen en centra voor beroepsonderwijs staan op het programma. Het staat buiten kijf dat deze initiatieven ten goede komen aan de Congolese bevolking, aangezien ze momenteel gebukt gaat onder voortdurende elektriciteitspannes (bijvoorbeeld in bepaalde wijken van Kinshasa) en de mobiliteit sterk verminderd is door de verwaarlozing van het wegennet. Zowel op sociaal vlak als op vlak van leefmilieu kan er dus worden gesproken van een merkbare verbetering. Toch moeten we kritische vragen durven stellen. Ten eerste: Hoe staat het met het ‘ownership’ van de Congolezen? Waarom wordt het beheren van de mijnbouw uit handen gegeven terwijl de Congolese bevolking ondertussen over de nodige knowhow beschikt? Is de ruil van het mijnbouwbeheer tegenover ontwikkelingshulp geen vorm van neo-kolonialisme? In hoeverre kan hier gesproken worden van sociale duurzaamheid? Daarbij aansluitend kan de vraag gesteld worden naar de duurzaamheid van eenmalige Chinese investeringen in de Congolese infrastructuur. Ten tweede: In welke arbeidsomstandigheden werken de Congolese mijnarbeiders onder Chinees bewind? Ondanks het officiële standpunt van G77/China in het VN-debat blijkt in de praktijk dat de internationale richtlijnen zelden of nooit worden gerespecteerd. (edc)

ALGEMEEN LOOKVERBOD VANAF 1 JULI Vanaf juli van dit jaar mogen de Belgische horecazaken niet langer gebruik maken van look in gerechten. De maatregel werd voorgesteld en door het parlement gedrukt door de christendemocraten en Chris Peeters in het bijzonder. Redenering achter het lookverbod is dat wanneer iemand zijn bek stinkt naar look, ook zijn naaste daar last van heeft, ‘en dat kan simpelweg niet’. Sergio Herman van Oud Sluis is niet te spreken over de maatregel. ‘Wat mot ik nou? Ik gebruik in drie vierden van al m’n gerechten negen tenen look. As dat nou niet meer mag, moet ik dan bergen truffel in m’n gerechten steken om iets te vreten te houden? Zoveel truffel, dat is niet te betalen. Ik ben geruïneerd.’ Ook Peter Goossens laat weten het hier niet bij te laten en dat hij de regel met te voeten zal treden. ‘Ik zal ook eens sms-en naar mijn goede vriend Sergio om de krachtlijnen van een nieuwe horecavakbond vast te leggen. En dat die Peeters maar oppast, of ik steek em in zijn pens!’ REGIO * Door het goede weer hebben de akkers dit voorjaar extra veel aardappelen opgebracht. Meer aardappelen betekent meer voedsel, maar ook dalende prijzen. Vele boeren zien de toekomst somber in. Omer uit Bassevelde wist dit te vertellen: ‘Kwetekik geene weg mee al die erdappels. Ksnij ze op veur mijn schapen.’ Hij voegde er aan toe: ‘Twas een strontwijf. Ze kon niet! Van bruud schijt maken, tes al daze kon! Allé ge moet ier kee kijken naar dienen nest op zolder! Manneken wa eet die ier uitgestoken! Mee are strontwinkel en aar strontkoten! Ge moe mij ier ne keer zien zitten! Da zijn toeren he godverdomme! Kzij der nie gern bij ze, da muugde geluuven... Moede nie wa erdappels en?’ * Twee Zelzatenaren hebben een patent aangevraagd voor de ingenieuze sleutelhanger die ze op de markt gaan brengen. De sleutelhanger is een handige visuele kaart van ons melkwegstelsel. Tommy: ‘Als ge ontvoerd wordt door aliens, gaan die zeker geen Vlaams of Engels of zo kunnen hé. Daarom is een visuele kaart het beste communicatiemiddel. Op die manier weten die aliens onmiddellijk hoe ze u ook weer thuis kunnen afzetten.’ De sleutelhanger zou vijf euro gaan kosten. A small price to pay, maar wie wil nou terug naar Zelzate? POOK |

21


poemtata poëziekalender n sneeuwen Poemtata en het moest maar eens gaa in mij zei manneken pis tegen de dieren zaterdag 18/06 om 14u Galerie William Wauters, Oosteeklo inkom € 7

Poemtata op Rock Earthfield zondag 10/07 om 13u Rock Earthfield, Oemtata, Ertvelde inkom gratis

GEERT VAN ISTENDAEL TJITSKE JANSEN DELPHINE LECOMPTE

STIJN VRANKEN BluesBBQ met SCRAPPY TAPES LUCY’S MOOD BUSZJAN & THE MUSICAL SOCIETY

Poemtata op de Gentse Feesten 10 dichters op het oeverloze eiland zaterdag 23/07 om 20u Het Oeverloze Eiland, Oudburg 39, Gent inkom vrije bijdrage

Poemtata op kunstenfestival Artinfarct

DANIËL BILLIET * NORBERT DE BEULE ANNA DE BRUYCKERE * SYLVIE MARIE DELPINE LECOMPTE * XAVIER ROELENS BART STOUTEN * BO VANLUCHENE DAVID TROCH * YERNA VAN DEN DRIESSCHE

zondag 28/08 vanaf 14u locatie Steenstraat 6, Ertvelde inkom €5 (6 locaties)

Artinfarct kunstenfestival

podiumkunsten op 6 locaties beeldende kunstroute

CHRISTOPHE VEKEMAN

Poemtata en de boomgeesten zondag 25/09 om 13u30 domein Stoepe kapel, Ertvelde familienamiddag voor groot en klein beeldende kunstenaars laten boomgeesten tot leven komen vertellers, poppentheater, poëzie, muziek, en nog veel meer

Poemtata herdenkt Fir min Van Hecke zaterdag 20/11 om 10u3 0 raadzaal voormalig geme entehuis Ertvelde inkom gratis

50 jaar geleden overl eed de Ertveldse dic hter Firmin Van Hecke. Poem tata wil deze verjaard ag herdenken met het pla atsen en inhuldigen va n een gedicht van FVH aan de gevel van he t voormalig gemeenteh uis.

apero-poëzie met

alle info ta.be www.poemta 22 | POOK

ERIEK VERPALE THOMAS RUBICO


poëzie

Dit jaar organiseerde Poemtata opnieuw een poëziewedstrijd. Van her en der vond een recordaantal gedichten de weg naar de Poemtata mailbox. Op de volgende Poemtata happening (18 juni, met Geert Van Istendael, Tjitske Jansen en Delphine Lecompte) worden de winnaars gehuldigd. Het winnende gedicht werd ingestuurd door Mia Mafrans. sta op Marcel het is die late lentedag de zon is al vertrokken groet je moeder snel Marcel wuif je vader in de wei schop nog één keer op de bal luister eventjes naar krekels nu je ze nog horen zal

Vorig jaar sneed hij de Bluesbarbecue van Rock Earthfield middendoor met ongehoord woordgeweld en verrassende situatieschetsen. Het legendarische ‘Bankje’ werd vastgebeiteld in de mentale annalen van de Oemtageschiedschrijving. Vorig jaar in hoogst eigen persoon op Rock Earthfield, dit jaar in Pook; Wouter Steyaert. Ritje Bij het fietsen langs de Ourthe haalde ik een meisje in. Zij probeerde mij te volgen maar was daar niet toe in staat. Omdat ik haar wou tonen wie de sterkste was stak ik een stok in haar voorwiel. Zij vloog voorover en viel op haar tanden. Levenloos bleef zij liggen. Ik sloeg met de stok op haar hoofd. Zij bewoog en kreeg zelfs de stuipen. Ik stak haar mijn telefoonnummer toe. Zij belt soms nog. Dan doe ik alsof ik mijn moeder ben. Daar babbelt zij graag mee.

stap dan kijk niet naar gevaren schoolmeisjes van veertien jaar frêle lach en hun gebaren loop dan snel nu het nog kan huil niet spring dan met je kleren splijt het water van de Glane neem een zuiverend bad Marcel breek niet vlucht toch volgens plan want morgen moet het zondag worden berg in diepten van je ogen het stille Oradour-sur-Glane op de plaat staat koud te lezen zestien knaap in zondags pak foto vaal en tijd geleden net voordat zijn leven brak The sound of Kerrera Mafrans refereert in haar gedicht naar de dramatische gebeurtenissen die de tiende juni van het jaar 1944 het Franse dorpje Oradour-sur-Glane tot één van vele onuitwisbare bloedvlekken in de geschiedenisboeken maakte. Het was een doodnormale zaterdag. Oradour maakte zich op voor de zondag. Huisvrouwen deden inkopen. Mannen waren aan het werk of lagen te rust na een lange werkweek. Tien kilometer verderop riep de Duitse majoor Dickman zijn mannen in beweging. Omstreeks half twee in de namiddag arriveerde de colonne in Oradour. De Duitsers omsingelen het gehele dorp en blokkeerden alle toegangs –en uitvalswegen. Alle inwoners werden op het marktplein ontboden voor een routineuze identiteitscontrole. Geen reden tot paniek. Duitse soldaten stelden burgers gerust. Niemand las moordintenties en gesprekken waren nog steeds levendig. Rond drie uur begonnen de soldaten de vrouwen en kinderen te scheiden van de mannen. De vrouwen en kinderen werden naar de kerk geleid, aan de rand van het dorp. Er was nog altijd niet veel dreiging te detecteren in de houding van de soldaten, maar daar zou snel verandering in komen. De

burgemeester werd verzocht gijzelaars aan te duiden. Hij weigerde en bood zichzelf aan. Daarop dreven de lopen van de Duitse wapens de mannen samen in verschillende schuren. In een oogopslag werden alle mannen neergemaaid met machinegeweren. De geur van hooi en stof vermengde zich met die van bloed en kruid. Slechts vier man overleefde de slachting in de schuren van Oradour-sur-Glane. De vrouwen en kinderen werden ondertussen een eind verder verzameld in de kerk. Duitse soldaten brachten er een kist explosieven tot ontploffing in de koorsectie, waardoor vrouwen, kinderen en baby’s levend verbrandden. Diegenen die de explosie overleefden en probeerden weg te vluchten werden koelbloedig afgemaakt. Eén vrouw wist zich in veiligheid te brengen. Later op de dag werd de rest van het dorp in brand gestoken. Toen in de loop van de namiddag een tram op proefrit met enkele dorpsbewoners Oradour aandeed, werd de eerste passagier die uitstapte doodgeschoten. De nazi’s stuurden de tram met de anderen terug naar Limoges. Toen ’s avonds een volgende tram met twintig bewoners aankwam, mochten zij wel uitstappen. Zij kregen van de Duitsers te horen dat zij de hemel mogen danken dat zij niet in het dorp waren, dat de anderen werden afgeslacht. De nazi’s verlieten Oradour na het geplunderd te hebben. Twee dagen later kwamen zij terug om massagraven te delven. Duitse officieren kwamen de effectiviteit van de operatie beoordelen. De enkele resterende inwoners bleven verslagen achter. Hen restte de droeve taak om de doden te identificeren en, indien mogelijk, te begraven. Door de euforie van de geallieerde invasie en de daarop volgende vrede in mei 1945, is de tragedie van Oradour wat in de vergetelheid geraakt. Bovendien werden de verantwoordelijken niet consequent gestraft, tot grote woede van de gemeenschap in Oradour, die 17 jaar lang alle contacten met de Franse overheid verbrak. Onder de moordenaars waren immers veel ingelijfde soldaten uit de Elzas. Politiek lobbywerk van de Elzassers bezorgde vele onder hen amnestie, strafvermindering en uiteindelijk de vrijheid. In Oradour zijn de ruïnes nog steeds zichtbaar. (mv) LITERATUURTIP: R. Hébras: Oradour-sûr-Glane, The Tragedy Hour by Hour.

POOK |

23


wereldbeeld: de craene dieter Het Zandeken was een gehucht in de gemeente Evergem. Het gehucht lag in het Gentse havengebied, ten westen van het Kanaal Gent-Terneuzen. In 2008 moest dit gehucht verdwijnen, om plaats te maken voor de uitbreiding van de Gentse kanaalzone en het Kluizendok.

24 | POOK


POOK |

25


actua ‘De revolutie is als de liefde, ze maakt iedereen mooier.’ tekst: Yagia Lababidi Dit artikel is van de hand van een Egyptisch dichter die verslag uitbrengt van de grote omwentelingen in zijn land. Met dank aan Katelijne De Vuyst en Poëziecentrum Gent. Ik weet dat ik niet alleen ben als ik zeg dat mijn hart – nog altijd – barstensvol is met de bijzondere gebeurtenissen die Thuis hebben plaatsgevonden. Het teken en succes van een ware revolutie bestaat er niet alleen in een oud regime omver te gooien, maar vooral nieuwe manieren van denken en Zijn in te luiden. Daarom ben ik zo blij nu ik zie dat zoveel valse versperringen werden omvergegooid: tussen mannen en vrouwen om maar iets te zeggen, mannen en vrouwen die we tijdens de protestacties eenstemmig hoorden zingen voor gelijkheid, die zelfs zij aan zij op straat zaten te bidden. Of tussen moslims en christenen, die als Egyptenaren bijeen kwamen, respect hadden voor elkaar en elkaar beschermden. Zoals Ahdaf Souief, de Egyptische schrijfster, het verwoordde: ‘Er werd gezegd dat we verdeeld, extremistisch, onwetend en fanatiek waren – hier staan we dan: verscheiden, divers, gastvrij, edelmoedig, beschaafd, creatief en gevat.’ De aanwezigen droegen gedichten voor, ze legden een bewonderenswaardige zelfbeheersing aan de dag. De algemene sfeer was feestelijk – er werd gezongen, gedanst, geïmproviseerd toneel gespeeld –, wat bewijst dat een revolutie een kunstwerk kan zijn, een manier van leven zelfs. Niet alleen kampeerden de betogers op het plein – omgedoopt tot Bevrijdingsstad –, ze richtten ook openluchtziekenhuizen op en barbierswinkels, ze organiseerden een bruiloft, ze deelden hun voedsel, grappen, nieuwtjes, en controleerden elkaar op verborgen wapens. Aan diegenen die weigerden deel te nemen en beweerden dat de ongeschoolde massa niet klaar was voor democratie, heeft de Egyptische opstand, ook Waardigheidsrevolutie genoemd, het bewijs geleverd dat een beschaafd gedrag niet het monopolie is van gestudeerde personen. Integendeel, de ongeletterde menigte leerde iedereen een les in hoffelijkheid en als het ware natuurlijke verfijning. Een ander gevestigd Egyptisch auteur vatte het ontzag dat de taferelen op het Tahrirplein hem inboezemden aldus samen: ‘De revolutie is als de liefde, ze maakt iedereen mooier.’

26 | POOK

‘Moebarak, O Moebarak, ga naar Saoedi-Arabië voor onderdak!’ De spontane verzen die overal op straat gedijden, waren snedig, humoristisch en vaak bijtend en gevat, hoewel ze in vertaling niet echt overleven. Maar wie bereid was te luisteren zag meteen dat ze afkomstig waren van mensen met een hart voor poëzie. Rekening houdend met het grote persoonlijke gevaar waaraan ze tijdens de protesten waren blootgesteld, kunnen we hun woorden gelijkstellen met daden. Een paar voorbeelden, die een glimp werpen op deze kortstondige poëzie: ‘Shurtat Masr, yâ shurtat Masr, intû ba’aytû kilâb al-’asr’ (‘Egyptische flikken, Egyptische flikken, blijf de kont van het Paleis maar likken’) Of het niet mis te verstane ‘Yâ Mubârak! Yâ Mubârak! Is-Sa‘ûdiyya fintizârak!,” (‘Moebarak, O Moebarak, ga naar Saoedi-Arabië voor onderdak!’) Veelbetekenend is ook dat de jeugd het voortouw heeft genomen in de revolte van de geknechte, vernederde volksmassa. Het ligt in de aard van de jeugd moedig te zijn,


te spotten met het gevaar. Net zoals het in de aard ligt van de opeenvolgende generaties om via kleine correcties de onvolkomenheden van de voorgaande generatie bij te schaven. (Aangezien ongeveer 60% van de Egyptische bevolking jonger is dan vijfentwintig jaar, betekende dit een fantastisch potentieel.) Eerst richtten de jongeren onze blik op hun nieuwe visie van Egypte, daarna namen ze ons bij de hand en wezen ons de weg hun doel te bereiken. Dat de jongeren ons op weg zetten, ons hielpen onze droom te verwezenlijken, gebeurde omdat ze ondanks alles hun nek durfden uit te steken.

Het lijkt wel alsof de mensen vanaf het prille begin spontaan aanvoelden dat het geheel groter was dan de som van zijn delen. Het was bijgevolg géén zwakte dat deze opstand geen leiders had. Laten we wel wezen, op 25 januari 2011 hebben we onszelf evenzeer verrast als de rest van de wereld. We staan bekend om onze legendarische passiviteit, en het wordt gezegd dat de Sfinx eerder uit zijn slof zal schieten dan dat het Egyptische volk in opstand komt. Ja, onze gelatenheid zat diep en ze werd bovendien bekrachtigd door een al even diep geworteld fatalisme. Maar toch, toen we opeens van onze eeuwige twijfel – of om het met Blakes woorden te zeggen ‘van de door onze geest gesmede kluisters’ – bevrijd waren, lieten de mensen zich drijven door het recent verworven besef van hun eigen mogelijkheden. Zo ontdekten ze de onoverwinnelijke kracht van de Eenheid. Het lijkt wel alsof de mensen vanaf het prille begin spontaan aanvoelden dat het geheel groter was dan de som van zijn delen. Het was bijgevolg géén zwakte dat deze opstand geen leiders had. Wael Ghonim, een sleutelfiguur bij de online-verspreiding van de revolutie, haalde dat argument op een handige manier onderuit en onderstreepte deze stellingname in zijn toespraak. Toen hij voor de zee van betogers op het Tahrirplein stond (het plein dat zijn naam van ‘Bevrijdingsplein’ zo terug verdiende) – de mensenzee die de pas vrijgelaten activist als een held verwelkomde, hield de tot tranen geroerde Ghonim een korte toespraak, recht uit het hart: ‘Dit is geen tijdstip voor individuen, partijen of bewegingen. Het is een tijdstip waarop ieder van ons slechts deze ene zin mag zeggen: “Egypte boven alles” (Waarna hij en de menigte verschillende malen na elkaar de drie woorden scandeerden: “Egypte boven alles; Egypte boven alles; Egypte boven alles”)

Rekening houdend met het aantal mensen die bij de revolutie waren betrokken, is het verbazend hoe weinig bloed er werd vergoten, hoe de opstand spontaan leek te evolueren. De geweldloze protesten in Oekraïne staat bekend als de ‘Oranje Revolutie’, de vreedzame regimewissel in Tsjecho-Slowakije waarbij de communistische regering omver werd gegooid, kreeg de naam ‘Fluwelen Revolutie’. Vrij vroeg al kreeg de Egyptische volksopstand, die als het ware als een bloem oprees, de toepasselijke benaming ‘Lotusrevolutie’ – de lotusbloem stond bij de oude Egyptenaren hoog in aanzien. Religieus extremisme en chaos, de kwelduivels die van oudsher – en dit zowel in het Oosten als in het Westen – als argument worden gebruikt om een onvrij Egypte te rechtvaardigen, kunnen slechts bloeien in een klimaat van verdrukking en hopeloosheid. Er is geen reden om aan te nemen dat dit nog altijd het geval is. Nu de Egyptenaren weer hoop hebben en trots kunnen zijn op hun eígen land, hebben ze een andere agenda – en er zijn vele redenen om deze beweging te ondersteunen. Een flyer van het Tahrirplein, met volgende boodschap, laat hierover geen twijfel bestaan: ‘Dit land is jouw land. Laat geen afval achter. Rijd niet door het rode licht. Koop niemand om. Maak geen valse papieren… Val de vrouwen niet lastig. Zeg niet: “Het is mijn probleem niet.” Gedenk God bij al je bezigheden. We hebben geen excuses meer.’

‘Er is een punt waarop geen terugkeer meer mogelijk is. Dat punt moet je bereiken.’ (Kafka)

scribbelt ge al eens wat? verft ge meer dan de muur van uw tuinkot? tekent ge graag schone wijven? vindt uw poëtisch talent de uitgang niet?

Kafka schrijft: ‘Er is een punt waarop geen terugkeer meer mogelijk is. Dat punt moet je bereiken.’ Ik geloof dat dit punt werd bereikt, en dat we het hebben overschreden – althans in ons hart. Of in de woorden die op het Bevrijdingsplein te horen waren: ‘Wat er hierna ook mag gebeuren, niets zal ooit nog hetzelfde zijn.’

POOK ZOEKT GESTOORDE FRIELANSERS met oneindig creatief uithoudingsvermogen pook mee en meel uw pook idee > oemtata.vzw@gmail.com

(Vertaling: Katelijne De Vuyst)

POOK |

27


erfgoed revisited de legende van de ertveldse zeehond Als echte Ertveldenaren en Oemtatagangers kennen jullie ongetwijfeld Zeger den tweeden. Hij was het die in 1190, de nog steeds beruchte Motte op den Hoge Wal stichtte. Die edele man zou zich meer dan éénmaal omdraaien moest hij beseffen wat één van zijn nakomelingen enkele tientallen jaren later met zijn levenswerk zou uitspoken. Alles begon toen Vangremmix, die we vanaf nu voor het gemak, gewoon Gremmix zullen noemen, door wanbeleid op de rand van het faillissement kwam te staan. Zijn landerijen in Aertevelde, de naam die men tot dusver toeschreef aan de illustere Jacob Van, iets wat ik hier dus ten stelligste weerleg: zijn landerijen dus, waren zandgrond, droge onvruchtbare grond, Aardvelden dus, waar Gremmix absoluut geen raad meer met wist. Hij was een notoire liefhebber van mooie droge worsten en gezouten hespen en daar hij ook een grondige hekel had aan alles wat klerikaal was, ging hij ten einde raad varkens stelen uit de Cisterciënzerabdij in het naburige Oosteecloo, om zo zijn hoofd boven water te kunnen houden. Maar de hespen waren enkel mondvoorraad waar hij verder geen winst kon uitslaan en die hem tot overmaat van ramp ook hevige dorst bezorgden. Wanhopig sloot hij een pact met bierbrouwer Stoonbergix en zoop zich zowaar korsakov. En toen, opeens, was de redding nabij: de Vikings, hoogblonde halfgoden uit het noorden, met sixpackbuiken, strakke kontjes en helblauwe ogen, kwamen Gremmix vertellen over jasjes van zeehondenvelletjes en over hoeveel vraag daar naar was en hoeveel daar wel mee te verdienen viel. Gremmix was meteen verkocht en kocht voor dertig zilveren stuivers een koppeltje zeehondjes (ik dus en mijn lieftallig wijfje) om mee te kweken in het water van de wal rond zijn Motte. In euforie organiseerde hij een groot feest voor de forse Noormannen. Hij liet zelfs den beroemden Selsaetsen bard Wallix overkomen. Al bij de eerste noten grepen de geblondeerde halfgoden zich naar de oren en vertrokken hals over kop richting Noorden. Zelfs Fakteurix, de trouwe dienstbode van Gremmix, kon vanaf dan geen woord meer uitbrengen en zijn ook oren weigerden sindsdien elk geluid. Doofstom, en wel voor generaties lang, was de diagnose van de chirurgijn.

28 | POOK

De bart Wallix werd op staande voet verbannen naar Parixlaxvegax al waar hij ironisch genoeg ongelooflijk fantastisch grote successen oogstte. Waw!

Ondertussen leefde ik, net zoals Nessie, een heremietenbestaan. Ik zwom celibatair door het leven, dit wil zeggen: nooit paren, nooit masturberen. Met veel poeha vertelde Gremmix iedereen over zijn zeehondenproject en zo kwamen ook wij te horen wat zijn duivels plan eigenlijk was. Wij, mijn wijf en ik dus, weigerden te copuleren, en mijn vrouwtje, dat ondertussen het lievelingsdier van Vrouwe Gremmix was geworden, stierf van goesting, waarna de edele vrouwe uit puur verdriet andere oorden opzocht en Gremmix voorgoed in de steek liet. Deze schoot in een vliegende Vlaamse colère en sloeg het ganse huisraad aan diggelen (vele scherven van dit zinloze geweld zijn nog te bezichtigen in de hal van het voormalige gemeentehuis van Ertvelde). Hij liet mij overbrengen naar de wal van erf ter Hoge Averije, alwaar ik een eenzaam bestaan begon. Na verloop van tijd herinnerde zich niemand nog een zeehond. Gremmix zelf werd eveneens Lazarus en zijn Motte verloederde, motten vraten alle stoffen op, houtwormen trakteerden zichzelf op een heuse houtcuisine. Kruiden allerlei overwoekerden het erf, bomen groeiden er welig en het riet beschermde de wal die zo terug vissen, eenden en andere waterbeesten aantrok. Ik moet eerlijk zeggen:

het domein was in jaren zo mooi niet geweest. Ondertussen leefde ik, net zoals Nessie, een heremietenbestaan. Ik zwom celibatair door het leven, dit wil zeggen: nooit paren, nooit masturberen. Heb je trouwens al een zeehond zien masturberen? Met zulke korte vinnen! Laat me niet lachen. Hedendaagse celibatairen hebben het woord celibatair niet eens meer in hun woordenboek staan, maar nu terzake. Men schrijve de jaren 1400. Ik schrik van mezelf dat er ondertussen meer dan twee eeuwen zijn verstreken en kan alleen maar concluderen dat ik mezelf als extreem celibataire zeehond, het eeuwige leven heb geschonken. Mijn lijf zit vol levenssappen en deze blijken dus biezonder heilzaam te zijn, iets wat later in mijn verhaal nog bevestigd wordt. Na al die jaren wou ik weer een beetje van de wereld zien en waggelde zeehondsgewijs richting Ertveldedorp. Ik maakte kennis met een jongeman, een postbode, die nog doofstom bleek te zijn ook. Aan zo iemand kon ik me gerust vertonen, hij zou het trouwens toch niet voort vertellen en gebarentaal bestond toentertijd nog niet. Hij werd mijn stille vriend. Op een dag… (kabouter Wesley heeft dit van mij gepikt) ging ik met hem mee richting Assenede. Aan het gehucht Stoepe, ter hoogte van een eikenboom met daarin een beeld van een madonna met kind, zwikte de postbode, die achteraf een achterachterachterkleinkind van Fakteurix bleek te zijn, hij zwikte dus zijn voet om en viel met zijn hoofd keihard op het


erfgoed revisited bankje voor het Mariabeeld. Wat ik ook probeerde ik kreeg de man niet op het been. Ik deed hartmassage en mond op mond, waardoor hij waarschijnlijk enige vorm van zeehondenkwijl inslikte en angstig rechtsprong. Voor de rest leek alles in orde maar ik zag dat zijn jas bevuild was door de val. Ik vroeg hem te knielen op het bankje van madonna zodat ik zijn kleren kon proper maken En tot mijn grote verbazing deed hij dat dan ook stante pede en tot mijn nog grotere verbazing zei hij stilletjes ‘bedankt’. Lap, mijn levenssappen hadden hem het gehoor en de spraak teruggegeven. Terwijl hij daar geknield zat kroop ik tot op zijn schouders en zag dat het beeld verschrikkelijk vuil was. Ik spuwde in mijn vinnen en wreef Maria tot ze alle kleuren van de regenboog blonk. Daaropvolgend dankte de postbode me zowaar luidruchtig, wij namen afscheid. Hij liep naar de pastoor van Ertvelde en vertelde dat het Mariabeeld er zo ongelooflijk mooi bijstond. De pastoor riep alle heiligen aan en hij wijdde de miraculeuze genezing van de jongeling aan de heilige eiken maagd Maria van Stoepe. De zenuwachtige jongeman beaamde alles gedwee, daar hij niet als een onnozelaar wou overkomen door te vertellen dat een zeehond hem genezen had!

donna terug op de eresokkel in het grote kerkgebouw. Nog tweemaal heb ik moeder en kind verhuisd en nog tweemaal keerde ze tegen haar wil terug naar de kille Ertveldse kerk. Telkens had ik haar om diverse drogredenen teruggebracht, eenmaal omdat ze zogezegd geen proper ondergoed bij had en andermaal daar ze zogezegd haar leesbril vergeten had en zo niet kon brevieren ... Achteraf verklapte ze me de ware toedracht en snotterde dat de pastoor haren kleinen s‘nachts bij hem riep, zogezegd om hem te in te wijden in de ware toedracht van het leven! Na drie verhuizingen drongen de Ertveldenaren aan om een kapel te bouwen voor Maria en kind op de uitverkoren plaats Stoepe. En zo geschiede. Maria kon met een gerust hart op haar roots blijven wonen. Ik zat er weer voor niets tussen, niemand wist nog van mijn bestaan behalve dan onze ex-doofstomme facteur, waarvan ik zeker was dat hij zou zwijgen. De vrouwe van Stoepe bedankte me en vertrouwde me toe dat het eeuwen geleden was dat zo nog een zo een hevige (poets)beurt had gekregen. Naar ze zich meende te herinneren was het trouwens een vogel die deze eer, haha, te beurt viel. Vandaar ook de enig zinnige verklaring voor het woord vogelen. Ze nodigde mij uit bij haar te gaan wonen, maar gezien mijn status als supercelibatair heb ik dat vriendelijk geweigerd, de echte reden was echter vooral haar vroegere relatie met een postduif. (pv) U leest de ontkonping van dit spannende epos in de volgende Pook!

wedstrijd Beste trekvogels, de zomervakantie staat gereed om de zonnekloppers pootje te lappen. Wie een Pook-postkaart vanuit het verste punt opstuurt naar ‘Pook - Pastorijstraat 40 9940 Ertvelde’, maakt kans op een schuimend bierpakket!

Miracoli, miracoli!!! (panzani, soubry, anco en benito bestonden toen nog niet!).

Ze nodigde mij uit bij haar te gaan wonen, maar gezien mijn status als super-celibatair heb ik dat vriendelijk geweigerd, de echte reden was echter vooral haar vroegere relatie met een postduif. Pastoor Rozee Degheleghe, die een meer dan ongezonde adoratie had voor het beeld en in het biezonder voor het klein Jezusken, zette het kunstwerk op een ereplaats in de grote kerk van Ertvelde. Ik wilde hier niets van missen en verstopte me in het grote wijwatervat. ’s Anderendaags zou er een groot volksfeest worden georganiseerd met lokale bieren en al, ware het niet dat Marjatjen me smeekte haar en haar zoontje terug te brengen naar Stoepe. Ik nam dien kleinen op mijn rug en weg waren we. Maria was uiterst tevreden en kroop terug in haar boom. Toen pastoor Rozee ’s morgens de verdwijning ontdekte, was hij in alle staten. In een duivelse furie liet hij het beeld ophalen en plaatste de maPOOK |

29


het vervolgverhaal Wat voorafging: Enkele decennia terug werden in een somber hoekje van Zelzate twee tweelingen met een hondensmoel geboren: Mo en Mon, en Mongo en Dirk. Helaas was Dirk een ongelukkig lot beschoren, hij stierf op schrikbarend jonge leeftijd onder een van de legendarische carnavalsreuzen op de kermisstoet van De Katte. Mo, Mon en Mongo bleven verweesd, maar des te inniger verbonden achter. Sinds dat bittere ongeval doolden ze als een drieling door de gure straten van Zelzate en omgeving, als honden zonder baasje. De plaatselijke bevolking noemde hen alras de Pekineesjes van De Katte. Met Mo’s integratie op de arbeidsmarkt wilde het sinds zijn zestiende maar niet vlotten. Nochtans rustte op hem de zware verantwoordelijkheid de plaats van zijn veel te vroeg overleden vader in te nemen als kostwinner. Als oudste zoon van het gezin waren de verwachtingen bepaald hooggespannen. Was het zijn met gegrom en gehijg doorspekte moedertaal? Zijn atypische voorkomen? Zijn vaders reputatie? Mo kwam maar niet aan de bak, zelfs niet bij ondernemingen waar de lat tijdens sollicitaties doorgaans niet bijster hoog lag, zoals ’t Teerkot of Café Maritime. Achter zijn rug kwezelden ouderen van dagen dat het kwam door de eindeloze uren die hij als kind had doorbracht op de gipsberg van Rieme. Kwatongen beweerden dat zijn lichaam daardoor een permanente bron van laagradioactieve straling was geworden. Iedereen die te lang in Mo’s nabijheid vertoefde, zo siste de volksmond gemelijk als een kuil van wel duizend slangen, werd onwel en vertoonde na enige tijd zorgwekkende symptomen zoals braken, duizeligheid, hoofdpijn en een rode, schilferende huid. Ook toen de VDAB van Zelzate bij sollicitatiegesprekken jodiumpillen begon te verstrekken voor Mo’s toekomstige collega’s bleef een vaste betrekking uit.

Mo kwam maar niet aan de bak, zelfs niet bij ondernemingen waar de lat tijdens sollicitaties doorgaans niet bijster hoog laag, zoals ’t Teerkot of Café Maritime. Mo was er de man niet naar om bij de pakken te blijven zitten. Hij besloot om een professionele omgeving op te zoeken waar ze wel wat achtergrondstraling gewoon waren: de kerncentrale van Doel. ‘Jij bent de geknipte man’, kraaide de human resources manager van Electrabel tot Mo’s niet geringe verrassing, ‘jij kunt bij ons het reactorvat boenen!’ Dit klonk Mo natuurlijk als muziek in de oren. Zijn eerste arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur (zonder proefperiode!) was een feit. Zo verrassend was dat eigenlijk niet, aangezien Electrabel wel al langer een uitmuntende reputatie genoot voor haar respectvolle omgang met kansarmen. Met zijn zuur verdiende eerste centjes kocht hij een auto: een rode Dacia Logan Van.

30 | POOK

de pekineesjes van de katte Maar ach, het bloed kruipt waar het niet gaan kan en Mo’s avontuurlijke geest begon zich te roeren. Hij nam ontslag, omhelsde moeder en broers en vertrok met zijn Roemeense wagen naar het oosten. Naar verluidt reed hij via Rusland tot in het noorden van Japan, waar hij, zonder tegenbericht althans, ik heb het ook maar via via, nog steeds werkzaam zou moeten zijn in de nucleaire sector. Mon was in de tussentijd uitgegroeid tot de Brad Pitt van het gezin. Hoewel schoonheid erg betrekkelijk is, zeker in de Gentse Kanaalzone, had Mon toch al voor zijn twintigste zijn eerste tong gedraaid op Summer Switch, de werkelijk fantastische herfstfuif van Chiro Brug. De dame in kwestie, een stewardess bij US Airways, Margot geheten, penetreerde hij in de vroege uurtjes met de tong onder bedreiging van zijn vlindermes. Mon was op slag verliefd en besloot haar als verrassing achterna te reizen. Aangekomen in New York boekte hij onmiddellijk de eerste vlucht waarop zijn uitverkorene aanwezig was.

Hoewel schoonheid erg betrekkelijk is, zeker in de Gentse Kanaalzone, had Mon toch al voor zijn twintigste zijn eerste tong gedraaid op Summer Switch. Die eerste kus had zijn zelfvertrouwen danig aangewakkerd en hoewel van nature eerder schuchter van aard, besloot hij zonder dralen te show te stelen. Zelfverzekerd liep hij na het opstijgen naar voor, tot aan de plek waar Margot de veiligheidsinstructies bij het gebruik van een reddingsvest aan het uiteenzetten was. Hij nam de vest uit haar handen en genoot stilletjes van de verbijstering op haar knappe gezichtje. Hij draaide zich triomfantelijk om naar de passagiers en trachtte in het Kats uit te leggen hoe je die vesten omgorden kon. Nu bleek dat Mon niet alle vaardigheden in de vingers had om dit verhaal tot een goed einde te brengen. In zijn poging om het vestje aan te trekken trad het opblaasmechanisme in werking op het moment dat het ding ter hoogte van zijn keel hing. Mon werd roze, Mon werd rood, Mon werd paars en de piloten, die wel vaker de gewoonte hadden om naar Margot te kijken vanuit de cockpit tijdens deze infosessie, bescheurden het zich volkomen. Mon, die ondertussen als een waanzinnige op de vloer lag te kronkelen, zag er met zijn paars aangelopen, panische hondenmombakkes dan ook nogal grappig uit. Het werd echter link toen de copiloot zijn overste meesleurde in zijn slappe lach en beiden de controle over het vliegtuig verloren. Gelukkig reageerde Margot bijzonder alert en maakte in allerijl een buiklanding op de Hudsonrivier.


Mon zag nog net, eens bevrijd door een hulpvaardige kleuter op de eerste rij, hoe de piloot zich in zijn erkentelijkheid ontfermde over Margot. Onze durfal was een gebroken man en keerde spoorslags terug naar zijn geboortestreek. Hij begon zijn jongere broertje Mongo te missen.

annonces

Die had ondertussen niet stilgezeten. Al geruime tijd werd hij vreemde zaken gewaar. Zijn lichaam was in volle verandering. Dons op de bovenlip, bredere schouders, een voorhoofd vol puistjes en een bijzonder wispelturig lid dat hij maar niet onder controle kreeg. Hij kocht het ene erotische tijdschrift na het andere en telkens weer staarde hij vol verbazing naar de witte honing die in kleine druppeltjes uit het geopende oogje parelde. Maar liefde wordt duur betaald in deze wereld en toen hij zonder geld voor boekjes kwam te zitten, zag hij zich genoodzaakt om te gaan klussen. Hij kwam terecht bij een kleine brouwerij in het naburige Ertvelde, en hoewel hij in dat hoprijke biotoop gedijde als een geit in de bergen, begon hij na verloop van tijd steeds vaker te laat te komen. Net voor hij het rondpunt van Ertvelde bereikte, passeerde de Pekinees met het broeierige bloed immers altijd een hoog, nieuw gebouw met brede ruiten. Achter die ruiten zat niet zelden een vrouw bekoorlijk te glimlachen, onderwijl met een sierlijk stijve hand Mongo uitnodigend om binnen te komen. Na enkele weken kon Mongo zijn emoties niet meer de baas en hij volgde zonder remmingen zijn strakke pijl van vlees, die elke ochtend onverbiddelijk richting dat mysterieuze gebouw wees.

Zijn lichaam was in volle verandering. Dons op de bovenlip, bredere schouders, een voorhoofd vol puistjes en een bijzonder wispelturig lid dat hij maar niet onder controle kreeg. Een blijde intrede werd het niet meteen. De eerste reacties waren eerder afwijzend. Opgeschrikt uit hun diepe sluimer trachtten de bewoners van dit huis hem in eerste instantie te fusilleren met prothesen, valiumpillen, bloempotten, mond- en haarstukjes, en een enkel looprek. Iets in Mongo’s gelaatstrekken maakte hen uitzinnig van woede en angst, als wild fladderende vleermuizen in wier grot plots een groot vuur gemaakt wordt. Tot plots een statige vrouw in zilverkleurig gewaad met open armen op de brede, centrale gang verscheen en de menigte met haar bezwerend stemgeluid tot kalmte aanmaande. Het was dezelfde dame die hem al zo vaak had gewenkt van achter haar manshoge raam. Marcella was haar naam. Zij werd algemeen beschouwd als de ongekroonde koningin van dit anders zo rustige oord. Marcella had een zwak voor honden en het klikte meteen met Mongo. Met een gebiedend gebaar van haar rechterhand bracht ze de stilte terug, in een oogwenk was alles vergeven en vergeten. Mongo, met tranen op de wangen, was bovendien net door de brouwmeester op straat gekeild omwille van zijn chronische laattijdigheid. Marcella, die intuïtief de weemoed in zijn hart had aangevoeld, ontfermde zich fluks over de radeloze jongeman. Ze troonde hem mee naar haar kamer, nam Mongo op de schoot en streelde met troostende handen zijn kopje, zijn buikje en krieuwelde voorzichtig in zijn liesstreek, hij deed haar wat denken aan haar te vroeg gestorven poedel Octaaf. Met haar tandeloze mond mummelde Marcella sussende en slissende geluidjes en sprak voortdurend: ‘Stil maar, Taafje, stil maar, Taafje toch, Taafje toch, wat ’n staafje toch.’ (sds)

To be continued…

POOK |

31


fair trade product in de kijker oxfam bio lemonade Ohsofairorganicbiolemonade! Aha, eindelijk hebben de Die-Hard-CocaCola-blikskes spaarders een lekker alternatief. Aanschouw de mooie pop-art blikskes van de nieuwe fair trade limonade van ons aller geliefde Oxfam. Oxfam bestaat dit jaar 40 jaar en brengt vanaf midden mei laatst leden een klassieker van formaat op de markt. Limonade in een fair trade jasje met een frisse toets van limoen. Voor het eerst is de verpakking meer dan een goedkope tekst op een nog flauwere achtergrond. Voor het eerst is er ook gedacht aan het commerciële aspect van het product. Eindelijk, weg van de saaie non-profit-look, op naar een leuke eye-catcher. Een blikje dat staat. Hip, jong, fris, zomers, … een modieus accessoire dat perfect past bij de mooie kleurrijke bevolking die ook ons landje oh zo rijk is. De Oxfam Fairtrade limonade wordt gemaakt met biologisch geteelde producten. Zoals steeds worden de plaatselijke handelaren betrokken in een project met als doel hun samenleving een duwtje in de rug te geven. Met dit project steunen we twee organisaties in Latijns-Amerika. Het rietsuiker wordt ingevoerd uit Paraguay en het sinaasappelconcentraat vindt zijn herkomst in Brazilë in de regio van Sao Paulo, waar zowat 85% van alle sinaasappelen over de hele wereld worden geproduceerd.

Limonade in een fair trade jasje met een frisse toets van limoen. Voor het eerst is de verpakking meer dan een goedkope tekst op een nog flauwere achtergrond. Coagrosol is actief in Itápolis, 350km ten noorden van Sao Paulo. Niet toevallig, want hier heerst er een uiterst gunstig klimaat met zeer veel regen en een gemiddelde temperatuur van 24° en dat het hele jaar door. Omwille van de steeds groter wordende concurrentie met de teelt van suikerriet voor ethanol en de grote sinaasappelplantages voor de harde markt hebben de fairtradeboeren het steeds moeilijker. Hier wil Coagrosol een verschil maken door de kleine en middelgrote producenten samen te brengen. De coöperatie bestaat uit een kleine 100 leden. Ongeveer 70% van de volumes die Coagrosol exporteert, wordt verhandeld tegen fair trade voorwaarden. Om de fairtradepremie te beheren werd ACREMIR opgericht, een samenwerking van arbeiders, producenten, Coagrosol en vakbonden. Hierdoor kan Coagrosol investeren in o.a. alfabetiseringsprojecten, ondersteuning in de omzetting naar biologische landbouw en ondersteuning van het compostproject van Coagrosol. De coöperatie heeft ook plannen om een eigen verwerkingslijn op te starten. Tegen 2011 zou deze in werking moeten zijn. Het suikerriet is afkomstig van drie coöperaties in Arroyos y Esteros, een regio nabij de hoofdstad van Paraguay, Asunción. Sinds 2007 zijn ze in staat om rietsuiker op eigen houtje te exporteren. Het resultaat van een driejarig project, gesteund door Oxfam-Wereldwinkels.

32 | POOK

De boeren produceren suikerriet, ananas en stevia. In de jaren negentig kregen de boeren steeds meer problemen omdat er te weinig vraag naar suikerriet was. Door om te schakelen naar biosuikerriet hebben ze voor zichzelf een nieuwe markt met een meerwaarde kunnen creëren. Momenteel stijgt de vraag naar suiker. Brazilië wil bijvoorbeeld suiker importeren voor de productie van biobrandstof. De coöperaties hopen dan ook om binnenkort zelfstandig 1500 ton suiker te kunnen exporteren, waarvan 500 ton naar Oxfam-Wereldwinkels. Door te exporteren naar de eerlijke handelsmarkt zijn de coöperaties in staat om de aangesloten suikerrietproducenten het dubbele van de marktprijs te betalen. Daarbovenop komt nog 50% van de fairtradepremie. Dit extra inkomen geeft hen de mogelijkheid om hun kinderen naar school te sturen en te laten studeren. De andere helft van de fairtradepremie blijft bij de coöperatie. Zij financiert er projecten mee zoals de aankoop van kranen om het suikerriet over te laden, het installeren van internet in de kantoren en het kweken van fruitboompjes. De coöperaties plannen ook de oprichting van een eigen kwaliteitsafdeling voor suikerrietproductie. Bovendien hopen ze binnen afzienbare tijd een eigen verwerkingsbedrijf voor suikerriet op te richten, zodat nog meer toegevoegde waarde bij de coöperaties blijft en de boeren een nog betere prijs krijgen. Wij wensen ze veel succes, en drinken er graag eentje op. Voor een keertje limonade. Wel of niet met een scheutje gin erbij. (tvl)


de foto

krulboltornooi, clubterreinen vzw arteveldestadion ertvelde, 13 juni 2007 * foto door charlotte coene

POOK |

33


De horizon lonkt. Vijfendertig jaar Oemtata en dan rustig in onze zetel bij het haardvuur aan ons gat zitten krabben, over ons lijk! We gaan de wijde wereld in, vranke toten gaan trekken in binnen- en buitenland!

Nieuwsgierig geworden? Trek maar aan de frak van de organisaatsie: Valeir, Tim ‘Rony’ Van Laere of el Mhoud of stuur een mailtje naar mutjen@gmail.com 34 | POOK


CIRQUE CONSTANCE

een eigen sponsorpagina in pook? > oemtata.vzw@gmail.com

Summerbummerdownerfolk wint finale roadshow Vrijdag 13 mei ging het dak eraf tijdens de finale van de Cirque Constance Roadshow in jeugdhuis Kadans te Aalter. Het was al laat in de avond, of vroeg in de morgen, zo u wenst, toen de jury Summerbummerdownerfolk uitriep als laureaat van deze vijfde editie. Na vijf massaal bijgewoonde voorrondes bleven juryfavorieten Waxflower, Nimeria, Vancouver en Summerbummerdownerfolk (foto), en publiekslievelingen The Hook, Lucy Walter, ’t Zonneken & den Effenlegger en Q4 over. Deze acht groepen maakten er in Aalter een prachtig spektakel van, met uiteindelijk de groep met lekker bekkende naam als grote overwinnaar. Zij wonnen studiotijd bij Oakwood Recordings in Kaprijke én een plaatsje op het festival in september. De publieke belangstelling was de voorbije weekend overweldigend, bij deze dan ook een thumbs up voor de aanwezige muziekliefhebbers, want zij bewezen dat de Meetjeslandse muziekscene bruisender is dan ooit. Ook de deelnemende groepen lieten horen dat er heel veel uit verse poldergrond opgetrokken muzikaal potentieel is. Kleine opmerking voor de jeugdhuizen naar volgend jaar toe: gelieve de jury regelmatig van gerstenat te voorzien tijdens de beraadslaging, want onze mondjes stonden na het vele gediscussieer zodanig droog dat er spontaan cactussen in begonnen te groeien.

Het festival komt dichter En dichter. Zondagnamiddag 12 juni is er reeds de voorstelling van onze affiche in de Huysmanshoeve te Eeklo. De Evil Pony’s en Gitano Swing zorgen voor een streepje muziek. Iedereen is van harte welkom en de toegang is gratis (voor het precieze aanvangsuur, check www.cirqueconstance.be).

CIRQUE CONSTANCE KALENDER 12/06 EVIL PONY’S | GITANO SWING 16-17/09 CIRQUE CONSTANCE FESTIVAL

Voor het Cirque Constance festival, dat dit jaar doorgaat op 16 en 17 september, zoeken we nog steeds enthousiaste medewerkers. Stuur gerust een mailtje naar cirqueconstance@gmail.com, of laat iets achter op onze Facebook pagina. foto: Michèle Sennesael

POOK |

35


36 | POOK


POOK |

37


de geest van de punk Met tegenpruttelen, de keel openzetten en ’t em thuis aftrappen, heeft elk van ons wel eens voldaan aan het stereotiep van de dramatische puber. Maar het kritische je m’en fou dat toen onze jonge geesten voedde, zwelde niet aan tot een algemene maatchappelijke beweging. Uiteindelijk gingen we met z’n allen diploma’s halen, hemdjes kopen, en startten we de zoektocht naar die bedrijfswagen en naar huisje tuintje. Brave mensen zijn we. Ooit mondde de generatieclash wel uit in een beweging die jongeren ‘zonder toekomst’ wereldwijd samenbracht onder de noemer PUNK.

Punkjongeren waren ‘anders’, anders dan hun ouders toen die nog jong waren, maar ook heel anders dan de jongeren uit hun eigen straat. Punkers zagen geen toekomst. In tegenstelling tot andere subculturen die meestal actie voeren voor een betere maatschappij en een meer leefbare omgeving, hechtten punkjongeren bijvoorbeeld geen belang aan een degelijke regering of een goed georganiseerde samenleving. Het anarchistische gedachtegoed was een van de enige ideologieën die bij de punkers overeind bleef. ‘Er is geen toekomst, waarom dan moeite doen?’ Elke punker een etiket van anarchistische rebel opplakken is echter niet correct. Eén cultuur betekent niet één gedachtegang. Binnen de punkcultuur vinden we een grote verscheidenheid aan stromingen en soorten. Van uiterst links, tot uiterst rechts, tot volledig anarchistisch. Wat wij ons voor de ogen halen bij het horen van het woord ‘Punk’, zijn fluogroene hanenkammen en loeiharde muziek. Maar hoe komen ze op het idee om fietskettingen aan hun lijf te hangen en stortbeton in hun haar te smeren? De ‘uitvinders’ van de Punk, of beter gezegd de mensen die Punk naar buiten brachten, hokten in de jaren ’70 samen in een kledingwinkeltje in Londen. Vivienne Westwood (foto), die zich tegenwoordig zonder schroom tussen de ontwerpers van Chanel en Dior mag begeven, maakte in ’71 een modestatement door zichzelf een wit stekelkapsel aan te meten. Omdat haar winkel niet goed draaide, en ze een afkeer had van haar vast cliënteel, nam ze zelf achter haar naaimachine plaats. Ze drukte nadrukkelijk haar stempel op de kledij en nam afstand van de, in haar ogen, achterlijke teddyboys. Westwood inspireerde haar kledij op aanraden van haar man, Michael Mclaren, op fetisjen en prostitutie. Veiligheidsspelden, fietskettingen en SM-elementen werden aan de kleren toegevoegd waarna Westwood haar winkel de toepasselijke naam SEX geeft. Rond SEX vormde zich een hele subcultuur: Punk. Dit statement zou er over zijn, ware het niet dat Westwoods hubby Mclaren net in die winkel een bandje samenscharrelde die later the Sex Pistols zouden gaan heten. Mclaren liep in de winkel van zijn vrouw de groep the Swankers en ene Johnny (Rotten) Lydon tegen het lijf. Met zijn groene haar en zijn ‘I hate Pink Floyd’-tshirt werd hij aangenomen als zanger van de groep. The Sex Pistols werden heel snel enorm populair bij Britse jongeren.

Punkers waren niet de eerste subcultuur die de maatschappij een loer wilden draaien, en ze zullen zeker niet de laatste zijn. Het heeft al vaker niet geboterd tussen verschillende generaties, maar de laatste 60 jaar zijn die relaties enorm getransformeerd. Jongeren groeien op in een modernere samenleving dan ouders en grootouders. Onbegrip en kritiek komt dan ook vaak van beide kanten. Het zijn uiteraard vooral jongeren die zich willen afzetten en breken met vorige generaties. Ze zoeken kanalen om hun ontevredenheid te uiten en vinden die in kunst, literatuur, muziek en levensstijl.

38 | POOK

Mclaren had niet veel in de pap te brokkelen wat de muziekstijl betrof, maar kreeg de groep wel in de media en in het commerciële muziekcircuit. De vraag is alleen of dit strookte met de punkmentaliteit. Johnny Rotten vond alleszins van niet en verliet de groep na de dood van acteur-bassist Sid Vicious. Hij richtte later een nieuwe groep op, zonder manager. (lm)


POOK |

39


Elke editie vragen we een gepassioneerd(e) artiest de kleren van het lijf in de hoop een glimp van diens ontblote ziel op te vangen.

als de artiest de passie preekt UPTEMPO BLUESMACHINES

Onkruid vergaat niet. Bij wijlen gevreesd en bij momenten verguisd scheert Uptempo Bluesmachines nog altijd de hoogste toppen van de Meetjeslandse rock ‘n-rollscene. Het loeiharde maar immer ragfijne samenspel van UBM ontstond een slordige tien jaar geleden toen Brecht en Marlon, die ooit hun broek versleten op dezelfde schoolbanken, elkaar na lange tijd terugvonden. Tot 2009 was de band onderhevig aan muzikantenwissels, maar van dan af bleek alles te kloppen. Onder het motto ‘never change a winning team’ bleef de bezetting aldus ongewijzigd: Brecht Boelens (29) drumt, Bert Cambier (24) bast, Tim Bekaert (32) fungeert als charismatische zanger en Gert-Jan De Pauw (25) en Marlon Van Steelant (29) nemen het snedige gitaarspel voor hun rekening. We doken tot diep in de nacht mee in hun repetitiekot en vroegen hen naar de langverwachte nieuwe plaat, pookten in hun zielenroerselen en trakteerden onszelf op een overdosis UBM-humor. Doolden ook nog rond in het kot: Sam De Neve, voormalig UBM-gitarist en stand-in geluidsman voor de gitaaropnames van Gert-Jan en Black, co- lyricswriter en ‘hang around’. Luitjes, This is the UBM-experience. In twee woorden: hoe is Uptempo Bluesmachines ontstaan? Brecht: Een tiental jaar geleden waren wij wat aan het jammen hier in het repetitiekot, maar we voelden dat het niet goed zat. Tot Tim hier op een dag binnenviel en zei: ‘gulder, gasten, gulder zijt de Uptempo Bluesmachines!’ Waarom, dat weet ik nog altijd niet. Tim: Ik woonde hier om de hoek, dus als ze repeteerden hoorde ik dat. Brecht: Zo heeft Tim dan de plaats ingenomen van de oorspronkelijke zanger, wat een enorme boost betekende voor UBM. Op initiatief van de toenmalige bassist, Kristof Van Heeschvelde, zijn we toen begonnen met optreden. Bert, onze grootste fan van weleer, is erbij gekomen in 2006 en drie jaar later heeft Sam de groep verlaten als gitarist. Op dat moment was ik samen met Gert-Jan en Bert bezig met

40 | POOK

een nevenproject, genaamd INOX. Gert-Jan deed ondertussen ook al het geluid van UBM en was eigenlijk al van in het begin betrokken bij de groep. We hebben hem toen gevraagd of hij bij ons wou komen spelen. Bert en Gert-Jan bleken het jong bloed dat we nodig hadden. Het zijn zij die met voorstellen afgekomen zijn zoals het opnemen van een cd, het verkopen van nieuwe T-shirts, enz. Black: De weg is zeker niet recht geweest. Tim: A rocky road, indeed. Het is niet de eerste keer dat jullie UBM vereeuwigen op plaat… Brecht: Van de eerste opname, ‘Omed’, verschenen slechts veertig exemplaren, waarvoor Sven van Hulle en ik veertig hoesjes hebben gemaakt met de hand. Echt vree marginaal. Dat waren gewoon MP3-bestandjes die we

zelf op de computer hadden geschreven. Ik herinner me nog een avond in JH Opsenter waarop mensen in een rij stonden te wachten om een exemplaar te kopen, met daarnaast, echt waar, een rijtje om handtekeningen te vragen. En wij stonden daar met rode kaken, beschaamd over wat we van de hand aan het doen waren. (iedereen lacht) De tweede keer namen jullie een serieuze demo op (‘UBM’ (red.)). Brecht: Het was eigenlijk Gert-Jan die ons aan het verstand bracht dat wat we toen hadden opgenomen, ook moesten uitbrengen. Hij heeft toen alles op zich genomen: het artwork, de drukker, … We hebben toen ook een aantal exemplaren opgestuurd naar platenlabels en muziekmagazines. Tim: In Aardschok stond een schoon artikel over Metallica, een schoon artikel over Mastodon en een kleine maar deftige review over ons.

Do it yourself Jullie waren een tijdje terug te horen op Studio Brussel. Hoe kwam dat? Bert: After All trad op in de Metro en de verantwoordelijke voor het metalgenre op Studio Brussel speelde daarbij. Ik heb hem toen een


zo, worden wij een beetje in een hoekje ‘gedouwen’. ’t Is allemaal zo een beetje Milowachtig. Ja, die staat elke week geprogrammeerd in de Oemtata. Tim (relativerend): Of hij staat met een grote foto in Humo.

‘Mochten wij een covergroep zijn van UBM, wij zouden een slechte band zijn’ (Marlon)

cd’tje gegeven en hij zei onmiddellijk: ‘ik ken UBM, ik ga dat draaien’. Ik geloofde er niet veel van, maar enige tijd later was het dan toch het geval. Het betrof een special rond undergroundmuziek. Ondermeer Sardonis, Dran Dran, en The Evil Pony’s werden toen ook gedraaid. Hopen jullie dan dat er ’s anderdaags een grote platenbaas aan de telefoon hangt? Gert-Jan: We zijn veel meer bezig met onze muziek en met die op schijf te proberen vastleggen, dan met bekend worden. Mocht dat zo zijn, dan zou dat plezant zijn en dan kunnen we dat bekijken, maar het is in ieder geval niet ons hoofddoel. Black: Do it yourself. Zijn er platenlabels waar jullie zichzelf bij zien passen? Bert: Er zijn wel wat undergroundlabels… Black: I used to fuck people like you. (iedereen lacht) Brecht: Zelfs als er al eens een Meetjeslandse metalgroep tekent bij een groot label zoals Roadrunner, dan zijn die mannen nog altijd niet zeker van de toekomst. Tim: Voor onze muziek, in een Humo- en Oemtata-landschap, alé, sorry dat ik dat zo oneerbiedig zeg, maar het is wel een beetje

Maar is net dat niet jullie sterkte? De banen liggen niet geplaveid met bands zoals UBM. Brecht: Dat is waar, in het Meetjesland zijn wij nog altijd buitenbeentjes. Wij willen ons ‘goeste’ doen. Wij hebben geen banden met het metalmilieu, dragen geen leren vesten of jeansfrakken met badgen. Toen wij begonnen op te treden met UBM hadden we voor het eerst na Ascendancy (band van Tim, Brecht en Sam uit het pre-UBM-tijdperk, red.)) opnieuw contact met de scene. Het Meetjesland Metalfest is daar het eerste bewijs van. Bert: Ja, maar zelfs de grote of relatief grote bands hebben het moeilijk om podia te vinden. Brecht: Kijk bijvoorbeeld naar Channel Zero. Wanneer die mannen weer hun vinger opsteken, dan worden zij opnieuw ‘langs alle kanten’ gesteund, terwijl er in dat genre veel betere bands bestaan. Tim’s favorite bijvoorbeeld, een groep uit Brussel, is kwalitatief zeer sterk, maar daar staat geen machine achter zoals dat bij Channel Zero het geval is. Anders zouden zij perfect professioneel kunnen meedraaien in het circuit. Het is omdat zij gedwongen worden om alles zelf uit te brengen dat het net niet professioneel genoeg is. En tegenwoordig moet je niet meer afkomen met cassettes. Je moet met een plaat afkomen die klinkt gelijk een bel. Bert: Tegenwoordig moet je eerst zelf een plaat opnemen om daarna misschien opgepikt te worden. Maar bijvoorbeeld Sioen brengt ook nog altijd alles in eigen beheer uit. Team William en Balthazar idem. Het enige wat ze hebben is een management en een verdeling. Brecht: Ja, maar dat statement zou ik ook graag maken met UBM! Kunnen zeggen dat je alles in eigen beheer hebt gedaan terwijl er wel een promotiemachine achter de groep staat. Dat is veel charmanter hé. Black: Je hebt er ook meer controle over. Brecht: Je speelt eerlijk hé, dan. Maar, stel dat er een groot platenlabel is dat valt voor Tim’s schone ogen en jullie een contract wil aanbieden op voorwaarde dat jullie net iets meer mainstream worden.

maar het zou wellicht niet lang duren. Een beetje meer van dit, een beetje minder van dat… Dat zou gewoon botsen. We zouden dat niet willen, niet kunnen, dat zou niet gaan. Tim: Het is al moeilijk om met vijf mensen een nummer te maken, laat staan dat er nog eens iemand bijkomt die zegt hoe we moeten spelen. ‘Ja maar ja ey, fuck you é’. Brecht: Wij weten dat we niet in een vakje thuishoren en dat wat we vandaag spelen, morgen al niet meer zou kunnen zijn. Tim: Dat is goed samengevat. Brecht: Je kan van ons nooit verwachten dat wij onze ziel zouden verkopen. Maar kijk naar Mastodon. Die mannen hebben nu bij Warner getekend en brengen de plaat uit die ze al hun hele leven wilden maken.

Een bende van de Franse slag Het gerucht gaat dat de nieuwe een best-off is. Waarheid of fictie? Brecht: Eigenlijk kan je dat zo wel stellen. We hebben een selectie gemaakt uit onze nummers, ongeacht het tijdperk waarin ze werden gemaakt. Het is met andere woorden een mix van nieuwe en oude nummers. Wat de men-

PRIJSVRAAG Waar gaf UBM in 2006 zijn allereerste reünie-optreden? Mail als de bliksem naar oemtata@ gmail.com met vermelding ‘UBM’ en neem een exclusief UBM-pakket in ontvangst.

Brecht: ‘never turn in passion for glory’. Bert: Ik vind wel dat je met iedereen moet spreken. Gert-Jan: Het zou misschien interessant zijn, POOK |

41


sen te horen gaan krijgen zijn de Bluesmachines van nu, mét tien jaar verleden. Met deze nieuwe plaat willen we naar de essentie van het spelen. De beste repetitie die je kan meemaken, die moet op cd komen. En worden er ook nummers opgenomen die ooit al vastgelegd geweest zijn? Marlon: Ja, een paar. Gert-Jan: Eigenlijk zijn dat nummers waar we niet tevreden over waren de eerste keer. Bert: Zolang we niet tevreden zijn, wordt er niets gereleased.

Dus er is geen deadline? Niemand weet wanneer de plaat ooit zal uitkomen? Bert: Dat is het gevaar. Tim: We zijn een beetje een bende van de Franse slag hé. (lacht) Brecht: We hebben nu de pretentie om te zeggen: ‘Goed, we hebben het allemaal niet nodig, studio’s en platenlabels, als zij ons niet willen, dan doen we het zelf wel’, en dus moet het klinken gelijk een bel. Bert: De bedoeling is om voor de zomer klaar te zijn met opnemen. Brecht: Neenee, in juni moeten we klaar zijn.

Bert: Awel, dat is dus voor de zomer hé. Marlon: Juni? … Juni??? Dat is al over drie weken? Gert-Jan: Het einde van juni hé. Hoe verloopt zo een opnameproces eigenlijk? Brecht: Sam heeft vorig jaar de preproductie gedaan. Dat is een goede leerschool geweest voor het proces waar we nu inzitten. Marlon: Het grote verschil is dat we toen niet goed afspraken over bijvoorbeeld tempo’s. Nu hebben we heel lang samen aan de clicktracks gewerkt, zodat het gevoel bij de nummers veel beter zit dan bij de preproductie. We hebben alles samen gedaan, en dat werkt gewoon beter. Brecht: Het proces van deze opnames is begonnen in december met de pilottracks, en dan is al de rest gekomen. Welk geluid willen we, hoe moet de drum klinken, hoe moeten de gitaren klinken? Het proces is nu veel complexer en meer tijdrovend. Het komt er niet enkel op aan om daar als groep aan te beginnen, maar ook om het volledige proces mee te volgen, er betrokken bij te zijn, meningen te horen van elkaar. Pas als iedereen zijn zegen heeft gegeven kunnen we met een gerust hart verder, en het is de eerste keer dat het op die manier verloopt. We zijn op goeie weg. Jullie zijn gerodeerd aan het geraken… Marlon: In a way. Brecht: We zijn bewust geworden van wat we geleerd hebben de afgelopen tien jaar.

42 | POOK


Tim: Welkom bij de Bluesmachines! (iedereen lacht)

‘Wagner was bij wijze van spreken zware doom nog voor doom ooit bestond hé’ (Black) Van wiens hand zijn de lyrics?

‘Wij zijn eigenlijk een beetje The Beatles van Ertvelde’ (Bert)

De Band Bestaat er een vast rollenpatroon bij het creëren van nieuwe nummers? Bert: Het is niet zo dat er ooit iemand binnenkomt met een afgewerkt nummer. Zo werkt het niet. Over het algemeen komen de ideeën van de gitaristen en vullen we samen de rest in. Een vast rollenpatroon is er dus niet. Tim: Veel heeft ook te maken met de magie van het moment. ‘Ofwel is’t wel, ofwel is’t nie’. Het is niet tastbaar. En het is een feit dat Brecht dikwijls de ideeën aan elkaar zet. Marlon: Van belang is ook de mate waarin je op iets staat. Als er echt iemand overtuigd is van iets… Niets staat vast, en als iets niet volledig juist zit, dan smijten we alles toch nog eens aan duizend stukken om te kijken wat we met elk afzonderlijk stukje kunnen doen. Tim: Het is zoals een schilder hé. Wanneer stopt hij met schilderen? Brecht: Er wordt meer weggesmeten dan dat er gebruikt wordt. Je moet iets kunnen vernietigen om het te kunnen verbeteren. Marlon: Wat ik altijd leuk vind voor mezelf, is dat ik met mijn akoestische gitaar een nummer kan spelen van UBM op de Graslei en dat zo een nummer staat gelijk een huis. Ik ga nooit thuis op een elektrische gitaar nummers zitten te bedenken.

Tim: De oude teksten zijn van mij, maar de laatste vier, vijf teksten zijn van Black. Ik bewerk die dan nog een beetje. Hij is beter onderlegd in het Engels dan ik. Maar vroeger was dat gewoon improvisatie. Er werd een nummer geschreven en ik begon gewoon te improviseren. Ik had nooit tekst, nooit. En dan gingen we optreden en dan vroeg de rest wat mijn tekst was, en dan antwoordde ik: ‘ ik zal dat wel zien als we aan het spelen zijn’. Door jaren te freestylen zijn er dan uiteindelijk toch vaste teksten ontstaan. Black: Het is eigenlijk een mengelmoes van humor en introspectieve… Tim: De teksten die Black schrijft zijn wel iets heavier dan de mijne. Marlon: Het is niet zo dat we in elk nummer een boodschap willen brengen. Soms mag het ook gewoon muziek zijn. Op dat vlak is er wel wat ‘je m’en foutisme’. Anderzijds hebben we ook nummers die ‘very to the point’ zijn.

Familie vs. Friends Is UBM een bende vrienden of heeft de samenscholing louter een muzikale basis? Bert: Dat is in twee richtingen gegaan. Tim: Om den duur kan je er niet van uit hé. Als je zoveel dingen gemeen hebt, al tien jaar zoveel dingen samen doet, ‘tan zije moats é’.We zijn al twee of drie keer gesplit en toch komen we telkens weer samen. Met mensen die je niet kan luchten doe je dat niet. Brecht: Dat is eigenlijk het moeilijkste van in een groep spelen, dat is ‘tope’ blijven… Muziek spelen, dat is het persoonlijkste en het eerlijkste dat er is in het omgaan met iemand anders. Marlon: Dat is waar. ’t Is het eerlijkste wat er bestaat. Brecht: Je kan daar niet in liegen. Muziek maken, zonder dat je een noot kent, want daar gaat het om… Black: The Beatles kenden ook geen noot hé. Bert: We zijn eigenlijk een beetje The Beatles van Ertvelde (iedereen lacht). Brecht (onverstoorbaar): Wij zijn eerder familie dan vrienden. In families zijn er ook wel eens vetes. ’t Is ook ne keer dit, ’t is ook ne keer dat, wij zijn familie van mekaar. Alles wordt gevoeld. Als ik aan het drummen ben gaat de rest van de band weten hoe het met mij gaat die dag. Gert-Jan: We creëren iets samen… Dat schept een band die je niet hebt door elkaar cafépraat te vertellen aan de toog.

Volgende vraag, want we zijn aan het talmen! POOK |

43


Brecht: En het is niet omdat jij je goed voelt dat je een goede repetitie zult hebben. Iedereen moet zich even goed voelen. Bert: Of even slecht. Zo schoon! Tim: Marlon, Brecht en ik zijn kind alleen, dus we moesten wel zoiets vinden. (iedereen lacht)

Great Gig in ’t Begin van ’t Einde Wat definieert een goed optreden? Tim: Dat moet je voelen. ’t Is soms dat het publiek zegt: ‘machtig goe optreden moat!’ terwijl wij denken: ‘jahalo, wa was da?’ Bestaat er een perfect publiek? Tim: Het publiek van in ’t Begin van ’t Einde (toen tijdelijk in Klein Turkije, red.) op de Gentse Feesten van 2010. Het volk kon niet binnen. De mensen stonden tot buiten. Maar wij staan daar op het podium, het bloed stijgt of daalt naar ergens waar het eigenlijk niet moet zitten (lacht) en dan moeten wij gewoon ons ding doen hé. Op zo een moment leef je gewoon van de adrenaline. Ze stonden teksten mee te zingen, te headbangen,… Da was wel wijs. Bert: Maar we spelen in de eerste plaats voor onszelf, niet voor een publiek. Tim, jij bent de frontman en bent logischerwijze ook degene die het publiek aanspreekt. Hoe pak je dat aan? Tim: Als ze meewillen, willen ze mee, en als ze niet meewillen: ‘fuck it’, maar ik doe gewoon voort zoals ik bezig ben. En voor de rest met wat humor zeker? Gert-Jan: Er is ook altijd ook een woordje rond de actualiteit. Tim: ja, ik fungeer een beetje als bron van actualiteit voor de mensen die niet altijd mee zijn (iedereen lacht). Een beetje spotten met het publiek vind ik ook altijd plezant. Is ijdelheid een vereiste om vrijwillig op een podium te kruipen? Tim: Ik denk dat ik de ijdelste ben van de groep. Mijn auto is altijd spik en span gewassen. Ik kom er altijd piekfijn mee voor de dag (iedereen lacht). Gert-Jan: Ik denk dat niemand van ons echt ijdel is. Iedereen staat op het podium zoals hij op de repetitie staat. Brecht: We hebben één keer allemaal een marcelleke aangedaan, op Meetjesland Metalfest

44 | POOK

in 2004, maar daar is het bij gebleven. Tim: Ja, maar dat was gewoon een statement hé, geen kwestie van ijdelheid.

Metal ‘n Mozart Bert, de bassist, speelt ook bij Summerbummerdownerfolk (winnaar van de Cirque Constance Roadshow 2011, red.). Qua decibels is dat ongeveer het tegenovergestelde van UBM… Bert: Het is eigenlijk in zo wat elk opzicht compleet het tegenovergestelde van UBM. Marlon (droog): wow, dat moet beu zijn. Bert: Neenee, dat is plezant. Bij UBM worden de nummers samen gemaakt terwijl Piet (Notteboom, red.) van SBDF altijd met een nummer afkomt waar vervolgens nog wat aan gesleuteld wordt door de andere bandleden. Daarnaast is het genre ook gewoon compleet anders. Het gaat SBDF trouwens voor de wind… Bert: zaterdag (14 mei, red.) worden we gespeeld op Radio 1. We zijn vi.be-track van de week. Proficiat! Om terug te komen bij UBM: Kunnen jullie zich voorstellen dat jullie als groep in een totaal ander muziekgenre waren beland? Tim: Goh, we horen allemaal graag heavy muziek, maar toch hebben we allemaal verschillende invalshoeken. Marlon: Ik denk dat we gewoon allemaal verliefd zijn op de sound van metal. Gert-Jan: Maar we zijn geen echte metalheads met pinnen en van die toestanden… Op de UBM-website wordt jullie muziek omschreven als ‘metal ’n stoner ’n roll’… Brecht: Dat komt van een oneliner die ooit onder onze naam is gezet op een affiche. We hebben dat gewoon overgenomen. Tim: We trekken ook alle registers open hé, van balladstyle naar zwaar beuken. Brecht: Een echte metalhead zal misschien zeggen: ‘what the fuck?’ Wat durven die mannen hier allemaal doen? Marlon: We maken nooit hetzelfde nummer, en we kunnen één nummer nooit twee keer hetzelfde spelen. Mochten wij een covergroep zijn van UBM, we zouden een slechte band zijn (iedereen lacht). Wie zijn de idolen van UBM? Tim: De zwaar onderschatte Joey Ramone. Maar ik heb er veel: in mijn cd-kastje staat er muziek van Dolly Parton tot Deicide. It’s alive

van The Ramones was de eerste cd die ik ooit gekocht heb. Daar is het eigenlijk allemaal mee begonnen voor mij. Toen kwam Nirvana, Pearl Jam … En dan ging ik naar de videotheek en dan tapete ik cassettes. (iedereen lacht) Brecht (beamend): ja, ‘t zal wel! Cd’s gaan huren! Brecht, wie is jouw favoriete drummer? Brecht: Goh… De drummer van de Deftones misschien? Er zijn er zoveel. Bert, favoriete bassist? Bert: Ik ben bas beginnen spelen door Nick Oliveri van Kyuss en Queens of the Stone Age. Ik speel al piano, tuba,… sinds mijn negende en ik zit ook in de fanfare, maar toen Songs for the deaf van Queens of the Stone Age (2002) uitkwam, heb ik beslist dat ik een basgitaar moest hebben. Gert-Jan: ik heb dat eigenlijk niet, een idool. Marlon (over zichzelf): Hij zit hier naast u. Gert-Jan: ja, Marlon is wel lang een stimulans geweest. Marlon: Ik heb gewoon gestolen met mijn ogen om gitaar te leren spelen bij de bandjes waarin ik vanaf mijn vijftiende bij gespeeld heb. Mijn jeugdige zoektocht in het hardrockgenre bracht me bij Alice in Chains, A Perfect Circle en Life of Agony. Door de band genomen werd ik niet erg vrolijk van hun muziek, terwijl ze wel perfect diende als soundtrack bij de ‘moeilijke momenten des levens’. Tim: Growing pains. Black: Alle muziek heeft toch een beetje een catharsisopvatting, of niet? (er ontspint zich een gesprek over klassieke muziek)


Brecht: Geef mij maar Mahler in plaats van Vivaldi! Black: Wagner was bij wijze van spreken zware doom nog voor doom ooit bestond hé. Bert: Mozart heeft alles geschreven. Marlon: Mozart is pure heavy metal. Waar ik naartoe wilde: Is muziek troost of entertainment voor jullie? Tim: Muziek is alles. Universal language. ‘t Is een uitlaatklep. Gert-Jan: Op het moment dat er een nummer ontstaat is dat onbewust ook een momentopname van waar je in je hoofd mee bezig bent. Marlon: ‘Pure Wet’ is een nummer dat ik volledig in één bepaalde sfeer en met een concreet gevoel geschreven heb. Brecht: Gewoon entertainment is het zeker niet. Toen ik zelfstandige werd vroegen mensen me of ik nog wel zou doorgaan met UBM. Ik antwoordde toen: ‘neem me dat af en ik kan niet gaan werken voor een baas, noch voor mezelf’. Ik kijk er elke week naar uit om me te kunnen smijten. Marlon: Dat klinkt zo bekend. Gert-Jan: Dat is voor iedereen een beetje zo denk ik. Ik kijk er wel naar uit, als er bijvoorbeeld repetitie is op dinsdag… Bert (droog): zeker omdat er bijna nooit repe-

titie is op dinsdag. (iedereen lacht) denk ik. Ik kijk er wel naar uit, als er bijvoorbeeld repetitie is op dinsdag… Bert (droog): zeker omdat er bijna nooit repetitie is op dinsdag. (iedereen lacht)

succes met UBM zou de kers zijn. Zelfs mocht het onbereikbare aan mijn voeten liggen, zou ik toch terugdenken aan het echte, charmante gevoel van thuis. Dat zou ik wel missen. Tot slot: Is UBM ‘a way of life’?

Sex ’n Drugs ’n UBM Is het een cliché dat metalbands zich vaak vergrijpen aan geestesverruimende middelen? Tim: Volgende vraag! Brecht: Dat hoeft niet altijd gerelateerd te zijn. ’t Is niet omdat je rock ‘n-roll maakt dat je daarom aan iets moet zitten. Gert-Jan: Het kan soms wel interessant zijn om nummers tot stand te brengen. Het kan mensen eventueel losser maken, het neemt bepaalde remmingen weg. Maar om op te treden of op te nemen zijn geestesverruimende middelen meer een hindernis dan een noodzaak. Brecht, jij wordt binnenkort vader, proficiat! Valt dat toekomstig vaderschap te combineren met het rock’n-roll bestaan van de UBM? Brecht: Goh… Ik ben er me van bewust dat er veel gaat veranderen. Moesten we nu plots opgepikt worden door een groot platenlabel… De taart, mijn toekomstig gezin, heb ik al, groot

Gert-Jan: Voor mij momenteel wel. Ik ben er alles naartoe aan het kneden. Als ik niet aan het werken ben, ben ik bezig met UBM. Brecht: Idem. Bert: Voor mij is UBM geen manier van leven, muziek is dat wel. Tim: Ik ben 32 jaar en spendeer al vijftien jaar heel wat tijd in dit kot, ’t zal wel dat het een ‘way of life’ is. Marlon: We zijn allemaal maniacs als het op muziek aankomt. Tim: Dus, conclusie van de avond: niets is zeker in het leven. Black: ‘Everything is possible, but nothing is for sure’. Diep! Pook dankt jullie en wenst jullie veel succes met de opnames! (edc * foto’s mv)

CONCERTAGENDA 5 augustus – Bar Motard – Kaprijke http://www.myspace.com/uptempobluesmachines http://www.facebook.com/uptempobluesmachines

POOK |

45


46 | POOK


rock earthfield preview Beste Oemtakuikens, Mijmer en schraap enkele vage herinneringen van de keldermuren van uw brein. Alle benevelde ervaringen zijn ondertussen samengepuzzeld, en menig man, wijf, uil ende ezel, getuige van een memorabel zomerweekend aldaar in de Pastorijstraat. Rock Earthfield 2010, ‘the happy bird days edition’, mondde met uw hulp uit in een gigantische delta van gezelligheid, verbijsterende muzikale fietstochten naar het minder toeristische Uranus, blues, bloezen en loezen, spontaan smoelbreed glimlachend wild pedalerend op tijdelijk onzuiver bloed, burenlawaai zonder razzia’s, ochtendglorie, eindeloos enthousiaste typen die het allemaal liever zonder broek doen, alsook zwembaduitspattingen zonder weerga. Vzw Oemtata bestaat 35 jaar, de make-over van de hardware nadert de ontknoping en ondanks democratische prijzen bulkt de Oemtabuidel ondertussen elke zaterdagochtend van kleingeld. Die oude knarren van muren absorberen opnieuw ervaringen van alle soort, evenwaardig aan de hippiehoogdagen van weleer. In dergelijk exotisch klimaat zweet den Oemtata muziek, pist ie letters en kunst op en naast de pot. Uit het plasma van al dat secreet werd met latex handschoentjes een nieuwe Rock Earthfield blauwdruk gedestilleerd: “ROCK EARTHFIELD 2011: THE CARNIVAL EDITION!” Verwacht u aan depressieve clowns met clamydia, Roma-dwergen met grootheidswaanzin, gedrochten met teveel ledematen, waarzegsters die buitengewoon geloofwaardig liegen, zexy masseuses uit de vroegere DDR, een wedstrijdje spuugers tegen vuurspuugers bij valavond, vuilbakmuzikanten, massa’s vrouwen met baarden, orgelapen en meer. Zet maar een kruisje in de agenda bij 8, 9 en 10 juli, want Rock Earthfield bakt dit jaar een gigantische romige muzikale taart, met kersen, glijmiddel, chocla en de hele raddenest! Verschuif uw blik naar de alweder oogstrelende affiesh en begin maar te myspacen! We zien u dan daar wel! Vergeet uw oor niet, voorzie tent en vers ondergoed! (Bovendien zijn hemden voor janetten, maar dat wist u waarschijnlijk al.)

We vieren het hele jaar door het 35 jarig bestaan. Een overzicht van de festiviteiten vindt u op de kont van deze Pook. Das Leben ist ein Oemtata!


JUNIKERMIS

02-03-04-05 JUNI

35JAAR

OEMTATA

SUMMERBUMMERDOWNERFOLK KEES & DE BELGEN 70-80-90 PARTY met DJ BARNY KERMISBAL * KERMISMATINEE

35 JAAR OEMTA QUIZ 11 JUNI

ROCK EARTHFIELD 08-09-10 JULI

THE HOOK * THE SKARMINKELS D’ONDERHOND * LES BON VIVANTS HUMANOID FOSSIL * TRASHBEATZ BATTLECAR RELAXTACY WAXFLOWER * HANDBRAKE COSMIC FOOLS * THE BLUE CLAY STIJN VRANKEN * SCRAPPY TAPES LUCY’S MOOD BUSZJAN & THE MUSICAL SOCIETY

AUGUSTUSKERMIS 26-27-28 AUGUSTUS

THE RHYTHM JUNKS THE JOLENES PICKLE JUICE ARTINFARCT KUNSTENFESTIVAL CHRISTOPHE VEKEMAN DE BEVLEKTE ONTVANGENIS

FEESTWIEKENDT

02-03-04 SEPTEMBER LITTLE TROUBLE KIDS RONY VERBIEST TRIO

www.oemtata.be


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.