VVE deel 2 Kleuters digi-taal webversie2

Page 1

Een digibord in de Onderbouw? Doen! Deel 2 : Kleuters digi-taal Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord

Samen aan het werk Verslag Scholingsmiddag VVE 19 mei 2009

Brede School Klarendal / St. Marten


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

Colofon Tekst & redactie Annette Mullink

Vormgeving Marcel van Wilsem Vos Deze brochure is tot stand gekomen door onderlinge samenwerking van: •

Annette Mullink, coördinator voor- en vroegschoolse educatie Stichting PAS Arnhem, info@stichtingpas.nl

Sjaak Janssen, ICT onderwijsbegeleider Community Learning Center Arnhem (CLC) s.janssen@clcarnhem.nl

Femke Klomp, onderwijsadviseur, Marant | Adviseurs in leren & ontwikkeling, f.klomp@marant.nl

Gäby van der Linde, onderwijskundige primair onderwijs SLO Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, g.vanderlinde@slo.nl

Arnhem september 2011

2

Deel 2 : Kleuters digi-taal


Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

1

Werken vanuit doelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

1.1 Woordenschat en woordgebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

1.2 Mondelinge taal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10

1.3 Ontluikende en beginnende geletterdheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13

2

Taalactiviteiten met het digibord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

2.1 Stimuleren taalvaardigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

2.2 Beschrijving 12 digibordactiviteiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19

1.

Welkom in mijn buurt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21

2.

Letterfeest! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23

3.

Feestkleren! Wat trek ik aan? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25

4.

Genieten van boeken … . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27

5.

Rara wie ben ik? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29

6.

Kijk! Ik schrijf! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31

7.

Zeg wat je ziet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33

8.

Zoek de verschillen! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35

9.

Samen maken we het verhaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37

10.

Wat gebeurt er nou precies? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39

11.

Kom, we gaan spelen. Speel je mee? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41

12.

Mijn werkboek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord

3


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

4

Deel 2 : Kleuters digi-taal


Voorwoord Steeds meer kleutergroepen krijgen digitale schoolborden; kort gezegd digiborden. Dat is een waardevolle ontwikkeling. Het digibord is een mooie aanvulling op de al aanwezige leermiddelen. Het risico is echter dat het digibord als groot televisiescherm gebruikt wordt, waarop één keer per week naar Koekeloere wordt gekeken. Daarmee doe je de talloze mogelijkheden van het digibord tekort. Deze brochure richt zich op de inzet van het digitale schoolbord bij het stimuleren van de taalontwikkeling van kleuters. We zijn op zoek gegaan naar taalrijke activiteiten, waarbij het digibord een sterke, multimediale aanvulling is. We willen daarbij benadrukken dat het digibord een middel is en geen doel op zich. Je kunt het gebruiken als verrijking van het onderwijs en de leeromgeving, naast bijvoorbeeld rijk ingerichte hoeken, themaof verteltafel. In het kader van opbrengstgericht werken is het belangrijk om te werken vanuit leerdoelen. Daarbij moet je als leerkracht goed weten wat je de kinderen in je groep wil leren om op basis daarvan een activiteit te kiezen. Activiteiten hebben veelal betrekking op meerdere doelen tegelijk, maar hebben vaak een accent. In deze brochure vind je allereerst een beschrijving van de doelen waaraan je in het kader van taalstimulering kunt werken, met ideeën voor de inzet van het digibord bij het bereiken van die doelen. Vervolgens vind je twaalf beschrijvingen van activiteiten met het digibord zodat je ze snel en gemakkelijk zelf kunt uitvoeren. We hopen je hiermee te inspireren om het digibord te gaan inzetten bij je rijke taalactiviteiten. Wil je meer algemene informatie over de inzet van het digibord bij kleuters, dan verwijzen we je naar de brochure Kleuters Digi-wijzer, de eerste uitgave over het gebruik van digiborden in de onderbouw (februari 2011, Stg PAS. Beide brochures zijn te down loaden via www.stichtingpas.nl ). We wensen je veel plezier bij het gebruik van het digibord in je groep, en met de informatie en tips in deze brochure. Namens de samenstellers, Gäby van der Linde, Sjaak Janssen, Femke Klomp, Annette Mullink

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord

5


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

6

Deel 2 : Kleuters digi-taal


1 W E RK E N VA N U IT DOELEN De taaldoelen Jonge kind zijn afgeleid van de referentieniveaus die sinds augustus 2010 van kracht zijn in het basisonderwijs (zie www.taalenrekenen.nl). Met deze doelen kunnen voorschoolse instellingen en scholen hun doorgaande lijn versterken en op die manier een bijdrage leveren aan het verlagen van de onderwijsdrempels. Deze doelen van SLO helpen peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en scholen bij de implementatie van de referentieniveaus taal. Doel is om het inhoudelijk repertoire van pedagogisch medewerkers en leerkrachten te vergroten c.q. te versterken, zodat zij verantwoorde keuzes kunnen maken om een kwalitatief hoog aanbod aan jonge kinderen te bieden. Zowel aan kinderen met een achterstand als aan kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Op verzoek van OCW zijn er voor drie ontwikkelingsgebieden doelen ontwikkeld en verder uitgewerkt, namelijk voor taal, rekenen en sociaal-emotioneel. Deze doelen brengen de ontwikkelingslijn van kinderen van 2 tot 7 jaar in beeld. SLO heeft in kaart gebracht wat kinderen aan het begin van groep 1 (eind van de peuterspeelzaal/ kinderdagverblijf) en aan het eind van groep 2 bereikt zouden moeten hebben, dan wel ervaring in moeten hebben opgedaan, om uiteindelijk met vertrouwen te kunnen starten in groep 3.

De Taaldoelen VVE (SLO 2010) Mondeling taalvaardigheid:

Ontluikendende – en beginnende geletterdheid

1. Woordenschat en woordgebruik

1. Leesplezier

2. Vloeiend en verstaanbaar vertellen

2. Oriëntatie op boek en verhaal

3. Luisteren

3. Oriëntatie op geschreven taal

4. Gesprekjes voeren

4. Fonemisch bewustzijn en alfabetisch principe

5. Mening uiten en vragen stellen Taalbeschouwing

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord

7


Een digibord in de Onderbouw? Doen! 1 . 1 Woordenschat

en woordgebruik

‘Ik heb pijn aan de elleboog van mijn vinger.’

Inleiding Kinderen hebben woorden nodig om zich te kunnen uiten, om te communiceren en om nieuwe dingen te kunnen leren op school. Hoe meer woorden kinderen begrijpen, hoe beter ze activiteiten begrijpen en kunnen meedoen, des te meer woorden leert het kind. Ook het omgekeerde is het geval: er is zelfs sprake van een neerwaartse spiraal: hoe minder woorden je begrijpt des te minder pik je als kind op van de activiteiten en lessen in de klas en des te minder nieuwe woorden leer je bij. Woordenschatontwikkeling is dan ook cruciaal in het onderwijs, als middel en als doel op zich. Kinderen leren vanzelf... In een rijke taalomgeving leren kinderen gedurende de dag ongemerkt nieuwe woorden. Niet elk kind groeit op in een rijke taalomgeving, daarom is het belangrijk dat de school daaraan veel aandacht besteedt. Het voorlezen van prentenboeken, het kijken naar levende prentenboeken, het zingen van liedjes, voeren van gesprekjes en het kijken naar goede televisieprogramma’s zijn essentieel voor het vergroten van de woordenschat van kleuters. Ga daarbij moeilijke woorden niet uit de weg! Maar niet altijd genoeg… Naast een taalrijke leeromgeving is het, zeker voor kinderen met een beperkte woordenschat, belangrijk om systematisch nieuwe woorden aan te bieden. Voor woorden waarvan kinderen het concept, het begrip al hebben is even snel labelen vaak voldoende. Voor het aanbieden van belangrijke, complexe begrippen is de viertakt van Met woorden in de weer van Van den Nulft & Verhallen (2009) een effectieve manier. Deze viertakt bestaat uit vier stappen: 1. Voorbewerken de leerkracht trekt de aandacht van de kinderen en betrekt ze bij de nieuwe woorden 2. Semantiseren de leerkracht verduidelijkt de onbekende woorden door ze uit te leggen en uit te beelden 3. Consolideren de kinderen doen verschillende activiteiten om de nieuwe woorden in te oefenen 4. Controleren

8

de leerkracht gaat na of de kinderen de aangeboden woorden begrijpen en onthouden hebben

Deel 2 : Kleuters digi-taal


Deze viertakt pas je niet bij alle woorden toe, maar alleen bij de belangrijkste. Een woord is geschikt als het een onbekend woord is, het een functioneel woord is voor de kinderen en als het past binnen het thema waaraan gewerkt wordt (Kienstra, 2003). Je kunt daarbij ook de Basiswoordenlijst Amsterdamse Kleuters (2009) raadplegen.

Elk kind komt groep 1 binnen met een andere woordenschat. Het is uiteraard belangrijk om de woordenschat van íeder kind te vergroten. Niet alle woorden bied je aan alle kinderen op dezelfde manier aan. Denk bijvoorbeeld aan aanbieden in de kleine kring, of extra consolideren met enkele kinderen. In de kleutergroepen werk je toe naar de doelen in onderstaand schema. Doelen Woordenschat en woordgebruik << << << << <<

Heeft een passieve woordenschat van gemiddeld 7000 woorden. Heeft een actieve woordenschat van gemiddeld 3500 woorden. Gebruikt een nieuw geleerd woord in een andere situatie. Gebruikt steeds meer verschillende en complexere woorden. Beheerst het Nederlandse klanksysteem.

Uit: Taalontwikkeling van het jonge kind: de doelen (SLO 2010)

Woordenschat en het digitale schoolbord Beelden maken vaak direct duidelijk wat een woord betekent. Zoveel mogelijk echte voorwerpen en alle zintuigen proberen te bereiken is daartoe ideaal. Ook kun je zelf woorden uitbeelden of tekeningen maken ter ondersteuning. Dat kan echter niet bij alle woorden of in elke situatie. Foto’s en filmpjes zijn ook heel goed bruikbaar. Het digibord leent zich daar bij uitstek voor. Je kunt dan ook, als je stil wilt staan bij nieuwe woorden, het digibord te gebruiken voor beeldmateriaal.

Hoe kun je het digibord inzetten bij het werken aan woordenschat? << << << << <<

Maak gebruik van het grote aanbod aan digitale, levende prentenboeken. Maak gebruik van digitale prentenboeken als je zelf een boek voorleest. Zo kunnen kinderen de platen heel goed zien. Kijk samen naar goede televisieprogramma’s op het digibord. Zet plaatjes die moeilijke woorden uit liedjes en versjes uitbeelden op het digibord. Open je woordenschatactiviteit met een grappig filmpje (voorbewerken) om de aandacht van de kinderen te trekken.

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord

9


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

<< << << << << << << << <<

Laat bij het uitleggen van de woorden echte foto’s zien of filmpjes waardoor de betekenis van de woorden duidelijk wordt. (semantiseren) Maak schema’s van de nieuwe woorden die laten zien wat de relaties zijn tussen de woorden, bijvoorbeeld een trapje, een woordweb, een parachute, met plaatjes erbij. Voor mooie schema’s of mindmaps is kidspiration heel geschikt. Vul samen het woordweb op het digibord aan met woorden die kinderen al kennen. Zo koppel je hun voorkennis aan de nieuwe woorden. Leuk om voor het inoefenen van de woorden verschillende plaatjes op het digibord te laten zien, die de kinderen moeten aanwijzen, benoemen, of op goede volgorde moeten zetten. Je kunt kleuters na de uitleg zelf de woorden laten tekenen op het digibord. Op internet vind je leuke woordspelletjes om nieuwe woorden in te oefenen; je kunt die spelletjes ook op het digibord spelen. Zoek samen met de kinderen naar voorwerpen in de school die met de nieuwe woorden te maken hebben (bijvoorbeeld zacht en harde dingen), maak er samen foto’s van en presenteer ze op het digibord. Maak samen een groot woordenboek met plaatjes of foto’s op het digibord.

Voor meer ideeën over het werken aan woordenschat met het digibord zie de activiteiten in hoofdstuk 2.2.: 3.

Feestkleren! Wat trek ik aan? (pagina 25)

5.

Rara wie ben ik? (pagina 29)

11.

Kom we gaan spelen. Speel je mee? (pagina 41)

12.

Mijn werkboek (pagina 43)

1 . 2 Mondelinge

taal

Daniel heeft tussen de middag met zijn moeder bij een graafmachine gekeken. Op school vertelt hij in geuren en kleuren over de machine. De juf: ‘Dat was interessant!’ ‘Nee,’ zegt Daniel, ‘dat was niet interessant, het was gewoon zand.’ Inleiding Een goede mondelinge taalvaardigheid is cruciaal in het basisonderwijs. Je moet immers goed kunnen luisteren en spreken om het onderwijs te kunnen volgen. Een goede mondelinge taalvaardigheid ligt aan de basis van lezen en schrijven. Daarnaast is mondelinge communicatie een doel op zich, zodat een kind goed kan communiceren en zich kan uiten. Gericht aandacht besteden aan mondelinge taalvaardigheid is dan ook belangrijk.

10

Deel 2 : Kleuters digi-taal


Kinderen krijgen in de klas maar weinig ruimte om ĂŠcht te vertellen. Als kinderen wat langere verhalen kunnen vertellen, kan dat de taalverwerving sterk stimuleren (De Taallijn, 2006). Het is belangrijk activiteiten in te zetten die kinderen ruimte geven om langer te vertellen. Bij kleuters kun je denken aan het stimuleren tot het vertellen van verhalen en hen te laten presenteren. Daarnaast is het voeren van gesprekken cruciaal, waarbij interactie in de kleine kring het meest geschikt is om taal te gebruiken en ervan te leren. Daarbij is niet alleen interactie met de leerkracht, maar juist ook tussen kinderen onderling belangrijk.

Ruimte scheppen in gesprekken met kleuters – tips en tops << << << << << << << << << << <<

Blijf wat langer stil dan je gewend bent. Praat zelf minder. Geef luisterresponsen, door te hummen, ja te knikken of verbaasd te kijken. Laat nonverbaal blijken wat je ergens van vindt. Speel vragen, reacties en bijdrages van kinderen door naar de andere kinderen. Gebruik vragen alleen als een startmiddel; ga daarna door met luisterresponsen. Stel verschillende soorten vragen. Reageer eens met een prikkelende bewering in plaats van met een vraag. Wees nieuwsgierig naar wat de kinderen denken. Accepteer de kijk van de leerling op het onderwerp. Vraag door als je het kind niet helemaal begrijpt.

Op basis van: Damhuis & Litjens (2003) en De Taallijn (2006)

Doelen Mondelinge taal Voor groep 1 en 2 zijn de volgende doelen voor mondelinge taalvaardigheid belangrijk. Voor meer handvatten voor het werken aan mondelinge taalvaardigheid is het goed om Mondelinge communicatie (Damhuis & Litjens, 2003) te raadplegen. Vloeiend en verstaanbaar vertellen << << << <<

Vertelt uitvoerig en samenhangend over wat hij gedaan of meegemaakt heeft. Benoemt en beschrijft alledaagse aspecten, zoals mensen, plaatsen en dingen met gebruik van complexe zinsconstructies. Beschrijft een aantal veel voorkomende handelingen met gebruik van complexe zinsconstructies. Gebruikt complexe taalfuncties als redeneren en concluderen.

11

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen! Luisteren << << << <<

Kan meervoudige instructie en mededelingen begrijpen en uitvoeren. Luistert naar een op de leeftijd afgestemd verhaal en begrijpt het verhaal of de informatieve tekst. Luistert naar een op de leeftijd afgestemd radio-, televisiefragment, of gesproken tekst op internet. Laat zien dat hij naar een ander luistert en geeft gepaste feedback, bijvoorbeeld door te knikken of te antwoorden.

Gesprekjes voeren << << << <<

Kan op eigen initiatief een gesprek beginnen met de leerkracht of een ander kind. Kent en handelt naar de gespreksregels, zoals wachten tot een ander is uitgesproken. Kan op communicatief adequate wijze spontaan vertellen over onderwerpen die hem bezighouden. Geeft gepast antwoord op vragen van de leerkracht of een ander kind.

Mening uiten en vragen stellen << << <<

Kan zijn mening verwoorden, o.a. door gebruik van ‘ik vind’-zinnen. Stelt vragen en gebruikt vraagzinnen om ergens meer over te weten te komen: hoeveel, waarmee, welke, wanneer etc. Kan op een gepaste wijze de hulp van anderen inroepen.

Uit: Taalontwikkeling van het jonge kind: de doelen (SLO 2010, www.slo.nl)

Hoe kun je het digibord inzetten bij mondelinge taalvaardigheid? << << << << << <<

<< << <<

Voer een gesprek in de kleine kring aan de hand van digitale foto’s. Laat de platen uit een eerder voorgelezen prentenboek op het digibord zien en voer daarover een gesprek, of laat de kinderen het verhaal navertellen. Voor de oudere kleuters: laat twee voorwerpen zien op het digibord en laat kinderen samen een spannend verhaal bedenken over die voorwerpen. Laat een filmpje zien (over het groeien van een plant, over het leven van een dier, over een probleem of gebeurtenis) en laat kinderen beschrijven wat ze zien. Laat een film of verhaal zien op het digibord, zet het halverwege stil en laat de kinderen bedenken en verwoorden hoe het af zal lopen. Kijk samen terug op het spel in de hoeken aan de hand van digitale foto’s die je tijdens het speelwerken hebt genomen. Door het gebruik van foto’s kunnen jonge kinderen zich beter herinneren wat ze hebben gedaan. Het maakt het terugkijken concreter en het werkt verdiepend. Het terugkijken met foto’s of een filmpje is ook heel geschikt na een uitstapje. Laat de kinderen thuis foto’s maken rondom een bepaald onderwerp (het ontbijt, de slaapkamer, etc.) en laat ze in de kleine of de grote kring vertellen bij deze foto’s. Laat de kinderen in kleine groepjes het verhaal, na het voorlezen, natekenen op het bord en laat ze er vervolgens het verhaal bij navertellen. Ook leuk om aan de ouders te presenteren!

12

Deel 2 : Kleuters digi-taal


<<

Stel met het kind een digitaal portfolio samen en laat het kind dat presenteren met behulp van het digibord.

Voor meer ideeën over het werken aan mondelinge taalvaardigheid met behulp van het digibord zie de beschrijving van activiteiten in hoofdstuk 2: 1.

Welkom in mijn buurt

(pagina 21)

5.

Rara, wie ben ik?

(pagina 29)

8.

Zoek de verschillen

(pagina 35)

12.

Mijn werkboek

(pagina 43)

1 . 3 Ontluikende

– en beginnende geletterdheid

‘Juf, ik weet waarom boter met de buh begint,’ zegt Naomi van vijf ‘ ‘Waarom dan?’ ‘Nou, omdat broodje ook met de buh begint.’. Inleiding De meeste mensen zijn het er wel over eens dat leren lezen en schrijven één van de belangrijkste dingen is die je leert op de basisschool. In de groepen 1 en 2, de fase van beginnende geletterdheid, maken kinderen zich vaardigheden eigen die belangrijk zijn voor het leren lezen en schrijven. Het vertrouwd raken met boeken, teksten en letters staat daarbij voorop. Doelen beginnende geletterdheid Als het gaat om beginnende geletterdheid zijn de onderstaande doelen belangrijk. Een uitgebreide beschrijving vind je in de Tussendoelen beginnende geletterdheid van het Expertisecentrum Nederlands. Leesplezier <<

Toont zijn plezier in voorlezen en boeken.

13

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen! Oriëntatie op boek en verhaal << << << << << <<

begrijpt dat illustraties en tekst samen een verhaal vertellen. weet dat een boek gelezen wordt van voor naar achter, een bladzijde van boven naar beneden en regels van links naar rechts. weet dat verhalen een opbouw hebben en dat een boek een begin en einde heeft. weet dat de voor- en achterkant van het boek informatie over de inhoud geven. Kan een op de leeftijd afgestemd voorgelezen verhaal navertellen, met of zonder behulp van illustraties. Kan een voorgelezen verhaal naspelen met behulp van aanwijzingen van de leerkracht.

Oriëntatie op geschreven taal << << << << << <<

weet dat tekens gebruikt worden om iets te vertellen of leren. weet dat je briefjes, boeken, tijdschriften etc. kan lezen om iets te weten te komen. weet dat je iets op kan schrijven (op papier of op de computer) als je iets wilt vertellen. weet wanneer er sprake is van ‘lezen’ en ‘schrijven’ en kan ‘lezen’ en ‘schrijven’ van elkaar. onderscheiden. herkent en benoemt (enkele) letters, bijvoorbeeld de eigen naam. schrijft tekens op die op letters (beginnen te) lijken.

Fonemisch bewustzijn en alfabetisch principe << << << << <<

kan betekenisonderscheidende klanken (fonemen) in woorden onderscheiden. doet mee met woord- / klankspelletjes, bijvoorbeeld door woorden in lettergrepen te verdelen en daarbij te klappen. weet dat letters met klanken corresponderen. herkent en gebruikt rijmwoorden. is gemotiveerd om de betekenis van geschreven taal te achterhalen.

Uit: Taalontwikkeling van het jonge kind: de doelen (SLO 2010)

Hoe kun je het digibord inzetten bij beginnende geletterdheid? <<

<< <<

Maak gebruik van het grote aanbod aan digitale, levende prentenboeken. Een levend prentenboek is niet hetzelfde als een digitaal prentenboek. Een levend prentenboek is een geanimeerd prentenboek, met bewegende beelden en juist deze videobeelden dragen bij aan het verhaalbegrip en aan de woordenschatontwikkeling van kleuters. (Verhallen, 2009) Maak gebruik van digitale prentenboeken als je zelf een boek voorleest. Zo kunnen kinderen de platen heel goed zien. Bekijk samen de voorkant en de achterkant van een prentenboek. Schrijf vervolgens samen bij de wiewat-waar-picto’s op het digibord de voorspelling op. Na het lezen van het prentenboek check je of de voorspelling is uitgekomen.

14

Deel 2 : Kleuters digi-taal


<< << << <<

<< << << << << << << << <<

Vul samen op het digibord een verhaalschema in. Hiermee maak je een samenvatting van een verhaal. Laat enkele essentiële bladzijdes uit een prentenboek zien op het digibord en laat de kinderen ze op de goede volgorde zetten en het verhaal navertellen. Maak samen een prentenboek voor het digibord met tekeningen die je scant. Maak samen een boek. Elke dag maakt een ander kind een tekening op het digibord; het kind vertelt wat er bij geschreven moet worden en jij schrijft het op. De bijdragen van alle kinderen bundel je en je hebt een prachtig boek. Leuk om dit op het digibord te presenteren aan ouders. De kinderen spelen de belangrijkste scènes van een bestaand prentenboek na, jij maakt foto’s en samen wordt het een prachtig digitaal prentenboek. De kinderen tekenen samen, op het digibord, het eerder vertelde verhaal en vertellen vervolgens het verhaal na aan de hand van hun eigen tekeningen. Laat de kinderen binnen de school voorwerpen zoeken die met de nieuwe letter beginnen. Maak hiervan samen foto’s en presenteer het resultaat op het digibord. Hiervan kun je zelfs een letterboek maken. Presenteer de nieuwe letter op het digibord met plaatjes van woorden die met die letter beginnen. Laat foto’s of plaatjes van voorwerpen zien: welke rijmt niet? Of juist wel? Laat plaatjes of foto’s van voorwerpen zien: welke woorden beginnen met de dezelfde letter? Hak en plak woorden en zinnen op het digibord. Hierbij kun je ook gebruik maken van de digibordsoftware van Veilig Leren Lezen. Laat een spannend berichtje achter op het digibord en probeer het samen te ontcijferen. Op het digibord kun je heel goed samen een berichtje terug schrijven. Laat de kinderen heel groot hun naam schrijven op het digibord. Passen alle namen erop?

Voor meer ideeën over het werken aan beginnende geletterdheid met behulp van het digibord zie de activiteitenbeschrijvingen in hoofdstuk 2: 2.

Letterfeest!

(pagina 23)

4.

Genieten van boeken…

(pagina 27)

6.

Kijk ik schrijf

(pagina 31)

7.

Zeg wat je ziet

(pagina 33)

9.

Samen maken we het verhaal

(pagina 37)

10.

Wat gebeurt er nou precies?

(pagina 39)

15

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

16

Deel 2 : Kleuters digi-taal


2 T AA LA CTI VI T E ITEN MET HET DIGIBORD 2 . 1 Stimuleren

van taalvaardigheid

Het vermogen om taalproductie bij kinderen uit te lokken is een belangrijke algemene vaardigheid van leerkrachten. Wie deze vaardigheid goed onder de knie heeft, weet uitstekend raad met het digibord. Het digibord biedt mogelijkheden waarbij mondeling taalgebruik een vanzelfsprekende rol speelt. We zien dat kinderen enthousiast zijn, en maken daar gebruik van. Door het digibord niet alleen klassikaal in te zetten, maar juist ook tijdens het speelwerken, of met de kleine groep, zijn de interactieve mogelijkheden groot. Het digibord biedt vier interventiemomenten waarbij mondeling taalgebruik een vanzelfsprekende rol speelt: 1. De activiteit Laat de kinderen zelf kiezen welke activiteit vandaag of deze week op het digibord gedaan mag worden. Van te voren heb je al een selectie aangebracht in het aanbod, waaruit gekozen kan worden. Denk er hierbij aan dat niet alleen het aanbod van woorden en begrippen binnen de activiteit van belang is, maar ook het gesprek tijdens het kiezen. Kinderen vertellen waarom ze een bepaalde activiteit leuk vinden, wat ze er al van weten of wat ze ermee willen gaan doen. 2. Groepssamenstelling De strategische samenstelling van de groepen (twee- of drietallen) die samen met het digibord mogen werken. Jouw rol als leerkracht is hierbij om de rollen te benoemen: een kind dat een vorige keer uitleg kreeg, mag nu optreden als uitleggever. Binnen de kortste keren weet de hele klas hoe de opdracht uitgevoerd moet worden.. 3. Interventies Mondelinge interventies in het leerproces van de kinderen die met het digibord spelen. Het is jouw taak als leerkracht om passend te reageren op hulpvragen, de aandacht te vestigen op specifieke onderdelen van het programma, de samenwerking bij te sturen, te reflecteren op de werking en bedoeling van het programma stimuleren door verklarende en ontsluitende vragen: ‘Hoe werkt het? Wat moet je doen om…? Waar gaat het over? Waar is …. eigenlijk mee bezig?’ 4. Grote of kleine kring Gesprekken of activiteiten in de grote of kleine kring gekoppeld aan wat er in die periode met de computer

17

gedaan wordt. Zorg er hierbij voor dat het aanbod op het digibord aansluit bij thema’s, leerlijnen en leerdoelen.

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

Ga je zelf aan de slag om een activiteit te maken, stel jezelf in de voorbereiding dan steeds de volgende vragen:

1. Doel en inhoud Op welk domein heeft de digibordles betrekking? Aan welke doelen draagt deze digibord activiteit bij? Is dit een geschikte activiteit voor dit doel? 2. Samenhang Welke plaats neemt de digibordles in in het thema/de themacyclus of in het dagschema? Is het een anker? Een verwerkingsactiviteit? Wordt het ingezet bij de afsluiting van een thema? 3. Leerkracht – of leerlinggestuurd (Instructie versus zelfontdekkend) Is de leerling bij deze activiteit zelf actief of is het doel van de activiteit vooral instructie (bijvoorbeeld semantiseren van woorden of een informatief filmpje)? 4. Betrokkenheid Leidt deze activiteit tot grote betrokkenheid van de leerling? 5. Voor wie? Bied je de activiteit gedifferentieerd aan voor een heterogene groep of is de digibordles gericht op een homogene groep (bijvoorbeeld in het kader van voorinstructie, verrijking of extra herhaling) ? 6. Klassenmanagement Is de digibordles een activiteit in de kleine groep of is het een grote groepsactiviteit? Plaats in het dagschema? Werkt de leerling zelfstandig of is begeleiding nodig? Van wie? 7. Kiezen Is het een keuzeactiviteit (hoekenwerk)? 8. Ouders Welke mogelijkheden biedt de activiteit in het kader van ouderbetrokkenheid? Denk aan het informeren over het thema, de activiteit, of de ontwikkeling van de leerling. Hoe en wanneer? Bijvoorbeeld bij ouderavonden, oudergesprekken, inloop, fototoestel mee naar huis. 9. Wat vraagt deze activiteit van je eigen voorbereiding? Zoek je vooral een snel-klaar activiteit, een eind-van-de-dag activiteit, of een samenhangende digibordles in het kader van bv je woordenschatonderwijs? Maak je de les zelf of haal je iets van internet? Uit de brochure: digibord in de onderbouw? Doen! – kleuters digiwijzer, stg PAS 2011

18

Deel 2 : Kleuters digi-taal


2 . 2 Activiteiten Hierna worden 12 voorbeeldactiviteiten gegeven, die dienen als inspiratiebron bij het werken met het digibord in relatie tot de taalontwikkeling.

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

Welkom in mijn buurt Letterfeest! Feestkleren! Wat trek ik aan? Genieten van boeken ‌ Rara wie ben ik? Kijk! Ik schrijf! Zeg wat je ziet Zoek de verschillen! Samen maken we het verhaal Wat gebeurt er nou precies? Kom, we gaan spelen. Speel je mee? Mijn werkboek

(pagina 21) (pagina 23) (pagina 25) (pagina 27) (pagina 29) (pagina 31) (pagina 33) (pagina 35) (pagina 37) (pagina 39) (pagina 41) (pagina 43)

19

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

20

Deel 2 : Kleuters digi-taal


1 Welk o m in m ijn buurt In de kleuterleeftijd wordt de belevingswereld van de kinderen steeds groter. Maar veelal zijn dingen in hun omgeving vanzelfsprekend. Totdat ze hun eigen speel- en leefomgeving plotseling op het digibord in de klas zien. Genoeg stof om samen over door te praten. Taaldoelen

• Gesprekjes voeren. • Mening uiten en vragen stellen.

Activiteiten

• Maak in de wijk rond de school en op bekende plekken in de woonplaats foto’s. Selecteer hieruit vijf tot tien foto’s die het meest bruikbaar zijn: niet te onbekend, maar ook niet al te bekend en stel hier een presentatie van samen. • Vertoon de foto’s één voor één. Wellicht zullen enkele kinderen de afbeelding herkennen. Deze kinderen mogen vertellen wat ze herkennen. Anderen worden verleid om daarop te reageren. • Het is geen overhoring; het gaat niet om het goede antwoord. Je laat de kinderen zoveel mogelijk aan het woord. Als het gesprek niet vanzelf op gang kunt, kun je vragen stellen als: wat vind je daarvan? Ben je daar wel eens geweest? Wat kun je daar doen? Stel niet teveel vragen, maar geef ruimte aan de kinderen. Misschien kunnen ze zelf wel vragen bedenken voor de andere kinderen.

Digitools

• Voor een eenvoudige presentatie kan er gebruik gemaakt worden van het programma Photo Story 3 voor Windows. Het programma is gratis te downloaden (http://www.microsoft.com/downloads/)en zeer gebruiksvriendelijk. • Street View: verken de wereld op straatniveau In Google Maps met Street View kunt je plaatsen van over de hele wereld verkennen met panoramische beelden op straatniveau. Je kunt een kijkje nemen in de straat bij de school, een nieuwe buurt verkennen of een stad/dorp bekijken. Type eenvoudig het adres in en plaats het poppetje in de straat waar je een kijkje wilt nemen. Bekijk de huizen van de kinderen in de groep. Type bij www.google.nl in: google maps met streetview

21

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

Variaties

Voorbereiding met de kinderen  Maak een buurt- of schoolwandeling met een groepje kinderen en overleg met de kinderen waar je foto’s van maakt en waarom. Doe dit ook van te voren als voorbereiding. In het huis • Op een serie foto’s zijn enkele kamers uit een huis te zien. Bijvoorbeeld de keuken met het aanrecht. Daarnaast zijn er losse kleine foto’s van onderdelen die in de kamers thuishoren. Bijv. in de keuken zijn dat pannen, bestek, borden en dozen, potjes van voedsel, pakken vla, melk, yoghurt, etc. In de douche kan dat shampoo, zeep, tandenborstel, kam/borstel, etc. zijn. • Eerst worden de kamers getoond en mag erover verteld worden. Wat zie je? Wat doe je in deze kamer? Waar staan de pannen? En waar hoort het pak melk te staan? Sleep de elementen hier naar toe. • Vervolgens laat je losse voorwerpen op een pagina zien. Deze moeten naar de juiste kamer worden ‘gesleept’. Doe dit door ze naar de kleine pagina in het overzicht te slepen. Controleer later per kamer of de juiste elementen hier zijn terecht gekomen. Laat hierbij ook aan de orde komen waarom elementen in die kamer horen. En is dat bij iedereen zo? Wat is verschillend?

22

Deel 2 : Kleuters digi-taal


2 Let t er fees t ! In de kleutergroep bied je regelmatig een nieuwe letter aan. Je kunt hier het digibord uitstekend bij gebruiken. Taaldoelen

 Fonemisch bewustzijn en alfabetisch principe.

Activiteiten

 Presenteer de nieuwe letter op het digibord met plaatjes van woorden die met die letter beginnen.  Laat kinderen binnen de school (of thuis) voorwerpen zoeken die beginnen met dezelfde klank. Deze kun je aan de lettermuur hangen, maar je kunt er ook samen foto’s van maken en het resultaat levensgroot presenteren op het digibord. Je kunt er zelfs geluidsbestanden aan koppelen.  Eventueel kun je kinderen ook zelf foto’s laten maken van dingen die met de betreffende letter beginnen.  Deze letterpresentatie is interessant om aan ouders te laten zien.  Je kunt van de presentatie ook een mooi letterboek maken, digitaal of op papier, zodat kinderen er altijd nog in terug kunnen kijken.  Een vervolgactiviteit kan zijn om plaatjes of foto’s van dingen op het digibord te presenteren en samen heel goed te luisteren of het woord met de letter / klank van de week begint (auditieve analyse).  Een andere vervolgactiviteit kan zijn om een aantal verschillende letters te presenteren op het digibord: wie kan de letter van de week vinden (visuele discriminatie)?

Digitools

Een spel met hakken en plakken staat op de site: Hakken en plakken met alle letters: www.leerspellen.nl/spel/1121/Woordklank-4.html Een filmpje over letters en woorden hakken en plakken vind je op de site: www.schooltv.nl/beeldbank > peuters en kleuters bv het ei of het bos. Of zoek op trefwoorden : lezen letter

23

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

24

Deel 2 : Kleuters digi-taal


3 F e es t k ler en ! Wat trek ik aan ? Kinderen houden van verkleden en kenmerkende kleding en voorwerpen zijn herkenbaar voor kinderen en versterken betrokkenheid bij het thema. Dit biedt mogelijkheden voor interactie! Taaldoelen

• Woordenschat.

Activiteit

• In een serie foto’s kun je verschillende feestkleren tonen: de bruidsjurk, de sluier, hoge hakken, de feestjurk, het (glitter)tasje. het pak, het overhemd, de pantalon, de vlinderdas, de stropdas, de hoge hoed, • Kies foto’s van woorden die ze nog niet kennen. Alleen dan vergroot je de woordenschat van de kinderen. • Aan de hand van de foto’s kun je de nieuwe woorden aanbieden aan de kinderen. Bied niet teveel moeilijke woorden in één keer aan. • Ga met de kinderen in gesprek over de woorden. Misschien zijn er wel kinderen die een bruiloft hebben meegemaakt of zelf wel eens een stropdas om hebben gehad? • De kledingstukken kunnen met slepen en plakken door de kinderen zelf op de juiste plaats op het lichaam geplakt worden. • De foto’s met aangeklede figuren kunnen in stukken geknipt worden en er kan gespeeld worden met combinaties. • Na het verschijnen van de foto wordt met een muisklik het woord op het scherm vertoond en andersom. • Kinderen maken een tekening of tekenen na op het digibord bij de foto’s. • Geef de kinderen de gelegenheid te vertellen wat ze zien en wat ze doen. Stel hierbij stimulerende vragen. Wie heeft dit aan? Waaraan zie je dat? Hoe weet je dat? Wanneer trek je dat aan? Waarom? Wat gebeurt er dan? • In de huishoek staat een rek met feestkleren en attributen om te verkleden en mee te spelen. Denk ook aan feestkleren uit andere culturen. De gebruikte foto’s zijn van deze kleren en attributen of lijken er in ieder geval op.

25

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

Digitools

• Laat kinderen op het digibord tekenen met de bestaande digibord software die bij het bord geleverd wordt (ActivInspire, ActivPrimary, Smartsoftware, Slimsoftware) of gebruik online het Kids tekenbord: www.nationalemediasite.nl/tekenbord/editor.php • Laat via internet het online spel spelen: Kleren in het verkeer www.leerspellen.nl/spel/594/Kleren-in-het-verkeer.html • Gebruik een digitale aankleedpop, te downloaden via www.digibordopschool.nl/leerobject/aankleedpop • Aankleedpop meisje: www.speelzolder.com/peuter/spellen/meisje/girl.html • Aankleedpop jongen: www.speelzolder.com/peuter/spellen/boy/boy.html • Foto’s met kleren van sprookjesfiguren, bij het thema sprookjes • Foto’s met gewone kleren: lange en korte broek, trui, bloes, jas, schoenen, pet, muts (zomer-winterkleren) • Schoeisel: slippers, laarzen, pantoffels, sandalen, sportschoenen, hakkenschoenen, wandelschoenen, babyschoenen, werkschoenen • Of hoofddeksels: zonneklep, muts, pet, bivakmuts, mijter, oorwamers • Als afsluiting of ouderactiviteit: maak foto’s van kinderen verkleed en niet verkleed en knip de foto’s in stukken (hoofd-middenstuk-benen). Laat de kinderen vervolgens de kledingstukken slepen en plakken tot het juiste plaatje gemaakt is. Laat de kinderen uitleggen wat ze doen.

26

Deel 2 : Kleuters digi-taal


4 G en iet en va n boeken… Het vertrouwd raken met boeken en teksten is heel belangrijk in de onderbouw. Het lezen in de moderne maatschappij is steeds digitaler. Waarom zouden we dat niet ook in de klas laten zien? Het is belangrijk om herhaald, interactief voor te lezen. Daarbij blijkt dat het kijken naar levende prentenboeken (dat zijn digitale, bewegende prentenboeken) heel effectief én leuk is. Daarnaast kun je het digibord bij het werken met boeken ook op andere momenten inzetten. Taaldoelen

 Leesplezier.  Oriëntatie op boek en verhaal.  Luisteren.

Activiteiten

 Maak gebruik van digitale prentenboeken op het digibord als je zelf een boek voorleest. Zo kunnen de kinderen de platen heel goed zien.  Voorspellen is een heel belangrijke strategie voor begrijpend luisteren (en later begrijpend lezen). Met het digibord kun je hier op inspelen. Bekijk samen de voor- en achterkant van het nieuwe boek: de titel, de plaatjes, lees de tekst op de achterkant alvast voor. Waar zou het verhaal over gaan? Door wie, wat, waar-picto’s op het digibord te presenteren, kun je de voorspellingen over het nieuwe boek hierop invullen (zie voorbeeld). Na het samen lezen, kijk je of jullie voorspelling is uitgekomen.  Presenteer op het digibord een digitaal, levend prentenboek. Dit kan in de grote groep, maar ook in de kleine groep. Ook tijdens het speelwerken kunnen kinderen genieten van het prentenboek in de ‘digibordhoek’. De kinderen kunnen interactief met het boek omgaan: ze kunnen doorbladeren, het verhaal stopzetten, terugkijken.  De opbouw van een verhaal en de strekking van een verhaal kunnen achterhalen zijn belangrijke vaardigheden. Een verhaalschema (zie voorbeeld) op het digibord kan daarbij ondersteunen. Vul het samen met de kinderen in na het lezen van het verhaal. Komen jullie er samen uit?  Laat de belangrijkste platen van het boek op het digibord zien. Kunnen de kinderen samen het boek navertellen? Dit is een mooie werkvorm voor in de kleine groep.  Ook kun je de belangrijkste platen van het boek tegelijk en door elkaar op het bord laten zien en de kinderen de platen op de goede volgorde laten slepen.

27

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

 Speel met de kinderen de belangrijkste scènes uit het boek na en maak er digitale foto’s of een filmpje van. Samen wordt het een mooi, groot digitaal boek voor op het digibord of de computer. Uniek om aan de ouders of andere groepen te laten zien of op de website van de school te zetten.  Je kunt datzelfde ook doen met tekenen in plaats van toneelspel. Laat de kinderen de belangrijkste platen of scènes uit boek tekenen. Scan de tekeningen in en laat elk kind in eigen woorden de scene beschrijven, terwijl jij het kind opneemt. De stemmen kun je onder bij elke plaat voegen. Zo krijg je een digiboek met eigen tekeningen en vertelt door de kinderen zelf.  Ook het digibord leent zich er uiteraard voor om het verhaal na te tekenen. Digitools

28

Er zijn diverse sites met digitale prentenboeken. Sommige digitale prentenboeken worden alleen voorgelezen, soms staat de tekst erbij om zelf voor te lezen en er zijn interactieve prentenboeken, waarbij de kinderen tussentijds of aan het eind je vragen kunnen beantwoorden. Voor levende prentenboeken kun je de volgende websites bekijken: www.bereslim.nl , www.digibord-kleuters.yurls.net/nl/page/673391, www.prentenboek.yurls.net/nl/page, www.digiprent.nl/digitale-prentenboeken, www.leesmevoor.nl Ook zijn er prentenboeken die gemaakt zijn in powerpoint. Deze prentenboeken kunt u oa. vinden op de site www.ictdelta.nl onder het tabblad Taal&ICT en VVE digiborden kleuterbouw. Op Youtube vind je digitale prentenboeken die zijn verfilmd, type het zoekwoord prentenboek in.

Deel 2 : Kleuters digi-taal


5 R ar a, wie b en ik? Het lichaam, ikzelf en de ander: kleuters zijn zeer geïnteresseerd in hun eigen lichaam. De ontdekking van de eigen lichaamsdelen die horen bij henzelf, maar ook de ontdekking dat bij de ander sommige dingen hetzelfde zijn en sommige dingen anders. Taaldoelen

• •

Woordenschat. Mondelinge taalvaardigheid.

Activiteit

Plaatje van het lichaam 2 plaatjes, 1 jongen, 1 meisje 2 plaatjes, één voor – en één achterkant. Met elke muisklik op een lichaamsdeel verschijnt een pijl met het betreffende woord: arm, been, buik, knie, rug, bil, hoofd, hand, pols, enkel. Plaatje van het hoofd: neus, oor, oog, mond, wimper, wenkbrauw, wang, haar enz. Uitbreiding in moeilijkheidsgraad en meerdere lichaamsdelen. Kinderen klikken op het woord (met afbeelding) en op het juiste lichaamsdeel. Zorg voor plaatjes van kinderen herkenbaar uit verschillende nationaliteiten. (zwart, Aziatisch, arabisch, blond, bruin) Zorg voor een serie van klein naar groot. (baby tot volwassenen) Help de kinderen de lichaamsdelen benoemen. Laat ze vertellen wat je er allemaal mee doet – waar het voor is. (functies) Tip: gebruik ook een foto van je zelf en doe hiermee een korte verwerkingsactiviteit. (consolidatie oefening)

• • • • • • • •

Digitools

Speel het spel: onderdelen van het gezicht benoemen. Via internet online op www.hethofderspelen.nl/HetGezicht/frame.htm Speel het spel: benoem de lichaamsdelen. Via internet online op: www.hethofderspelen.nl/HetLichaam/frame.htm

Variaties

• •

Deze activiteit leent zich ook uitstekend voor het gebruik van rekenwoorden: hetzelfde – verschillend – lijkt op of: voor – achter – aan – onder – boven – op enz. Deze activiteit is toepasbaar in thema sociaal-emotionele ontwikkeling: ikzelf en de ander. Werkt herkenbaarheid en betrokkenheid in de hand. Verwerkingsactiviteit: Spelen met foto’s van lichaamsdelen van de kinderen: bijvoorbeeld alle voeten – handen – vingers – benen – hoofden enz. Met behulp van fotostory of diavoorstelling powerpoint.

29

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

30

Deel 2 : Kleuters digi-taal


6 K ijk ! I k Sc h r ijf ! Taaldoelen

• • •

Oriëntatie op geschreven taal. Alfabetisch principe. Woordherkenning.

Activiteit

• • • •

Kinderen schrijven hun naam (hun letter) bij hun foto op het digibord. Ze oefenen hun naam (letter) heel groot en heel klein. Kinderen schrijven hun naam na en oefenen daarmee. Kinderen “high lighten” of omcirkelen (digibordtool) hun letter / naam tussen de letters / namen die de kinderen in hun groepje om de beurt op het digibord hebben geschreven in deze activiteit. Kinderen maken een tekening bij hun naam. Kinderen mogen alle letters / tekens schrijven die ze kennen. Ze geven een toelichting op wat ze op het digibord geschreven hebben.

• •

Digitools

• •

Markeren, omcirkelen met de tools uit de digibordsoftware. Online schrijfoefeningen op het digibord, allerlei schrijfpatronen om schrijven te oefenen. www.heutink.gynzy.com/be/nl/#/items/taal/schrijfoefening/1/620

Variaties

Tekenen is ook schrijven. Kinderen tekenen samen een stripverhaal. De kinderen zeggen wat je moet opschrijven. Je praat met de kinderen over het verhaal wat ze getekend hebben en wat er bij geschreven staat. Bedenk van te voren of je de kinderen in een kader wilt laten tekenen of niet. Kinderen schrijven letterreeksen met de letter van de week. Ze noemen zoveel mogelijk woorden (en/of namen) bij deze letter. De leerkracht schrijft dag van de week op het digibord. Iedere dag mag een kind dit naschrijven. Goed of fout schrijven is niet belangrijk.

• •

31

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

32

Deel 2 : Kleuters digi-taal


7 Zeg wat je z ie t Via internet zijn er praatplaten beschikbaar behorend bij een thema of prentenboek. Jonge kinderen raken geïnspireerd en gemotiveerd door de grootte van de illustratie op het digibord en de herkenbaarheid van figuren en situaties op de plaat uit het prentenboek of thema. Taaldoelen

• •

Verhaalbegrip. Kernwoorden.

Activiteit

1.

Een praatplaat passend bij het thema of prentenboek wordt vertoond op het digibord. De plaat wordt eerst in zijn geheel getoond. De leerkracht vestigt de aandacht op een paar belangrijke figuren, activiteiten en/of woorden op de plaat. Dit kan ook aan de kinderen worden gevraagd. De praatplaat wordt met behulp van de digibordtool donker gemaakt en met een zoeklicht wordt er telkens een stukje zichtbaar gemaakt. De leerkracht praat met de kinderen over het verhaal wat bij deze illustratie hoort. Wat zie je? Wat gebeurt hier? Wat is er eerst gebeurd? Wat gebeurt hierna? Overleg en discussie.

2. 3. 4. 5.

Digitools

• • •

Variaties

• •

Praatplaten, zoeklicht, puzzel. Maak online van elk plaatje of foto zelf een puzzel voor op je digibord, of kies een bestaande puzzel via de site. www.jigsawplanet.com/ Kies een digitale praatplaat op de site . www.digibordopschool.nl/rubrieken/ob_praatplaten Of ga naar de site: www.eermiddel.digischool.nl/po/leermiddel/ Prachtige digitale BAS praatplaten waarvan sommigen interactief op de site. www.baswereld.nl/digibord/praatplaten/swf/start.html

Van de praatplaat kan een puzzel gemaakt worden, in meer of minder stukjes. In een groepje kunnen de kinderen de puzzel maken en al doende praten ze over het verhaal / de activiteiten op de praatplaat.

33

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

34

Deel 2 : Kleuters digi-taal


8 Z oek d e ver s chillen ! Taaldoelen

Mondelinge taalvaardigheid.

Activiteit

Laat kinderen in groepjes foto’s in de school maken. De foto’s projecteer je op het digibord. Kinderen proberen te vertellen waar de foto gemaakt is. Bespreek wat je ziet op de foto en waarom ze daar een foto van gemaakt hebben.

• • Digitools

Zoek de verschillen digitaal via je digibord. Keuze uit diverse plaatjes. Ga naar de internet site. www.speltuin.nl/spellen/group/zoek-de-verschillen.html Teken links en rechts van een middenlijn figuren met behulp van de gereedschappen bij de digibord software. Benoem de figuren en de verschillen.

Variaties

Ga later in de week aan de hand van een van de foto’s met het groepje kinderen kijken waar de foto gemaakt is. Is het nog hetzelfde? Wat is er anders dan op de foto? (bv er ligt nu geen eendje op de rand van de zandbak) Je kunt ook met ieder kind uit het oorspronkelijke groepje, wat de foto gemaakt heeft, een ander groepje samenstellen en dezelfde activiteit doen: waar is de foto gemaakt/ er naar toe. Wat is er hetzelfde? Waarom is het hier? Wat is er anders? (bv er is nu een andere juf, ze heeft andere kleren aan, er zijn nu kinderen aan het spelen, enz.)

35

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

36

Deel 2 : Kleuters digi-taal


9 Sa m en m ak en w e het verhaal ! Jonge kinderen houden van voorlezen, lezen. De bijzondere wereld van het verhaal en de illustraties die helpen er betekenis aan te geven. Taaldoelen

• • •

Verhaalbegrip. Oriëntatie op geschreven taal. Taalproductie.

Activiteit

• •

Prentenboek digitaal voorlezen. De illustraties uit het prentenboek scannen (foto van maken) en plaatjes van 1 pagina van maken. De kinderen kunnen dit doorbladeren en het verhaal wordt hierbij verteld / herhaald. Het verhaal en de prenten bevatten allerlei aanleidingen voor taalactiviteiten, zoals het vergroten van de woordenschat, vragen stellen, taal uitlokken. Denk bij het stellen van vragen dat deze leiden tot het geven van eigen oplossingen. Dus niet alleen maar vragen stellen waar ‘ja’ of ‘nee’ op geantwoord kan worden. Laat kinderen met eigen creatieve oplossingen komen.

• •

Digitools

Er zijn diverse sites met digitale prentenboeken. Sommige digitale prentenboeken worden alleen voorgelezen, soms staat de tekst erbij om zelf voor te lezen en er zijn interactieve prentenboeken, waarbij kinderen tussentijds of aan het eind vragen kunnen beantwoorden. www.bordwerk.nl/basisgereedschap.php?page=Lezen&list=true www.prentenboek.yurls.net/nl/page www.kinderpleinen.nl/showPlein.php?plnId=1495 www.schoolbordportaal.nl/schoolborden/catalogus.html?vakgebied=prentenboeken

Variaties

Telkens enkele kleine gedeeltes van de afbeeldingen als kleine afbeelding toevoegen. Hierdoor kan het verhaal uit het prentenboek opnieuw worden beleefd. De leerlingen kunnen het interactief ‘lezen’ en het verhaal naspelen door met kleine afbeeldingen te slepen en met stiften dingen toe te voegen. Via internet zijn van veel prentenboeken digitale versies en afzonderlijke plaatjes van de illustraties te vinden.

37

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

38

Deel 2 : Kleuters digi-taal


10

Wa t g eb eurt er nou precies?

Samen met kinderen een (strip)verhaal maken, Taaldoelen

Samen met kinderen een (strip)verhaal maken.

Activiteit

Aan de kinderen worden losse plaatjes aangeboden die in een volgorde geplaatst kunnen worden en dan samen een verhaal uitbeelden. De kinderen slepen de plaatjes in een bepaalde volgorde en vertellen hun stripverhaal erbij. Meer volgordes zijn mogelijk, waardoor overleg en discussie ontstaat en gevoel voor tijdsvolgorde wordt ontwikkeld. Bijvoorbeeld: vier plaatjes; kind aan tafel, kind fietst naar school, kind trekt kleren aan/uit en kind ligt in bed. Het verhaal dat een kind bedenkt bepaalt de volgorde van de plaatjes. (digibordtool) Wat zie je op het plaatje? Wat gebeurt er op het plaatje? Wie vertelt het verhaal bij de plaatjes? Wat gebeurt er eerst en wat gebeurt er daarna? Hoe moeten de plaatjes liggen in jouw verhaal? Kan het ook anders? Maak een verhaal bij de plaatjes. Hoe moeten de plaatjes liggen bij jouw verhaal?

• • •

• Digitools

Verhaaltjes die je kunt ordenen staan op de site: www.schooltv.nl/schatkast/index.jsp

Variaties

Kinderen tekenen samen een (strip) verhaal en vertellen wat er gebeurt. Dezelfde vragen stellen als hierboven beschreven. Of een verhaal uit een prentenboek in de juiste volgorde leggen. In de (vertel)kring vertelt een kleuter over wat hij in het afgelopen weekend heeft meegemaakt. Een andere kleuter maakt er een klein tekeningetje bij op het digibord. Er kunnen woorden bij getypt of geschreven worden en zo ontstaat er een tekenboek met verhaaltjes in tekeningen over kinderen uit de groep.

• •

39

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

40

Deel 2 : Kleuters digi-taal


11

K o m , we g aan spelen. Speel je mee?

Aan het digibord kunnen kinderen in tweetallen of in twee groepjes van twee spelletjes spelen als verwerkingsactiviteit. Met name memoryspellen zijn hier bruikbaar voor (digitool, internet, software-cd-roms). Verder nodig een bestand met afbeeldingen van voorwerpen en een bestand met afbeeldingen en de daarbij behorende begin letter in paren en dichte vakjes er bovenop. Taaldoelen

Woordenschat.

Activiteit

Op het scherm staan verschillende voorwerpen of vormen afgebeeld. Aan de kinderen wordt gevraagd volgens een bepaald criterium voorwerpen te selecteren en naar een andere plaats te slepen. Dit criterium kan zijn: de beginletter. Of: Wat hoort bij elkaar. (woordcluster De Kast of Paraplu) Op het scherm (digibord) wordt een memoryspel afgebeeld. Door op een kaartje te klikken of een vakje weg te schuiven komt het plaatje of een letter tevoorschijn. Twee kaartjes waarop hetzelfde staat (dus goede beginletter bij het juiste plaatje), horen bij elkaar. Als dit goed is, verdwijnen de kaartjes of verplaatst ze naar ergens anders op het scherm.

• •

Digitools

Diverse letterspelletjes, memory, sorteerspelletjes, activiteiten rond letters en woorden. www.ict-platform.be/telletterspel/homeletterspel.html www.kleuterspel.be/kinderspel/menu.html Oefeningen met Woorden rijmen, klanken, woorden hakken zijn te vinden op: www.schooltv.nl/schatkast/index.jsp

Variaties

Om meer samenwerking te stimuleren, kunnen de kaartjes in twee kleuren gemaakt worden: steeds een rond en een blauw kaartje bij elkaar zoeken. Zo kunnen twee kinderen of twee teams spelen: het ene team draait de rode kaartjes om, het andere team de blauwe.

41

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

42

Deel 2 : Kleuters digi-taal


12

Mijn Wer k boek ( Miniportf olio)

Tekeningen worden al snel mee naar huis gegeven; blokkentorens en treinbanen worden weer opgeruimd; puzzels en mozaïeken weer door elkaar gegooid. Maak er eerst een foto van en voeg deze toe aan een digibordbestand. Tekeningen, werkjes en schrijfoefeningen op A4 papier of kleiner kunnen beter onder de scanner geplaatst worden. Taaldoelen

Mondelinge taal.

Activiteit

Maak voor ieder kind een bestand (portfolio) met foto’s van tekeningen ,werkjes en activiteiten. Kinderen weten op een gegeven moment dat de juf soms een foto maakt van iets moois. Ze komen daar dan zelf ook om vragen. Dit biedt gelegenheid tot interventies waarin hoge verwachtingen ten aanzien van de uitvoering aan de orde kunnen komen: - Is dit een hele mooie toren? - Is dit een heel mooi plakwerkje? - Ben je er trots op dat …? - Waarom moet deze tekening, of deze treinbaan, etc. op de foto? - Aan wie wil je deze foto graag laten zien? - Je hebt al zes torens laten fotograferen, maar nog nooit een tekening. Maak jij nu eens een tekening? Bij het bekijken van het werkboek kan er een titel bij het plaatje worden getypt, of geschreven.

Digitools

• •

Variaties

• •

Maak hierbij gebruik van de bij het digibord geleverde software. (ActivePrimary, ActivInspire, Smartsoftware, Slim software) Met de Activ software kun je voor elke leerling een flipchart reeks maken waarop je op elke pagina foto’s tekeningen, tekst, schrijfoefeningen etc. kunt zetten. Sla de flipchart op met de naam van de leerling. ICT- vaardige personen kunnen in een ander bestand van alle kinderen een foto plakken, en aan elke foto een snelkoppeling (actieknop) naar de portfolio van dat kind. Wanneer dit fotobestand dan aanstaat, weten alle kinderen, dat zij als zij dat willen, hun eigen portfolio eens door kunnen kijken. Het is heel goed bruikbaar voor communicatie met ouders.

43

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

44

Deel 2 : Kleuters digi-taal


Inspiratiesites www.marijeandringa.yurls.net/nl/page/648358 www.gynzy.com/be/nl/welcome www.klassetv.nl www.12c.yurls.net/nl/page/689308 www.ictdelta.nl www2.digischool.nl/leerling/po www.schoolbordportaal.nl/schoolborden/index.html www.digibordopschool.nl www.mijndigischool.nl www.kids.kennisnet.nl www.klascement.net www.clcarnhem.nl www.bordwerk.nl www.kleuter.schoolbordportaal.nl

45

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


Een digibord in de Onderbouw? Doen!

46

Deel 2 : Kleuters digi-taal


Literatuur Damhuis, R. & P. Litjes (2003), Mondelinge communicatie: drie werkwijzen voor mondelinge taalontwikkeling. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands. Els채cker, W. van, e.a. (2006), De Taallijn: Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands & Sardes. Kienstra, M. (2003), Woordenschatontwikkeling: werkwijzen voor groep 1-4 van de basisschool. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands. SLO / UvA (2010), Taalontwikkeling van het jonge kind: de doelen. www.slo.nl/jongekind/doelen Verhallen, M. (2009), Meer en beter woorden leren. Utrecht: PO-raad. Verhallen, M. & D. van den Nulft (2009), Met woorden in de weer. Bussum: Coutinho (2e herziene druk). Verhallen, M. (2009), Video storybooks as a bridge to literacy. Proefschrift, Universiteit Leiden. Verhoeven, L. & C. Aarnoutse (red.) (1999), Tussendoelen beginnende geletterdheid. Voor de Basiswoordenlijst Amsterdamse Kleuters (2009): www.dmo.amsterdam.nl/onderwijs/varia_onderwijs/basiswoordenlijst

47

Werken aan Taalstimulering met behulp van het digibord


C CL

Community Learning Center

AR

www.stichtingpas.nl

www.slo.nl

www.marant.nl

NHEM

www.clcarnhem.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.